RU BRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens e>n meisjes, die „Voor onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Donderdag morgen oplossingen zenden, worden in het volgend nummer bekend ge maakt). 1 (Ingezonden door Barbara Tim mer.) Welk dier is geel en bruin 2. (Ingezonden door Jacob Mok). Wat maakt ge 'hieruit? umebleraekm 3 (Ingezonden door Johan Faber.) Mijn geheel bestaat uit vijf letter grepen, en is een straat in Haarlem. Mijn vier eerste deelen vormen sa men een meisjesnaam en mijn laat ste deel vindt men in iedere stad. 4. (Ingezonden door Hendrik Ploeg.) Mijn geheel bestaat uit 15 letters. 10 2 13 is een bij. 9 7 11 is schoenmakersgereed schap. 1 14 5 12 verkoopt de kruidenier. Een 4 3 7 vindt men in de bergen. 8 14 15 is niet nauw. 6 7 is een lengtemaat. 5. (Ingezonden door Cornelia van Schooten.) Wat heeft een begin en geen eind? ■G. (Ingezonden door Hendrik ter Haak.) Met b is het rond. Met r is het ook rond. Met v is het niet leeg. Met d is het wild. 7. (Ingezonden door Abram Walter.) 8 11 12 6 2 is een meisjesnaam. Met 8 9 5 4 12 naait men. De 1 11 12 staat aan den hemel. Een G 11 8 is een hond. Een 10 11 4 3 is een lichaamsdeel. 3 7 12 13 4 12 heeft men in den mond. 8. (Ingezonden door Maria Kenzen.) idgebutnrrreege 9. (Ingezonden door Herman deLagh.) Mijn eerste is gezond voor kinderen. Op mijn tweede loopt men. s Mijn geheel is een sterrebeeld. 10. (Ingezonden door Jacoba Smit.) Waarom kraait de haan met zijn oogen dicht? Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsels dei- vorige week zijn 1. Frans Narebout. 2. Kus. 3. Koningstraat. 4. Wanneer hij Hollandsch kent: 5. Pinksterbloem. 6. Moor-room. 7. Een slak. 8. Wie tusschenbeide iets onder vindt, leert bovenmate. 9. De oogappel. 10. Delft elft elf. Goede oplossingen ontving ik deze week van Corrie van Zadel 5, Nellie Modoo 10. Daniël Smits 5, Zusjes Martens 5, Wim Germeraad 10, Coba Barthel 9, Izaak Smits 5, Cornelia Leeuwen kamp 8, Johan van den Bosch 7, Annie Langeveld 10, Mina Vink 9, Leonard Germeraad 10, een inzender zonder naam 9, Catharina Kokkelko ren 6, Benin ar d Seders 4, Mimi Vuik 9. De Nieuwe Wedstrijd Wat voor wedstrijd zou 't nu eens zijn? Vooreen teekenwedstrijd is het te mooi weerwe gaan nu liever bui ten spelen dan avond aan avond te besteden aan zoo'n teekening, waar zoo heel veel werk aan is, en die al tijd nog mooier moet worden. Nee, een teekenwedstrijd is veel beter ge schikt voor de winteravonden. Een verhaaltjesvvedstrijd dan? Nee. ook al niet. eerst 't verhaaltje be de tijken, dan in 't klad maken en daarnahee- lemaal in 't net schrijven. Nee, dat duurt ook al veel te lang. Een woo ro deowedstrijd? Maar die hebben we pas gehad Ja. wat dan Wacht, ik ben er; ik weet al wat we moeten hebben, 't is een SCHRIJFWEDSTRIJD. „Hè. wat is dat?" zul je zeggen „schrijven, dat kunnen we nu alle maal welDaar heb je alweer ge lijk in, schrijven kunnen we alle maal, maar daarom is dit nu juist zoo'n mooie wedstrijd, want nu kan iedereen meedoen, en de prijzen wor den toegekend voor de netst geschre- ven inzendingen. Eigenlijk moest zeggen, voor de netste inzendigen, want het schrijven is dezen keer wel het voornaamste, maar ik kijk er toch ook naar of je papier er netjes uitziet, en of je niet aan 't knoeien bent geweest met inkt of verf of lijm. Nu zal ik je vertellen, wat je mag schrijven, 't Is niet veel, 't is maar een enkel zinnetjeGerard Hekkel- man. een van mijn vriendjes, heeft 't vroeger eens bedacht, en hij had er toen een mooie rebus van willen ma ken, maar dat ging jammer genoeg niet. Inplaats van dien rebuswed strijd zullen we 't