BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ZATERDAG 5 AUGUSTUS.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Natuurhistorische
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
LXXL
'i Is recht mooi weer. Niet te warm,
■om van koude dezen zomer maar niet
te spreken, niet te winderig, geen
zwoele drukkende lucht. Ramen, deu
ren, alles wijd open, om de frissche
lucht binnen te laten. Kinderen, groot
en klein, vertoeven steeds buiten.
Gaan ook wij oip stap. Het smalle
ri Toetpaadje langs de Brouwersvaart
oj brengt ons spoedig een heel eind van
j huis. Hier en daar een enkele hen
:ej gelaar, wat verder bloemetjes, glu
rende door de heg of ze onze opmerk-
-j zaamheid ook kunnen gaande ma
ken. We willen heden slechts enkele
punten meer in 't bijzonder zien, om
het overige als 't ware maar „voorbij
te loopen". Aan de overzijde van 't
J water golft een korenveld Oh, he-
C\ mei. korenvelden!... en dat op de
J geestgronden. op de bloembollen-
gronden: koren!. Die zware sten
gel- en die breede bladeren, neen,
i dat kan toch niet. En toch is het zoo.
het is n.l. mais of TurkscJie tarwe.
Laten we deze plant eens wat nauw
keuriger bekijken. De zaden, waaruit
de planten ontstonden, zijn bekend
genoeg, daar ze meermalen als kip-
1 pevoer worden gebruikt. Ze hebben
J als meer van die uit het Zuiden ko
mende producten een hoogere tempe-
ratuur noodig om te ontkiemen. Voor
1 en aleer Mei in 't land is, als tal van
andere gewassen reeds lang ontkiemd
zijn, kunnen we het met mais bui-
ten nog niet wagende korrels zou
den verrotten, in plaats van te ont-
kiemen. En dan is het toch wel een
weinig laat, om in onze gewone zo
mers rijp te worden, want dan is al
weer de totale hoeveelheid warmte,
die de mais eischt, niet groot genoeg.
!In onze kassen of bakken ontkiemd,
worden de plantjes nu gemakkelijk
buiten uitgaplant en bij een goeden
lomer komt er in ons klimaat ook
nog wel heel wat van terecht. Ze
etaan er dan hier ook mooi bij, die
ikrachtige planten, die ieder voor
zich een sieraad kunnen genoemd
[worden. Geen wonder dan ook, dat
men een andere soort, de Japanschtt,
(met bontgestreepte bladeren, als si er
ft jplant in onze tuinen aankweekt. Af
wisselend staan ze links en rechts,
li ide bladeren. Met een breede blad-
jscheede omhullen ze den stengel een
jpoosje, om dan de bladvlakte uit te
(spreiden, eerst nog een weinig de
Ohoogte in en dan met sierlijke bocht
spdomlaag. En dat gaat zoo afwisselend
sefldoor tot aan den topsteeds kleiner
aieJyordend'. Aan den top, zooals we
idgduidelijk van verre kunnen zien, een
e ipluim van bloemen. Dichterbij zou
den we zien, dat deze zeer eenvou
dige bloempjes slechts meeldraden
bevatten. En de stampers dan, die
^3 Be vruchten leveren? Plotseling rijst
u*tyn veler gedachten het beeld op van
'dkjoo'n maïskolf, een dikke hoofdas,
idd
er.
]vl
waarop de maiskorrels zoo netjes ge
rangschikt zaten. Waar komt die
Toch zeker hier bovenaan niet. Neen,
over eenigen tijd zullen we de blad-
scheeden zien zwellen, en aan den
top zullen lange witte draden te
voorschijn komen, de stijlen met de
stempels aan den top. Het van boven
komende stuifmeel valt daarop, gaat
door die lange draden en belandt be
neden in de eitjts, later'de rijpende
vruchten.
De naam Turksche tarwe duidt ons
genoeg aan, waar deze korensoort in
massa geteeld wordt; trouwens zoo
wel in Amerika als in onze Oost en
in tal van andere landen kweekt men
massa's aan, ja, legt men zich op de
cultuur van deze korensoort ten zeer
ste toe.
