RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. MOORTJE! zonden, worden in het vol gend nummer bekend ge maakt. 1. .Ingezonden door Nelly jlunnik). Waarmede eindigt alles GERARD JOOSTEN, oud 12 jaar. dio een grappig opstelletje op rijm maakte. de j Verder moet in de eerste plaats ge- noemd worden het opstel van Nico J Dekhuizen, dat ook heel goed is, en dat van Hendrik Klerk, flink Verteld 2. (Ingezonden door Nico Koo- en keurig geschreven. Dan moeten men i nog vermeld worden Alberdina Ruy- Mijn eerste leeft in .Amerika. I senaars, aardig, maar wat kort, Ca- Mijn tweede is een deel van do tharlena Kokkelkoren, ook een goed 'stad. en mijn geheel is een stadje 'n opstel en Jacobus Ivuenen, flink en ^oord-Holland. netjes. I Ook Bennard Seders en Nelly van Ingezonden door Christiaan van DaaJen hebben goed gewerkt, en ten V] Ande.l) Mijn oorsprong is modder, En getrapt word 'k een kluit, Men doemt mij ter helle. Als stof kom 'k er uit 4. (Ingezonden door Jacohus Ver- llus hagen). Wat maakt ge hieruit? blo t p i c m p u o n a. 6. (Ingezonden door Bertus en erfl Trijntje Stdernan). Wat doet men altijd, waar men toch weinig om denkt? (Ingezonden door Jacob van iHuizen). Mijn eerste is een groot viervoetig dier. Van mijn tweede houdt ieder kind org ttc ?;i rek niji Ie] Hit iioj 0 Onnflcftlq Hij heeft een flink opstel gemaakt 3\aau3Cia (over de prettige Paaschdagen, die hij Denamen van de kinderen, dieac,hter den rug heeft, mij voor Donderdagmorgen L De tweedeprijs, EEN BOEK IN oplossingen van deze raadsels PRACHTBAND, is voor slotte noem ik nog Betsy van Wen- gen, Jo Scharpff, en Truida Iking. j Voor jongens en meisjes, jonger dan elf jaar, is do eerste prijs voor „Vroo- lijke Paaschdagen". bestaande uit EEN STEL TUINGEREEDSCHAP of EEN KLEIDOOS, toegekend aan REINIER BRAKEL, oud 11 jaar; je hebt een aardig opstel gemaakt. Ingezonden door Johan Bou- hoor man.'. De tweede prijs, EEN BOEK IN 1 2 3 is een dier. j PRACHTBAND, was al heel moeilijk 4 5 0 is een voegwoord. toe te kennen, want de opstellen vair 7 8 9 is een plein te Amsterdam. Gerard van Drie sten, Barbara Tim- ij 2 9 is een jongensnaam. j mer. Herman do Lagh en Gerard Hek- Een 6 5 9 vindt "men in den spoor- kolman waren allo vier alleraardigst, (rein. Ik heb daarom den prijs verloot, en 4 8 9 is niet wild. het boek is ten deel gevallen aan 1 2 3 4 5 is een riviertje. Mijn geheel is een stad in land Neder- wel. Mijn geheel is een vogel. 8. (Ingezonden door Johanna Wal- laar t). Wat maakt ge hieruit dwdetrij s? 9. iIngezonden door Hendrik ter Haak). 1 2 3 is een lichaamsdeel. 4 5 3 is een boom. 7 8 9 10 11 is in iedere kamer. 1 9 10 is een dier. 6 9 10 8 aJnelt men in den schoor steen. 10. (Ingezonden door Gerard Joos- ten) Welke kousen worden niet aan de voelen versleten BARBARA TIMMER, oud 8 jaar. De andere drie zijn dus Eervol ver meld. Verder verdienen ook nog ver melding de verhaaltjes van Rinske Petri en Dirk van dei- Mije. Ook Cornelia Leeuwenkamp en Ali- da Kuenen hebben goed gewerkt en ten slotte waren nog vrij goed de opstelletjes van Adriana van Zalen en Maria Keuzen. Nu de afdeeling „Droevige Paaschdage n". In deze afdedling is voor jongens en meisjes boven elf jaar de eerste prijs toegekend aan GEERTJE HOUTSCHILT, oud 13 jaar een treurige Paaschverteliing, met veel zorg gemaakt. Deze eerste prijs bestaat uit EEN NAAIDOOS of EEN GEBONDEN JAARGANG VAN DE KINDERCOU RANT. De tweede prijs, EEN BOEK IN PRACHTBAND, is verdiend door JO DAEMEN, oud 14 jaar. Eervol vermeld zijnMarie Groene- wegen, een erg lief verhaaltje, en