BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
SSÏF-—1z\gKsrjsrJS£Jsest.
St.r tr-«T49146-"pSUï SM»-
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Natuur-Historische
Wandelingen.
GESTOLEN.
F1*1 ii II lei ss.-
De Misdaad in de Familie
ZATERDAG 4 MAART 1905.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
IL.
Hoe innig gelukkig gevoelt men
»ich als men, na lang in den vreemde
vertoefd te hebben, eindelijk huis
waarts keert. Het is, of juist het ver
langen des te sterker wordt, naarma
te de afstand, die ons nog van onze
dierbaren scheidt, afneemt. Hoe klopt
ons het harte, wanneer we dan den
eersten bekende ontmoeten en vooral
als dat een kennis is uit onze jeugd,
die met ons alle lief en leed der kin
derjaren heeft gedeeld.
Zoo ongeveer waren ook de gewaar
wordingen die ik gevoelde, toen ik
de vorige week na den langen winter
onzen schooltuin betrad om daar eens
een oog te slaan naar 't geen was en
worden kan, tot heil van de jeugd,
'k Moet eerlijk bekennen, dat er van
de bedoeling, waarmede ik ging kij
ken, weinig is terechtgekomen, zoo
werd ik getroffen door een der eerste
lingen der lente.
Zijn er dan reeds, hoor Ik deze en
gene vragen. Welzeker zijn er alin
de eerste plaats zouden we het
«neeuwklokje kimnen noemen, en
dan reeds het madeliefje, èn de win
ter! enteblo ern, en... maar eerst een en
kel wo or je over deze laatste. Dat gele
bloempje, sedert jaren reeds aan ons
klimaat* gewend, is telken j<are weer
«en de railereersten. De bewoners van
ket Leidsche plein en achterliggende
straten zullen het reeds wel al weer
langen tijd hebben opgemerkt; vlak
om den hoek van het huis van den
heer Winkler.
Maar er zijn er meer. Het kruis-
kruid, het sternemuur, het beemdgras
■Sn meer andere, ze zijn bijkans den
geheelen winter gereed om te blo&een
bij het minste zonnetje, dat ze be
schijnt.
Maar het plantje, dat me de vorige
week zoo in verrukking brachtoch,
't is eigenlijk de moeite niet waard,
er zoo'n drukte over te maken nie
tig, ordinair als het is, dat kleine
hoefblad. Als ik het aan U voor-
atel, durf ik bijkans wel wedden, dat.
men antwoordt,,'n gewone paarde
bloem?" Zoo op het eerste gezicht,
ja, heeft het veel van een paarde
bloem, maar 't is toch geheel anders.
In de allereerste plaats, dat vroege
bloeden. De witte, gelede wortelstok
bevat reservevoedsel in overvloed, om
aan het groote aantal bloemstengels
groeikracht te geven. Slechts wat
vocht hebben de worteltjes noodigom
ket voedsel om te zetten en te trans
porteeren naar de knoppen. Deze ver
lengen zich steeds meer, de tak komt
te voorschijn, van afstand tot afstand
blijven schubben zitten, hooger «an
den stengel omgeven ze nog den
bloemknop. Eindelijk rekt ook die
aich boven de laatste schubben uit en
wacht op wat zonnewarmte om zich
te ontplooien.
De groene bladen, clie de schubben
opvolgen en in een paar rijen rond
om de bloem zitten, zou een oninge
wijde voor de kelk aanzien. De gele,
.naar buiten staande blaadjes zou hij
dan voor kroonbladen houden, «n...