Maar stappen we verder. Spoedig
hebben we O verveen bereikt; we
slaan niet rechts, niet links af, de
schaduw der boomen om het Kolkje
trekt ons aan. Het steenen bruggetje
over, volgen we den waterkant aan
de linkerhand. Voor den groentetuin
ligt een klein hoekje wildernis. Wat
daar een bonte massa in wilde wan
orde dooreen ligtHier en daar ste
ken enkele bekenden den kop om
hoog, slechts eenigen staan flink
rechtop, 't zijn scherm bloemen. Die
met die groote schermen en die
groote, nu juist niet zoo fijn inge
sneden bladeren, met de groote opge
blazen bladscheeden, worden betiteld
met den naam bereklauw. Een tien
tal andere schermbloemen trekken
ons aan. Het fijne, ingesneden blad
herinnert ons aan het fluitekruid.
Ook de geribde stengel brengt ons die
plant in herinnering, doch die bruin-
roode vlekken hebben we daarbij
toch niet gezien. En ja, de kleur van
't blad is ook donkerder groen. Maar
laten we de bij deze familie zoo ka
rakteristieke kenmerken eens in
oogenschouw nemen, n.l. de vrucht.
En zie, 't is beslist geen fluitekruid
hier bij deze plant zijn de split-
vruchtjes min of meer ovaal rond. en
bij 't fluitekruid langwerpig, van bo
ven spits toeloopend. Laat u niet ver
leiden van deze plant fluitjes te ma
ken 't zou u allicht slechts kunnen
bekomen; want, ofschoon er tot deze
familie heel wat nuttige planten
voorkomen, die in grootere of kleine
re hoeveelheid worden aangekweekt,
een drietal is berucht. Noemen we
eerst enkele van de bekendste nuttige
schermbloemigen. Daar hebt ge onze
gewone wortei of ipeendie we in de
tuinen gewoonlijk niet in bloei zien.
In het wind echter volop, vooral in
de duinen. Mocht ge omtrent deze
plant nog twijfelen, ofschoon de in-
eengerolde rijpende schermen en de
behoude vruchten karakteristiek ge
noeg zijn, de reuk van den onder-
aardschen wortel zegt het overige.
Verder de selderij en peterselie,
een paar zeer bekende soepgroenten;
maar veeleer hadden we in de twee
de plaats moeten noemen de karwij
eindelijk niet te vergeten dille en
venkel.
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraatje.
J In mijn vorig Zaterdagavondpraat-
'Te heb ik gewezen op den schat van
3 wetenswaardigheden, die in het ge-
2 Tieenteverslag over 1904 ie vinden is.
®n. je kunt er, wanneer je eenmaal be
gonnen bent, niet van scheiden, even-
nin als van de zoogenaamde stroop-
laaien uit mijn jeugd, producten
- fan een zoetachtige stof, die aan je
ippen bleven hangen, wanneer ze er
,njenmaal aan begonnen waren te
tuigen.
Ik blijf dus volkomen in de lijn,
irdtanneer ik dat gemeenteverslag weer
lens opsla en wel dezen keer bij de
i bafdeeling Gemeentereiniging. Onze
)t Hoofdopzichter begint zijn volzinnen
•ij voorkeur met een werkwoord.
:heaW e r d vroeger een groot deel der
eer öerlieden belast„K o n in 5Ó03
an de gunstige resultaten".„W er
en in 1903 6546 kub. M. water ver-
ruikt men ziet, deze ambtenaar
e l'clt het werken op den voorgrond.
ulde
,zoc. „Was liet Klevenpark steeds be-
n' Voeid met gras en onkruid", zoo
es ik in 't verslag, „thans kon ook
10 m reiniging daarvan gedacht wor-
dit werk geschiedde in 21 dagen
gezamenlijk 151 man."
Nu ben ik, zooals iedereen wel ge-
iven zal, te beleefd om den hoofd-
zichter tegen te spreken, maar als
in Juli 1905 het verslag over 1904
st, dan moet je voorzichtig wezen
t een begrip te hechten aan het
ird thans. Ik wil maar zeggen,
Klever-
om in
is het
grasgewas over 1904 door gezamen
lijk 151 man uitgerukt, dat over 1905
groeit opnieuw fier en trotsch tus-
schen de steenen van 't Kleverpark,
zooals ik, Zondag j.L met de tram
door het park komende, duidelijk
heb gezien.