I Nelly Sevenhuysen, ee'n lange vertel.' Van wien ik tje vertellen ga? Van onze lieve poesje, Van Moortje, onzen klimmersbaas O, o, het is zoo'n snoesje Nooit zag je er een zoo mooi als hij, Met zoo'n parmantig staartje, En die zoo lustig spinnen kan, Als ons lief snorrebaardje. Twee zakjes draagt hij op zijn kop, Dat zijn zijn oortjes, weet je, En bei zijn oogjes knijpt hij toe, Als men hem vraagt: „hoe heet je?" Van morgen liep hij plotsling weg 'k Riep angstig: „Moortje, Moortje En zag toen boven langs 't gordijn, Zijn grappig, pikzwart oortje. Een pannekoek lijkt Dora's hoed Wie heeft er op gezeten? Een kleine, zwarte huisgenoot, Zijn naam zul je wel weten- Soms is hij ernstig als een mensch. Dan weer een robbedoesje- Ja, wat ik jullie zeggen wil Niets haalt er bij ons poesje Jijke verrassing, hè? Ik verlang er al haar om te weten wat je Woensdag uit zult kiezen Horman P. Zijn de konijntjes aardig, en hébben ze ook namen Je hebt een aardige dieren/verzameling, hoor. en 't zal gezellig zijn als de duiven en de kuikentjes eten krij gen. (en er natuurlijk om kibbelen Kluit de lijster mooi, en hoeveel goud- visschen heb je wel? J o Br. Ik ben blij, dat Ko eoi jij goed opletten op school, daar kom je het verste mee, hè Wat grappig, dat jullie al zoo lang vriendinnetjes zijn Zijn jullie ook dikwijls samen aan "t spelen De groeten aan Betsy en aan de broertjes in „Voor onze Jeugd" gestaan, het andere is goed. Wat wordt d'e Bets al een groote meid Willem van M. Verlang jij niet naar den nieuwen wedstrijd, zeg? Doe nu maar eens goed je best, en maak maar dat het heel goed uitvalt, doe je? M i n a V. Moet ik raden hoe oud je bent? Nu. ik denk 12. goed? En je Zusje is 10. wed ik Nu moet je me niet uitlachen als het fout is, hoor Nico Fr. Waar je ..Een Boek vol Verhalen" kunt koopen Wel. in ie deren boekwinkel is het te verkrij gen, dus ga er maar eens naar vra gen. hoor Je raadsel is goed. I B. H. Dank je wel voor de kurk- Nico K. Wat jammer, dat je het vuurmaker, nu zal ik goed onthou- zoo druk hebt tegenwoordig. Nu ik den, hoe ze er uitzien, en ik zal ook dat weet, vind ik het natuurlijk erg eens probeeren of ik er de kachel aardig, dat je zoo nu en dan toch mee aan kan maken. Is dat goed? nog een briefje schrijft! Nu hoef ik je niet meer te vertellen of ik 'het L o u r e n s V. Ik dacht, dat je Zusje goed vind, hè? Johanna heette, of is dat weer een ander Zusje? Van Betsy heb ik toch Nelly de M. Of ik liet vervelend nog nooit een brief gehad, is 't wel vind als je eens iets over de poesein De nieuwe wedstrijd komt de volgen- vertelt Wel, ik vind het juist erg ge- de week, dus dan kan je weer aan "t zelligDat verhaal van dien brief :s werk gaan, hè i wel grappig, maar voor onze rubriek vind ik het toch heusch niet ge- Anna van G. Daar hebben we schiktjammer, hèHeb jc de boeken prijswinster No. 1Wat een pret, hè, gekregen En heb je nog veel te om daar je naam gedrukt te zien lezen Nu weet ik verder ook niet staan En wat heb je me een heerlij- veel meen- te vertellen van de week ken langen brief geschreven Groeit en daarom zal ik maar gauw eindi- de lijster goed? En wat een pret heb gen. Dag, Nel! je gehad op 't gymnastiekfeestAls je den prijs niet zelf kunt komen ha-! Bennard S. Of ik nog om je len. moet je me maar schrijven, wat raadsel denk Ja, zeker, maar er je graag hebben wilt. en dan zal ik 7'jn heusch nog een heeleboel raad- hem sturen. Schrijf dan vooral je -s^s die al veel langer hebben ge- adres er bij Wat vriendelijk van wacht Een poosje dus nog geduld, Moeder om je