4
RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
n
Raadsels
pe namen van de kinderen, die
giij vóór Donderdagmorgen op
lossingen zenden, worden in het
Volgend nummer bekend ge
naakt.)
(Ingezonden door Herman de
fey hieruit een jongensnaam
upppsiilh.
(Ingezonden door Coba van
m' d geheel bestaat uit 12 letters en
S7*3 straat in Haarlem.
i krijgt 2 3 als men iets ver-
dt.
0V{ 6 7 eet men bij do visch.
i 9 10 vindt men aan een schip.
het regent wordt het 12 8.
j2 is een knaagdier,
ia
(Ingezonden door Lize Sarlet).
81 lie raad is overbodig
Ma
chti
han
Irafc
(Ingezonden door Nelly di
ofak).
rnij berooven van mijn vel,
weenen. zeg, is dat niet fel
(Ingezonden door Pietje Ho-
maakt ge uit onderstaande let-
rrvaaontijtejsa.
(Ingezonden door Maria Tini-
ik
mf
M
ïen*
ra-'fc eerste is een gat.
mi*n tweede is een voegwoord.
Ijn derde is een sterkte.
|n geheel is een plaats in Neder-
I1 n:«
bt
«Ingezonden door Jo Scharpff).
lelke liaan kraait niet?
I
naiJjiBgezonden door Nelly Modoo).
K 9 i3 een waterkeering.
k :|i 5 4 is heel zwart.
6 is een dier en 3 2 1 ook.
'at is mijn geheeil
(Ingezonden door Lourens Viea-
ijn eerste vindt men in ieder
nuf).
rijf
dl mijn tweede woont men.
i fat is mijn geheel?
(Ingezonden door Johan Tijd
en fijn eerste deel brengt duizenden
fin orde, dag aan dag;
fiodat ik dus voor iedereen
Zeer nuttig heeten mag.
"jn tweede deel is in 't bezit
Van vele rijke liên,
«aar kan, in anderen zin, toch ook
fVaJSoms velen vreugde biên.
derde noemt U van eön vrouw
endjden naam, maar dan verkort;
rd.lGeheel den naam van zeker land,
'ilcïWaar 't nooit recht zomer wordt.
liep zij op haar toe en sprak
„Lili, wat is er?''
Lili Bergen kon haar snikken niet
bedwingen en riep
,,0 O O wat moet ik beginnen,
ik weet geen raad, en wat zal Mama
wel zeggen, dat ik haar tafeltje om
gegooid hel), waar de bloempot op
stond? Je weet wel. Lies, die mooie
Azalia. De bloempo.t zelf is ook ka
pot
„Wat!" riep Louise, „die mooie
bloempot, die Ma van Grootpapa
heeft gehad?"
„Ja", zei Lili, „en dan zoo'n onge
luk nog wel op Paschenliet is ver
schrikkelijk
Louise was wat ouder dan Lili, dus
wat wijzer. Zij riep
„Stil toch, als Ma het hoort krijg
je knorren
Lili droogde haar traantjes af. en
toen Ma een kwartier later binnen
kwam. waren alle sporen van ver
driet verdwenen.
Ge moet weten, dat Mevrouw Ber
gen een prachtige pot met een Azalia
van haar Papa had gekregen. Nu
had zij de kamer in orde gebracht en
de mooie bloem op een tafeltje gezet
pn Lili. op een na het jongste doch
tertje. had die pot omgegooid. Lili
had. behalve Louise, nog een zusje
Rozalina genaamd, en toen dit zusje
geboren was, had Lili van haar
Grootpa vijf gulden gehad en Louise
ook.
Daar kwam Lili iets in de gedachte.
Als zij van haar ƒ5 eens een nieu
wen pot kocht Ja. dat was een goed
idéé, en vóór Ma iets van het onge
val kon merken, was do bloempot in
huis op zijn oude plaatsje neergezet.
Doch daar kwam een andere ramp
Ma zei tot Lili
„Lili, haal je vijf gulden eens. clan
kun je ze op do Spaarbank brengen
Nu moest zij alles wel vertellen.
Mama kuste haar heel hartelijk en
zeide
j „Good zoo, mijn kind, dat je z o-
jveel voor je Moeder overhebt!"
I Doen jullie ook zoo. mocht ge in
I nood komen, vertel allesen alles
j wordt weer goed
1 Vind jeluidjes ook niet. dat dit ver-
I haaltje droef en blijde is
het maken van zooveel mogelijk ver
schillende woorden uit een opgegeven
woord, en dat opgegeven woord is
degen keer
KINDERRUBRIEK,
waaruit je ook wel heed wat zult kun
nen maken, denk ik.