Wat nu gedaan De heer Boerkoel
zal met kermis zijn 151 man niet kun
nen missen. Ik heb al gedacht aan
de cavalerie, die daar toch zoo dicht
in de buurt is. Als de huzaren eens
in hun vrijen tijd of is wieden een
antimilitaristische bezigheid? hun
met leer beslagen pantalon zou er
anders een bij uitstek geschikte Mee
ding voor wezenKan dat niet (ik
erken graag, dat ik van militaire
mogelijkheden minder op de hoogte
ben) dan stel ik voor, dat de cava
lerie haar paarden maar eens het
Kleverpark instuurtdie zullen dan
met de tanden het noodige wiedwerk
wel doenIn mijn verbeelding hoor
ik den wachtmeester al commandee-
ren„OpzadelenKleverpark af
grazen
Er is me langs de ooren gewaaid,
dat Haarlem binnenkort zou worden
begiftigd, vergiftigd, beschonken, ver
sierd, ontsierdmet reclame-zuilen.
Voor wie niet precies mocht weten,
wat dat voor dingen zijn, laat ik bier
een korte beschrijving volgen. Recla
mezuilen zijn bouwstukken, waar
zelfs de geniaalste architect
geen sierlijkheid aan te pas
weet te brengen. Zelfs Ber-
lage niet en dat wil wat zeggen,
want die heeft toch maar de Amster-
damsche Beurs gebouwd! Een recla
mezuil kun je het best vergelijkeD
met een rioolbuis met een vijgemand
Uit de namen ziet men tevens. da\
er nog al specerij gewassen bij zijn,
dus planten, die met haar wortels en
bladeren uit het voedsel bijzondere
aromatische stoffen weten te berei
den.
Gelukkig is het aantal beruchte
lang zoo groot niet, maar toch ge
vaarlijk genoeg omdat ze door den
leek niet altijd even gemakkelijk zijn
te herkennen. We zullen er slechts
drie noemen. Ten eerste dan de
hondspeterselie; de naam zegt
ons reeds, dat verwarring met peter
selie gemakkelijk mogelijk is, te meer
daar de peterselie afgesneden wordt
vóór den bloei, die pas in het tweede
jaar valt. Gelukkig echter komt deze
plant niet zoo heel veel voor. Een
tweede is de water scheerling,
waarvan de verdikte onderaardsche
wortelstok vaak verward wordt met
dien van kalmoes. En nu zijn er tal
van menschen, die van de laatste
plant de worstelstok in schijfjes ge
sneden kauwen, óf om deze, óf om
die reden. Een vergissing met den
waterscheerling heeft reeds meerma
len offers geëischt, evengoéd als bij
de hondspeterselie. De derde, een
nadere beschouwing van de plant,
aan de hand van onze „Flora" doet
ons dit duidelijk zien, is de dolle
kervel, en die hebben we hiervoor
ons. Vooral de gevlekte stengel bene
den, de kleur der bladeren en de rij
pende vruchten laten eiken twijfel
onmogelijk. En juist de eigenaardig
heid van het maken van fluitjes, de
afwezigheid van het echte fluitekruid,.
de gewone wilde kervel, maakt het
gevaar van vergiftiging grooter.
Een stapje verder wordt ons oog
getroffen door enkele rijen groote,
zich reeds krachtig ontwikkelende
distels, 't Zijn de jonge kardons, die
we in het late najaar hier nog wel
eens in volle grootte kunnen aan
schouwen. De volgende week begin
nen we hier opnieuw.
J. STURING.
V R A A G B U S.
M e v r. H. t e H. Betreffende
uw vraag, zie de wandeling van he
den. U zult daar niet alleen den
naam, maar ook heel wat bijzonder
heden over bedoelde planten vinden.
M e j. de G. t e O. U Maagt over
de slakken in uwen tuin en vraagt,
wat daartegen te doen. Wegvangen
en vernietigen is een van de eerste
middelen, maar daar de slakken heel
wat eieren leggen, zoudt ge ook die
moeten zoeken, wat moeilijker is,
evenals het zoeken naar de jonge
slakken. Wilt U ze met succes be
strijden, roep dan de hulp in van
een der grootste vijanden van de
slakken, n.l. de pad. Last veroorza
ken ze in 't geheel niet, en de gewone
vrees voor deze diertjes zal spoedig
verdwijnen, als men ziet, hoe nuttig
ze zijn.
op. Ook heeft het ding veel overeen
komst met een paddestoel, maar die
in de natuur zie ik liever.
