NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD,
23e Jaargang. No. 6803
Verschijnt dagessj'.-, Xehalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 1 SEPTEMBER 1905
'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER 13RÏE MAANDEN:
Voor Haarlem 1.20
Voor de dorpen in den omtrëk waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Fran»."* oer post door Nederland1.65
Afzonderlijke nummers 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Loarsns Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
AD VERTENTIÊN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij; Zuider Buitenspaarne 6= Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenien voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parffs, 31bls Faubourg Montmartre.
Wegens den Koninginnedag ver
schijnt dit blad heden te 12 uur in
4 pagina's.
AGENDA
Vrijdag 1 September.
Tooneelzaal „De Kroon"Haar-
lemsoh TooneelSe Non Vero, 8u.
Bloemendaal (Duin en Daal)Volks
bond Jaarvergadering.
OM ONS HEEN
xciii.
IETS OVER LUCHTREIZEN.
Op het programma van de feest
viering' voor den Koninginnedag
staat vandaag de opstijging van den
luchtballon Ivuko met zijn eigenaar,
den luchtreiziger Pottum. Deze hui
selijke Hoilandsohe naam doet wei
nig aan iets zenuwspannends, aan iets
levensgevaarlijks denken, terwijl er
in den naam van het luchtschip zelfs
iets joligs, iets uitgelatens is, iets
van 't geluid van een overmoedig
kraaiende haan. „KukoKuko
Oppervlakkig beschouwd is er dan
ook weinig gevaar aan zoo'n lucht
vaart verbonden. De kapitein (want
iedere aëronaut is kapitein en
draagt gewoonlijk een fantasie-uni
form van blauw cheviot met gouden
strepen) klimt in zijn mandje, ge-1
woonlijk een paar uur na het tijd- j
stip dat aangekondigd is, welk feit
hij gewoonlijk aan de traagheid van
de gasfabriek toeschrijft, de touwen
gaan los en nauwelijks is hij op een
behoorlijke hoogte in de wolken ge
komen, of hij zint op een fatsoenlijke
manier om weer neer te dalen, zoo
dat dan ook gewoonlijk zijn punt
van aankomst niet ver van zijn punt
van uitgang gelegen is.
Toch is in onze oogen een lucht
reisje nog iets griezeligs. Wel gaat
onze beschaving schoorvoetend in
die richting, door tandradbanen,
zweefsporen en hangende overzet-
ponten, maar op welke manier dan
ook, aan tie aarde blijft ze nog han
gen en los de lucht in gaan be
schouwt ze nog als 't werk van roe-
keloozen of op zijn best waar
het bestuurbare ballons betreft, van
waaghalzerige uitvinders. Het is dan
ook nog lang niet zeker, .of de ..eer
Pottum een liefhebber zal vinden, die
tegen betaling van vijftig gulden,
zijn geestdrift voor dezen vaderland-
schen feestdag toonen wil, door mee
j de hoogte in te gaan.
Toch is de tegenwoordige luchtbal
lon met zijn lichtgas, zijn ballast,
zijn stevige mand, zijn klep om het
gas te laten ontsnappen, een toon
beeld van veiligheid, vergeleken bij
zijn voorgangers. Het waren de ge
broeders Montgolfier, die in 't laatst
van de achttiende eeuw het eerste
luchtschip uitvonden. Van gas was
toen nog geen sprake. Zij vulden hun
ballon met lucht en verwarmden die
met een stroovuur. Overigens was
het systeem dood eenvoudig. Wilden
zij hooger stijgen, dan porden ze hun
vuur wat op, verkozen zij te dalen, j
dan werd het vuur verminderd. Na- j
tuurlijk was dit vuur, vlak onder
een ballon van uiterst brandbaar taf,
een gevaar op zichzelf. Een heftige
schommeling, een onverwachte lucht
stroom kon het heele toestel inbrand
doen vliegen en den luchtreiziger het
leven kosten.
