J De Eerste Kerstdag valt dit jaar op Zondag. Deze omstandigheii I wordt een zeer gelukkig voorteeken genoemd. Men zou dan verzekerd kun nen zijn van een fraaien zomer en leen goeden winter. Een Misverstand. Wanneer men een vruchtboompje plant, zijn wortels drenkt, zijn uitr epruitsels afsnijdt, zijn staan onder steunt en de rupsen van zijn blade ren zoekt, en dan als nog pas de eerste vruchten u verleidelijk uit de groene bladeren tegenlachen een geheel onbekend persoon langs den weg komt en zegt: „Geef mij die vruchten en bezorg mij een bord en een mes, opdat ik er mij een schotel van kan makenzou men dan dien persoon niet grenzenloos onbeschaamd noemen Hollandsche Dames in Engeland. Uit allerlei komieke mededeelingen in de buitenlandsche pers weten we, dat ons land daar weinig beter be kend is dan b.v. de geheimzinnige streken in 't Aziatisch hooggebergte. Voor Engelschen en Amerikanen zijn wij allen een soort Volendammers en wat voor Volendaimmers dan nog Sedert jaar en dag hebben caricatu- risten als Tom Browne en Phil May ons land afgereisd en er de makke- li jk te chargeeren typen van de Zui derzeevisschers in goedbetaalde spot prenten omgezet, die in hun land voor waarheidsgetrouwe portretten van 't Hollandsch volk doorgingen. Touristen en serieuse artisten zijn naar ons land gekomen en hebben er 't spreekt vanzelf die plekken opgezocht, waar 't typisch visschers- of boerenleven nog als vóór eeuwen voor tb est aat, uiterlijk althans. En oppervlakkig als de meeste reizenden zijn, zelfs de artisten, hebben ook zij een carieaturistischen indruk van ons land meegenomen en thuis in den trant van „Bereisde Roel" hun indrukken sterk aangedikt rond verteld, zoodat voor 't meerendeel Holland het land is der fantasie-Vo- lendammers. Een sprekend staaltje geven we daarvan hierboven. Een Hollandsch team hockey-speelster heeft Engeland bezocht om daar tegen haar Éngel sche zusters in 't spel haar krachten te meten en een bekend Engelsch hu moristisch blad geeft van dit geval een teekening als boven. Gelukkig verklaart de artist er niet bij te zijn geweest. KERSTMORGEN. Wees welkom, gij vriendelijke morgen! Hoe somber en kil gij moog' zijn In 'i diepst van ons harte verborgen. Is warmte en gloed, zonneschijn. Wrij voelen de kracht, die er uitgaat Van 't lieflijke god'lijke Licht; Wij hooren ons hart, dat zoo luid slaat En merken een blos op 't gezicht. Vreoigd' heerscht er langs wegen «t, velden. Al is de natuur als versteend Vreugd' is 'twat de klokken ons mei den, Een vreugd, die met ernst zich ver eent Want wat ons de klokken doen hoo ren, Het klinkt als een lieflijke toon Uit 't grijs verleên ons in d'ooren 'tls 'teeuwige lied, immer schóón. 't Weerklinkt in de harten van allen. Wier oog ooit de ster heeft ont waard ,,God heeft in den mensch welgeval len. Hem eere en dank, vrede op aard." Kerstmorgenmet lichtglans door weven. Gij wekt in ons op, heilig vuur De stroom van u uitgaand' ten leven, Beziell zelfs de doode natuur. EEN ELECTROCUTIE VAN RATTEN ln de „American Miller' lezen we een bericht, hoe in een graanpakhuis in Rochester, waar zoo'n rattenplaag heerschte, dat de schade door deze dieren veroorzaakt, een belangrijk financieel verlies vertegenwoordigde, men er in geslaagd is door de toe passing van een wetenschappelijke terdoodbrenging, in één korten tijd er zooveel te verdelgen, dat ze spoedig geheel uitgeroeid zullen zijn. Toen -de ratten zich voor de eerste maal in dit pakhuis vertoonden, pro beerde men achtereenvolgens de kat-, de val, en 't vergif, maar hoe vol energie de eerste en hoe kunstig en sterk ook de middelen waren, de rat ten waren te slim en verminderden niet, integendeel vermeerderden zicli zoodanig, dat het in het pakhuis spoedig wemelde. Men kwam toen op het volgende idee, dat uitstekende resultaten op leverde: het pakhu's wordt verlicht door electrische gloeilampen, welke zelden 's avonds gebruikt worden. Men nam nu een plat stukje koper, plaatste dit met een draad aan het electrische gloei!icht. Op het koperen p'aatje werd een groot aanlokkelijk stuk kaas geiegd. Daarna werd een tweede koperen plaatje