T 22e Jaargang. No. 6607 vcisciiijr.t dagslij:::,, behrivs op 7,op- cn Fö-ij-^agen. DONDERDAG 12 JANUARI 1905 B
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
ARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERT ENT1ËN:
per drie maanden: liPiL ^an re8e's Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem 1-0 Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der T^XxTT yH'VV r» i i n- au
gemeente) 1.30 v Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland 1.65 na) Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Afzonderlijke nummers 0.Q2)£ V.èr" Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.373/2
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
(Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Theophile de Bock.
Intoonstelling Arti et Amicitiae.
s het niet zeer goed eens iets te
gen van dezen, onlangs overleden
dgenoot Ik deed dit al niet eer.
direct na zijn dood, omdat 'k te
iaig van zijn werk gezien 'had om
i eigen oordeel te uiten. Maar nu,
'k deze tentoonstelling lieb bezien
'k daar een bijna honderd werken
>r oogen kreeg, nu meen ik dat
arlemsche kunstliefhebbenden be-
ig zullen stellen in een indruk,
oï%i ontvangen.
'Bba is altijd een grooter genot veel
i één dan veel van velen te zien,
n ziet den kunstenaar uitversohei-
ji tijden, men ziet verschillende in-
leden op hem inwerken, men ziet
pi zwak en sterk, slecht en goed,
ilijk en mooiMen dringt dieper
lor in zijn wezen, men doorvoelt
m gevoel
wat nu Th. de Bock betreft, heel
ep in zijn wezen doordringen be-
jeft men niet^ omdat 't wezen niet
6p is, wonsderen of mysteries zijn
h werken niet ja, dat onbeweet-
re, dat onpeilbare van de schoon-
(d ontbreekt ..hem zijn schoonheid
aen lichte, vroolijke, meer breede
diepe. Hem ontbreekt nog meer
I de eerste plaats vind ik dit, dat
j zoo weinig zelfstandigs, weinig
tens heeft. Hij is bijna altijd k la
k of gene, en dit soms verbazend
heel. De invloeden, dié hij onder-
pden heeft, zijn die van de Fran-
hffli en die van Jacob Maris en
pigszins Mauve, en dat wel zóó
jas, dat je soms zegt„Kijk, een
(rot. kijk een Jaap Maris!"
(Ju heeft de Bock in Barbizon veel
werkt, heeft groote bewondering
br de Barbizon-school gevoeld,
dat hij zuiver Fransche wei
p maakte (Daubigny, Courbet en
usseau zijn er ook al) en dat hij
Holland terug een leerling, een
volger van Jacob Maris werd, dat
Kt 'k een groot tekort aan eigen-
Bip-
,r is meerde Bock is zelden fijn,
Ti. is soms grof, is niet .sterk, er-
vaak zwak, is indien wa-
0Bj dan toch niet droomerig; is de-
■atief in zijn luchten en tracht te
il een effect te bereiken.
)at onder anderen heb ik tegen de
ck's talent. Laat 'k nu die stuk-
ön, die mij opvielen, hetzij goed ot
nader bespreken om zoo tot
fijner inzicht in zijn werk te ko-
vo. 1 van de (geïllustreerde) cata-
pis Na den regen heeft al dade-
typische hem eigene dualiteiten
is Corot-achtig, .het heeft een
om die mooi, zooals de Bock dat
n, staat tegen de luchtdoch heeft
k, wat hij overal haast heeft, den
Br zwakken voorgrond van gras-
ul. Inderdaad, de Bock wist geen
Morgrond van gras te schilderen,
van water. De lichte luc'ht, het
6l blinkend boven deen horizont is
it de Bock typeert hier... is dan
k mooi.
Zonnige ^ag (2), hoewel Corot, heeft
Doie dingen.
De invloed van Corot bemerkt men
duidelijkst dan nog in Boschweg
lef'
(52), Soheveningsche boschjes (4),
doch dit vind 'k een .heel zwak en
leelijk stuk, en hier en daar in de
wijze van een boom, een fijne grijze
boom te teekenen.
