RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
(De namen van de kinderen, die mij
van deze raadsels vóór Donderdag
morgen oplossingen zenden worden
in het volgend nummer bekend ge-
maakt)
1. (Ingezonden door Marie Schou- j
ten.)
Mijn eerste is op elk schip voor-
radigzonder mijn tweede zou er
geen handel bestaanmijn geheel is j
een koopman.
2. (Ingezonden door Louis deLagh.)
Maak hieruit een bekend man uit
onze geschiedenis.
ramuist
3. (Ingezonden door Johan van den
Bosch.)
Welke jongensnaam van zeven let
ters blijft hetzelfde als men hem om
keert
4. (Ingezonden door Nelly de Mun-
nik.)
Wanneer komt de soep vanzelf uit
de pot
5. (Ingezonden door Cornelia van
den Heuvell.)
liefhebber
liefhebber
liefhebber
J liefhebber
liefhebber
liefhebber
liefhebber
liefhebber
6. (Ingezonden door Jacoba Ter-
haak.)
Ik ben geen boom
En ook geen bloem,
En toch zit ik vol bladen.
'K vertel en spreek toch niet,
Wie kan dat raden?
7. (Ingezonden door Reinier Bra
ke!.)
Ik ben aan iedere boom of plant,
als ge mij omkeert ben ik een dier.
8. (Ingezonden door Abraham
Brakel.)
Mijn geheel is een persoonsnaam
uit den Bijbel.
5 6 7 komt van pas als men
flauw is
Op een 2 4 6 3 wordt veel gedra
gen
als ik de deur niet uit kan, maak
ik gebruik van het 3 4 6 7.
een 14 3 groeit op het veld
een 2 3 4 6 7 groeit in Hollandsch
duin.
9. (Ingezonden door Annie Wijk
huizen.)
Vier lettergrepen vormen saam een
welbekenden meisjesnaam.
Mijn eerste heeft een ieder mensch.
Mijn tweede vindt ge ras
Al- sre uit hoeveel drie letters neemt.
Mijn derde komt te pas
Bij 't zingen vanut, re, mi, fa.
Mijn vierde heeft één been minder
dan Ma.
Zeg nu eens spoedig, wie zoo heet.
Geen Nederlander, die 't niet weet.
10. (Ingezonden door Catrientje
Besse.)
Welke sterren schitteren niet?
meisjes of jongens, die de beste tee-
kening gemaakt hebben van een huis
wat je nog meer op de teekening wilt
zetten, kan mij niet schelen, maar
een huis moet or op staan.
In de tweede afdeeling worden prij
zen uitgeloofd voor dé beste teeke
ning van het een of ander voorwerp,
dat je in de huiskamer ziet.
De prijzen in de derde afdeeling
zijn bestemd voor de jongens of
meisjes, die het netst een plaatje na-
teekenen, dat in de Rubriek „Voor
onze Jeugd" heeft gestaan. (Dit plaat
je moet óf vergroot, óf verkleind
zijn.)
In de vierde afdeeling zijn de prij
zen voor den netst geteekenden plat
tegrond van Haarlem. (Hierbij mo
gen andere plattegronden geraad
pleegd worden).
De prijzen zullen bestaan uit mooie
boeken, in prachtband gebonden, of j
uit een gebonden jaargang van De i
Kindercourant.
In iedere afdeeling wordt een prijs'
toegekend aan een jongen of meisje
van elf jaar of jonger dan elf jaar,
en een aan een jongen of meisje
ouder dan elf jaar(
De teekeningen mag je aan mij
zenden, zoodra ze klaar zijn. Woens
dag 5 April is de laatste d3g van
inzending, dus Donderdag moeten j
alle teekeningen aan mij bezorgd I
zijn.
Bij iedere inzending moet duidelijk
staan (op de achterzijde van de tee
kening te schrijven)
I. Je naam, (Voornaam en ach
ternaam voluit).
II. Je leeftijd.
III. Je woonplaats.
IV. Een mededeeling. of je de tee-
kening gemaakt hebt naar een plaat i
of andere teekening, naar het voor-'i
werp zelf of uit je hoofd.
V. Een verklaring of je zonder
hulp gewerkt hebt.
