NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
22e Jaargang.
No. 6624
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 1 FEBRUARI 1905
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) „1.30
Franco per post door Nederland „1.65
Afzonderlijke nummers 0.02>£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>§
r de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan 'iet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pubiicité Etrangère G L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Binnenland
7.6
BEN GOEDE VANGST.
Zaterdag, zoo lezen wij in de Tel.,
is te s-Gravenhage op aanwijzing
van den heer Albert van der Horst, in
hechtenis genomen een Fransch spre
kend persoon, zidh noemende Stewart
•a bewerende procuratiehouder te zijn
van een groote wijnbrouwersfirma,
die zich bij den heer Van der Horst,
wijnhandelaar van beroep, had inge
drongen, voorgevende voor beiden
■voordeelige zaken met hem te kunnen
doen.
Deze zich noemende Stewart had
herhaaldelijk den heer Van der Horst
brieven geschreven en eenige bezoe
ken bi] hem afgelegd. Hij logeerde
toen in het hotel de l'Europe, alhier,
waar hij door zijn vreemde gedragin
gen argwaan opwekte, wat den heer
Van der Horst later ter oore was ge
komen.
Den dag na zijn laatste bezoek, op
22 December miste de heer Van der
Horst uit zijn brandkast een bedrag
van f 90, twee bankbiljetten van f 25
elk, éen bankbiljet van 10 en 30
aan zilver.
3 De afspraak was, dat de vreemde-
i ling den dag, waarop de heer Van
der Horst tot de onaangename ont
dekking van den diefstal kwam, ter
bespreking van het te sluiten con
tract om half twee bij den heer v. u.
H. zou komen. Ten einde hem niet te
vergeefs te laten komen, telephoneer-
de de heer Van der Horst naar het
Hotel de l'Europe, maar vernam toen
dat hij reeds per sneltrein van 7 uur
's morgens was vertrokken, volgen»
eijn neggen naar Berlijn.
In verband met de vermissing van
f 90 valt nog te vermelden, dat de
vreemdeling den avond tevoren ook
bij den heer v. d. Horst was en om
half elf vertrok. Tijdens 't bezoek
kwam nog een ander den heer Van
der Horst spreken; daarop ging de
vreemdeling, zeggende, dat hij den
heer Van der Horst niet wilde deran
geeren, even in de gang, waar de
jas van den heer v. d. H. hing, waar
in zich de sleutels van brandkast en
woonhuis bevonden en waarover le
vreemdeling zijn jas had gehangen
D©9 anderen daags vermiste de heer
Van der Horst ook die verschillende
sleutels en werden de sleutels van
pakhuis en kantoor Heerengracht 219,
waarin de brandkast staat, 's mor
gens in de brievenbus gevonden.
Deze sleutels, met behulp waarme-
Dde vermoedelijk de diefstal is ge
pleegd, waren uit de vestibule vau
den heer Van der Horst weggenomen.
De brandkastsleutel en huissleute'
worden nu nog vermist.
De heer Van der Horst vermoedt,
dat het 't voornemen van den dief
was. om met den huissleutel zijn
...ji woning, met welker inrichting hij
door zijn herhaalde bezoeken goed be
kkend was, 's nachts te plunderen. Dit
plan i« dan verijdeld door de om-
)jfst standighcid dat de heer Van der
did Horst twee flinke knippen op zijn
ld deur heeft.
De politic werd terstond met de ver-
schillende feiten in kennis gesteld,
'in Het vermoeden der politie viel eerst
op een der bediencten, maar de heer
®r
or
j v. d. H. hield den vreemdeling voor
den dader, te meer, omdat deze in 't
I Hotel de l'Europe zeer ongunstig werd
beoordeeld.
j Wat wilde nu het toeval
j Zaterdag j.l. was de heer Van der
Horst voor zaken in Den Haag en
ontmoette daar den vreemdeling, die
er thans veel minder goed gekleed
J uitzag en eerst den heer Van der
Horst wilde ontwijken, maar, ziende
j dat dit onmogelijk was, naar hem
toekwam, vragende hoe het met de
familie ging en of de heer v. d. H.
j reeds de monsters wijn ontvangen
j had. De wedervraag was waar hij lo-
geerde en hoe lang. Hij antwoordde
In „De Twee Steden", waar hij twee
dagen had vertoefd, voornemens zijn
de Zaterdag nog te vertrekken.
