NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. 22e Jaargang. No. 6624 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 1 FEBRUARI 1905 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) „1.30 Franco per post door Nederland „1.65 Afzonderlijke nummers 0.02>£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>§ r de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan 'iet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pubiicité Etrangère G L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Binnenland 7.6 BEN GOEDE VANGST. Zaterdag, zoo lezen wij in de Tel., is te s-Gravenhage op aanwijzing van den heer Albert van der Horst, in hechtenis genomen een Fransch spre kend persoon, zidh noemende Stewart •a bewerende procuratiehouder te zijn van een groote wijnbrouwersfirma, die zich bij den heer Van der Horst, wijnhandelaar van beroep, had inge drongen, voorgevende voor beiden ■voordeelige zaken met hem te kunnen doen. Deze zich noemende Stewart had herhaaldelijk den heer Van der Horst brieven geschreven en eenige bezoe ken bi] hem afgelegd. Hij logeerde toen in het hotel de l'Europe, alhier, waar hij door zijn vreemde gedragin gen argwaan opwekte, wat den heer Van der Horst later ter oore was ge komen. Den dag na zijn laatste bezoek, op 22 December miste de heer Van der Horst uit zijn brandkast een bedrag van f 90, twee bankbiljetten van f 25 elk, éen bankbiljet van 10 en 30 aan zilver. 3 De afspraak was, dat de vreemde- i ling den dag, waarop de heer Van der Horst tot de onaangename ont dekking van den diefstal kwam, ter bespreking van het te sluiten con tract om half twee bij den heer v. u. H. zou komen. Ten einde hem niet te vergeefs te laten komen, telephoneer- de de heer Van der Horst naar het Hotel de l'Europe, maar vernam toen dat hij reeds per sneltrein van 7 uur 's morgens was vertrokken, volgen» eijn neggen naar Berlijn. In verband met de vermissing van f 90 valt nog te vermelden, dat de vreemdeling den avond tevoren ook bij den heer v. d. Horst was en om half elf vertrok. Tijdens 't bezoek kwam nog een ander den heer Van der Horst spreken; daarop ging de vreemdeling, zeggende, dat hij den heer Van der Horst niet wilde deran geeren, even in de gang, waar de jas van den heer v. d. H. hing, waar in zich de sleutels van brandkast en woonhuis bevonden en waarover le vreemdeling zijn jas had gehangen D©9 anderen daags vermiste de heer Van der Horst ook die verschillende sleutels en werden de sleutels van pakhuis en kantoor Heerengracht 219, waarin de brandkast staat, 's mor gens in de brievenbus gevonden. Deze sleutels, met behulp waarme- Dde vermoedelijk de diefstal is ge pleegd, waren uit de vestibule vau den heer Van der Horst weggenomen. De brandkastsleutel en huissleute' worden nu nog vermist. De heer Van der Horst vermoedt, dat het 't voornemen van den dief was. om met den huissleutel zijn ...ji woning, met welker inrichting hij door zijn herhaalde bezoeken goed be kkend was, 's nachts te plunderen. Dit plan i« dan verijdeld door de om- )jfst standighcid dat de heer Van der did Horst twee flinke knippen op zijn ld deur heeft. De politic werd terstond met de ver- schillende feiten in kennis gesteld, 'in Het vermoeden der politie viel eerst op een der bediencten, maar de heer ®r or j v. d. H. hield den vreemdeling voor den dader, te meer, omdat deze in 't I Hotel de l'Europe zeer ongunstig werd beoordeeld. j