NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
22e Jaargang. No 6590
Verschijnt dagsiijks, behalve op ïon- en Feestdagen.
DONDERDAG 22 DECEMBER 1904 B
HAARLEMS DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIE N:
per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem - - ƒ1.20 Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent oer regei.
Voor de dorpen in oen omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der 'M
«emeente) 1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland1.65 Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Afzonderlijke nummers 0jW&A 1 V Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>c3
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3Ibls Faubourg Montmartre.
Binnenland
NATIONAAL - HISXpRISCHE
PARTIJ.
Verschenen is het ..program van
beginselen" van de nationaal-histo-
rische partij, welke den 7en October
te 's-Gravenhage is opgericht. Daar
aan kan het volgende ontleend wor
den.
De partij plaatst zioh op den bo
dem van het historisch Staatsrecht
en streeft naar een ontwikkeling van
Staat en Maatschappij op histori-
schen grondslag.
Rekening houdende met het gods
dienstig karakter van het volksleven,
wil de partij streven naar een ge
leidelijken vooruitgang, rekening
houdende met de behoeften van het
oogenblik, onder naleving van alle
geldende bepalingen en eerbiediging
van verkregen rechten.
Het kiesrecht worde toegekend aan
mannelijke gezinshoofden, wier leef
tijd en ontwikkeling en maatschap
pelijke omstandigheden hen in staat
kunnen doen achten zelfstandig over
het algemeen belang te oordeelen
daarnaast aan andere mannelijke Ne
derlanders, die aan dezelfde vereisch-
ten voldoen.
,,Wij zijn tegen toekenning vam al
gemeen kiesrecht, tegen het toeken
nen van kiesrecht aan vrouwen. Wij
verwerpen het eerste als een uit
vloeisel van de leer der Volkssouve-
reiniteit. het laatste, omdat alsalge-
meene regel de vrouw haren eigen-
aardigen en verheven werkkring be
hoort te vinden in het huiselijke,
niet in het politieke leven."
De partij staat voor de toepassing
eener krachtige sociale Staatkunde,
welke uitgaat vaai het beginsel, dat
aan iedere dwingende wettelijke re
geling vooraf moet gaan het aanwas-
keren en steunen van het particulier
initiatief, met dien verstande, dat de
Overheid slechts daar moet ingrijpen
waar het particulier initiatief onvol
doende is gebleken, terwijl, waar re
gelen moeten worden gesteld, deze
noch aan bedoeld initiatief noch aan
de ontwikkeling van eenigen tak van
welvaart belemmeringen in den weg
behooren te leggen.
„Voor Ned.-Indië worde eene Staat
kunde gevolgd, welke streeft naar be
vordering van de welvaart en bescha
ving der inlandsche bevolking, doch
zich vóór alles onthoudehaar We«-
tersche instellingen en gebruiken op
te dringen, welke met hare histori
sche ontwikkeling en haar karakter
niet strookenzoo worde, onder
meer. het rechtstreeksche bestuur
over die bevolking, mits onder de
noodige waarborgen en toezicht der
Regeering. voor een niet onbelang
rijk deel toevertrouwd aan hare vor
sten en hoofden, de bevordering van
wier ontwikkeling en beschaving in
zonderheid eene van de voorname
zorgen der Regeering zij.
„Voorts worde in Oost en West de
vaderlandsche ondernemingsgeest op
gewekt en ondersteund ten einde de
productiviteit der overzeesche gewes
ten te verhoogen en daar nieuwe
bronnen van welvaart in het leven e
roepen."
Dit program wertl vastgesteld door
de heeren jhr. A. van den Brandele>',
Baarn mr. H. W. J. Fockema, Arn
hem A. F. R. E. baron van Haersol-
te van den Doorn, 's-Gravenhage
mr. P. A. V. baron van Hariuxma
thoe Slooten. Utrechtjhr. mr, W.
H. Hoeufft. Middelburg prof. dr. F.
J. L. Kramer. 's-Gravenhage N. Mac
Leod. Rijswijk (Z.-H.)mr. J. P. van
Outeren. Zwollejhr. mr. W. H.
Snouck Hurgronje, Middelburgmr.
N. G. van Taack Tra Kranen, 's-Gra-
venihagejhr. L. F. Teixeira de Mat-
tos, 's-Gravenhage; mr. R. J. de Vis
ser, Arnhem dr. W. C. A. baron van
Vredenburch, 's-GravenhageJ. A.