Dat kwam dan ook meermalen
voor. Een van de vele Franschen die
zich in de luchtsport gewaagd heeft,
P-iiatre des Roziers, besloot kort
nadat de Montgolfièra zooals zenaar
haar uitvinders genoemd werd, ver
vaardigd was om het Engelsche ka
naal daarmee over te steken. ïntus-
schen waren anderen hem voor. De
Franschman Blanchard deed met
een Engelschen dokter Jeffries dezelf
de reis van Dover uit en kwam be
houden in Frankrijk aan. Eenige
maanden daarna steeg PilAtre des Ro
ziers met zekeren Romain te Bou
logne op. Gaston Tissandier geeft
'daarvan in zijn door onzen stadge
noot Ds. Jo. de Vries onder den titel
de Martelaars der Weten
schap bewerkt boekje, een beschrij
ving.
„Trotsch en statig verhief de ballon
zich loodrecht tot zijn hoogste punt,
berekend op 600 vamen, vervolgens
richtte hij zich naar het Noorden, tot
beven de klippen van la Crèche,
waarna zij door den hoogen lucht
stroom langzaam naar het vasteland
begonnen af te drijven. Nog trilden
de bijvalsbetuigingen der onafzien
bare schare door de lucht en oogde
men bewonderend en deelnemend het
luchtschip na, toen een ontzettende
kreet, uit duizend monden opgegaan,
maar al te duidelijk liet \ermoeden
wat er gebeurd was. De ballon rim-,
pelde, viel ineen en met een onbe
schrijflijke en telkens toenemende
snelheid plofte het gansche samen
stel met de (wee ongel ukkfgen naar
de aarde. Hartverscheurend was het,
de beide al te stoutmoedige reizigers
daar te zien nederliggen, meer dan
verpletterd door den ongehoorden
val."
Toch werden anderen hierdoor niet
afgeschrikt. Graaf Zambeccari, een
Italiaan, steeg na herhaalde vergeef-
sche pogingen, met zijn twee vrien
den Andreoli en Grassetti te midder
nacht, in dichte duisternis op. Het is
ijzig koud. Twee uur daarna hooren
zij water klotsen, maar zien niets.
Begrijpend, dat dit de Adriatische
zee moet zijn, werpen zij ballast uit
en stijgen snel, maar krijgen nu, in
de hoogere luchtlagen, last van bra
king, neusbloeding en kou. Bij zons
opgang zien zij van verre land, maar
een luchtstroom drijft den ballon
weel* naar zee. Voorbijvarende sche
pen, angstig voor 't vreemde mon
ster, durven geen hulp bieden, tot
ten slotte een kapitein, moediger dan
de anderen, hen aan boord neemt,
allen in deemiswaardigen toestand.
Grassetti geeft nauwelijks teeken van
leven meer, Zambeccari en Andreoli
liggen zoo goed als in onmacht.
Maar de graaf heeft er nog niet ge
noeg van. Hij zet zijn reizen voort,
totdat hij in 1812, al te haastig opge
stegen, het lot van Pil&tre des Ro
ziers op zijn beurt ondergaat en m
zijn brandenden ballon te pletter valt.
Tissandier geeft een treurige op-
somnrng van andere luchtschippers,
die liet leven hebben gelaten: Olivari
te Orleans, Mosment te Rijssel, Bit-
torf te Mannheim. Zelfs vrouwen
werden verlokt om in het zwakke
schuitje door de lucht te zweven. Me
vrouw Blanchard had zelfs den roe-
keloozen moed in haar ballon vuur
werk af te steken. De ballon raakt
in brand, het publiek dit vooreen
nieuw kunststuk houdende juicht.
Wonderlijk genoeg zakt het branden
de gevaarte langzaam naar beneden
en glijdt af langs een huis, maar
juist op 't oogenblik. dat mevrouw
Blanchard meent gered te zijn, haakt
het schuitje aan den muur en wordt
zij door den schok op straat gewor-1
pen, waar zij den dood vindt. Sadler,
een Engelschman, komt om in een
storm, Arban stijgt te Barcelona op
en is nimmer weergezien. Later zal
Andrée, die met zijn ballon de Pool
wil doorzoeken, hetzelfde lot treffen.
