Bpeisel MissrtiÉ li HAARLEMS DAGBLAD Ti 26 September 1905. No. 6824 Koloniën EXPEDITIE NAAR CELEBES. Aan een particulier schrijven van een officier der expeditionaire macht te Boni aan zijn familie ontkenen wij het volgende Watamponi, 7 Aug. 1905. Zooals u al uit de telegrammen ge lezen hebt. zitten we in 't hart van Boni. Om er in te komen hebben we een gevecht geleverd, zoo schitterend en mooi, als ik er in Atjeh nog geen heb meegemaakt. Na de mislukte landing te Patiro, waar we groote ellende leden, moesten we landen in de zwaar versterkte strandkampongs Bena Lourac en Bad- jowe. Den 28stcn Juli om 6 uur gin- ge we met 1200 man van boord in do sloepen. De gewapende marineeloepen voorop en daarachter de troepen. Orn 8.15 u. waren we op pl.m. 75 Meter van den wal en opende de vijand, het vuur. (Om- 6 uur was het bombarde ment van de oorlogsschepen begon nen en onder dat bombardement stoomden we weg naar Bena). 2000 Bonieren zaten ons in zware versterkingen af te wachten en een oorvcrd'ooveaild vuur bralt er los. A'll'es bleef kalm en bedaard; 16 stukken geschut van de stoomb ark assen dër marine beantwoordden het vuur. Wij mochten niet vuren. Op 25 Meter van den wal moesben we uit de sloepen en, door het water toepende, ging de menschenmassa van 1200 maar in een lange linie voorwaarts. Natuurlijk kregen we gewonden, maar er was geen sprake van weifeling bij don troep. Eindelijk was het water achter den rug en stonden we aan land. I-Iet élan waarmee nu werd opgerukt, was onbeschrijfelijk. Er ontstond in een 8-tal hentings een woedend handge meen en na een kwartier was liet pleit beslecht en hadden we Benia vermees- te rd. Aan onze zijde was een luite nant gesneuveld en pl.m. 25 minderen gewond. De vijand liet op de plaats 252 dooden liggen. Dit getal is; geloof ik, ook officieel genoemd, maar later bleek dat erthog pl.m. 250 dooden la gen in de sawah achter dé kampongs. ^OïTdeit.usechen was aan de com pagnieën van ons bataljon aangewe zen de linkervleugel van de veroverde stelling. Links van ons bevonden zich nog de zwaar bezette kampongs Lou- rae en Badjowe. We hadden strenge order om niet verder op te rukken, daar de Marine cTie kampongs van uit zee nog onder vuur nam. Op een; gegeven moment zagen we echter drommen vijanden uit die kampongs onzen kant uitko men om hun kameraden in Bena te helpen. De kranige anajoor Anten, mijn korpscommandant, stond nu in een moeilijk parket. Natuurlijk moesten we die lui aanvallen, maai' we moch ten niet van onze plaats zooals ik schreef. Na een kort beraad besloot hij van de order af te wijken en gingen we den vijand te gemoet _met twee compagnieën en bet vaandel ETT'ons. We waren allen met den meesten moed bezield en alsof het een parade- terrein was trokken we den vijand te gemoet. Maar ook, eere aan de Bonie ren. Zij liepen zonder aarzelen naar ons toe en geen schot werd nog ge lost. We waren op pl.m. 300 Meter af stand. Toen openden zij het vuur en begon het gevecht. Het is moeilijk zoo j iets te beschrijven en 't speelt zich vlugger af dan ik noodig heb om er over te schrijven. N a een kort vuurgevecht gingen we tot den aanval over en onder 't gra- naatvuur van de schepen lagen er in minder dan geen tijd een 150 ont- zielde Bonieren. Wij hadden 7 gewon-1 de - mindere militairen. Bij toeval hadden we geen last van de grana-1 ten. Er werd trouwens al heel gauw