Zip, Middelburg.
Secretaris van het Voorloopig Co
mité van Actie is de heer jhr. L. F.
Teixeira de Mattos, Nassauplein 81,
Den Haag.
BRANDJE.
Ik lag in mijn bed. Er ging buiten
een stem langs de straat en er rende
een eenzame man. De stem ging
luide door de straat, ging ver af in
een andere straat, kwam weer terug
Brand brand brand
„Dat is er weer een, wien de Zon-
dagsche jenever naar 't hoofd is ge
stegen", dacht ik en keerde mij om.
Maar de stem hield aan, luid, ernstig,
ver wegklinkend over de weiden vóór
mijn huis. Ik stond op en schoof het
raam op. Daar buiten was de stille,
reinkoeie nacht met tinkelende ster
ren boven. En beneden over de don
kere landen kwam aanrollen een dich
te, witte wolk, laag tusschen de klei
ne tuindershuisjes en de kale hoo
rnen, een witte wolk als dichte mist.
;Vuur zag ik niet. Ik keek op mijn
horloge, 't Was bij vieren. Toen op-
'eens achter de wolk lichtte óp, rood
als een reusachtige Bengaalsche luci-
fer, recht öpspitsend in dón wind-
loozen nacht, 'n rossige vlam. Alles
was stil. Dan scheurde opeens een
schrille vrouwenstem door de stilte,
een stem, die kwam van de roode
vlam
„Komt er dan geen brandweer
Komt er geen brandweer
j Tien minuten later stond ik op
straat, rillend onder mijn jas, met het
gevoel van een slaapwandelaar.
't Was aan 't einde van de Roelof
Hartstraat bij de Baltliasar Florisz-
straat, daar waar de stad eindigt en
de weilanden beginnen. Er kwam een
heer in een pels aanstappen van de
Ceintuurbaan, met naast zich een
grooten hond. Hij stapte langzaam
voort en keek niet eens naar de vlam.
Er kwam een man met een ring
baard achter mij aanhollen, die riep
naar de gillende vrouwenstem
,,De brandweer komt, ik heb ze ge
roepen
Ik sprong over het hek langs de
straat en holde de weide in. Het be
vroren gras kraakte onder mijn voe
ten. Ik holde recht naar de roode
vlam, die elke minuut grooter werd.
Dan stond ik voor drie gespannen
prikkeldraden en scheurde een win
kelhaak in mijn overjas. Bij een
paal klom ik over de draden en bij
't neerspringen in de weeke, drabbi
ge wei zakten mijn voeten tot over de
enkels in de slik. Ik was nu vlak bij
't opknetterende vuurfeest. 'tWas een
schuurtje, staande tegen een groo-
tere schuur, dat vlamde als een vuur
maker. In de schuur klonk nog even
akelig geloei, daarna was alles stil.
Alleen spatte en knetterde 't vuur
zijn vonken op.
Er kwamen meer menschen. De
heer, die 't eerst „brandgeroepen
had, liep gesticuleerend rond en
mopperde
„Ik loop alle straten af en nergens
'n politieagent, nergens't Is een
schandaal, 'n groot schandaal, ner
gens "n politieagent
Een jongen, waarschijnlijk de zoon
van den boer, loopt rond zonder hoofd
hij weet niet wat hij doet, totaal in
de war en herhaalt maar telkens
„Ze benne gestikt, ze benno al lang
gestikt
Een vrouw met een zwarte, wollen
kap op 't hoofd loopt rond en beves
tigt
„Ja, alle zes, ik heb door 't raampje
gekeken, ze leeë al over elkaar heen,
alle zes gestikt
Uit de verte ratelt cle brandweer
aan, rinkelend de bel, galoppeerend
de paarden, dat was grootsch in den
nacht. Op 't Duivelseiland staat de
kar stil. Uit den nacht en den rook
komen nu aanstappen donkere man
nen met ernstige gezichten en koper-
blinkende helmen. Mannen, die zwij
gen en kijken, weer weggaan en te
rugkomen met lange, smalle, witte
linten, die ze uitleggen over 't witbe-
vroren gras. Dan schroeven ze de
spuitstukken aan de uiteinden der lin
ten. Er klinkt een kort bevel en even
later zetten de platte linten uit tot
lange rol-ronde slangen en aan het
eind puft en knettert de straal woe
dend in 't kokende vuur.