Wat wilde nu het toeval j Zaterdag j.l. was de heer Van der Horst voor zaken in Den Haag en ontmoette daar den vreemdeling, die er thans veel minder goed gekleed J uitzag en eerst den heer Van der Horst wilde ontwijken, maar, ziende j dat dit onmogelijk was, naar hem toekwam, vragende hoe het met de familie ging en of de heer v. d. H. j reeds de monsters wijn ontvangen j had. De wedervraag was waar hij lo- geerde en hoe lang. Hij antwoordde In „De Twee Steden", waar hij twee dagen had vertoefd, voornemens zijn de Zaterdag nog te vertrekken. De heer Van der Horst hield zich- van den domme en noodigde hem uit met hem te gaan dejeuneeren, het geen geschiedde in „Het Gouden j Hoofd Er werd iets besteld, en de heer v. d. H. excuseerde zich, dat hij [zicli even moest verwijderen, van deze gelegenheid gebruik makende een kellner te roepen, wien hij ver- zocht, direct per telephoon te vragen, .'•of er eenige rechercheurs konden ko- men, van wie een op den heer Van der ^Horst moest toekomen, en hem 1 vragen, hoe het met hem ging enz. I Een paar minuten later verscheen een rechercheur, kwam op den heer Van der Horst toe, gaf hem de hand zeggende Wel, mijnheer v. d. Horst, hoe gaat het er mede waarop de heer Van der Horst zich bij den zich noemende Stewart opnieuw excuseer- de, omdat hij zijn vriend even apart over familie-aangelegenheden moest j spreken. i Om allen argwaan weg te nemen, had hij den vreemdeling al gezegd: j Ik hoor, van den kellner, dat straks ook een oude vriend hier komt, zoo- dat wij den dag genoeglijk samen kunnen doorbrengen, j De heer Van der Horst rekte het bezoek in het café, tot hij zeker wist, dat er nog meer rechercheurs geko men en de uitgangen bezet waren, j Toen ging de heer Van der Horst met den vreemdeling de deur uit, na dat hij den rechercheur had verzocht, i vlak achter hen te blijven. De heer Van der Horst liep in de richting van het politiebureau. Vóór dit gebouw gekomen, wensch- te de vreemdeling afscheid te nemen, doch de heer v. d. H. verzocht hem mede naar binnen te gaan, wijl de commissaris, de heer Qlivier, zulk een aardig man was, om mede te spre ken. Een der rechercheurs was al 1 vooruit gegaan met een verslag van de vermoedens tegen den vreemdeling, j Toen de commissaris dezen zijn naam en woonplaats vroeg, begon hij lont te ruiken en vroeg hij den heer Van der Horst wat hij gedaan had. De commissaris gelastte hem te fouil- leeren en thans kwam zijn ware adres te voorschijn. Hij 'had een telegram bij zich om nog dien dag te vertrek ken, en volgens hetwelk hij woonde in de Papestraat te 's-Gravenhage on der den naam Barnetti, in hetzelfde perceel woonde ook een notaris. De vreemdeling scheen zijn adressen goed te kiezen. Om kort te gaan, gisteren is dei/tan overgebracht naar de St. Pietershal alhier, en zal na onderzoek ter be schikking van den officier van justi tie worden gesteld. Zeer waarschijnlijk heeft men bier een goede vangst gedaan, wijl in de koffers van den vreemdeling veel ver dachte voorwerpen, waaronder tal van loopers en sleutels zijn gevonden en omdat er zich ook een en ander uit het buitenland afkomstig, onder bevond, ligt het vermoeden voor de hand, dat men hier te doen heeft mei een gevaarlijk lid van een internatio nale dievenbende. NEUTRALITEIT IN INDIë. Uit Den Haag meldt men ons Het pantserschip „Koningin Regen tes wordf 5 Februari na eenige on dergane ïviparntio weer gevoegd bij de