Jacob Maris' invloed is in meer
stukkenzoo Huw weer Kijkduin
met een Maris-luchtDiepenveen (19)
Op de Veluwe (12) hier alleen wat de
lucht betreft. Dit stukje bevalt me
anders bestgoede compositie, die
boomen in 't water van den voor
grond spiegelend, dit doel hij veel,
en het rijpe zand van den heuvel ma
ken een mooi stuk werk. Vender Ri
vier met Molen (49) Landschap «iet
koeien (36) (jammer van die koeien,
anders wel goeden Aan de Mer-
wede (59)
Toch heeft de Bock iets, dat her
haaldelijk treft, en dat is dat hij ver
scheiden malen een rijke kleur mach
tig is geworden. Voorbeelden hiervan
zijn, en dit zijn meteen de mooiste
stukken er onder Beukenstammen
(48) (waarover straks nog) Veenpol-
der (6), Aan den duinzoom (17) o, dit
is heel fijntjesBoschzoom (61) dat
mooi rijp bruin is met mooie lucht
en compositie Kasteel Doorwerth (30)
een pittig klein ding, en Zanderij
(51) waar water, lucht en zand, allen,
goed zijn.
Om hem nu van nog meer zijden
te doen zien, moet 'k nog vermelden
dat hij te zwaar soms is, b.v. Sep-
temheravond (66) Te zoet soms is b.v.
Vijver in 't Haagsche Bosch (68) een
groot, niet sterk, doek te bleek soms
is (in zijn Mauvé-achtige tfcekeningen)
te zwak soms is (in zijn voorgron
den).
En nu nog iets van Beukenstam
men (48). Dezelfde drie kolos-achtige
stammen heeft hij driemaal geschil
derd Beukenbosch (3) Beuken aan
de beek (56) en Beukenstammen (48).
Ik denk dat (3) het eerst geschilderd
is, hier staat de boomgroep in het
gras aan een weg, en dit gras is we
derom zwakjes. Hoe goed de schilder
zelf dit voelde blijkt wel uit (56) waar
hij den weg in ee nbeek veranderde,
evenals in (48). Eerst in dit laatsteTs
hij tot een mooi schilderij gekomen.
Fel geel klatert zonlicht met gouden
plekken tegen de zware stammen, 'als
achtergrond een zon belichtte wei
met boschran-d. Dit is een mooie, ty
pische de Bock
De aquarellen en teekendngen,
waarom hij zoo goed bekend stond,
konden mij, op een enkele na, die
bijzonder handig en vrij-op zijn, niet
zoo bekoren.
En zoo komen wé dan tot de slot
som dat de Bock is een talent niet
van den eersten rang (zelfs niet van
den tweeden, volgens Alb. Ples-
schaert, de bekende criticus, "Sie hem
op den derden, na Poggënbeek stelt)
doch een zeer verdienstelijk land
schapschilder, -die veel goeds had,
voornamelijk doordat hij veel goeas
van anderen overgenomen hadeen
onzelfstandig talent; een veel en veel
te vroeg gestorven artiest, die juist
pas rijp geworden, belofte gaf een
eigen zlening te krijgen.
Ik heb een verzoek, of eigenlijk
twee
Kan Teyler's Stichting van dezen
stadgenoot niet één zijner laatste,
buiten Haarlem geschilderde stukken
koop en Ware dit geen aanwinst
voor de kunstzalen en een leering
voor jonge Haarlemsche landschap
schilders? Maar ik heb een veel ern
stiger verzoek Over eenige weinige
maanden zal de beroemde collectie
van de Bock verkocht worden. Do
Bock bezat een wondermooie Jacob
Maris, een in warmen toon gedroomd
Stad-aan-rivier-gezichtEn v.og al
tijd bezit Teyler van onzen groot
sten schilder geen doek. Kan Teyler
aan Haarlem, aan Holland, die
pracht-Maris niet geven, die dó.n t.e
krijgen is Teyler heeft een mooie
Israel's, een mooie Mouve, een mooie
Bosboom moge deze stichting deze
Hij zit in den raad des Keizers,
geeft de bevelen namens Moetsohito
hij strijdt mede bij Liaojang en keert j
weer terug naar Tokio, alsof er niets
gebeurd is, toegejuicht door de koe
lies op straat, die hem evengoed ken
nen als den Keizer en do maarschal
ken. Hij leidt den veldtocht, in den
raad en in het veld.
De concentratie der Japansche troe
pen bij Liaojang was door hem voor-'
bereidhij was op het vereenigings- j
punt en zag hoe de Japansche troepen
Koeropatkin's leger versloegen.
