Haarlem!s Dagblad
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Vraag en Aanbod
Een Kwartje per plaatsing
Twee Kwartjes te zamen
Grootte der Adv. hoogstens zes regels
23e Jaargang. No. 6762
fsïsehijrW dage5', as, behalve op 2ass= en Fsesisteges.
ZATERDAG 15 JULI 1905 El
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE- MAANDENl
Voor Haarlem - I«20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) e 1.30
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem c 0.37%
K fl de omstreken en franco per post
0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster, Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 -.egels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724,
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère O- L. DAG BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
plaatst dagelijks Advertentiën van
(geen
r, Wn/yvhe.1 Aft,
noncesvoor
DRIEMAALmits binnen een Week, voer
Betaling d, Contant
Stadsnieuws
PROVINCIALE STATEN.
(Vervolg).
Om .kwart voor tweeën wordt de
vergaider ing ,herop end
Tot lid der Gedeputeerde Staten in
gevolge art. 89 der Provinciale wet
wondt benoemd de heer rnr. F. Th.
Westerwoudt mét 60 st.
De .lieer Westerwoudt dankt voor
de eer hem aangedaan.
Afgewezen wondt het verzoek van
het bestuur der uitwaterende sluizen
in Kennemerland en Westfriesland
om subsidie ten behoeve van een op
te richten stoomgemaal te Schardam.
TREKHONDEN IN N.-HOLLAND.
Aan de orde komt de wijziging der
prov. wet inzake de trekhonden. De
algemeene beschouwingen worden
geopend.
De heer KOOL meent, dat wanneer
de bepalingen voorgesteld worden
aangenomen, men bepalingen op
neemt, die een doode letter zuilen
blijven en geen bescherming zullen
geven aan den trekhond.
Spr. zou het betreuren indien de
wet op deze wijze werd gewijzigd,
daar dan de wet zou worden ontdo
ken. De iheer Kool acht de Staten
niet bevoegd zulk een wijziging vast
te stellen.
De lieer Jhr. Mr. J. W. G. BOREEL
v. HOGELANDEN weerspreekt het
standpunt van den lieer Kool. De be
palingen zullen geen doode letter
worden. Den rijders met honden
karren zal niet het brood uit den
mond genomen worden.
De heer C. D. ZUR MüHLEN be
grijpt niet de quaestie der bevoegd-
beid. In Zuid-Holland schijnt men
die bevoegdheid wel te bezitten. - Al
thans de Regeering heeft er geen en
kele aanmerking op gemaakt.
De heer KOOL dient nu een motie
in om uit te maken of de Staten al
of niet bevoegd zijn tot het nemen
van dergelijke maatregelen.
De heer Mr. A. A. v. d. MERSCH
zegt, dat het de vraag is of deze ma
terie is een onderwerp van algemeen
Rijksbelang. Degenen, die er een
Rijksbelang in meenen te zien ver
wijzen naar het Strafwetboek, waar
reeds noodeloos kwellen van dieren
wordt strafbaar gesteld.
Np hebben alleen art. 32 b d en e
van.de voorgestelde verordening be
trekking op de bescherming van
dieren.
In zijn betrekking als kantonrech
ter heeft spreker dit ervaren, dat
waar het Rijk regelen en wetten
geeft .de Gemeente en de Provinciale
Staten de finesses kunnen regelen,
zonder dat, zij nietig of onuitvoer
baar zijn.
Wanneer de Koningin de' bepalin
gen niet vernietigt zijn zij wettig,
totdat een nieuwe Rijkswet de quaes
tie opnieuw regelt.
PROF. Mr. G. A. VAN HAMEL
meent, dat het de quaestie niet is of
Zuid-Holland bevoegd is. Achten de
Staten van Zuid-Holland zich be
voegd, dan kunnen de Staten van
Noord-Holland zich wel onbevoegd
achten.
Het is de vraag of art. 455 van het
Strafwetboek een complete regeling
voor het geheele land "beüoe1', of
slechts een meer algemeene rege
ling, De strafwet heeft in de praetijk
niet voldaan en kon ook niet voldoen.
Een wet geeft alleen straf en ds niet
preventief.
Spreker heeft vroeger veel gespro
ken tegen de bevoegdheid vair de
Staten, maar wil nu over de bevoegd-
heidsquaesiie heenstappen om te
komen tot een regeling.