Nu verlang ik al naar 5 April, om
te zien, wie de mooiste teekeningen
gemaakt hebben
Ga maar dapper aan 't werk. en
doe goed je best
naar school gaat, zonder dat de kla
re maneschijn er bij te pas komt
Het is een alleraardigst boek om
met de kleine broertjes en zusjes te
bekijken, en ze te vertellen bij de
leuke gekleurde platenwat zullen
ze een pret hebben om dien langen,
mageren meester met zijn pijp,
waaraan Uzeltje's Vader zoo staat te
trekkenMaar vertel er vooral ook
bij dat de klare Maneschijn nog nooit
een kindje naar school gebracht
heeft
Ondeugend Liesje
(Ingezonden door Nelly de
Munni k.)
Kleine Liesje ging eens uit,
Ze wilde als groote menschen doen;
Ze ging dan ook heel ver, die guit!
Maar wat gebeurde er toen
Ze werd al spoedig, o, zoo moe
En bij het kijken naar het varen
Vielen Liesje's oogjes toe,
Terwijl Pa en Moe aan 't zoeken
waren.
Zoo vonden Pa en Moe haar,
En namen haar mee naar huis
In haar bedje sliep zij daar
Zoo rustig als een muis.
Maar 's morgens zei ons Liesje klein,
Beloofde 't, keer op keer
,,'K zal nooit meer zoo ondeugend
zijn,
Heusch, heusch, ik doe 't nooit
meer
Uzehje.
De Teekenwedstrijd v
Voor de jongens en meisjes, die de
voorwaarden van dep teekenwedstrijd
nog niet goed weten, volgt hieronder
nog even een korte opgave.
De wedstrijd is verdeeld in vier
afdeelingen, en je kunt zelf kiezen,
in welke afdeeling je mee wilt doen;
ook mag je, wanneer je daar zin in
hebt, in meer dan één afdeeling mee
doen.
In de eerste afdeeling nu, zullen de
prijzen worden toegekend aan de
Een aardig boek voor de kleine
broertjes en zusjes, ja, dat is „Uzel-
tje". Uzeltje is eigenlijk een heel on-
deugend klein meisje, want. weet je:
Uzeltje wou niet naar school toe
gaan. of ze moest gedragen zijn door
den klaren maneschijn,
i En wie wil er nu door den kla-
ren maneschijn naar school gedra-
gen worden Dat begrijpt iedereen
I toch, dat kan nietIk denk, dat de
klare maneschijn wel wat anders te
doen heeftMaar dat begrijpt het
ondeugende Uzeltje nu juist nietop
een van de eerste plaatjes zie je haar
zitten in een hoekje, met heel booze
i oogen, en Grootvader en Vader en
j Moeder begrijpen maar niet, wat ze
toch met dat stoute Uzeltje begin-
neai moeten.
Eindelijk gaat Vader naar Meester
toe, en vraagt, of hij Uzeltje slaan
wil. Maar daar heeft Meester niets
geen zin in.
Dan gaat Vader naar den knuppel
toe en zegt„Wil je Meester afros
sen
Maar de knuppel wil ook niet. Je
moet lachen als je dat gekke ge
zicht van den knuppel ziet
Dan gaat Vader naar het vuur,
naar het water, naar de koe, naai
den slager, en nog een beeleboel
meer.
Naar die deftige, dikke koe moetje
eens kijken, en naar dat bolle ge
zicht van 't waterZoodra 't water
er bij te pas komt, begint het hard
te regenen, en dan steekt Uzeltje
haar paraplu op 't vuur kruipt er
ook onder, dat is ook bang om nat
te worden
O, er is nog veel meer te lezen en
te kijken, maar 't slot is, tl at Uzeltje-
Raadseloplossingen
De oplossingen van de raadsels der
vorige week zijn
1. Die van een trap valt, want die
is eerder beneden.