maar nu raakt hij de klu.s geheel en
al kwijt, want de vergelijking met de
meeldraden gaat in 't geheel niet op,
•n van een stamper kan heelemaal
geen sprake zijn. Laten we hem te
hulp komende natuur, over slechts
*«er weinig hulpmiddelen beschikken
de, weet die toch zoo te varieeren,
dat duizenderlei vormen aan 't zelfde
motief zijn ontleend. Daar hebt gein
de eerste plaats dan de schubben
langs den stengel, en de in kransen
gezeten omwindselbladen, 't zijn alle
bladeren, die de gewone functie er
aan hebben gegeven, en thans alleen
beschermend optreden. Aan den top
van den verbreeden bloemstengel vin
den we op den zoo gevormden. bloem
bodem niet één, maar wel honderd
en nog meer bloempjes. Klein en wei
nig in 't oog valiend als ze zijn, zijn
ze tot één geheel vereenigd, om zoo
den indruk van één bloem ingang te
doen vinden, 't Is daji ook, zooals
de botanicus uitdrukt een samenge
stelde bloem en alle planten, die dit
kenmerk vertoonen heeft hij tot eene
groote groep, die der samengesteld-
blo emigen gebracht.
Zoo'n samengestelde bloem, ontle
dend, komen we tot de ontdekking,
dat er nog twee soorten bloemetjes
zijn, ten eerste die, welke aan den
buitenkant zitten met het smalle lint
vormige kroontje en die, welke in het
midden op den schijf gezeten zijn en
den... Thuis lag de jonge vrouw van
den armen slecht ge salarieerden klerk
ziek, zwak en had nauwelijks het
noodige voedsel voor zich en haai*
kind. Wat zou een flesch goeden
zijn woning wezen, zien hoe zijn
vrouw gebrek lijdt, het niet behoorlijk
gevoede kindje kussendan zal hij
rustiger zijn en moed vatten, dan
zal hij inzien, dat hij goed gehandeld
wijn, een gebraden hoentje haar ver- heeft,
kwikken. Wat zou er weer kieux op Haastig treedt hij de armoedige ka-
liaar bleeke wangen komen en haar mer binnen en zijn droge heets lip
moed en levenslust opgewekt wor-pen raken de wang zijner flauw glim-
den" 1 lachende vrouw.
En juist was zijn patroon opge- j Hoe gaat het je? vraagt hij op
staan en met het stuk, dat hem ter een zachten, angstigen toon en
teekemng was gebracht, naar de aan- goed, heel goed brengt zij bijna on-
grenzende kamer gegaan. Was datverstaanbaar uit.
niet een wenk van het noodlot ge- i nno,i h^i i r\„<. t
weest Een stoute greep in het metiieV0 geduldige vrouw altiid^i^ilf
goud gevulde kistje en zijn huiselijk tusschen wordt zii hoe lanll w
geluk zou niet langer door ziekte in Ser en zwa»ir
diefstal^daT was''niets anders Si w" "iH
zelibehoud - en dus had hij toege- j Et"5e flfd't neet
Nu was het gedaan en met zijn n?o52" *5 m"*
zijn woniig "k giDS h« n r dietai jthebbên Je^uft' ntet teïi-
Eerst gevoelde hij zich vroolijk ge-FJSfijSS* k 2t"
Daar hoordé hij roepen:
Een dief. Houdt den dief! i aaa den «rgsten tijd komt
Verschrikt en ais aan den grond CA1±' gaat 1») met verheffing
it.i: van stem, maar op onvasten toon
een min of meer klokvormig buisje vastgenageld bleef hij staan. Het j ïoolrtM."S" °p ™™s'l
tot kroon hebben. Overigens stemmen j brak ham op het v00r" Verbijsterd ziet zij hem aan. Maar
beide wel vrij nauwkeurig met elkaar ,T a A J x n hij grijpt plotseling in ziin zak en
overeen eeu onderstandig vruchtbe- I stoimdenhemk hH it mensc.hen h«t volgende oogenblik blinken ;n
ginseltje, dat gekroond wordt door biina nmvpv ?m het der kleine lamp een paar
een krans van haren ,die de later rijp zijd.e stieten hem ruw ter goudstukken op het tafeltje vóórhaar
geworden vruchtjes als zweeftoestel1 J)ed*
dient en binnen den buis- of lintvor- bij «n ftni^erach^dat rads°door tig d£ST,teWgddVI!^iJ fe^S«h?<!u~
magen kroon de meeldraden en stam- leen politiedienaar bij den kraag ge- Daarmee zal i'o
pers. Over deze echter later eens wat j pepen was. Luid sprekend en gmet^Totten alleen de rii£ ii7
nader, als we bloemen hebben, waar- 5'£fa^e„J^^f^..dr_01^_de menigte om ZOud worden waarom moeten de
Maar uitstel is gevaarlijk. Dien i haar armen om zijn hals en f lui ster-
mij aan. Hij moet mij ontvangen. I de teeder
Ik zal het probeeren, zegt de Hoe ben je aan dat geld geko-
dienstmeid.