zinnetje nu maar voor den schrijfwedstrijd gebruiken. Gerard heeft het zoo opgeschreven: Kinderen, vraagt Uw ouders abonnê te worden op Haar lem's Dagblad dan leunt ge oolc mee doen aan de wed strijden in de Zaterdagavond! Dit zinnetje, waar je zeker veel pret om zult hebben (die Gerard bedenkt mooie dingen, hè?) schrijf je dus zoo netjes mogelijk op een vel papier. Daaronder komt I. je naam. II. je leeftijd. III. je woonplaats. IV. de woorden ,,Dit heb ik zelf geschreven De kleinere jongens en meisjes mo gen met inkt of met, potlood schrij ven. de" grootere schrijven natuurlijk met inkt. Nu moet ik je nog vertellen over de prijzen, want ik heb dezen keer een heeleboel afdeelingen gemaakt, en in iedere afdeeling wordt één prijs toegekend. De prijzen zullen bestaan uit schilderdoozen. figuurzaagkaar- ten. kookkacheltjes, spellen en mooie boeken. In de eerste afdeeling doen mee alle kinderen van zeven jaar of jon ger. De tweede afdeeling is voor kinde ren van acht jaar, de derde voor negenjarigen, de vierde voor tienja rigen. de vijfde voor elfjarigen, de zesde voor twaalfjarigen, de zevende voor dertienjarigen, en de achtste af deeling is voor jongens en meisjes van veertien jaar of ouder. De kleintjes behoeven dus niet te denken „Ik schrijf toch niet zoo mooi als de grooterenwant dat komt er nu eens niets op aan, HONDEN EN HONDENMODE. De hond. is meer dan een huisdier, hij is een huisvriend. Vraag 't ieder, die er een hond op nahoudthij zal u wonderen vertellen van de hoeda nigheden van 't dier, bovenal van de trouw en in de meeste gevallen zal hij de mededeeling erbij geven, dat de vriendschap van z'n hond hem meer waard is, dan die van menschen. Een mededeeling, waar door ge u gekrenkt zult gevoelen, ais ge zelf geen hond hebt; hebt ge er wel een, dan valt ge den spreker bij. Altijd zijn honden de lievelingsdie ren der menschen geweest. De ko ningen van Frankrijk bezaten altijd een aantal honden van grootewaar de. Onder Lodewijk XI waren voor namelijk doggen in de modeen klei ne langharige hondjes. In do 16e eeuw waren er vooral veel kleine, die van Malta en Napels werden aangevoerd en in Lyon op de markt gebracht. In de 17e eeuw plachten de Fransche dames kleine poedels, die uit Artois en Boulogne kwamen, in den mof bij zich te dragen. Men had den groei van deze hondjes te gengehouden door ze in de eerste dagen na de geboorte met wijngeest in te wrijven. Onder Lodewijk XV waren de meest geliefkoosde exem plaren Deensche doggen, King Char- les-hondjes en Affenpintchers. Aan het hof en bij de voornamen in den lande hadden de honden eigen personeeloppasseressen, bakkers, kleermakers enz. Zij kregen een uit gebreide garderobe en halsbandjes van fluweel. Filou, de lievelingshond van Lode- wijk XV had een halsband van goud met diamanten bezet. Karei VIII Hendrik IV en Lodewijk XIII lieten altijd één van hun honden bij zich in bed slapen. Als Karei IX zat te eten, mochten de honden gerust over tafel loopen en springen. Voor hondenbeet was men in dien tijd niet bang. Er was een goed recept voor. Men sneed den hond een handjevol haar af en loop- te dit met een gloeiende kool in wijn. Als men van dezen wijn dronk, dan zou de wonde genezen. TENGEVOLGE VAN DEN OORLOG. Een der vele gevolgen van den te- genwoordigen oorlog tusscheai Rus land en Japan is de schaarschte en bijgevolg de hooge prijs van de kam fer. Deze dure gomsoort vormt een van de belangrijkste bestanddeelen van rookzwak buskruit. Om zeker te zijn van een voorraad, voldoende voor een oorlog van onbepaalden duur, heeft Japan den uitvoer verboden niet alleen van de gezuiverde gom, maar zelfs van het ruwe