Nu de voorwaarden voor dezen wed
strijd, en dat zijn
I. Alle inzendingen moeten op Don
derdag 22 Juni in mijn bezit zijn.
II. Op je werk zelf (niet op een los
papiertje, maar op het werk) moet
duidelijk vermeld zijn je naam. je
leeftijd en ie woonplaats.
III. Bij de inzending moet worden
medegedeeld, of het werk alleen of
met hulp gemaakt is.
IV. Alle woorden, die je gevonden
hebt, moeten duidelijk onder elkaar
geschreven zijn. van een volgnununer
voorzien. Op een bladzijde mogen
niet meer dan twee rijen staan, maar
wèl mag het papier aan beide zijden
beschreven worden. Ook op het werk
wordt gelet.
V. Inzendingen, die niet aan boven
staande bepalingen voldoen, kunnen
niet mededingen naar een prijs.
En nu moet ik je nog vertellen, dat
do wedstrijd bestaan zal uit twee af-
deelingen, één voor jongens en meis
jes van elf jaar of jonger dan elf jaar,
en één voor jongens en meisjes ouder
dan elf jaar.
In iedere afdeeling zullen tweeprij
zen en twee premiën worden uitge
reikt. De prijzen zullen bestaan uit
een gebonden Jaargang van do Kin
dercourant, waarin een groot aantal
verhalen, raadsels en platen voorko
men, en de premiën zullen bestaan
uit mooie boeken.
Ziezoo, ga nu maar prettig aan t
woorden zoeken uit het woord „Kin
derrubriek", en denk aan het spreek
woord „De aanhouder wint
es «pijn
/ilea
■hinj.'
oevige Paaschdagen
„JOch Lies, ik beb_zoo'n verdriet
t'fflf) de zevenjarige Lili de achtjarige
nïsliise toe.
r^Btuiso keek om en toen zij Lili met
heefl bedroefd gezichtje zag staan.
De nieuwe Wedstrijd
„Juffrouw, is het dezen keer'een
woordenwedstrijd kwam van do
week wel in tien briefjes voor, en dan
meestal dadelijk daarachter„Hè,
dat zou ik nu zoo leuk vinden
En ja. een woordenwedstrijd is liet.
Dat 7,al me dus een gezoek zijn Maar.
vóór ik verder over den woordenwed-
strijd vertel, moet ik eerst eens ver
tellen, wat eigenlijk een woorden-
wedstrijd is, want behalve de jongens
en meisjes, die het wèl weten, moet
ik toch aan de kinderen, die het niet
weten, ook denken.
Het is dan de bedoeling om van de
verschillende letters van een woord
zooveel mogelijk andere woorden te
maken. Is het opgegeven woord b.v.
„tafelstoel", dan maak je daar ten
eerste van „tafel" en „stoel", maar
verder ook tol, lat, stal, fel, fat, last,
en nog een heeleboel meer, te veel
om op te noemen.
Nu bestaat onze wedstrijd ook uit
Raadseloplossingen
De oplossingen van de raadsels der
vorige week zijn
1. Met een S.
2. Beverwijk.
3. Een turf.
4. Panopticum.
5. Rotterdam.
6. Ademhalen.
7. Koekoek.
8. Wedstrijd.
9. Kinderstoel.
10. Gaskousjes.
Goede oplossingen ontving ik deze
Gerard Hekkelman, 10; Hendrik;"
do Wijs, 8Wim Germeraad, 9Leo
nard Germeraad, 9; Reinier Brakel. 9;
Betsy van Huizen, 5; Maria Kenzen.
10: Hendrik Bonman, 9; Izaak Smits, j
9 Lourens Visarius, 7; Willem van
Muyden. 10; een inzender zonder i
naam, 8; Truus Staal, 10; J. Schip
per, 10 Nellie Modoo, 10 Hdrtnan
Popelier. 10; Coba Barthel, 10; Ge
rard Joosten, 9; Catharina Kokkelko
ren, 9Harm en den Otter, 7Betsy
van Wengen, 10; G. Boogaards, 0
Cornelia Leeuwenkamp, 10; Mina
Vink, 10; Johan van den Bosch, 10;
Maria M. Tuyl Schuitcmiaker, C; Jo
hanna Ploeg, 9; Piet Joosten, 9; Ben-
nard Seders. 7Margretlia van der
Stijlen, 6Marie Groenewegen, 8 Da
niël Smits, 9.