Intusschen heeft de heer, die het
eerst „brand" geroepen had. door een
der venstertjes in 't schuurtje geke-
ken en roept nu
I „De koeien leven nog. de koeien
leven nogKomt, jongens, de deur
moet open
j En niet nog 'n paai- toeschouwer^,
de vrouw, de jongen, de boer, neemt
hij een dikken paal en begint de deur
te rameien.
„Boemboemboem
„Toe jongens", roept de heer, trans-
pireerend van inspanning, „toe jon-|
gens, er valt nog wat te redden
En weer boemt de paai tegen de
deur.
f Een brandweerman nadert en slaat
met de bijl 't slot open, met één
slag. Daarbinnen was 't een ellendig
gezicht. Er lagen vier koeien, met
wanhopig uitgerekte nekken, de ton
gen uit de bekken, met doffe oogen,
waarin de ontzettende schrik was
vastgelegd, te staroogen naar 'tvuur,
dat in den eenen hoek van 't schuur
tje naderde. Een vijfde had zich ver
hangen in de koorden en scheen nog
te rukken aan den doodenden strop.
Een zesde lag vlak met den snuit
voor de deur, waaronder lucht was
toegestroomd, en leefde nog; zij keek
met de groote, verbaasde oogen naai
de menschen.
„Komt, jongens, die moet er uit
Er werd een touw om de horens
van 't be ést geslagen en er werd ge
trokken allemaal trokken ze, de boer,
z'n zoon, de vrouw, twee heeren, een
brandweerman. De koe rekte den nek.
keek verbaasd en bleef liggen, ver
lamd door schrik.
Ze gaven het op.
En de boer ging bij zijn beestie
staan huilen met 't touw in de hand,
terwijl de koe den kop liet hangen en
zoo verschrikkelijk scheen te snikken,
dat haar heele dikke lijf er van
schokte, geweldig; 't was of zij 'tuit
snikte van smart over de vijf doode
zusters, die daar nu zoo ellendig la
gen met doffe smartoogen. 't Was niet
de smart, die kennen de dieren niet,
't was de versclie lucht, die schok
kend terugkwam in de longen, en 't
leven bracht. Toen stond 't dier op en
liet zich naar buiten leiden op de
wei, waar 't stil begon te grazen.
..Ik heb toch nog één beestje gered
jubelde de heer, terwijl hij de koe
liefkozend op den rug klopte nio
waar, zwartje
....De sissende stralen hadden het
vuur gebluscht en een brandweerman
deed vragen aan den boer. opschrij
vend in zijn boekje „J. Schroder: al
les verzekerd, maar laag; oorzaak on-!
bekend."
Nog lang gingen er wakende brand
weermannen met fakkels op en neer
om 't schuurtje, totdat eindelijk de
lichte dag kwam. C.
(„Tel."}
VISITATIE VAN BAGAGE.
Omtrent liet visiteeren der bagage
in den ti-ein heeft do Minister van
Financiën aan de Tweede Kamer me-
degedeeld, dat dit punt- reeds is on-
derzocht. Toen indertijd vernomen
werd, dat die wijze van visiteeren el-'
ders voor eon bepaalden internationa-
len trein was ingevoerd', heeft het
departement van financiën een hoofd- i
ambtenaar afgevaardigd om zich j
daarvan op de hoogte te stellen Dat
onderzoek heeft de juistheid van het
vermoeden aangetoond, dat de visita-j
tie in don bagagewagen, voor de
reizigers niet gemakkelijk en voor de;
ambtenaren bijna ondoenlijk is. Het
schijnt dan toch duidelijk, zegt de
Minister, dat het voor de reizigers''
minder bezwarend moet zijn den
trein te verlaten en in de visitatiezaal
het onderzoek bij te wonen, dan zich
door den trein (men denke hier aan 1
•en zoogenaamden D-trein van bijv. j
200 meter lengte) naar den bagage
wagen te begeven en daar, met doua
ne- en spoorwegbeambten in eene1
kleine, tochtige ruimte samengedron-
gen, te moeten wachten totdat uit dei
opeengestapelde koffers de hunne te
voorschijn is gebracht. Van den ande-j
ren kant was het te verwsffchten, dat j
een bagagewagen, wat de beschikbare j
ruimte betreft, niet aan de matigstej
eischen voor eene goede en vlugge1
visitatie zou voldoen.