opgehouden met vuren toen ze van Li.crc dat geval zagen afspelen. We hadden een warm oogenblik gehad, n aar zoo mooi tevens; dat we het niet licht vergeten zullen. Zoo iets kan men zich niet voorstellen als men het niet feft bijgewoond. De vijand nam een wilde vlucht aan en Lonrae was door ons genomen. U begrijpt hoe we ons voelden, 't Was gewoon een 'heerlijk moment, dat we dit succes bereikt hadden want van af dit oogen blik tot nu toe is er geen schot meer gevallen op heel Boni. De kolonel De Lanoy, commandant1 van het landingséchaTofr-, heeft den majoor zijne groote tevredenheid be-1 tuigd met de houding van het 19e bataljon. Er is maar één roep ook over de houding der marine. Bij het landingséchalon was een divisie van 200 matrozen ingedeeld en die heb ben een benting genomen, waarin 97 lijken .lagen. Zij waren het eerst aan wal, en vochten als leeuwen. Het was een afgrijselijk gezicht, dat open kerkhof, waarin de kam pongs Bena en Lonrae wacren her schapen. Eigenaardig- is het, dat men op zoo'n oogenblik zelf daar volkomen koud voor blijft, maar achteraf be merkt men het eerst. De menschelijke gevoelens verdwijnen in '<t gevechten (misschien maar goed ook. Er lagen stapels vreeselijlt toegetakelde jonge, flink gebouwde kerels, die zeker gedacht hadden, dat onze landing niet zou gelukken. Dit bleek later tenminste uit het feit, dat in Boni niets gedaan is ter verdediging en ook dat liet volk nu al overal terug gekeerd is. De indruk moet vreeselijk geweest zijn en nog een ander eigen aardig iets droeg daartoe niet weinig bij. De bezetting van de strandkam pongs die er het leven afbracht, is, nadat ze inzagen, dat verdiere tegen weer hopeloos was, naar de hoofd plaats Watampone gevlucht, waarde vorst verblijf houdt. De poenggawa (de opperbevelhebber van het Boni- sche leger) kwam met zijn restant (zooa!s later bleek slechts 1000 man van de 2000) vreeselijk ontdaan te Watampone aan, en juist zaten ze t© delibereeren wat ze doen zouden, toen midden in W. twee granaten van 24 c.M. sprongen. U begrijpt dien schrik. De afstand van de sche pen tot W. is 10 K.M., dus op die verrassing was niet gerekend. Hier mede moet het moreel zoodanig ge knakt zijn geweest, dat alles er van door is gegaan en toen we twee da- gen later in het vorstelijk verblijf kwamen, was alles verlaten. We hebben nu een vijfdaagschen tocht achter den rag en zijn al tot de Westgrens van Boni geweest, maar het vei-zet schijnt gebroken te zijn. We hebben ten minste geen schot ge had. Zelfs het beruchte Pasempa (een prachtige stelling in 't gebergte) was veriaten. Ondertusschen is het volk met vrouwen en kinderen weer in de kampongs teruggekeerd. Ze hebben gemerkt, dat we het al leen tegen de gewapenden hebbenen het volk van Boni wenscht verder niet meer te vechten. Overal brach ten ze ons vruchten en klappers als bewijs van vredelievendheid. Ze zijn door den vorst gedwongen om med© te doen en nu hebben ze hem ver laten. Ook het grootste deel van het legioen om verder te vechten. Toch zullen we nog wel wat te doen krij gen denk ik, want hij heeft nog al tijd volgelingen. De kolonel Yan Loenen, de opper bevelhebber is een erg voorzichtig man. die zTch niet zal' laten verlei den tot ongewenschte handelingen en in wien we een volkomen ver trouwen hebben. En hiermede heb ik u het voor naamste van de Bonische geschiede nis verteld. Tegen