De heer Van der Horst hield zich-
van den domme en noodigde hem uit
met hem te gaan dejeuneeren, het
geen geschiedde in „Het Gouden
j Hoofd Er werd iets besteld, en de
heer v. d. H. excuseerde zich, dat hij
[zicli even moest verwijderen, van
deze gelegenheid gebruik makende
een kellner te roepen, wien hij ver-
zocht, direct per telephoon te vragen,
.'•of er eenige rechercheurs konden ko-
men, van wie een op den heer Van
der ^Horst moest toekomen, en hem
1 vragen, hoe het met hem ging enz.
I Een paar minuten later verscheen
een rechercheur, kwam op den heer
Van der Horst toe, gaf hem de hand
zeggende Wel, mijnheer v. d. Horst,
hoe gaat het er mede waarop de
heer Van der Horst zich bij den zich
noemende Stewart opnieuw excuseer-
de, omdat hij zijn vriend even apart
over familie-aangelegenheden moest
j spreken.
i Om allen argwaan weg te nemen,
had hij den vreemdeling al gezegd:
j Ik hoor, van den kellner, dat straks
ook een oude vriend hier komt, zoo-
dat wij den dag genoeglijk samen
kunnen doorbrengen,
j De heer Van der Horst rekte het
bezoek in het café, tot hij zeker wist,
dat er nog meer rechercheurs geko
men en de uitgangen bezet waren,
j Toen ging de heer Van der Horst
met den vreemdeling de deur uit, na
dat hij den rechercheur had verzocht,
i vlak achter hen te blijven.
De heer Van der Horst liep in de
richting van het politiebureau.
Vóór dit gebouw gekomen, wensch-
te de vreemdeling afscheid te nemen,
doch de heer v. d. H. verzocht hem
mede naar binnen te gaan, wijl de
commissaris, de heer Qlivier, zulk een
aardig man was, om mede te spre
ken. Een der rechercheurs was al
1 vooruit gegaan met een verslag van
de vermoedens tegen den vreemdeling,
j Toen de commissaris dezen zijn
naam en woonplaats vroeg, begon hij
lont te ruiken en vroeg hij den heer
Van der Horst wat hij gedaan had.
De commissaris gelastte hem te fouil-
leeren en thans kwam zijn ware adres
te voorschijn. Hij 'had een telegram
bij zich om nog dien dag te vertrek
ken, en volgens hetwelk hij woonde
in de Papestraat te 's-Gravenhage on
der den naam Barnetti, in hetzelfde
perceel woonde ook een notaris. De
vreemdeling scheen zijn adressen
goed te kiezen.
Om kort te gaan, gisteren is dei/tan
overgebracht naar de St. Pietershal
alhier, en zal na onderzoek ter be
schikking van den officier van justi
tie worden gesteld.
Zeer waarschijnlijk heeft men bier
een goede vangst gedaan, wijl in de
koffers van den vreemdeling veel ver
dachte voorwerpen, waaronder tal
van loopers en sleutels zijn gevonden
en omdat er zich ook een en ander
uit het buitenland afkomstig, onder
bevond, ligt het vermoeden voor de
hand, dat men hier te doen heeft mei
een gevaarlijk lid van een internatio
nale dievenbende.
NEUTRALITEIT IN INDIë.
Uit Den Haag meldt men ons
Het pantserschip „Koningin Regen
tes wordf 5 Februari na eenige on
dergane ïviparntio weer gevoegd bij
de scheepsmacht, die optreedt ter
handhaving onzer neutraliteit in de
Indische wateren. Van verdere uit
breiding van oorlogsschepen uit Ne
derland voor dit doel is voorloopig
geen sprake.
Uit Nieuwediep wordt ons geseind:
Under de tegenwoordige omstan
digheden is van uitzending van een
oorlogsschip naar Oost-Indische wa
teren geen sprake. De „Piet Hein"
komt in dienst voor de zomeroefe-
ningen der zeemiliciens, de „Fries
land" voor de najaarsreizen met de
adelborsten. (Hbld.)