Zoo'n reclamezuil dan, zoo'n grif
felkoker met een panama op, zou onze
straten komennu laat ik maar
zeggen vullen. En dat waarom Om
er een biljet van den schouwburg op
te plakken, clat anders aan de stads-
aanplakbordan wondt vastgestijfseld;
verder voor een biljet van cacao en
chocolade, de fijnste, de goedkoopste,
de beste; dan voor een paar marga-
rinemerken en nog een paar andere
dingen. Ten slotte zou het voor hem,
die ze pacht, een slechte speculatie
wezen, want zulke dingen hebben al
leen e enige beteekenis in Amsterdam,
Rotterdam en den Haagde rest van
ons land is er te klein voor. Wie dat
niet gelooft, moet maar eens kijken
naar de reclameklokken, die we hier
al hebben en waarop je tenminste
(behalve wanneer de Mok stilstaat)
kunt zien, hoe laat het is. Op de
reclamezuilen kun je zelfs dat niet.
Dit is wel zeker, dat er aan de
openbare aamplakkerij in onze ge
meente wat hapert. Behoorlijke aan
plakborden zijn er bijna niet, er
wordt maar zoo'n beetje hier en daar
opgekleefd, op de Groote Markt bij
voorbeeld aan de muren van de kerk.
Nauwelijks zit het er op, of de lieve
jeugd,ja, ja, die allerliefste jeugd,
komt en scheurt het er half weer af
Zoo blijft de boel dan zitten, met een
scheur en een fiard, wanhavenig,
slordig, leelijk. De eenige orde, die
er in heerscht, berust bij den stads-
aanplakker, die precies weet, waar
hij plakken moet en waar niet en
zich daar dan ook stipt aan houdt.
Alle andere Haarlemmers, die uit
plakken gaan, leven in een toestand
Den HeerK. te H. De door U j
bedoelde waterplant met bladen van i
eene plomp, maar kleiner, en ook
kleinere, gele bloemen met gekroes j
den kroon, door U opgemerkt in het
Kolkje is de watergentiaan. j
J. STURING.
Bijna een prooi
van den Beul.
De man, die mijn kantoor binnen
kwam, was een oude boekenverkoo--
per, een man van over de zestig
jaar, niet bijzonder zindelijk in zijn
uiterlijk, met het gezicht omlijst
door ongekamde grijze lokken en een
grijzen stekeligen baard.
Nederig bleef hij op den drempel
der deur staan.
Meneer Thorne? mompelde hij.
Ja, dat is mijn naam, antwoord
de ik. Wat is er van uw dienst
Hij liet zich op een stoel tegenovt
mij neervallen met het gezicht naar
het raam gekeerd. Ik houd er steeds
van te zien in hoeverre mijn cliën
ten de waarheid spreken en de uit
drukking van het gezicht geeft in
dit opzicht dikwijls betrouwbare aan
wijzingen. Hij schudde gewichtig
zijn hoofd.
Hoeveel kost het? begon hij op
Magenden toon.
Ik moest lachen. Mijn cliëjnt was
schijnbaar een gierigaard.
Wat bedoelt u. meneer Wel
ford? riep ik uit. Mijn klerk had mij
den naam van den oudeiftnan ge
zegd.
Hij schudde opnieuw treurig het
hoofd en afgaande op de uitdruk
king van zijn gezicht, wenschte hij
nooit gekomen te rijn.
Nu dan, zeide ik. wat ligt u op
het hart, meneer. Welford? Zegt u
het maar.
Ik houd een winkel van oude
boeken in Clerkenwell, zeide hij en
een vijf maanden geleden ontving ik
een aangeteekenden brief, die drie
pond sterling bevatte.
Welnu
-- lederen Maandag daarna is
een aangeteekende brief gekomen, ge
adresseerd aan Jones Welford en
iedere brief bevatte drie pond ster
ling.
Dat wordt dus zestig pond teza
men, zeide ik.
Ja, dat wordt zestig, antwoordde
hij, en het staat alles inde bank,
tot op den cent af. Dat is daar
mijn tegoed. De oude gierigaard
stond plotseling op en bromde iets,
dat ik niet verstond.
Zoo en nu wenscht u te weten,
waarom u dat geld ontvangt, riep ik
uit. Welnu, ik zal het je zeggen
Hoeveel kost het hijgde hij.
