RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. 12 5 7 4 Raadseloplossingen van den wedstrijd, ingezonden door JO DAEMEN). Het allereerste raadsel Dat vond ik al heel ras Ik heb er uit gelezen Da^ 'fc woord „stadhuis" het wvj V>rhorgen in de cijfers. Maar raadsel nummer twee, Dat viel, ik moet 't bekennen, Mij in 't begin niet mee Doch na een poosje denken Zei ik „do naam is „Jaap" W.ant doe je daar het hoofd af, Dan krijg je wis een aap." 'k Begon aan 't derde raadsel, En dacht toen dra„O wee Het zestal laatste lettors Dat komt pas na de thee(T) En wefke soort van schoenen Verslijt niet aan den voet? 'k Geloof wel, dat zoo'n schoentje Een „handschoen" wezen moet. Wat zou een man wel sieren Ik zeg U onvervaard. Heel fraai staat vole mannen Een volle, mooie „haard". De „haard" dient voor verwarming, En 't trekdier is het „paard", 'Ik raadde 't zoncler dralen, Is dat geen prijsje waard? Vijf „raadsels" had 'k nu samen. Het zesde zei ik net, Nu zocht ik nummer zeven En dacht„goed opgelet Een „vingerhoed" zal 't wezen, Die blijft toch, jaar op "jaar, Bij 't naaien in de mode, En niemand vindt dat raar. In 't „postkantoor" ontvangt men Veel brieven voor en na, Bezorgt dan al die brieven, Aan hun adressen dra. Een „lampekap" beschut ons Voor 't al te felle licht, Dat anders slecht zou" wezen Misschien voor het gezicht. Zijn „cleel" ontvangt wis ieder, Bij „leed" of bij plezier, En „den patroon' der werklui Vindt men gewis ook hier. Maar „de patroon" voor 't schieten,, Daar heb ik .hot niet op 'k Heb, liever „het patroon'" dan Van kleertjes voor een pop. En dat patronenraadsel Gaf mij toch zooveel werk Ik dacht,,'k ben in het raden Toch zeker niet heel sterk 1" Met 't twaalfde ging het beter, Ik nam de kaart ter hand, En zocht toen naar een plaatsje Dat lag in Gelderland. Ras vond ik op mijn zoeken Het plaatsje „Zevenaar", En dat hot dit moet wezen, Is, dunkt mij, toch wel ltlaar. Al staat een zwarte „neger", In „regen" op de straat, 'k Denk niet, dat van zijn zwartheid Dan Iets verloren gaat Voegt men de meisjes namen Ka, Neel, nu bij elkaar, Dan krijgt men raadsel veertien, „Kaneel", is dat niet waar? Het vijftiende der raadsels Dat vond ik niet zoo snel, Maar nu wat ijv'rig denken, Kreeg 'fc toch de uitkomst wel. Die uitkomst is „Noordbrabant" Ik hoop, dat heb ik goed Omdat ik nu heel spoedig Aan d'andere raadsels moet. Het volgende was moeilijk! Ofschoon ik het wel raad Waarnaar wij moesten zoeken, 't Is de „Esschilderstraat" (De rekenraadsels stuur ik U op een ander blad, Omdat ik in mijn rampje Geen plaatsjes daarvoor had.) Nu komt het „schaatsenrijden", En daarna wordt gevraagd Waarom Turkije's Sultan Zijn tulband altijd draagt. „Óm 't hoofd" zal hij hem dragen. Het volgende is „ijs", Want doe je daar een w voor, Dan krijg je 't woordje „wijs". Het „dak" zal niet ontbreken, Op d'armelijkste kluis. De „pan" is voor het koken Eén „dakpan" dekt geen huis De „raap" dat is een veldvrucht, Maar keer je 'm om, 't is raar, Dan heb je inplaats van ééntje, Er dadelijk een „paar". En raadsel drieëntwintig Dat zegt onsCesar at j Liever oesters dan moss'len", I Dacht U, dat ik 't niet vat I Wij komen nu al zoetjes i Aan „Kaap de goede Hoop", 'k Geloof, dé,ar is geen Jeugdblad Des Zaterdags te koop Nu vond ik 't woordje „negen" Dat onveranderd blijft, Al keer je 't telkens weder i En 't helpt niet, of je kijft j De beide eerste letters Nu weggedaan van „steen", Dan blijft, is dat niet duid'lijk, 't Als cijfer