op den grond gelegd, bijna, maar niet volkomen liet eerste aanrakende. De draad van het gloeilampje die den stroom terug voerde werd met dit tweede koperen plaatje verbonden. De kaas was duidelijk zichtbaar en zag er zeer onschuldig uit, maar om het te bereiken, zou een rat eerst moe ten stappen op het eerste koperen plaatje, dat verbonden was met den draad, die den stroom terugvoerde en tot zoover gebeurde er ook nog niets, maar zijn volgende beweging zou wezen, zijn voorpootje op het eerste koperen plaatje te plaatsen, waarop de kaas zoo verleidelijk lag uitge stald. Maar op -dat oogenblik, met zijn achterpootjes op het tweede en zijn voorpootjes op het eerste kope ren plaatje, vormt zijn lichaampje juist de verbinding, die den stroom voltooit en het 'diertje valt doodneer, zonder zelfs tijd gehad te hebben te piepen. Het voordeel van deze vinding is, dat zelfs de oudste en wijste rat geen valstrik vermoedtde kaas is duide lijk zichtbaar, zeer gemakkelijk te bereiken en lokt door haar geur de ratten uit .alle hoeken van het gebouw en 't geheel ziet er zoo onschuldig uit, dat zelfs de doode lichaampjes de hongerige ratten niet afschrikken. In het pakhuis vond men des mor gens na de eerste proefneming reeds verscheidene slachtoffersmen plaat ste de volgende avonden een zestal van zulke vallen en met zooveel suc ces, dat de rattenplaag in dit gebouw bijna tot het verleden behoort. KERST-SNIPPERS. Een kind. dat geboren wordt op een Kerst-Zondag, zal, zoo beweert men, zijn geheele leven dooi- het ge luk worden begunstigd. De gewoonte om elkander met Kerstmis cadeaux te geven is vooral onder de Duitschers in zwang. Zelfs zij, die elkander slechts bij toeval kennen, zenden elkaar bij die gele genheid kleine of grootere geschen- Doch wanneer men een dochtertje bezit, schoon als een belle-fleur en aanvallig als een sprookjesprinses, en men heeft liet meisje een zorgvul-* dige opvoeding gegeven en het acht tien, negentien jaar steeds trouw voor alle stormen behoed en het met geheel zijn hart lief gehad, en er komt dan een wildvreemde man en zegt „Waarde heer, geef mij als 't u be lieft het meisje tot vrouw j" dan maakt men een beleefde buiging en antwoordt: „Zeer veel eer voor ons. mijnheer hoeveel linnen, tafellakens, hoofdkussens, hoeveel geld moet u nog bovendien hebben Neen, 't is mij volkomen duidelijk, dat de menschhedd menigen vader aanwijst, •wien het zwaar Valt, die soort van logica te verduwen. Papa Cundstrom was in elk geval daartoe niet in staat, en de gedachte dat deze of gene indringer zijn Elina van hem mocht vragen, was hem even onaangenaam als warme cham pagne, zakkenrollers of iets dergel ks Doch niemand kan zijn noodlot ont daan. en toen zijn kleine Elina eens van een reisje naar haar taSte was teruggekeerd, kon zij etenjioch drin ken, pianospelen noch eenig verstan dig woord spreken. In zich zelve ge keerd, de groot© blauwe oogen met onbestemde uitdrukking op het pla fond gevestigd, zat zij doorgaans zwijgend en hewegenloos te peinzen. Daar het plafond echter eerst on langs opnieuw gewit was en er ab soluut geen vlekje aan te ontdekken viel, scheen deze buitengewone ma nier eer een naderende ziekte dan een lastige overdreven zudht naar zindelijkheid aan te duiden. Moeder, onderzoek toch eens, of zij zich niet1ê~sterk heeft geregen, zeide papa tot mama. Neen, de knoop van den corset veter zat nog juist op dezelfde plaats, als toen zij naar tante was gereisd. Bovendien was het kind sedert dien tijd eer magerder dan zwaarder ge worden. Op zekeren morgen, toen papa na een stevig ontbijt iiï zijn kamer zat en zonder zich om iets van de we- Lijden op Zee. Het leven van den zeeman,'-hoe ro mantisch 't vaak werd voorgestel?!, is in werkelijkheid vol van de bitterste ellende op zee en aan den wal.. Voor al de mannen, die de kleine zeil- en stoomscheepjes bevaren, hebben een even kommervol als gevaarlijk be staan, en vaak een einde in ontzet tend lijden. Zoo strandde dezer dagen op de kust van Engeland een sloep, waar in visschers twee haast levenlooze mannen ontdekten, die, toen ze door goede verzorging waren bijgebracht, de