Mr. J. P. A. N. CAROLI is het
nooit helder geweest, waarom deze
Staten zich niet bevoegd achtten. De
meening van rnr. van Hamel is die
van toonaangevende kringen van het
publiek recht. Ook de tegenwoordige
minister huldigt deze opvatting.
Uit de artikelen van Strafrecht
kan spreker niet halen, dat het doe
der Regeering was den Gemeenteraad
en de Provinciale Staten te verbie
den nadere bepalingen te maken.
De heer KOOL zou voor de bepa
lingen van -de voorgestelde verorde
ning zijn, indien men hem kon be
wijzen, dat de dierenmishandelingen
daardoor zouden verminderen.
De heer P. VERMEULEN zegt, dat
hij wpont in een streek, waar vele
hondenkarren worden gebezigd. De
toestand is .daar vaak meer dan
treurig.
De discussies worden gesloten en
de motie-Kool verworpen met 53
stemmen tegen en 15 stemmen vóór.
Vóór stemden de heeren Jb. Zijp
HznMr. J. C. de Vries, P. B. j.
Ferf, Mr. W. Baron Roell, Mr. F. Th.
Westerwoudt, Mr. II. J. C. van Tie
nen, A. Kool, Mr. J. N. J. E. Thijs-
seu. P. Wonder Azn., G. J- O. D. Dik
kers, H. J. Calkoen, Dr. S. Schipper,
Mr. .J. P. Kraakman, G. A. Loeff enJ.
Tertsen.
In behandeling komt art. 32Het
rijden met en op hondenkarren op
de rijwegen is geoorloofd onder in
achtneming van de bepalingen in de
artikelen vervat.
De heer FEISSER stelt voor art.
32 te lezen: Bij het rijden met en op
hondenkarren op de rijwegen moe
ten de bepalingen in de volgende ar
tikelen vervat, in acht genomen wor
den.
Dit amendement wordt verworpen
met 59 stemmen tegen en 9 vóór. Het
voorgesteld artikel wordt nu aange
nomen.
De hee-r Mr. A. A. v. d. MERSCH
is tegen artikel 22 dat behelst, dat op
de achterzijde der hondenkarren moet
vermeld worden het inschrijvings
nummer en de naam der gemeente
waar de eigenaar woont.
Het artikel wordt aangenomen.
Bij art. 32 b zegt de lieer Mr. J. P
A. N. CAROLI, dat het voorstel van
den heer Zur Mühlen ook niet wen-
sc'helijk volmaakt is te noemen. Ook
de verbeteringen door Gedeputeerden
en de desbetreffende commissie aan
gebracht, waren pover.
Spreker dient daarom een motie in,
om de zaak aan te houden tot de
najaarszitting en het ontwerp terug
te zenden zonder hoofdelijke stem
ming wordt daartoe besloten.
Goedgekeurd werd de wijziging
van het Bijzonder Reglement van be
stuur van den Haarlemmermeerpol
der, bij welke wijziging het penning
meesterschap wordt opgedragen aan
den secretaris van den polder.
Verder weiden vastgesteld de wij
zigingen enz. van een aantal water
schappen.
De voorzitter brengt nu dank aan
de rapporteurs voor hun werk.
De volgende vergadering moet vol
gens de gewijzigde wet in October
plaats hebben ter vaststelling der be
grooting.
Daar er niets meer aan de orde
was, sloot de voorzitter nu de ver
gadering in naam der Koningin.
Binnenland
UIT DE STAATSCOURANT.
Blijkens bij het dep. van marine
ontvangen bericht .is Hr. Ms. instruc-
tïeschpip Nautilus", onder bevel van
den kapitein-luit. ter zee J. F. B.
van Dijk, den 12en dezer van Helle-
voetsluis' naar zee vertrokken ter aan
vaarding van hefc tweede gedeelte
van den zomerkruistocht.
cartes" kent, schrijft de Tel., men
is dan ten minste gevrijwaard van de
gebruikelijke verbazing, die zich bij
de oplossing eener crisis meestal
voordoet. Wie had b.v. ooit gedacht,
in een ministerie, met dr. Kuyper,
■den völksleger-man bij uitnemend
heid toentertijd ten minste aan
liet hoofd, generaal Bergansius te
zien opnemen
Zooals bekend mag worden veron
dersteld, worden door H. M. de Ko
ningin voor 't vormen van een nieuw
ministerie verscheidene hooggeplaats-
ste personen geraadpleegd, boven en
behalve dengene, die ais Kabinets
formateur optreedt. Onder die hoog
geplaatste personen, in wie H. M. een
buitengewoon vertrouwen stelt, be
hoort van zelf de luitenant-generaal
Kool, de chef van den generalen staf,
een van de personen, aan wie inder
tijd een deel van Hare opleiding
werd toevertrouwd. En juist van de
zen generaal zijn in zulk een geval
adviezen te duchten, die er toe kun
nen leiden om een volkslegerman"
met alle geweld uit liet nieuw te
vormen ministerie te houden.
