Haarlem's Dagblad
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Vraag en Aanbod
Een Kwartje per plaatsing
Twee Kwartjes te zamen
Grootte der Adv. hoogstens zes regels
22e Jairgang. No. 6572
Versciiijnt dage::;:;::, ben:;-/» op don- cn Feestdagen.
DONDERDAG 1 DECEMBER 1904 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
per drie maanden: ^an regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor d/tapen'in'den omtrek wa'ar 'een Agent'gevestigd i's (kom "der Haarlem van 1-5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
gemeente)1.30 '7 mspw4ir\'\ Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland1.65 w" Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
QetHustre'ercf Zondagsblad, 'voor Haarlem' I 037$ "ed#c,ie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3lb's Faubourg Montmartre.
plaatst dagelijks Advertentiën van
(geen I Vinkei-A nnonceè) voor
DRIEMAALmits binnen een Week, voor
Betaling a Contant
IN HAARLEMS DAGBLAD zijn
Advertentiën DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Officieele berichten.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlecm brengen ingevolge art. 37
der wet van 28 Juni (Stbl. No. 97),
zooals zij gewijzigd is bij de wet van
12 October 1904 (St.bl. No. 230), ter
openbare kennis, dat zijn ingekomen
adressen van de hierna te noemen
personen, houdende verzoek om ver
lof, ingevolge art. 34/65 dier wet, tot
het verkoopen van
a, alcoholhoudenden drank, ande
ren dan sterken drank
b. uitsluitend alcoholvrijen drank
Yoor gebruik ter plaatse van verkoop
in de lokaliteiten en de perceelen,
hieronder vermeld
G. Dingshoff (winkel) Corterman-
straat 14W. F. Romijn, (gelagka
mer). Klein Heiligland 53 H. van der
Burgh (winkel), Rozensteeg 3; J. A.
ran der Brugge, (2 gelagkamers),
Kleine Houtstraat 16; Wed. M. de
Nijs-Salvaé (gelagkamer). Burgwal 81
k. Reineke (gelagkamer) Smedestraat
H. A. Bindels Jr. (gelagkamer)
Brouwerstraat 35; C. J. Paulen Jr.,
(koffiekamer, tooneelzaal en repetitie
aal) Kleine Houtstraat 77 G. Gude,
gelagkamer) Projectkade o. d. Leid-
chestraat 47F. van Alphen (voor-
luis) Lange Boogaardstraat 6 Johs.
Oooster, (winkel en achterkamer),
-eidschestraat 106Jacs. Kroon van
)iest (gelagkamer) Ruysdaelstraat 12
acs. Poepjes (voorhuis) Scho ter-
weg 49.
Alle aanvragen betreffen litt. A.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Gelet op art. 6 der Hinderwet
Doen te weten, dat van heden op
tlle werkdagen, van des voormid-
iags 9 tot des namiddags 2 uur, tot
13 December e.k., 's namiddags ten
ure, ter gemeente-secretarie (7de
Mdeeling) ter inzage is nedergelegii,
iet ingekomen verzoekschrift met de
iijlagen van E. W. C, Jessen—-Brak,
>m vergunning tot oprichting van
!8ae chemische wasscherij, drogerij
in ververij, waarbij als beweegkracht
to liggende stoomketel met stoom
machine van hoogstens 20 paarde-
rachten zal worden gebezigd in een
8 stichten gebouw op een terrein aan
Ie Amsterdarnsche Vaart No. 32, Kad.
sectie E No. 1561ged. en 1562ged., en
lat op den veertienden dag na heden,
ijnde 13 December e.k., en wel des
namiddags ten 1 ure op het Raad-
Uis der gemeente de gelegenheid
lal worden gegeven, om ten over
man van het, Gemeentebestuur of
ton of meer zijner leden, bezwaren
8gen het oprichten der inrichting in
i brengen.
Haaidem, 29 November 1904
Burg. en Weth. voornoemd.
BOREEL.
De Secretaris.
PIJNACKER.