kleine „één". Het raadsel „Melkinrichting" Was lastig voor mij, hoor Ik dacht„zoo'n moeilijk raadsel Hoe kom ik daar nu door j Veel vlugger ging het raden Der pl&ats „Roermond" mij .af. Het volgende was eentje, Dat mij geen werk haast gaf. Ik vond het toch zoo spoedig I Het is „de letter o". Nu komt het raadsel dertig. Toen 'k dat zag, dacht ik uoo Dan kan wel, zou ik meenen, De „penningmeester" zijn, Of d'Italiaansche „kroonprins", Al is die nog maar klein Ik heb ook, moet U weten, Een „pennemes" op zak Dat geeft rnet vele dingen Voor mij een groot gemak. 'k Was blij, dat ik 't nu volgend Ook vinden kon. Waarom Wel, de uitkomst was toch immers „Wie dit oplost, is niet dom." 1 Een „part" is maar een brokje Van het geheele ding, En toen ik van de „trap" viel, Was 'k blij, dat Moe mij ving. „Haan", „Zaan" en „gaan" het eerste En dan hog „laan" en „vaan" Je zou nu bijna denken Komt daar geen eindje aan? „Topverlantaarn" vertoonen j.Dat zien veel kinderen graag. De lichtjes van de „glimworm" Zijn zeker toch .maar vaag. I Het wilde dier. der bosschen, Dat is de groote „leeuw", In Afrika's woestijnen Gevonden eeuw op, eeuw. Daar heeft men ook „pompoenen", Een vruchtje, nogal groot, Waarvan de „Zaterdagavond" Ons juist een raadsel bood. Gedienstig is haast altijd De herbergier of „waard", Een .dier, benut 'door velen, Dat is gewis het „paard". Ik zei U al eens vroeger Een „baard" draagt menig man, „Aard" is iets, waar de tuinman Haast nimmer buiten kan. Een „stok" dient om te steunen, Ik houd wel veel van visih, Maar niet als het gedroogde Of ook wel „stokvisch" is. In 't midden van den hemel, Daar staat „de letter m" Parmantig op drie pootjes, W.at zegt U wel van hem? In Haarlem zijn veel straten, De „Koningstraat" is die, i Bedoeld vast in het raadsel. Ik vond het éen twee drie. Toch kon misschien gemeend zijn Als uitkomst„Keizerstraat", Ze be5 den in te zenden, 'Dat is dus nu niet kwaad. De generaal der Boeren Is zeker wel „de Wet". En raadsel zes-en-veertig Heb ak hier naast gezet. '„Leeuwarden" was het volgend i Dat ik gevonden had En „Haarlem's Dagblad" geeft ons Het Zaterdagavondblad. „Transvaal" het land der Boeren, Staat, onder Eng'land's dwang, Al waren om te vechten De Boeren toch niet bang. In vruchten, peren, keilen Staat „letter r" gewis, Ofschoon .hij niet in appel Of pit te vinden is. Wij eten met een „lepel" De vloeistof soep of pap, j Maar 't liefst eet ik er mede i Des zomers bessensap. En als ik alle zestig De wedstrijdraadsels raad, Dan breng ik ze heel spoedig ;Naar de „Sophiastraat", Nu komt de eerste letter i Van 't alphabet, de „a" I Dan de „natuur", waarin ik I Heel dikwijls wand'len ga. Een „dar" is een dar bijen, j Een voertuig ds de „kar"" En grappig, dat is stellig De man, die speelt voor „nar". Het spreekwoord vond ik moeilijk, Maar 'k weet, hoe 't wezen moet „Haastige spoed is zelden ('k Geloof wel nimmer) goed." De meisjesnaam is „Anna", Dan komt het woordje „zes", Een lekker-, sappig vruchtje Is zeker wel een „bes". Een „mes" dient om te snijden, En wie zijn „les" steeds kent, Wordt zeker, door de meester Genoemd een flinke vent Nu 't allerlaatste raadsel Dat gaf mij wel wat last, Maai* 'lc heb het toch gevonden Een „steen" is hard en vast, Een „bok" maakt bokkesprongen, Dat's zeker en gewis, Terwijl 't geheele raadsel Dan vast een „steenbok" is. Nu heb ik dus de raadsels Berijmd, zoo goed ik kon, Wat zou ik 't prettig vinden Als ik een prijsje won! 