NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 22e Jaargang. No. 6631 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. MAANDAG 12 DECEMBER 1904 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)„1.30 Franco per post door Nederland„1,65 Afzonderlijke nummers0.02Lj Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37) „de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREB00M. AD VERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel. Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan 'iet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicitê Etrangère G L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3Ib's Faubourg Montmartrc. AGENDA Zondag 11 December. 8oc. VereenigingBenedicamus Do mino, 2e Feestconcert, uur. Kleine Vore en i ging Specialiteiten- voorstelling, 7£ uur. Tooneelzaal De KroonBlijspel-En semble, De Sabijnsche Maagden roof, 8 uur. Maandag 11 December. BrongebouwDr. H. Blink, Lezing Kol. Museum. Weten en WerkenDr. Joh. Dyse- rinck, 1ste voordracht. Zandvoort. Vergadering van den Gemeenteraad, 11 uur v.m In deze agenda worden vergaderin gen, uitvoeringen enz. kosteloos ver meld, wanneer zij in onze kolommen zijn geadverteerd. De Schouwburg. Aan den door velen geuiten wensch om wat meer van de Schouwburg plannen te vernemen, kunnen wij thans voldoen. Reeds is in de circulaire medege- jdeeld, dat het comité ter verbouwing on vergrooting van den bestaanden Schouwburg aan den Jansweg ook het Noordelijk van den Schouwburg gelegen perceel iti koop had geno men en daarna aan den architect Van den Ban had opgedragen een nieuw ontwerp te maken. Van dit nieuwe ontwerp ligt vanaf heden eene afbeelding van den voor gevel voor onze ramen, terwijl de platte-gr'onden voor iederen belang stellende ter inzage liggen, zoowel bij den heer Van Gasteren, Jansweg, als den architect, Kampersingel 70. Uit de teekening van den voorgevel blijkt lo. dat op den beganen grond zeven stuks deurkozijnen zijn ont worpen. waarvan de drie middelste deuren toegang geven tot de vesti bule of wachtkamer, weilke 7.50 M. breed en 11. - M. lang is; de beide roote openingen links en rechts van eze toegangen zijn de uitgangen voor larterre, stalles en balcon, terwijl de teide buitenste deurkozijnen, links mi rechts, tot uitgang dienen van de loge. De bezoekers van gaanderij en amphitheater vinden links en rechts hun uitgang in Parklaan en op de Nieuwe Gracht; 2e. dat op de verdieping ter hoogte van het balcon zeven iichtkozijncn in den voorgevel zijn ontworpen, waarachter de rook- en iamesfoyer "zijn gelegen, welke door men wegneembaren wand van el taai- gescheiden zijn 3e. dat op de tweede verdie- ng. ter hoogte van de gaan- er ij, achter de lichtkozijnen in den foorgevel geteekend, de foyer voor de gaanderij en het amphitheater is uitworpen. terwijl het bovenste bal- on in den voorgevel het balcon loven den foyer van de gaanderij ge lagen toegankelijk is van af de gang, welke achter het amphitheater omloopt. Met het bovenstaande is, dunkt ons, duidelijk gemaakt welke deelen van het gebouw door den afgebeelden ge- fel worden afgesloten- Wij willen nu verder gaan en traeh- u ook een indruk te geven van vergrooting, verandering en verbe- ering, voor de Schouwburgzaal ont worpen. De bestaande Schouwburgzaal is ian beide zijden verbreed met gangen relke op alle rangen om de zaal rond lopen en 2 Meter breed zijn. In die angen vindt men op iederen rang de toegangen tot de toeschouwersruimte, at de foyers, vestiaires en tot de uit- angen. Iedere rang heeft zoowel aan de oker- als aan de rechterzijde eene estiaire en een uitgang naar bui- iu. Omdat iedere rang zijn eigene ves- iftires en zijn eigen uitgangen heeft, olijven de bezoekers der verschillende angen geheel van elkaar gescheiden. De vloeren der gangen om het alcon, om de loge en om de gaan- erij zijn ieder pl.m. 2.