hem werd een boete van/25 geëischt. De verdediger beweerde, dat het geschrevene niet beleedigend was en er geen opzet tot beleedïging had be staan. Hij concludeerde tot ontslag van rechtsvervolging. Voor dezelfde rechtbank stonden verder nog terechtlo. M. S. P., 75 jaar, drogist, en 2o. Jhr. J. F. S. B.,, 33 jaar, administrateur, beiden wo nende te Zierikzee ter zake dat zij op of omstreeks 20 Juni 1905 te Zierikzee samen, althans'ieder afzonderlijk, bo venbedoeld artikel in de Zierikzee- sche Nieuwsbode, met het oogmerk 1 om de ruchtbaarheid van nat artikel te vermeerderen, in den vorm: van strooibiljetten hebben doen overdruk- ken en die biljetten in voornoemde gemeente doen verspreiden, j Beide beklaagden waren niet ver- I schenen. j Tegen ieder van hen werd ook ƒ25 I boete geëischt. I Uitspraak in heide zaken Dinsdag j 3 October. (M. Ct.) Rechtszaken Gemengd Nieuws Voor de rechtbank te Zierikzee weïxl Vrijdag behandeld de zaak te gen W. A. ten H., oud 24 jaar, zonder beroep, wonende te Zierikzee, be klaagd dat hij op of omstreeks 2l> Juni 1905 te Zierikzee in een artikel, door hem geplaatst in- de Zierikzee- sche Nieuwsbode, opzettelijk jhr. mr. J. J. Pompe van Meerdervoort, ter zake van de rechtmatige uitoefening •van diens bediening als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, heeft beleedigd door, schrijvende over diens handelingen als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, bij gelegenheid van zijne aftreding als zoodanig, den kiezers den volgen den raad te gevenKiest dien man niet, als ge 's Zondags met een ge rust geweten wilt nederzitten in het Godshuiskiest, wien gij wilt, maar kiest niet iemand, die zoo de Godde lijke wetten van liefde en mensche- lijkheid met voeten treedt. Welke uwe politieke of godsdienstige rich ting ook zij, gij naoogt geen man kiezen, die geen hart in den boezem draagtGij naoogt geen man stemmen, die zijn evenmensch, hoe diep ook gezonken, weigert een laatst afscheid op aarde te nemen van zijn met den dood worstelend kind." Als verdediger van den beklaagde trad op mr. A. J. F. Fokker, advo caat te Zierikzee. De beklaagde bekende de schrijver van het hierboven aangehaalde te zijn. IN HECHTENIS GENOMEN. Do gouverneur vaaa Saratof gaf be vel tot in hechtenis neming der ari sen, die kort geleden deel genomen hebben aan eein vergadering, waarin oen vijandelijke houding tegen de re- geering werd aangenomen. De gouvernements- en districts-auio- riteiten van Saratof richtten da.arop een telegraphisch protest tot den mi nister van binnenlaudsche zaken, waarin gewezen werd op het gevaar, dat in zulke maatregelen schuilt, om dat èn de werkzaamheid der ZemsT- ,wo'is èn de openbare orde bedreigd worden. In het telegram wordt aangedron- gen op vernietiging van hët be-vel van den gouverneur. De studenten aan de universiteit en het technologisch instituut te Tomsk hebben besloten van 28 Jam. 1906 af niet langer de colleges te bezoeken. MISS ROOSEVELT, i Dezer dagen heeft miss Alice Roosc- velt bij den keizer van Korea go- luncht. Dit was de eerste maal, dat de keizer van Korea vreemdelingen aan zijn tafel ontving. GEMEENTERAADSPRESIDENT EN SOCIALIST, i De socialistische vereenaging van het Seine- d epartement te Parijs heeft een votum Van afkeuring uitgesproken tegen den voorzitter van den Parij- schen gemeeritëraad Brousse, alsmede tegen twee