scheepsmacht, die optreedt ter handhaving onzer neutraliteit in de Indische wateren. Van verdere uit breiding van oorlogsschepen uit Ne derland voor dit doel is voorloopig geen sprake. Uit Nieuwediep wordt ons geseind: Under de tegenwoordige omstan digheden is van uitzending van een oorlogsschip naar Oost-Indische wa teren geen sprake. De „Piet Hein" komt in dienst voor de zomeroefe- ningen der zeemiliciens, de „Fries land" voor de najaarsreizen met de adelborsten. (Hbld.) VEENDAM ZONDER ELECTRICITEIT Men schrijft uit Veendam aan „Het N. v. d. D." Voor eenigen tijd werden de inge zetenen hier bedreigd met onthouding van stroonilevering der te Amsterdam gevestigd Eerste Nederlandsche Elec- triciteitMaatschij. Dit nu is een feit geworden. Alle aangeslotenen hebban de volgende kennisgeving ontvangen: Amsterdam, 23 Jan. 1905. M. M. Aangezien na lange onderhandelin gen met Burgemeester en Wethouders geen resultaat betreffende overname der Electrische Centrale is verkregen, zullen wij op 28 Febr. 1905, des nachts 1905, des nachts 12 uur, de stroomit»- vering staken. Hoogachtend,, De Directie -Neder!Eleetriciteits-Maatsch. Wat er aan te doen? Do contracten luiden, dat de over eenkomsten drie maanden te voren moeten opgezegd worden en deze op zegging is slechts 35 dagen te voren geschied. De bedoelde Maatschappij vroeg f 180.000 voor het overnemen van gemeenetwege van de fabriek een som, waarin Veendam en Wil- dervank niet wildein meegaan. den tijd, dat hij afwezig was, gebeur- j de er in zijn gezin iets vreeselijks de beide jongste meisjes, tweelingen van anderhalf jaar, stierven in éénen nacht, den nacht van Maandag op Dinsdag. Maandagavond waren ze, zegt de moeder, nog gezond en wel Dinsdagmorgen stond de vrouw hui- lende bij den wagen en gaf op de jvraag „wat er aan scheelde" tenant- woord: „Mijn beid© kindertjes zijn J dood". En helaas, dit was maar al t© waar t Dit plotselinge overlijden van twee kinderen tegelijk gaf natuurlijk aan leiding tot allerlei gissingen en ver onderstellingen. De dokter met den doodschouw belast, verklaarde geen doodsoorzaak te kunnen opgeven, wat tengevolge had, dat de justitie zich met de zaak ging bemoeien om zoo mogelijk klaarheid in deze duistere zaak te brengen. Dientengevolge wa- ren Woensdag te Rinsumageest aan wezig de officier van justitie, de rechter-commissaris, de burgemeester en een paar rijksveldwachters, ter- wijl de doctoren van Eden van Leeu- warden en van der Sluis van Akker- woud© een onderzoek instelden naar de doodsoorzaak. Wat dat onderzoek aan het licht heeft gebracht, is nog niet- bekend, doch we vernamen, dat er geen uiterlijke teekenen van ge- j weid aanwezig waren. I Men vermoedt 'echter, dat de verra- derlijke kolendamp l^ier weder deze noodlottige uitwerking heeft gehad. jDe moeder der ongelukkige slachtof- fertjes althans heeft den avond te voren van een bakker een partij doo- ve kolen gekregen om daarmee haar wagen, waarin niet anders dan een 'petroleum-kacheltje werd gestookt, wat in de koude der laatste dagen niet voldoende was, te verwarmen, j Hoewel een gerechtelijk onderzoek in een zaak als deze daarover steeds een schijn van kwaad vermoeden werpt, is toch de algemeen© volks opinie, dat men hier niet te doen heeft met een misdaad, maar meteen ongeluk. ongetwijfeld de scheiding niet ver hinderen, dat de verbonden groepen haar en zij aan de verbondenen de medewerking verleent, die