— M. hooger wtworpen dan de bestaande vloeren. -Door deze hoogere ligging is de ang om het balcon op dezelfde hoog- als de vloer van den grooten oyer en zijn onder het balcon zit- laatsen verkregen voor stalles en ttferre. Is de Schouwburgzaal dus over de alle oppervlakte hooger geworden, ak de hoogte tusschen vloer en zol- aring van het tooneel is men voor mens zooveel te verhoogen als voor a goed changement der décors en •ulissen wenschelijk zal worden ge- :ht, Dat de Schouwburg wordt voorzien m electrische verlichting, centrale Warming en ventilatie, brandvrije Scheiding tusschen tooneel en zaal *t vuur- en regenscherm in de too- slopemng, comfortabel ameuble ment, enz. enz. spreekt van zelf en zal wel niet nader in den breede be hoeven uiteengezet te worden. Mogen we verwachten onzen lezers met het bovengenoemde een indruk te hebben gegeven van de Schouwburg zaal en het toonedl na de verbouwing, thans willen wij ter vergelijking nog eenige afmetingen noemen van too neel, zaal en foyers van den Schouw burg vóór en na de verbouwing en ook van die van den Stadsschouwburg op 't Leidsche Plein te Amsterdam. Schouwburg Jansweg vóór de ver bouwing Eén foyer lang 13.M., breed 7.50 M„ hoog'4.80 M. Schouwburgzaal diep 16.M., breed 13.50 M., hoog 8.30 M. Tooneel diep 12.M., breed 14. M„ hoog 11.M. Schouwburg Jansweg na de ver bouwing Twee foyers samen lang 26.M., breed 7.50 M., hoog 4.80 M. Een foyer gaanderij lang 26.M., breed 7.50 M., hoog 3.80 M. Zaal met de gangen diep 18.50 M., breed 18.60 M., hoog 10.50 M. Tooneel diep 14.50 M., breed 14.—- M., hoog 15.M. De Schouwburg kan ruim 800 toe schouwers bevatten. Stadsschouwburg Leidsche Plein te Amsterdam Twee foyers ieder lang 15.M., breed 8.M.. hoog 6.M. Een fover 3e en 4e rang lang 15 M„ breed 7.50 M., hoog 3.— M. Zaal met de gangen diep 18.M breed 25.M.. hoog 14.M, Tooneel diep 18.— M., brééd 25. M.. hoog 19.— M. De zaal kan 1100 toeschouwers be vatten. Uit deze opsomming van vergelij kende maten zal u gebleken zijn, dat de afmetingen van tooneel. zaal en foyers na de verbouwing belangrijk grooter zijn dan in den bestaanden Schouwburg en dat die maten bij de afmetingen van den Stadsschouwburg; vergeleken niet ongunstig afsteken al is ook het tooneel in den Am-, sterdamschen Schouwburg belangrijk i breeder, toch kunnen voor eene stad als Haarlem, welke met haar omstre ken mee nog geen 100.000 inwoners i telt, de overige maten ruim voldoende I worden genoemd. Wordt nu ook eene vergelijking der kosten gemaakt dan blijkt le. dat alléén de bouwkosten van den Stadsschouwburg te Amsterdam ruim f525.000 hebben bedragen en dat dus de totale kosten van eenen Schouwburg van ongeveer dezelfde afmetingen in Haarlem op minstens f 550.000 moeten worden geraamd 2e. dat het voorloopig comité door verbouwing van den bestaanden Schouwburg en de daarnaast gelegen perceelen ons zal leveren een goeden Schouwburg voor Haarlem, voldoende groot, voor nog geen f200.000, een be drag, waarvan, blijkens de ervaring met de exploitatie van den bestaanden Schouwburg opgedaan, eene matige rente kan worden verwacht, zoodat geene belangrijke financieele offers behoeven te worden gevraagd van hen, die door het nemen van een of meerdere aandeelen willen meewerken om Haarlem weer spoedig in het be