T 22e Jaargang. No. 6607 vcisciiijr.t dagslij:::,, behrivs op 7,op- cn Fö-ij-^agen. DONDERDAG 12 JANUARI 1905 B NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. ARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERT ENT1ËN: per drie maanden: liPiL ^an re8e's Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem 1-0 Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der T^XxTT yH'VV r» i i n- au gemeente) 1.30 v Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland 1.65 na) Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers 0.Q2)£ V.èr" Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.373/2 de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. (Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Theophile de Bock. Intoonstelling Arti et Amicitiae. s het niet zeer goed eens iets te gen van dezen, onlangs overleden dgenoot Ik deed dit al niet eer. direct na zijn dood, omdat 'k te iaig van zijn werk gezien 'had om i eigen oordeel te uiten. Maar nu, 'k deze tentoonstelling lieb bezien 'k daar een bijna honderd werken >r oogen kreeg, nu meen ik dat arlemsche kunstliefhebbenden be- ig zullen stellen in een indruk, oï%i ontvangen. 'Bba is altijd een grooter genot veel i één dan veel van velen te zien, n ziet den kunstenaar uitversohei- ji tijden, men ziet verschillende in- leden op hem inwerken, men ziet pi zwak en sterk, slecht en goed, ilijk en mooiMen dringt dieper lor in zijn wezen, men doorvoelt m gevoel wat nu Th. de Bock betreft, heel ep in zijn wezen doordringen be- jeft men niet^ omdat 't wezen niet 6p is, wonsderen of mysteries zijn h werken niet ja, dat onbeweet- re, dat onpeilbare van de schoon- (d ontbreekt ..hem zijn schoonheid aen lichte, vroolijke, meer breede diepe. Hem ontbreekt nog meer I de eerste plaats vind ik dit, dat j zoo weinig zelfstandigs, weinig tens heeft. Hij is bijna altijd k la k of gene, en dit soms verbazend heel. De invloeden, dié hij onder- pden heeft, zijn die van de Fran- hffli en die van Jacob Maris en pigszins Mauve, en dat wel zóó jas, dat je soms zegt„Kijk, een (rot. kijk een Jaap Maris!" (Ju heeft de Bock in Barbizon veel werkt, heeft groote bewondering br de Barbizon-school gevoeld, dat hij zuiver Fransche wei p maakte (Daubigny, Courbet en usseau zijn er ook al) en dat hij Holland terug een leerling, een volger van Jacob Maris werd, dat Kt 'k een groot tekort aan eigen- Bip- ,r is meerde Bock is zelden fijn, Ti. is soms grof, is niet .sterk, er- vaak zwak, is indien wa- 0Bj dan toch niet droomerig; is de- ■atief in zijn luchten en tracht te il een effect te bereiken. )at onder anderen heb ik tegen de ck's talent. Laat 'k nu die stuk- ön, die mij opvielen, hetzij goed ot nader bespreken om zoo tot fijner inzicht in zijn werk te ko- vo. 1 van de (geïllustreerde) cata- pis Na den regen heeft al dade- typische hem eigene dualiteiten is Corot-achtig, .het heeft een om die mooi, zooals de Bock dat n, staat tegen de luchtdoch heeft k, wat hij overal haast heeft, den Br zwakken voorgrond van gras- ul. Inderdaad, de Bock wist geen Morgrond van gras te schilderen, van water. De lichte luc'ht, het 6l blinkend boven deen horizont is it de Bock typeert hier... is dan k mooi. Zonnige ^ag (2), hoewel Corot, heeft Doie dingen. De invloed van Corot bemerkt men duidelijkst dan nog in Boschweg lef' (52), Soheveningsche boschjes (4), doch dit vind 'k een .heel zwak en leelijk stuk, en hier en daar in de wijze van een boom, een fijne grijze boom te teekenen. Jacob Maris' invloed is in meer stukkenzoo Huw weer Kijkduin met een Maris-luchtDiepenveen (19) Op de Veluwe (12) hier alleen wat de lucht