Van het standpunt van militaire
reactie beschouwd, en ook in alge
meen krijgskundigen ziu, is generaal
Kool ongetwijfeld een eerste kracht,
die bovendien begaafd is met een
groote dosis diplomatiek beleid. Maar
met dat al heeft hij, volgens de
veldwinnende moderne begrippen,
zijn roem overleefd. Het is niet te
verwachten, dat hij, zoowat de oud
ste van allen in het leger, nu nog
veranderen zal. Zeer gewenscht wa
re het daarom, als zijn invloed thans,
nu een man van meer moderne op
vatting zoo broodnoodig is. zich eens
niet bij de Kabinetsformatie deed gel
den.
De man, die op dit oogenblik be
hoort op te treden, moet zijn van
liet type kolonel Cool (directeur der
Hoogere Krijgsschool) of Eland.
Mocht men deze beiden al te „schip-
perachtig" vinden, dan een burger
met eenige flinke militairen als
auxiliaire krachten.
Onder de jongere militairen vindt
men wel zeer bekwame mannen,
maar zoover we kunnen nagaan, mis
sen die vooralsnog de voor een mi
nister zoo noodzakelijke ervaring op
allerlei gebied.
dat liet Ministerie nog tot deze be
noemingen zal overgaan.
Ook moet het Ministerie voorne
mens zijn de benoeming van een
Gouverneur van Suriname aau zijn
opvolger over te laten.
BOND VAN CHRISTELIJKE ZANG-
VEREENIGINGEN IN NEDERLAND
Woensdag werd op de terreinen
van de renbaan op Cruysbergen bij
Bussum liet achtste zangersfeest ge
vierd van bovengenoemden Bond.
In den morgen brachten de trei
nen de duizenden zangers, zangeres
sen en belangstellenden naar Bus
sum en reeds vroeg waren de straten
en lanen gevuld met feestgangers.
Op het feestterrein was alles door
het regelingscomité op uitstekende
wijze georganiseerd. Door de goede
zorgen van het Gemeentebestuur van
Bussum verkeerde de 'sGraveland-
sche weg, die anders bij zulke gele
genheden zoo stoffig kon zijn, in goe
den toestand, zoodat het nu een ge
not was daar te wandelen.
Na het zingen van Psalm 981 en
2 door alle aanwezigen, wat een
machtigen indruk maakte en van
het Welkomstlied door de Chr. Zang-
vereeniging- „Looft den Hear" te Bus
sum, hield do burgemeester van Bus
sum, jhr. R. van Suehtelen van de
I-Iaare, een korte toespraak, waarna
de voorz. van den Bond, mr. H. de
Graaf van Hoogendorp uit Den Haag,
de openingsrede uitsprak.
Hierna werden onder leiding van
'den heer Godefroy uit Steenwijk de
zangnummers uitgevoerd.
In den' loop van den dag voerden
nog verschillende sprekers het woord
en in de pauze «bracht de kapel van
het Instructiebataljon uit Kampen,
die ook de liederen begeleidde, eenige
nummers ten gehoore.
's Avonds gaf de harmonie Crescen
do te Bussum ter eere van het feest
een concert in de Gemeentetent op den
Brink, dat door velen, die nog niet
huiswaarts waren gekeerd, werd
bijgewoond.
kindje stierf echter reeds binnen één
dag.
De vader gaf zijn in leven gebleven
kind bij den Burgerlijken Stand aan
en liet de aangifte van het. overleden
kind, gelijk dikwijls in dergelijke
omstandigheden gebeurt, aan den
aanspreker over, die de begrafenis
verzorgt, daar zulke kinderen als
„levenloos geboren" ingeschreven
worden.
Nu is door eene vergissing van den
aanspreker, in overeenstemming met
een verkeerde wijze van invullen van
het attest door den geneesheer, die
den dood van liet vrouwelijk kindje
foutief vaststelde, in plaais van het
vrouwelijke het mannelijke kindje als
overleden aangegeven, zoodat er voor
de wet slechts van een overleden man
nelijk kind sprake is.