Het hierbedoelde onderzoek in den i
trein moge voor enkele, zoogenaamde
luxe-treinen, met bepex-kt aantal pas
sagiers, uitvoerbaar zijn, hoewel dan!
nog niet aan te bevelen, voor het ge-
wone internationale verkeer acht de
Minister het beslist verwerpelijk.
WIJK AAN ZEE.
Een geval van ernstige mishande
ling heeft te Wijk aan Zee plaats
gehad. Daar heeft een zekere Bol zijn
buurman de Boer zoodanig met een j
hard voorwerp op het hoofd geslagen j
dat bij bewusteloos neerstortte en
men voor zijn leven vreest.
Des avonds wilden de inwoners
den dader te lijf. Men schoolde sa- J
men voor zijn woning en trachtte die
te vernielen, hetgeen echter door het j
optreden der politie werd belet. Te
ongeveer 2 uur 's nachts was de rust
wedergekeerd.
Koloniën
ATJEH.
Wij ontleenen aan eene Atjeh-cor-
respondentie van de Deli Ct. de vol-
gende bijzonderheden omtrent het
sneuvelen van den le-luitenant der i
marechaussee Burger
Toeankoe Noerraden, ook wel T.
Manja genoemd, een lid van de sul-:
tans-familie en 15 jaar oud, had zich
medio 1903 aan ons gezag onderwor
pen. doch reeds dadelijk blijken ge-
geven weinig voor degelijken arbeid
en weinig voor het gouvernement te
voelen. Het gevolg daarvan was, dat!
hij ongeveer een jaar later, toen hij!
in gezelschap van Panglima Polim
in de VII moekims was, onverwachts
verdween. Sinds dien tijd vernam j
men niets megr van hem, totdat liet
eenige maanden later bekend werd,i
dat hij zich bij zijne vroegere kame- i
raden, die nog steeds op de hellin-
gen van den Goudberg schuilen en de
kuststrook bij Lam Panaih en Bibeue
onveilig maken, had aangesloten. j
Positieve berichten omtrent zijne
werkelijke schuilplaats blijven ech-j
ter uit, totdat in den avond van den
len November de tijding kwam, dat
hij zich in Bloeë Wakeuch ophield,
waar hij drie dagen te voren in het
huwelijk was getreden met de doch
ter van zekeren T. Meulajoe.
Luitenant Burger, die kort te vo
ren van Seulimoen naar Pedir ver-
plaatst was en eerst den vorigen dag
te Segli was aangekomen, rukte met
3 brigades marechaussee uit om den
jeugdigen moslemin in het huis, dat
een spion hem aan zou wijzen, te
arresteeren of neer te leggen.
Werkelijk trof hij den Toeankoe in
het bewuste hui9 aan. Het scheen oor-1
spronkelijk, toen het huis omsingeld
was. dat alles zonder bloedvergieten
zou afloopen, want T. Noerraden had
blijkbaar plannen, zich over te ge-1
ven. Burger, daarin gesteund door
de aanwezige vrouwen, die den Toe-,
ankoe smeekten dit te doen, meende
dan ook te zullen slagen, toen hij
hem verzocht naar buiten te komen.
Werkelijk verscheen hij in de deur-
post met een geweer in de hand,
waarop hij aan Burger vroeg, wie
hem kwam halen, de toean besar of
toean oberst (de gouverneur of de
overste van der Maaten). Waarna
deze officier antwoordde ,,ik ben het
slechts". Hierop zou do Toeankoe
gezegd hebben „dan wilt gij zeker
mijn geweer ook hebben". Vervolgens
was hij op Burger toegetreden en
schoot hem a bout portant dood. Te-1
gelijkertijd werd het vuur van bei
de zijden geopend, met dat gevolg, i
dat T. Noerraden met 4 volgelingen
sneuvelde, terwijl 2 anderen gear-
resteerd werden. Aan onze zijde wer
den een marechaussee en een briga
de-commandant (Eur. sergt. Stompó,
levensgevaarlijk gewond, beiden zijn
sedert overleden. Door de woedende
marechaussee werd het huis in bran 1
gestoken.
Als bijzonderheid zij nog vermeld,
dat enkele soldaten, die Atjehsch ver
staan, beweren, gehoord te hebben,
dat T. Noerraden tot de vrouwen bij
het verlaten van de woning zou ge- J
zegd hebben„wij zien elkander
hiernamaals weer."
Wel eigenaardig, dat Burger, die
de taal bijzonder goed machtig was,
dit niet gehoord en achterdocht ge- j
kregen heeft.