brieven te schrijvenhoor vergeet vooral niet, om haar mijn groeten te doen j Alula K. Alida moet toch ook nog een briefje hebben. Speel je niet veel Dirk van der M. Wat jammer huiten. zeg. nu het zulk mooi weer dat Nico niet meer meedoet, nu hij js? Jij treft het toch maar dat je in een prijs verdiend heeft Beu jij ook Overvepn woont, zoo vlak bij de dui- ling, zelf geïllustreerd. Heel goed is ook het werk van Ger- rit van Wen gen en Wimpje Herr mann, en ten slotte mogen nog ge- noemd worden Piet Joosten en Hen- j jdrika Ver meer. wat afeelczen over! Wat jongens en meisjes jonger dan droevige Paaschda- <"lf i»®" betrcft' 1» 4» W«» ib „aroevige raascnaa (]Me afdcelitlg) bestaande uit EEN Uitslag van den Wedstrijd Ik heb heel „vroolijke" en SiGe JteTS®1hebtlèmaaïï DRUKPERS, be- met Paschen, want, dit vinden jullie stym misschien ook wel grappig, bijna alle ANNA VAN GEELEN, opstellen over „Vroolijke Paaschda-j oud 10 jaar, gen" zijn waar-gebeurd, terwijl de voor haar verhaaltje „Droevige verhaaltjes over „droevige Paaschda-Paaschdagen Do tweede prijs, een gen" bijna allemaal verzonnen zijn.j BOEK IN PRACHTBAND, is voor Wélgingen er heel wat klaagstemme- fcjes op over 't leelijke weer. maar gelukkig waren er maar enkele op stellen, die om het leelijke weer „droe vige Paaschdagen" genoemd waren en hebben de meesten toch veel pret ge- JAN RE1NALDA, oud 11 jaar. 'tWas een leuk opstel, Jan! Eervol vermeld zijnJohan van den Bosch en Gerard Harderook het venhuysen en Johan van den Bosch. Tusschen dit drietal heb ik den prijs verloot, en liet boek is ten deel gevallen aan JOHAN VAN DEN BOSCH, j oud 12 jaar. Nu, allemaal wel gefeliciteerd, prij swinners Woensdag tusschen 1 en 2 uur mo- gen jullie de prijzen komen halen. En nu niet teleurgesteld zijn wan neer je geen prijs hebt gewonnen, want je begrijpt zelf wel, iedereen kan geen prijs verdienen Als dat kon hehisch, dan kregen jullie, alle maal een prijs, want o, ik vind het dikwijls zoo jammer als ik een goed opstel lees, met veel zorg bewerkt en netjes geschreven, dat toch niet voor een prijs in aanmerking kan ko men, omdat er andere zijn, die beter zijn Houd maar moed, en doe een vol genden keer maar weer je best om je werk nu eens het allerbeste te ma ken, wie weet of het dan niet lukt, en of je dan niet eens zelf prijs win ner wordt De nieuwe wedstrijd komt de vol gende wéék. 't Is iets, waar veel van jullie telkens om vragen, en 't zal dus wel een wedstrijd naar je zin zijn Wat het is, vertel ik je de volgende week, dus tot zoolang geduld Maria Kenzen, 9Daniel Smits, G Johanna en Betsy Ploeg, 8; Truus Staal, 7Izaak Smits, GBennard Seders. 8Andrina Groot, 8Betsy van Wengen, 7Alida Kuenen, 5 Réinier Braken, 9; Cathariena Kokkel koren, 6; Rika de Wijs, 7; Jacobus Ivuenen, 5; Hdrma.n Popelier, 9; Jo han van den Bosch, 8; Cornelia Leeu wenkamp. 9Dirk van der Mije. 8 Nico Francken, 6Mina Vink, 7 Lou- rens Visarius. 8Cornells Rade maker, 9; Willem van Muyden, 9 Anna van Geelen, 5. maakt, al scheen 't zonnetje ook niet opstetl van Andrina Groot was aar zoo mooi als je wel gewild zoudt dig, en Jo Brakel heeft ook goed ge- hebben j werkt. Om alle opstellen op te noemen, Tdn slotte noem ik in deze afdee- daarvoor waren er te veel, en daarom .ling nog Maria Tuyl Schuitemaker, zal ik je alleen maar vertellen, wie Lourens Visarius en Nico Francken. dezen keer bekroond zijn, en wie ver der nog goed werk gemaakt hebben. Wo zuilen beginnen niet de v r o o- lijke Paaschdagen. In deze afdeeling is de eerste prijs, Nu bleef nog over DE EXTRA PRIJS, bestaande