RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
12
5
7
4
Raadseloplossingen
van den wedstrijd,
ingezonden door JO DAEMEN).
Het allereerste raadsel
Dat vond ik al heel ras
Ik heb er uit gelezen
Da^ 'fc woord „stadhuis" het wvj
V>rhorgen in de cijfers.
Maar raadsel nummer twee,
Dat viel, ik moet 't bekennen,
Mij in 't begin niet mee
Doch na een poosje denken
Zei ik „do naam is „Jaap"
W.ant doe je daar het hoofd af,
Dan krijg je wis een aap."
'k Begon aan 't derde raadsel,
En dacht toen dra„O wee
Het zestal laatste lettors
Dat komt pas na de thee(T)
En wefke soort van schoenen
Verslijt niet aan den voet?
'k Geloof wel, dat zoo'n schoentje
Een „handschoen" wezen moet.
Wat zou een man wel sieren
Ik zeg U onvervaard.
Heel fraai staat vole mannen
Een volle, mooie „haard".
De „haard" dient voor verwarming,
En 't trekdier is het „paard",
'Ik raadde 't zoncler dralen,
Is dat geen prijsje waard?
Vijf „raadsels" had 'k nu samen.
Het zesde zei ik net,
Nu zocht ik nummer zeven
En dacht„goed opgelet
Een „vingerhoed" zal 't wezen,
Die blijft toch, jaar op "jaar,
Bij 't naaien in de mode,
En niemand vindt dat raar.
In 't „postkantoor" ontvangt men
Veel brieven voor en na,
Bezorgt dan al die brieven,
Aan hun adressen dra.
Een „lampekap" beschut ons
Voor 't al te felle licht,
Dat anders slecht zou" wezen
Misschien voor het gezicht.
Zijn „cleel" ontvangt wis ieder,
Bij „leed" of bij plezier,
En „den patroon' der werklui
Vindt men gewis ook hier.
Maar „de patroon" voor 't schieten,,
Daar heb ik .hot niet op
'k Heb, liever „het patroon'" dan
Van kleertjes voor een pop.
En dat patronenraadsel
Gaf mij toch zooveel werk
Ik dacht,,'k ben in het raden
Toch zeker niet heel sterk 1"
Met 't twaalfde ging het beter,
Ik nam de kaart ter hand,
En zocht toen naar een plaatsje
Dat lag in Gelderland.
Ras vond ik op mijn zoeken
Het plaatsje „Zevenaar",
En dat hot dit moet wezen,
Is, dunkt mij, toch wel ltlaar.
Al staat een zwarte „neger",
In „regen" op de straat,
'k Denk niet, dat van zijn zwartheid
Dan Iets verloren gaat
Voegt men de meisjes namen
Ka, Neel, nu bij elkaar,
Dan krijgt men raadsel veertien,
„Kaneel", is dat niet waar?
Het vijftiende der raadsels
Dat vond ik niet zoo snel,
Maar nu wat ijv'rig denken,
Kreeg 'fc toch de uitkomst wel.
Die uitkomst is „Noordbrabant"
Ik hoop, dat heb ik goed
Omdat ik nu heel spoedig
Aan d'andere raadsels moet.
Het volgende was moeilijk!
Ofschoon ik het wel raad
Waarnaar wij moesten zoeken,
't Is de „Esschilderstraat"
(De rekenraadsels stuur ik
U op een ander blad,
Omdat ik in mijn rampje
Geen plaatsjes daarvoor had.)
Nu komt het „schaatsenrijden",
En daarna wordt gevraagd
Waarom Turkije's Sultan
Zijn tulband altijd draagt.
„Óm 't hoofd" zal hij hem dragen.
Het volgende is „ijs",
Want doe je daar een w voor,
Dan krijg je 't woordje „wijs".
Het „dak" zal niet ontbreken,
Op d'armelijkste kluis.
De „pan" is voor het koken
Eén „dakpan" dekt geen huis
De „raap" dat is een veldvrucht,
Maar keer je 'm om, 't is raar,
Dan heb je inplaats van ééntje,
Er dadelijk een „paar".