product. De uitvoer van Formosa miet dien van Japan samen vormt den gan- schen wereldvoorraad. De rijkste kam- ferbosschen bevinden zich in het woeste binnenland. De wijze, waarop de kamfer uit het hout wordt getrokken, is eenvoudig en niet kostbaar. De spanen worden in een ijzeren ketel op een zacht vuur verhit. De kamferdamp, die uit de spanen opstijgt, wordt door een bam boe-buis naar een koelbak geleid, wijl hij gecondenseerd wordt in den vorm van sneeuwachtige kristallen. De ru we kamfer wordt daarna in vaten ge pakt en krijgt gelegenheid té bezin ken. Na korten tijd scheidt de kamfer- I olie zich af en wordt verwijderd. Dp- i ze is van rele kleur. De kamfer zelf. I de neerslag, die nog een zekere hoe- i veelheid oile bevat, wordt in kisten gepakt, door koelies naar een of an- dere handelsplaats overgebracht en van daar naar de fabrieken, waar zij gezuiverd wordt. Vóór Donderdag, 3 Augustus, moe ten alle inzendingen aan mij gezon den worden, en je hebt dus flink tijd om eens heel, heel goed je best te doen Jongens en meisjes, die tot nu toe nog niet meededen aan de wedstrij den, kunnen nu ook eens een mooi be gin maken, want de wedstrijd is niet te lastig en geschikt voor iedereen. Mijn oude vriendjes en vriendin netjes weten wel, dat ze weer welkom zijn En ten slotteSchrijf maar prettig en vergis je niet! Voor de Boekenkast Van de week vond ik weer eens een echt gezéllig boek voor onze Boe kenkast. 't Is tegenwoordig al zoo prettig vroeg licht 's morgens, en als je dan opgestaan bent. en 't is eigen lijk nog geen tijd om met drukte ma ken te beginnen, omdat alle andere menschen in huis nog slapen, dan moet je wel stil en rustig zijn, en dan is het heerlijk om zoo'n prettig dik boek te voorschijn te halen, en je te verdiepen in een mooi verhaal. Nu zal ik je vertellen, hoe mijn boek heet. De titel is„Om aan de kleintjes voor te lezen." plezier je toch in deze gezellige ver tellingen zult verdiepen. Een alleraardigst verhaal is bijvoor beeld van die kleine jongen, die een groote tram present kreeg. Niet zoo'n heel klein trammetje, maar een echte, heusche groote-menschentram. Begrijp je hoe dat mogelijk is? En dat waar gebeurd© verhaal van die vriendelijke beer, en het aardige sprookje van ..De verloren Prinses Hoe die terechtkwam? Ja, dat moet je maar eens nalezen, hoor "t Is van een groene toovenaar en een zwarte dwerg" en een prins, die de taal van alle dieren verstaat En dan krijg j© die grappige ver telling van domme Liesje, die een vlokje haar uit Moeder's mof knipte om in haar medaillon te doenDat „een grappige droom" grappig is, hoef ik je zeker niet te vertellen, en dan komt Cecile's Dennenboom", dat is nu weer een echt mooi ver haal Het plaatje, dat je hierbij vindt is ui1, het sprookje van den Dwergmet den gelen pompoen, als je goed kijkt zie je den dwerg en ook den pom poen. die hier op 't plaatje wel niet geel is, maar in werkelijkheid toch heusch geel was. En verdernee, verder vertel ik niets meer. Kies, als je eens een Brievenbus ..O, voor de kleintjeshoor ik boek mag uitzoeken, dit maar gerust jullie al roepen, maar, je moet me uit, dan doe je een goede keus, goed begrijpen, het is niet voor zulke heele ldeintjes, want, al zijn de ver halen ook wel geschikt om aan de kleine broertjes en zusjes voor te le zen. ik wed toch, dat. al ben je ook 11 of 12 jaar, je met heel' veel geef het dan een eereplaatsje op de boekenplank of in de boekenkast Het is bij iederen boekhandelaar te krijgen en het ïs geschreven door A. C. Kuiper. (Brieven aan de Redactie van de Kinder-afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn Sophiastraat No. 