met in achtneming van het eene dat Ver deeld houdt mogelijk is. Hierin gaan alle liberalen, van den meest recht- schen tot den sterkst linkschen, sa- jmen, dat de politiek van dit kabinet, belichaamd als zij is in- en gedrenkt j als zij wordt met de Calvinistische j beginselen van den president-minis- ter. een ernstig gevaar oplevert voor j de vrijheid, de volkseenheid en de ambtelijke onafhankelijkheid en dat I hierom het landsbelang de stuiting I van het geldend regeerrégime eischt" Over het gemeenschappelijk pro gram van actie zegt de „N. Arnh. Courant" „Wellicht hebben de opstellers van j het program van actie, teveiis ge- dacht als toekomstig regeeringspro- j gram, eene zekere soberheid en om- j zichtigheid meenen te moeten be- I trachten. Hoe prijzenswaard ook, de- ze eigenschappen zijn niet die, welke bij de verkiezingen pakken en geest drift wekken. Zoo meenen wij dat, terwijl onze volksschool met den on dergang wordt bedreigd, iets meer noodig is dan de zinsnede in het pro gram, om den vloedgolf van veront waardiging te wekken over dezen aan slag op de volkseenheid en de volks ontwikkeling, welke haar alleen kan redden. Wie van ons volk naar Duitsch model, stelt aan de volks school hoogere eischen, dan opgeslo ten liggen in de woorden van het pro gram. „Ook wat de hervorming van de defensiewezen betreft, zouden wij iets meer wenschen dan „in de richting van een volksleger". Die „richting" kennen wezij leidde naar het 9de, 10de en 11de regiment, d. i. tot leger- uitbreiding, naar de paradepas en Assen. „Nieuwe tijden brengen nieuwe eischende Liberale Unie toone, beter dan door dit program geschiedt, dat zij zich daarvan bewust is." ONGELUKKEN. De weduwnaar v. d. B., bijge naamd Smitje Schoenmaker, te Dru- nen, wilde aldaar voor een fiets uit wijken en kwam daardoor onder de stoomtram. Hij werd bijna onmiddel lijk gedood. Uit de Pers Gemengd Nieuws KINDEREN GESTIKT. Uit Rinsumageest schrijft men aan het Nbl. v. Dokkum Sedert geruimen tijd staat aan het westeinde van de buurt alhier een woonwagen, waarin een gezin van zes personen verblijf houdt, m'an, vrouw en vier nóg jeugdige kinderen. Ombelet, de vader van het gezin, is verlakker en wat Zaterdag op reis gegaan naar Leeuwarden, vanwaar hij Dinsdagmiddag terug keerde. In DE LIBERALE HEREENIGING. I De „Prov. Gron. Ct." schrijft daar omtrent „Voor het oogenblik belet hetkies- i rechtvraagstuk de volledigheid en al- geheelheid van de liberale concentra- tie. Toch is Zaterdag genoeg verkre- j gen om dankbaar te zijn en de alge- meene verkiezingen met moed en ver trouwen te gemoet te gaan. De gis- sing is niet zoo gewaagd, dat in de aanvankelijke uitkomst der Brielsche verkiezing reeds de invloed valt waar te nemen van het gesloten bondge nootschap. De gematigd-liberalen mo gen daartoe niet zijn toegetreden, waar de andere punten van het pro gram. dat van de pacificatie tusschen Unie-liberalen en Vrijzinnig-democra ten den grondslag vormt, van hun sympathie zeker kunpen zijn, zal DE LAATSTE OEKAZE. In het paleis van Tsarskoje Selo. Het kabinet van den tsaar. De tsaar zit in een fauteuil metz'n j hoofd in de handen. Op het bevroren park schijnt helder de maan. Een deur wordt geopend zonder ge luid. Er komt een man binnen, bleek en oud. Nicolaas, sidderendBent gij hot? Pobedonostseff Ja, ik ben het. Nicolaas: Is men nog altijd be zig te moorden? PobedonostseffIk kom er juist vandaan. Dat zal