2. Frans Hals.
3. Ijsvermaak.
4. Boter.
5. Een Bezem.
6. De Touwslager.
7. Hamburg of Fleusburg.
8. Baan. haan. Zaan, Daan.
9. Toon, noot.
10. Hij telde vlug tot tien, en daar
door was het laatste getal dat hij uit
sprak negentien,
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Jac. Joh. Schneiders. 6: Cornelia
Leeuwenkamp. 6Maria Kenzen, 10
Hendrik Bouman. 9Betsy van Hui
zen, 8; Reinier Brakel. 10: Rika Koe-
len^ 6Mien Germeraad, 9Eugène
Liera, 7Willenden van Norden, 8
Jacob van Huizen, 8; Barbara Tam
mer, 9Adriana van Zalen, 9Ge
rard Hekkelman, 9; Kobus Kappel-
hoff, 8Johanna Plo-eg, 8Cathari-
na Kokkelkoren, 8Maria Timmer,
j 9 Zusjes Martens, 9Jan Reinalda
8 Alida Kleene, 7Andriana Groot,
8 Jacobus Kuene, 7Alida en Annie
Lanxers, 9; Grietje en Mina van Ded_
den, 2; Jo Scharpff, 9; Nicolaas
j Krimp, 7Johanna Wollaart, 10
Dirk van cler Mije, 9Truus Heyligers
9; Nellie Modoo, 8; Johan van den
Bosch, 10Dina Heyligers, 9Lam-
bertus Modoo, 8; Sara Kan, 7.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-af deeling moeten gezonden
worden aan Mej. M. C. van Doorn,
Sop'hiastraat No. 22, Haarlem).
Cornelia van S. Den vorigen
keer had ik geen tijd meer, om je te
antwoorden, maar nu ben je dan ook
het eerst aan de beurtJa, er staan
een enkelen keer wel eens raadselsin
onze rubriek, die niet heelemaal
nieuw zijn, maar ik heb toch altijd
liet liefst zelf-bedachte raadsels. Dan
ben je er ook zeker van. dat, de an
deren het niet kennen, vindt je niet?
Betsy B. Kan je niet goed teeke
nen Nu, doe je best maar, wie weet
wat voor moois er dan nog te voor
schijn korntDoe je mijn groeten
aan Jo, Jan en Wim Wie is nu wel
het ondeugendst van dat drietal
Lambertus M. Kijk eens, vent,
ik vind je versje heel aardig, maar
heb je hef zelf gemaakt, of heb je
een versje dat je kende, een beetje
veranderd Dat moet je me eerst
eens vertellen, hoor
W i 11 e m i e n van N. Wat grap-
nig, datje op school naast Betsy de
B. zitEn zijn jullie allebei zoete
meisjes, en doe je goed je best? Ik
hoop, .dat je niet over 'de raadsels
babbelt, maar dat gebeurt ook zeker
nooit, hè
Guus en Lourens V. Of een
kerk en een kasteel ook een huis
zijn? Ja, dat is lastig Heb je al een
kasteel of een kerk geteekend En
mag Lourens de teekendoos ook ge
bruiken, of heeft hij zijn eigen ge-
reedschap
Alida en Annie L. Dat was
oen lange brief, hoor Die arme An
nie twee kiezen getrokken, ik vind
het heel ergIk wou heusch, datik
eens om een hoekje kon kijken, als
jullie daar zoo gezellig aan 't werk
bent Zit je dan in dien tijd raad
sels op te iossen. en helpt kleine Cor.
rie ook mee Nelly is nu een klein
beetje beter dan verleden week, maar
ze mag zelf nog geen briefjes schrij
ven. Maar oim briefjes te krijgen,
vindt ze dolprettig
Dirk van der M. De teekening
is goed en wel aangekomen. Dirk!
Wat begint het raadsels-raden al goed
te gaan. vind je ook niet? Is Leen-
dert nog te klein om mee te doen
J ohanna W. Ik wil wel raadsels
van je hebben, maar dan moet je ze
voortaan op een afzonderlijk stukje
papier zetten. En dan netjes schrij
ven, hoor
Truus H. Het speet mij ook erg,
dat ik jullie tweetjes moest teleur
stellen, maar ik kon het heusch
niet helpen Ik vind het natuurlijk
heel best, dat je mee gaat doen, en
ik hoop, dat we nog heel veel brie-
ven aan elkaar zullen schrijven, jij
ook niet Je raadöel is lang niet
nieuw, hè? Ben je ook een teekening
aan het maken?
Friso W. Wel, wat heb je me een
I mooie briefkaart gestuurd Erg aar
dig, hè? Teeken je zoo'n briefkaart
ook wel eens na. of ben je met zoo
iets nooit bezig?