zit te brengen van eenen goeden Schouwburg. Buitenlandsch Overzicht DE 00BL06. Van het oorlogsterrein nabij Moek- den, komt de tijding, dat Dinsdag een hevige beschieting heeft plaats gehad met den Eenzamen Heuvel en de spoorwegbrug als doel, een bom bardement zóó hevig, dat men het met dat van Port Arthur vergeleek. Men dacht in de Russische linies .eerst aan een voorbereiding voor den lopmarsch der Japanners, maar later bleek, dat de Japansche artilleristen hun nieuw belegeringsgeschut be proefden Sedert wordt eiken dag schietoefening daarmee gehouden en behalve de Eenzame Heuvel, dient het dorp Ling-sjin-poe dan als schijf. Overigens wordt er niet gevochten. Nog verneemt men, dat eiken nacht onder leiding van Russische officieren door vrijwilligers aanvallen op de Ja pansche vooruitgeschoven stellingen worden gedaan. Men dringt dan door tot de woningen, waai- de Japanner? zich in verschanst hdbben en laat deze in de lucht springen. Deze expe dities zijn natuurlijk zeer gevaarlijk, doch zij veroorzaken den vijand veel overlast. Het Japansche gezantschap te Lon den heeft bericht ontvangen, dat de marine-staf van het leger voor Port-Arthur van 8 Dec. rapporteert „De „Pallada" is in brand gescho ten, het schip helt over met den voor- steven omlaag. Elf schoten hebben, naar vermoed wordt, de „Gilyak" ge troffen. De „Bayan" geraakte te half twaalf in brand en brandde nog te! kwart over vieren in den namiddag. De bevelhebber van de marine- land-batterij rapporteert, dat de „Amoer" Donderdag is getroffen door veertien schoten in den voorsteven en gezonken is. De onderaardsche schuilplaatsenen vele werken bij Peisoesjan en het ar senaal hebben veel van het vuur te lijden. Uit Tokio wordt medegedeeld, dat. naar men voor Port Arthur heeft waargenomen, er van Russische zijde in het Westen en in de Ooster-liaven waarop men van onze stellingen hei gezicht heeft, niets gedaan wordt. Men verwondert zich er over, dat de Russen het Japansche vuur niet be antwoorden. Zeer waarschijnlijk zul len de Japanners bij de voortzetting van het beleg zich niet weder bloot stellen aan verliezen, als zij voorheen leden, en rekenen zij meer op den honger als bondgenoot, dan op een eindaanval, om den tegenstand van de vesting te breken. Daar tijdens de beschieting van de Russische schepen geen levensteeken aan boord werd waargenomen, meent men, dat de bemanningen aan land een toevlucht hebben gezocht of wel medewerkep. aan de verdediging van de landwerken. UIT ANDERE LANDEN. UIT DE FRANSCHE KAMER. De Kamer was Vrijdag vol bezet. De voorzitter Brisson hield eene lijkrede op Gabriël Syveton. Vervolgens werden behandeld de in terpellaties over het rondschrijven van minister Combes aan de prefec ten naar aanleiding van de verklik kingszaak. De oud-minister Ribot opende het debat. In zijn antwoord aan de verschil lende sprekers merkte de minister president Combes op, dat de coalitie minder een verandering van ministe rie dan wel een verandering van staatkunde ten doel heeft. Wij willen enkel een stelsel van verantwoordelijkheid en eerlijkheid invoeren. „De heer Ribot heeft mij verweten, dat ik voor alles mijn portefeuille wil behouden. Neen, mijne heeren niet daarom gaat het. Maar omdat aan mijn persoon verbonden is een bepaalde staatkunde. Indien mijn pei- soon zou „verdwijnen uit de parle mentaire coalitie, dan zou ook iets anders verdwijnende republikein- sche staatkunde. Ik geloof niet aan de samenwerking van de midden-par tijen, want dezen zouden steun moe ten zoeken bij de rechterzijde. „Dat ik zoo sterk aanhoud is min