En raadsel drieëntwintig
Dat zegt onsCesar at
j Liever oesters dan moss'len",
I Dacht U, dat ik 't niet vat
I Wij komen nu al zoetjes
i Aan „Kaap de goede Hoop",
'k Geloof, dé,ar is geen Jeugdblad
Des Zaterdags te koop
Nu vond ik 't woordje „negen"
Dat onveranderd blijft,
Al keer je 't telkens weder
i En 't helpt niet, of je kijft
j De beide eerste letters
Nu weggedaan van „steen",
Dan blijft, is dat niet duid'lijk,
't Als cijfer kleine „één".
Het raadsel „Melkinrichting"
Was lastig voor mij, hoor
Ik dacht„zoo'n moeilijk raadsel
Hoe kom ik daar nu door
j Veel vlugger ging het raden
Der pl&ats „Roermond" mij .af.
Het volgende was eentje,
Dat mij geen werk haast gaf.
Ik vond het toch zoo spoedig
I Het is „de letter o".
Nu komt het raadsel dertig.
Toen 'k dat zag, dacht ik uoo
Dan kan wel, zou ik meenen,
De „penningmeester" zijn,
Of d'Italiaansche „kroonprins",
Al is die nog maar klein
Ik heb ook, moet U weten,
Een „pennemes" op zak
Dat geeft rnet vele dingen
Voor mij een groot gemak.
'k Was blij, dat ik 't nu volgend
Ook vinden kon. Waarom
Wel, de uitkomst was toch immers
„Wie dit oplost, is niet dom."
1 Een „part" is maar een brokje
Van het geheele ding,
En toen ik van de „trap" viel,
Was 'k blij, dat Moe mij ving.
„Haan", „Zaan" en „gaan" het eerste
En dan hog „laan" en „vaan"
Je zou nu bijna denken
Komt daar geen eindje aan?
„Topverlantaarn" vertoonen
j.Dat zien veel kinderen graag.
De lichtjes van de „glimworm"
Zijn zeker toch .maar vaag.
I Het wilde dier. der bosschen,
Dat is de groote „leeuw",
In Afrika's woestijnen
Gevonden eeuw op, eeuw.
Daar heeft men ook „pompoenen",
Een vruchtje, nogal groot,
Waarvan de „Zaterdagavond"
Ons juist een raadsel bood.
Gedienstig is haast altijd
De herbergier of „waard",
Een .dier, benut 'door velen,
Dat is gewis het „paard".
Ik zei U al eens vroeger
Een „baard" draagt menig man,
„Aard" is iets, waar de tuinman
Haast nimmer buiten kan.
Een „stok" dient om te steunen,
Ik houd wel veel van visih,
Maar niet als het gedroogde
Of ook wel „stokvisch" is.
In 't midden van den hemel,
Daar staat „de letter m"
Parmantig op drie pootjes,
W.at zegt U wel van hem?
In Haarlem zijn veel straten,
De „Koningstraat" is die,
i Bedoeld vast in het raadsel.
Ik vond het éen twee drie.
Toch kon misschien gemeend zijn
Als uitkomst„Keizerstraat",
Ze be5 den in te zenden,
'Dat is dus nu niet kwaad.
De generaal der Boeren
Is zeker wel „de Wet".
En raadsel zes-en-veertig
Heb ak hier naast gezet.
'„Leeuwarden" was het volgend
i Dat ik gevonden had
En „Haarlem's Dagblad" geeft ons
Het Zaterdagavondblad.
„Transvaal" het land der Boeren,
Staat, onder Eng'land's dwang,
Al waren om te vechten
De Boeren toch niet bang.
In vruchten, peren, keilen
Staat „letter r" gewis,
Ofschoon .hij niet in appel
Of pit te vinden is.
Wij eten met een „lepel"
De vloeistof soep of pap,
j Maar 't liefst eet ik er mede
i Des zomers bessensap.