eenig overlevenden van de beman ning der vergane kolenboot „Blan che" bleken te zijn. Eén hunner, de tweede machinist, vertelde van hun wederwaardighe den het volgende Na een botsing met een boot uit Londen was de uit negen koppen be staande bemanning in de eenige sloep gestapt, die het scheepje aaü boord had, zonder zelfs tijd te vin den iets te redden, daar het vaartuig te snel zonk. Wel was 't op een niet diepe plaats, doch bij 't zeer hoog© tij verdween het geheel onder de golven. De sloep dreef onderwijl zeewaarts en de kou was zoo vinnig, da.t de ka pitein en een stoker er van stierven. Even daarna sloeg een stortzee de sloep om en slechts met moeite kon den de zeven overlevenden er weer in klimmen om nu met roeien te be proeven cle kust te bereiken. Doch met hun verkleumde en verstijfde lichamen ging dit slecht. Toen sloeg de boot weer om en slechts vier keer den er in terug, waarvan er wederom twee van uitputting en koude stier ven Daarna trachtten de beide over levenden met roeien de kust te berei ken .doch ook zij verloren het be wustzijn eveneens en kwamen niet bij vóór de visschers ze vonden aan het strand. Om een Echtgenoot. 't E:genaardig land van Bretagne, de sombere rotsachtige Noordzeepro- vincie van Frankrijk, heeft een be volking, die allerlei traditiën trouw bewaart. Zoo staat er ergens aan de kust, op de plek, waar eens de heilige Guirec landde, een prediker van het Chris tendom, een soort kapeh_ omspoeld door de golven en slechts bij Taag wa ter te bereiken. Elk jaar, op den dag van St. Catherina maken de jonge boerin netjes uit den omtrek zich op "tot een bedevaart naar het in dit kapelletje staande beeld van den heiligen Guiree En in dit beeld, dat van beschilderd hout is, steken ze naalden, wssi». naar het verhaal der traditie ver luidt zullen al degenen, die dit doen, vóór het jaar uit is een echtge noot hebben. reld te bekommeren, coupons knipte, verscheen zijn dochter bij hem onder een vloed van tranen. De armen om haar papa's ihals geslagen, drukte zij hem zoo hartstochtelijk aan haar borst, als hem. sedert zijn verlovings tijd niet meer was overkomen. Daar op ging ze zitten op zijn knie en kuste heim zoo teeder, dat zelfs een Socrates er door in verrukking moest zijn geraakt. En toen kwam het er eindelijk uit: dat zij bij tante een jongen advocaat had leeren kennen, en dat zij van dat oogenblik af zoo'n eigenaardig ge voel in haar hart had gehad, dat zij het nauwelijks had kunnen uithou den... en dat hij zoo verrukkelijk danste... en vandaag... misschien aanstonds al... zou hij komen, om papa een bezoek te brengen, en... zij was zoo vreeselijk bang..«Zij wist, dat papa zoo ontzettend kort aange bonden kon zijn en... Papa echter schoof haar van zich af, als was zij van den booze bezeten, en riep een geheel leger onderaard- sohe machten tot getuigen aan, dat die advocaat, zoo hij het werkelijk dorst wagen hem onder de oogen,te komen, geen prettige ontvangst, zou te wachten hebben. Zijn dochter drukte hij deze krach tige verzekering haar zakdoek voor de oogen en gaf snikkend te kennen, dat het dan voor haar maar het bes te zou zijn dadelijk te sterven. Daar op begaf zij zich naar haar kamer, om in stomme vertwijfeling een paar sentimenteele novelletjes te verslin den. Papa Cundstrom stikte bijna van ergernis en verdriet. Zoo'n onnut we zen, zoo'n advocaat zonder praktijk En zoo maar driestweg de hand naar zijn kleinood, zijn Ella uit te strek ken. Wel had hem zoo nu en dan eens, in de nevelachtige verte, een met bloemen versierd altaar voor den geest gezweefd, waaraan zijn dierba re Elina eens zou knielen, doch, zoo- a.ls vanzelf sprak, aan de zijde van een rijken, Voornamen, in elk opzicht uitmuntenden man, ftie ten minste éen ridderorde droeg en eigenaar was van een aanzienlijk handelshuis of zoo iets. En nu... zoo'n windbuil, zoo'n slungel en Elina was immers nog maar een kind... hemel sche goed heid, daar wordt waarachtig al ge klopt. Binnen Een jonge man. buigende als een knipmes, trad over den drempel. Ik wilde Uw dienaar, mijnheer. Ja, ik weet al, wat ge wilt. Zooeven heb ik van de zaak