De vader geeft zich thans natuur
lijk alle moeite om zijn uit een wet
tig huwelijk geboren toch niet wetti
gen zoon een burgerlijke „wederop
standing" te doen ondergaan.
Met dat al is de quaestie voor al
len zeer onaangenaam, niet het
minst voor den hier bedoelden ge
neesheer. (N. v. d. D.)
TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
De af deeding „Hilversum en Omstre
ken" der Nederlandschc Maatschap
pij voor Tuinbouw en Plantkunde
heeft met algemeene stemmen cle vol
gende motie aangenomen
De af deeling Hilversum en Omstre
ken stelt voor, bij mogelijk? oprich
ting eener algemeene Tuinbouwfede-
ratie, dat de Nederlandsche Maat
schappij voor Tuinbouw en Plant
kunde zich niet oplost in voornoemde
federatie, maar een zelfstandig li
chaam blijft, op dezelfde leest ge
schoeid als tot heden.
A. N. W. B.
Met liet oog op de feesten op 22,23
en 24 Juli a.s. door den Algemeenen
Xederlandschen Wielrijdersbond te
Groningen te geven, hebben zich deze
week niet minder dan 157 nieuwe le
den voor den Bond aagegeven.
DE PORTEFEUILLE VAN OORLOG-
In het stadium, waarin wij, en de
miuisterie&le crisis met ons, thans
verkeeren, is het goed als de buiten
wereld ook iets weet hoe het met de
samenstelling van een nieuw Kam
net toegaat, als men „le dessous des
CONSULAAT-GENERAAL IN
TRANSVAAL.
Naar het Vaderland verneemt, is
er thans sprake van. dat de heer F.
M. Knobel, onze minister-president
in Perzië, die sedert eenigen tijd met
verlof te 's-Gravenhage is, benoemd
zal worden tot consul-generaal rn
Transvaal.
Jhr. mr. J. E, de Sturler, onze con
sul-generaal in Smyrna, zou hem dan
opvolgen als minister-resident in Te
heran.
liet is echter niet waarschijnlijk,
j UIT DE DIAMANTINDUSTRIE.
Wij lezen in „Het Volk"
I Dinsdagavond had in het „Ameri-
can-Hotel" eene conferentie plaats
j tusschen de besturen van Juweliers-
vereeniging en Diamantbewerkers-
bond, waarin voorloopige besprekin-
I gen plaats hadden nopens de verlen
ging van het bekende contract tot
liet vastleggen der loonen.
Hoewel de besprekingen, zooals ge
zegd, een zeer voorloopig karakter
droegen .bleek aan beide zijden ge-
i neigdheid de overeenkomst te her-
nieuwen met wijziging van sommige
i bepalingen.
KINDERVERWISSELING.
Ieder «herinnert zich nog wel het
geval van beweerde kinderverwisse
ling in het Wilhelmina-Gasthuis, dat
een optisch bedrog is gebleken te zijn.
Zulke gevallen van onvoldoende
waarneming schijnen meer voor te
I komen.
i Verleden week werd een echtpaar
te Amsterdam met de geboorte van'
tweelingen verblijd en wel één
kindje van het mannelijk en éenvan
het vrouwelijk geslacht. Het laatste
ONTOEREKENBAAR.
„Het Centrum" schrijft
In de rechtzaak tegen den jongen
man te 's-Gravenhage, die in de
Scheveningsche Boschjes zonder eeni
ge aanleiding een dame doodstak, is
ontslag van rechtsvervolging geeischt
en plaatsing in een krankzinnigen
gesticht voor den tijd van hoogstens
één jaar.
De medici hebben den beschuldigde
ontoerekenbaar verklaard, die geen
misdadiger is. maar een patiënt, een
gedegenereerde handelend onder de
impulsie van een dwandvoorstelling.
j Van straf in den eigenlijken zin
mag dus, volgens dit advies, geen
sprake zijn. Deze moordenaar behoort
niet thuis in de gevangenis, maar in
het krankzinnigengesticht.
I Voor deze uitspraak der wetenschap
wij zeiden liet reeds vroeger
heeft men het hoofd te buigen, ook al
staat het vast. dat niet elk barer uit
spraken onfeilbaar is.
i Waar echter de ontoerekenbaarheid
op gezag der alleszins bevoegde des-
kundigen moet worden aangenomen,
j ware het onredelijk con streng vonnis
tegen den beklaagde te verlangen.
Het Recht eischt zulk een vonnis
niet.
i Echter blijft toch een andere vraag
over, de vraag namelijkwat eischt
de publieke veiligheid?