Rripvpnhlic [vind je niet? Ga je nu ook meedoen
l#b ivi viiuua liaan den nieuwen wedstrijd Ik zou
(Brldven aan de Redactie van't maar eens probeeren, hoor
de Kinder-afdecling moeten i
gezonden worden aan Me-j. j Coba B. Daar hebben we weereen
M. C. van Doorn. Sophiastraat nieuw vriendinnetje. Nu. ik vind het
No. 22. Haarlem). j uitstekend dat je mee gaat doen. en
j ik hoop. dat je me nog veel la nee
Marie Gr. Is Zus nu al ouder j b.rie,v®!3zl)ult schrijven. Waar woon je
dan drie maanden? Wat gaat de tijdeigenlijk
toch Vlug. hè? En Broer jarig ge-
weeet, wat wordt hij nu ook al een- Horman P. Kwalijk nemen Ne
baas! Je hebt goed geraden zooals je.hoer, daar doe ik niet aan, dat :s oe
ziet Nu maar weer met nieuwen .veel te lastig, want als je iets kwalijk
moed aan 't werk! Heb je Nelly'sneemt, dan hindert het je zelf toch
brief gekregen het meeste, geloof je dat ook niet
[En wanneer de nieuwe wedstrijd l*e-
B en nard S. Je raadsels vind ik ghit, hoef ik je nu niet meer ie ver
heel aardig, en het andere komt n«: tellen, want dat zie je vandaag \an-
ook gauw aan de beurt. Waarom .zelf. Hoe is 't met de menagerie?
doen D. v. d. M. en .T. K. niet meer!
mee? Toch niet, omdat, ze tot nu toe! Nellie M. Had je me vergeten
nog geen prijs verdiend hebben? Dat,O, Nellie! Nu. ik vind het niet Gel
zou ik al heel flauw vinden, jij niet .org. maar je hebt gelijk, als je D--n-
jderdags schrijft, kan er geen briefje
Margaret ha van der St. Wat, moer in de Brievenbus! Ook al got-1
heerlijk om orgelles te hebben! Kengeraden Jullie kunt het, hoor! Vu..d
je het al een beetje Je dacht toch je woorden uitzoeken prettig? De
niet, dat ik je om die orgelles boos i raadsels zal ik nazien.
zou aankijken Dan ken je me niet. j
hoor 1 l Een in zender zonde rnaa ra.
jZoo, is je Tante er geweest, en soho-
Piet J. Ik vind het erg aardig, du.t ten de raadsels er toen bij in? Ik
je eens een standaard voor ine wiltvind het heel belangrijk, maar ten
zagen. Je houdt zeker veel van zulke volgenden keer zou ik toch wel g,n;>g
werkjes, is 't niet? Vind je Gerard's je naam willen weten, als je 't goed
boek niet mooi? i vindt! Ik zit al te raden en te raden.
(maar ik kan er maar niet. acht>r ko-
Joen Betsy P. Lieve help, wat men van wie de brief is!
een lange brief "kreeg ik van de week
Maar je hadt ook heel wat to ver-! Truus S. Truus zou k tccen-
tellen, hè? Was het feestje op 2-4 Mei woordig niet graag meer overslaan,
prettig? Jullie hadden een pleizierigen iedere week een brief is t-oh erg gc-
Zondag, en prettig, om er nog eens zellig, vind je ook niet Je vindt het
een heelen dag naar toe te gaan zeker veel prettiger om alleen 's mor
gens naar school te gaan, hc
G e r r i t B. Wist je niet wat dat I
getal achter je naam beteekeut? Dat' Anna van G. Wel, Anna, nu
is het aantal raadsels, dat je goed Iverlang ik er erg naar om te hoorm
hebt! Prettig, dat je ook meedoet! |cf de prijs goed aangekomen is, m <f
jje er al mee aan 't werk lumt ge-
Mi na V. 't Spijt me, dat ik misleest! Ik hoop ten minste maar, dat
geraden heb, maar ik had je ook je weer beter bent! t Was toch niet
eigenlijk moeten vertellen, dat ik nietover plezier van den prijs, dat je daar
zoo erg knap in het raden ben. vind jopeens ziek was? Ja, 'savonds ben ik
je ook niet Behalve in raadsels ra- meestal thuis, en ik vind het erg aai
den, dat begrijp je j dig, dat je dan eens bij me wilt ko
men met Vader of Moeder. Schrijf
Johan v. d. B. Je raadsel heeft aljme dan maar vooruit wanneer c
eens in onze rubriek gestaan; jam-j komt! Deze week niet, want dan beo
mer, hè? Hel) je al druk gelezen, on'jik uit de stad. Vergeet nu maar niet.