En als ik alle zestig
De wedstrijdraadsels raad,
Dan breng ik ze heel spoedig
;Naar de „Sophiastraat",
Nu komt de eerste letter
i Van 't alphabet, de „a"
I Dan de „natuur", waarin ik
I Heel dikwijls wand'len ga.
Een „dar" is een dar bijen,
j Een voertuig ds de „kar""
En grappig, dat is stellig
De man, die speelt voor „nar".
Het spreekwoord vond ik moeilijk,
Maar 'k weet, hoe 't wezen moet
„Haastige spoed is zelden
('k Geloof wel nimmer) goed."
De meisjesnaam is „Anna",
Dan komt het woordje „zes",
Een lekker-, sappig vruchtje
Is zeker wel een „bes".
Een „mes" dient om te snijden,
En wie zijn „les" steeds kent,
Wordt zeker, door de meester
Genoemd een flinke vent
Nu 't allerlaatste raadsel
Dat gaf mij wel wat last,
Maai* 'lc heb het toch gevonden
Een „steen" is hard en vast,
Een „bok" maakt bokkesprongen,
Dat's zeker en gewis,
Terwijl 't geheele raadsel
Dan vast een „steenbok" is.
Nu heb ik dus de raadsels
Berijmd, zoo goed ik kon,
Wat zou ik 't prettig vinden
Als ik een prijsje won!
'k Zal maar geduldig wachten
Tpt d'uitslag wordt bekend,
En hoop ernaar, dat de Juffrouw
Mij dan een prijsje zendt
De oplossing van raadsel 17 was90
halve centen, 9 stuivers en 1 dub
beltje.
Van raadsel 33
-
13
15
9
8
2
1
10
16
6
3
Van raadsel 46
O
ALP
ADDER
DROEVIG
OLDENZAAL
L IJ N Z A A D
AGAAT
A A L
L
Van raadsel 52 f 100.—
Raadsels
Mijn eerste is een specerijmijn
tweede is een geldstukmijn geheel
smaakt lekker.
6. (Ingezonden door Ciska van
Maas.)
Ik ben de naam van een paard en
omgekeerd blijf ik hetzelfde.
7. (Ingezonden door Leonard Ger-
meraad.)
Groot 7 letters is mijn naam, als
veldheer was ik zeer bekwaam,
1 3 5 7 geeft een dier. in 't knagen
bij de hand.
1 2 2 7een rivier, die dwars stroomt
door ons land.
Naar 4 3 7 en nog 6, zoekt een'ver
moeide man,
Zoek nu maar uit en doe uw best,
wie of dit raden kan
8. (Ingezonden door C. F. H. S.)
Mijn eerste is een lichaamsdeel
Uit mijn tweede komt veel was
Mijn geheel ziet men hij honden,
vooral des zomers.
9. (Ingezonden door Abraham Wai
ter.)
Neem nu eerst eens viermaal e
Driemaal i en tweemaal g
Voeg nog tweemaal n er hij
Plaats ze allen op een rij.
Nu een v en 1 r z
Wat is 't raden toch een pret
10. (Ingezonden door Jan de Haan.)
't Laken kan men niet vouwen,
't Geld kan men niet tellen,
De appel kan men niet schillen.
Wat is dit
Neeltje al mooie brieven! Waar heb zijn geweten? De raadsels wil
je dat geleerd, klein ding? i heel graag hebben.
Zusjes M. Vind je het niet leuk,
dat Betsy nu ook een prijs verdiend
heeft? Je moet het boek maar eens
van haar te leen vragen, als ze het
uit heeft, dan kan je eens zien, of
liet even mooi is als „Een Huis vol
Meisjes"
Hendrik P. Is Betsy nog wat t;
klein Wel, dat spijt me Ze schreef
al zulke keurige brieven- Maar ie
loste de raadsels zeker meestal sa
men op, is 't niet Het raadsel is
BERICHT.