Met dit ai is het een treurig geval
en een treurige wijze, waarop de
reeds lange lijst van slachtoffers van
dit jaar wederom met drie vermeer-
derd is. Men meene echter niet, dat j
de toestand op Atjeh's Noordkust
achteruitgaat, welke conclusie al-
licht te trekken zou zijn uit het feit
dat in de laatste maanden zooveel i
officieren gesneuveld zijn (luit. van
Rijn, Smit. Scheuer, Charbon en
Burger, want de vijand vertoont zich j
in den laatsten tijd minder en,
schijnt minder ondernemend.
Met voldoening constateerde dan J
ook de civiel gezaghebber in Pedir,
dat hij gedurende een inspectiereis
van eenige weken geen schot had
hooren vallen en dat, niettegenstaan
de hij de bivaks te Tamgsé en Lam
Meuló, die anders haar beurt vol
doende krijgen, ook bezocht.
BORNEO.
Omtrent de vermoedelijke of moge
lijke maatregelen door den gouver
neur-generaal van Ned.-Indië te ne
men ten opzichte van de Zuider- en
Oosterafdeeling van Borneo, deelt
men aan de ,,N. C." als vaststaand
mede, dat de resident van genoemde
afdeeiing met den luitenant-kolonel
van den generalen staf G. C. E. van
Daalen in commissie gesteld is om
voorstellen te doen ten opzichte der
inrichting van het bestuur en de mi
litaire bezetting in dat gewest.
Z.Exc. wenscht verder volledige
voorstellen te ontvangen om aan de
thans bestaande verwikkelingen in
de Boven-Doesoen, de Boven-Kapoe-
as en de daaraan grenzende streken
voorgoed een einde te maken, en
daarbij zoo mogelijk gebruik te ma-
ken van inlandsche hulptroepen.
Voorop stelt Z.Exc.. dat wijzigings
voorstellen in overeenstemming moe
ten zijn met de opbrengsten van het
gewest zelf. zoodat- de meest moge
lijke spaarzaamheid zal worden bo-
tracht en zooveel mogelijk het be
ginsel van Z.Exc. doorgevoerd, nl.
dat ieder gewest hoogstens uitgeeft
wat het opbrengt.
De door den resident gedane voor
stellen ten opzichte van de middelen
van vervoer en verbindingen met heb
binnenland zijn door Z.Exc. aange
houden ter nadere overweging en zul
len in verband met het uit te bren
gen rapport besproken worden.
De insinueerende critiek in de In
dische pers over het beleid van den
resident van het bovenbedoelde ge
west, wordt hier door het boven
sta,and e ia het daglicht gesteld, dat
zij verdient.
DE OOSTZEE-VLOOT.
Het Bat. Nbld meldt:
Hr. Ms. flottieljevaartuig Borneo,
in station te Makassar, is aangewe
zen om de straat van Makassar te be
kruisen, ter voorkoming van schen
ding der neutraliteit voor het geval
de Russische Oostzee^vloot dezen weg
naar het oorlogsterrein kiest.
Letteren en Kunst
ITALIAANSCHE OPERA
De Italiaansche opera heeft Maan
dagavond te Amsterdam gelukkig ge
debuteerd met Verdi's Ernani. Vooral
is het aangenaam te constateeren,
dat koor en orkest onder de bekwame
leiding van den heer Abbate uit goede
krachten is samengesteld, zoodat
vooral het ensemble een gunstigan
indruk maakte Van de solisten trad
het meest op den voorgrond de bari
ton Hediger, die over een frisch en
krachtig orgaan van grooten omvang
beschikt en zijn belangrijke partij
met veel smaak voordroeg, zoodat hij
meermalen nummers moest bisseere».
De bas heeft een beschaafd sonoor
geluid, zij 'fc ook niet groot en in do
diepere tonen wat mat. De tenor Aris-
ti scheen niet bij stem.
Wat het door den heer De Hondt
bijeengebrachte gezelschap praestee-
ren kan, zal eerst terdege blijken, als
het in een modern werk als Tosca,
dat voor de tweede voorstelling is
aangekondigd, is uitgekomen. Dit
werk is geheel met andere artiaten
bezet, zoodat de troep vrij uitgebreid
moet zijn.
De schouwburg was zoo goed ala
geheel gevuld met een publiek, dat
met warmte van zijn ingenomenheid
deed blijken.