O, niets, antwoordde „ik, want
dit uitgemergeld specimen van het
menschelijk geslacht verveelde mij en
amuseerde mij tegelijkertijd. Ik wil
je zeggen, wat het beteekeut. De
eene of andere liefhebber van oude
boeken heeft eenigen tijd geleden van
u een boekwerk gekocht voor een
shilling of zoo en hij heeft mis
schien ontdekt, dat het wel duizend
shilling waard is. Hij heeft daar
over gewetenswroeging en hij geeft
je nu het te weinig betaalde in we
ke] ij ksche termijnen terug. Boeken-
van algeheele stijfselanarchie. Zij
smeren maar raak, op muren, schut
tingen, huizen, onverschillig van
wie, onverschillig of de eigenaar het
goed v!ndt, ja of neen zelfs meer
malen juist bij voorkeur, wanneer
de eigenaar het niet goedkeuren
zou, zooals bij de laatste verkiezingen
nog is gebleken. En de politie schijnt
tegen die ongebreidelde plakwoede
niets te kunnen doen, althans ik heb
in de laatste jaren niet vernomen,
dat zoo'n politieke plakker met den
kantonrechter in aanraking is ge
weest.
Toch stelt art. 64 van de politie
verordening iedereen strafbaar, die
zonder toestemming van den eige
naar, beheerder of bewoner, op bij
zondere eigendommen bekendmakin
gen aanplakt of aanbrengt.
Wil het gemeentebestuur iets doen
voor de regeling van de aanplakkerij
in deze gemeente, laat het dan op
geschikte plaatsen behoorlijke, nette
aanplakborden neerzetten, maar ons
verschoonen van de monsterlijke re
clamezuilen die in Haarlem nooit
financieel succes kunnen opleveren en
dus na een paar jaar door verveloos
heid het droevig bewijs van hun ge
brek aan succes zullen leveren.
Toen het eens bijzonder erg in den
komkommertijd was, heeft een En-
gelsch blad als ik me niet vergis, een
soort referendum uitgeschreven over
de vraag, of een acteur of actrice bij
aandoenlijke toestanden op 't tooneel
inderdaad tranen behoorde te storten
of kon volstaan met te doen alsof hij
of zij het deed. Hoe 't afliep weet ik
niet, in elk geval waren de geleerden
het er lang niet over eens en hielden
liefhebbers zijn over 't geheel eer
lijke menschen.
Neen, neen. meneer Thorne,
zuchtte hij, dat is het niet. Ik weet
alles van, boeken. Ik heb er nooit
een beneden zijn waarde verkocht.
Nu, dan kan ik u ook niet ver.
der helpen, riep ik uit.
Maar u moet mij helpen, zeide
liij opgewonden, ik ben hier geko
men om uw raad te vragen. Hoeveel
kost het
Loop naar den duivel, met den
prijs, antwoordde ik boos. Wat ter
wereld wilt u dan toch weten?
U is een verstandig man, zeide
hij met iets dat bedoeld was als
een dankbare glimlach. U geeft mij
raad en ik betaal u twee pond ster
ling. Wat moet ik doen, wanneer
ontdekt wordt, dat zij die ponden
sterling aan een verkeerden per
soon geadresseerd hebben. Hoe moet
ik doen gelooven, dat ik nooit ont
vangen heb Ik geef u twee pond
sterling voor uw advies. Dat is goed
betaald. Twee pond en ik ben "een
arme man.
Nu begrijp ik, riep ik uit, dat
u een gierigaard en bijna <|en dief
is. Indien u ooit probeert te weige
ren om terug te geven, wat u niet
toebehoort, dan zal ik er voor zor
gen, dat u achter de tralies komt.
En ruk nu maar uit.
Eenige oogenblikken scheen hij a.ls
verlamd van schrik en verbazingen
hij sprak geen woord. Toen daalde
een stroom van de gezochtste scheld
woorden. die ik ooit in mijn leven
gehoord heb op mij neer en vloe
kende verliet hij mijn kantoor en
ging met gebalde vuisten de straat op.