Nauwelijks was de slag geëindigd
of Kodama keerde terug naar Japan,
bracht den Keizer de eerste uitvoerige
berichten, hield raad met de leden van I
den Hoogen Krijgsraaden toen ver-
Acht gij het gemakkelijk te nemen
vroeg de generaal.
De correspondent antwoordde ont
kennend.
„Neen, het is niet gemakkelijk.
Het is heel moeilijk. Dertig forten,
tien jaren arbeid, groote natuurlijke
moeilijkheden een dappere verde
diging door een hardnekkig leger
bekwame officieren,
mede.'
De Russen hebben ongeveer 20.000
man. wij 60,000. Drie tegen een, dat
is voldoende, met het oog op de ver
dedigingsmiddelen. Meer menschen
zijn niet noodig. Het is ook geen
quaestie van mensch en. maar van
ammunitie en leiders."
„Wat denkt gij van de hoeveel-
...0 heid levensmiddelen in de vesting
alles werkt Ik heb gehoord, dat gij jonken en
zelfs transportschepen door de blok-
prachtschoone Jacob Maria in haar hij wédeï' ïaar MantsjoSije
zalen aan kunnen wijzen. Er Is al jwaar (}e toebereidselen moesten wor-
zoo lang sprake van, en men kck»pt J d.en gemaakt voor den slag bij de
een Gerke Henkes, een Bisschip, nu ;Sha-ho.
is er een eenige gelegenheid om de In dien tijd bezocht hij het belege-
hand te leggen op een werk waaraan ringsleger voor Port Arthur, en het
Jacob Maria drie jaar g^erkt beeft ^^M^Ser"
uit zijn laatsten tijddat Teylei zich terview had met den luitenant-gene-
nu niet door welke redenen ook late raai Kodama.
weerhouden, om één Maris te heb- Het verhaal daarvan is merkwaar-
I ben in 't Rijks Museum zijn er over dig als de man zelf is.
de dertig, in 't Suasso bijna tien dat Te midden van oen groep officieren
ook Teyler van den grootslcn kun- I jJfJSSTiïi, m r", s)as'
stenaar van dezen tijd een werk be-
zitte Od. K.
OORLOGSVARIA.
met een roode kepi, waarop twee bree-
de gouden strepen zijn waardigheid
als luitenant-generaal aanduidden
de Ster van Nippon hing op zijn
borst. Toen de correspondent naderde
gingen allen een paar stappen terug
en zoo stond de generaal alleen.
-.nTTATTT. -tTTurr. T1 .a,tr,r, AT i handdruk, waarmede hij dm jour-
EEN ONDERHOUD MET GENERAAL naji?t begroette, zijn houding en zijn
KODAMA. j giinliach bij het spreken toonden den
Wie is generaal Kodama, de sous-j man, die zich bewust is van zijne
chef van dm Japanschen generalenkracht en zijn wil, maar die tevens
staf daaraan de elegance van een man
Een arme, ongeletterde Samoerai, van de wereld, dn het gemak van een
uit de bekende Senshoe-clan, die op kameraad paart.
twee-en-vijftig-jarigen leeftijd Japan. d6 generaal spreekt geen Engelsch.
bestuurt en de Japansche legers leidt. Zijn conversatie moest dus door be-
1 En nu moge men beweren, dat ditmiddeling van een tolk geschieden,
onjuist is, dat de groote Moetsohito, En daarom verzocht hij den jouraa-
de afstammeling van de oudste rty-list, hem den volgenden dag in zijn
nastie der wereld, in Japan regeert; woning te bezoeken.
.dat de maarschalken Oyama en Ya-| in Dalny woonde Kodama in het
magata, markiezen, veteranen, be- huis van een Russischm majoor,
(roemde strijders, bekwaam in den Toen de correspondent zich kwam
raad en moedig in het veld, de J a-1 aanmeldenwas de generaal in het
pansche legers aanvoeren. Maar men bad.
moet niet vergeten, dat Gentaro Ko- Maar weldra vertoonde hij zich, in
clama, een officier met den rang van cle kimono, met pantoffels aan. En na
luitenant-generaal en met den titelde hartelijke begroeting sprong de
van baron, sous-chef van den staf van généraal met jeugdige levendigheid
liet, Japansche leger, denkt, als de an- in- een grooten stoel, liet de pantof-
"1"~1 'lrM fels vallen, zoodat zijn teenen, leven
dig en bewegelijk als vingers, zicht
baar werden.
