NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
22e Jaargang.
No. 6631
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
MAANDAG 12 DECEMBER 1904
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)„1.30
Franco per post door Nederland„1,65
Afzonderlijke nummers0.02Lj
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37)
„de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREB00M.
AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel. Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan 'iet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicitê Etrangère G L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3Ib's Faubourg Montmartrc.
AGENDA
Zondag 11 December.
8oc. VereenigingBenedicamus Do
mino, 2e Feestconcert, uur.
Kleine Vore en i ging Specialiteiten-
voorstelling, 7£ uur.
Tooneelzaal De KroonBlijspel-En
semble, De Sabijnsche Maagden
roof, 8 uur.
Maandag 11 December.
BrongebouwDr. H. Blink, Lezing
Kol. Museum.
Weten en WerkenDr. Joh. Dyse-
rinck, 1ste voordracht.
Zandvoort. Vergadering van
den Gemeenteraad, 11 uur v.m
In deze agenda worden vergaderin
gen, uitvoeringen enz. kosteloos ver
meld, wanneer zij in onze kolommen
zijn geadverteerd.
De Schouwburg.
Aan den door velen geuiten wensch
om wat meer van de Schouwburg
plannen te vernemen, kunnen wij
thans voldoen.
Reeds is in de circulaire medege-
jdeeld, dat het comité ter verbouwing
on vergrooting van den bestaanden
Schouwburg aan den Jansweg ook
het Noordelijk van den Schouwburg
gelegen perceel iti koop had geno
men en daarna aan den architect
Van den Ban had opgedragen een
nieuw ontwerp te maken.
Van dit nieuwe ontwerp ligt vanaf
heden eene afbeelding van den voor
gevel voor onze ramen, terwijl de
platte-gr'onden voor iederen belang
stellende ter inzage liggen, zoowel bij
den heer Van Gasteren, Jansweg, als
den architect, Kampersingel 70.
Uit de teekening van den voorgevel
blijkt
lo. dat op den beganen grond
zeven stuks deurkozijnen zijn ont
worpen. waarvan de drie middelste
deuren toegang geven tot de vesti
bule of wachtkamer, weilke 7.50 M.
breed en 11. - M. lang is; de beide
roote openingen links en rechts van
eze toegangen zijn de uitgangen voor
larterre, stalles en balcon, terwijl de
teide buitenste deurkozijnen, links
mi rechts, tot uitgang dienen van de
loge. De bezoekers van gaanderij en
amphitheater vinden links en rechts
hun uitgang in Parklaan en op de
Nieuwe Gracht;
2e. dat op de verdieping ter
hoogte van het balcon zeven
iichtkozijncn in den voorgevel zijn
ontworpen, waarachter de rook- en
iamesfoyer "zijn gelegen, welke door
men wegneembaren wand van el
taai- gescheiden zijn
3e. dat op de tweede verdie-
ng. ter hoogte van de gaan-
er ij, achter de lichtkozijnen in den
foorgevel geteekend, de foyer voor
de gaanderij en het amphitheater is
uitworpen. terwijl het bovenste bal-
on in den voorgevel het balcon
loven den foyer van de gaanderij ge
lagen toegankelijk is van af de
gang, welke achter het amphitheater
omloopt.
Met het bovenstaande is, dunkt ons,
duidelijk gemaakt welke deelen van
het gebouw door den afgebeelden ge-
fel worden afgesloten-
Wij willen nu verder gaan en traeh-
u ook een indruk te geven van
vergrooting, verandering en verbe-
ering, voor de Schouwburgzaal ont
worpen.
De bestaande Schouwburgzaal is
ian beide zijden verbreed met gangen
relke op alle rangen om de zaal rond
lopen en 2 Meter breed zijn. In die
angen vindt men op iederen rang de
toegangen tot de toeschouwersruimte,
at de foyers, vestiaires en tot de uit-
angen.
Iedere rang heeft zoowel aan de
oker- als aan de rechterzijde eene
estiaire en een uitgang naar bui-
iu.
Omdat iedere rang zijn eigene ves-
iftires en zijn eigen uitgangen heeft,
olijven de bezoekers der verschillende
angen geheel van elkaar gescheiden.
De vloeren der gangen om het
alcon, om de loge en om de gaan-
erij zijn ieder pl.m. 2.— M. hooger
wtworpen dan de bestaande vloeren.