VEENDAM ZONDER ELECTRICITEIT
Men schrijft uit Veendam aan „Het
N. v. d. D."
Voor eenigen tijd werden de inge
zetenen hier bedreigd met onthouding
van stroonilevering der te Amsterdam
gevestigd Eerste Nederlandsche Elec-
triciteitMaatschij. Dit nu is een feit
geworden. Alle aangeslotenen hebban
de volgende kennisgeving ontvangen:
Amsterdam, 23 Jan. 1905.
M. M.
Aangezien na lange onderhandelin
gen met Burgemeester en Wethouders
geen resultaat betreffende overname
der Electrische Centrale is verkregen,
zullen wij op 28 Febr. 1905, des nachts
1905, des nachts 12 uur, de stroomit»-
vering staken.
Hoogachtend,,
De Directie
-Neder!Eleetriciteits-Maatsch.
Wat er aan te doen?
Do contracten luiden, dat de over
eenkomsten drie maanden te voren
moeten opgezegd worden en deze op
zegging is slechts 35 dagen te voren
geschied. De bedoelde Maatschappij
vroeg f 180.000 voor het overnemen
van gemeenetwege van de fabriek
een som, waarin Veendam en Wil-
dervank niet wildein meegaan.
den tijd, dat hij afwezig was, gebeur-
j de er in zijn gezin iets vreeselijks
de beide jongste meisjes, tweelingen
van anderhalf jaar, stierven in éénen
nacht, den nacht van Maandag op
Dinsdag. Maandagavond waren ze,
zegt de moeder, nog gezond en wel
Dinsdagmorgen stond de vrouw hui-
lende bij den wagen en gaf op de
jvraag „wat er aan scheelde" tenant-
woord: „Mijn beid© kindertjes zijn
J dood". En helaas, dit was maar al
t© waar
t Dit plotselinge overlijden van twee
kinderen tegelijk gaf natuurlijk aan
leiding tot allerlei gissingen en ver
onderstellingen. De dokter met den
doodschouw belast, verklaarde geen
doodsoorzaak te kunnen opgeven, wat
tengevolge had, dat de justitie zich
met de zaak ging bemoeien om zoo
mogelijk klaarheid in deze duistere
zaak te brengen. Dientengevolge wa-
ren Woensdag te Rinsumageest aan
wezig de officier van justitie, de
rechter-commissaris, de burgemeester
en een paar rijksveldwachters, ter-
wijl de doctoren van Eden van Leeu-
warden en van der Sluis van Akker-
woud© een onderzoek instelden naar
de doodsoorzaak. Wat dat onderzoek
aan het licht heeft gebracht, is nog
niet- bekend, doch we vernamen, dat
er geen uiterlijke teekenen van ge-
j weid aanwezig waren.
I Men vermoedt 'echter, dat de verra-
derlijke kolendamp l^ier weder deze
noodlottige uitwerking heeft gehad.
jDe moeder der ongelukkige slachtof-
fertjes althans heeft den avond te
voren van een bakker een partij doo-
ve kolen gekregen om daarmee haar
wagen, waarin niet anders dan een
'petroleum-kacheltje werd gestookt,
wat in de koude der laatste dagen
niet voldoende was, te verwarmen,
j Hoewel een gerechtelijk onderzoek
in een zaak als deze daarover steeds
een schijn van kwaad vermoeden
werpt, is toch de algemeen© volks
opinie, dat men hier niet te doen
heeft met een misdaad, maar meteen
ongeluk.
ongetwijfeld de scheiding niet ver
hinderen, dat de verbonden groepen
haar en zij aan de verbondenen de
medewerking verleent, die met in
achtneming van het eene dat Ver
deeld houdt mogelijk is. Hierin gaan
alle liberalen, van den meest recht-
schen tot den sterkst linkschen, sa-
jmen, dat de politiek van dit kabinet,
belichaamd als zij is in- en gedrenkt
j als zij wordt met de Calvinistische
j beginselen van den president-minis-
ter. een ernstig gevaar oplevert voor
j de vrijheid, de volkseenheid en de
ambtelijke onafhankelijkheid en dat
I hierom het landsbelang de stuiting
I van het geldend regeerrégime eischt"
Over het gemeenschappelijk pro
gram van actie zegt de „N. Arnh.