De tolk sprak lang met den gene
raal, gemakkelijk en gemeenzaam.
En in dien tijd kon de correspondent
den beroemden Kodama eens opne
men, van zijn grijzen snor tot zijn
vlugge teenen. En verbaasd vroeg hij
zich af, of deze vroolijk pratende Ja
panner dezelfde was, dien hij giste
ren in de genera als-uniform had ge-j
zien. omringd door een staf van eer
biedige officieren....
,,De generaal verzoekt mij hem
te verontschuldigen, dat hij u op deze
wijze ontvangt", zeide de tolk, „maai
bij heeft langen tijd de weelde van
een goed bad moeten missen, en de
Russische majoor had een mooie bad-;
- ,,En toch", ging hij voort, zijn kade hebt laten breken; dat gij de
hand uitstrekkende op de tafel, „ik vesting niet wilt uithongeren, maar
heb Port-Arthur hier." Hij wees op lo de overgave wilt dwingen."
de holte, de beenlooze holte, enkri' „Dat is volkomen onjuist. Wij
spier en zenuw, van zijn hand. j hebben de stad ingesloten en liandha-
„Wij zullen het nemen voordat ven de blokkade."
de winter streng wordt. Wij zullen i:i! „Zijn de forten krachtiger dan
de vesting overwinteren." gij verwacht hebt?"
De generaal sprak over het beleg, j „Ze zijn goed gebouwd naar
„Dit is voor het eerst in dekrijgsge-j Belgisch model, als ik mij niet ver-
schiedenis. dat zwaar kust-verdedi-gi?- Naar de zeezijde zijn ze gepant-
dings-geschut wordt gebruikt voor! serd, naar de landzijde van aarde op-
den vestingoorlog. Wij hebben het on-geworpen, met gemetselde muren,
ze uit Japan laten komen. De Russen: Maar de ligging verbaast ons: Een
konden het hunne niet gebruiken te- heel knap ingenieur moet die hebben
gen onze marine, en gebruiken het nu aangegeven. De toestand is heel an
tegen ons landleger." ders dan vóór tien jaren, toen wij
„Waarom konden zij het niet ge-, Port-Arthur van de Chineezen namen
bruiken tegen uwe marine?" in één dag. Toen namen wij een fort,
„Omdat Hij haalde snel een, Itsoeshan, en de andere vielen van-
penseel en «een potje Oostindischen 1 zelf. Dat was de sleutel van de stel-
inkt te voorschijn, _en begon een ling. Nu kan men niet zeggen, dat een
schets te maken op een stuk papier, j fort de sleutel is. Zij zijn zoo aange-
En onder het penseel kwam de ves-j legd, dat wij ze een voor een moeten
ting Port-Arthur te voorschijn,en hetnemen. De verovering van een fort Is
schiereiland, met de Ooster- en de niets meer clan de verovering vaneen
Westerhaven, een kruis voor de stad j fort; zij heeft geen gevolgen voorde
een kronkel voor Liaotishan, een j andere, zooals vroeger. En het 'S
streep voor het Tijgerstaart-eiland. En moeilijk de kracht er van te onder
van Oost tot West teekende hij een schatten. Zij hebben hun versterkin
gebroken lijn. in een halven cirkel,
en een tweede evenwijdig er mede.
„Onze mijnen", zeide hij op de
buitenste lijn wijzende, en op de bin
nenste ..Hun mijnen".
„Wij hebben een lijn van elec-
trische mijnen gelegd" vervolgde
hij, ..die zoo zij ontploffen, hun mij
gen zoo ver uitgebreid, dat de troe
pen met gemak in zee kunnen ba
den".
„En dat benijdt gij hun. Dat ia
dus het geheim van de Japansche vol
harding. De Russen hebben zulk een
mooie badplaats
Hij glimlachte even, denkand aan
deren slapen, werkt als d© anderen
eten, dat hij de plannen heeft ge
maakt, die de beroemde mannen uit
voeren.
Maar zoo gaat het gemeenlijk. De
wereld ziet zelden den raadgever, die
achter cle groote mannen staat, de
macht achter den troon, den chef van
den staf achter den veldheer.
Yamagata is in Tokio. Hij staat
met een voet in het graf en houdt zich
met, zijn krachtigen wil op de been,
'ondanks zijn zeventig jaren, als raad
gever van den keizer.