is het boek inooi i om Pa heel erg voor zijn brief te »c
danken enk je er om
M aria M. T. S c h. Wel kleintje, j
wat heb jij me aardige bloemetjes ge-Willem van M. Wei Willem,
bracht! Ik heb ze dadelijk in een wat gaat net onlossen al nmoi, hè?
vaasje gezet, en ze staan nu toch nog "Nu ben ik benieuwd, of je met. woor-
zoo prachtigZijn ze uit den tuin den zoeken ook zoo knap bentDoe
Dank je wel, hoor maar goed je best, hoor
Gerard J. Nu, ik merk wel, dat
was een pret in Noordwijk Jij zou
zeker wel i©deren dag naar Noordwijk
willen, is het niet? Grappig, dat we
elkaar nu ook kennen, hè?
Catharina K. Ja, hoor, jij hebt
ook al goed geraden Misschien kon
Nelly met dezen wedstrijd wel mee
doen; ik hoop hot maar, jij niet?Wat
aardig dat zij je ook een brief ge
schreven heeft, hè?
Daniël S. 9 waren er goed. Da
niël, dus nu begin je op te schieten,
Leonard en Wim G. Ik dacht
lieusch, dat jullie me vergat, jongens,
dus je begrijpt zeker wel, dat ik blij
was weer eens iets te hooren Hoe is
't met Johan, en maakt Moeder het
goed? En is Leonard al 12 jaar ge
worden Wat een vragen, hè
Lourens V. Ook al hoop opeeri
woorden wedstrijd Wat zullen er
dezen keer een liefhebbers zijn En
dan denk ik telkens: „Lieve help,
nogal moer woorden gevonden Hoe
is het mogelijk Want ik heb het
vroeger ook wel eens gedaan, en ik
weet dus wel. dat het een heel werk
is, al is het dan ook erg prettig
Hoe gaat het op school, Lourens
Anna van D. Ja. zoo'n bezeerdo
rechterwijsvinger is lastig, dat wil
ik wel gelooven Is dat op Zand-
vcort gebeurd Wensch haar maar
beterschap voor mijOf ik veel van
dieren houd Ja. erg veel, hoor, jij
niet? Aai Kaffertje maar eens voor
meDoen, hoor Anni
Izaiik S Wel, ben jij tien jaar!
Nu. maar dan schrijf je keurige brie
ven. IzaakIn welke klasse zit jo
Wel En waar ben je op school
Reinier B. Zoo, vent. ben jo al
aan het werk geweest met da nieuwe
kleidoos. en gaat het goed. Grappig,
dat ik jullie nu alle drie ken, doe de
groeten maar aan de broertjes, hoor!
Nelly de M. Wat heb je een al
leraardigst niatje voor me gemaakt,
Nelly Ik had er toch zoo'n pret om,
dat ik mijn eigen naam daar zag
prijken Moet ik zeggen wat ik denk.
dat de poesen denken als ze op de
schutting zitten en weggejaagd wor
den t Is een ingewikkelde geschie
dt nis. zooals je ziet. Nu, als 't een
net opgevoede poes is, zal hij wel
denken - ..Waarom zit ik ook op de
schutting van een ander Ik iioorop
mijn eigen schutting thuis!" Is zijn
opvoeding niet heel lievredigend, dan
zal hij wel denken ..Stik!" Hoe vind
je zoo'n oplossing Dag Nel
Gerard van Dr. Moe heeft he»
gelukkig goe<j geraden, hè Gerard
Het doet me veel plezier, dat de uit-
slag van den wedstrijd toch zoo'n
verrassing voor je was. want nu zie
ik. dat je je werk veel belangrijker
vindt dan een prijs, en dat vindt ik
erg prettig. Ik had zoo'n plezier,
toen ik je opstel lasGroeten aan
Pa en Moe, hoor, en ook aan Wille-
mientje
Barbara T. Wel Bar. ik dacht
heusch al. dat je geen prijs wilde
hebben Ik zal je vertellen, dat jd
kiezen mag tusschen twee boeken
„Drie Sprookjes" door Anna van
Gogh Kaulbach. en ..Een gelukkig
Viertal", door AJetta Hoog. Schrijf
nie nu maar, wat je het liefste hebt,
en waar je ook weer precies woont,
dan zal ik het jo sturen. Goed
Gerard H. Tot slot krijg jij nog
een briefEn nu vraag je me of ik
bij je kom? Het spijt me heel erg,
maar ik moet do volgende week uit
de stad. en ik ben Dinsdag dus niet
hier. Jammer hè Nu zal ik je maar
in ..De Zaterdagavond" felic'teeren.
al is dat lang zoo prettig niet Dag!