In ad-emlooze spanning wacht hij
aan de deur tot hij haar stem hoort
Bij uitzondering moogt gij bin
nenkomen.
Hij stormt de verblufte dienst
maagd voorbij en de kamer binnen,
waar zijn patroon hem reeds wacht.
Wat drijft u, om zoo laat en met
zooveel drukte bij mij te komen?
Een diefstal, patroon.
Wat? Hier?
Ja. En de dief staat voor u.
Op doffen toon komen die woorden
over zijn lippen. Terwijl zijn princi
paal onwillekeurig terugdeinst, legt
hij met bevende hand de goudstuk
ken op de tafel neder. Daarna wor'lt
hij eensklaps rustiger, hij haalt diep
adem en zijn stem heeft een zachten
smeekenden klank, terwijl hij zegt
Neem uw geld' terug. Ik heb het j
weggenomen in een oogenblik
Gestolen heb ik het niet, vroutf-
tje.
Gestolen. Maar man. Hoe komt
je zoo iets verschrikkelijks in de ge
dachte... Jij... Een dief?.
Toen greep hij haar tengere hand
en bedekte ze met' hartstochtelijke
kussen.
Ja, je hebt gelijk, zeide hij zacht
en met moeite zijn tranen weerhou
dende, ik. een dief.
DE SPIN EN DE VLIEG.
.Komt binnen in mijn zitvertrek
Zei tot een vlieg do spin.
,,Het is een aardig kamertje,
Met veel gemak er in.
van De weg gaat langs een wenteltrap
Met verbazing ziet zijn patroon hem
aan.
En wat was je beweegreden om
een dief te worden? vraagt hij op
dringenden toon.
De klerk ziet hem schuw van ter
zijde aan.
Ik ben het geworden uit liefde
tot mijn vrouw, fluisterde hij. Maai
zij haat, zij verafschuwt mij erom.
Ik deed het uit vrees, dat zij sterven
zou - -
doen.
ls makk'lijk en niet nauw.
Kom, praktiseer maar niet te lang,
Je bent er immers gauw."
,,0 neen, o neenzei onze vlieg,
Ik dank je voor die eer
Want wie die wenteltrap beklimt.
Die komt van daar niet wéér I"
..Misschien ben jij een beetje moe",
Sprak wederom de spin
„Maar 'kheb een heerlijk bed voor jou
Daar lig je warmpjes in.
en nu zal het haar den dood En als je dan niet slapen kunt,
dat ik een dief ben. Dan dans ik je wat voor.
Hij bedekt het gelaat met de han-1 Kom> S!ee?®~lief', kom' moed gevat,
den en heete tranen wellen in zijn n m^ar r3lstls do?r-
-- t"J"i..O neen, o neen! zei onze vlieg.
oogen op.