De Raadseloplossingen van de vo
rige week en de inzenders van goe
de oplossingen konten in het volgend
nummer te staan.
I (Deze raadsels belmoren niet bij
een wedstrijd. De namen van. de kin
deren die mij vóór Donderdagmorgen
oplossingen zenden, worden in het
volgend nummer bekend gemaakt.)
1. (Ingezonden door Antoon Koo-
men.)
Mijn geheel bestaat uit tien letters.
1 4 5 10 is een verkorte jongens
naam
1 8 10 4 3 eet men op -de boter
ham
7 2 9 3 is een twijg6 2 7 is niet
2. (Ingezonden door Johan Bou-
man.)
Een wipneus is gewis
Niet om haar schoon te roemen,
Maar toch vee.l schooner nog
Dan ik er een kan noemen
3. (Ingezonden door Jacob Porte-
gies.)
Hoe schrijft men droog gras met
vier letters*?
4. (Ingezonden door Betsy Ploeg.)
Wat maakt ge hieruit?
nrkpmepeapo
5. (Ingezonden door Herman de
Lagh.)
W-at scheelt je, mijn kind vroeg
de koning.
Wederom gaf zij een gil, terwijl zij
een afwerend gebaar maakte, spreken
kon zij niet. Ontsteld staarde dehee-
le kring het schoone koningskind aan.
Eén echter trad op haar toe, deed,
koen, een greep en vatte een groo
te spin, die zich aan een langen draad
van het dak van het tempeltje had
nedergelaten, tot zij juist Phlomau-
sia's allerliefst neustopje aanraakte.
En de ridder, A-dol ar heette hij, zette j
het brutale ondier op den grond en
trapte er moedig op met zijn dapperen
voet.
Phlomausia had door de bevende
wimpers heen heel het gebeurde aan
schouwd. Dan richtte zij zich lang
zaam aan den arm baars vaders op
.en op haar zooeven nog doodsbleeke
i wangen straalde in vlammend mor-
genrood de opgaande zon van haar
geluk. Ook het spraakvermogen her
kreeg zij weer. Papaatje, hijgde zij
de hemel heeft- voor mij beslist. Dat
was een heerlijk bewijs van mannen
moed en dapperheidGeef hem mi]
De koning lachte en stemde toe.
En Ado! ar (de jongste luitenant in
's konings garderegiment) kreeg de
hand der schoone Phlomausia.
Het spreekt vanzelf, dat hij van toen
af een spit in zijn wapen voerde.
Brievenbus.
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-afdeeling moeten gezonden
worden aan Mej. M. C. van Doorn,
Sophiastraat No. 22, Haarlem.)
J a n v. d. M. De vorige week schoot
je er bij in, Jan, maar nu zal ik ie
niet vergeten Nu weet je zeker erg
veel over Indië, is 't uiet Ik denk,
dat je het heel gezellig vindt, om
Indische vertellingen te hooren, en
dan nog voorgelezen te worden ook
Dag Jan
C a t h a r i n a K. Ook zoo'n stum
per, die de vorige week niets kreeg
Nu zie j-e de oplossing van het hok-
jes-raadsel, hè? Was het zoo mori-
lijk? Ja, knoeien vind ik ook slor
dig, maar je werk zag er heel netjes
uit, hoor
Johan van L. De volgende week
komt de nieuwe wedstrijd in de cou
rant. Johan, dus dan kan je weer
flink aan het werk gaan maar
raden is het dezen keer nietVerlang
je nu niet naar d'e volgende week?
Geertje Houtschilt. Ik vind
het heel goed-, dat je ook mee gaat
doen, maar een prijs win je maar
niet ineensGoed volhouden, Geer
tje
Andrina G. Je hebt een mooi
raadsel bedacht, hoorZoodra ik
eens een plaatsje heb, zal ik het op
nemen
Theo W. Wat 'heerlijk, dat je in't
nieuwe huis ook een eigen kamertje
krijgtWat zal die Theo nu hard'op
schieten met schoolwerk maken en
lessen leeren, denk je ook niet? Ga
je met dezen nieuv/en wedstrijd weer
meedoen
Paulina M. Ook jouw raadsel zal
ik in onze Rubriek zetten, wanneer
het aan dï) beurt is.