Nelly de M. Zijn de briefjes van
de week terecht gekomen, Nel? Maak
nu maar, dat je gauw weer wat he
ter wordt, hoorVind je het niet
leuk, dat je versje vandaag in de
courant staat Ik heb het een klein
i beetje veranderd, maar dat vind je
j zeker wel goed Veel groeten, Nel
Johan B. Of je aan twee afdee
lingen van den teekenwedstrijd mee
mag doen Ik vind het bestVallen
je teekeningen mooi uit? Jij moet
ook de groeten van Nelly hebben
Dag Johan
LizeenLinaS. Het eerste raad
sel zal ik opnemen,het tweede heb je
niet heelemaal goed gespeld. Ik ben
benieuwd óf de huisjes van jullie
tweetjes mooi worden Schrijf je ook
eens aan Nelly En schrijft Lina
een volgenden keer eens?
Nelly van D. Je briefje heb ik
bezorgd ja, die andere Nelly is erg
ziek, maar we zullen allemaal maar
hopen, dat het gauw wat beter
wordtJe mag vier teekeningen in
sturen als je er zin in hebt. Ben je
al druk bezig?
Rebecca M. Ik verheug me al op
dien Duitschen briefik vind liet een
erg leuk plan Ook het raadsel vind
ik aardig bedacht. Hoe is net met
Jacobs keel? Gaat het al wat beter?
Tot de volgende week
Nico Kr. Nico's teekening is nog
niet aangekomen, is het wol? Nu,
haast je maar niet, je hebt nog tijd
tot 5 April, en hoe mooier het wordt
hoe beter, vind je ook niet
J a n R. Nee Jan, ik ben gelukkig
niet boos wat zou dat lastig zijn,
als ik telkens boos was Ben jij dik
wijls boos? En doe je ook mee aan
den teekenwedstrijd? Dat heb je ma
nog niet verteld
D i n a H. Ui wil wel gelooven, dat
je ook graag eens een prijs zou wil
len winnen Doe maar goed je best,
dat is het eenige dat ik er op weet
Nu zoek je toch niet tevergeefs inde
Brievenbus, hè Ik denk dat Nelly het
heerlijk vindt als je haar eens
schrijft.
R i n s ke P. Wel, dat is dat kleine
teekenaarstertje, dat den vorigen
keer oen prijs won; nu wed ik, dat
jij al naar den uitslag verlangt, is
liet niet Doet Jan niet meer mee?
Willem heeft het zeker te druk te
genwoordig; heeft hij veel school
werk
Kobus K. Dat idee van die papie
ren portefeuille voor postzegels lijkt
me erg geschikt. Daar gaat nu zeker
heel wat in en uit. hè Ik vind, dat
je er al veel hebt, als je pas zoo kort
verzamelt, maar het is ook een pret
tig werk, vind je niet En heb je al
een plan gemaakt voor de teekening?
Marie T. Op Texel, in Zwitser
land nu, jij hebt al heel wat ge
zien, hoorWas Bar ook mee naar
Zwitserland, en ben jo er lang ge
weest Ik bêloof je, d'at ik op Texel
ook eens een kijkje zal gaan nemen,
maar wanneer weet ik heusch nog
niet. Dag
Adriana van Z. Zoo, heb jij ver-
geien je naam bij de raadsels te
schrijven Nu niet weer vergeten,
hoorZit je al in de zesde klasse
Dan ben je al een heel eind! En wat
ga je nu doen als je van school af
bent
Gerard H. Wel, Gerard, zit jij bij -
de Amsterdamsche Poort te teekenen,
of doe je het naar een plaatje Heb
je on school al lang aardrijkskun
de Dan komt do atlas daar zeker
goed bij te pas Ik ben blij. dat de 1
tooverlantaam ook nog wel eens uit
de kast komt
C a t h a. r i n a K. Dat was deze keer
een kort briefje, hè Nu, de volgende
keer langer, heb je me beloofd, en
daar zal ik me dan maar op verheu
gen, en Nelly ook, denk ik, want brie
ven krijgen als je ziek bent, is dubbel
prettig, geloof je niet
Jacobus K. Verlang je ook al zoo
naar 5 April Nog maar eon poosje
i geduld, hoor! Die 5e April komt gauw
genoeg. Maar dan is de uitslag er
nog niet. dacht je dat?