Hij voelt, dat hem een hand
Ik heb daarin geen zin;
°P j Want wie zich in je bed begeeft,
het I
te-
Die slaapt voor altijd in
- ..„wwu, vviao-i- - of ^UU-U- WOrUBIl Waa
aan enkele bijzonderheden duidelijker 2rra™ door gebrek aan het'noödigé; i zfl» "schouder wordt gelegd
voorkomen. etraatieugd gevolcrd werd hii llnlr°,0r een paar gulden tekoopen Hij slaat de oogen op en ziet
is dit nietige plantje, dat hier het politiebureau eebraob? I -S' °™k0™?a- Dat 19 ongerijmd dat ernstig gelaat van zijn patroon
slechts af en toe gevonden wordt, i Hil niet Kearacnt. Is schandelijk. Ik wil je weer gezond gonover zich. I -Ik deJik. 1" zyl' wel hong'rig zijn,"
dan v,an zooveel belang. Ja zeker, tal Die was dus bedoeld Dat was Hp maken - en als dit geld uitgegeven Zeg mij alles. Beschrijf mij uw! dopW nLfI)m t0en jVetr
van landbouwe?s kennen het maar aj dief 3 ed°eW' Dat WaS dela' d™ 13 aag omstandigheden. Spreek ipen en'^"'Ve^hapTi malih ^feAr
te goed. 't Is een wortelonkruid, dat. I In alle geval haaide hii weer D\bomoedigende woorden bestier- rond- Maai-om heb je gestolen? 'k Heb honig suikS o M^ved
hem
nnn dieJ! vreugde straalde, nam een'schuwe aaui maar zijn tong komt los en met I
onophoudelijk m de uitdrukking aan. j levendige kleuren schetst hij zijn toe-
trekt, en door de groote bladeren de geroep
cultuurplanten hindert. En waar het klonk
dan ook voorkomt op onze vruchtbare 00ren-
kleigronden, daar komt het in massa j ko^agf mfa haajt«azi"cï"' ^hwTeriJht""i sten «ja gevödd'en 'geda"clit"h«ft AlWaat'who jij iets te smullen "geeft,
voor- i schipn een v'1 Dat 13 ge6n vreugde, dat is geen j levendiger eu opgewekter wordt hij
Na de bloemen nu komen de groot© PftT1 hoop, geen opgewektheid, wat uitonder het spreken, elk zijner
- wSnwhl^St f^" .hi" matte trekken spreekt. Dat 1
'kBen zeker, aJs je bij mij komt,
Dat jij dan lekker smult."
-tjLTt "*J "J" „O neen, o neen!" zei onze vlieg.
Hnoi J??™ zegu geen ^°.°,rd'maar fJaad+j?^ ^Ile^ wat hij^m dea },aat;l... Houd jij maar al je spijs I
Die valt den dood ten prijs
hoef- of liever niervormige bladeren. vrouw hef bawTwnrkrwni -
1_.°* net laatste wat zij bezat afge- wantrouwen, verdenking, ontzetting.
ver-
hoof d
j I 1 11ÜL iaatOLÜ YV CJ.U fif J IJChdt dljZH
die aan de onderzijde met wit vilt nomen had gelijkstellen? Dat had
overtrokken zijn. Vandaar de naam hij toch niet gedaan. i Heeft rii rint 0 tj
hoefblad Klein hoefblad heet het in I Met een krachtige poging herstel- hem met bevende lippen d"f
tegenstelling van het groote, dat zoo de hij zich en poogde zijn gedachten schrikkelijke woord naar het
goed is waar te nemen bij de brug in eea andere wending te geven. i geworpen
de Pleterkiesstraat, bij den spoorbrug i at 20P. 11 nu voor dat geld'koo-; Neen, z ii heeft niets cezee-d
over de Brouwersvaart, enz. maar dat i pen9°^r f'J"? arme vrouw te verraai -g€ZegCl
een weinig later verschijnt, Iet? Tfter'-
Na deze eersteling zijn er reeds heel cic ]300ze o-eestPT1 wel h Eu tock klinkt dat woord hem ~n
wat, niet minde? dan een 15-tal MaaTZ men SS ZZmd Z-' t„°°r*n zi'™e!,t h<? weer' teJ-
bloeiende plantjes hadden mijne leer- den, dat een man, zoo knal In dovol "haet» en t00™'
den draagt den stempel van zuivere I
waarheid voor de eerste maal se-1
,Wat ben jij mooizei weör de spia,
,:.r~ I „Wat is je hoofdje fijn!