gemeenteraadsleden, die, ofschoon behoorende tot de socialisti sche partij, den koning van Spanje, bij zijn bezoek aan hët. stadhuis te Parijs, mede ontvangen hebben. Brousse heeft tegen hët votum van afkeuring geprotesteerd, daar hij het beschouwt als een schending van zijn vrijheid. Feuilleton EEN' VAN MIJN ZOONS Door ANNA KATHERINE GREEN. Het spijt mij, Mr. Outhwaite maar het ingewikkelde van de zaak eischt, dat ik u aan dezelfde for maliteiten blootstel als de andere hee- ren. Het is onnoodig te zeggen, dat wij het graotste vertrouwen in uw onschuld hebben maar Daar werd het gordijn voor de sa londeur weggetrokken en een doods bleek gelaat kwam er achter weg. Ik smeek u, klonk zwak van Hope's Tippen, spaar dezen vreemde ling, wiens eenige misdaad is, dat hij vriendelijk is geweest tegenover een man, dien hij niet kende, en op een wijze, waarvan hij zelfs niets be greep. Doorzoek mijdoorzoek Clai re maar onderwei-p dezen mijnheer niet aan zoo'n beleedigend onder zoek. Zij wist nauwelijks wat zij zei. De zenuwachtige opwinding van de bei de laatste uren hadden haar in de war gebracht. Zij strekte smeekend haar handen uit. Ik weet niet, waarom ik er zoo veel om geef, fluisterde zij peinzend, maar ik heb een gevoel, of ik het niet zou kunnen dragen. Van dat oogenblik af beminde ik haar, ofschoon ik wist dat dit in de bres springen voor mij eerder voort sproot uit haar vrouwelijk instinct, dan dat het een spontane uiting was van een zooeven ontwaakt hart. Ik liet zeker blijken, hoezeer ik getrof fen was. de rechter keek ten minste wanhopig rond. ofschoon hij niet liet blijken, dat hij van plan was zijn voornemen te wijzigen en ik begon juist mijn zakken voor hem te ledi gen, toen het interessante gelaat van Sweetwater plotseling van uitdruk king veranderde en hij weer naar den achterkant stoof. Hier bleef hij een oogenblik stilstaan voor de deur van de eetkamer, toen verdween hij daarbinnen en wij hoorden hem roepen Dwaas dwaasEn toen ik hier voor 't eerst binnenkwam, merkte ik nog wel op, dat de Mok was blijven stilstaan. Zie eens 1 Zie. Het volgend oogenblik stonden wij aan zijn zijde. Hij stond bij den schoorsteenmantel, waarop een zwa re Fransche pendule. Daarin wegge stopt in de ruimte, die voor den slinger diende, zagen wij een Mein medicijnfleschje. Er was nog een druppel vloeistof in, die wij' zelfs voor dat Mr. Gryce het fleschje aan zijn neus had gehouden, herkenden als Pruisisch zuur. Het fleschje. dat de doodelijke hoe veelheid had bevat, was dus gevon den. HOOFDSTUK X. Zorgvuldig zette Sweetwater de pendule weer op haar vorige plaats. Het was een van die solide ldokken, die deel schijnen uit te maken van de plank, waarop zij staan. Nu keek Sweetwater naar de wijzer- plaat en constateerde, dat de wijzers halftïen aanwezen, juist tien minu ten vroeger dan het oogenblik, waar op ik het huis was binnengekomen. Hoe laat ging Mr. Leighton Gil lespie vanavond uit? vroeg hij. Niemand antwoordde. Vóór halftien of daarna? drong dë rechter aan, daarbij ieder in 't gelaat kijkend om het antwoord daar op te lezen, dat 'hij waarschijnlijk I uit niemand's mond vernemen zou. Op Leighton is niets aan te mer- ken. zoo klonk een stem uit de bi- j bliotheek. Ik heb een hekel aan zijn vroome manieren, maar er steekt geen kwaad in hem. De stem scheen van Alfred te ko-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 5