Oyama, de beminde en populaire
i generaal, de lieveling van het volk.
j voert cle Japansche legers aan in Han
ts joeri je.
Nogi wordt plechtig ingehaald in
Tokio, als de held die het Gibraltar
van het Oosten wist te bedwingen.
,.aie zoo zij uiitpiuiicii, xiuii mij-
nen moeten aansteken en hun kust-liet "ad hu*s vai* d©n Russi
forten moeten beschadigen. Daardoor, 30"en majoor
moeten onze marine en hun kustfor- Opnieuw voelde de correspondent
ten werkeloos blijven, daar geen van! den dru'i der beenlooze, zenuwachti-
beiden het initiatief kan nemen. Zij §e hand. En zoo verliet ik, zegt hij,
hebben daarom hun kust-forteu, en
zelfs hun marine-geschut gereed ge
maakt voor den landoorlog. Wij heb
ben eveneens marine-geschut aan
land gebracht en uit Japan kust-
artillerie ontboden. En zoo geven wij
hier het schouwspel van het gebruik
van twee groote marine-uitrustingen
voor den landoorlog.
„Ik wilde dat ik alle tactici van de
wereld bier kon brengen, om dat e
zien. Want er is veel uit te loeren
voor de oorlogen van de toekomst."
„Het is dus een strategisch ge
vecht 7"
..Niets anders. Het is een schaak
spel van strategie. De vraag is
slechts Zijn onze marine- en belege
ringskanonnen, versterkt met onze
den stillen leider der veertig millioen
die den strijd aanvaard hebben met
de driehonderd mllioen onderdanen
van den Czaar....
DE „ANDROMEDA".
■Het marine^departement betuigde
leedwezen ever het misverstand dat
bestond over de zending van den
Britsdhen kruiser Andromeda. Beves
tigd wordt dat de bevelhebber in Port
Arthur het aanbod van hulpverlee
ning afsloeg, hij deed dit echter
krachtens zijn algemeene instructies.
De Britsche autoriteiten te Wei-hai-
wei hadden te laat den Britschen ge
zant van de uitzending van den krui-
veldartillerie, machtiger dan hun ma- ser kennis gegeven. Zoodra de mi-
I
En toen spraken zij weer Japanschj
de tolk en de generaal. i
Kodama liet zijn hoofd in de hand
rusten, een rond en smal hoofd als
een kogel, maar lang van lijn, hoog
van voorhoofd, geen hoofd van een
minister maar van een organiseerend
talent, een meester in de kennis van
details en in het overzien van groote
en 'voorlichting van generaal Kodama] plannen een hoofd waarin de lier-
niet missen. sens van Japan liggen.
Kodama is altijd overal.„Gij hebt Port-Arthur gezien.
Koeroki wordt gevierd als de onver- i ^richting in zijn huis....
moeide, de gelukkige huisvader in de toen SDra^en zn wee:
kimono, de stoere soldaat te velde in
cle tunica.
Maar Kodama is de ziel van alles,
het hoofd dat denkt en schikt en re
gelt, wat deze moeten uitvoeren. En
ondanks de tijdelijke,ongenade waar
in de sous-chef van den staf is geval
len, kan cle Keizer van Japan de hulp
rine- en kustbatterijen, als aanvulling
van hun fortenlinie En daarnaast,
maar van minder belang, is de be
kwaamheid van de bevelhebbers der
divisies en brigades".
„Maar de troepen berust niet
bij hen de beslissing?"
„Neen", zeide Kodama. Het 's
slechts een quaestie van strategie".
Hij wierp liet penseel weg en blies
dikke rookwolken uit zijn sigaar in
de lucht. En zoo, in zijn donkere ki
mono. in dien Russischen armstoel,
maakte hij den indruk van eenreu-
zepispin, die haar net gespannen
heeft, en nu maar afwacht, dat de
vlieg er in moet komen.
„Zendt gij nog meer reserve
troepen hierheen
„Neen. Ons leger hier is sterk
genoeg, om Port-Arthur te nemen.
nister mededeeling van de uitzending
had ontvangen, zorgde hij er voor
'dat door de Japanners onmiddellijk
het aanbod dankbaar werd aanvaard.
Toen echter de orders om de toege
zonden voorraden aan te nemen Port
Arthur bereikten, was de „Androme-
da" reeds vertrokken.