der om liet behoud van mijn porte feuille. dan om der wille van de toe komst, die men der republikeinsche partij en der Republiek bereidt. Ik stel vertrouwen in den rechtvaardigheids zin van de Kamer en mocht deze rechtvaardigheidszin in gebreke blij ven, dan zou ik een beroep doen op het land." De debatten werden hierna geslo ten. De afgevaardigde Bos stelde voor over te gaan tot de orde van den dag met de bedoeling daarin ren blaam voor de regeering te leggen. Minister-president Combes verklaar de zich te vereenigen met de motie van de afgevaardigden Bienvenu en Martin, die aldus luidt „De Kamer keurt de verklaringen van de Regeering goed en weigert el ke toevoeging." De motie om over te gaan tot de orde van den dag werd verworpen met 291 tegen 80 stemmen. Met 293 tegen 274 stemmen werd de prioriteit verleend aan de motie-Bien venu-Martin. Den afgevaardigde Dulac antwoord de de heer Combes dat hij verheugd is het met hem eens te kunnen zijn uit naam van de geheele regeering verklaarde hij dat zij het stelsel der fiches afkeurt. De motie-Bienvenu-Martin werd aangenomen met 295 tegen 265 stem men. DE DOOD VAN SYVETON. Omtrent, het ongeluk den Fran- schen afgevaardigde Syveton overko men, bevatten de bladen nog enkele nadere bijzonderheden. Donderdag middag had de heer Syveton zich naar zijn studeervertrek begeven om zijn verdediging voor het Hof van Assisen, waarvoor hij Vrijdag zou moeten verschijnen, voor te berei den. Hij verzocht daarom ook zijn liuisgenooten hem niet te storen, maar hem tegen drie uur te roepen. Juist toen dit zou geschieden hoorde men in de studeerkamer een zware val en toesnellende vond men den heer Syveton voor de gaskachel be wusteloos op den grond liggen. Onmiddellijk gehaalde geneeskun digen konden niets meer tot redding verrichten, binnen korten tijd trad de dood in. Het plotselinge overlijden gaf tot allerlei geruchten aanleiding. Velen daohten aan zelfmoord en de natio nalisten spraken van een aanslag van den een of anderen agent van de regeering of van een vrijmetselaar. Zeer beslist zijn de afgevaardigden Ferrette en Binder in hun oordeel. Deze, die spoedig na het ongeval zich naar de woning van den heer Syye- ton begaven, verklaren dat een onge luk is buitengesloten. Er bestaan slechts twee mogelijkhedenzelf moord of misdaad. En de beide afge vaardigden denken alleen aan deze laatste mogelijkheid. Gebleken zou zijn bij hun onder zoek, dat de schoorsteen met een courant de ..Intransigeant" van 8 Dec. was verstopt Dit moet dus des morgens en met een zekere be doeling zijn geschied. De nationalisten Lemaitre, Fran cois Coppée, Léon Daudet, gaven in Syveton's woning aldus uiting aan hun gevoelens Lemaitre riep „Men heeft u ver moord Coppée wierp zich op het lijk met den uitroep „Edele, groote, hooghartige vriend! Beste aller man nen Men heeft u vermoord,maar de wraak zal vreeselijk en rechtvaardig zijn 1" Daarna kuste hij den doode op het voorhoofd met den kreet: „God zal ons helpen, gerechtig heid te oefenen." Aan zijn vrienden zeide hij, „dat geen menschelijk ge weld hem 'beletten zou. aan het graf van dezen martelaar de waarheid te zeggen." Daudet riep bij het verlaten van het huis, het volk op straat toe „Hij is vermoord; ik verzeker het!" UIT DEN DUITSCHEN RIJKSDAG. In de Vrijdag gehouden zitting be streed de Soc.