Maar een van de meest avontuur
lijke reizen is wel die van Crocé
Spinelli met Sivel en Tissandier
zelf geweest, die als ik mij wel
herinner, door Jules Verne in een
van zijn kleine geschriften uit
voerig is beschreven. Hun ballon de
Zénith was van geheel anderecon
structie, dan de wrakke toestellen,
waarin de eerste luchtreizigers hun
leven waagden. Toch zou blijken, dat
de hoogere luchtstreek een grimmige
gastheer is. Het was den 15den April
1875, dat het drietal opsteeg, met de
bedoeling zoo hoog mogelijk te stij
gen om onderzoekingen te doen in
't belang van de wetenschap. Helaas,
zij hadden teveel op hunne krachten
gebouwd. Toen de ballon tot op 8600
meters gestegen was, werden zij alle
drie in de ijle, koude lucht door een
verstijvendsn slaap bevangen. Tis- j
sandier was de eenige, die toen het
luchtschip daalde, weer tot zichzelf
kwam, de twee anderen waren dood.
Tegenover deze drama's schijnt de
opstijging van den heer Pottum een
onschuldig vermaak. Toch zal mis
schien, zooals ik zei, geen Haarlem
mer gevonden worden, die het tocht
je meemaakt, want al is het stroo
vuur door het veel ongevaarlijker
gas vervangen, nog altijd is de lucht
een onvertrouwbaar element en de
ballon een weinig handelbaar voer
tuig. Het is wel merkwaardig, dat
sedert Montgolfier de vraag van den
bestuurbaren luchtballon nog niet is
opgelost-, althans niet in dien zin,
dat hij een bruikbaar vervoermiddel
is geworden. Het werk van Santos
Dumont, met veel geld en inspan
ning ondernomen, behoort naar 't
schijnt toch altijd nog tot het gebied
van do proefnemingen. De groote ont
dekking, die den luchtballon tot een
practisch bruikbaar voertuig maakt,
is nog altijd niet gedaan.
J. C. P.
Koninginnedag.
De klokken spelen
Een blij hoezee.
En vlaggen deelen
De mare ons mee.
Aan aller ooren
Vermeldt de wind
Daar is geboren
Een Vorstlijk kind
Zoo zong de dichteres in den na
zomer van 1880, toen de tijding door
het land ging. dat de aloude Oranje
stam opnieuw uitgebot, een lote rij
ker was geworden.
Een trilling van blijdschap ging
door het gansche land, een trilling
die de harten beroerde en verheuging
gaf aan het volk, dat zich de roem
rijke jaren van het verledene herin
nerde en nu weer opnieuw ging
droomen van een schoone toekomst
van welvaart, rust en vrede onder
een weldadig bestier van een Konink
lijke Vrouwe,
En het Nederlandsche volk kreeg
het kleine Prinsesje lief. Met opgeto
genheid verhaalde men elkaar van
de kleine voorvalletjes uit haar jeugd,
eigen aan elk jong kinderleven, doch
nu het „onze WiUemiéa" betrof, nog
bekoorlijker schijnend door het waas
i van vereering door de onderdanen
I haar toegedragen.
Nog inniger werd die liefde, toen
I in haar prille jeugd. Haar Vader, de
Koning, ten grave ging.
Hoor maar, hoe onze stadgenoot
Ds. J. de Vries daarvan verhaalt in
zijn rouwzang „Op den dood des
Konings".
Maar als een blijde dageraad.
Die uit de donkere wolken breekt,
De sombre windsels van zich slaat,
Van Jicht en leven spreekt.
Maar als een argloos, vroolijk kind,
Dat in zijn rouwkleed Jacht.
En 't van den doffen weemoed wint
Met onschulds toovermacht,
Zoo treedt ons stil een beeld van
zegen
De blijde hoop uit allen nood.
Als uit de diepten van den. dood.
Ontsluierd tegen.
Daar rijst zij jong en blond en schoon.
Zij draagt een schepter en een
kroon,
En groeit vast met de jaren;
Zij heft beschermend hare hand
En wij, wij vreezen voor het Vader
land
Geen stormen en gevaren
Wij heffen dan, naar oud Germaan-
sche zeden,
Met vrijen arm en eigen kracht,
Haar hoog op 't schild, en mengen
onze beden
Voor 't Vaderland en voor een nieuw
geslacht.
Vrij zien wij o.p, met ridderlijke
harten
Naar onze Koninklijke Hope, wel
bewust,
Dat wij den nood der toekomst
kunnen tarten,
Waar zij op trouwe schoudren rust.