de.it geruimen tijd uit hij, wat er in'Hoe glinsteren je vleugeltjes,
zijn binnenste gewoeld heeft. Hier in den zonneschijn
Zoo komt het, patroon, zegt hij Hoe blinken bei je kijkertjes,
ten slotte, dat ik een dief ben ge-1 Vooral je linker oog
worden. En doe nu met mij wat gij.O! kon jij eens je zelve zien,
WilTfoSS.C?T.,ï8eeD geluW"is over bïiw Iippangeko-! Me' gebogen hoofd wacht hij het, Maar 'kheb'wjinij rak IptegeÜjlL.'
L sSr verster- men, zij ziet hem slechts strak aan. aatwoord af, dat na een kort dralen Ja, wel een stuk of tien.
i f Ja, dat zou hu doen dat zou p„ i„„i, .mi.,.. voigt. j Als jij me nu bezoeken wilt,
Neem het geld terug; dat is Dan kun je zelf je zien."
voor u. Je hebt een zonderlingen om- J
weg gemaakt om ondersteuning vanEn ach die arme arme vlieg,
mij te vragen. Als je, in plaats van Zij hoorde naar de spin.
Dief
lingen deze week vereenigd, zoodat plunje en met een bleek gezicht j
over de vraag of het nu werkelijk waarop gebrek.stond te lezen goud-1 Vrees, afgrijzen, verontwaardiging monmachtigenwrék T?~ïökkemlHaar ijdelheid wm'opSwÏH
e°WOTd^ met meer ba" ll?«n rite luf koonen? mïn T a]1"s kHnkt uit den v«"hrikkeli,g '""dat ik meer geld bezit dan gij, mij1 n Gestreeld haar hoogmoedszm.
slist behoeft te worden. j koopra Zou men ken toon van dat woord. i uw omstandigheden maar hadtopen I Belust om zich eens mooi te zien.
Een volgende maal gaan we een tJ( SJPi» han} i En noS steeds hebben de lippen der j S^egd. zou het zoover niet gekomen L. Haar fraai gevormden kop,
onzer wandelingen weer buiten de hljk jip0nTlvnot onTUst, zijh jonge vrouw zich niet geopend, nog I Z13n- Maar het is nog niet te laat. Ik Gmg Z,I eerst langzaam -- daarna
stad nemen om daar in de voUe na- radèn Zou men h^iet^aniouden zij hem verbijsterd f„eIo^^vertrouw u Je blijft bij mij -snel,
tuur het ontwaken van alles waar te en roepen Een dief
Och kom Dwaze bezwaren! L>e stukken van de "tafeF zet. ziin verbetaring van ie toestand" isriTLDe weg was niét heolgi-oot-
J .STURING.
aaan- in betrekking en gebruik de goud- r?„ wenteltrapje op.
i Maar hij neemt hijgend de goud- stukken voor je arme vrouw en tot i toen Z1] halverwege was,
- -3 Stukken van de tafel, zet zijn hoed verbetering van je toestand. Nu,Tflfln vi«i IT?
i omhel gaarne zakendoen, op en snelt naar de deur. Daar wendt &riJP mnar toe. Of wil je 't opschrift! aar ,°I)..he.L
Hij had gestolen
Er was geen andere uitlegging aan
iets
hebben, dat dit geld je rechtmatig
eigendom is?
V ULH V - -» "UUIÖJJIMU,
Weinige minuten later staat de be-1 not poch zelf wist zij 'tniet meer:
j rouwhebbende dief op straat en 'i ^- _-Clle - went6lt.rai) beklimt,
spoedt hij zich naar zijn woning. Dit
En beet haar daad'lijk dood.
Voorwaar, zij had het wel voorspeld,
Doch zelf wist zij 'tniet meer
wie die wenteltrap beklimt.