-democraat Von Voll- mar de leger-uitbreiding. De Rijks kanselier, graaf Von Bülow, ant woordde, en zeide aan het slot zijner rede „Eén cling is zekerdat Duitsch- land sedert menschenheugenis het middenpunt van het streven naar vrede en een bolwerk voor dien vrede is geweest, kon dit alleen zijn ten gevolge van zijn la-acht: Een zwak Duitschl'and zou dadelijk de oorlogs begeerte en de oorlogszucht doen aan wakkeren een zwak Duitschlamd, en daarmede zal ik eindigen, zou niet alleen voor ons een gevaar zijn, maar ook voor den vrede in Europa en in de geheele wereld, dien wij wil len handhaven". (Levendige toejui chingen.) Stadsnieuws OORLOGSVARIA. De correspondent van de „Bund" te Tokio beschrijft in zijn blad de stemming, die thans in de Japansche hoofdstad heerscht. „Het volk", zoo schrijft hij, „ison verschillig geworden, spreekt niet meer van een roemrijken strijd en de jongste overwinningsberich ten moch ten niet meer die geestdrift verwek ken, die we hebben gekend in het be gin. Men heeft nu alleen sympathie voor de gewonden, die alle dagen uit Mandsjoerije en van het leger voor Port-Artliur hier aankomen. Toen de strijd ontbrandde, hebben de militai re autoriteiten „snelle" en „besliste" successen voorspeld en nu deze blij ken uit te blijven, is de bevolking volkomen onverschillig geworden voor't geen er in den strijd gebeurt. De natie is in rouw en op ieders lip pen is het woord .roem" veranderd in „vrede". Overal hoort men slechts één wenscii dat de gruwelijke oor log zoo spoedig mogelijk zal worden beëindigd. Men denkt alleen aan de dooden. de gewonden en aan de strij ders, die hun leven moeten opofferen, j Zelfs al werd nu terstond vrede ge sloten, dan nog zou Japan reuzen krachten hebben aan te wenden tot herstel van zijn militaire kracht. Klachten worden niet gehoordde belangstelling schijnt als gestorven. Wat men ziet. is rouw en onverschil ligheid". in het gevecht van 30 November sneuveflde de tweede zoon van gene raal Nogi op den 203 M. lioogen heu vel de oudste zoon is gevallen bij Nanshan. GeneraaJ Nogi is thans kinderloos. De Japansche Regeering publiceert een lijst van 36 officieren die gedood, en 58 die gewond zijn, waarschijnlijk voor Port-Arthur. Kerk en School Te Leiden is bevorderd tot arts de heer W. C. A. Arbeider en voor het eerste gedeelte van het" arls-exaraen is geslaagd de heer G. A. Rademaker. Het doctoraal examen in de rechten is aan de universiteit te Leiden afge legd door den heer E. Hijmans. Aan de universiteit te Amsterdam ls afgelegdhet doctoraal examen in de klassieke letteren door den heer P. A. van der Laan. FEESTCONCERT „BENEDICA MUS DOMINO". Onze stad bezit in den heer Ph. Loots, een componist, die ongetwij feld tot de ijverigste van ons land' behoort. Deze talentvolle en hoogst bekwame kunstenaar heeft hier ens elders door zijne vele koorwerken en' liederen een geachten naam verwor ven en niet het minst met zijné cantate „Tafereelen uit het leven vani Pius IX", die geschreven en voor het eerst uitgevoerd werd in 1896, ter ge legenheid van het zilveren jubilé der. Piusvereeniging te Amsterdam. Deze cantate nu werd Vrijdagavond in de groote zaal der Sociëteit Venreenigiing weder ten gehoore gebracht ter vie ring van het gouden Jubilé der Dogma-verklaring van de Onbevl. Ontvangenis. Op verzoek van de Redactie dezer, courant was ik in de gelegenheid om met deze schoone compositie hier kennis te maken. De heer Loots, die zijn werk zelf dirigeerde, had onder zijn stok ver- eenigd meer dan 200 dames en hee ren, ons- versterkt Haarlemsch strijk orkest én vier solisten, die ik later vermelden zal. De cantate is geschre ven voor koor, solostemmen en or kest en bestaat uit dertien Taferee len die (muzikaal) in vier hoofddee- len gesplitst zijn. Het eerste deel omvat tafereel 1 III, het tweede taf. IVVII, het