De verdediger van den beschuldig
de maalde zich in zijm pleidooi al heel
gemakkelijk van deze vraag af.
De rechter heeft zich alleen af te
vragen, zeide hij, of beklaagde al of
niet toerekenbaar is, zonder te vragen
naar de gevolgen.
Dit is wat al te eenvoudig gere
deneerd.
Een ontoerekenbare moge recht heb-
Feuilleton.
DE DUBBELGANGER,
door
KATIIER. CECIL THURSTONE.
30)
Blessington keek om zich heen.
O, ja, zeide hii daar zie ik hem.
Toen zweeg hii Hij was een van de
goedhartigste menschen, die men zich
denken kan. maar zijn vrienden wis
ten wel, dat Chilcote's plotseling ver
anderen van secretaris hem gegriefd
had. Eve, die zich daar eveneens van
bewust was, beproefde de kleine klove
tusschen haar man en Blessington te
overbruggen.
Vertel me eens wat van jezelf.
Wat heb je al dien tijd uitgevoerd
Blessington keek haar aan en glim
lachte weer. Zijn vroolijkheid was al
weer term- gekomen.
Al dien tijd uitgevoerd herhaal
de hij, quasi verontwaardigd. Om den
anderen dag ben ik 's middags naar
Grosvernor Square geweest, om he
laas te bemerken, dat. mevrouw Chïl-
cote nooit thuis is.
Eve lachte. De jonge man, nog
haast een jongen met zijn open,
eerlijken, vroolijken aard, had in de
twee laatste jaren menig zwaarmoe
dig uur voor haar opgevroolijkt en zij
had hem niet weinig gemist, toeri zijn
plaats door Greening werd ingeno
men.
Ja. maar ik meen in ernst uitge
voerd, Bobby. Heb je al een geschikte
bezigheid gevonden
Blessington trok een scheef gezicht.
Er is iets op til daarom doe
ik hier vanavond dienst, om 't zoo
maar eens uit te drukken. De oude
Bramfell en papa maken het samen
zoo'n beetje in orde. Als dus Lady
Bramfell of Lady Astrupp vanavond
hun zakdoek of hun waaier laten val
len, moet ik die oprapen. Begrijpt u 1
Zooals je mijn waaiers en zak
doeken verleden jaar en 't jaar daar
voor opgeraapt hebt?
Eve glimlachte.
Blessington's vroolijk gezicht werd
plotseling ernstig.
Tk wou, dat u dat niet gezegd
had, zeide hij.
Toen zweeg hij opeens en er kwam
een luisterende uitdrukking op zijn
gezicht .De lach van een man in hun
nabijheid had zijn oor getroffen. Het
was geen luide lach, maar een
lach, die men in een ontvangzaal in
Londen zelden hoort. er lag be-
lamgstdlling. genoeglijkheid in en, hoe
eigenaardig het ook klinken moge, hij
scheen ook kracht uit te drukken.
Eve en Blessington keerden zich
beiden onwillekeurig om.
Wel almachtigzeide Blessing
ton- met gedempte stem.
Eve zeide niets.
Loder had zijn praatje met Sakeley
geëindigd en het was zijn lach, die
hun beider aandacht had getrokken.
De belangstelling in hetgeen Sake
ley gezegd had, lag nog op zijn gezicht
uitgedrukt, toen hij zich bij hen.voeg
de.
Terwijl Blessington hen aan zag
komen, zeide hij weder op gedempteu
toon als bij zichzelf
Ik heb nog nooit opgemerkt, dat
hij eigenlijk zoo lang is: dat komt.
omdat hij vanavond veel rechter loopt
dan gewoonlijk.
Weer zeide Eve niets, maar in stilte
gaf 7.ij Blessington gelijk.
Loder scheen haar niet te zien. tot
dat hij vlak bij haar wras. Toen bleef
hij naast haar staan esi zeide
Ik sprak daar juist even met Sa
keley. Hij vraagt me of ik van de
week eeiïs met hem in Cadogan Gar
dens dineer.
Maar Eve antwoordde niet, daar zij
wachtte, tot hij iets tegen Blessington
zou zeggen. Zij keek hem haastigaan
maar hoewel hun oogen elkaar ont
moetten. begreep hij niet, wat haar
blik zeide. Het was een moeilijk
oogenblik. Zij wist. dat hij ongeloofe-
lijk bijna onvergeeflijk afgetrokken
kon zijn: maar dat was hij alleen
al« hij aan zijn „zenuwen" leed, zoo
als zij 't noemde. Maar dien avond
bleek het haar alles ten duidelijkste.
dat hii zoo helder van geest was als
ooit.