Courant"
„Wellicht hebben de opstellers van
j het program van actie, teveiis ge-
dacht als toekomstig regeeringspro-
j gram, eene zekere soberheid en om-
j zichtigheid meenen te moeten be-
I trachten. Hoe prijzenswaard ook, de-
ze eigenschappen zijn niet die, welke
bij de verkiezingen pakken en geest
drift wekken. Zoo meenen wij dat,
terwijl onze volksschool met den on
dergang wordt bedreigd, iets meer
noodig is dan de zinsnede in het pro
gram, om den vloedgolf van veront
waardiging te wekken over dezen aan
slag op de volkseenheid en de volks
ontwikkeling, welke haar alleen kan
redden. Wie van ons volk naar
Duitsch model, stelt aan de volks
school hoogere eischen, dan opgeslo
ten liggen in de woorden van het pro
gram.
„Ook wat de hervorming van de
defensiewezen betreft, zouden wij iets
meer wenschen dan „in de richting
van een volksleger". Die „richting"
kennen wezij leidde naar het 9de,
10de en 11de regiment, d. i. tot leger-
uitbreiding, naar de paradepas en
Assen.
„Nieuwe tijden brengen nieuwe
eischende Liberale Unie toone, beter
dan door dit program geschiedt, dat
zij zich daarvan bewust is."
ONGELUKKEN.
De weduwnaar v. d. B., bijge
naamd Smitje Schoenmaker, te Dru-
nen, wilde aldaar voor een fiets uit
wijken en kwam daardoor onder de
stoomtram. Hij werd bijna onmiddel
lijk gedood.
Uit de Pers
Gemengd Nieuws
KINDEREN GESTIKT.
Uit Rinsumageest schrijft men aan
het Nbl. v. Dokkum
Sedert geruimen tijd staat aan het
westeinde van de buurt alhier een
woonwagen, waarin een gezin van
zes personen verblijf houdt, m'an,
vrouw en vier nóg jeugdige kinderen.
Ombelet, de vader van het gezin, is
verlakker en wat Zaterdag op reis
gegaan naar Leeuwarden, vanwaar
hij Dinsdagmiddag terug keerde. In
DE LIBERALE HEREENIGING.
I De „Prov. Gron. Ct." schrijft daar
omtrent
„Voor het oogenblik belet hetkies-
i rechtvraagstuk de volledigheid en al-
geheelheid van de liberale concentra-
tie. Toch is Zaterdag genoeg verkre-
j gen om dankbaar te zijn en de alge-
meene verkiezingen met moed en ver
trouwen te gemoet te gaan. De gis-
sing is niet zoo gewaagd, dat in de
aanvankelijke uitkomst der Brielsche
verkiezing reeds de invloed valt waar
te nemen van het gesloten bondge
nootschap. De gematigd-liberalen mo
gen daartoe niet zijn toegetreden,
waar de andere punten van het pro
gram. dat van de pacificatie tusschen
Unie-liberalen en Vrijzinnig-democra
ten den grondslag vormt, van hun
sympathie zeker kunpen zijn, zal
DE LAATSTE OEKAZE.
In het paleis van Tsarskoje Selo.
Het kabinet van den tsaar.
De tsaar zit in een fauteuil metz'n
j hoofd in de handen. Op het bevroren
park schijnt helder de maan.
Een deur wordt geopend zonder ge
luid. Er komt een man binnen, bleek
en oud.
Nicolaas, sidderendBent gij
hot?
Pobedonostseff Ja, ik ben het.
Nicolaas: Is men nog altijd be
zig te moorden?
PobedonostseffIk kom er juist
vandaan. Dat zal nog lang aanhou-
d.en. De ellendelingen bieden nog al
tijd tegenstand.
NicolaasWaarheen te vluch
ten
1 PobedonostseffHad ik geen
gelijk?
Nicolaas Al te veel gelijk, ik er
ken het. Ik had je blindelings moeten
gehoorzamen.