kennis gekregen. Gij wilt de vrede van een tot heden ge lukkige familie verstoren, om niets anders komt ge hier... Pardon, ik kom om... Ik verzoek u vriendelijk, elke woordverdraaiing achterwege te la ten. Hier zit ik rustig met vrouw en kind,, en 'daar komt ge nu als éen bom... Het spijt mij, dat ik u misschien stoor. Of ge ons sfoort? Mijnheer, kunt ge dan niet begrijpen, hoe boosaar dig het is, ouders hun kind te ont rukken Kunt gij... Maar dat ligt geheel niet in mijn bedoeling Bedoeling? O neen, natuurlijk Dat kennen we! U zult uw dochter niet verliezen, integendeel, door deze verbintenis wint u nog een zoon. Zoo zal het steeds mijn aangenaamste plicht zijn, den kostbaren schat, waarvan ik u nu beroof, zoo dikwijls mij maar mogelijk is, tot u terug te voeren. Niet waar? Dacht ge soms, dat ik nog nooit op een bruiloft ge weest ben en gehoord heb, welk een onzin de heeren schoonzoons in zulke gevallen gewoon zijn uit te kramen, terwijl de ouders der bruid vervuld zijn van kommer over de naderend» scheiding Mijnheer... een betreurenswaar dige dwaling... Jawel, een betreurenswaardige dwaling van de ouders is het, aan zulke praat geloof te slaan, want ale men zijn ongelukkige dochter eens terug wenscht te zien, moet men zelf de reiskosten dragen en bovendien alle wissels van haar heer gemaal onderteekenen, die zij in haar koffer meesleept... Het is een gruwel Mijnheer, ik vind uw privaat aangelegenheden wel zeer interessant maar... Maar verder gaan ze u niet aan. Natuurlijk niet. Ge neemt immers maar alleen het meisje met daaren boven zooveel duizend gulden, en als die op zijn, schrijft gij of uw vrouw om meer. Maai- mijn hemel, ik wilde u eenig en alleen... -- Uitplunderen. Daar komt echter niets van in. Of dacht ge soms... Hoor mij dan ten minste toch aan Nooit en nimmer, zeg ik u - Maar wil dan ten minste deze papieren inzien; dat zijn toch geen... - Wat moeten die vodden. Meent u misschien, dat. ik twijfel aan de echtheid van uw diploma's Steek die papieren maar rustig weer in den zak. Maar mijnheer, laat mij dan toch eindelijk eens uitspreken, anders moet ik het recht... Wat, wilt ge me dreigen Aha, nu vertoont ge u in uw ware gedaan te -Ja zeker, zoodra het kind meer derjarig is geworden, kan het tegen den wil der ouders den eersten den besten vreemden snuiter volgen. Ik wil u er echter op opmerkzaam ma ken. jongmensch, dat mijn dochter eerst over twee jaar meerdei'jarig wordt. - Maar mijnheer, wat ter wereld heeft uw dochter toch met onze gas- rekening te maken Ga... ga... gasreke... ning?... Wie bent u dan toch eigenlijk, mijnheer? Ik ben de kassier van de stede lijke gasfabriek. De rekening bedraagt vijf en twintig kronen. Intusschen zaten Elina en de jonge advocaat in bet vertrouwelijkst ge sprek in het salon. Papa, wiens kwa de bui door het geschetste intermezzo aanzienlijk was afgekoeld, leed bij den volgenden stormloop van het ver liefde paartje de nederlaag. FLINKE STRAFFEN. In Engeland spot men niet met die renmishandeling. Dinsdag heeft een politierechter te Londen een aanne mer, die een ziek en zwak paard een zware vracht zand liet voorttrekken het dier is sedert bezweken ver oordeeld tot een maand gevangenis straf. Een veearts, die getuigde, dat het paard wel wonden had; maar dat een weinig werk geen kwaad kon, kreeg een uitbrander van den rechter. Hij had het paard zelf gezien, en 't was voor ieder duidelijk, dat zulks geen werk voor het afgetobde dier was. Het was een schande, dat een veearts zich voor dergelijke getuige nissen deze veearts had reeds in een ander geding van dien aard een dergelijk getuigenis afgelegd leen de. Een grappigen kant had een ander vonnis van dieuzelfden politierechter. Hij veroordeelde een vrachtrijder tot een boete van twee pond sterling, omdat hij zijn hit onbarmhartig ge slagen had. De man was dronken, toen hij 't deed, etn verontschuldigde zich met te zeggen, dat de hit voor elke kroeg maar wou stilstaan. Daar om had hij hem geslagen. Het dier had zijn meester, dien het blijkbaar kende, dus nog een genoe gen willen doen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 10