Na ingewonnen oordeel der Jury,
de heeren W. de Haan (Darmstadt),
W. Berger (Meiningen) en Jan Blockx
(Antwerpen), over de prijsvraag, uit
geschreven door de Nederlandsche
Toonkunstenaars-Vereeniging, deelt
het Bestuur mede, dat geen der inge
zonden composities den prijs van
duizend gulden kon verwerven.
Eene eervolle vermelding wordt
echter toegekend aan „Eïne Lebens-
messe", ingezonden onder het „motto"
„Nimmer ruht der Wünsche Spiel
Jeder Tag entfernt das Ziel
De ingezonden toonwerken zijn op
franco aanvrage en met opgave van
het „motto" terug te bekomen hij
den lsten Secretaris der Ned. Toonk.
Vereeniging, den heer A. J. Acker-
mann. Koningin Emmakade 105. te
's-Gravenhage.
Feuilleton.
De Misdaad in de Familie
Uit het Engelsch
door
HUGH CONWAY.
14)
Manders knikte van ja.
Mijnheer Bourchier zou mij be
paald niet veroordeel en.
Waarom niet, schavuit?
Hij zou het niet doen. Ik moet
hem onder vier oogen spreken, en hij
zal mij dan spoedig laten gaan.
Manders had een vlug bevattings
vermogen er was iets in de handel-,
wijze van dien man dat hem aan-
trok.
Misschien zal ik u laten gaan,
maar zeg mij eerst wat gij tot mijn
heer Bourchier zult zeggen.
Dat gaat u niets aan. Dat zijn
mijne zaken. j
Manders dacht erover na, hoe hij
zijn nieuwen kennis tot praten zou
kunnen krijgen. laatstgenoemde j
scheen ook over iets te peinzen.
Zijt gij een vriend van mijnheer
Bourchier? vroeg hij.
Ik heb u reeds gezegd van wel.
En u is 'hier vreemd, denk ik?
Gëhoel vreemd, ik ben hier nog
nooit geweest.
De spreker koesterde weer hoop.
Ik heb mijnheer Bourchier wil
len spreken, maar hij wilde niet
naar mij luisteren.
Als gij uw vriend, mijnheer
Bourchier, een dienst wilt bewijzen,
breng hem dan eene boodschap van
mij over
Dat is goed, zeide Manders met
voorgewende onverschilligheid. Eerst-
wilt gij mij bestelen, en dan wiltg'j
mij met uwe boodschappen belasten.
Dat doet er echter niet toe; wat is
het?
Zeg aan mijnheer Bourchier, dat
de man, die de reistasch gevonden
heeft, welke hij onlangs heeft verlo
ren, ze hem wil teruggeven voor
tien neen, zeg twintig pond, geen
cent minder.
Hoewel Manders in spanning ver
keerde, liet hij zijne ontroering niet
blijken.
Zijner dan dingen van waarde
in vroeg hij onverschillig.
Dat zal hij het best weten.
Hoe is uw naam dat wil hij na
tuurlijk weten.
Mijn naam is Jim Stokes, uit
Redton.
Waarmee verdient gij den kost?
vroeg Manders.
Somtijds werk ik voor mijn
brood in het zweet mijns aanschijns.
maai- somtijds ook niet, antwoordde
Stokes.
Gij kunt nu heengaan en u ge
lukkig achten. Ik ga terug naar mijn
heer Bourchier en zal hem vertellen,
wat gij gezegd hebt. Als de tasch
werkelijk van waarde is dan zal hij
u misschien vanavond nog het geld
zenden.
De wilddief stond op en baande
zich een weg door het kreupelhout.
Manders volgde hem kalm, terwijl hij
er voor zorgde, dat Stokes niet kon
nagaan, of hij wel of niet naarRed-
hills ging. Hij begreep dat hij zijn
vijand spoedig in zijne maoht zou
hebben, en begaf zich naai* de her
berg. waar hij een middagmaal ge
reed liet maken zoo goed en kwaad
als Redton het hem kon geven.
Toen het donker werd ging hij on
derzoeken waar James Stokes woon
de. Hij word ingelicht door een van
de knechts van de herberg, en gaf
als reden zijner nieuwsgierigheid op
dat hij gehoord had, dat die man
een flinkon hond te koop had.