Komt nimmer daarvan weêr.
Uit het Engelsch
door
HUGO CONWAY.
69)
Een struikroover of niet, hij was
de vader van uwe vrouw. Ik zeide u
zooeven reeds, dat het maar beter,
was, om te betalen.
Kon die schavuit waarheid spre- -
ken? Zijn vader de moordenaar van
John Boucher Allan meende, dat het
lasterlijke leugen was, maar al wasi
het waarheid of leugen, hij was er i
van overtuigd, dat hij, die het hem]
vertelde, het werkelijk zelf geloofde.
Het kon wel waar zijn, maar dan was'
de moord een ongelukkig toeval, of,
John Boucher was niet de man, voor
wien men hem hield, Hij had nooit
gehoord noch gelezen.' dat, menscheu,
die zich door diefstal en sluipmoord
geld verschaffen, door hunne bloed
verwanten worden geëerd en bemind.
Zou haar vader zoo slecht zijn ge
weest? In ieder geval Frances bleef
Frances. Men moest haar nooit van
de misdaden haars vaders spreken.
Hij begreep maar al te wel, hoe
zeer de tijding haar zou treffen, als
zij hoorde, hoe het ware karakter
van haar vader was geweest, van den
man. dien zij zoo innig had liefge-
om het even waar het geld van- hij rich nog eene even om zeg-
daan komt!... Daar is een slijterij, gende
Het licht is er reeds aangestoken en i - Ik heb nog iets te doen -
het staat er vol menschen. j zeer gewichtigs.
Daar dus maar binnengestapt. Meteen is hij de kamer uit.
D00—oNeen, het gaat niet. Hij is te on- j
te geven hij mocht het keeren en i rustig..,, hij beeft. Nog nooit heeft hij Regelrecht gaat hij naar het kan-aiaal deed hij onderweg allerlei in- u" allen dio 'h t t, i
wenden, het uitpluizen zooveel hij iemand het allergeringste afgenomen toor v&n zijn principaal. Onstuimig 'koopen aan wijn en lekkernijen enl IJ W( ikLT f
wilde, dat was alles maar om zijn nooit iets op onrechtmatige wijze trekt hij aan de schel van het woon- het kwam hem volstrekt niet in de1 Geeft nnnit ov,m?AY?6nr,raau1 - j
daad te verschoonen hij had' ge-verkregen. Het goudstuk, dat hijhuis en roept de dienstmaagd, die gedachte, dat men hem om zijn geld i aan vleiend
stolen, zich aan het eigendom van reeds uit zijn zak heeft genomen. hean de deur opendoet, toe: j uitgeven en zijn goudstukken ver-j Licht eaat w fifin
een ander vergrepen. i gloeit als vuur in zijn handen. Neen,Ik moet mijnheer spreken. Da^ dacht zou vinden. En toen hij thuis; Weert den vrarleifW
De brandkast had wijd opengestaan-®erst moet hij wat bedaarder zijnsgelijk over een zaak van gewicht, j kwam en voor zijn ongeruste vrouw
het kistje op den bodem was tot zichzelven overtuigd hebben, dat hij' De dienstmaagd maakt zwarigheid. allcs wat hij gekocht had op het bed
aan den rand' vol goudstukken, diegeen gemeene dief is; dan zal het Mijnheer is in den familiekring en lögde, zag zij hem niet-verschrikt aan
zoo verleidelijk blonken en glinster- j heter gaan. Eerst moet hij maar in wil niet gestoord worden. j en riep nietdief. Zij sloeg vol liefde
had. Die schurk moest gelogen heb- Pieren had John Boucher in zijn be-1reeds duidelijk blijken, dat ik waar-!verliet het huis zonder een blik
ben. zit, toen hij dien avond naar Brack-heid spreek. Gij kunt echter ook naarnaar Manders om te werpen.