derde taf. VIII—-XI en het vierde taf. XII en XIII. Zij lieeft twee mo tieven. die als het ware het geheele •werk beheerschen. Het eerste, een statig motief in volle akkoorden, moet het pauselijk en kerkelijk ge zag het andere, een onstuimige fi guur, den Revolutie-geest karakteri- seeren. Het werk opent meteen préludium in gedragen stijl en ontwikkeld uit het eerstgenoemde motief, waarbij zich onmiddellijk motief twee aan sluit als overgang naar en begelei ding van een mannenkoor „Stem des Opstands", zoodat men al in den aanvang van het werk beide voor naamste motieven leert kennen. Verder komt motief één op den voorgrond in tafreelen VT. IX en XII, terwijl motief twee voornamelijk zijn rol speelt in de tafr. IV IX. Van de solisten stelt alleen de te nor, behalve in zijn eerste en laat ste solo, een persoon voor. n.l. Pius IX. Deze moeilijke, doch dankbare partij was zeker aan niemand heter toevertrouwd dan aan onzen Rog- mans. die ze dan ook voortreffelijk vertolkte. Nimmer hoorde ik hem schooner zingen. Ook de drie andere solisten, de dames Constance Lacueille (so- praan)_, Phine de Bruvn (alt), beide j uit den Haag, en de heer Joh. Hoes (bas), van Amsterdam, zijn door den aard hunner stemmiddelen en van hun temperament, als voor cfe door hen vervulde partijen aangewezen. Mejuffrouw Phine de Bruyn heeft zich naast den heer Rogmans zeer verdienstelijk gemaakt en verschafte den toehoorders veel genot door haar bijzonder fraaie en klankrijke stem. Mejuffrouw Lacueille gaf bewijzen eene goede zangeres te zijnallccjn zou haar stem meer voldoen als de ze wat krachtiger was. De heer Hoes was in zijn eerste solo niet zoo ge disponeerd. doch gaf na de pauze zeer veel schoons te hooren. voorna- melijk in Taf. XI (de Stedehouder j Gods). Solisten, koor en orkest heb- ben in dit werk geen gemakkelijke j taak, want uit ter aard geven de consequentie'? der hoofdgedachten, j aanleiding tot de meest uitéénloopen- de muzikale stemmingen. t De revolutiegeest b.v. viert zijn J hoogtij in de Marseillaise-mélodie Taf. I). het geloof in de Kerkhymne „Adorate". (Taf. VIII). de wufte we reldzin uit zich in een Intermezzo voor orkest Taf. VIII en de slot apotheose de heerlijk plechtige „Wil- helmus"-mélodie als zegenbede voor Vaderland en Koningin, eerst uit gedrukt als tenor-solo met koper-be geleiding, daarna met vol koor en orkest gaf een reuzen klank-effect. De instrumentatie van dit werk getuigt van den goeden smaak van den com ponist en bewijst, dat hij kennis heefl van de beste werken onzer mo derne meesters, zonder dat hij even wel ook maar in het minst zijne zelfstandigheid verliest. De behande ling der koren getuigt van groot ta lent, en de componist is er volko men in geslaagd den door den dich ter Frans Vos bedoelden indruk weer te geven -- mijns inziens de grootste lof, dien men een componist van vo cale muziek kan geven. Ook de solostemmen en solokoren zijn effectvol behandeld en verhoo gen den indruk van het geheel. Het koor heeft dezen avond bewezen, dat het onder zulke leiding zeer veel ver- j mag. Een woord van hulde aan het j solokoor voor zijne zoo uitmuntende klankreinheid en accuratesse. Ook het orkest heeft zich dezen avond van zijne beste zijde doen kennen .dank zij de uitstekende zorgen van eten heer Kriens. Tot mijn spijt moest ik lezen „versterkt orkest". Dit moest voor eene muziek-stad met meer dan 60,000 inwoners niet noodig zijn. Als ik nu vermeld, dat de zaaJ dicht be zet was en dat den componist door den directeur van Benedicamus Do mino, den heer P. J. van Kessel na mens het