nog lang aanhou- d.en. De ellendelingen bieden nog al tijd tegenstand. NicolaasWaarheen te vluch ten 1 PobedonostseffHad ik geen gelijk? Nicolaas Al te veel gelijk, ik er ken het. Ik had je blindelings moeten gehoorzamen. PobedonostseffDie onzinnige oekaze af te kondigen... waarin sprake was van hervormingen I Hervormingen(Met een heesche stem.) Dit woord ik kan het haast niet over mijn lippen krijgen. En daarmee zijt ge dan ook in de val geloopen, die ge voor uzelf gezet hebt. Men heeft u deze hervormingen gevraagd..vroeger dan gij dacht.... ingrijpender dan gij beloofd hebt..,. En daar het nooit uw plan was uw beloften te houden..,, daarom moet gij nu wel op het volk schieten. Nicolaas: Ik schiet niet!.... ik schiet niet PobedonostseffIk meen, dat inen wel op hen schieten moet in uw naam. Nicolaas O, dat geschreeuw, die duizenden slachtoffers, dat gegil, dat bloed Zij schreeuwen te hard. Ik hoor ze hier. PobedonostseffGoedJ Goed Men v.ó wel tsaar, dat gij niet in uw paleis zijt. lu plaats van naar Tsarskoje-Selo te gaan !:..d gij ::i liet Winterpaleis kunne:: blijven ■alles aanzien dooreen der veu-'c.-s. j Dat was nog eens een schouwspel ge - j weest. Gij zijt niet zcoals uw oom Wladimir. Dat is nog eens een Ro- manoff. Die heeft er op los laten schie ten. Gij spreekt ervan, uit Tsarskoje voor Gatchina te vluchten van Gat- china naar Peterhof, men zegt zelfs, dat gij naar Kopenhagen wilt. Houdt gij niet van bloed j Nicolaas, met afgrijzenNeen, Neen PobedonostseffIk begrijp het, gij zijt bang, dat het gestroomde bloed een voorteeken is van het uwe? NicolaasPobedonostseff, red mij PobedonostseffDaarvoor ben i k hier gekomen. De slaven staan op.... Daarom?.... Omdat ze geen slaven meer zijn, omdat men hun de vrij heid gegeven heeft. Nicolaas: De vrijheid!.... Pobedonostseff: Ja, want er was er één, die nog grooter domheden deed. dan gij. Nicolaas Wie j PobedonostseffUw grootvader, Alexander II. Hij gaf hun de rrij- heid. Nicolaas Ja. PobedonostseffEn nu zijt gij hun slaaf. (Hij biedt hem een papier aan.) Komaan, teeken dit Nicolaas Wat is het? Pobedonostseff NietsEen kleine intrekkingdie onmiddellijk de orde bij u weer herstellen zal. Nicolaas Bjj mij PobedonostseffJa, in Rusland. Het is de intrekking van de acte, be treffende de bevrijding der lijf eigenen Nicolaas En gij belooft mij PobedonostseffRust. Nicolaas, teekenend Ik zal dus eindelijk weer rustig kunnen slapen. Er komt een sardonische lach op het bleeke gezicht van Pobedonost seff. Nicolaas barst ook in lachen uit, en zij lachen alle twee, al handen wrijvend. In eens begint de tsaar weer te beven van angst; hij kijkt naar den ommenschelijken grijsaard die hem een geest toeschijnt en hij vraagt zich af of Pobedonostseff gek geworden is, of zij alle twee gek ge worden zijn, of alles misschien een droom is, een verschrikkelijke droom. En Nicolaas II gaat met woest ge baar, met gekromde vingers, over zijn. pijnlijk voorhoofd. (Tel.) LEKKERE WORST. In Duitschland loopen worstverval- schers, dank zij de strenge strafbe palingen, niet zoo gemakkelijk vri>j als hier. Voor de gezworenen te Leip zig heeft een vleeschhouwer uit het naburige Mügeln terecht gestaan, die beschuldigd werd in drie verschillen de gevallen levers van tuberculeuze runderen, die afgekeurd waren, uit den mesthoop opgegraven en tot le verworst verwerkt te hebben. De knoeier kreeg 3 maanden gevangenis- Feuilleton. De Misdaad in de Familie Uit bet Engelsch door HUGH CONWAY. 