uit een MOOI BOEK, die bestemd was voor een van de jongens en meisjes, die tot nu toe bestemd voor jongens en meisjes'nog nooit een prijs hadden verdiend, ouder dan elf jaar. en bestaande uit'Natuurlijk moest ik nu een keus doen VOETBAL of een GEBONDEN uit de Eervolle Vermal dingen, en wel JAARGANG VAN DE KINDERCOU RANT, bestemd voor FERDINAND RADEMAKER, oud 12 jaar. uit die jongens en meisjes, die tot nu toe nog nooit voor een prijs in aan merking kwamen. Dat zijnHendrik Klerk, Nelly Se- Brievenbus. Raadseloplossingen 1. Linschotenstraat. 2. Paviljoen. 3. Rekeningen. 4. De bijval. 5. Op een paddestoel. 6. Kinderstoel. 7. De lantaarnopsteker, die niet een ladder komt om de lan taarns op te steken. 8. Rijkspostspaarbank. 9. Een flescli. 10. Maas, aas. as. Goede oplossingen ontving ik deze week van (Brieven aan de Redactie van de Kinder-afdeeling moeten gezonden werden aan Mej. M. C. van Doorn Sophiastraat No. 22, Haarlem). Nelly S. Vandaag ben jij eens het eerst aan de beurt. NelWat heb je me een alleraardigste kiekjes ge stuurd Ze zijn erg scherp, Mc vind do haven heel mooi en wat is dat boschje met de fietsen grappigDi fietstochtjes zijn maar heerlijk, hè? Ik wil wel gelooven, dat de „heer tjes" dan veel plezier hebben! Drijf zand in Zaudvoort? Ik geloof 't niet, hoor, en ik hoop 't ook maar niet, want dat zou wel een beetje al te ge vaarlijk zijnDe poppen zullen wel blij zijn, dat ze niet meer in die win terjurken hoeven rondte wandelen' Jammer, dat je met loten niet geluk kig geweest bentMaar we zullen maar denken ,,de aanhouder wünt!", vind je niet? Daniël S. Vind je die nummer- raadsels het gemakkelijkst? Nu, dan is het maar goed, dat er dezen keer weer twee bij zijn, hè? Raad maar prettig, hoor I J o en Betsy P. Dat logeetje was zeker een heele drukte, hè Jo Jam mer, dat er nu van het opstel niets in kon komen, maar met de schoon maak helpen is ook prettig, vind je niet Je eerste raadsel heeft al eens van plan om als je eens een prijs- nen winner geweest bent, verder onze ru briek te vergeten hè? H e r m a n d e L. Hoe of het met Nelly is? Nu, dat gaal wel een klein Cornelia L. Dank je wel voor toetje beter gelukkig! Vindt I. hot de uitlegging, het is nu heel dut- "'ft heerlijk, om naar de II. B. S te (lelijk en ik wil hot raadsel nu wel gaan? Ik wil wdl gelooven. dat hij plaatsen. Denk je. dat de jongensen n'\ «el werk heeft, en geen tijd voor meisjes het kunnen raden, of wasje hnefjes meer kan vinden. Zit ju ook juist van plan 0111 eens iets heel ln 200 n prettige klas moeilijks op te geven? j A„drina G. Dat vergeten, hè? Nico O. Wel Nico. je iiadt een Dat neemt je nogal erna toet. geloof ■mooi varhaal gemaakt, hoor! Jam- lk Is met zoo, Andnentje? De mer maar, dat 't zoo op het kantje groeten aan Jacob, hoor af was, of je hadt een prijs i G er a r d v a n D r. Wei, Gerard, dat. diendVerhalen bedenken, vind je -waren vroolijke. PaaschdagenHet toch maar een erg leuk werk, is t was een geze]]jg verhaal, dat je me niet j vertelde Met loten ben je niet gcluk- T. kig geweest; nu, een volgenden keer Ca than n a K. Ben je zoo er- beter, wat zeg jij Wil je Moeder kouden geweest.' Nee, dan wil ilc we[ bedanken voor haar aardigen, wel gelooven, dat je in brieven- langen brief? Je hebt ooms om in schrijven geen zin hadt. Natuurlijk joersch op te zijn, hoor! Geen won- moet je tegen plagen kunnen. Daar (ieri ^at je veel pret hebt gehad kunnen alle flinke jongens en meisjes tegen, geloof je ook niet? Je briefje Truus S„ Het is heerlijk, dat je heb ik 'aan Nelly gestuurd. Nu, ze alles