Brieven van het
34 ste Raadslid,
Aan de Kiezers
We zitten nog altijd te vergaderen
in de banketbakkers-taartendoos op
het Prinsenhof, waar de oen den an
der niet verstaan kan en genoeg tocht
rondwaait om aan al onze edelacht
bare neuzen een ferme verkoudheid
te bezorgen. Als ik me wel herinner,
dan zijn we indertijd van 't stadhuis
vertrokken, omdat daar geen ruimte
was voor 't publiek. Maai' geachte
kiezers, gij komt toch niet op onze
openbare vergaderingen. De harde
banken in de zaal op 't Prinsenhof
zijn zelden of ooit ook maar voor de
helft bezet. En gij hebt gelijk, want
in vertrouwen gezegd zijn onze
discussiën in den regel niet belang
rijk genoeg om daaraan uw kostelij-
ken tijd te bestedien. Over kleine din
gen praten we gewoonlijk veel en
over groote zaken, waai- gijlieden als
kiezers toch wel iets over zoudt wil
len hooren, zwijgen we als visschen.
Dat hebt ge weer gemerkt, toen B.
en W. voorstelden den Minister te
laten beslissen over de quaestie van
den bouw van de school in de Tucht
huisstraat. Dat ging er door, zonder
dat er een woord over gezegd werd
en toch heb ik hooren zeggen, dat
sommige leden de argumenten van
den schoolopziener over te weinig
licht en lucht nog zoo gek niet vinden
en in 't allerdiepste van hun ziel
maar liefst zouden wensehen, dat de
Minister dezen ambtenaar gelijk gaf.
Waarom deden die dan hun mond
niet open, vraagt ge. Misschien zijn ze
eerst later tot de overtuiging geko
men, dat de plaats inderdaad onge
schikt was en dat een gemeentebe
stuur, van zooveel liefde voor de ge
zondheidsleer bezield als het Haar-
lemsche, geen school moest bouwen
met een totaal onvoldoende speel
plaats, en wier licht onderschept zal
worden door de muren van de vlak
bij gelegen hulpschool.
Waarom ik zelf dan niet tegen ge
stemd heb zult u vragen. Ja, ge
achte kiezers, ieder heeft zoo zijn ge
voel van eigenwaarde en om je nu
maar klakkeloos de wet te laten
voorschrijven door den districts
schoolopziener, gaat voor een Ge
meenteraad toch ook niet aan. 't Zou
den schijn geven alsof je er niets
van wist en dat mogen we nooit of
te nimmer toonen. Onberekenbaar en
grillig als ge zijl, waarde kiezers,
zoudt ge ons bij een periodieke af
treding allicht niet herbenoemen.
Vandaar dat we bij alle onderwerpen
deftige gezichten zetten en dat te
meer naarmate we minder van de
zaak, die aan de orde is, afweten.
Dit is een heele kunst, die door u,
waarde kiezers, wel wat meer op
prijs gesteld mocht worden. Gij weet
dat. zoo niet, maar het is een moeilijx
ambt, dat allerlei verplichtingen op
legt, je verbazend veel tijd kost en
je in de onmogelijkheid brengt ooit
wat aan de gemeente te verdienen.
Sommigen van ons zijn dan ook wel
een beetje jaloersch op ex-collega
Hofland, die al dadelijk van zijn her
kregen vrijheid gebruik heeft ge
maakt, om in te schrijven naar ver
schillende benoodigdheden voor 't
stads- armen- en ziekenhuis
En nu ik toch over dezen afgetre
den collega spreek kom ik vanzelf op
de a.s. verkiezing. In 't algemeen is
zoo'n Raadsverkiezing voor ons, zit
tende leden, niet plezierig. Vooreerst
niet omdat als het er soms heftig toe
gaat, je onwillekeurig denkt: ,,door
die cordons moet ik straks ook
Wat geen plezierige gedachte is. En
vervolgens d&arom niet, omdat je al
tijd eerst weer aan nieuwe gezichten
en nieuwe sprekers wennen moet. Er
is zooveel verandering in den Raad,
dat je nooit eens kunt zeggen We
hebben een vaste club, 't is een ge
sloten gezelschapOm het maar
ronduit te zeggen 't is er tegenwoor
dig niet knus meer. De een komt, de
ander gaat, er is voortdurend veran
dering. 't Is zoo gemakkelijk om
vooruit te weten die zegt niks, die
ander zegt wel wat, maar daar hoef
je toch niet naar te luisteren, en die
derde is de moeite van 't aanhooren
wel waard, Bij een nieuwe verkie
zing moet je dat maar weer afwach
ten
Vraagt ge wie van de zes candida-
ten ik u zou aanbevelen, dan moet ik
't antwoord schuldig blijven. Daar
mee hou ik me niet op. Gedachtig
aan de sproukdat de voorzichtig
heid de moeder van de porceleinkast
is, denk ik er niet over een mogelij
ken collega onnoodig in 't harnas te
jagen, 't Is niet plezierig, als je A.
warm hebt verdedigd en aanbevolen,
later met zijn tegencandidaat B. in
den Raad en in de Commissiën te
moeten zitten.