betreft. Dit stukje bevalt me anders bestgoede compositie, die boomen in 't water van den voor grond spiegelend, dit doel hij veel, en het rijpe zand van den heuvel ma ken een mooi stuk werk. Vender Ri vier met Molen (49) Landschap «iet koeien (36) (jammer van die koeien, anders wel goeden Aan de Mer- wede (59) Toch heeft de Bock iets, dat her haaldelijk treft, en dat is dat hij ver scheiden malen een rijke kleur mach tig is geworden. Voorbeelden hiervan zijn, en dit zijn meteen de mooiste stukken er onder Beukenstammen (48) (waarover straks nog) Veenpol- der (6), Aan den duinzoom (17) o, dit is heel fijntjesBoschzoom (61) dat mooi rijp bruin is met mooie lucht en compositie Kasteel Doorwerth (30) een pittig klein ding, en Zanderij (51) waar water, lucht en zand, allen, goed zijn. Om hem nu van nog meer zijden te doen zien, moet 'k nog vermelden dat hij te zwaar soms is, b.v. Sep- temheravond (66) Te zoet soms is b.v. Vijver in 't Haagsche Bosch (68) een groot, niet sterk, doek te bleek soms is (in zijn Mauvé-achtige tfcekeningen) te zwak soms is (in zijn voorgron den). En nu nog iets van Beukenstam men (48). Dezelfde drie kolos-achtige stammen heeft hij driemaal geschil derd Beukenbosch (3) Beuken aan de beek (56) en Beukenstammen (48). Ik denk dat (3) het eerst geschilderd is, hier staat de boomgroep in het gras aan een weg, en dit gras is we derom zwakjes. Hoe goed de schilder zelf dit voelde blijkt wel uit (56) waar hij den weg in ee nbeek veranderde, evenals in (48). Eerst in dit laatsteTs hij tot een mooi schilderij gekomen. Fel geel klatert zonlicht met gouden plekken tegen de zware stammen, 'als achtergrond een zon belichtte wei met boschran-d. Dit is een mooie, ty pische de Bock De aquarellen en teekendngen, waarom hij zoo goed bekend stond, konden mij, op een enkele na, die bijzonder handig en vrij-op zijn, niet zoo bekoren. En zoo komen wé dan tot de slot som dat de Bock is een talent niet van den eersten rang (zelfs niet van den tweeden, volgens Alb. Ples- schaert, de bekende criticus, "Sie hem op den derden, na Poggënbeek stelt) doch een zeer verdienstelijk land schapschilder, -die veel goeds had, voornamelijk doordat hij veel goeas van anderen overgenomen hadeen onzelfstandig talent; een veel en veel te vroeg gestorven artiest, die juist pas rijp geworden, belofte gaf een eigen zlening te krijgen. Ik heb een verzoek, of eigenlijk twee Kan Teyler's Stichting van dezen stadgenoot niet één zijner laatste, buiten Haarlem geschilderde stukken koop en Ware dit geen aanwinst voor de kunstzalen en een leering voor jonge Haarlemsche landschap schilders? Maar ik heb een veel ern stiger verzoek Over eenige weinige maanden zal de beroemde collectie van de Bock verkocht worden. Do Bock bezat een wondermooie Jacob Maris, een in warmen toon gedroomd Stad-aan-rivier-gezichtEn v.og al tijd bezit Teyler van onzen groot sten schilder geen doek. Kan Teyler aan Haarlem, aan Holland, die pracht-Maris niet geven, die dó.n t.e krijgen is Teyler heeft een mooie Israel's, een mooie Mouve, een mooie Bosboom moge deze stichting deze Hij zit in den raad des Keizers, geeft de bevelen namens Moetsohito hij strijdt mede bij Liaojang en keert j weer terug naar Tokio, alsof er niets gebeurd is, toegejuicht door de koe lies op straat, die hem evengoed ken nen als den Keizer en do maarschal ken. Hij leidt den veldtocht, in den raad en in het veld. De concentratie der Japansche troe pen bij Liaojang was door hem voor-' bereidhij was op het vereenigings- j punt en zag hoe de Japansche troepen Koeropatkin's leger versloegen. Nauwelijks was de slag geëindigd of Kodama