In toenemenden mate hebben die
gevoelens van liefde en toewijding,
van trouw en aanhankelijkheid, in
kracht gewonnen, toen onze Koningin
onder de voortreffelijke leiding van
haar Vorstelijke Moeder opwies en
weldra den leeftijd bereikte, dat Zij
zelf de teugels van het bevind in
handen nam.
Wij, stugge Nederlanders, zijn niet
dweepziek van natuur, maar onze
jonge Vorstin heeft ons het harte
week gemaakt en de dichter met het
poëtische pseudoniem Fiore della Neve
heeft niet overdreven, toen hij uitzeg-
de, wat in de Hollandsche harten ge
voeld werd, dat Zij was:
Onze bloeme, rozerood,
Onze duive, ons kleinood, j
Hope Gij van elk gezin,
Onzer harten Koningin.
Op wier beeld aan eiken haard,
't Peinzend kind in vroomheid staart.
Aan wier stralend vriend'lijk hoofd
't Dapper jongske trouw belooft.
Zoo is het gebleven
Men roepe slechts de onvergetelijke
dagen' van September 1S98 in het ge
heugen terug, toen Zij te Amsterdam
werd ingehuldigd, men denke slechts
aan de feestdagen ter gelegenheid
van Haar huwelijk met den Prins dei-
Nederlanden en hoe geheel het volk
ontroerd werd in de bange dagen, toen
de Koningin op het ziekbed ter neder
geworpen werd, om te bekennenja,
Zij is het dierbaar kleinood des volks
gebleven tot op dezen dag.
Ook buiten onze landpalen is Hare
Majesteit zeer geliefd. In onze ge
dachten terug gaande herinneren we
ons weer het bulletin in lichtletters
vaneen der Parijsche dagbladbureaux
toen de ziekte der Koningin een gun
stige wending nam. La Santé de la
reine de Hollande est meilleure en
het spontaan blijdschap-geroep van
duizenden Franschen was een teeken.
hoe na de Hollandsche Koningin den
Franschen aan het harte lag.
We herinneren ons het uitzenden
van de „Gelderland", om den grijzen
balling Paul Krüger naar Nederland
te brengen..., doch het zou ons te ver
voeren alles neer te schrijven.', wat ons
op het oogenblik weel- voor den geest
komt.
Heden dan is het de vijf-en-twintig-
ste verjaardag onzer beminde Konin
gin.
Nederland zal weer heden, als elk
jaaa-, feestvieren en onze goede veste
Haarlem zal daarin niet achterblij
ven.
Ook hier zullen de vlaggen zwieren
met den oranjewimpel in top, en zul
len de blijde liederen schallen ter
eere van Koningin Wilhelmina.
Bij de vele gelukwenschen. die de
zen dag uit de lage landen aan de
Noordzee opstijgen, voegen wij ook
eerbiedig de onze.
Een gelukkig leven zij Hare Majes
teit onze Koningin beschoren aan de
zijde van den Prins-Gemaal, ook tot
•heil van land en volk
Buitenlandsch Overzicht
De correspondent van de Matin te
Portsmouth seint hoe de historische
dag, de Dinsdag, aanbraak met een
schitterenden zonneschijn bij prach
tig blauwen hemel. Toch vermoedde
niemand, dat daarin een voorteeken
lag van de blijde gebeurtenis, die
eenige uren later de wereld zou ver
rassen, uitgenomen natuurlijk de Ja
panners op wier onbewegelijke sfin
xen-gezichten geen enkele aandoe
ning te lezen was. Alleen Sato had
iets van een droeven glimlach op
zijn lippen bij het begroeten der voor
het marinegebouw verzamelde jour
nalisten en nieuwsgierigen. Witte zag
er ernstig uit en drukte bij 't verla
ten tan zijn hotel zwijgend de hand
zijner bekenden. Achter hem kwa-
hen Rosen en Nabokof zwijgend aan.
Toen de Russen de vergaderzaal
binnenkwamen waren de Japanners
daar al. Witte en Komoera begroet
ten elkaar zonder een woord te spre-
ken. Rosen en Takaliira wisselden
een paar woorden in 't Engelsch. De
secretarissen drukten elkaar de hand.