'k Zal maar geduldig wachten Tpt d'uitslag wordt bekend, En hoop ernaar, dat de Juffrouw Mij dan een prijsje zendt De oplossing van raadsel 17 was90 halve centen, 9 stuivers en 1 dub beltje. Van raadsel 33 - 13 15 9 8 2 1 10 16 6 3 Van raadsel 46 O ALP ADDER DROEVIG OLDENZAAL L IJ N Z A A D AGAAT A A L L Van raadsel 52 f 100.— Raadsels Mijn eerste is een specerijmijn tweede is een geldstukmijn geheel smaakt lekker. 6. (Ingezonden door Ciska van Maas.) Ik ben de naam van een paard en omgekeerd blijf ik hetzelfde. 7. (Ingezonden door Leonard Ger- meraad.) Groot 7 letters is mijn naam, als veldheer was ik zeer bekwaam, 1 3 5 7 geeft een dier. in 't knagen bij de hand. 1 2 2 7een rivier, die dwars stroomt door ons land. Naar 4 3 7 en nog 6, zoekt een'ver moeide man, Zoek nu maar uit en doe uw best, wie of dit raden kan 8. (Ingezonden door C. F. H. S.) Mijn eerste is een lichaamsdeel Uit mijn tweede komt veel was Mijn geheel ziet men hij honden, vooral des zomers. 9. (Ingezonden door Abraham Wai ter.) Neem nu eerst eens viermaal e Driemaal i en tweemaal g Voeg nog tweemaal n er hij Plaats ze allen op een rij. Nu een v en 1 r z Wat is 't raden toch een pret 10. (Ingezonden door Jan de Haan.) 't Laken kan men niet vouwen, 't Geld kan men niet tellen, De appel kan men niet schillen. Wat is dit Neeltje al mooie brieven! Waar heb zijn geweten? De raadsels wil je dat geleerd, klein ding? i heel graag hebben. Zusjes M. Vind je het niet leuk, dat Betsy nu ook een prijs verdiend heeft? Je moet het boek maar eens van haar te leen vragen, als ze het uit heeft, dan kan je eens zien, of liet even mooi is als „Een Huis vol Meisjes" Hendrik P. Is Betsy nog wat t; klein Wel, dat spijt me Ze schreef al zulke keurige brieven- Maar ie loste de raadsels zeker meestal sa men op, is 't niet Het raadsel is BERICHT. De Raadseloplossingen van de vo rige week en de inzenders van goe de oplossingen konten in het volgend nummer te staan. I (Deze raadsels belmoren niet bij een wedstrijd. De namen van. de kin deren die mij vóór Donderdagmorgen oplossingen zenden, worden in het volgend nummer bekend gemaakt.) 1. (Ingezonden door Antoon Koo- men.) Mijn geheel bestaat uit tien letters. 1 4 5 10 is een verkorte jongens naam 1 8 10 4 3 eet men op -de boter ham 7 2 9 3 is een twijg6 2 7 is niet 2. (Ingezonden door Johan Bou- man.) Een wipneus is gewis Niet om haar schoon te roemen, Maar toch vee.l schooner nog Dan ik er een kan noemen 3. (Ingezonden door Jacob Porte- gies.) Hoe schrijft men droog gras met vier letters*? 4. (Ingezonden door Betsy Ploeg.) Wat maakt ge hieruit? nrkpmepeapo 5. (Ingezonden door Herman de Lagh.) W-at scheelt je, mijn kind vroeg de koning. Wederom gaf zij een gil, terwijl zij een afwerend gebaar maakte, spreken kon zij niet. Ontsteld staarde dehee- le kring het schoone koningskind aan. Eén echter trad op haar toe, deed, koen, een greep en vatte een groo te spin, die zich aan een langen draad van het dak van het tempeltje had nedergelaten, tot zij juist Phlomau- sia's allerliefst neustopje aanraakte. En de ridder, A-dol ar heette hij, zette j het brutale ondier op den grond en trapte er moedig op met zijn dapperen voet. Phlomausia had door de bevende wimpers heen heel het gebeurde aan schouwd. Dan richtte zij zich lang zaam aan den arm baars vaders op .en op haar zooeven nog doodsbleeke i wangen straalde in vlammend mor- genrood de opgaande zon van haar geluk. Ook het spraakvermogen her kreeg zij weer. Papaatje, hijgde zij de hemel heeft- voor