Gij wilt dus zeggen, zeide hij'eY' ging. Het is zonderling, dat hij [Josephine gaan en documenten van, Nu hij wist dat Frances in het huis
toornig, dat de vader van mijn vrouw uw vader wilde bestelen en vermoor- j haar opeischen. was gelokt en door dien man was ge-
een struikroover was? i den, wanneer hij hem met behulp der Get pistool beefde in Allan's hand j vangen gehouden, om hem in zijn
Manders lachte weer. jwet alles kon ontnemen. I- zelfs zoo merkbaar, dot Mandersboos opzet te helpen, dorstte hij niet
O, neen, volstrekt met. Wijleni Gij liegt! riep Allan uit. ket zag en rilde. (meer naar de wraak, die hij eerst op
uw schoonvader was een ac-htenswaar- De toespeling, die Manders nu had! Allan was in diep gepeins verzon- j hem had willen nemen. Al zijne ge-
dig koopman, die in New-York hard Igemaakt, was te verschrikkelijk om [ken. dachten bepaalden zich slechts op
gewerkt heeft. Hij heeft daar geld'ar slechts één oogenblik aan to den-1 Welnu, zeide Manders, - - als Idit eene denkbeeld de vrees, dat
verdiend. Hij was veel beter dan mijn ke<u. [gij mij wat geld wilt betalen, zal ik i Manders waarhéid had gesproken, en
schoonvader. Ik moet u nu zeggen, dat ik niet van hier gaan, en niets vertellen. I dat zijn vader John Boucher hadver-
Spreek duidelijk, of houd u an-heb gelogen, want de bewijzen liggen j Frances, noch iemand anders zal er] moord,
ders stil. zeide Allan op gebieden- j voor handen. Ga naar uw huis en zegiets van vernemen, zoodat gij ukalmi Hij wilde dien zelfden avond nog
den toon. '""I jaap**— g&gg J1
Allan toch de overwinning had be
haald.
Zijne ledematen deden hem pijn,
hevige hoofdpijn kwelde hem en hii
snakte naar brandewijn.
Waar was Frances?
Allan zocht haar in den geheelen
tuin, begaf zich zelfs weer in hui»,
om te zien, of zij daar ook was. Hij
nep haai', maar kreeg geen antwoord.
Hoe onvoorzichtig van hem, haar een
oogenblik alleen te laten. Hij had ge
duchte wraak willen némen, en daar-
- -a ..„„.voor werd hij nu gestraft Wanneer
aan Josephine: Geef mij de papieren. I op Redhills kunt gaan vestigen. [naar Redhills gaan, wanneer hij niet hij Manders alleen had achter erela-
die arii uw echt&renoot heht. rmt.st.nl en Nooit! Als de zaak waarheid ha vat-t.e laaf. kwam vnnv den trein Wan.tan. en mei tTt>o,
yneat hdm met vluggen tred.
Zoo niet, dan trekt u wis de spin
In 't uitgespannen net.
Ik zal nu duidelijk genoeg spre- die gij uw echtgenoot hebt ontstolen.
ken o ja! Maar ik zal u eerst doen; Zij zijn in ,.UUi
verbaasd staan. Ik zal u zeggen, wieduivelLees ze nauwkeurig over en
uwe vrouw is. Het is verbazend zon-het zal u duidelijk blijken, dat vij
derling, dat gij juist haar gehuwd i uwe nicht gehuwd hebt. Het is echter
hebt. voor u eene troost, dat men u uw
Met vei*wondering wachtte Allan do landgoed niet kan ontndmen het
dingen af, die zouden komen. Hij hadbehoort uwe vrouw toe.
niet het minste vermoeden van den j - En wie zijt gij dan, schelm?
waren toestand der zaken. i vroeg Allan.
Manders keek hem voortdurend aan. I Frances zal het u zeggen, wan-
Uwe vrouw is de dochter van;neer gij het haar vraagt.. Zij heeft
John Boucher; John Boucher was de,langen tijd naar mij gezocht Gij zult
zoon van James Boucher of Bourchier echter wel begrijpen, dat. mijn naam
de man. die de eigenaars van Red-;niet is Digby Bourchier.
hills drie keer een proces heeft aan-i Dat heb ik nooit gedacht. Nu ken
gedaan, en dat landgoed opeischte. {ik u, uw naam is Manders.