Witte nam plaats en Komoera tegen
over hem daarna de anderen. Nadat
de secretarissen de protocollen der
laatste zitting hadden ter tafel ge
legd. stond Witte op en verklaarde,
dat Rusland herhaalde onder geener
lei vorm een schadevergoeding aan
Japan te kunnen betalen, maar dat
het bereid was een deel van Sacha-
lin af te staan. Dat was
RUSLAND'S LAATSTE WOORD.
Nabokof vertaalde Witte's woorden
in 't Fransch en Adachi ze weer in 't
Japansch voor Komoera. Witte stak
intusschen kalm een sigarette op en
wachtte.
Komoera antwoordde eindelijk, zon-
der^ zijn tegenstander aan te kijken,
in 't Japansch en zette de meening
zijner regeering uiteen. Witte luister
de met kennelijk ongeduld totdat op
eens het groote oogenblik aanbrak.
Zonder een spoor van aandoening
verklaarde Komoera, dat de Mikado,
gedreven door
GEVOELENS VAN
MENSCHELIJKHEID,
hem had gemachtigd Rusland's voor
stel aan te nemen. Glimlachend luis
terde Witte naai- deze verklaring en
verzocht Nabokof, die haar vertolkte
en sterk onder den indruk .dezer on
verwachte woorden was, ze te her
halen. Ook de overige Russen wa
ren niet bij machte hun ontroering te
verbergen, maar de Japanners ver
trokken geen spier op hun gezicht
bij het zien van de blijde aandoening
der Russen,
Witte betuigde daarop Komoera
zijn dank voor dit wijze besluit en
stolde e©n wapenstilstand voor. Ko
moera beloofde dit voorstel naar To
kio te seinen, maar gaf tegelijk te
verstaan, dat het zou worden inge
willigd.
De Russen verlieten toen de zaal,
vrij uiting gevende aan hun voldoe
ning èn hun verwondering. De Japan
ners bleven zitten tot de Russen weg
waren, zonder inmiddels een woord te
wisselen.
Witte was bij zijn terugkeer in zijn
hotel om half twee het voorwerp van
luide ovaties.
De grondtoon van alle beschouwin
gen en opmerkingen in de buitenland-
sclie pers over de heugelijke groote
gebeurtenis van Dinsdag is in de al
lereerste plaats eene
ALGEMEENE WELVERDIENDE
HULDE
aan President Roosevelt,
De Matin verkondigt bij een por
tret van Roosevelt ook den roem van
„den vredestichter". De telegram
men, zegt zij, brengen aan 't licht
hoe de „coup de théAtre" tot stand
kwam, maar zij kunnen niet genoeg
zeggen van den man, die op dit ge
schiedkundig oogenblik, hoog boven
alles uitsteekt en alles beheerscht
door de grootheid van zijn wiL Dat
is President Roosevelt. Hij is de groo
te overwinnaar in dezen reuzenstrijd;
en de hardnekkige en moedige strijd,
dien hij alleen, in de beschaafde we
reld aanbond voor de zegepraal van
de vredeszaak, vormt het bewonde
renswaardigste wapenfeit, waarop
een volk trotsch mag gaan.
De Echo de Paris is van mee
ning, dat zooveel nobele inspanning
verdiende met succes te worden be
kroond. De uitslag is te danken aan
één man, aan Roosevelt, maar onge
twijfeld ook aan de vredelievende
uitwerking van het Engelsch-Japan-
sche verbond. Niet alleen Russen en
Japanners maar de heele wereld be
hoort den President der Vereenigde
Staten dankbaar te zijn.
De Radical meent ook, dat de
wereld Roosevelt dankbaar moet zijn
en voorts, dat Japan door zijn gema
tigdheid de wereld nog eenmaal een.
les heeft gegeven.
De Petit Parisien zegt. hoe
de dag van Dinsdag voor altijd ge
denkwaardig zal blijven als eindpaal
van een der bloedigste en vernielend-
ste oorlogen, die het menselijk ge
slacht hebben geteisterd. Niet enkel
de vrienden van den vrede, maar de
geheele wereld zal verheugd zijn over
het goede nieuws. Na Roosevelt komt
een gelukwensch toe aan de afgezan
ten te Portsmouth, den Tsaar en don
Mikado.