mij beslist. Dat was een heerlijk bewijs van mannen moed en dapperheidGeef hem mi] De koning lachte en stemde toe. En Ado! ar (de jongste luitenant in 's konings garderegiment) kreeg de hand der schoone Phlomausia. Het spreekt vanzelf, dat hij van toen af een spit in zijn wapen voerde. Brievenbus. (Brieven aan de Redactie van de Kinder-afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sophiastraat No. 22, Haarlem.) J a n v. d. M. De vorige week schoot je er bij in, Jan, maar nu zal ik ie niet vergeten Nu weet je zeker erg veel over Indië, is 't uiet Ik denk, dat je het heel gezellig vindt, om Indische vertellingen te hooren, en dan nog voorgelezen te worden ook Dag Jan C a t h a r i n a K. Ook zoo'n stum per, die de vorige week niets kreeg Nu zie j-e de oplossing van het hok- jes-raadsel, hè? Was het zoo mori- lijk? Ja, knoeien vind ik ook slor dig, maar je werk zag er heel netjes uit, hoor Johan van L. De volgende week komt de nieuwe wedstrijd in de cou rant. Johan, dus dan kan je weer flink aan het werk gaan maar raden is het dezen keer nietVerlang je nu niet naar d'e volgende week? Geertje Houtschilt. Ik vind het heel goed-, dat je ook mee gaat doen, maar een prijs win je maar niet ineensGoed volhouden, Geer tje Andrina G. Je hebt een mooi raadsel bedacht, hoorZoodra ik eens een plaatsje heb, zal ik het op nemen Theo W. Wat 'heerlijk, dat je in't nieuwe huis ook een eigen kamertje krijgtWat zal die Theo nu hard'op schieten met schoolwerk maken en lessen leeren, denk je ook niet? Ga je met dezen nieuv/en wedstrijd weer meedoen Paulina M. Ook jouw raadsel zal ik in onze Rubriek zetten, wanneer het aan dï) beurt is. Johan, Hendrik en Neeltje! B. Wel Johan, wat wou je van me weten met de stoommachine Moet ik eens probeeren of ik haar aan het fluiten kan krijgen Leer maar flink Fransch, hoorEn wat schrijft d'e W i 11e m i e n t j e en Gerard van Dr. Wel Gerard, wat een werk om zoo'n heel kruis in elkaar te zet ten Maar het. is jammer dat het voor de Rubriek -te lastig is; al die figuurtjes kunnen er niet gemakkelijk in komen, zie je? En Wil lean i entje is zeker een klein zusje, is 't niet-, of 's ze niet zoo erg klein meer? Veel groeten aan Pa en Moe Guus en Lourens V. Watkun- nen jullie mooi lakken, jongens Wie van je tweetjes heeft dat zoo mooi gedaan? 't Is maar goed, dat je niet iedere week tevergeefs in de Brieven bus hoeft te kijken; dat zou ook wel wat heel erg zijn, hè? Johanna de W. Heb je ook a' zoo getobd met dat cijferraadsel, Jo Dat was een last. hè Bij de inzen ding stond niet, hoe oud je was: zeker een vergeetachtigheidje, is t niet Betsy B. Wat oen gezellig plan, om „Elsje" voor te lezen Zijn de broertjes en zusjes jonger dan jij Je bent een geluksvogel hoor, om nog een horloge te krijgen ook Was 't een verloting Met hèt boek niet, Bets! Dat heb je heuscb eerlijk ver diend Jacob a S. Een Fransche brief! Wel Coba. dat- was een verrassing Had je het alleen bedacht? F.n in welke klas zit je nu eigenlijk? Jan S. Je raadsel had ik al eens van een van de andere jongens ge kregen, Jan! Waarom probeer je niet om zelf iets te bedenken Zus K. Die Nico heeft goede plan nen! Zeg aar tegen hem, dat ik het erg prettig vind, dat hij 't vol gend jaar. ook mee gaat doen! Heb je al in het boek gelezen. Zus? en is het mooi Johan v. d. B. Je raadsel zal ik plaatsen, maar als je nu weer raad seloplossingen inzendt, hoef je niet de vragen er bij te schrijvenalleen de antwoorden is voldoende Nelly de M. Ik