keerde terug naar Japan, bracht den Keizer de eerste uitvoerige berichten, hield raad met de leden van I den Hoogen Krijgsraaden toen ver- Acht gij het gemakkelijk te nemen vroeg de generaal. De correspondent antwoordde ont kennend. „Neen, het is niet gemakkelijk. Het is heel moeilijk. Dertig forten, tien jaren arbeid, groote natuurlijke moeilijkheden een dappere verde diging door een hardnekkig leger bekwame officieren, mede.' De Russen hebben ongeveer 20.000 man. wij 60,000. Drie tegen een, dat is voldoende, met het oog op de ver dedigingsmiddelen. Meer menschen zijn niet noodig. Het is ook geen quaestie van mensch en. maar van ammunitie en leiders." „Wat denkt gij van de hoeveel- ...0 heid levensmiddelen in de vesting alles werkt Ik heb gehoord, dat gij jonken en zelfs transportschepen door de blok- prachtschoone Jacob Maria in haar hij wédeï' ïaar MantsjoSije zalen aan kunnen wijzen. Er Is al jwaar (}e toebereidselen moesten wor- zoo lang sprake van, en men kck»pt J d.en gemaakt voor den slag bij de een Gerke Henkes, een Bisschip, nu ;Sha-ho. is er een eenige gelegenheid om de In dien tijd bezocht hij het belege- hand te leggen op een werk waaraan ringsleger voor Port Arthur, en het Jacob Maria drie jaar g^erkt beeft ^^M^Ser" uit zijn laatsten tijddat Teylei zich terview had met den luitenant-gene- nu niet door welke redenen ook late raai Kodama. weerhouden, om één Maris te heb- Het verhaal daarvan is merkwaar- I ben in 't Rijks Museum zijn er over dig als de man zelf is. de dertig, in 't Suasso bijna tien dat Te midden van oen groep officieren ook Teyler van den grootslcn kun- I jJfJSSTiïi, m r", s)as' stenaar van dezen tijd een werk be- zitte Od. K. OORLOGSVARIA. met een roode kepi, waarop twee bree- de gouden strepen zijn waardigheid als luitenant-generaal aanduidden de Ster van Nippon hing op zijn borst. Toen de correspondent naderde gingen allen een paar stappen terug en zoo stond de generaal alleen. -.nTTATTT. -tTTurr. T1 .a,tr,r, AT i handdruk, waarmede hij dm jour- EEN ONDERHOUD MET GENERAAL naji?t begroette, zijn houding en zijn KODAMA. j giinliach bij het spreken toonden den Wie is generaal Kodama, de sous-j man, die zich bewust is van zijne chef van dm Japanschen generalenkracht en zijn wil, maar die tevens staf daaraan de elegance van een man Een arme, ongeletterde Samoerai, van de wereld, dn het gemak van een uit de bekende Senshoe-clan, die op kameraad paart. twee-en-vijftig-jarigen leeftijd Japan. d6 generaal spreekt geen Engelsch. bestuurt en de Japansche legers leidt. Zijn conversatie moest dus door be- 1 En nu moge men beweren, dat ditmiddeling van een tolk geschieden, onjuist is, dat de groote Moetsohito, En daarom verzocht hij den jouraa- de afstammeling van de oudste rty-list, hem den volgenden dag in zijn nastie der wereld, in Japan regeert; woning te bezoeken. .dat de maarschalken Oyama en Ya-| in Dalny woonde Kodama in het magata, markiezen, veteranen, be- huis van een Russischm majoor, (roemde strijders, bekwaam in den Toen de correspondent zich kwam raad en moedig in het veld, de J a-1 aanmeldenwas de generaal in het pansche legers aanvoeren. Maar men bad. moet niet vergeten, dat Gentaro Ko- Maar weldra vertoonde hij zich, in clama, een officier met den rang van cle kimono, met pantoffels aan. En na luitenant-generaal en met den titelde hartelijke begroeting sprong de van baron, sous-chef van den staf van généraal met jeugdige levendigheid liet, Japansche leger, denkt, als de an- in- een grooten stoel, liet de pantof- "1"~1 'lrM fels vallen, zoodat zijn teenen, leven dig en bewegelijk als vingers, zicht baar werden. De