45] Hare vrees was ongegrond, en zij kdemde weer vrijer, toen zij hoorde, dat hij zich van de deur verwijder de. Hij kwam echter weer terug, en bonsde weer tegen de deur. Lieve Finey, hoorde zij hem zeg gen, en die naam op zijne lippen, oeg haar eene rilling door de leden, uistert gij Geef mij antwoord, of k Irap de deur in. Ik luister, zeide zij, bevreesd voor de gevolgen van een aanhoudend stilzwijgen van haar kant. Ik ga naar Redhills, mijn schat, en zal dien ouden gek behandelen 1 ilsof ik de duivel was. Vervolgens ging hij weer weg. Eerst toen zij hem met een huurrij tuig zag vertrekken, waagde zi] het, uit havo kamer te komen. Zij washe- -♦nn UIL naiij nJ MfijTig ontsteld, en wist niet, wat er nu „««t gebeuren. Wat Digby ook met «r* fijne bedreiging kon meenen, zi] was •rvan verzekerd, dat hij haar vader looveel mogelijk zou kwellen. Hij zou I i er niet voor den volgenden morgen 1 zijn, en zij liet daarom dadelijk naar (Redhills telegrapheeren, opdat zijne komst hen niet moest verrassen. Zij had zich echter die moeite kunnen j sparen. Digby, die de bewoners van Redhills misschien liever ook niet wilde verrassen, had ook gctclegra- i pheerd. en daarbij, zoo onbeschoft mogelijk, verzocht, dat men een rij- i tuig naar Brackley zou zenden, om hem af te halen. Zijne nieuwe staa- kunde getrouw, had mijnheer Bour- i chier dit telegram verscheurd, en geen notitie van het verzoek geno- 1 men. Het is den ouden gek inderdaad 'ernst, zeide Digby met grimmig ge laat, toen hij, te Brackley aangeko- i men. geen rijtuig op hem zag staan wachten. Het zou dus tot een gevecht ko- men eene hevige worsteling, rilt (bleek hem duidelijk uit het feit, da' mijnheer Bourchier niet naar het n© roep op zijne beleefdheid had willen luisteren en mijnheer was eenbe- 'leefd man. De afwezigheid van het rijtuig maakte indruk op Digby, daaruit bleek, dat zijn vijand zoo verbitterd op hem was, dat deze de beleefdheids vormen niet eens tegenover hem in acht nam. Het voorspelde den strij J en daarin kon hij zich met vergis sen. Zijn vijand mocht vechten en al zijne krachten inspannenhoe hevi ger de tegenstand zou zijn, des te verpletterender was de nederlaag. In de uren van overwinning zou hij dat blijk van minachting niet vergeten. Het zou hem altijd in de gedachte blijven. Hij moest echter op de een of andere wijze naar Redhills zien te komen. Hij ging naar het logement van Brackley, en moest zicli toen te vreden stellen met eenvuilen en ouden phaëton. getrokken door een uitgemergeld paard. Op die wijze be reikt© hij niet al te deftig het huis, dat hij den zetel zijner voorvaderen geliefde te noemen. Hij meende op het. gelaat van de oude vrouw, die het hek ontsloot, een glimlach te zien, het paard het rij tuig en de koetsier zagen er dan ook erbarmelijk uit. Het doet er echter niet toe, hoe een generaal het slag veld bereikt, als hij er maar vroegtij dig gonoeg is en flinke strijdkrachten tot zijne beschikking heeft. Het bleek hem duidelijk, dat hij verwacht werd. De bejaarde huis knecht, Steel, die hem altijd met af- kcerigo blikken had beschouwd, bracht hem zonder een woord te spre ken naar zijn heer en meester. Mijnheer Bourchier was bezig een brief te schrijven, hij zag zelfs niet op van het papier, dat. voor lu<m lag. Deze onbeteekenende daad bewees al weer. dat de worsteling herig zou zijn. Digby had Philip