Nelly van A. Ik wil heel graag
eens een raadsel van je opnemen,
j maar er stond dezen keer geen ant-
I woord bij. Wil je het nog eens stu-
ren, en dan met antwoord er bij
Dan vind ik het best.
j loopig nog een geheimHeb je de
teekeningen naar het voorbeeld zelf
gemaakt
1 Helena van der P. Dat je mee
gaat doen vind ik uitstekend, maar
dit eerste raadsel vond ik nu niet zoo
erg geschikt. Bedenk zelf maar eens
j iets-!
Alida K. Ja, ik heb nu al ge-
i merkt wat je eigenlijk bedoelde, want
de teekening is gekomen. Ben jij de
i jongste thuis Ik vind dat je netjes
schrijft, hoor!
Sara K. Het raadsel dat je ge-
stuurd hebt, wil ik wel plaatsen. Vind
.je het niet erg om een poosje te
wachten
i Jac. Joh. Schn. Wel, wel, ik kan
merken, dat jij het druk hebt tegen
woordig, en ik wil ook wel gelooven.
dai er dan geen tijd voor lange brie-
ven overschiet. Heb je die mooie raad
sels zelf bedacht?
Mien Begreep je niet wat ik
bedoelde Wel, ik heb een boeltje
waar een versje instaat, dat begint
met
illem was een knaap van zeven,
AJs een watertje zoo vlug.
enz., net hetzelfde als het versje dat
ïjij me stuurde, alleen de namen zijn
i anders. In datzelfde boekje staat
ook
„Foei kleine Ghrisje", enz., en daar
om vroeg ik, of je dat wed eens gele
zen hadt. Je hebt mij daar immers
nog niet op geantwoord?
S Jacob v. II. Houd je meer van
een raadselwedstrijd Nu, ik beloof
je. die komt ook weer eens, maar nu
i nog niet dadelijk. Hoe oud ben je.
'Jacob
A unie van D. Ben je blij, dat de
Lente begonnen is, Annie? Nu komt er
weer oen heerlijke tijd van buitenspe
len, hè? Maak nu maar, dat. je van
de zomer zoo hard groeit, dat je Nel-,
!y dc baas wordt
1 Marie G. Nelly was erg blij mei
je briefje, en ik heb een boodsch-p
van haar gehad. Zelf mag ze nog
niet lezen, maar ze heeft gezien, dat
jij „Een Muis vol Meisjes" mnarivet
kon krijgen. Dat heeft Nelly zelf als
prijs verdiend, en nu vraagt, ze, of Jij
:'t. van haar te leen wilt hebben. Ik
hoop ook. dat Wilhelmina V. eensg°-
lukki.cr zal zijn. maar je merkt wel,
dat niet iedereen zoo'n gelukskind is
als jij! Dat is maar een uitzonde-
ring, hè
Eugene L. Het tweede raadsel zul
ik opnemen, het eerste is een beetje
al te oud Vind je het prettig op
'school, en in welke klas zit je? Tee
ken maar een flink huisSchiet het
al goed op
Barbara T. Nee, Bar, van dat
'eerste raadsel begrijp ik au heele
maal niets Wil je me dat nog eens
j uitleggen Het tweede zal ik opne
men in onze Zaterdagavond, dat vind
ik erg grappigDag, Bar
Marg. B. J a, op zulke onvoorziene
omstandigheden kunnen we nooit
vooruit rekenen, over 't geheel \indik
het verstandig nooit iets kwalijk te
nemen voor je de reden weet. Ik ge
loof ook, dat iedereen wel van bloe
men houdt, en ik vind het een aar
dige gedachte om in het versje de
vlinder een bloem te nodmen. Ilc wil
het graag in onze rubriek opnemen.
j J o en Betsy P, Is dit het laatste
velletje met zoo'n mooi plaatje En
'Vónd je dat nu niet jammer? Ik
I Jé met een vè!&£ïiuen wed
strijd weer flink zult kunnen mee
(doen, maar wat of het is weet ik
heusch nog niet. Wat vind jij den al-
lerprettigstcn wedstrijd
Willem v a n L. De teekeningen
zijn veilig aangekomen, maar of ik ze
mooi vind. daar mag ik natuurlijk i
'nog niets van zeggen. Dat blijft voor-
I Dat aardige plaatje, waarvan ie ver
telt, kon ik niet, en ik wii het dus
graag eens zien, - Wat dat laatste
.plan betreft, daar voél ik natuurlijk
erg veel voor, en ik verlang al naai
den dag, waarop 't geheim zal wor
den opgelost 1
i Enkele briefjes, die ik deze week
j kreeg, zullen de volgende week beant
woord worden.