hen blij, dat do Kindercourant je zoo goed bevalt En wat. heb je een grappig versje ge- ma aktIk zal eens zien of ik er nog een plaatsje voor kan vinden Zou je al de brieven wel eens willen le zen Wel, we zullen eons aan de jon gens en meisjes vragen, of ze ook niet een briefje aan jou willen schrij ven, omdat je ziek bentVan al die teekens zal ik je wel eens vertellen, wanneer ik weer eens bij je ben. goed? Annie W. Ook voor Annie's raa 1. sel zal ik eens een plaatsje opzoeken, maar. een poosje geduld! Frits en Jan cl e H. Waren jul lie heusch nieuwsgierig? Ik dacht, dat je dat nu nooit was Dan ben je nu zeker weer nieuwsgierig naar den nieuwen wedstrijd, is't niet? Nog één weekje wachten, en dan.. Nee, meer verklap ik niet ■Jo en Betsy P. Gelukkig ben-k niet boos, noor Als je boos bent, heb je er zelf het meeste last vanNu kan je zelf nazien, hoeveel raadsels je goed hadt, hè? Ja, als Pa en Moe je rapport goe£ vonden, zal het ook wri goed geweest zijn, dat wil ik wel ge j loeven Welke raadsels bedoel je Louis de L. O, hen jij altijd heei zoet Nu, 't. is goed, dat je me dat vertelde, anders had ik het misschien j wel niet geloofd Hoe is 't mogelijic. j hè Bram heeft dus zeker die ver- spreiding van 't „edele viertal" op' Cornelia van S. Heb je die raadsels zelf bedacht, jonge dame Dan wil ik ze wel in de Zaterdag avond zetten Catrientje B. Die kleine Charri is er ook vroeg hij Ze denkt zeker „Ik zou ook wel" eens een prijs wil len winnen Dat je een versje in zendt, vind ik best. maar dit was toch nog niet geschikt, om op te ne men. Je raadsels wel, cRe zijn goed! A n n i e va n D. Wel Annie, vVai zal je een pret hebben met dat spel Gaat het goed, en wie van jullie kent het. nu het best? En of ik je nu nog ken Nu, of ik, hoor J o D. Is het kastje goed en wel aangekomen Jo en voldoet het aan je verwachting? Ik hoop maar. dat'je niet aan een al te groote kast ge dacht hebt. met die sjouwerlui Ik hoop ook, dat. liet gauw mooi weer wordt., oh dat Jo dan weer uit mag! Jij ook niet Marie Scb. Je twee raadsels zal ik opnemen. Ga je ook meedoen aan clen nieuwen wedstrijd? Zorg dan maar, dat je piet weer té laat bent Nell y v a n D. Heb je een mooie tegel gekregen Dat was heerlijk, hè. da.t jij ook juist een prijs verdiende En dacht, je dat ik niet wist wat een tegel was? Wel Nelly, waarvoor zie je mij aan? J o h a li M. Ja. Johan, jouw raad sel wil ik ook wel opnemen, maar je moet niet al te haastig zijn, hoor! Betsy de B. Wat bedoelde je met die vraag over de raadseloplossingen? Ik begreep het heusch niet goed Het eene raadsel wil ik wel plaatsen, het andere heeft al eens in de rubriek gestaan. Mien G. Hoeveel raadsels je goed hadt Ik weet het heusch niet meer. maar kijk maar eens in 't vers van Jo D. .Te versje wil ik heed graag op- nomen wanneer er eens een plaatsje over is. Die arme zus Jo Ik heb heusch medelijden met haarDoe haar maar veel groeten Dag, Mien Nico Kruup. Zeker.Nico, doe jij ook maar mee, hoor Vind ie raad sels raden zoo'n prettig werk? M a r i e G. Je hebt. het boek al uit. hè? Ik ben benieuwd of je liet eind even mooi vindt als het begin Was de levende beelden-voorstelling mooi lin is Betsy B. ook op de naailes? Horman do L. Dank je wel voor de raadsels, Herman Bij het 3e stond de oplossing niet. maar dat heb ik zelf maar geraden Zeg, ben je ook zoo „zoet" als L. Barbara 1'. Lieve. help. Bar, wat kan jij mooie verzen maken Ik had er zoo'n pret om Ben ik een grap pige raadseljuffrouw Die