22. Haarlem). Nelly de M. Vandaag is mijn vriendinnetje Nelly weer het eerst aan de beurt. Ik vind het aardig dat je zulke goede maatjes bent met Marie Gr., maar het verwondert me niets, want ik ben ook beste maatjes met haar, hoorDat arme poesenvriendje, dat maai- aldoor aan 't zoeken is. Is 't witte poesje nog niet terecht? Ik vind dat je erg netjes met inkt ge schreven hebt, en ik hoop 'ook, dat je aan den wedstrijd zult kunnen mee doen. Ook wel bedankt voor de felici tatie De groeten aan je zusters. Dag. Nel Corrie van Z. Wel, kleine Cor rie, wat heb je me een mooie brief kaart gestuurd Dank je wel, hoor, ik vind het erg aardig van je Nu moet ik je ook al mot je verjaardag feliciteeren, dat is wel erg vroeg, maar waarom ben je dan ook juist op een Woensdag jarig? 't Volgend jaar moet je niet zoo'n raren dag uitzoe ken Zijn het alle drie kleine poesjes, en kunnen ze het goed met elkaar vinden Daniël S. Ik vind het erg prettig, dat ik zoo'n goede keuze voor je ge daan heb. Heb je al in het boek gele zen. en is het mooi Dat vertel je me een volgenden keer zeker wel eens, is 't iniet Mina V. Wat grappig, dat je op school naast Jo L. zit babbel jullie wel eens samen over de raadsels Nu. over den nieuwen wedstrijd valt niet veel te babbelen, dat moet je toch zelf doen, hè? Heb ik niet iels erg prettigs uitgezocht Ik verheug me er al op. de volgende week weer zoo'n langen brief te krijgen Zusjes M. Dank je wel voor je mooien brief, Paulientje. en ook voor de gelukwenschen. Vindt. Sophie het nog altijd prettig op de naailes, gaat Mini daar later ook naar toe? Wat zal die Sopbie het goed loeren, hè? Joen Betsy P. Je bent een grappenma akster. hoor! Ik geloof heusch, dat je alles uit de courant haalt, maar dan kun je toch beter kijken dan ik, want ik heb er niets van gezien Maar met raden zal ik maar onhouden, want jij kunt oen geheim zoo goed bewaren, dat ik er op die manier toch niet achter kom Ja, die vijfhonderd woorden, het is jammer, dat ze te veel plaats zouden innetmen om in de courant te zetten anders zou je het allemaal kunnen zien. De plaatjes zaJ ik bewaren, doe mijn groeten aan Moe. Dag Corrie L. Wel, Corrie, heb je in je prijs gelezen, en is het niet_erg naar je z>n Ik hoop, dat je er niet door vergeet om naar school te gaan, want dat zou me erg spijten, weet jeMaar, daar hoef ik natuurlijk niet bang voor te zijn, wat zeg jij Johan van don B. Zoo nieuws gierig naar den nieuwen wedstrijd Nu, dan ben ik erg blij, dat je liet vandaag te lezen krijgt, nu is er ten minste één nieuwsgierig jongetje min der op do wereld Ga je nu eens heel mooi schrijven? Annie L. Nu, als je in Leiden logeert, vind ik het niet heel erg, dat je eens geen raadsels inzendt. En je j eigen raadsel Ja, daar weet ik j heusch niets van, ik weet alleen maar j dat ik nog een heele massa raadsels heb Zeg, als je een dag te voren zoo veel te schrijven weet. weet je wat je dan doen moet? Een dag te voren schrijven Is dat geen goeden raad? Bennard S. Blijft het haast het zelfde, of je in de zevende of in do achtste klas zit En ga je nog naar de achtste klas toe? Ik wist niet. dat je al zoo'n eind wasVan welke los houd je nu wel het meeste, of is dat moeilijk te zeggen Cathariena K. Ik vind het erg aardig, dat het zingen zoo goed ge gaan is. maar je hebt er ook wel hard ivoor moeten studeeren, hè? Ik wil best gelooven, dat het briefjes schrij ven er toen bij inschoot! Doe je ook mee met den nieuwen wedstrijd Izaak S. Je bent knapper dan ik, hoor el, wel, wat heb je een mooie i oplossing voor dat sommetje gevon- den Er valt nu niets tegen in te brengen Weet je nu ook nog in welk i geval twee