Mannon zoo&Is Stokes, hebben
meestal lionden die zij willen verkoo.
pen. zijne opheldering was dus zeer
natuurlijk. Manders begaf zich dusi
naar de hut. Na eenige moeite slaag
de hij er in zijne woonplaats te vin-
den, en het was om half acht dat hij
aan de vermolmde deur klopte. Sto-J
kes deed open en de bezoeker trad'
binnen. Er smeulde een vuurtje op
den haard, en daar dit het eenige
licht in het vertrek was, kon men er
niet veel zien.
Op eene oude tafel, dicht bij het
vuur, stond eene flesch, die dus be
wees. dat mijnheer Stokes een troos
ter in de eenzaamheid had. Hij ver
hinderde Manders niet om binnen ie
treden, maar zonder zijne pijp uit
den mond te nemen, gromde hij
Wat, zijt gij daar alweer! Wat
hebt gij nu weer noodig?
Doe do deur dicht, en steek een
licht aan. zeide Manders.
Stokes deed de deur op slot Hij vond
na veel moeite een stukje kaars
en stak het aan. zoodat het vuile ver
trek verlicht werd.
Ik heb mijnheer Bourchier ge
sproken, zeide Manders. Hij heeft mij
gevraagd, of ik die zaak maar voor
hem wilde afmaken.
Ik dacht, dat hijzelf wel zou zijn
gekomen, en er niemand anders op
zou hebben uitgestuurd, zeide Stokes
norsch.
Ik kan het evengoed afmaken,
Hebt gij het geld meegenomen?
vroeg de strooper.
Ik heb wel wat geld meegeno
men, antwoordde Manders omzichtig.
Alvorens ik u echter iets geef, moet
ik u vanwege mijnheer Bourchier vra
gen, of het de reistasch is, die hij
heeft verloren in den nacht van de
worsteling
Stokes grijnsde en wierp een snel
len blik op George Manders. Zoo is
het. zeide hij, het is de reistasch die
op den weg naar Brackley uit het
rijtuig vielmijnheer Bourchier zal
he: spoedig genoeg weten.
Manders had wel vijf keer twintig
pond voor het valies willen geven, al
het geld dat hij bezat mocht uitge-
geven worden voor het doel, dat hij
beoogdede eisch van den wilddief
was gelukkig niet te hoog. Hij moest
het echter zoo goedkoop mogelijk zien
te krijgen.
Wat zal ik er u dan voor geven?
Twintig pond is bespottelijk.
Stokes sloeg met zijne zware hand
op de tafel, en zeide, terwijl hij zij
ne woorden door een krachtigen
vloek het voorafgaan
Twin tig pond, zeide ik. geen cent
minder. Als gij twintig pond hebt ge
kregen, om mij die te geven, voor
den dag er mee, hebt gij ze niet
gekregen, ga dan maar terug om ze
I te halen.
I Manders meende dat het maar het
beste zou zijn. om te betalen,
omdat hij oogenschijnlijk vast op
zijn stuk stond. Hij zeide dus niets
meer. maar haalde vier bankbiljetten
jvan vijf pond te voorschijn, legde ze
op de tafel en was zoo voorzichtig
I er zijne hand op te leggen. De oogen
van Stokes glinsterden, toen hij dat
zag.
Geef mij nu het andere daar
voor in de plaats, zei Manders.
Met de oogen voortdurend op hek
geld gevestigd, alsof hij bevreesd
was. dat het zou verdwijnen, haalde
de strooper uit een der hoeken van
het vertrek het valies te voorschijn,
dat John Boucher bij zich had, ':n
den nacht, dat hij werd doodgescho
ten. Hij legde het voor Manders
neer, en 'hield cr ook zijne hand op,
alsof het bankbiljetten waren. Do
ruilhandel had plaats, on terwijl de
wilddief haastig de biljetten onder-
zocht, opende Manders niet minder
haastig het valies.
Hij had goed gedaan met het te
koopen. want het bewees duidelijk
dat de vermoorde John Boucher was
Het bevatte slechts eenige onbedui
dende voorwerpen, waaronder er
zeer vele aan Manders bekend wa
ren. Toen de strooper zijn geld had
weggeborgen, staarde hij hem nieuws
gierig aan.
Het heeft niet veel waarde, ze''de
Manders met voorgewende verach
ting.
Of het waarde heeft of niet, mijn
heer Bourchier zal het wel niet goed
keuren. dat gij er in rondsnuffelt
zeide Stokes.
Houd u met uwe eigen zaken be
zig. vriend, zeido Manders, terwijl
hij het valies leegschudde. Gij hebt