Leger en Vloot
OFFICIEREN-DEBATING-CLUBS.
De „N. Arnh. Ct." bevat over de
kwestie van den overgeplaatsten lui
tenant Reitsma het volgende
Naar wij vernemen is deer liet Be
stuur der Asser-Officiers-debatingclub
Feuilleton.
'e Misdaad in de Familie
Uit het Engelsch
door
HUGH CONWAY.
31)
Ann kindZij was niet veel ouder
in een-en-twintig jaar en hare toe-
mst was geheel vernietigd door dien
nen onberaden stap.
Wat hare familie betreft, mijnheer
mrchier was langen tijd ziek ge-
eest. Ik zou onwaarheid spreken, als
beweerde, dat het berouw over zijn
isdaad daarvan de oorzaak was.
Er zullen verscheidene moordenaars
jn. die even goed als gij cn ik eten,
'inken en slapen. In koelen bloede
ld hij cle daad begaan. hij had
it gedaan om zich en zijne kinde-
n te redden. Hoewel het gelaat, van
in slachtoffer hem in den eersten
A d in zijne droomen verscheen, werd
Aft ten laatste al flauwer en flau-
Als George Mandors niets had
ildckt. en hetgeen hij wist tot zijn
gen voordeel had aangewend, clan
u waarschijnlijk Philip Bourchier
i eenigen tijd zijn misdaad hebben
jrgeten. en als het gevaar van ont
dekking voorbij was, dan zou hij er
zich zelfs in verheugd hebben, zijn
tegenstander te hebben gevonden, en
dat hij door die wanhopige daad zich
van zijne rechten op „Redhills" ver
zekerd had. Het was dus niet door be
rouw, dat hij voor zijn tijd oud was.
Het was door vrees, wees voor het
zwaard, dat de indringer hem steeds
boven het hoofd hield. Het was door
berouw over den prijs, waarmee het
stilzwijgen was gekocht het geluk
van Josephine. Het was door wees,
dat het zwaard den een of anderen
dag zou vallen, het was door ver
moeienis, daar hij een voortclurenden
strijd voerde met zijn vijand, die hem
met het vreeselijkste bedreigde, zoo-
dat hij sidderde bij de gedachte, dat
hij zijne bedreiging zou volvoeren,
en daarom den snoodaard telkens
weer met geld moest tevreden stel
len.
Met een gevoel van afgrijzen dacht
hij er aan, dat zijne vrouw en kin
deren hem den een of anderen dag
voor een moordenaar zouden aan
zien. Als wij dus het berouw buiten
rekening laten, dan was er inderdaad
genoeg," dat Philip Bourchier in dien
ziekelijken toestand had kunnen bren
gen.
Slapeloosheid was zijne grootste
kwelling. Zonder kunstmiddelen kon
hij niet. slapen, en iemand moet hun-1
nen slapen, anders gaat hij dood of j
wordt krankzinnig.
Niet zonder er tegen te worstelen,
werd hij een slaaf van het chloral.
Maar wat kon hij er tegen uitrich
ten Hij legde zich wel neer, en zeide
bij zichzelf, dat hij den slaap zou af
wachten tot hij kwam.
Gedachten, al maar gedachten kwa
men, maar de slaap bleef uit. Hij
moest dan wel toegeven en een dosis
van het doodend slaapmiddel verzwel
gen. Slechts zijne wouw wist, welke
hoeveelheid hij reeds in de laatste
maanden had gebruikt.
Men zegt dat chloral het lichaam
doodt, maar den geest niet schaadt.
Dit was ook het geval met Philip
Bourchier. Hij was een man van een
krachtigen wil en streed heftig tegen
zijn vijand. Hij verdiepte zich in cle
politiek, zooals een volbloed conserva
tief maar zelden doet. Hij zocht ver
strooiing alles te vergeefs. Toen gaf
hij den strijd op en gaf zich aan zijn
noodlot over. Hij had spoedig een af
keer van gezelschap, behalve van dat
zijner naaste bloedverwanten.
Dit strookte niet met zijne plichten
als lid van hdt Parlement, Hij moest
zich ook noodzakelijk bezuinigen.
Digby's eischen drukten zeer zwaar
op hem. Hij verkocht zijn huis in
Londen en ging het overige zijner le
vensdagen in eenzaamheid op ..Red
hills" slijten.