De groeten aan Moe
M. C. VAN DOORN.
'jen kostbare verklaring
De oude advocaat Groffen t© X.,
bij iedereen, zoowel om zijne be-
en geluk in 't procedee-
als om zijne driftigheid bekend,
ms had hij in een verafgelegen
itsje, dat nog niet eens aan het
vjwör lag, een of andere zaak töbe-
,e"freken, die zooveel tijd in beslag
dat hij eerst bij het invallen
duisternis in zijn rijtuig kon
tóppen om naar huis to rijden. Ver-
melig vleide hij zich in een hoek en
IftcWtte te slapen. Doch na vel©
yjJochtelooze pogingen kon hij eerst
Gn alaap vatten.
Deze sluimering kon nog niet lang
iduurd hebben, toen hij plotseling
ori» ior het stilhouden van het rijtuig
g«a i het zweepklappen en roepen van
i'C- koetsier weer wakker werd.
ukü °P zijn liarsche vraag ontving hij
steven barsche antwoord, dat een
agbomn den weg versperde.
Men bevond zich nu in het dorpje
unshoek, dat nog 10 K.M. van X.
iwwijderd is.
Met huis van den tolgaarder lag in
diafd>° duisternis gehuldalle bewo-
DMKsUet>en-
UjRoepen en zweepklappen bleef al-
vruchteloos geen sterveling
zich zien. Nu sprong de koetsier
i den bok en ging uit alle macht
venster kloppen. Ook zijn heer
aa&F&n uit het rijtuig en, da.nk hun
ureend lawaai, slaagden zij er in
en reeds bejaarden tolbaas „Vader
knke" uit zijnen slaap te doenont-
rvrtbommend. over de ongewenschte
herfljring zijner nachtrust morrend,
igiifik Menke de stallantaarn aan en
st F&m langzaam op uitgeloopen pan-
"Ms naar buiten sloffen om het
'-?eld in ontvangst te nemen en na
'uwkeurige bezichtiging der geld-
J.ben den slagboom te lichten,
in' slechte luim werd er niet veel
daif i °P' toeT1 den advocaat Grof-
5,1» bij het somber licht van het olie-
herkende. Deze was in een
pees over een servituut met zijn
innnan, de raadsman van den laat-
geweest en had zoo meende al-
nans Menke alleen door zijn ge-
^penheid bewerkt, dat het proces
en ongunste van Menke beslist werd.
Hoe meer nu Groffen hem tot spoed
/^nzclte, des te langzamer vervulde
ML <0,h'aarder de plichten van zijn
rwpmbt tot eindelijk het weinigje ge-
pJd van don advocaat geheel was
kjlgeput. Groffen ward hoe langer
jsfMoe driftiger, en ten slotte kwam een
^>ed van scheldwoorden op Menke's
Md neer
I Jij wilt hier tolbaas zijn Jij
Kn'n luie vlegelJij bent, een aarts-
«nune lummel, oen rekel, een ka-
M, een schaapskon. een boeren-
lengst
Menke bleef wonder bedaard, en
kheen niet in 't minste boos te wor-
integendeel, hij glimlachte even.
;o&
tjes. Toen Groffen een oogenblik naar
adem hijgde, maakte Menke daar ge-'
bruik van tot 't verzoek
- Och, maneer de advokaat, wille
ouwes nie de goedheid hèn. me d,at te
op te sch,rèven 'k Wou 't geern op
't papier hèn.
Zoo iets brutaals had Groffen heel i
zijn leven niet gehoord.
Je wilt 't schriftelijk hebben
schreeuwde hij in den hóógst en toon.
S e h r i f t e 1 ij k Met genoegen, het
grootste genoegen 1
En snel liep advocaat Groffen op.
het tolhuis toe. zoodat Menke moeite
had om bij te blijven en bijna zijn
pantoffels verloor.