Van de Engelsche bladen zegt de
Daily Telegraph, dat jde opti
misten in 't gelijk zijn gesteld. Het
onverwachte is gebeurd. De verlich
ting zal groot zijn. Zoowel aan Rus
land als aan Japan zal de wereld
blijvend en oprecht dank weten.
Maar niet vóór de innerlijke geschie
denis van dezen oorlog zal worden
geschreven, zullen wij weten welk
een groot aandeel President Roose
velt heeft gehad in het tot stand bren
gen van den vrede.
De Times laat zich aldu3 uit
„Als de vrede verzekerd is, dan is
die gewichtige gebeurtenis te dan
ken aan de gematigdheid en" groot
moedigheid van Japan.
De Daily Chronicle: „Japan
lieeft den weg der grootmoedigheid
gevolgd, die even goed de weg der
wijsheid was."
Van de Duitsche bladen schrijft de
Kölnïsche Zeitung:
„De vrede van Portsmouth is de
eervolle beëindiging van een strijd,
zooals de wereldgeschiedenis er geen
tweede kent aan hardnekkigheid,
taaiheid, opofferende dapperheid en
omvang der offers; moge het bloedige
zaad nu vruchten dragen voor wer
ken des vredes en welvaart der vol
keren den beiden strijdenden par
tijen, die elkaar verzoend de hand
reiken, tot eerePresident Roosevelt,
den eerlijken makelaar, tot roem en
der wereld tot voorspoed."
Uit de wijze waarop in de
RUSSISCHE EN JAPANSCHE
KRINGEN
te Portsmouth de vredessluiiing is op
genomen, blijkt dat. terwijl de Rus
sen vol vreugde zijn over denuitslag
der onderhandeliugeu. de Japanners
integendeel zeer \erontwaardigd zijn.
De intrekking van de Japansche
eischen betreffende een oorlogsschat
ting lieeft deze verontwaardiging op
gewekt en dit was te verwachten, na
alles wat in den laatsten tijd omtrent
de stemming onder Japanners be
kend was geworden.
Van de bladen is alleen
DE ECLAIR
niet tevreden over den uitslag.
Dit blad schrijftPresident Roose
velt heeft het spel gewonnen. Hij is
persoonlijk verantwoordelijk, onder
zijn pressie is de vrede gesloten. Hij
dreigde den Japanners de levensmid
delen te onthouden en den Russen
het crediet te verzwaren. Het is wel
de eerste maal, dat de macht van
het geld zoo duidelijk tot het neer
leggen der wapens dwong. De vrede
zal niet duurzaam zijn, Azië zal het
veroveringsgebied van Japan blijven
en Europa zal dit op zijn kosten er
varen. zoodra de financiën van Ja-
pan het rijk van den Mikado de
vrije beschikking over zijn strijd
krachten zullen hebben hergeven.
Uit de telegrammen, Woensdag van
PORTSMOUTH
verzonden, blijkt nog, dat rnet de op
stelling van het Vredesverdrag een
begin is gemaakt.
President Roosevelt ontving een.
stroom van telegrammen met geluk
wenschen, waaronder er waren van
Koning Edward, Keizer Wilhelm en
President Loubet. Hij zond zijn ge
lukwenschen aan den Keizer van Ja
pan on betuigde zijn eerbied voorde
wijsheid en edelmoedigheid waarvan
deze blijk heeft gegeven.
Minister Witte ontving de geluk
wenschen van Tsaar Nicolaas; die
van de officieele personen ie Peters
burg bleven achterwege.
In het Neue Palais is het volgende
telegram aan
DEN KEIZER
ontvangen
„Zijne Majesteit Wilhelm II. keizer
van Duitschland te Berlijn. Ilc dank
U ten zeex-ste voor Uw gelukwenschen
en wensch van deze gelegenheid ge
bruik te maken om mijn diepe waar
deering uit te spreken voor de wijze,
waarop Gij steeds hebt medegewerkt
aan de pogingen om vrede te brengen
in liet. Oosten. Het is mij een zeer
gx-oot genoegen geweest mot U samen
te werken tot dit doel. Theodore Roo
sevelt."