tolk sprak lang met den gene raal, gemakkelijk en gemeenzaam. En in dien tijd kon de correspondent den beroemden Kodama eens opne men, van zijn grijzen snor tot zijn vlugge teenen. En verbaasd vroeg hij zich af, of deze vroolijk pratende Ja panner dezelfde was, dien hij giste ren in de genera als-uniform had ge-j zien. omringd door een staf van eer biedige officieren.... ,,De generaal verzoekt mij hem te verontschuldigen, dat hij u op deze wijze ontvangt", zeide de tolk, „maai bij heeft langen tijd de weelde van een goed bad moeten missen, en de Russische majoor had een mooie bad-; - ,,En toch", ging hij voort, zijn kade hebt laten breken; dat gij de hand uitstrekkende op de tafel, „ik vesting niet wilt uithongeren, maar heb Port-Arthur hier." Hij wees op lo de overgave wilt dwingen." de holte, de beenlooze holte, enkri' „Dat is volkomen onjuist. Wij spier en zenuw, van zijn hand. j hebben de stad ingesloten en liandha- „Wij zullen het nemen voordat ven de blokkade." de winter streng wordt. Wij zullen i:i! „Zijn de forten krachtiger dan de vesting overwinteren." gij verwacht hebt?" De generaal sprak over het beleg, j „Ze zijn goed gebouwd naar „Dit is voor het eerst in dekrijgsge-j Belgisch model, als ik mij niet ver- schiedenis. dat zwaar kust-verdedi-gi?- Naar de zeezijde zijn ze gepant- dings-geschut wordt gebruikt voor! serd, naar de landzijde van aarde op- den vestingoorlog. Wij hebben het on-geworpen, met gemetselde muren, ze uit Japan laten komen. De Russen: Maar de ligging verbaast ons: Een konden het hunne niet gebruiken te- heel knap ingenieur moet die hebben gen onze marine, en gebruiken het nu aangegeven. De toestand is heel an tegen ons landleger." ders dan vóór tien jaren, toen wij „Waarom konden zij het niet ge-, Port-Arthur van de Chineezen namen bruiken tegen uwe marine?" in één dag. Toen namen wij een fort, „Omdat Hij haalde snel een, Itsoeshan, en de andere vielen van- penseel en «een potje Oostindischen 1 zelf. Dat was de sleutel van de stel- inkt te voorschijn, _en begon een ling. Nu kan men niet zeggen, dat een schets te maken op een stuk papier, j fort de sleutel is. Zij zijn zoo aange- En onder het penseel kwam de ves-j legd, dat wij ze een voor een moeten ting Port-Arthur te voorschijn,en hetnemen. De verovering van een fort Is schiereiland, met de Ooster- en de niets meer clan de verovering vaneen Westerhaven, een kruis voor de stad j fort; zij heeft geen gevolgen voorde een kronkel voor Liaotishan, een j andere, zooals vroeger. En het 'S streep voor het Tijgerstaart-eiland. En moeilijk de kracht er van te onder van Oost tot West teekende hij een schatten. Zij hebben hun versterkin gebroken lijn. in een halven cirkel, en een tweede evenwijdig er mede. „Onze mijnen", zeide hij op de buitenste lijn wijzende, en op de bin nenste ..Hun mijnen". „Wij hebben een lijn van elec- trische mijnen gelegd" vervolgde hij, ..die zoo zij ontploffen, hun mij gen zoo ver uitgebreid, dat de troe pen met gemak in zee kunnen ba den". „En dat benijdt gij hun. Dat ia dus het geheim van de Japansche vol harding. De Russen hebben zulk een mooie badplaats Hij glimlachte even, denkand aan deren slapen, werkt als d© anderen eten, dat hij de plannen heeft ge maakt, die de beroemde mannen uit voeren. Maar zoo gaat het gemeenlijk. De wereld ziet zelden den raadgever, die achter cle groote mannen staat, de macht achter den troon, den chef van den staf achter den veldheer. Yamagata is in Tokio. Hij staat met een voet in het graf en houdt zich met, zijn krachtigen wil op de been, 'ondanks zijn zeventig jaren, als raad gever van den keizer. Oyama, de