nog zoo'n beetje onthouden hebt; Heeft aan dozen "wedstrijd nog niet vinden de vriendinnetjes je niet knap? meegedaan, want schrijven gaat lig- En is dit do hoogste klasse? Nu, gend erg lastig, weet je? Maar de Truus, tot de volgende week nieuwe wedstrijd zal wel beter gaan! ReinUr Br Nog eeh prijmrtn. Johan v. d. B. Daar hebben we ner Wat een pret, hè? Ik vind het prijswinner No. 2, en nog wel een pappig, dat ik je nu Woensdag eens extra-orijswinnerI Soring nu maar 2>«n ral, want jo schrijf me nu al niet al te hooi van DleziBr want dan 200 lan® brieven en ik keu je toch mocht je een? ve?gH™ te D»"'?" groe- komen, of ben je daar niet bang voor? ,en maai aan do Vloertjes. Ik zal een mooi boek voor je uitzo?-, Maria K. Ja. dat mannetje met ken j dien langen neus ziet cr al heel lee- Betsy van W. Wat grappig, dat !'ik (laar heto j° £elijk in Maftr je op school naast Maria V. zit! Bah- I'D ook door een oen akelige, oude bel jc niet te veel samen, of zijn jul- h?ks betooverd. moet je denken, en lie twee zoete meisjes? Je hadt de a,s «r zoon heks b\j te pas komt dan oplossing van je raadsel vergeten. Ge- 8af't niemand er erg mooi uitzien: lukkisr heb ik het zelf geraden ^loof je dat ook niet Ik ben ton- I minste maar blij, dat er tegenwoordig Jacohus K. Het spijt mij ever. geen heksen meer bestaan! Ga je erg als jou, dat je wensch niet ver- dikwijls met de juffrouw uit. en zijn vuld is. maar geef den moed maar u altijd zulke prettige wandelingen? niet op. Er komen nog veel wedstrij- deal en er worden noir heel veel Izaak S. Ten slotte krijgt Izaak prijzen uitgedeeld! En je raadsel een briefje. Ik vind liet niets erg. ook wel eens aan de beurt komen. dat je niet. dadelijk allo raadsels kunt boor i vinden er zijn ook zulke lastige bij, |hè? Maar je zult toch zien, het gaai Geertje H. Zoo, werk je zooh0e langer hoe beter! Hoe oud hen hard voor do H. B. S. Nu dan is'je eigenlijk? een prijs daar tusschen in een heer-i q WAN DOORN woonlijk. Onophoudelijk kwam hij op zijn idee terug, hij sprak slechts van vangen en straffen. Ja, gestraft zouden zij worden, die het 'durfden wagen het wild van zijn heer te schie ten, of zelfs maar het jachtterrein durfden te doorsnuffelen. Jacques was niet van zijne mee ning, en sprak hem met meer vuur tegen, dan de voorzichtigheid van hem eisohte. Meer dan eens was do goede pas toor genoodzaakt, kalmeerend tus- schenbeiden te komen, om zoo aan de woordenwisseling, die reeds vrij levendig begon te worden, een eind te maken. Georges verweet Jacques-, dat hij do stroopers verdedigde, Jacques echter was onverzettelijk en hield vol, dat de wet op de jacht eene tirannie was; hem in de reden vallend, snauwde Georges hem t.o.-, dat ihij zelf wel een strooper kon wezen, en voegde Iiij eraan toe, „gij zult mij ook niet zeggen, hoeveel haasjes gij reeds zult gestrikt hebben. Daarop liep hij naar het bed, strekte de hand uit naar den weitasch, en begon te onderzoeken, wat erin was. Nu veranderde Jacques van toon. Hij begon zich te verdedigen enzeide geen strooper te zijn hij zwoer het bij hoog en bij laaghij zwoer het bij zijne ziel en bij de ziel van zijn zoon Op dit oogenbllk slaakte het kind een angstigen kreet, en gaf een korte gil De arme Babet verbleekte van schrik. .Mijn God", riep zij uit, „waarom ook Jacques, hebt gij dien verfoeilij ken eed uitgesproken. Dat zal ons ongelukkig maken." Zij naderde den wieg van haar lie veling, nam het kind eenige oogen- blikken in de armen, maar het zweeg... De pastoor berispte Jacques met zachte woordenhij herinnerde hem, dat God