De corröspondent van de Matin"
seint
De Russische gedelegeerden spreken
hun vreugde en hun voldoening over
het tot stand komen van den vrede
openlijk uit.
De correspondent verhaalt verder,
dat in Portsmouth alle klokken geluid
wei-den ten teeken van vreugde.
In de Japansche kringen is men
echter diep verontwaardigd. Een secre
taris van legatie barstte in tranen uit
op het vernemen van de aangenomen
vredesvoorwaarden.
Men zegt dat Komoera op zichzelf
„harahiri" behoort toe te passen; doet
hij dit niet, dan vermoordt hem zeker
het Japansche volk. De Japansche ge
delegeerden worden nu reeds door de
politie bewaakt.
De correspondent weet uit vertrouw
bare bron de reden van dia woede
der Japanners te melden.. Markies Ito
is de voornaamste vredestichter ge
weest, daar zijn politiek ideaal steeds
een verbond met Rusland is geweest,
tegen de algemeene volksmeening in.
De correspondent meldt ten slotte
nog, dat Witte gezegd heeft: ..Frank
rijk mag blijde zijn. het kan niet zoo
blij zijn als ik."
DE INTERPARLEMENTAIRE
CONFERENTIE.
De leden der interparlementaire
confex-entie, die Woensdagmiddag te
Luik vereenigd waren aan een banket,
hebben een teldgram met hai-telijke
gelukwenschen gezonden aan presi
dent Roosevelt, bij gelegenheid van
het sluiten van den vrdde tusschen
Japan en Rusland. In dit telegram
wordt de tusschexikomst van presi
dent Roosevelt van harte toegejuicht.
Graaf Apponyi, de Hongaai-sche oud-
minister. hield een welspi-ekende rede
voering ter verheerlijking van den
vredede Engelsche afgevaardigde
Stanhope deed lietzelfde uit naam van
de Engelsche gedelegeerden.
Hoe sterk de stemming voor eeax. re
publiek
IN NOORWEGEN
is, kan hieruit blijken, dat een con
servatief blad als het „Morgenblad",
tegenwoordig ook officieus orgaan der
regeex-ing, het koningschap nog slechts
op deze wijze aaixbeveelt.
Onder onze democratische grondwet
ten opzichte van de binnenlandsclie
politiek is het zoo goed als onverschil
lig of ons staatshoofd den titel draagt
van koning of president. Maar voor
een goede vex-standhouding met Zwe
den moeten wij hot koningschap kie
zen. hetgeen ook Noorwegen den weg
tot de vx-eemde vorsten en regeeriix-
gen verlicht.
Stadsnieuws
Feestviering Koninginnedag,
i De feestviering werd Woensdags
l avond ingezet xxxet een concert van't
orkest van het Concertgebouw te Am
sterdam in de groote zaal van de So
ciëteit Vereeniging.
Onze muziekvex-slaggever schrijft
daarover het volgende
In verhouding tot de belangrijk
heid was het concert, dat Woensdag
door het Concertgebouw-orkest werd
gegeven, slecht bezocht. Wat het be
stuur dei* Sociëteit in deze muziek
uitvoeringen zijn leden aanbiedt ver
dient wel wat meer waardeering.
Het programma gaf een keur van
degelijke, maar niet te inspannende
toonwerken. Webers frissche Jubel-
ouverture opende de rij. Volgden
„Caprieci© Espagnol" van Rimsky.
j Korsakow„Walthers Preislied" en
fragmenten uit de 3e acte van „Die
Meistersinger". Verder in het tweede
deel werken van Ambroin Thomas,
Bizet en Wagner, een en ander be
sloten door Van Anrooy's pittige
„Piet Hein"-rhapsodie.
Voor mij had dit concert nog het
interessante dat het mij deed kennis
maken met den heer Heuckeroth als
dirigeixj. Eerlijk gezegd viel mij aan
vankelijk die kennismaking niet mee.
De Jubel-ouverture leek mij te ge
jaagd en het tempo-verschil tussclfcu
le en 2e thema te voelbaar. Dat
overigens de snolTe figuren der strij
kers zich niet uit den massalen ko.