beminde en populaire i generaal, de lieveling van het volk. j voert cle Japansche legers aan in Han ts joeri je. Nogi wordt plechtig ingehaald in Tokio, als de held die het Gibraltar van het Oosten wist te bedwingen. ,.aie zoo zij uiitpiuiicii, xiuii mij- nen moeten aansteken en hun kust-liet "ad hu*s vai* d©n Russi forten moeten beschadigen. Daardoor, 30"en majoor moeten onze marine en hun kustfor- Opnieuw voelde de correspondent ten werkeloos blijven, daar geen van! den dru'i der beenlooze, zenuwachti- beiden het initiatief kan nemen. Zij §e hand. En zoo verliet ik, zegt hij, hebben daarom hun kust-forteu, en zelfs hun marine-geschut gereed ge maakt voor den landoorlog. Wij heb ben eveneens marine-geschut aan land gebracht en uit Japan kust- artillerie ontboden. En zoo geven wij hier het schouwspel van het gebruik van twee groote marine-uitrustingen voor den landoorlog. „Ik wilde dat ik alle tactici van de wereld bier kon brengen, om dat e zien. Want er is veel uit te loeren voor de oorlogen van de toekomst." „Het is dus een strategisch ge vecht 7" ..Niets anders. Het is een schaak spel van strategie. De vraag is slechts Zijn onze marine- en belege ringskanonnen, versterkt met onze den stillen leider der veertig millioen die den strijd aanvaard hebben met de driehonderd mllioen onderdanen van den Czaar.... DE „ANDROMEDA". ■Het marine^departement betuigde leedwezen ever het misverstand dat bestond over de zending van den Britsdhen kruiser Andromeda. Beves tigd wordt dat de bevelhebber in Port Arthur het aanbod van hulpverlee ning afsloeg, hij deed dit echter krachtens zijn algemeene instructies. De Britsche autoriteiten te Wei-hai- wei hadden te laat den Britschen ge zant van de uitzending van den krui- veldartillerie, machtiger dan hun ma- ser kennis gegeven. Zoodra de mi- I En toen spraken zij weer Japanschj de tolk en de generaal. i Kodama liet zijn hoofd in de hand rusten, een rond en smal hoofd als een kogel, maar lang van lijn, hoog van voorhoofd, geen hoofd van een minister maar van een organiseerend talent, een meester in de kennis van details en in het overzien van groote en 'voorlichting van generaal Kodama] plannen een hoofd waarin de lier- niet missen. sens van Japan liggen. Kodama is altijd overal.„Gij hebt Port-Arthur gezien. Koeroki wordt gevierd als de onver- i ^richting in zijn huis.... moeide, de gelukkige huisvader in de toen SDra^en zn wee: kimono, de stoere soldaat te velde in cle tunica. Maar Kodama is de ziel van alles, het hoofd dat denkt en schikt en re gelt, wat deze moeten uitvoeren. En ondanks de tijdelijke,ongenade waar in de sous-chef van den staf is geval len, kan cle Keizer van Japan de hulp rine- en kustbatterijen, als aanvulling van hun fortenlinie En daarnaast, maar van minder belang, is de be kwaamheid van de bevelhebbers der divisies en brigades". „Maar de troepen berust niet bij hen de beslissing?" „Neen", zeide Kodama. Het 's slechts een quaestie van strategie". Hij wierp liet penseel weg en blies dikke rookwolken uit zijn sigaar in de lucht. En zoo, in zijn donkere ki mono. in dien Russischen armstoel, maakte hij den indruk van eenreu- zepispin, die haar net gespannen heeft, en nu maar afwacht, dat de vlieg er in moet komen. „Zendt gij nog meer reserve troepen hierheen „Neen. Ons leger hier is sterk genoeg, om Port-Arthur te nemen. nister mededeeling van de uitzending had ontvangen, zorgde hij er voor 'dat door de Japanners onmiddellijk het aanbod dankbaar werd aanvaard. Toen echter de orders om de toege zonden voorraden aan te nemen Port Arthur bereikten, was de „Androme- da" reeds vertrokken. Leger en Vloot OFFICIEREN-DEBATING-CLUBS. De „N. Arnh. Ct." bevat over de kwestie van den overgeplaatsten lui tenant Reitsma het volgende Naar wij vernemen is deer liet Be stuur der Asser-Officiers-debatingclub Feuilleton. 