Ik had het indertijd zeer druk met
de opsporing van de verblijfplaats
van een uiterst geslepen dief en ver
gat daardoor spoedig de geheel
zaak. Maar ongeveer een maand la
ter moest ik voor zaken naar Cler
ken well en toen herinnerde ik mij
plotseling weer den ouden boekenver-
kooper. Ik slenterde door de Clerkeii-
weUstraat, toen ik bleef staan voor
een oud. onooglijk winkeltje, waar
vuile stoffige en voor het meeren-
deel waardelooze boeken waren opge
hoopt. In den winkel zag ik mijn
ouden vriend zitten, een vuil pijpje
rookende en wezenloos voor zich
uitkijkende.
Goeie morgen, riep ik, terwijl
ik mijn hoofd om de post van de
deur stak. Gaat het nog steeds goed?
Wat wilt u van mij bromde hij.
Niets bijzonders.
Neem het dan en ga heen.
Ik lachte over zijn norschheid. Het
was duidelijk, dat hij nog niet de
zeer scherpe terechtwijzing had ver
goten. die ik hem had toeged'end.
Prachtig weer, hé, zeide ik in
mijn zucht om hem eens in'tootje
te nemen, maar de oude gek keerde
mij zoiider meer den rug toe, trad
het kleine kamertje achter den winkel
binnen en sloeg met geweld de deur
dicht.
Die wenk liet niets aan duidelijk
heid te wenschen over en >'k vertrok.
Den volgenden dag kwam hij' mijn
kantoor binnen.
Zie eens hier, meneer Thorne,
bromde hij, die geldgeschiedenls
kwelt mij. Ik kan des nachts er niet
van slapen en gisteren is er nog iets
bijgekomen. Een man kwam des
morgens om elf uur mijn winkel
binnen en zeide tot mij
Zie hier. Welford, u heeft nu
er wijze verhandelingen over, veel te
wijs, dunkt me, waar het gezond
verstand meebracht om ontkennend
te antwoorden op de vraag, op de
zen nuchteren grond, dat je nooit van
een lichaamsdeel te veel moogt ver
gen, dus ook van je traanMierea
niet. Alle overspanning schaadt im
mers Toch schijnt oefening het in
deze ver te kunnen brengen. Er
zwerft hier in de stad een meisje
rond, dat bij voorkeur loert op dames
en op vreedzame oude lieden. Op het
onverwachtst komt ze op hen af en
vertelt snikkend, dat ze een dubbel
tje heeft verloren. Dat dubbeltje is
natuurlijk vulsel», maar de tranen
zijn echt; 't zijn tranen als druppels
olie, tranen, waarvan je zelf aan 't
huilen zou raken, tranen, waarop je
wel het valscho etiquet der ware
droefheid, maar waarvan je niet den
waren ondergrond der huichelarij
ziet dit laatste natuurlijk alles be
doeld in figuurlijke beteekenis, daar
een traan met een etiquet er aan in
werkelijkheid al even ondenkbaar is
als een traan met een ondergrond.
Als het waar is, dat organen van
ons lichaam door veel gebruik gaan
groeien, dan moeten de traanklieren
van het dubbeltjeskind wel gauw zoo
groot als rijksdaalders zijn gewor
den, een vergelijking die des te toe
passelijker is, omdat bet kind inder
daad met haar tranen rijksdaalders
verdienen moet. Dames en andere
goedhartige menschen laten zich be
wegen en schuiven hun dubbeltje af,
waarna het kind dezelfde komedie
in een andere straat gaat herhalen.
Daar het nu kermis wordt, een tijd
waarin veel menschen op straat ko
men met veel losse dubbeltjes inden
zak, zal het meisje wel meer dan ooit
twee en zeventig pond sterling ont
vangen. Mijn meester had het plan
u drie honderd te zenden in weke-
lijksche termijnen van drie pond zoo
als te voren. Hij dacht, dat een der
gelijke betaling u zou terughorde.»
om het geld te spoedig uit te g'-ven.
Maar hij moet de volgende week naar
Australië en daarom heeft hij geeegd
dat u met mij moest meekomen om
alles direct in ontvangst te nemen.
Vroeg u hem ook, waarvoor het
was? zeide ik.
—Ja, en hij antwoordde, dat hij
het niet wist en dat het beter was,
dat zijn meester te vragen.
Goed en wat gebeurde toen
Wij gingen met de tram naai
het Hyde Park.
Wie was er toen in den w'nkel?
Die was gesloten. De deur hg tl
ik op slot gedaan.