M. C. VAN DOORN.
EEN DURE SNUIFDOOS.
Een kostbare snuifdoos uit dein tijd
van Frederik den Groote is thans in
het bezit van een bakker, zekeren
Mathzler te Heinrikan, een dorp in
oostelijk Pruisen. Zij is zoo lang als
«en hand en ongeveer drie duim
breed. Op de deksel ziet men het
portret van Frederik den Groote in
uniform en driesteek. Daaronder leest
men het opschrift„Fridericus Mag
nus Borussorum Rex". Boven het
hoofd wordt door een hand een lau
werkrans gehouden. Op den bodem
riet men behalve den Pruisischen
adelaar en de woorden „Triumphi
Friderici Maximi", 12 voorstellingen
van gevechten met. ruiters, voetvolk
kruitdamp, enz. Het zijn de. gevech
ten van Mollwitz, Czaslau Friedberg,
Kesselsdorf, Lowositz, Praag, Ross-
basch. Lissa, Zorndorf, Liefnitz en
Torgau. Daaronder leest men weer
„Pro gloria et patria" en in een hoek
den naam van den maker „Geise
fecit". De plaats waar deze snuif
doos gemaakt is en het jaartal zijn
onleesbaar geworden.
HET RIJKSTE VOLK OP AARDE.
Het rijkste volk op aarde is de stam
der Osagen, een der laatste overblijf
selen van de oorspronkelijke bewo
ners van Noord-Amerika.
De Osagen bewonen een gedeelte
van het gebied van den Oklahoma en
bezitten staatkundige vrijheid noch
bestuur. Zij hebben echter geld en
grond, waarvan zij wel niet de eige
naars zijn, maar die zij toch niet kun
nen verliezen.
Die eigendommen zijn hun name
lijk gegarandeerd door de regeering
der Vereenigde Staten. Maar zij heb
ben er slechts het vruchtgebruik van
wanneer de slam is uitgestorven ver
vallen de bezittingen aan den Staat.
Er zijn thans 1833 Osagen, die ieder
een kapitaal van 5000 dollars bezitten,
dat bij de Nationale Bank in Wash
ington belegd is en waarvan zij 5
rente trekken. Bovendien heeft iedere
Osage 350 of 400 hectaren land, waar
vannen vijfde is bebouwd, terwijl de
'rest aan veefokkers uit Texas is ver-
I huurd. Die gronden nemen sterk in
I waarden toe, daar zij petroleum en
•steenkool bevatten. De waarde van
het grondbezit van iederen Osage
wordt op ongeveer 7000 dollars ge
schat. zoodat hij dus een vermogen
van 12.000 dollars heeft. Van al het
geld, dat hem jaarlijks toekomt, ziet
hij echter slechts een gedeelte.
Do Staat houdt er een zekere som
af, als bijdrage in de onkosten voor
onderwijs, publieke werken, enz. Het
overblijvend gedeelte, ongeveer 300
dollars per hoofd, wordt uitbetaald.
Ieder mag bovendien behouden, wat
hij door den arbeid op zijn hoeve ver
dient. Men ziet dus, dat het volk op
zeer voldoende wijze kan leven. Het
voogdijschap, waaronder de Osage
wordt gehouden, wat zijn geld betreft,
heeft misschien wel iets stuitends,
maar zonder twijfel wordt zoodoende
het meest in zijn eigen belang ge
handeld.
Gaf men hem de vrije beschikking
over zijn kapitaal, dan zou hij het
verkwisten of het zich door minder
eerlijke blanken laten afstelen, zoodat
hij ten slotte ten laste van den Staal,
zou komen. Door hern kapitalist en
grondbezitter te maken, zonder dat hij
over zijn kapitaal of zijn grond kan
beschikken, blijft zijn vermogen voor
hem bewaard, terwijl de Staat, zich
de erfenis daarvan heeft verzekerd.
HEINE EN TANDARTS.
In „Herinneringen aan Emanuel
Geibel" deelt een zekere mevrouw De-
cke uit Straatsburg een niet onaardi
ge periode mede uit het leven van
Heinrich Heine.