maal twee vijf is Wim on L eonard G. Wat zijn jullie weer ferm aan 't raadsels op lossen geweest! Daar valt nu niets .aan te verbeteren.hèVinden jullie den prijs niet mooi, en ben je al aan t lezen geweest, Wim TEGENGIF VOOR NICOTINE. Dr. Zalackas heeft in het sap van de waterkers, dat hij verkreeg door het fijnstooten der versche planten, een zeer werkzaam tegengif tegen ni- icotine gevonden. j Hij spoot een konijn in met eene I doodende dosis nicotine en toen het Idier den dood nabij was, spoot hij het een weinig van het sap der wa- j terkers, vermengd met een beetje ca feïne in. Na tien minuten volgde een hevige ontlasting, die naar tabak rook. Een uur later werd net diertje nogmaals met het sap ingespoten en langzamerhand werd het weer he el et maal gezond. Proeven op honden genomen, had den volmaakt hetzelfde verloop. WAAR ZENUWEN ONBEKEND ZIJN De vrouwen van Japan zijn er voor bekend, dat zij in tegenstelling met haar westersche zusters, altoos zoo geheel haar zelfbeheersching weten te bewaren. „Patent-medicamenten" om zenuwachtigheid te genezen, hebben maar weinig aftrek in Japan. Wat het bet eekent„last van zenuwen te heb ben", is daar onbekend. Japansche doctoren zijn maar zelden rijk. Eoai reiziger, onlangs teruggekeerd uit het land van de Rijzende Zon, heeft getracht een verklaring voor de zen staat van zaken te vinden. Om te beginnen", zegt hij. „is er nooit eenige verandering in de mode daarom heeft de Japansche vrouw nooit eenige zorg daarover. Dan is het huishouden zóó vereenvoudigd, dat de Japansche huishoudster nooit wordt geplaagd door de beslommerin gen, die de zenuwen sloopen en de westersche vrouwen vóór haar tijd doen verouderen. Een Japansch huis heeft geen draperiën en geen stoffige hoeken en gaten door overvloedige versierselen. Iedereen trekt zijn schoe nen uit bij het binnenkomen van een huis en geen slijk en stof worden mee naar binnen gebracht. Japansche vrouwen zitten niet een heelen nacht op om te overleggen hoe zij het best voor den dag zullen ko- men. Zij martelen haar hersens niet af met allerlei plannen om haar dochters aan rijke jongelui uit te hu- welijlten. Zij behoeven nooit uit een j magere portemonnai© een vet diner te i betalen. 7ij leven eenvoudig, geluk- j kig vreedzaam, dienstvaardig, en zij hebben het daarbij zeker niet slechter dan hier, waait do meeste bereiken een goeden ouderdom. TOGO HEICHACHIRO. Er zijn weinig feiten in de geschie denis der eeuwen meer opmerkelijk dan dit, zegt een medewerker van de „Pall Mall Gazette", dat Japan, dat ten allen tijde van Togo's geboorte, nog in mystiek duister gehuld was, nu een zee-en landmacht is van den eersten rang. En toen in 1851 de zoon van Togo Kichizoemon ter wereld kwam, moe ten wel alle acht millioen goden van Japan glimlachend gestaan hebben bij zijn wieg. Want hij, Togo Hei- chachiro is de man geworden, die de Armada van het Russische keizerrijk wegvaagde van de Japansche wate ren. Togo is een doodeenvoudige man, met groote wilskracht. In 1903, toen de minister van Ma- j rine, baron Yamamoto, hem opriep om te Tokio te komen, was hij com-1 mandant van het marine-station te Maizoeroe. Op den dag, dat dit be- j richt hem bereikte, was hij voor de eerste maal na een zware ziekte i weer op. Zijn vrouw bracht hem den bri#f aan den ruststoel, waarop hij lag. Togo las haastig den inhoud. „Geef mij m'n uniform", zei hij daarna, „ik ga naar Tokio". „Maar je bent er te ziek voor", antwoordde mevrouw Togo, „je kunt die reis onmogelijk doen." „De zee zal me juist goed doen en 't kan ook niet anders." Zoo vertrok dan de nog doodzwak ke man naar Tokio, en waarlijk, de zee