'e Misdaad in de Familie Uit het Engelsch door HUGH CONWAY. 31) Ann kindZij was niet veel ouder in een-en-twintig jaar en hare toe- mst was geheel vernietigd door dien nen onberaden stap. Wat hare familie betreft, mijnheer mrchier was langen tijd ziek ge- eest. Ik zou onwaarheid spreken, als beweerde, dat het berouw over zijn isdaad daarvan de oorzaak was. Er zullen verscheidene moordenaars jn. die even goed als gij cn ik eten, 'inken en slapen. In koelen bloede ld hij cle daad begaan. hij had it gedaan om zich en zijne kinde- n te redden. Hoewel het gelaat, van in slachtoffer hem in den eersten A d in zijne droomen verscheen, werd Aft ten laatste al flauwer en flau- Als George Mandors niets had ildckt. en hetgeen hij wist tot zijn gen voordeel had aangewend, clan u waarschijnlijk Philip Bourchier i eenigen tijd zijn misdaad hebben jrgeten. en als het gevaar van ont dekking voorbij was, dan zou hij er zich zelfs in verheugd hebben, zijn tegenstander te hebben gevonden, en dat hij door die wanhopige daad zich van zijne rechten op „Redhills" ver zekerd had. Het was dus niet door be rouw, dat hij voor zijn tijd oud was. Het was door vrees, wees voor het zwaard, dat de indringer hem steeds boven het hoofd hield. Het was door berouw over den prijs, waarmee het stilzwijgen was gekocht het geluk van Josephine. Het was door wees, dat het zwaard den een of anderen dag zou vallen, het was door ver moeienis, daar hij een voortclurenden strijd voerde met zijn vijand, die hem met het vreeselijkste bedreigde, zoo- dat hij sidderde bij de gedachte, dat hij zijne bedreiging zou volvoeren, en daarom den snoodaard telkens weer met geld moest tevreden stel len. Met een gevoel van afgrijzen dacht hij er aan, dat zijne vrouw en kin deren hem den een of anderen dag voor een moordenaar zouden aan zien. Als wij dus het berouw buiten rekening laten, dan was er inderdaad genoeg," dat Philip Bourchier in dien ziekelijken toestand had kunnen bren gen. Slapeloosheid was zijne grootste kwelling. Zonder kunstmiddelen kon hij niet. slapen, en iemand moet hun-1 nen slapen, anders gaat hij dood of j wordt krankzinnig. Niet zonder er tegen te worstelen, werd hij een slaaf van het chloral. Maar wat kon hij er tegen uitrich ten Hij legde zich wel neer, en zeide bij zichzelf, dat hij den slaap zou af wachten tot hij kwam. Gedachten, al maar gedachten kwa men, maar de slaap bleef uit. Hij moest dan wel toegeven en een dosis van het doodend slaapmiddel verzwel gen. Slechts zijne wouw wist, welke hoeveelheid hij reeds in de laatste maanden had gebruikt. Men zegt dat chloral het lichaam doodt, maar den geest niet schaadt. Dit was ook het geval met Philip Bourchier. Hij was een man van een krachtigen wil en streed heftig tegen zijn vijand. Hij verdiepte zich in cle politiek, zooals een volbloed conserva tief maar zelden doet. Hij zocht ver strooiing alles te vergeefs. Toen gaf hij den strijd op en gaf zich aan zijn noodlot over. Hij had spoedig een af keer van gezelschap, behalve van dat zijner naaste bloedverwanten. Dit strookte niet met zijne plichten als lid van hdt Parlement, Hij moest zich ook noodzakelijk bezuinigen. Digby's eischen drukten zeer zwaar op hem. Hij verkocht zijn huis in Londen en ging het overige zijner le vensdagen in eenzaamheid op ..Red hills" slijten. Oliet. was een ongelukkig uur voor Philip Bourchier, toen hij dien man liet meerijden van Brackley