koor, in welsprekende taal welverdiende hulde gebracht en eene schilderij betrekking hebbende op het onderwerp van den feestavond aan geboden werd, waarmee het publiek luide instemde, wil ik mijnerzijds Philip Loots hartelijk met zijn succès geluk wenschen en de hoop uitspre ken dat wij nog meermalen schoone compositiën van hem zullen mogen hooren. Nog moet ik melden, dat de feest avond door het plechtige en stijlvolle koorwerk „Tota Pulchra es Maria" ook van Philip Loots ingeleid en op uitmuntende wijze Cappella door het zangkoor Benedioamus Domino onder leiding van den heer P. J. v. Kessel ten gehoore gebracht werd. In de tweede afdeeling werd eeni ovatie gebracht aan den dichter van. den tekst, den heer Frans Vos. De zaal was met wimpels enbloe- menguirlandes feestelijk versierd. C. G. J. RüHL. N. O. G. De afdeeling „Haarlem" wijdde hare laatste vergadering in dit jaar aan een bespreking der Onderwija- novelle, het bekende ontwerp van Minister Kuyper, welks aanneming in de kringen van voorstanders van het openbaar onderwijs een nationale ramp genoemd wordt. Als inleider trad op de heer L. C. T. Bigot, voor zitter van het Hoofdbestuur van 't N. O. G-, die in een welsprekende rede, die met gespannen aandacht door ongeveer een veertigtal belangstellen den gevolgd werd, deed uitkomen de weinige te waardeeren verbeteringen en de vele tekortkomingen van dit ontwerp. Te waardeeren achtte spr. de sub- sidieering van scholen voor achter lijke kinderen en verbetering van de rechtspositie en salarieering der bij zondere onderwijzers, het recht der kweekscholen om aan hare leerlingen acten uit te reiken; te laken viel het gemis aan gunstige bepalingen voor hen, die op wachtgeld gesteld zullen worden; aan verbetering van oplei ding van den onderwijzer, de al te gemakkelijke oprichting van bijzon dere kweekscholenweinigen invloed van het Rijksschooitoezicht op 't bij zonder onderwijsliet gemakkelijk maken van het oprichten van kleine scholen het zaaien van verdeeldheid niet alleen onder volwassenen maar zelfs onder schooljeugd. Spreker schetste hoe over b.v. een twintigtal jaren het peil van het on derwijs aanmerkelijk zou zijn gedaald en hoe door een reeks van ignobele middelen het mogelijk zal worden de openbare school, volgens art. 192 der Grondwet het troetelkind der re geering, te doen verloopen ten bate van de bijzondere school. Spr. illus treerde zijn beweringen met eenige treffende voorbeelden en noemde als zoodanige minder edele middelen 't verleggen van den schoolkrlng, ver hoogen van schoolgeld, het openstel len der Bijz school voor vijfjarigen, ja zelfs voor vierjarigen, dwang op de ouders door met onthouding vau bedeeling te bedreigen. Aan 't slot zijner rede wekte spr. geestdriftig op tot aansluiting van hen, die het openbaar lager onder wijs dienen of liefhebben en verwees naar het N. O. G. als het genootschap, waar plaats is voor alle onderwijzers, die nog meenen, dat er voor hoofden zoowel als voor klasse-onderwijzers ook nog gemeenschappelijke belangen zijn, als daar is liefde voor ons neu traal onderwijs. Op sprekers rede volgde een dank baar applaus. De iieer Somers, voor zitter der afdeeling, voegde hieraan eenige welgekozen woorden van er kentelijkheid toe. Tijdens de vergadering werden nog eenige verslagen uitgebracht en de heeren Ed. A. van Bil derbeek en G. Max als bestuursleden herkozen. Aantal Baden. In het Douche badhuis aan don Koudenhorn zijn in de afloopen week genomen 525 baden, in dat aan het Leidsche Plein 638 baden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1