De dichter leed veel aan kiespijnen
toen hij weer een aanval had, gaf
men hem den raad zich onder be
handeling te stellen van een beroem
den Petersburger tandarts, die juist,
in een der voornaamste hotels van
Berlijn afgestapt was. Tegelijk, ver
toefde buiten medeweten van Heine,
aldaar, ook de theater-directeur Rau-
pach, die door Geibel geschetst werd
als een „rugeknopfer Keri", kleinzie
lig, met bruinen rok, blauwen zak
doek, en een grootc-n snuifdoos, wel-
ke hij altijd in de hand haddie ge-
regeld per jaar twee tooneelstukken
j schreef van 5 bedrijven en een voor-
I spel, voor elke acte 10 thaler kreeg,
j en als een Cerberus voor de schouw-
I burgen lag, zoodat er geen andere
werken aangenomen werden,
j Heine" ging dus naar het aangedui-
de hotel om den tandarts te consul-
teeren en daar het juist tijd van table
d' bote was. ging hij mede aanzitten.
Hij monsterde de gasten en bemerkte
aan tiet hoofdeinde een heer, die met
j onaangenaam neusgeluid de conver-
i satie leidde en voortdurend sprak over
j Petersburg, de toestanden aldaar en
zijn talrijke connecties met de Rus
sen en die Heine zoo'n angst inboe
zemde, door zijn onsympathiek uiter
lijk, dat zijn kiespijn geheel ver-
dween.
j Hij wendde zich vervolgens tot zijn
i huurman, een jongen man met een
1 blozend gezicht en zeide
„Het is toch merkwaardig, dat ie
mand eens anders uiterlijk zoo kan
tegenstaan, dat het van invloed ;s
op lichamelijke pijnen. Ik had name
lijk zooeven hevige kiespijn toen ik
mij echter indacht, in de omstandig
heid, dat die man boven aan tafel
mij aan m'n gezicht zou komen, was
ineens alle pijn verdwenen, hoewel ik
vrees, dat ze zal terugkeeren."
Het blozende jongmensch informeer
de vriendelijk naar de kies, en beloof
de Heine een tinctuur te geven waar
door de pijn voorgoed zou verdwij
nen, waarop Heine zeer opgewonden
vroeg
„Mijn God, wie is u dan?"
„Ik"ben de tandarts uit Peters-
burg."
..En die andere
„Dat is de theater-directeur Rau-
pach".
ROOKEN IN MANTSJOERIJE.
Naar de verschillende oorlogs-cor-
respondenten rapporteeren zijn de
Russen over 't algemeen tevreden over
wat hun te rooken wordt geboden,
doch de Franschen zijn er heelemaal
niet over te spreken.
Het Russische Gouvernement ver
strekt enkel sigaretten, omdat inder
daad de Russen voor tabak in eenigen
anderen vorm absoluut niets voelen.
De enkele sigaren, welke men in Man-
tsjoerije aantreft, zijn van de aller
minste kwaliteit en treurig om aan
te zien. In geen enkelen winkel of
wat er voor doorgaat, in geheel Man-
tsjoerije treft men eene sigaar aan.
Zeer enkele Mantsjoerijers rooken
j tabak uit lange, smalle pijpen met
een smallen kop. Alleen de sigaret is
er overigens in trek. Zelden zult gij
er oen Rus ontmoeten, die zijn siga-
j rettenkoker niet bij zich draagt. Deze
kokers zijn dikwijls zeer artistiek be
werkt en dragen den naam van den
eigenaar en dan de namen der per-
sorien, die hem dierbaar zijn, ver-
1 wanten, enz. Het is niet zeldzaam dat
jzulk een koker de namen van ette
lijke dozijnen personen bevat.
De goedkoopere soorten worden
door Chineezen op dc stoffen ver
kocht. Zij dragen heele pakken op
hunne schouders. De goedkoope ciga-
retten worden verkocht in doozen met
de beeltenis van een Moor. Voor drie
vierde gedeelten bestaan deze sigaret
ten uit een papieren mondstuk, ter-
wijl nauwelijks een vierde tabak is.
Toch zijn de Russen er dol op. i
IIET SALARIS VAN EEN ADVOCAAT
In de advocatenkringen te Parijs
.maakt tde zaak van een zekeren mr.