-Door deze hoogere ligging is de
ang om het balcon op dezelfde hoog-
als de vloer van den grooten
oyer en zijn onder het balcon zit-
laatsen verkregen voor stalles en
ttferre.
Is de Schouwburgzaal dus over de
alle oppervlakte hooger geworden,
ak de hoogte tusschen vloer en zol-
aring van het tooneel is men voor
mens zooveel te verhoogen als voor
a goed changement der décors en
•ulissen wenschelijk zal worden ge-
:ht,
Dat de Schouwburg wordt voorzien
m electrische verlichting, centrale
Warming en ventilatie, brandvrije
Scheiding tusschen tooneel en zaal
*t vuur- en regenscherm in de too-
slopemng, comfortabel ameuble
ment, enz. enz. spreekt van zelf en
zal wel niet nader in den breede be
hoeven uiteengezet te worden.
Mogen we verwachten onzen lezers
met het bovengenoemde een indruk te
hebben gegeven van de Schouwburg
zaal en het toonedl na de verbouwing,
thans willen wij ter vergelijking nog
eenige afmetingen noemen van too
neel, zaal en foyers van den Schouw
burg vóór en na de verbouwing en ook
van die van den Stadsschouwburg op 't
Leidsche Plein te Amsterdam.
Schouwburg Jansweg vóór de ver
bouwing
Eén foyer lang 13.M., breed 7.50
M„ hoog'4.80 M.
Schouwburgzaal diep 16.M., breed
13.50 M., hoog 8.30 M.
Tooneel diep 12.M., breed 14.
M„ hoog 11.M.
Schouwburg Jansweg na de ver
bouwing
Twee foyers samen lang 26.M.,
breed 7.50 M., hoog 4.80 M.
Een foyer gaanderij lang 26.M.,
breed 7.50 M., hoog 3.80 M.
Zaal met de gangen diep 18.50 M.,
breed 18.60 M., hoog 10.50 M.
Tooneel diep 14.50 M., breed 14.—-
M., hoog 15.M.
De Schouwburg kan ruim 800 toe
schouwers bevatten.
Stadsschouwburg Leidsche Plein te
Amsterdam
Twee foyers ieder lang 15.M.,
breed 8.M.. hoog 6.M.
Een fover 3e en 4e rang lang 15 M„
breed 7.50 M., hoog 3.— M.
Zaal met de gangen diep 18.M
breed 25.M.. hoog 14.M,
Tooneel diep 18.— M., brééd 25.
M.. hoog 19.— M.
De zaal kan 1100 toeschouwers be
vatten.
Uit deze opsomming van vergelij
kende maten zal u gebleken zijn, dat
de afmetingen van tooneel. zaal en
foyers na de verbouwing belangrijk
grooter zijn dan in den bestaanden
Schouwburg en dat die maten bij de
afmetingen van den Stadsschouwburg;
vergeleken niet ongunstig afsteken
al is ook het tooneel in den Am-,
sterdamschen Schouwburg belangrijk i
breeder, toch kunnen voor eene stad
als Haarlem, welke met haar omstre
ken mee nog geen 100.000 inwoners i
telt, de overige maten ruim voldoende I
worden genoemd.
Wordt nu ook eene vergelijking der
kosten gemaakt dan blijkt
le. dat alléén de bouwkosten van
den Stadsschouwburg te Amsterdam
ruim f525.000 hebben bedragen en
dat dus de totale kosten van eenen
Schouwburg van ongeveer dezelfde
afmetingen in Haarlem op minstens
f 550.000 moeten worden geraamd
2e. dat het voorloopig comité door
verbouwing van den bestaanden
Schouwburg en de daarnaast gelegen
perceelen ons zal leveren een goeden
Schouwburg voor Haarlem, voldoende
groot, voor nog geen f200.000, een be
drag, waarvan, blijkens de ervaring
met de exploitatie van den bestaanden
Schouwburg opgedaan, eene matige
rente kan worden verwacht, zoodat
geene belangrijke financieele offers
behoeven te worden gevraagd van
hen, die door het nemen van een of
meerdere aandeelen willen meewerken
om Haarlem weer spoedig in het be
zit te brengen van eenen goeden
Schouwburg.