Ik zeg dus alleen maar „kiest de
besten!" Wie dat zijn moeten jelui
zelf maar uitmaken, dat brengt een
maal 't bedrijf van kiezer mee. Wel
heb ik gezien, dat dë candidaten
kunnen worden verdeeld in zomer- en
winter-candidaten. In de plaats van
den heer Hofland, die op 15 Juni ja
rig was, zijn gecandideerd deheeren
van Rossum, die op 22 Juni, van Bre-
derode die op 12 Juni en Gerritsz, die
op 28 Juni het levenslicht aanschouw
de. Voor de vacature-Beijnes vinden
we de heeren J. W. A. Beijnes, gebo
ren 17 Januari, Mr. Thiel, geboren
14 Januari en Joosten, geboren 20 De
cember, weliswaar in verschillende
jaren, 't Verdient opmerking, dat de
oppositiepartij met de jongste candi
daten aankomt, de heer Joosten is
pas 31 en de heer Gerritsz nog maar
29 jaar oud_
Te hopen is het, dat de installatie
van de nieuwe leden zal plaats heb
ben in de oude Raadszaal op 't stad
huis, opdat wij allen hun wijze woor
den en wenken zullen kunnen ver
staan en genieten. Aan die verhui
zing kunt ge niets doen o kiezers,
anders zou uw hulp en steun zeker
worden Ingeroepen door uw vriend
HET 34ste RAADSLID.
Stadsnieuws
Oprechte Haarlemmer Olie.
In aanvulling van ons verslag vhu
de Dinsdag voor de Haarlemsche
Rechtbank gehouden pleidooien in
het geding van den heer Ed. vau
Dobben contra de heeren Paulen Sr.
en Jr. en Marselje. deelen wij nog
het volgende mede
In zijn tweeden termijn merkte de,
voor eischer opkomende, Mr. J. P. A.
N. Caroli op dat het hem, na het
pleidooi van zijn tegenpleiter eerst
duidelijk is geworden, wat de gedaag
den bedoeld hebben in de conclusie
van antwoord. Zij bekennen blijk
baar, dat zij eenige onrechtmatige
handelingen gepleegd hebben, doch
zeggen niet welke van de ten laste
gelegde feiten zij erkennen en welke
zij ontkennen. Wijl deze conclusie
dus niet met redenen omkleed is, is
zij ongemotiveerd en zonder waarde.
De pleiter van gedaagden heeft alle
ten laste gelegde feiten afzonderlijk
beschouwd, maar het is juist het com
plex van bedriegelijke handelingen,
dat ten laste gelegd wordt. De. feiten
mogen dan ook niet uit het verband
worden gerukt.
Dan heeft de tegenpartij aange
voerd, dat de heer Van Dobben niet
alleen het recht heeft om den firma
naam C. de Koning Tilly te voeren
daar er uit de stukken blijkt, dat er
nog wel meer personen erfgenamen
kunnen zijn. aan wie dit recht toe
komt.
Dit geeft pleiter toe, maar het is
juist onze grief dat de gedaagden
dezen naam voeren in een zelfde-
branche handelende als de eischer.
Vervolgens bestreed pleiter de be
wering. dat de eischer niet ontvan
kelijk is in zijn eisch omdat hij de
personen afzonderlijk en niet de fir
ma gedagvaard heeft, en persisteert
bij zijn genomen conclusie.
De pleiter van gedaagden. Mr.
van den Bergh, deed" in zijn tweeden
termijn uitkomen, dat do eischende
partij een complex van handelingen
ten laste legt, maar de feitetn, waar
uit dit complex is samengesteld, zijn
geen van alle onrechtmatig, en der
halve is ook het complex van geen
waarde. Alleen blijft dus over de ac
tie wegens inbreuk op het firma-
recht, maar ook dit is hier van on
waarde, omdat de eischer zijn recht
op den firma-naam niet heeft bewe
zen. Vandaar dat pleiter zijn con
clusie van niet ontvankelijk-verkla
ring handhaaft.
De Rechtbank gelastte overlegging
der stukken en bepaalde de uit
spraak op heden over 6 weken.