Er kwam een lichte blos on haar
wangen en zij wierp een zijdeling-
schen blik op Blessington. Zou hij 't
zelfde denken als zij Maar hij be
keek met aandacht een Chineasche
wapenrusting, die in een nis in den
muur hing.
Bobby heeft een gezellig praatje
mot ine gemaakt, terwijl jij doorMr.
Sakeley in beslag wordt genomen,
zeide zij.
Terstond wendde Loder zich tot
Blessington.
Hoe maak je het zeide hij met
zeer twijfelachtige hartelijkheid.
De naam Bobby zeide hem niets.
Tot zijn verbazing zag hij. dat Eve
eenigszins donker keek en dat Bles
sington's roode kleur nog iets hooger
werd. Hij begreep dus dat hij deriVer-
keerden toon had aangeslagen.
Er volgde een korte, haast pijnlijke
pauze. Toen, meer bij intuïtie, dan
doordat hij het werkelijk zag, bemerk-
Ie Blessington, dat Eve's oogen zich
van hem naar Loder wendden, en
met tact wist hij de situatie te red
den.
Hoe maakt u het, mijnheer
antwoordde hij glimlachend. Mag ik
u er wel mee feliciteeren, dat u ir
zoo zoo uitstekend uitziet Ik ver
telde mevrouw juist, dat ik zitting
heb in een commissie van bijstand
voor Lady Astrupp van avondik hen
edn soort van spion, die rapporteert
wat er op de buitenposten te zien. is.
Zij zit al in haar kiosk.
Hij sprak vlug en zijn schertsende
woorden, met zijn vriendelijke jon
gensachtige stem gezegd, maakte een
einde aan ddir pijnlijken toestand.
Eve dankte hem mot een glimlach.
Dan mogen we iemand in actie
ven dienst niet aan de praat houden,
zeide zij. en 'tis daarenboven waar
lijk wel tijd. dat we onze gastvrouw
gaan begroeten
Zij glimlachte weer, en Loder's arm
even aanrakend, wees ze mqt een
hoofdknikje naar de ontvangzaal.
Toen zij deze binnentraden, was
lady Bramfell druk aan het recepi-
eeren van haar gasten. Zij was een
lange, hoekige vrouw, die behalve dat
zij mooie handen en voeten had en
denzelfden lieven klank van stem als
haar zuster Lilian, in geen enkel op
zicht oi> deze geleek. Zij sprak met
I een groep gasten, toen Eve en' Loder
I naderden en het geluid van haar stem
trof Loder plotseling het was, alsof
die vaag hem aan iets herinnerde.
Lmaar aan wat, werd hem niet duide-
lijk. Dit gevoel verdween echter ter
stond. zoodia zij zich omkeerde en
Eve begroette.
i Hoe lief van je, om te komen,
zeide zij en het kwam Loder voor. dat
er een meer spontane glimlach op
haar gezicht verscheen. Toen stak zij
ook hem haar hand toe.
En jij ook voegde zij er bij met
wellevende vriendelijkheid, waarin
echter een weinig verbazing lag. Als
we je nu maar niet al te erg verve
len
Loder keek haar met belangstelling
aan; hij merkte dat er een andere
uitdrukking in haar oogen kwam toen
zij ze van Eve op hem richtte, en dat
ook haar stem iets koeler klonk, toen
ze zich rechtstreeks tot hem wendde.
Dit prikkelde hem.
Dat is geen compliment voor me,
zeide hij. Verveling is, dunkt me, een
euphemisme voor hersenloosheid..
Lady Bramfell glimlachte.
Zoo. zeide ze. wil je je reputatie,
dat je bijna nooit in gezelschappen
verschijnt, gaan verdedigen
Loder lachte ook even.
Hoe kleiner die reputatie is. hoe
meer verdediging ze noodig heeft.
Er kwamen nieuwe gasten de gast
vrouw bezoeken Eve maakte met eon
glimlach ruimte, en toen zij verder
de zaal doorliep, moest Loder haay
wel volgen. Tusschen do groep rond
om Lady Bramfell én de groote me
nigte gasten aan het andere eind van
de zaal en de daarin uitkomende
danszaal was een nagenoeg ledige
ruimte, zoodat zij voor een oogenblik
alleen waren.
(Wordt vervolgd).