Bourchier nier gesproken) sedert hij korten tijd na zijn huwelijk een onderhoud met hem had gehad. Niet zonder eenige nieuwsgierigheid zag hij hem aan, om uit een nauwkeurig onderzoek op ;to kunnen maken, hoe lang hij nog (hoogstens zou kunnen leven. Digbv zag zich zeer teleurgesteldde op- widing voor den ophanden zijndeu strijd had den heer Bourchier een val- schen schijn van gezondheid en kracht gegeven. Als hij nu nog jaren zou kunnen leven, dan zou hij en niet Allan, Digby van geld moeten voor- zien. I Een prachtig weer. mijnheer 'Bourchier, zeide Digby, verlangend om den strijd te beginnen. 1 Wij zijn hier niet bij elkaar ge komen, om oen praatje over het weer te houden. Wees zoo goed, en laat mij (eerst mijn brief afmaken, i Hij eindigde zijn brief, legde dien naast zich neer, haastte zich echter 'volstrekt niet, en stoorde zich even min aan de tegenwoordigheid van Digby. j Deze was overbluft, j Het ware beter geweest, als gij uw rijtuig naar het station hadt ge- zonden, in plaats van mij aan mijn lot over te laten. Ik heb u niet gevraagd hier te komen. Uwe aanwezigheid hier is mij zeer onaangenaam. Waarom had ik u met mijn rijtuig moeten laten afha len? Dat weet gij drommels goed. Digby sprak op ruwen, lompen toon. Mijnheer Bourchier staarde hern voortdurend aan. -Het schijnt mij toe, zeide hij, dat gij in uwe manieren zeer zijt veranderd in uw nadeel; ik meen de echter, dat zoo iets onmogelijk moest zijn. Ik heb gehoord, dat gij tegenwoordig erg drinkt. Digby werd bleek van woede zijn "vijand beschimpte hem. Ik ben hier niet gekomen, om mij to laten beleedigen. Waarlijk Wat komt gij hier dan doen? --Ik heb u reeds gezegd, wat ik wilde. Nu moet ik tweeduizend pond 'sterling hebben, en voor dat ik u verlaat moet ik ze hebben. Er zijn veel menschen, die geld willen hebben, maar het niet kunnen krijgen, zeide de heer Bourchier op kalrhen toon. Ik moet hot toch hebben, later verlang ik nog meer van u. liet zal toch niet gebeuren, liet i spijt mij. dat gij zooveel tijd hebtver- solid, door zulk eene vruchtelooze reis [te maken. Ik heb u reeds in mijn brief medegedeeld, hoe ik er over denkik ben in dien tijd niet van gedachte veranderd. Bij deze wojmlen zagen de heer Bourchier en Digby elkaar strak au Zij begrepen elkaar. O, zeide Digby langzaam, is het dat? Juist, dat is het, zeide de heer Bourchier. Digby wendde zijn blik af, en scheen een minuut lang in gepeins verzonken. Hij floot zachtjes. Als gij nog iets te zeggen hebt. zeg het dan. Zoo niet, ga dan maar heen, zeide de heer Bourchier kort af. Ik heb nog veel meer te zeggen, .wees daarvoor maar niet bang. Gij wilt dus het geld niet betalen j Geen cent Zoodat ik dus tot het ergste moet lovergaan. Dat is het dus? Juist, dat is het, antwoordde de heer Bourchier voor den tweeden keer. Ik zou wel eens willen woten, wat gij onder dat ergste verstaat. Voor zoo ver ik het kan beoor- deelen, kunt gij lasterlijke praatjes over mij rondstrooien, waaraan ech ter niemand geloof zal slaan. Gij hebt hot nieuws te lang voor u alleen ge houden. en wat ook aan de geloof waardigheid van uwe woorden af breuk zal doen, is, dat gij reeds drie jaar lang aan mijne familie verwant zijt. Gij ziit wel slim, zeide Digby. Oiti mij te willen wonden, zult pii mijne kinderen waarschijnlijk willen doen gelooven dat ik een moor- den aar ben. Ik geloof niet. dat men

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 5