Niet nagekomen contract.
Het. O. M. bij de Haarlemsche
Rechtbank nam in de Dinsdag gehou
den zitting conclusie in het geding
van de Levensverzekering-maatschap
pij „Het Vaderland' contra den"heer
Bronkhorst te 's-Gravenhage.
Dit geding, waarover wij indertijd
reeds iets mededeelden, komt op het
volgende neer.
De heer Bronkhorst was rnet de
maatschappij „Het Vaderland" over
eengekomen om op een bepaalden tijd
17000 aandeelen in deze maatschappij
te nemen. Later werd genoemde heer
wegens zwakheid van vermogens on
der curateele gesteld.
Toen de bepaalde tijd was verstre
ken waarqp de aandeelen genomen
moesten worden, weigerde de curator
dit contract na te komen.
„Hët Vaderland" eischte nu
rechten de voldoening van dit con
tract.
Het O. M. concludeerde tot ontvan-
kelijkverklaring van de eischeres
tot toewijzing der vordering, en tot
veroordeeling van den gedaagde :n
de kosten van het geding.
De Rechtbank zal heden over vier
weken in dit geding vonnis wijzen.
Binnenland
WET HOOGER ONDERWIJS.
Aan de Tweede Kamer is het vol
gende adres verzonden
Tot hun diep leedwezen hebben on-
dergeteekenden vernomen, dat het
door de 1ste Kamer verworpen Ont
werp van Wet tot wijziging en aan
vulling der Wet tot regeling van het
Hooger Onderwijs zoo goed als onver
anderd opnieuw bij de Wetgevende
Macht ingediend werd.
De kleine en toch niet onbeduiden
de veranderingen echter, welker aan
brenging de minister van binnen-
landsche zaken noodig schijnt te ach
ten, die in art. XXVI, geeft den on-
dergeteekenden vrijmoedigheid te
vragen om uitstel van de nieuwe
openbare behandeling van de wet in
haar geheel.
Waar toch in een uitstel van zes
maanden voor de inwerkingtreding
van de artikelen, die de technische
hoogeschool en de bijzondere gymna
sia raken door Z. E. geen bezwaar
gezien wordt, zou daar zoo groot be
zwaar bestaan in eene verdagnig van
zulk eene behandeling?
Hiervoor pleiten bovendien twee pu
blieke feiten
lo. dat de Algemeene Synodale
Commissie gemachtigd werd de alge
meene synode der Ned. Hervormde
Kerk tot behandeling van de voor
deze kerk zoo hoogst gewichtige zaak
van het Theologisch Onderwijs op te
roepen.
En 2o. dat daaromtrent van de
kerkelijke hoogleer aren aireede ad
viezen gevraagd werden.
Daaraan mogen wij de mededeeling
verbinden, dat hoogstwaarschijnlijk
ook door bijzondere personen priva-
tim een gedétailleerd overzicht van de
verlangde wijzigingen zal worden
aangeboden, welker ontwerping na
tuurlijk wachten moest op de feite
lijke beantwoording van de vraag,
of de minister het initiatief tot het
aanbrengen van wijzigingen zou ne
men. Maar uit den aard der zaak is
daarvoor nog al eenige tijd totover-
leg noodig.
Eindelijk zij het ons vergund, drin
gend te verzoeken, indien dan vol
strekt met de openbare behandeling
spoed gemaakt moet worden, aan de
voorgestelde wijziging van art. XXVI
deze woorden toe te voegen
(dan de Wet zelve)terwijl ar
tikelen, die de bijzondere leerstoelen
en de bijzondere universiteiten raken,
niet in werking treden voordat her
zien zijn hoofdstuk I van de gymna
sia. art. 42 lo. en art. 43o. art. 104
en 105 der vigeerende wet tot rege
ling van het hooger onderwijs (van
28 April 1876, Staatsblad 102), als
mede de daarmede verband houden
de bepalingen in Koninklijke beslui
ten betrekkelijk examens en promo
lies.
Hetwelk doende, met verse huldig
den eerbied, de ondergeteekenden,
predikanten der Nederduitsch Her
vormde Gemeente te Amsterdam, in
dertijd belast met de redactie van het
den 19den September 190-4 aan Hare
Majesteit de Koningin der Nederlan
den in zake het Hooger Onderwijs ver
zonden adres, waarvan aan elk lid
van hoogst derzelver ministerie en
van de Staten-Generaal een afdruk
gezonden werd.