Buitenlandsch Overzicht
DE 00BL06.
Van het oorlogsterrein nabij Moek-
den, komt de tijding, dat Dinsdag
een hevige beschieting heeft plaats
gehad met den Eenzamen Heuvel en
de spoorwegbrug als doel, een bom
bardement zóó hevig, dat men het
met dat van Port Arthur vergeleek.
Men dacht in de Russische linies
.eerst aan een voorbereiding voor den
lopmarsch der Japanners, maar later
bleek, dat de Japansche artilleristen
hun nieuw belegeringsgeschut be
proefden Sedert wordt eiken dag
schietoefening daarmee gehouden en
behalve de Eenzame Heuvel, dient het
dorp Ling-sjin-poe dan als schijf.
Overigens wordt er niet gevochten.
Nog verneemt men, dat eiken nacht
onder leiding van Russische officieren
door vrijwilligers aanvallen op de Ja
pansche vooruitgeschoven stellingen
worden gedaan. Men dringt dan door
tot de woningen, waai- de Japanner?
zich in verschanst hdbben en laat
deze in de lucht springen. Deze expe
dities zijn natuurlijk zeer gevaarlijk,
doch zij veroorzaken den vijand veel
overlast.
Het Japansche gezantschap te Lon
den heeft bericht ontvangen, dat de
marine-staf van het leger voor
Port-Arthur
van 8 Dec. rapporteert
„De „Pallada" is in brand gescho
ten, het schip helt over met den voor-
steven omlaag. Elf schoten hebben,
naar vermoed wordt, de „Gilyak" ge
troffen. De „Bayan" geraakte te half
twaalf in brand en brandde nog te!
kwart over vieren in den namiddag.
De bevelhebber van de marine-
land-batterij rapporteert, dat de
„Amoer" Donderdag is getroffen door
veertien schoten in den voorsteven en
gezonken is.
De onderaardsche schuilplaatsenen
vele werken bij Peisoesjan en het ar
senaal hebben veel van het vuur te
lijden.
Uit Tokio wordt medegedeeld, dat.
naar men voor Port Arthur heeft
waargenomen, er van Russische zijde
in het Westen en in de Ooster-liaven
waarop men van onze stellingen hei
gezicht heeft, niets gedaan wordt.
Men verwondert zich er over, dat de
Russen het Japansche vuur niet be
antwoorden. Zeer waarschijnlijk zul
len de Japanners bij de voortzetting
van het beleg zich niet weder bloot
stellen aan verliezen, als zij voorheen
leden, en rekenen zij meer op den
honger als bondgenoot, dan op een
eindaanval, om den tegenstand van
de vesting te breken.
Daar tijdens de beschieting van de
Russische schepen geen levensteeken
aan boord werd waargenomen, meent
men, dat de bemanningen aan land
een toevlucht hebben gezocht of wel
medewerkep. aan de verdediging van
de landwerken.
UIT ANDERE LANDEN.
UIT DE FRANSCHE KAMER.
De Kamer was Vrijdag vol bezet.
De voorzitter Brisson hield eene
lijkrede op Gabriël Syveton.
Vervolgens werden behandeld de in
terpellaties over het rondschrijven
van minister Combes aan de prefec
ten naar aanleiding van de verklik
kingszaak.
De oud-minister Ribot opende het
debat.
In zijn antwoord aan de verschil
lende sprekers merkte de minister
president Combes op, dat de coalitie
minder een verandering van ministe
rie dan wel een verandering van
staatkunde ten doel heeft.
Wij willen enkel een stelsel van
verantwoordelijkheid en eerlijkheid
invoeren.
„De heer Ribot heeft mij verweten,
dat ik voor alles mijn portefeuille
wil behouden. Neen, mijne heeren
niet daarom gaat het. Maar omdat
aan mijn persoon verbonden is een
bepaalde staatkunde. Indien mijn pei-
soon zou „verdwijnen uit de parle
mentaire coalitie, dan zou ook iets
anders verdwijnende republikein-
sche staatkunde. Ik geloof niet aan
de samenwerking van de midden-par
tijen, want dezen zouden steun moe
ten zoeken bij de rechterzijde.