Johan, Hendrik en Neeltje!
B. Wel Johan, wat wou je van me
weten met de stoommachine Moet
ik eens probeeren of ik haar aan het
fluiten kan krijgen Leer maar flink
Fransch, hoorEn wat schrijft d'e
W i 11e m i e n t j e en Gerard
van Dr. Wel Gerard, wat een werk
om zoo'n heel kruis in elkaar te zet
ten Maar het. is jammer dat het
voor de Rubriek -te lastig is; al die
figuurtjes kunnen er niet gemakkelijk
in komen, zie je? En Wil lean i entje is
zeker een klein zusje, is 't niet-, of 's
ze niet zoo erg klein meer? Veel
groeten aan Pa en Moe
Guus en Lourens V. Watkun-
nen jullie mooi lakken, jongens Wie
van je tweetjes heeft dat zoo mooi
gedaan? 't Is maar goed, dat je niet
iedere week tevergeefs in de Brieven
bus hoeft te kijken; dat zou ook wel
wat heel erg zijn, hè?
Johanna de W. Heb je ook a'
zoo getobd met dat cijferraadsel, Jo
Dat was een last. hè Bij de inzen
ding stond niet, hoe oud je was:
zeker een vergeetachtigheidje, is t
niet
Betsy B. Wat oen gezellig plan,
om „Elsje" voor te lezen Zijn de
broertjes en zusjes jonger dan jij
Je bent een geluksvogel hoor, om nog
een horloge te krijgen ook Was 't
een verloting Met hèt boek niet,
Bets! Dat heb je heuscb eerlijk ver
diend
Jacob a S. Een Fransche brief!
Wel Coba. dat- was een verrassing
Had je het alleen bedacht? F.n in
welke klas zit je nu eigenlijk?
Jan S. Je raadsel had ik al eens
van een van de andere jongens ge
kregen, Jan! Waarom probeer je niet
om zelf iets te bedenken
Zus K. Die Nico heeft goede plan
nen! Zeg aar tegen hem, dat ik
het erg prettig vind, dat hij 't vol
gend jaar. ook mee gaat doen! Heb je
al in het boek gelezen. Zus? en is het
mooi
Johan v. d. B. Je raadsel zal ik
plaatsen, maar als je nu weer raad
seloplossingen inzendt, hoef je niet
de vragen er bij te schrijvenalleen
de antwoorden is voldoende
Nelly de M. Ik hen blij, dat do
Kindercourant je zoo goed bevalt
En wat. heb je een grappig versje ge-
ma aktIk zal eens zien of ik er nog
een plaatsje voor kan vinden Zou
je al de brieven wel eens willen le
zen Wel, we zullen eons aan de jon
gens en meisjes vragen, of ze ook
niet een briefje aan jou willen schrij
ven, omdat je ziek bentVan al die
teekens zal ik je wel eens vertellen,
wanneer ik weer eens bij je ben.
goed?
Annie W. Ook voor Annie's raa 1.
sel zal ik eens een plaatsje opzoeken,
maar. een poosje geduld!
Frits en Jan cl e H. Waren jul
lie heusch nieuwsgierig? Ik dacht,
dat je dat nu nooit was Dan ben
je nu zeker weer nieuwsgierig naar
den nieuwen wedstrijd, is't niet?
Nog één weekje wachten, en dan..