Zoo. En verder?
Wij zaten op een bank in Hyde
Park en hij zeide, dat hij zijn moes
ter zou gaan halen, daar ;k niet
goed genoeg gekleed was om inzljn
woning ontvangen te worden.
Dat was waar. viel ik mijn el r
dig gekleeden bezoeker in de rede,
en toen
Hij drukte mij op 't hart. onder
geen voorwendsel van de bank op te
staan, 'daar zij»» meester al het geld
in goud bij zich zou hebben en er
niet op gesteld zou zijn in bet Park
te loopen zoeken.
Toen ging hij weg. Later kwam hij
terug met de boodschap, dat zijn
meester onverwacht uitgegaan was,
maar een briefje had achtergelaten,
waarin gezegd werd. dat indien ik
den volgenden Maandag op denzelf
den tijd op dezelfde bank wilde wach
ten, hij zonder mankeeren daar zou
zijn met het geld.
Zoo. Nog iets meer?
Ja, nog een ding, antwoordde
j hij en zijn stem beefde van woede.
I U weet, dat ik twee en zeventig
pond sterling had. Ik verkoop aller.
hande dingen in mijn winkel o.
a. beenen fiches en toen ik weg wag
is een vervloekte dief het huis bin-
j nengedrongen en heeft twee en ze-
j ventig fiches gestolen. Zes dozijn, die
gemeene kerel voor een shilling
fiches. Maar ik zal hem wel rinden.
(Hij zal er voor boeten.
I De dwaze woede van den ouden
gierigaard inaakte mij bijna ziek.
Zijn smart over het verlies van eeu
j shilling was bijna belachelijk. Maar
toch was iets vreemds in het gevaL
Hij had twee en zeventig pond ster
ling en er waren twee en zeventig
fiches gestolen. Dit feit gaf iets ge
heimzinnig» aam de gcheele zaak
en ik had een voorgevoel, dat wij
hier te doen hadde»» met iets buiten
gewoons. Ik leunde in mijn stoel
terug en zag den ouden man scherp
aan.
Dat is alles goed en wel, ma?
neer Welford, zeide ik, maar. waar-
j om vertelde je mij dit gistermorgen
niet inplaats van een aparte reis
daarvoor te maken
I Gistermorgen? riep hij meteen
uitdrukking van verbazing op zijn
gezicht.
Ja, gistermorgen. Ging je niet
in het zijkamertje, toen ik met je
sprak Waarom vertelde je me toen
niets van die afspraak in het Hyde
Park Komaan, meneer Welford, het
is niet goed. slechts de halve waar
heid te zeggen,
j Ik weet niet wat u bedoelt, ant.
I haar traanklieren openzetten en
waarschuw ik bij deze iedereen, om
j geen echte dubbeltjes te geven in ruil
voor krokodillentranen.
Van dubbeltjes gesproken. Onlangs
heb ik verteld, wat een prachtige spe
culatie de gemeente Haarlem heeft
gedaan met het legaat van juffrouw
de Boom, het welbekende huis aan
den Kleinen Houtweg, tegenover het
kantoor van de firma Krelage.
Het is alweer het gemeenteverslag,
die doos van Pandora, dat ons over
de financieele voordeelen van dat
legaat kostelijke inlichtingen geeft.
De ontvangsten (voor huur) waren
f 1000.—.
Er werden, behalve de gewone on
derhoudswerken, verschillende nood
zakelijke vernieuwingen uitgevoerd.
Een en ander vercischte een uitgaaf
van /288.62.
Volgens bepaling van de erflaatster
moet worden uitgekeerd jaarlijks
ƒ600.aan een familielid.
Als we daar nu nog grondbelasting
bijtellen, dan is het duidelijk, dat er
op 't legaat eer verloren, da»» ver
diend wordt.
Geen wonder, dat de gemeente de
hinderlijke stoeppalen voor dit huis
niet durft wegruimen, omdat de be
woonster dan verhuizen gaat, want
als 't leeg staat, is alles puur verlies.
Met een variant op den ouden veld
heel*, die zei„nog één zoo'n veld
slag en we zijn verlorenkan de
gemeente Haarlem uitroepen„nog
meer zulke erfenissen en we gaan er
onder 1*
Zulke cadeautjes gunt ieder aan
zijn buurman
FIDELIO.