Oliet. was een ongelukkig uur
voor Philip Bourchier, toen hij dien
man liet meerijden van Brackley naar
Redton.
En zijne vrouw
Zij was, wat zij altijd was geweest,
eene trouwe, vriendelijke, zorgzame
hulp. Haar echtgenoot was haar af
god. In gezondheid, in ziekte, in rijk
dom, in armoede, in eer of in schan
de, was hij haar heer en meester.
Kon eene vrouw meer zijn
Zij wist niet anders, of hij was niet
gezond, hetgeen niet verbeterd was
door het overhaast en ongelukkig hu
welijk van Josephine.
Over deze zaak moest mewouw
Bourchier zichzelf berispen, zij had
daarin voor den eersten keer gehan
deld, zonder haar echtgenoot te heb
ben geraadpleegd. Het berouwde haar
zeer, maar zij vergaf Josephine, daar
deze zoo ongelukkig was.
En Mabel
Mabel had een goed huwelijk ge
daan. Niet mot don achtbaren John.
wiens zaak hopeloos was, maar mot
den afstammeling van eene zeer oude
deftige familie, niet uit Westshire,
maar uit Midland. Daar haar echtge
noot groote landgoederen bezat, e>n
een titel zou erven, waren de vooruit
zichten van Mabel schitterend. Het.
contrast tusschen hare positie en d'e
van hare zuster moest Josephine zeer
in het oog vallen.
Mabel hield echter nog steeds even
veel van haar, en cle gelukkigste
oogenblikken had Josephine, als
bij haar op Sliortlands logeerde.
En Allan, dien wij nog zoo weinig
kennen
Zijne studiejaren waren voorbij, hij
had een graad behaald en genoot nu
van het leven, zooals de erfgenaam
van eene prachtige bezitting het kan
doen. Toen hij meerderjarig was, be
zat hij geld genoeg, zoodat hij des
noods onafhankelijk zou kunnen le
ven. Daar het in de familie Bourchier
geen gewoonte was, dat de erfgenaam
zich op het een of andere vak ging
toeleggen, had de vier-en-twintig-jari
ge jongeling een lui bestaan. Hij
hield veel van reizen en van sport, en
'was een liefhebber der kunsten en
van nog meer andere dingen, zoodat
hij een vroolijk leven had. Hij woonde
in cle stad op kamers, daar mijnheer
Bourchier er nu geen huis meer be
zat hij bracht echter ook een groot
deel van zijn tijd op „Redhills" door.
Telkens als hij zijn vader bezocht,
verbeeldde hij zich. dat deze zwakker
werd. Het verontrustte hem zeer toen
hij bemerkte, hoe afgeleefd hij was.
Daar hij de oorzaak hiervan vond in
het huwelijk van Josephine, is hc-t
wel te begrijpen, welke gevoelens hij
jegens Digby koesterde.
Kenneth, de jongste, dacht juist aan
Oxford. Of hij de kerk of de balie
moest toebehooren, wist men nog
niet.
Aldus was de toestand der famili'
jop ..Redhills". toen Frances naar En-
geland terugkeerde, en zooals mijn
heer Kaulitz had voorspeld, de were! 1
in een storm veroverde.
HOOFDSTUK XII.
In de kleedkamer.
Allan Bourchier zat in het rook-
salon van zijn club. Hij had daar ge
dineerd. en beraadslaagde met zich
zelf, wat hij dien avond zou uitvoe
ren. Hij had geen bezoek af te leggen,
zoodat hij half en half besloot naar
een der schouwburgen te gaan. Hij
was geen liefhebber van dramastuk
ken, en hield meer van natuurlijke
mannen en vrouwen, natuurlijke ge
beurtenissen en handelingen. Daarom
was hij ook liever in de stad dan bui
ten, want hij hield er van te midden
van die menigte bedrijvige menschen
te wonen. Somtijds betreurde hij het,
dat hij ook door werken zijn fortuin
niet moest maken. Hij liad zich echter
wel "voorgenomen, den een of anderen
tijd eene loopbaan te kiezen. Hij
hoopte lid van hdt Parlement te wor
den en dan als werkend lid, niet als
jfigurant op te treden, zijn tijd was
echter nog niet gekomen. Hij dacht
aan al die dingen, toen hij in het
jrooksalon zat. Hij dacht aan de gr ra
te stad Londen en de millioenen men
schen, die hem omringden.
Dan gingen zijne gedachten van