den mensch verboden heeft ijdel te zweren. Middelerwijl was het laat gewor den, en was het tijd om op te stap pen. Men sprak het uur af, waarop het doopsel zou plaats hebben. De pastoor beloofde de klokken te laten luiden. Vervolgens, zijn lantaarn ter hand nemende, groette hij het gezel schap, terwijl Georges, met 't geweer onder den arm, het pad volgde, dai naar zijne woning leidde. Nauwelijks was de deur achter hen gesloten of Jacques maakte den tak kenbos, dien hij had medegebracht, los en haalde er eenige konijnen uit te voorschijn. „Zie, zeide hij aan Babet, hier is mijn jacht van hedenberg liet wild goed weg, opdat het niet bederveik zal zorgen voor mijn fret, want het is nog nuchter van vanmorgen af. Zooeven bij het binnenkomen is het mij ontsnapt; ik ben reeds bezig ge weest het te zoeken, maar te ver geefs, ik weet niet, wat er van ge worden is." „Enfin", voegde hij er aan toe, na nog even gezocht te heb ben, morgenochtend zullen wij het wel vinden, ergens slapend in een hoek. Babet werd gedurende den nacht meer dan eens wakker, en veront rustte zich over den zonderling die pen slaap van haar kind. Hare angst werd hoe langer hoe grooter; zij na mde lamp van den schoorsteen mantel, naderde zachtkens haar kind beschouwde zijne trékken, en bemer kend. dat het kalm doorsliep, zeide zij vol moedervreugde „wat heerlijk slaapt hij." IV. De dag was aangebroken, de groo te dag waarop het kind van Jacques Toulet het H. Doopsel zou ontvangen. Babet, na zich eerst zelve gekleed te hebben, liep naar het bedje van haar zoontje om hem het doopkleed aan te doen. Maar wie beschrijft haar schrik bij het oplichten van het laken. „.Mijn God, in den hemel, wat nu", riep zij uit. De moeder staat als aan den grond genageld. Het fret lag op de borst van het kind, eenige drup pels bloed bevlekten het oorkussen. Doodelijk verschrikt neemt de moe der haar kind in de armen. Het was bleek het was koud.. Uit zijn halsje opengereten door een scherpen tand, vloeide nog 't weinige bloed, dat het fret niet uitgezogen had. Nu hoorde men klagen, droeve kreten en verzuchtingen. De diepbedroefde moeder was buiten zich zelve. Ook Jacque-s zat zielsbedroefd in een hoek van den haard, voorovergebo gen, peinzend voor zich uit. Daar luiden de klokkenWelk een droefheid maakt zich van hem mees ter. Zijn geweten spreekt en verwijt hem, dat hij de schuld is van al die kommer, ellende en van den dood van zijn kind... God weet het! Sinds is er een jaar verloopen. Jacques, veroordeeld als strooper, had zijn gratie te danken aan mevr. Marianni, maar zijn vaderland moest hij verlaten. Hij ging zijn schuld uitboeten in Amerika, alwaar hij na een oppassend en werkzaam leven, berouwvol stierf. Babet. ook zij had aan de goedheid van hare weldoen ster veel te danken. Zij werd opgeno men in een ziekenhuis, want zij was krankzinnig. Zij beweende haar kind, haar eenigst geluk en wilde niet getroost worden... Het sliep den slaap der dooden BIJ HET STERFBED DER VROUW. Eenigen tijd geleden kwam ik van de statie. Het was rond acht uur. Eensklaps zag ik zoo een vijf stappen vóór mij iets op den weg liggen. Ik schrok en bleef staan. Ik dachtwat zou dat zijnhet beweegt zich niet en schijnt niet te leven. Toen ik na der bij kwam, merkte ik, dat het een mensch was. „Vriend, zoo zeide ik, zijt ge ziek Geen antwoord. Ik boog mij voorover en irok hem bij den arm. Daar kwam een rochel uit zijn borst als van een stervende. Wat scheelde den mensch Hij was smoor dronken. Hot was de arme Helmus, mijn buurman Wilt ge weten wie die Helmus is Voor