„Dat ik zoo sterk aanhoud is min
der om liet behoud van mijn porte
feuille. dan om der wille van de toe
komst, die men der republikeinsche
partij en der Republiek bereidt. Ik stel
vertrouwen in den rechtvaardigheids
zin van de Kamer en mocht deze
rechtvaardigheidszin in gebreke blij
ven, dan zou ik een beroep doen op
het land."
De debatten werden hierna geslo
ten.
De afgevaardigde Bos stelde voor
over te gaan tot de orde van den dag
met de bedoeling daarin ren blaam
voor de regeering te leggen.
Minister-president Combes verklaar
de zich te vereenigen met de motie
van de afgevaardigden Bienvenu en
Martin, die aldus luidt
„De Kamer keurt de verklaringen
van de Regeering goed en weigert el
ke toevoeging."
De motie om over te gaan tot de
orde van den dag werd verworpen
met 291 tegen 80 stemmen.
Met 293 tegen 274 stemmen werd de
prioriteit verleend aan de motie-Bien
venu-Martin.
Den afgevaardigde Dulac antwoord
de de heer Combes dat hij verheugd
is het met hem eens te kunnen zijn
uit naam van de geheele regeering
verklaarde hij dat zij het stelsel der
fiches afkeurt.
De motie-Bienvenu-Martin werd
aangenomen met 295 tegen 265 stem
men.
DE DOOD VAN SYVETON.
Omtrent, het ongeluk den Fran-
schen afgevaardigde Syveton overko
men, bevatten de bladen nog enkele
nadere bijzonderheden. Donderdag
middag had de heer Syveton zich
naar zijn studeervertrek begeven om
zijn verdediging voor het Hof van
Assisen, waarvoor hij Vrijdag zou
moeten verschijnen, voor te berei
den. Hij verzocht daarom ook zijn
liuisgenooten hem niet te storen,
maar hem tegen drie uur te roepen.
Juist toen dit zou geschieden hoorde
men in de studeerkamer een zware
val en toesnellende vond men den
heer Syveton voor de gaskachel be
wusteloos op den grond liggen.
Onmiddellijk gehaalde geneeskun
digen konden niets meer tot redding
verrichten, binnen korten tijd trad
de dood in.
Het plotselinge overlijden gaf tot
allerlei geruchten aanleiding. Velen
daohten aan zelfmoord en de natio
nalisten spraken van een aanslag
van den een of anderen agent van de
regeering of van een vrijmetselaar.
Zeer beslist zijn de afgevaardigden
Ferrette en Binder in hun oordeel.
Deze, die spoedig na het ongeval zich
naar de woning van den heer Syye-
ton begaven, verklaren dat een onge
luk is buitengesloten. Er bestaan
slechts twee mogelijkhedenzelf
moord of misdaad. En de beide afge
vaardigden denken alleen aan deze
laatste mogelijkheid.
Gebleken zou zijn bij hun onder
zoek, dat de schoorsteen met een
courant de ..Intransigeant" van 8
Dec. was verstopt Dit moet dus
des morgens en met een zekere be
doeling zijn geschied.
De nationalisten Lemaitre, Fran
cois Coppée, Léon Daudet, gaven in
Syveton's woning aldus uiting aan
hun gevoelens
Lemaitre riep „Men heeft u ver
moord Coppée wierp zich op het
lijk met den uitroep „Edele, groote,
hooghartige vriend! Beste aller man
nen Men heeft u vermoord,maar de
wraak zal vreeselijk en rechtvaardig
zijn 1" Daarna kuste hij den doode
op het voorhoofd met den kreet:
„God zal ons helpen, gerechtig
heid te oefenen." Aan zijn vrienden
zeide hij, „dat geen menschelijk ge
weld hem 'beletten zou. aan het graf
van dezen martelaar de waarheid te
zeggen." Daudet riep bij het verlaten
van het huis, het volk op straat toe
„Hij is vermoord; ik verzeker het!"
UIT DEN DUITSCHEN RIJKSDAG.