Nee, meer verklap ik niet
■Jo en Betsy P. Gelukkig ben-k
niet boos, noor Als je boos bent, heb
je er zelf het meeste last vanNu
kan je zelf nazien, hoeveel raadsels je
goed hadt, hè? Ja, als Pa en Moe je
rapport goe£ vonden, zal het ook wri
goed geweest zijn, dat wil ik wel ge j
loeven Welke raadsels bedoel je
Louis de L. O, hen jij altijd heei
zoet Nu, 't. is goed, dat je me dat
vertelde, anders had ik het misschien j
wel niet geloofd Hoe is 't mogelijic. j
hè Bram heeft dus zeker die ver-
spreiding van 't „edele viertal" op'
Cornelia van S. Heb je die
raadsels zelf bedacht, jonge dame
Dan wil ik ze wel in de Zaterdag
avond zetten
Catrientje B. Die kleine Charri
is er ook vroeg hij Ze denkt zeker
„Ik zou ook wel" eens een prijs wil
len winnen Dat je een versje in
zendt, vind ik best. maar dit was
toch nog niet geschikt, om op te ne
men. Je raadsels wel, cRe zijn goed!
A n n i e va n D. Wel Annie, vVai
zal je een pret hebben met dat spel
Gaat het goed, en wie van jullie kent
het. nu het best? En of ik je nu nog
ken Nu, of ik, hoor
J o D. Is het kastje goed en wel
aangekomen Jo en voldoet het aan je
verwachting? Ik hoop maar. dat'je
niet aan een al te groote kast ge
dacht hebt. met die sjouwerlui Ik
hoop ook, dat. liet gauw mooi weer
wordt., oh dat Jo dan weer uit mag!
Jij ook niet
Marie Scb. Je twee raadsels zal
ik opnemen. Ga je ook meedoen aan
clen nieuwen wedstrijd? Zorg dan
maar, dat je piet weer té laat bent
Nell y v a n D. Heb je een mooie
tegel gekregen Dat was heerlijk, hè.
da.t jij ook juist een prijs verdiende
En dacht, je dat ik niet wist wat een
tegel was? Wel Nelly, waarvoor zie
je mij aan?
J o h a li M. Ja. Johan, jouw raad
sel wil ik ook wel opnemen, maar je
moet niet al te haastig zijn, hoor!
Betsy de B. Wat bedoelde je met
die vraag over de raadseloplossingen?
Ik begreep het heusch niet goed Het
eene raadsel wil ik wel plaatsen, het
andere heeft al eens in de rubriek
gestaan.
Mien G. Hoeveel raadsels je goed
hadt Ik weet het heusch niet meer.
maar kijk maar eens in 't vers van
Jo D. .Te versje wil ik heed graag op-
nomen wanneer er eens een plaatsje
over is. Die arme zus Jo Ik heb
heusch medelijden met haarDoe
haar maar veel groeten Dag, Mien
Nico Kruup. Zeker.Nico, doe
jij ook maar mee, hoor Vind ie raad
sels raden zoo'n prettig werk?
M a r i e G. Je hebt. het boek al uit.
hè? Ik ben benieuwd of je liet eind
even mooi vindt als het begin Was
de levende beelden-voorstelling mooi
lin is Betsy B. ook op de naailes?
Horman do L. Dank je wel voor
de raadsels, Herman Bij het 3e stond
de oplossing niet. maar dat heb ik
zelf maar geraden Zeg, ben je ook
zoo „zoet" als L.
Barbara 1'. Lieve. help. Bar, wat
kan jij mooie verzen maken Ik had
er zoo'n pret om Ben ik een grap
pige raadseljuffrouw Die Marietje,
die de gestoofde aardappelen, liet aan
branden Ze moet nog maar een
beetje lós gaan nemen bij de keuken
meid, vind je ook niet? Je raadsel
is mooi. Dag, Bar
Divk van der M. Nee, Dirk, prij
zen kan je alleen maar vinnen bij
den wedstrijd, maar er is dan ook
iedere maand een wedstrijd! Zaterdag
komt er weer wat nieuws in de Ru
briek. heerlijk, hè
Nelly en M a r i e v. d. B. Zusjes,
de vorige week was je te laat rnet
de raadselsHeeft juffrouw S. je iets
>an mij verteld? Ik wist niet," dat
juffrouw S. mij kende, hoor!