PobedonostseffDie onzinnige
oekaze af te kondigen... waarin
sprake was van hervormingen I
Hervormingen(Met een heesche
stem.) Dit woord ik kan het haast
niet over mijn lippen krijgen. En
daarmee zijt ge dan ook in de val
geloopen, die ge voor uzelf gezet
hebt. Men heeft u deze hervormingen
gevraagd..vroeger dan gij dacht....
ingrijpender dan gij beloofd hebt..,.
En daar het nooit uw plan was uw
beloften te houden..,, daarom moet gij
nu wel op het volk schieten.
Nicolaas: Ik schiet niet!.... ik
schiet niet
PobedonostseffIk meen, dat
inen wel op hen schieten moet in uw
naam.
Nicolaas O, dat geschreeuw, die
duizenden slachtoffers, dat gegil, dat
bloed Zij schreeuwen te hard. Ik
hoor ze hier.
PobedonostseffGoedJ Goed
Men v.ó wel tsaar, dat gij niet in
uw paleis zijt. lu plaats van naar
Tsarskoje-Selo te gaan !:..d gij ::i
liet Winterpaleis kunne:: blijven
■alles aanzien dooreen der veu-'c.-s.
j Dat was nog eens een schouwspel ge -
j weest. Gij zijt niet zcoals uw oom
Wladimir. Dat is nog eens een Ro-
manoff. Die heeft er op los laten schie
ten. Gij spreekt ervan, uit Tsarskoje
voor Gatchina te vluchten van Gat-
china naar Peterhof, men zegt zelfs,
dat gij naar Kopenhagen wilt. Houdt
gij niet van bloed
j Nicolaas, met afgrijzenNeen,
Neen
PobedonostseffIk begrijp het,
gij zijt bang, dat het gestroomde
bloed een voorteeken is van het uwe?
NicolaasPobedonostseff, red
mij
PobedonostseffDaarvoor ben i k
hier gekomen. De slaven staan op....
Daarom?.... Omdat ze geen slaven
meer zijn, omdat men hun de vrij
heid gegeven heeft.
Nicolaas: De vrijheid!....
Pobedonostseff: Ja, want er was
er één, die nog grooter domheden
deed. dan gij.
Nicolaas Wie
j PobedonostseffUw grootvader,
Alexander II. Hij gaf hun de rrij-
heid.
Nicolaas Ja.
PobedonostseffEn nu zijt gij
hun slaaf. (Hij biedt hem een papier
aan.) Komaan, teeken dit
Nicolaas Wat is het?
Pobedonostseff NietsEen
kleine intrekkingdie onmiddellijk
de orde bij u weer herstellen zal.
Nicolaas Bjj mij
PobedonostseffJa, in Rusland.
Het is de intrekking van de acte, be
treffende de bevrijding der lijf
eigenen
Nicolaas En gij belooft mij
PobedonostseffRust.
Nicolaas, teekenend Ik zal dus
eindelijk weer rustig kunnen slapen.
Er komt een sardonische lach op
het bleeke gezicht van Pobedonost
seff. Nicolaas barst ook in lachen uit,
en zij lachen alle twee, al handen
wrijvend. In eens begint de tsaar
weer te beven van angst; hij kijkt
naar den ommenschelijken grijsaard
die hem een geest toeschijnt en hij
vraagt zich af of Pobedonostseff gek
geworden is, of zij alle twee gek ge
worden zijn, of alles misschien een
droom is, een verschrikkelijke droom.
En Nicolaas II gaat met woest ge
baar, met gekromde vingers, over zijn.
pijnlijk voorhoofd. (Tel.)
LEKKERE WORST.
In Duitschland loopen worstverval-
schers, dank zij de strenge strafbe
palingen, niet zoo gemakkelijk vri>j
als hier. Voor de gezworenen te Leip
zig heeft een vleeschhouwer uit het
naburige Mügeln terecht gestaan, die
beschuldigd werd in drie verschillen
de gevallen levers van tuberculeuze
runderen, die afgekeurd waren, uit
den mesthoop opgegraven en tot le
verworst verwerkt te hebben. De
knoeier kreeg 3 maanden gevangenis-
Feuilleton.
De Misdaad in de Familie
Uit bet Engelsch
door
HUGH CONWAY.