knapte hem op. Togo Heichachiro is verbazend klein, zelfs voor 'n Japanner. Hij ie geen lastige commandant, al wil hij de discipline streng in acht genomen zien. Hij is bijzonder stil en in zich zelf gekeerd en kent letterlijk geen vrees, of 't zou moeten zijn voor do hulde van de bevolking. Te Maizoeroe werd hij de „stüle man" genoemd, hij bracht er dagen en halve nachten in zijn bureau door en nooit zag men hem met iemand spreken, behalve wanneer hij bij 't komen en gaan zijn officieren groette. Het huiselijTt leven van den admi raal is zoo eenvoudig mogelijk, zijn huis te Tokio is ingericht als dat van 'n eenvoudig burgerman, 'n Gezel- schapsmensch is hij niet. Een gezantschapsattaché, die hem op zijn schip de „M'kasa" bezocht, stond v.erbluft van hem. „Ik kon m'n oogen niet gelooven", zeide hij. „zoo'n klein, nietig kerel tje, zoo bescheiden en zoo verlegen, bijna als een jong meisje. Ik keek naar z'n smalle schouders en z'n schuchtere manier van praten en zich bewegen en kon maar niet ber grijpen, dat dit nu een Cesar of een Napoleon, of een Nelson uit de ge schiedenis was." Mevrouw Togo vertelt, dat de stil zwijgendheid van den admiraal dik wijls zelfs door zijn huisgenooten verkeerd wordt begrepen. „Weet ge", zeide ze eens tot een vriend van haar man, die haar bezocht, „wat hij tot mij zei, toen hij vertrok om 't opper bevel over de vloot op zich te nemen? „Wees zoo lief en pas op m'n hon den". 't Is Soo'n eigenaardig mensch." Togo is ook literator.Toen hij be noemd was tot admiraal van de vloot en op het punt stond te vertrekken, gaven zijne vrienden een afscheids- feestmaal te zijner eere. Daar las hij een gedicht voor, welks oorspron kelijkheid van gedachte en wellui dendheid van woorden een ieder in verbaasde bewondering brachten. Zijn liefde voor planten en bloe men is in Tokio spreekwoordelijk geworden, hij heeft er een prachtigen chrysantemum-tuin. En het is een openbaring, dezen wonderlijken kleinen man te hooien zingen en spelen op zijn biwa, een soort Oostersche guitaar. Togo heeft twee zoons, Ilyo en Minoroe, en één dochter, Yachio. Eigenaardig is het ,waar de leden van Togo's gezin zeer aan elkaar en j hun vader gehecht zijn, een liefde, die woderkeerig is, dat zij, zoolang j Togo op de vloot is, hem nooH schre- ven, of een brief van hem ontvingen. Dit is teekenend voor den aard der Japanners. Alleen ziet men te Tokio dagelijks i Hyo Togo naar het ministerie van j Marine fietsen om het laatste oorlogs- j nieuws te halen. HET KLOPPENDE HART VAN EEN DOODE. In den laatsten tijd hebben onder zoekers op geneeskundig gebied zich meermalen bezig gehouden mei be- langwekkende proeven, om het uit het. l doode lichaam genomen hart weer tot i leven te brengen. i Onlangs heeft zich op dit gebied 'een zéér opmerkelijk geval voorge- 1 daan, waarover dr. Deneke. in de IVereeniging van geneeskundigen, in Hamburg, het een en ander meedeelt, Om twee minuten over achten des morgens werd eene 43-jarige misda- digsteï door middel van de giullotine ter dood eebracht, Tien minuten later .werd het lijk in een gevangeniscel ontkleed en opende men de borstkas. Op dat oogenblik vertoonden zich aan het hart nog enkele trekkingen i der spieren. Nu werd de groote slag ader, de aorta, doorgesneden en daar - in een glazen buis gebonden, en om i kwart over achten werd het hart uit het lichaam genomen, en het bloed vaten-systeem van het hart aanstonds door middel van de glazen buis, gron dig doorgespoeld met een zwakke op lossing van keukenzout van 35 gr. Celsius, totdat de uit het hart stroo- mende vloeistof nagenoeg klem-loos geworden was. Het nu geheel slappe hart. waaraan