Allan werd doodsbleek. - -Tuist zoo heet ik. Gij hebt zeker
Korten tijd voor zijn overlijden reeds van mij hooren spreken. Fran-
vond James Bourchier do documen- ces heeft u verteld, dat ik de eenige
echtgenoot hebt ontstolen.) Nooit! Als de zaak waarheid bevat- j te laat kwam voor den trein. Wan- ten, en met Frances was meegegaan"
haar bezit— die kleine te. dan zouden de gevolgen voor zijn neer het ontkennen van zijn vader i dan zou hij hem geen woord van
nr. „-.„„rl-r,.,,.;— -va- 1 TOlrdll jnn- 1 r-1 U/annnni. V. I1 K .K.-.,, I „i 1 11 1 I- I_ V,. VO.X1 UIC
ten, die zijne wettigheid bewezen. De-
persoon was, die wist, hoe haar va-
ze documenten met nog andere pa- der gestorven was. Daaruit moest u
rekening zijn. Wanneer hij er zijn-hem dien zwaren last niet van het. vrèeselijke beschuldiging tegen ziin
vader niet over had gesproken, zou: hart had gewenteld, kon hij niet eten, j vader ingebracht, hebben hooren reo-
lnj nog niet aan de woorden van dien drinken, noch slapen. Hij verliet door pen.
vervloekten indringer geloof slaan. Enhet venster het huis denzelfden
Frances hoe zou hij haar ontmoe-jweg, waarlangs hij was binnen ge-
tuin. Wftfir ril hPm -iwnf.hl- Umnn T-Tii hkcrnf »iVVi in rlmt tuin
ton in den tuin, waar zii hem wacht-komen. Hij begaf zich in den tuin
te Hoe kon hij hare blikken ver- de zon was reeds ondergegaan
Waar zijne vrouw ook mocht zijn.
Do Heesterplaats" had zij verlaten.
Misschien had het wachten haar ver
veeld. en was zij naar huis
"'j ""rtm Luii vvciö IOT.Y uuiwiKegimu wii,»uciu, en was zij naar nuis gegaan
dragen, wanneer Manders waarheid keek om zich heen, waar Frances kon Hij zou haar volgen, Zij zou zich nii
had gesproken Het bloed van haar j zijn, terwijl hij inzag, hoe onvoor-ongetwijfeld in de wachtkamer van
vader kleefde aan de handen van zijn i zichtig hij was geweest, door haar; het station bevindn.
vader
Allan brandde van verlangen
zijn vader te kunnen spreken, efn hem aanhooren.
alles te hooren loochenen. Waarneer
dat niet gebeurde, was zijn geluk
verdwenen. Hij zou aan de woorden
van zijn vader geloof slaan, ondank9
alle verzekeringen van dien verdor
ven schelm.
Hij stcmd op en verliet het vertrek
zichtig hij was geweest, door haar [het station bevindn.
1 alleen te laten vertrekken. j Hij begaf zich dus op wes
om j Het verhaal, dat hij had moeten i heen. Toen hij door het dorp ging
c„.hverontschuldigde hem groette de zadelmaker, die hem zulke
daar-
echter voldoende. goede inlichtingen had verschaft zeer
Met een verlicht hart zag Manders eerbiedig. Allan had te veel haast, om
te blij ven staan en hem te vragen, of
hem het huis verlaten. Hij opende de
voordeur en zag hom in den tuin naar
zijn vrouw zoeken. Hij glimlachte,
toen hij bedacht, /lat,, alhoewel hij
niet in zijn plan was geslaagd, hij op
hij die dame weer had zien voorbij
gaan met vlugge schreden begaf hii
zich naar het station.
(Wordt vervolgd).