naar Redton. En zijne vrouw Zij was, wat zij altijd was geweest, eene trouwe, vriendelijke, zorgzame hulp. Haar echtgenoot was haar af god. In gezondheid, in ziekte, in rijk dom, in armoede, in eer of in schan de, was hij haar heer en meester. Kon eene vrouw meer zijn Zij wist niet anders, of hij was niet gezond, hetgeen niet verbeterd was door het overhaast en ongelukkig hu welijk van Josephine. Over deze zaak moest mewouw Bourchier zichzelf berispen, zij had daarin voor den eersten keer gehan deld, zonder haar echtgenoot te heb ben geraadpleegd. Het berouwde haar zeer, maar zij vergaf Josephine, daar deze zoo ongelukkig was. En Mabel Mabel had een goed huwelijk ge daan. Niet mot don achtbaren John. wiens zaak hopeloos was, maar mot den afstammeling van eene zeer oude deftige familie, niet uit Westshire, maar uit Midland. Daar haar echtge noot groote landgoederen bezat, e>n een titel zou erven, waren de vooruit zichten van Mabel schitterend. Het. contrast tusschen hare positie en d'e van hare zuster moest Josephine zeer in het oog vallen. Mabel hield echter nog steeds even veel van haar, en cle gelukkigste oogenblikken had Josephine, als bij haar op Sliortlands logeerde. En Allan, dien wij nog zoo weinig kennen Zijne studiejaren waren voorbij, hij had een graad behaald en genoot nu van het leven, zooals de erfgenaam van eene prachtige bezitting het kan doen. Toen hij meerderjarig was, be zat hij geld genoeg, zoodat hij des noods onafhankelijk zou kunnen le ven. Daar het in de familie Bourchier geen gewoonte was, dat de erfgenaam zich op het een of andere vak ging toeleggen, had de vier-en-twintig-jari ge jongeling een lui bestaan. Hij hield veel van reizen en van sport, en 'was een liefhebber der kunsten en van nog meer andere dingen, zoodat hij een vroolijk leven had. Hij woonde in cle stad op kamers, daar mijnheer Bourchier er nu geen huis meer be zat hij bracht echter ook een groot deel van zijn tijd op „Redhills" door. Telkens als hij zijn vader bezocht, verbeeldde hij zich. dat deze zwakker werd. Het verontrustte hem zeer toen hij bemerkte, hoe afgeleefd hij was. Daar hij de oorzaak hiervan vond in het huwelijk van Josephine, is hc-t wel te begrijpen, welke gevoelens hij jegens Digby koesterde. Kenneth, de jongste, dacht juist aan Oxford. Of hij de kerk of de balie moest toebehooren, wist men nog niet. Aldus was de toestand der famili' jop ..Redhills". toen Frances naar En- geland terugkeerde, en zooals mijn heer Kaulitz had voorspeld, de were! 1 in een storm veroverde. HOOFDSTUK XII. In de kleedkamer. Allan Bourchier zat in het rook- salon van zijn club. Hij had daar ge dineerd. en beraadslaagde met zich zelf, wat hij dien avond zou uitvoe ren. Hij had geen bezoek af te leggen, zoodat hij half en half besloot naar een der schouwburgen te gaan. Hij was geen liefhebber van dramastuk ken, en hield meer van natuurlijke mannen en vrouwen, natuurlijke ge beurtenissen en handelingen. Daarom was hij ook liever in de stad dan bui ten, want hij hield er van te midden van die menigte bedrijvige menschen te wonen. Somtijds betreurde hij het, dat hij ook door werken zijn fortuin niet moest maken. Hij liad zich echter wel "voorgenomen, den een of anderen tijd eene loopbaan te kiezen. Hij hoopte lid van hdt Parlement te wor den en dan als werkend lid, niet als jfigurant op te treden, zijn tijd was echter nog niet gekomen. Hij dacht aan al die dingen, toen hij in het jrooksalon zat. Hij dacht aan de gr ra te stad Londen en de millioenen men schen, die hem omringden. Dan gingen zijne gedachten van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 5