45]
Hare vrees was ongegrond, en zij
kdemde weer vrijer, toen zij hoorde,
dat hij zich van de deur verwijder
de. Hij kwam echter weer terug, en
bonsde weer tegen de deur.
Lieve Finey, hoorde zij hem zeg
gen, en die naam op zijne lippen,
oeg haar eene rilling door de leden,
uistert gij Geef mij antwoord, of k
Irap de deur in.
Ik luister, zeide zij, bevreesd voor
de gevolgen van een aanhoudend
stilzwijgen van haar kant.
Ik ga naar Redhills, mijn schat,
en zal dien ouden gek behandelen
1 ilsof ik de duivel was.
Vervolgens ging hij weer weg.
Eerst toen zij hem met een huurrij
tuig zag vertrekken, waagde zi] het,
uit havo kamer te komen. Zij washe-
-♦nn UIL naiij nJ
MfijTig ontsteld, en wist niet, wat er nu
„««t gebeuren. Wat Digby ook met
«r* fijne bedreiging kon meenen, zi] was
•rvan verzekerd, dat hij haar vader
looveel mogelijk zou kwellen. Hij zou
I
i er niet voor den volgenden morgen
1 zijn, en zij liet daarom dadelijk naar
(Redhills telegrapheeren, opdat zijne
komst hen niet moest verrassen. Zij
had zich echter die moeite kunnen
j sparen. Digby, die de bewoners van
Redhills misschien liever ook niet
wilde verrassen, had ook gctclegra-
i pheerd. en daarbij, zoo onbeschoft
mogelijk, verzocht, dat men een rij-
i tuig naar Brackley zou zenden, om
hem af te halen. Zijne nieuwe staa-
kunde getrouw, had mijnheer Bour-
i chier dit telegram verscheurd, en
geen notitie van het verzoek geno-
1 men.
Het is den ouden gek inderdaad
'ernst, zeide Digby met grimmig ge
laat, toen hij, te Brackley aangeko-
i men. geen rijtuig op hem zag staan
wachten.
Het zou dus tot een gevecht ko-
men eene hevige worsteling, rilt
(bleek hem duidelijk uit het feit, da'
mijnheer Bourchier niet naar het n©
roep op zijne beleefdheid had willen
luisteren en mijnheer was eenbe-
'leefd man.
De afwezigheid van het rijtuig
maakte indruk op Digby, daaruit
bleek, dat zijn vijand zoo verbitterd
op hem was, dat deze de beleefdheids
vormen niet eens tegenover hem in
acht nam. Het voorspelde den strij J
en daarin kon hij zich met vergis
sen. Zijn vijand mocht vechten en al
zijne krachten inspannenhoe hevi
ger de tegenstand zou zijn, des te
verpletterender was de nederlaag. In
de uren van overwinning zou hij dat
blijk van minachting niet vergeten.
Het zou hem altijd in de gedachte
blijven. Hij moest echter op de een
of andere wijze naar Redhills zien
te komen. Hij ging naar het logement
van Brackley, en moest zicli toen te
vreden stellen met eenvuilen en
ouden phaëton. getrokken door een
uitgemergeld paard. Op die wijze be
reikt© hij niet al te deftig het huis,
dat hij den zetel zijner voorvaderen
geliefde te noemen.
Hij meende op het. gelaat van de
oude vrouw, die het hek ontsloot, een
glimlach te zien, het paard het rij
tuig en de koetsier zagen er dan ook
erbarmelijk uit. Het doet er echter
niet toe, hoe een generaal het slag
veld bereikt, als hij er maar vroegtij
dig gonoeg is en flinke strijdkrachten
tot zijne beschikking heeft.
Het bleek hem duidelijk, dat hij
verwacht werd. De bejaarde huis
knecht, Steel, die hem altijd met af-
kcerigo blikken had beschouwd,
bracht hem zonder een woord te spre
ken naar zijn heer en meester.
Mijnheer Bourchier was bezig een
brief te schrijven, hij zag zelfs niet
op van het papier, dat. voor lu<m lag.