Dr. G. j. VOS Az.
Ds. H A. j. LiiTGE.
Dr. PH. J. HOEDEMAKER
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Uit de verschenen Memorie van
Antwoord van den Min. van Buitenl.
Zaken vermelden wij het volgende:
De Minister betoogt, dat nu een
wetsontwerp is ingediend tot goed
keuring van een aanbod van terrein
door den Nederlandschen Staat aan
de „Carnegiestichting" wel niemand
meer aan de goede gezindheid van
Nederland ten aanzien der vredes-
zaak zal twijfelen. In ieder geval is
van de zijde van geene der Regee
ringen iets van zoodanigen twijfel
gebleken. Na een uiteenzetting van
de redenen van een minder snelle af
doening van de aangelegenheid van
het vredespaleis, zegt de Minister dat
niet uit het oog moet worden verloren
dat het hier een zaak betreft die niet
enkel den Min. van buitenl, zaken,
doch de geheele Regeering aangaat,
een omstandigheid, die wegens het
op elk punt noodige overleg tusschen
alle Ministers bezwaarlijk aan snelle
afdoening bevorderlijk kan zijn.
Omtrent de uitvaart van president
Kruger, zegt de Min., dat hij, nadat
het overlijden van den gewezen pre
sident bekend wa9 geworden, aan
stonds bij zijne ambtgenooten het
'denkbeeld ter sprake gebracht heeft,
om Kruger's stoffelijk overschot van
Rijkswege naar Zuid-Afrika te doen
vervoeren. Voor dat de verdere over
weging van deze aangelegenheid
plaats greep, is een der Ministers,
'die meer persoonlijk met de familie
bekend was, verzocht onderhands bij
deze te informeeren of er plan be
stond het lijk naar Zuid-Afrika over
te voeren en of eene eventueele over
voering van Rijkswege door de fami
lie zou kunnen worden aanvaard.
Nadat hierop bevestigend bericht
was ingekomen is de zaak overwo
gen en het Kabinet tot de conclusie
gekomen, dat het, toen vermoed
mocht worden, dat in Zuid-Afrika de
landsregeering zelve de uitvaart van
den gewezen president eeren wille,
Vninder aangewezen was voor eene
andere Regeering om zich in deze
aangelegenheid te mengen en zulks
te minder, waai- van het motief dat
in 1900 gold, om aan het hoofd van
een met ons bevrienden en stam
verwanten Staat veüigen overtocht
te verzekeren, thans uiteraard geen
•sprake kon zijn. In 1900 bestond tus
schen de Nederlandsche Regeeringen
den president der Zuid-Afrikaansche
Republiek een officieele betrekking,
maar sedert had deze opgehouden te
bestaan.
De vraag of er thans voldoende
grond 'bestaat om liet ten deze tot
'dusver door Nederland ten aanzien
van toetreding van Nederland tot de
Berner-eonventie ingenomen stand
punt te verlaten, is eenigen tijd ge
leden door de Regeering overwogen
en ontkennend beantwoord. De ver
klaring, dat Nederland thans op dit
gebied een slechten naam in het
buitenland draagt, laat de Min. voor
rekening van de leden die gemeend
hebben zich in dien zin te moeten
uiten.
De Minister kan niet inzien dat
het voorkomen op zijne begrooting
van de regeling, die bij afzonderlijk
•wetsontwerp o. a. ten aanzien van
den consulairen dienst in Zuid-Afrika
is voorgesteld, ook maar in helminst
de vrijheid van oordeelen over dat
afzonderlijk wetsontwerp zou belem
meren.
Intusschen is hij bereid om, ter
tegemoetkoming aan hen, die dat an
ders opvatten, de begrooting op de
bij gemeld wetsontwerp behandelde
punten voorshands te laten als die
voor 1904. Daartoe strekt een inge
diende nota van wijziging.
Oudheidkundig GenootschapH. J,
de Marez Oyens, voorzitter van de
vereeniging „Rembrandt"prof. mr.
H. P. G. Quack, voorzitter der com
missie van toezicht op de Rijksacade
mie van Beeldende KunstenJ. H.
van Eeghen, ondei'-voorzitter van de
Vereeniging tot het vormen eenar
openbare verzameling van Heden-
daagsche Kunstprof. Bart van Ho
ve, voorzitter van „Arti et Amicitiae";
H. W. Mesdag, idem van „Pulchri
Studio."