Bonzon nogal opschudding. Het is
strikt genomen on volgens een al
oude wet aan een advocaat verboden
van zijn clienten honorarium te
eischen voor de door hem bewezen
diensten. Hun honorarium wordt ge
acht een vrijwillig gegeven bewijs
van dankbaarheid te zijn. De rechts
geleerde heeren weten echter, even
als de kellners, door een ondubbel
zinnige „moreele pressie" wel te zor
gen, dat -de dankbaarheid van het
procedeerende meuschdom zich niet
>'P al te schriele wijze uit. Nu is on
langs bovengenoemde mr. Bonzon
door de Rechtbank veroordeeld om
het buitensporige honorarium, dat hij
een cliënte, mevrouw Moreno ge
naamd, op minder nette manier had
afgedwongen, grootendeels terug te
geven. Dit vonnis g'af groote ontstel
tenis onder de mannen der pleitzaal.
Door de orde der advocaten werd een
eerera ad ingesteld en deze sprak mr.
Bonzon vrij van elke ongeoorloofde
handeling.
Thans is de president van de Recht
bank, de heer Ditte, die het vonnis
wees, over deze zaak geïnterviewd,
idoor een redacteur van de Presse, en
dit interview waarin de heer Ditte
zeer gul was met mededeelingen,
heeft mr. Bonzon aanleiding gegeven
een brief te schrijven aan den Minis
ter van Justitie, waarin de president
beschuldigd wordt van. schending
van het ambtsgeheim. De president
zou namelijk den journalist dingen
over mr. Bonzon en diens proces heb
ben medegedeeld, die niet openbaar
mochten worden gemaakt.
Dientengevolge is president Ditte
weer geïnterviewd, ditmaal door den
hoofdredacteur van de Gazette du
Palais. Ook deze journalist werd met
de meeste bereidwilligheid te woord
gestaan.
De president zei, dat hij geeai
ambtsgeheim had geschonden. Slechts
had hij den medewerker van de
Presse uitgelegd, dat er geen strijd
bestond tusschen het vonnis van de
Rechtbank en de uitspraak van den
raad van de orde van advocaten in
zake de zaak Moreno contra Bonzon.
De raad der orde toch heeft zich uit
gesproken over een quaestie van dis
cipline terwijl de Rechtbank had te
oordeel en over de gegrondheid van
den eisch tot teruggave van het sa-
Ifris, door mevrouw Moreno inge
steld.
Maar bovendien, zeide president
Ditte, had hij geen onvriendelijk
woord over mr. Bonzon losgelaten en
was de medewerker van de Presse
nog al aan het fantaseeren geweest.
Om duidelijk te maken dat die jour
nalist het niet al te nauw nam met
de werkelijkheid, wees Ditte er o.a.
op. dat in het verslag van het inter
view werd medegedeeld, dat hij een
zijden koordje aan, zijn lorgnet had
ik heb nog nooit een lint of koordje
aan mijn lorgnet gehadEn dan,
gmg Ditte voort, staat er in de Presse
dat het uur van het dejeuner was
aangebroken en de pendule dat met
bescheidenheid in herinnering bracht.
I Die pendule staat tof mijn groot on-
j gerief al sedert 14 dagen stil, en hij
heeft al dien tijd geen tik gegeven.
President Ditie hoopte weldra weer
j vrede te sluiten met mr. Bonzon.
Op deze kluchtige wijze eindigde de
door het vonnis verwekte storm in het
juridische water.
Jonge echtgenoot: Dus toon mijn
vrouw de pudding juist klaar had,
wel hij m 't vuur
Keukenprinses: Ja'., daar heb u
weer bi) geboft, mijnheer!
STUDENTEN-LOGICA.
Student (in een vreemd bed out.
wakende) Te dekse], die mij vnn-
nacht m dit verkeerde huis gebracht
Toe.. °.o!i aangeschoten
geweest zijn!
Rechter: Waarom heb je dien man
met oen stok op het hooid geslagen.
Beschuldigde: Omdat hij doof i»
en ik niet wist mij op een andere
wijze verstaanbaar te maken.
~Heeft u mijn vrouw met de mo
mentapparaat misschien opgeno
men. 16
Neen.... hoe komt u daarbij?
Omdat zij op het portret den
mond dicht heeft.