J a c o b u s K «ene n. Wou je ook
graag meedoen? Nu. ik vind het best!
i Stuur mij je raadseloplossingen maar!
Johan T ij d g a a t. Een prachtig
raadselHeb je dat zelf bedacht? Nu
maar ferm aan den gang, wanneer
de nieuwe wedstrijd komt, hè. Jo
han
Enkele briefjes moesten deze week
nog blijven liggen.
M. C. VAN DOORN.
Maar papa, dan mag ik hem ze
ker zelf wel uitzoeken, idan mag ik
mij zeker zelf wel van zijn dapperheid
overtuigen
Dat zal heel moeilijk gaan, lief
'kind, antwoordde de vader. In den
krijg kan ik je toch niet meenemen.
En op de losse berichten van het oor-
logstooneel kan je niet volkomen aan,
op geruchten omtrent dapperheid
zou ik je geluk niet mogen grondves
ten. Maar intusschen heb je gelijk,
dat je jezelf wilt overtuigen. Hoe denk
je dat evenwel aan te leggen
Phlomausia klapte in de handen,
ging op papa's knie zitten en ontwik
kelde het plan, in een overmoedige
bui in haar brein opgekomen
Let op, papaatjeAlle jonge edel
lieden moeten in het slot komen, dat
u naar mij genoemd hebt. Daar zal
ik dan de jonge mannen goed aan
kijken en ze verzoeken mij proeven
van hun dapperheid te geven. Zij zul
len ons verschillende voorstellen doen
waarvan wij er een goedkeuren, en
wie zich dan het dapperst gedraagt,
die krijgt mij.
De koning knikte toestemmend.
Acht dagen la.ter bevonden zich alle
nog ongehuwde jonge edellieden, over
eenkomstig allerhoogsten wensch, in
het Phlomausia-slot, dat van de trot-
sche hoogte in het vriendelijk dal om
laag zag In het slotpark stond een
klein koepeltje, uitstekend geschikt
voor een minnend paar. Dat is een
poëtisch plekje, merkte Phlomausia
op, terwijl ze haar schreden en die
van haar vader naar dit punt wend
de. Al de edelen, die reeds vol ver
wachting- vermoedden, wat er gebeu
ren ging en Jiun knevels in stevig en
wrong omhoog draaiden, volgden hei
den en groepeerden zich schilderach
tig in het frissche voorjaarsgroen om
den liefdestempel heen.
Dan stond de koning op van zijn
zetel en zijn stem sprak de woorden:
i Phlomausia, mijn teerbemind
.kleeinood heeft een wensch! En een
uwer is geroepen mijn vaderhart te
j verheugen door dezen wensch te ver-
vullen zij wil den dappei-ste uwer
leeren kennen. Zij acht deze. edele
1 mannendeugd, die namelijk der dap-
perheid, hooger dan schoonheid, hoo-
ger dan wijsheid, en ik smeek den
hemel, dat hij mijn dochter tot een
'juiste beoordeeling en een gezegende
j beslissing den weg wijze den weg,
die, tegelijkertijd tot haar geluk zal
voeren. Gij verstaat allen wel, wat ik
I meen Op dan ten edelen wedstrijd!
i Zint, hoe gij mijn geliefd kind het
1 bewijs kunt geven van edelen man
nenmoed en dapperheidMijn kind
weet deze deugd te waardeeren, zij
zal zelf heslissen, wie barer waar
dig is.
TornooiTornooizoo hoorde
men nu in den kring der edelen
daar, hoorEen gillende angstkreet
,'uit zilverheid ere keel Phlomausia
zonk met wangen, bleek van schrik,
'naast haren vader ter aarde.
EEN NIEUW REDDINGSTOESTEL
BIJ BRAND.