In de Vrijdag gehouden zitting be
streed de Soc.-democraat Von Voll-
mar de leger-uitbreiding. De Rijks
kanselier, graaf Von Bülow, ant
woordde, en zeide aan het slot zijner
rede
„Eén cling is zekerdat Duitsch-
land sedert menschenheugenis het
middenpunt van het streven naar
vrede en een bolwerk voor dien vrede
is geweest, kon dit alleen zijn ten
gevolge van zijn la-acht: Een zwak
Duitschl'and zou dadelijk de oorlogs
begeerte en de oorlogszucht doen aan
wakkeren een zwak Duitschlamd, en
daarmede zal ik eindigen, zou niet
alleen voor ons een gevaar zijn,
maar ook voor den vrede in Europa
en in de geheele wereld, dien wij wil
len handhaven". (Levendige toejui
chingen.)
Stadsnieuws
OORLOGSVARIA.
De correspondent van de „Bund"
te Tokio beschrijft in zijn blad de
stemming, die thans in de Japansche
hoofdstad heerscht.
„Het volk", zoo schrijft hij, „ison
verschillig geworden, spreekt niet
meer van een roemrijken strijd en de
jongste overwinningsberich ten moch
ten niet meer die geestdrift verwek
ken, die we hebben gekend in het be
gin. Men heeft nu alleen sympathie
voor de gewonden, die alle dagen uit
Mandsjoerije en van het leger voor
Port-Artliur hier aankomen. Toen de
strijd ontbrandde, hebben de militai
re autoriteiten „snelle" en „besliste"
successen voorspeld en nu deze blij
ken uit te blijven, is de bevolking
volkomen onverschillig geworden
voor't geen er in den strijd gebeurt.
De natie is in rouw en op ieders lip
pen is het woord .roem" veranderd
in „vrede". Overal hoort men slechts
één wenscii dat de gruwelijke oor
log zoo spoedig mogelijk zal worden
beëindigd. Men denkt alleen aan de
dooden. de gewonden en aan de strij
ders, die hun leven moeten opofferen, j
Zelfs al werd nu terstond vrede ge
sloten, dan nog zou Japan reuzen
krachten hebben aan te wenden tot
herstel van zijn militaire kracht.
Klachten worden niet gehoordde
belangstelling schijnt als gestorven.
Wat men ziet. is rouw en onverschil
ligheid".
in het gevecht van 30 November
sneuveflde de tweede zoon van gene
raal Nogi op den 203 M. lioogen heu
vel de oudste zoon is gevallen bij
Nanshan. GeneraaJ Nogi is thans
kinderloos.
De Japansche Regeering publiceert
een lijst van 36 officieren die gedood,
en 58 die gewond zijn, waarschijnlijk
voor Port-Arthur.
Kerk en School
Te Leiden is bevorderd tot arts de
heer W. C. A. Arbeider en voor het
eerste gedeelte van het" arls-exaraen
is geslaagd de heer G. A. Rademaker.
Het doctoraal examen in de rechten
is aan de universiteit te Leiden afge
legd door den heer E. Hijmans.
Aan de universiteit te Amsterdam
ls afgelegdhet doctoraal examen in
de klassieke letteren door den heer
P. A. van der Laan.
FEESTCONCERT „BENEDICA
MUS DOMINO".
Onze stad bezit in den heer Ph.
Loots, een componist, die ongetwij
feld tot de ijverigste van ons land'
behoort. Deze talentvolle en hoogst
bekwame kunstenaar heeft hier ens
elders door zijne vele koorwerken en'
liederen een geachten naam verwor
ven en niet het minst met zijné
cantate „Tafereelen uit het leven vani
Pius IX", die geschreven en voor het
eerst uitgevoerd werd in 1896, ter ge
legenheid van het zilveren jubilé der.
Piusvereeniging te Amsterdam. Deze
cantate nu werd Vrijdagavond in de
groote zaal der Sociëteit Venreenigiing
weder ten gehoore gebracht ter vie
ring van het gouden Jubilé der
Dogma-verklaring van de Onbevl.
Ontvangenis.
Op verzoek van de Redactie dezer,
courant was ik in de gelegenheid om
met deze schoone compositie hier
kennis te maken.
De heer Loots, die zijn werk zelf
dirigeerde, had onder zijn stok ver-
eenigd meer dan 200 dames en hee
ren, ons- versterkt Haarlemsch strijk
orkest én vier solisten, die ik later
vermelden zal. De cantate is geschre
ven voor koor, solostemmen en or
kest en bestaat uit dertien Taferee
len die (muzikaal) in vier hoofddee-
len gesplitst zijn.