Vader Manke was tegelijkertijd se-;
Cretans vaneen gezelschap; papier'
en inkt waren dus gelukkig bij de
hand, en iu weinige minuten had hem
dan ook Groffen do gewenschte ver-,
klaring geschreven.
Veul dank, meneer sprak detol-
gaarder-secretaris nu beleefd en ge-!
leidde den advocaat naar buiten. Hij
hielp hem zelfs bij liet instappen en
ging dan snel den boom lichten. Ver
heugd glimlachend zag hij het rij-1
tuig na.
Nou zal ieder us aon betaolen-
mompelde Menke. terwijl hij den
boom weer neer liet. Hij nam den
lentaam op. ging naar binnen en
legde zich zelfvoldaan ter ruste.
Den volgenden morgen stond Men
ke vroeger op dan zijn gewoonte
wasmaar hij trok niet zijn werkpak
aan, doch kleedde zich in zijn zon-
dagsche kleeren en hij begaf zich
naar do stad X.
Het bureau-uur was nog niet ge
slagen. toen Vader Menke reeds de
wachtkamer van zijnen advocaat
binnentrad, om onmiddellijk de aan
klacht wegens beleediging in te die
nen. Met ongeduldige schreden stapte
hij in het vertrek op en neer. In de
I hand hield hij de verklaring, die hij
j las en herlas, alsof hij den inhoud j
in zijn geheugen prenten wilde. Hij
j zou zijn lievelingsdeuntje gefloten
i hebben als het plechtige van de
plaats hem niet weerhouden had.
Eindelijk brak het spreekuur aan.
Menke werd als de eerste in de
spreekkamer gelaten.
Wel. Menke. ontving hem Mr.
Ooi ijk ge moet wel iets heel belang
rijks hebben, dat ge zoo vroeg op
weg bent gegaan?
Jao. meneer den avokaot, dè
zéde daor wel. Ge wèit toch. da den
avokoat Groffen minen buurman ze
nen avokaat waorhie allén het
schiild. da ikke nie gewon' hège-
üek han 'k en nou wil 'k um aon-
klaogen.
Maar, beste vriend, dat gaat er
toch zoo maar niet
Laot min ierst ens uutsprèken,
zoo meèn 'k da ok nie Maor diejen
1 Groffen het mien belèdigt en dè r.k
'k nou es vertollen.
En nu verhaalde Menke aan Mr.
Oolijk hoe Mr. Groffen hem had uit
gescholden, hijzelf niets tegenin had
gezegd en hoe hij ten slotte den
driftkop had ..overgehaald" zijnebe-
leedigingen op papier te herhalen.
Dit droeg hij niet levendigen pa
thos voor, en hield tviomfeerend den
advocaat liet bekende papier onder de
oogen.
Mr. Oolijk nam het er. las. Teeke-,
nen van met moeite ingehouden la-1
chen werden merkbaar. Hij zei niels
en legde het papier voor zich op de
schrijftafel.
Wa zéde der nou van? Nou hew
'm, in zenen haost is de sluuwe vos
ien de voal g'loopen, nou zal ie der
es. aon betaolen.
Beste vrieud. sprak Mr. Oolij!;. i
zich met moeite dwingende kalm en
ernstig te blijven, op dat papier kunt
ge geen aanklacht indienen
Nie!?! mag me den drommel)
haolen. 't kèn toch nie duud'leker zin.
en hie zuivers het 't 'schrèven ók.
Dètta kén ie er nie 'n afzwéiren.
Dat zal hij ook niet, en toch
kunt ge hem niet vervolgen. Luister
eens goed toe.
De advocaat las nu den geheel uit
het veld geslagen boer het kostbare
document voor, dat aldus luidde
VERKLARING.
Aan den secretaris en tolgaarder
Johannes Menke te Runshoek, ver
klaar ik hierdoor, op z ij n verlan
gen, dat hij een aartsdomme lum
mel .een luie vlegel, een rekel, een
kameel, een schaapskop en een boe
renhengst is.
Runshoek. 10 Februari. 1905.
GROFFEN, Adv. en Proc.
„Vader Menke" ging een licht op
hij glimlachte niet meer. en hoe dui
delijker hem alles werd. des te lan
ger werd zijn gezicht. Ten slotte be
gaf hij zich. in stilte alle advocaten
;der wereld en in 't bijzonder advo
caat- Groffen verwenschend, naar zijn
dorp terug.