Marietje, die de gestoofde aardappelen, liet aan branden Ze moet nog maar een beetje lós gaan nemen bij de keuken meid, vind je ook niet? Je raadsel is mooi. Dag, Bar Divk van der M. Nee, Dirk, prij zen kan je alleen maar vinnen bij den wedstrijd, maar er is dan ook iedere maand een wedstrijd! Zaterdag komt er weer wat nieuws in de Ru briek. heerlijk, hè Nelly en M a r i e v. d. B. Zusjes, de vorige week was je te laat rnet de raadselsHeeft juffrouw S. je iets >an mij verteld? Ik wist niet," dat juffrouw S. mij kende, hoor! J a c o b u s K «ene n. Wou je ook graag meedoen? Nu. ik vind het best! i Stuur mij je raadseloplossingen maar! Johan T ij d g a a t. Een prachtig raadselHeb je dat zelf bedacht? Nu maar ferm aan den gang, wanneer de nieuwe wedstrijd komt, hè. Jo han Enkele briefjes moesten deze week nog blijven liggen. M. C. VAN DOORN. Maar papa, dan mag ik hem ze ker zelf wel uitzoeken, idan mag ik mij zeker zelf wel van zijn dapperheid overtuigen Dat zal heel moeilijk gaan, lief 'kind, antwoordde de vader. In den krijg kan ik je toch niet meenemen. En op de losse berichten van het oor- logstooneel kan je niet volkomen aan, op geruchten omtrent dapperheid zou ik je geluk niet mogen grondves ten. Maar intusschen heb je gelijk, dat je jezelf wilt overtuigen. Hoe denk je dat evenwel aan te leggen Phlomausia klapte in de handen, ging op papa's knie zitten en ontwik kelde het plan, in een overmoedige bui in haar brein opgekomen Let op, papaatjeAlle jonge edel lieden moeten in het slot komen, dat u naar mij genoemd hebt. Daar zal ik dan de jonge mannen goed aan kijken en ze verzoeken mij proeven van hun dapperheid te geven. Zij zul len ons verschillende voorstellen doen waarvan wij er een goedkeuren, en wie zich dan het dapperst gedraagt, die krijgt mij. De koning knikte toestemmend. Acht dagen la.ter bevonden zich alle nog ongehuwde jonge edellieden, over eenkomstig allerhoogsten wensch, in het Phlomausia-slot, dat van de trot- sche hoogte in het vriendelijk dal om laag zag In het slotpark stond een klein koepeltje, uitstekend geschikt voor een minnend paar. Dat is een poëtisch plekje, merkte Phlomausia op, terwijl ze haar schreden en die van haar vader naar dit punt wend de. Al de edelen, die reeds vol ver wachting- vermoedden, wat er gebeu ren ging en Jiun knevels in stevig en wrong omhoog draaiden, volgden hei den en groepeerden zich schilderach tig in het frissche voorjaarsgroen om den liefdestempel heen. Dan stond de koning op van zijn zetel en zijn stem sprak de woorden: i Phlomausia, mijn teerbemind .kleeinood heeft een wensch! En een uwer is geroepen mijn vaderhart te j verheugen door dezen wensch te ver- vullen zij wil den dappei-ste uwer leeren kennen. Zij acht deze. edele 1 mannendeugd, die namelijk der dap- perheid, hooger dan schoonheid, hoo- ger dan wijsheid, en ik smeek den hemel, dat hij mijn dochter tot een 'juiste beoordeeling en een gezegende j beslissing den weg wijze den weg, die, tegelijkertijd tot haar geluk zal voeren. Gij verstaat allen wel, wat ik I meen Op dan ten edelen wedstrijd! i Zint, hoe gij mijn geliefd kind het 1 bewijs kunt geven van edelen man nenmoed en dapperheidMijn kind weet deze deugd te waardeeren, zij zal zelf heslissen, wie barer waar dig is. TornooiTornooizoo hoorde men nu in den kring der edelen daar, hoorEen gillende angstkreet ,'uit zilverheid ere keel Phlomausia zonk met wangen, bleek van schrik, 'naast haren vader ter aarde. EEN NIEUW REDDINGSTOESTEL BIJ BRAND. De gevaren, welke de groote mo derne woonhuizen, de z.g. huurkazer nes en de reusachtige magazijnen bij het uitbreken van den brand voor de j bewoners opleveren, die pas kort ge- i leden op zoo vreeselijke wijze geble- ken zijn bij den grooten brand te Bu- dapest, hebben in Amerika en En ge land, waar tengevolge van de duurte van den* grond het bouwen van reus achtig hooge huizen in het bijzonder in zwang is, den betrokken technici reeds lang te denken gegeven en de I constructie van een aantal eigenaar dige en vernuftige reddingstoestellen tengevolge gehad. Op de tentoonstelling van brand- bluschmaddelen .welke in Earles Court, het bekende Londensche expo- •sitielokaalj gehouden wordt, bevindt zich een dergelijk toestel, dat in het .bijzonder de aandacht trekt. Het is een zeer groote automobiel, 'die een aantal op elkaar rustende, onbrandbare platforms draagt. Door machinale inrichtingen kun nen deze platforms iri de hoogte ge- 'schroefd worden, zoodat ieder plat- Horm zich bevindt ter hoogte vaneen verdieping van het brandende huis. i Deze platforms hebben tweeërlei doel. De bij een brand in het huis van de buitenwereld afgesloten bewoners kunnen zich door de vensters op de platforms redden, terwijl tegelijker tijd de brandweerlieden van de plat forms af de brandslangen veel dichter hij brandende bovenste verdiepingen brengen en de stralen veel zekerder en met meer effect richten kunnev Het verkeer tusschen de platforms en de vensters vindt plaats door mid del van schroefladders. I);-. (.forse S. Keith, 80 jaar: Drinkt soms wijn, weinig vleesch of visch veel melk. V\P. Frith, 86 jaar Twee maal tijden een lepel whiskey, ro- gelrnatige lichaamsbewegingen. Vrij algemeen zijn die oude heeren tegen tabakrooken. WAT MEN MOET DOEN OM OUD TE WORDEN. Een Engelsch tijdschrift heeft aan tien bekende oude heeren gevraagd, welke de beste maatregelen zijn om zoo oud mogelijk te worden. De antwoorden waren Lord Gwyder, 95 jaarLichaams oefeningen in cle buitenlucht, matig heid. Lord Grinsthorpe, 88 jaarMatig heid in eten on drinken. Earl Nelson, 82 jaar Vroeg oo st aan, matigheid, geen geneesmid delen. Sir W. Huggins, 81 jaar Weinig vleesch, melkdieet. Sir W. L. Drinkwater, 92 jaar -. Li chaamsoefeningen in de open lucht zeven uren slapen. Prof. Mayor, 81 jaarStreng vege- ratisme. geen lichaamsoefeningen staat om 4 uur on, II. G. Davis, 82 jaarDrie krachti ge maaltijden, geregelde lichaamsoe feningen. Sir F. S. Haden, 86 jaarZeven uren ;*-> bed, weinig vleesch, weinig wijn. HOEDEN AF IN DEN SCHOUW BURG. Te Parijs wordt nog altijd strijd ge voerd tegen de groote theaterhoeden, en ditmaal naar het schijnt, met suc- cès. Eén machtige factor heeft veel daar toe bijgebracht: het bespottelijke. Een der populaire Fransche :-»ir- nalisten heeft op geestige manier zijn lezeressen en lezers aan het verstand gebracht., dat slechts bezitters van vrijbiljetten zich met zoo'n monster- hoed tooiden. En nu is het genoeg, als er in de stalles een dame binnen komt met een grooten hoed op. dat de een of ander zegt: ..Een vrijbiljet!" om liaar voor goed te bckeeren tot de beguins of coiffures, die de groote modistes voor dit speciaJo geval heb ben uitgedacht. Of de achter haar zittenden niets van het tooneel kunnen genieten door haar omvangrijk hoofddeksel, kan der Parisienne niet schelenmaai' voor een „vrijbiljet" te worden gehou den neen, dat is meer dan zij kan verdragen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 9