Het eerste deel omvat tafereel 1
III, het tweede taf. IVVII, het
derde taf. VIII—-XI en het vierde
taf. XII en XIII. Zij lieeft twee mo
tieven. die als het ware het geheele
•werk beheerschen. Het eerste, een
statig motief in volle akkoorden,
moet het pauselijk en kerkelijk ge
zag het andere, een onstuimige fi
guur, den Revolutie-geest karakteri-
seeren.
Het werk opent meteen préludium
in gedragen stijl en ontwikkeld uit
het eerstgenoemde motief, waarbij
zich onmiddellijk motief twee aan
sluit als overgang naar en begelei
ding van een mannenkoor „Stem
des Opstands", zoodat men al in den
aanvang van het werk beide voor
naamste motieven leert kennen.
Verder komt motief één op den
voorgrond in tafreelen VT. IX en XII,
terwijl motief twee voornamelijk zijn
rol speelt in de tafr. IV IX.
Van de solisten stelt alleen de te
nor, behalve in zijn eerste en laat
ste solo, een persoon voor. n.l. Pius
IX. Deze moeilijke, doch dankbare
partij was zeker aan niemand heter
toevertrouwd dan aan onzen Rog-
mans. die ze dan ook voortreffelijk
vertolkte.
Nimmer hoorde ik hem schooner
zingen. Ook de drie andere solisten,
de dames Constance Lacueille (so-
praan)_, Phine de Bruvn (alt), beide j
uit den Haag, en de heer Joh. Hoes
(bas), van Amsterdam, zijn door den
aard hunner stemmiddelen en van
hun temperament, als voor cfe door
hen vervulde partijen aangewezen.
Mejuffrouw Phine de Bruyn heeft
zich naast den heer Rogmans zeer
verdienstelijk gemaakt en verschafte
den toehoorders veel genot door haar
bijzonder fraaie en klankrijke stem.
Mejuffrouw Lacueille gaf bewijzen
eene goede zangeres te zijnallccjn
zou haar stem meer voldoen als de
ze wat krachtiger was. De heer Hoes
was in zijn eerste solo niet zoo ge
disponeerd. doch gaf na de pauze
zeer veel schoons te hooren. voorna-
melijk in Taf. XI (de Stedehouder j
Gods). Solisten, koor en orkest heb-
ben in dit werk geen gemakkelijke j
taak, want uit ter aard geven de
consequentie'? der hoofdgedachten, j
aanleiding tot de meest uitéénloopen-
de muzikale stemmingen. t
De revolutiegeest b.v. viert zijn J
hoogtij in de Marseillaise-mélodie
Taf. I). het geloof in de Kerkhymne
„Adorate". (Taf. VIII). de wufte we
reldzin uit zich in een Intermezzo
voor orkest Taf. VIII en de slot
apotheose de heerlijk plechtige „Wil-
helmus"-mélodie als zegenbede voor
Vaderland en Koningin, eerst uit
gedrukt als tenor-solo met koper-be
geleiding, daarna met vol koor en
orkest gaf een reuzen klank-effect. De
instrumentatie van dit werk getuigt
van den goeden smaak van den com
ponist en bewijst, dat hij kennis
heefl van de beste werken onzer mo
derne meesters, zonder dat hij even
wel ook maar in het minst zijne
zelfstandigheid verliest. De behande
ling der koren getuigt van groot ta
lent, en de componist is er volko
men in geslaagd den door den dich
ter Frans Vos bedoelden indruk weer
te geven -- mijns inziens de grootste
lof, dien men een componist van vo
cale muziek kan geven.
Ook de solostemmen en solokoren
zijn effectvol behandeld en verhoo
gen den indruk van het geheel. Het
koor heeft dezen avond bewezen, dat
het onder zulke leiding zeer veel ver- j
mag. Een woord van hulde aan het j
solokoor voor zijne zoo uitmuntende
klankreinheid en accuratesse. Ook
het orkest heeft zich dezen avond van
zijne beste zijde doen kennen .dank
zij de uitstekende zorgen van eten
heer Kriens. Tot mijn spijt moest ik
lezen „versterkt orkest". Dit moest
voor eene muziek-stad met meer dan
60,000 inwoners niet noodig zijn. Als
ik nu vermeld, dat de zaaJ dicht be
zet was en dat den componist door
den directeur van Benedicamus Do
mino, den heer P. J. van Kessel na
mens het koor, in welsprekende taal
welverdiende hulde gebracht en eene
schilderij betrekking hebbende op het
onderwerp van den feestavond aan
geboden werd, waarmee het publiek
luide instemde, wil ik mijnerzijds
Philip Loots hartelijk met zijn succès
geluk wenschen en de hoop uitspre
ken dat wij nog meermalen schoone
compositiën van hem zullen mogen
hooren.
Nog moet ik melden, dat de feest
avond door het plechtige en stijlvolle
koorwerk „Tota Pulchra es Maria"
ook van Philip Loots ingeleid en op
uitmuntende wijze Cappella door
het zangkoor Benedioamus Domino
onder leiding van den heer P. J. v.
Kessel ten gehoore gebracht werd.
In de tweede afdeeling werd eeni
ovatie gebracht aan den dichter van.
den tekst, den heer Frans Vos.
De zaal was met wimpels enbloe-
menguirlandes feestelijk versierd.
C. G. J. RüHL.
N. O. G.
De afdeeling „Haarlem" wijdde
hare laatste vergadering in dit jaar
aan een bespreking der Onderwija-
novelle, het bekende ontwerp van
Minister Kuyper, welks aanneming
in de kringen van voorstanders van
het openbaar onderwijs een nationale
ramp genoemd wordt. Als inleider
trad op de heer L. C. T. Bigot, voor
zitter van het Hoofdbestuur van 't
N. O. G-, die in een welsprekende rede,
die met gespannen aandacht door
ongeveer een veertigtal belangstellen
den gevolgd werd, deed uitkomen de
weinige te waardeeren verbeteringen
en de vele tekortkomingen van dit
ontwerp.
Te waardeeren achtte spr. de sub-
sidieering van scholen voor achter
lijke kinderen en verbetering van de
rechtspositie en salarieering der bij
zondere onderwijzers, het recht der
kweekscholen om aan hare leerlingen
acten uit te reiken; te laken viel het
gemis aan gunstige bepalingen voor
hen, die op wachtgeld gesteld zullen
worden; aan verbetering van oplei
ding van den onderwijzer, de al te
gemakkelijke oprichting van bijzon
dere kweekscholenweinigen invloed
van het Rijksschooitoezicht op 't bij
zonder onderwijsliet gemakkelijk
maken van het oprichten van kleine
scholen het zaaien van verdeeldheid
niet alleen onder volwassenen maar
zelfs onder schooljeugd.
Spreker schetste hoe over b.v. een
twintigtal jaren het peil van het on
derwijs aanmerkelijk zou zijn gedaald
en hoe door een reeks van ignobele
middelen het mogelijk zal worden
de openbare school, volgens art. 192
der Grondwet het troetelkind der re
geering, te doen verloopen ten bate
van de bijzondere school. Spr. illus
treerde zijn beweringen met eenige
treffende voorbeelden en noemde als
zoodanige minder edele middelen
't verleggen van den schoolkrlng, ver
hoogen van schoolgeld, het openstel
len der Bijz school voor vijfjarigen,
ja zelfs voor vierjarigen, dwang op
de ouders door met onthouding vau
bedeeling te bedreigen.
Aan 't slot zijner rede wekte spr.
geestdriftig op tot aansluiting van
hen, die het openbaar lager onder
wijs dienen of liefhebben en verwees
naar het N. O. G. als het genootschap,
waar plaats is voor alle onderwijzers,
die nog meenen, dat er voor hoofden
zoowel als voor klasse-onderwijzers
ook nog gemeenschappelijke belangen
zijn, als daar is liefde voor ons neu
traal onderwijs.
Op sprekers rede volgde een dank
baar applaus. De iieer Somers, voor
zitter der afdeeling, voegde hieraan
eenige welgekozen woorden van er
kentelijkheid toe.
Tijdens de vergadering werden nog
eenige verslagen uitgebracht en de
heeren Ed. A. van Bil derbeek en G.
Max als bestuursleden herkozen.
Aantal Baden.
In het Douche badhuis aan don
Koudenhorn zijn in de afloopen week
genomen 525 baden, in dat aan het
Leidsche Plein 638 baden.