Maar hij schold en raasde van je
welste toen eenige dagen daarna van
advocaat Groffen een rekening kwam
voor het op zijn last schrijven dor
verklaring. Wat hielp het; hij moest
betalen, wilde hij niet aan den spot
van Jan en alleman bloot staan. Een
troost was het hem. dat de medele
den van zijn gezelschap het nog niet
wisten.
meer kon krijgen en in zeer slechte
luim nam hij plaats iu een coupé
waarin reeds een heer zat. De mon
stering van dezen door den landraad
gaf den laatste bovendien nog de
overtuiging, dat hij hem niet als „vol
behoefde te beschouwen
Kempen, waar de heer Von R. nog
landraad was. De feestrede wsuuine-
de hij den koning zou begroeten ging j
spoedig in een gestotter over en ein- i
delijk bleef hij er geheel in steken,
toen li ij om den mond des konings
een spottenden trek zag. ,,'t Is wel,
Waarom ben je gister thuis ge-
bloven vroeg de meester.
Moeder is ziek, mijnheer.
- Dat is jammer. En wat zegt de
dokter er van
De dokter zegt dat 't een meisje
Nadat de trein vertrokken was. beste landraad, 't is wel. Ik benzoo
trachtte de medereiziger een gesprek evengoed overtuigd van die goede ge-
met iiem aan te knoopon. Hij kreeg j zindheid van u en uwe stad. Overi-
echter van den landraad niet anders I geus had ik bijna iets vergeten
dan onaangename antwoorden. De Humboldt laat u groeten
ander evenwel, wiens goedgeluimd-
lieid daardoor eerder scheen toe te
1 HOE MEN KWIKZILVER KAN VER-
nemen, dan te verminderen, bleef
voortdurend pogingen aanwenden,
het gesprek voort te zetten, wat ein
delijk de uitwerking had, dat de
ZAMELEN.
Wie eens met kwikzilver te doen
heeft gehad, kan oordeelen over de
..HUMBOLDT LAAT U GROETEN."
De volgende vermakelijke anecdote
omtrent den grooten ontdekkingsrei
ziger zal zeker wel niet algemeen be
kend zijn.
Zekere .heer Von R„ landraad in
den Kreiss Kempen, was iemand die
zich minder door groote geestesga
ven dan door verwaandheid onder
scheidde. Op zekeren dag reisde hij
met den trein van Keulen naar Ber
lijn. 't. Stemde hem reeds wrevelig,
dat hij aan het station Keulen geen
coupé eerste klasse voor zich alleen
landraad hem woedend toesnauwdej grillen van dit metaal. Een druppel-
„Mijnheer, verschoon mij verder van J ije, dat op de tafel of op den grond
uwe geestelooze praatjes U schijnt j valt, verdeelt zich direct in honder- j
mij toe. alleen door eene vergissing j den deeltjes. Het kwikzilver nu is
in een coupé eerste klasse te zijn te- een even waardevol als giftig metaal,
rechtgekomen. Voor het overige Om die deeltjes te verzamelen moet
schijnt ge niet te weten, wien ge men een Jobsgeduld hebben, daar die
voor u hebt. Ik ben de landraad van i kogeltjes bij de eerste de beste bewe-
Kempen". ,.Ja, dan moet ik uwelging wegrollen. Er is een hulpmiddel
verschooning vragen, hooggeachte om dit te voorkomen. Men gebruikt
heer landraad", antwoordde dedaarvoor een natten ring, die men
vreemde, „dat wist ik werkelijk niet. j om het verstrooide kwikzilver trekt
Maar nu is uw wensch voor mij r.a- j daar de kogeltjes dien ring niet kun-
tuurlijk een bevel". En tot Berlijn nen overschrijden. Daarna laat zich
heerschte er in de coupé stilzwijgen.
Toen de trein het station te Berlijn
binnenliep, wachtte koning l'riedrich
Wilhelm hem op, trad naar de cou
pé, waarin de beide reizigers zaten,
en heette den reisgenoot van den
landraad hartelijk welkom, terwijl
hij uitriep„Mijn beste Humboldt,
wat doet het mij een genoegen u na
zulk een lange afwezigheid eens weer
terug te zien De beroemde Alexan
der von Humboldt was n.l. van een
lange reis teruggekeerd. De land
raad wilde zich zoo spoedig mogelijk
verwijderen, wat hem evenwel mis
lukte, daar Humboldt luide tot den
dit metaal gemakkelijk met een uit
karton gemaakt schepje in een zakje
brengen
KINDERHUMOR.