De gevaren, welke de groote mo
derne woonhuizen, de z.g. huurkazer
nes en de reusachtige magazijnen bij
het uitbreken van den brand voor de j
bewoners opleveren, die pas kort ge- i
leden op zoo vreeselijke wijze geble-
ken zijn bij den grooten brand te Bu-
dapest, hebben in Amerika en En ge
land, waar tengevolge van de duurte
van den* grond het bouwen van reus
achtig hooge huizen in het bijzonder
in zwang is, den betrokken technici
reeds lang te denken gegeven en de
I constructie van een aantal eigenaar
dige en vernuftige reddingstoestellen
tengevolge gehad.
Op de tentoonstelling van brand-
bluschmaddelen .welke in Earles
Court, het bekende Londensche expo-
•sitielokaalj gehouden wordt, bevindt
zich een dergelijk toestel, dat in het
.bijzonder de aandacht trekt.
Het is een zeer groote automobiel,
'die een aantal op elkaar rustende,
onbrandbare platforms draagt.
Door machinale inrichtingen kun
nen deze platforms iri de hoogte ge-
'schroefd worden, zoodat ieder plat-
Horm zich bevindt ter hoogte vaneen
verdieping van het brandende huis.
i Deze platforms hebben tweeërlei
doel.
De bij een brand in het huis van
de buitenwereld afgesloten bewoners
kunnen zich door de vensters op de
platforms redden, terwijl tegelijker
tijd de brandweerlieden van de plat
forms af de brandslangen veel dichter
hij brandende bovenste verdiepingen
brengen en de stralen veel zekerder
en met meer effect richten kunnev
Het verkeer tusschen de platforms
en de vensters vindt plaats door mid
del van schroefladders.
I);-. (.forse S. Keith, 80 jaar: Drinkt
soms wijn, weinig vleesch of visch
veel melk.
V\P. Frith, 86 jaar Twee maal
tijden een lepel whiskey, ro-
gelrnatige lichaamsbewegingen.
Vrij algemeen zijn die oude heeren
tegen tabakrooken.
WAT MEN MOET DOEN OM OUD
TE WORDEN.
Een Engelsch tijdschrift heeft aan
tien bekende oude heeren gevraagd,
welke de beste maatregelen zijn om
zoo oud mogelijk te worden.
De antwoorden waren
Lord Gwyder, 95 jaarLichaams
oefeningen in cle buitenlucht, matig
heid.
Lord Grinsthorpe, 88 jaarMatig
heid in eten on drinken.
Earl Nelson, 82 jaar Vroeg oo
st aan, matigheid, geen geneesmid
delen.
Sir W. Huggins, 81 jaar Weinig
vleesch, melkdieet.
Sir W. L. Drinkwater, 92 jaar -. Li
chaamsoefeningen in de open lucht
zeven uren slapen.
Prof. Mayor, 81 jaarStreng vege-
ratisme. geen lichaamsoefeningen
staat om 4 uur on,
II. G. Davis, 82 jaarDrie krachti
ge maaltijden, geregelde lichaamsoe
feningen.
Sir F. S. Haden, 86 jaarZeven
uren ;*-> bed, weinig vleesch, weinig
wijn.
HOEDEN AF IN DEN SCHOUW
BURG.
Te Parijs wordt nog altijd strijd ge
voerd tegen de groote theaterhoeden,
en ditmaal naar het schijnt, met suc-
cès.
Eén machtige factor heeft veel daar
toe bijgebracht: het bespottelijke.
Een der populaire Fransche :-»ir-
nalisten heeft op geestige manier zijn
lezeressen en lezers aan het verstand
gebracht., dat slechts bezitters van
vrijbiljetten zich met zoo'n monster-
hoed tooiden. En nu is het genoeg,
als er in de stalles een dame binnen
komt met een grooten hoed op. dat de
een of ander zegt: ..Een vrijbiljet!"
om liaar voor goed te bckeeren tot
de beguins of coiffures, die de groote
modistes voor dit speciaJo geval heb
ben uitgedacht.
Of de achter haar zittenden niets
van het tooneel kunnen genieten door
haar omvangrijk hoofddeksel, kan
der Parisienne niet schelenmaai'
voor een „vrijbiljet" te worden gehou
den neen, dat is meer dan zij kan
verdragen