In deze vergadering werd het
hoofdcomité geconstitueerd, waarin
nevens de bovengenoemden nog an
deren zullen zitting nemen, om de
uitvoering van verschillende plannen
mogelijk te maken. Het bestuur zal
worden gevormd door prof. Quack,
voorzitter, prof. Six, onder-voorzitter,
den heer J. H. van Eeghen. penning
meester. De heer A. Pit, directeur
van het Nederlandsch Museum van
Geschiedenis en Kunst, zal als secre
taris optreden.
BRANDSTICHTING.
Onder Terwolde nabij Deventer is
gisteren de kapitale boerenplaats de
Hincle totaal afgebrand. Men ver
moedt dat boos opzet in het spel is
de dienstbode, na een verhoor te heb
ben ondergaan, is gevankelijk over
gebracht.
Van den inboedel is niets gered en
daarbij is voor een groote waarde
aan oud porselein, benevens een aan
zienlijk bedrag aan geldswaardig pa
pier verloren gegaan.
Van de levende have, die vrij groot
was, zijn alleen 'drie varkens in d|
vlammen omgekomen.
Niets was tegen brandschade ver
zekerd.
ZIONISTEN
Dr. Dowie, de profeet van Zion,
schijnt in den Haag ook bekeeringen
te hebben gemaakt, getuige het feit,
dat aldaar een paar dames op straat
liepen, die tractaatjes of brochures,
op den modernen Elia betrekking
hebbend, voor den prijs van 5 cent
aan den man trachtten te brengen.
Zij hielden zich daarbij strikt binnen
de perken van onze colportageveror-
dening, door met zacht gefluister en
stille gebarentaal hare waar aan te
prijzen, die evenwel weinig atfrek
vond.
REMBRANDT-HULDE.
Op uitnoodiging van den burge
meester is ten Stadhuize van Amster
dam een vergadering gehouden van
de heeren, die het hoofdcomité zul
len vormen voor de feestviering in
1906, ter herdenking van Rembrandt's
300sten geboortedag. Tot deze genoo-
digden behoorden de heeren jhr. B
W. F. van Riemsdijk, hoofddirecteur
van 's Rijks Museum, mr. J. A. Sil-
lein, voorzitter der commissie van
toezicht op liet Rijksmuseum prof.
Ihr dr. J. Six. voorzitter van het Kon.
OVERLEDEN.
Te Leiden overleed na een langdu
rige ziekte de heer P .L. C. Driessen,
oud-directeur van de Leidsche ka-
toerunaatsohappij, oud-president van
het college van regenten van de Rijks
werkinrichting voor vrouwen en van
1855 tot 1903 lid van den raad dezer
gemeente.
Als industrieel en ook in de open
bare betrekkingen door hem bekleed
toonde de heer Driessen zich een
hoogst bekwaam man met pracfcischen
blik. Leiden verliest in hem een hoog
geacht burger.
De heer Driessen was geboren in
Bocholt (Westfalen) op 1 Maart 1823.
In het jaar 1854 werd hij genaturali
seerd.
HALVE (WAARDELOOZE) MUNT
BILJETTEN.
Naar aanleiding van de oproeping
van de bezitters van eenige halve
muntbiljetten van 10 schrijft men
aan de „Nieuwe Financier"
Reeds verscheidene jaren komt het
voor, dat twee helften van een munt
biljet van elkaar afdwalen. Voor zoo
ver zulks tot zijn kennis kwam, heeft
de Agent van het Ministerie van Fi
nanciën te Amsterdam aanteekening
gehouden van de letters en nummers
en van de houders van zulke halve
biljetten. Reeds menigmaal zijn door
zijn tusschenkomst twee gescheiden
helften hereenigd. Men kan zich dus
tot genoemd Agentschap wenden inet
de vraag, of de houders der weder
helften daar misschien bekend zijn.
tevens met verzoek om, mocht dit het
geval zijn, mededeeling te mogen
ontvangen, wanneer die wederhelften
in het vervolg te voorschijn mochten
komen.
ONGELUKKEN.
Men meldt uit Den Haag, dat een
jongen van ongeveer 14 jaren, bestu
rende een handwagen met schillen
welke hij aan de huizen opkocht, gis
terochtend op de Hoefkade onder een
zwaren petroieumwagen geraakte met
het noodlottig gevolg dat hij. over
het hoofd gereden, onmiddellijk over
leed.