vier jaren was hij een goedgestelde boer; thans is hij een daglooner. Do jenever en een kwade herber gier hebben die verandering bewerkt. Vlak in het midden van ons dorp woont een herbergier, die de men sch en zoekt te verleiden, om veel te drinken en laat bij hem te blijven zitten. Zoo had die Icelijkaard een heel getal menschen weten te bepra ten, 0111 alle dagen hun glas bij hem te komen drinken. Dan was het mosselpartij, dan was het kermis, dan dit feest, dan die gelegenheid. Helmus had zich ook laten mee-sleepen. Hij werd een dronkaard. Zijn fortuin smolt en vloeide in de kas van den geldzuch- tigen herbergier. Zijn vrouw kwijnde weg van leed en kommer en kreeg de tering. Maar gij vraagt, wat ik met Hel mus deed? Terwijl ik met hem zat te sukkelen, kwam juist een braaf mensch voorbij. Wij sleepten en droegen hem zoo goed wij konden. Plotseling hoorden wij in de verte de kerkbel. Eene bediening, zeide mijn gezel. Zoo was het. Wij zagen weldra den koster met brandende lantaarn en den priester met Ons Heer in de handen Waar ging het heen? Naar de bouwvallige hut waar Helmus woonde. Zijn vrouw moest dus wel erg ziek zijn. Daar moesten wij ook Helmus bin nendragen. In de eenige plaats, die bewoonbaar was, lag de vrouw op een strooien zak. De buren knielden bij de ongelukkige neer, baiden en weenden. Terwijl de priester aan de stervende de H. Sacramenten bedien de, herleefde Helmus. Een vloek kwam over zijn lippen. Helmus had een eenig kind, een dochtertje van vijf jaren. Leentje heet het Leentje hangt aan den 'nals der moeder en snikt en dekt het kou de voorhoofd met duizend zoentjes. Niemand .heeft het hart, om het kind van de moeder los te rukken. En de stervende lippen der moeder schijnen zich samen ie drukken tot een kus en twee woorden, nauwelijks hoor baar, komen uit haren mond „Bo ven Leentje.Arm kind gij hebt geen moeder meer... De vrouw van den burgemeester heeft Leentje op genomen. Zij wil, dat Leentje het zusje van haar kinderen zij. Helmus ligt te bed bij den veld wachter. De dokter zegt dat hij mis schien wel niet meer zal opstaan. Dezen morgen is de vrouw begraven. Daar is geen Libera gezongen. Toen onze goede, oude pastoor voor de lijkbaar kwam staan, schoten zijn oogen vol tranen. Leentje was achter het lijk geknield met de vrouw van den burgemeester. Als iemand bij nacht of ontij dood geschoten wordt, zoeken ze den moor denaar. Wie is hier de moordenaar? EEN REUZEN LOCOMOTIEF. Eenigen tijd geleden is door de be kende locomotief-werkplaatsen van Schenectady (New-York) een loco motief gebouwd, die de grootste is van alle bestaande. Volgens de Oes- ferreichische Eisenbahn-Zeitung is zij thans in dienst op de lijnen der Bal timore-Ohio spoorwegmaatschappij voor het vervoer van zware goederen treinen. Zonder tender weegt zij 151.500 K.G., de beladen tender alleen 64.800, te zamen dus ruim 21G.000 K.G. Het merkwaardigste deel van deze reuzen-machine is de ketel, die bijna 12 meter lang is. de tot dus verre nog niet bereikte doorsnede heeft van 2.20 M. en van 2.5 c M. dikke staalplaten is vervaardigd. Hij eischt 15000 liter water en heeft 436 vlampijpen, waardoor het totale ver warmingsoppervlak 520 vierk. M. groot is. De zes assen der machine zijn in twee groepen verdeeld. De achterste groep wordt belieorscht door twee hooge druk-cylinders, van waar de stoom door een buigzame stoomgeleiding naar de lage-druk- cylinders der voorste assongroep ge leid wordt. De stoomdruk in den ke tel bedraagt 16 5 K.G. per vierk. c.M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 9