Deze onbeteekenende daad bewees al
weer. dat de worsteling herig zou
zijn. Digby had Philip Bourchier nier
gesproken) sedert hij korten tijd na
zijn huwelijk een onderhoud met hem
had gehad. Niet zonder eenige
nieuwsgierigheid zag hij hem aan,
om uit een nauwkeurig onderzoek op
;to kunnen maken, hoe lang hij nog
(hoogstens zou kunnen leven. Digbv
zag zich zeer teleurgesteldde op-
widing voor den ophanden zijndeu
strijd had den heer Bourchier een val-
schen schijn van gezondheid en
kracht gegeven. Als hij nu nog jaren
zou kunnen leven, dan zou hij en niet
Allan, Digby van geld moeten voor-
zien.
I Een prachtig weer. mijnheer
'Bourchier, zeide Digby, verlangend
om den strijd te beginnen.
1 Wij zijn hier niet bij elkaar ge
komen, om oen praatje over het weer
te houden. Wees zoo goed, en laat mij
(eerst mijn brief afmaken,
i Hij eindigde zijn brief, legde dien
naast zich neer, haastte zich echter
'volstrekt niet, en stoorde zich even
min aan de tegenwoordigheid van
Digby.
j Deze was overbluft,
j Het ware beter geweest, als gij
uw rijtuig naar het station hadt ge-
zonden, in plaats van mij aan mijn
lot over te laten.
Ik heb u niet gevraagd hier te
komen. Uwe aanwezigheid hier is mij
zeer onaangenaam. Waarom had ik u
met mijn rijtuig moeten laten afha
len?
Dat weet gij drommels goed.
Digby sprak op ruwen, lompen
toon. Mijnheer Bourchier staarde hern
voortdurend aan.
-Het schijnt mij toe, zeide hij,
dat gij in uwe manieren zeer zijt
veranderd in uw nadeel; ik meen
de echter, dat zoo iets onmogelijk
moest zijn. Ik heb gehoord, dat gij
tegenwoordig erg drinkt.
Digby werd bleek van woede zijn
"vijand beschimpte hem.
Ik ben hier niet gekomen, om mij
to laten beleedigen.
Waarlijk Wat komt gij hier dan
doen?
--Ik heb u reeds gezegd, wat ik
wilde. Nu moet ik tweeduizend pond
'sterling hebben, en voor dat ik u
verlaat moet ik ze hebben.
Er zijn veel menschen, die geld
willen hebben, maar het niet kunnen
krijgen, zeide de heer Bourchier op
kalrhen toon.
Ik moet hot toch hebben, later
verlang ik nog meer van u.
liet zal toch niet gebeuren, liet
i spijt mij. dat gij zooveel tijd hebtver-
solid, door zulk eene vruchtelooze reis
[te maken. Ik heb u reeds in mijn
brief medegedeeld, hoe ik er over
denkik ben in dien tijd niet van
gedachte veranderd.
Bij deze wojmlen zagen de heer
Bourchier en Digby elkaar strak au
Zij begrepen elkaar.
O, zeide Digby langzaam,
is het dat?
Juist, dat is het, zeide de heer
Bourchier.
Digby wendde zijn blik af, en
scheen een minuut lang in gepeins
verzonken. Hij floot zachtjes.
Als gij nog iets te zeggen hebt.
zeg het dan. Zoo niet, ga dan maar
heen, zeide de heer Bourchier kort
af.
Ik heb nog veel meer te zeggen,
.wees daarvoor maar niet bang. Gij
wilt dus het geld niet betalen
j Geen cent
Zoodat ik dus tot het ergste moet
lovergaan. Dat is het dus?
Juist, dat is het, antwoordde de
heer Bourchier voor den tweeden
keer.
Ik zou wel eens willen woten,
wat gij onder dat ergste verstaat.
Voor zoo ver ik het kan beoor-
deelen, kunt gij lasterlijke praatjes
over mij rondstrooien, waaraan ech
ter niemand geloof zal slaan. Gij hebt
hot nieuws te lang voor u alleen ge
houden. en wat ook aan de geloof
waardigheid van uwe woorden af
breuk zal doen, is, dat gij reeds drie
jaar lang aan mijne familie verwant
zijt.
Gij ziit wel slim, zeide Digby.
Oiti mij te willen wonden, zult
pii mijne kinderen waarschijnlijk
willen doen gelooven dat ik een moor-
den aar ben. Ik geloof niet. dat men