geen spoor van beweging meer was te bekennen, werd om 23 minuten over achten in een daarvoor vervaardigd Nelly M. Wel, Nelly, als je tien omkeert, wat krijg je dan De andere raadsels zijn goed. Vond Pa het boek ook mooi, en vind je de plaatjes niet aardig? Had je nooit van den jon gensnaam „Onna" gehoord Die be staat toch heusch I Nee, 't is geen raadselwedstrijd, zooals je ziet, maar toch iets, dat jij en Bertus wel pret tig zult vinden, is 't niet Aardig, dat Bertus nu ook weer mee gaat doen I n c o n n u. Wie isnu toch „In- connu" en „Etiënne" En wie woont er in Groslay Allemaal raadseltjes, lijkt hot welWat een mooie kaart W el bedankt, jongejuffrouw of jon genheer Inconnu Etiënne Coba 13. Wel. Coba, er zijn toch ook wel klokken in Friesland, waar geen gewicht aan hangt, en buiten Friesland zijn toch ook wel klokken, waar wèl een gewicht aan hangt van je raadsel kan ik je heusch nog niets beloven. Aan dat „Dag. Juf frouw" zie ik wel. dat je veel vaneen schrijfwedstrijd houdt, is hot niet zoo Inzender zonder naam, Wie is dat uu weer? Jo naam vergeten bij de oplossingen te schrijven O, o Een volgenden keer beter oppassen, hoor M. C. VAN DOORN. apparaat gebracht en met zekere zou ten bevattende vloeistof, de zooge naamde oplossing van Lockei, en la ter met zorgvuldig geprepareerd bloed doorspoeld. Daarbij werden eerst langzame, la ter zeer krachtige en regelmatige sa mentrekkingen van het hart waarge nomen, die echter langzamerhand weer afnamen. Eerst drie volle uren na de onthoof- din«T bleef echter het hart voor goed stilstaan. VERTROUWBARE WEERPROFETEN. Het weer is tegenwoordig 's zomers zoo veranderlijk, dat men blij mag zijn, dat er ten minste weerprofeten bestaan, op welke men zich verlaten kan, en, dankbaar, als men op nog meer zulke raadgevels, dan die men al kende, opmerkzaam gemaakt wordt. Als weerprofeten uit de plan tenwereld gelden, in de allereerste plaats, de bladeren van den kastan jeboom, d'e, bij goede weervooruit- zichten, ook als de hemel bewolkt Is, de vijf vingers naar alle richtingen uitspreiden, maar bij naderenden re gen zicJi vallen laten en samentrek ken, gelijk de hand doet als ze een snuifje neemt. De scharlakenrood© pimpernel is nog vertrouwbaarder. Zij verwacht den dag, op welken het regenen zal, ook bij blauwen hemel met vast gesloten knoppen en voor spelt den regen vijf, tien, zelfs vier entwintig uren vóór hij er is. De paardebloem, welker witte wol lige. bol in 't voorjaar elke weide tooit, staat in 'haar volkomen bol- rondtc, slechts zoolang, als er mooi weer in uitzicht is bij naderenden re gen trekt zij de fijne dradenbosjes te zamen en vormt zij een miniatuur bezem Alle klaversoorten klappen haar drie blaadjes dicht en buigen den stengel om, als er regen nadert. Kikvorschen zijn geel bij aanhoudend mooi weer, doch worden bruin, als er regen dreigt; spinnen arbeiden aan de voltooiing barer webben slechts dan als er uitzicht is op lang- durigen zonneschijnals zij in den vroegen morgen haar draden spin nen. kan men veilig voor de buiten partij het lichtste toilet kiezen. Als de uil bij regen krast, wordt het gauw mooi weer, terwij], als de pauw bij mooi weer schreeuwt, het zeker spoedig regent. Als de slakken wegkruipen, is regen in aantocht en als zwaluwen laag bij den grond vliegen, >s dit een bewijs, dat lichte insecten, die 't allereerst de vochtig heid gevoelen, den grond hebben op gezocht. Onfeilbaar in haar voorspel ling zijn de meeuwen, die bij regen brengenden westenwind over de kust vliegen, soms ver landwaarts in en een vreeselijk geschreeuw aanheffen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 9