Bij Arrowsmith, ie Bristol, .schrijft
de Londensche correspondent van 't
X v. d. D.is een alleraardigst
boekje verschenen, onder den titel
..School-humor", Het bevat kinder-
naïeveteiten, samengegaard uit opstel
len of antwoorden van kinderen in
do Londensche armenscholen doorliet
Parlementslid dr. Macnamara, lid van
de vroegere schoolcommissie, en zelf
vroeger onderwijzer.
Die antwoorden werpen dikwijls ook
koning zeide ..Majesteit, stn. niij too|ce„ „-horp !icht op de omstandighe-
u mijn vnendelijken reisgenoot, den den, waaronder de Londensche 'kin-
landraad van Kempen voor te stel- j deren in de armenwijken leven.
Ien, die mij door zijn gezellig onder- Hier is bijv. een schoolopziener, die
houd de reis op do aangenaamste vraag*:
Wij» heeft verkort." - ..Dat was ta.M Klazen
bier zet en uw vader komt binnen en
drinkt er één leeg, hoeveel zijn er dan
over
Geen enkel, antwoordt de kleine.
Je begrijpt mijn vTaag niet. zei
|de schoolopziener en herhaalde die
maar txflkens kwam
flink van u, landraad, dat ge mijn
besten rirend zoo goed .hebt geholpen
den tijd te verdrijven", zeide de ko
ning tot dezen. De arme landraad
weid gloeiend rood en kon niet an-
ders dan eenige onsamenhangende "^anrivoo^d1-3'
woorden stamelen, zoodat hij eerst. —Geen enkel!
verlicht opademde toon hij den ko- Eindelijk zeide de schoolopziener
ning met Von Humboldt zag wegrij-- Ik zie wel. dat je niet uit het
den. De vorst amuseerde zich na- hoofd kunt reekenen,
tuurlijk kostelijk, toen hij later de I ik ken mijn vader, nnt-
werkelijke toedrar.ht van de zaak ,a"p
Een kind antwoordde op de vraag
\ernam. j wat is een ambulance?
Het volgend jaar bezocht de ko-Dat is v.aar d,. vnnuven op ri:
ning de Rijnprovincie en ook de den, als zi- dronken zijn
Wat beteekent enz. vroeg de
meester.
Bliksemsnel kwam het antwoord
-- Dat is een toeken, dat gebruikt
wordt om te doen gelooven. dat. je
meer weet dan je werkelijk doet.
Ziehier een stuk uit een opstel van
een knaap in do lagere school
„Soms denken de menschen, dat zij,
wanneer zij mooie kleeren aan heb
ben. hooren zijn, maar dat is niet zoo,
een heer is iemand, die manieren
heeft. In liet „West End" en in de
„City" zijn groote hoeren, en do men
schen denken, dat zij heel wat zijn,
omdat zij mooie kleeren dragen, maar
eenige zijn meer dan varkens. Soms
zien we een landlooper op straat met
nauwelijks schoenen of kleeren aan,
maar zeer waarschijnlijk heeft hij
manieren. Een ware heer behoort zijn
manieren te kennen en ook niet to
vloeken.
Een schoolopziener vroeg eens aan
de kinderen hoe groot een struisvo-
lei was. maar kon geen ander ant
woord krijgen dan ..heel groot", zoo
dat hij eindelijk vroeg, iets te noe
men om aan te geven, hoe groot. Na
eenige aarzeling stond een knaap op
en zei
Zoo groot als uw hoofd, mijn
heer.
De schoolopziener lachte en vroeg
toen
En waar legt de struisvogel <le
eieren
Dezelfde jongen kwam naar voren
en zei
In ons schoolmuseum, mijnheer.
Bij een les over dc breuken vroeg
een meester
Hier. kinddren, is een stuk
vleesch als ik liet in tweeën snij. wat
krijg ik dan
De kinderen gezamenlijk
Helften.
En als ik die stukken weer in
tweeën snij. wat krijg ik dan?
Vierdeparten.
En als ik voortga
Achtsten.
Goed, en als ik op dezelfde wijze
voortga, wat krijg ik dan?
Twee kindoren
Zestienden.
Zeer goed. Laten we nu die stuk
jes wéér in tweeën snijden, wat krij
gen we dan?
Algemeene stilte. Eindelijk stond
een knaapje on en zegt
Gehakt, mijnheer.
„Een vischnet" schreef een jongen
in zijn opstel. ..is em hoop kleine
gaatjes, door een touwtje vereentgd."