NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 23s Jaargang. No. 6825 ^srsefeEJaft dage^ka, fcsfcaiw® 059 2oss= eaa FessMsgg®. WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1905 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN J>3R DR2B WAANDEN» Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1-30 Franco per post door Nederland 1.6o Afzonderlijke nummers 0.02K Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 a de omstreken en franco per post - 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van i—5 .egels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regei. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Satósrscmmunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. bonnementen en Advertentie»* worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiCn en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G- L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre. VAST SPREEKUUR ten gemakke van het Publiek Ondergetèékende is in den regel, behoudens buitengewone gevallenover aangelegenheden betreffende DirectieRedactie en Drukkerij} te spreken dagelijks van half twaalf tot half een Qroote Houtstraat 55. J. C. PEEREBOOM. Stadsnieuws HOFGUNST. Woensdagavond komt „Het Ne- derlandsch Tooneel" in de Kroon „Hofgunst" opvoeren, een blijspel in vier bedrijven van Thilo von Trotha, vertaald door Emma Morel. „Hofgunst" moet een zeer aardig stuk zijneen zachte parodie op hof manieren en .hofgunst, tof een aardig .geschiedenisje verwerkt. De inhoud ■bomt hierop neer De landedelman baron Hahenstein, groot veehandelaar, bekroond voor vette schapen en voorspoedig oeco noom, heeft een dochter Emmy, wie hij door een Engelsche gouvernante een soort van opvoeding laat geven. Maar Emmy heeft vooral paard ge reden en in de vrije natuur rondge keken, en nog weinig aan de toe komst gedacht. Wanneer zij ten hu welijk gevraagd wordt door een flan ken luitenant Leo von Hal/den, werpt zij het idee van trouwen ver weg; wanneer een tante, gravin Birken feld, die zeer in gunst is bij het klei ne hof, haar daar wil introduceeren, lijkt haar dit denkbeeld nog wonder lijker, en haar vader is het, wat het laatste plan betreft, volkomen met haar eens. Een bezoek van een kamerheer, Von Rhoden, met zijn nicht Hertha, barones Wahlberg, bevest;gt haaren haar vader in die meeninghet be lang, door al die hofmenschen aan kleinigheden gehecht, heeft voor de buitenmenschen iets belachelijks. Toch zijn zij op hun beurt ook ijdel wanneer baron Von Roden doet door schemeren dat hij Emmy's afkeer van het -hofleven aan zekere boersch- heid, onopgevoedheid, onbeschaafd heid toeschrijft, trekt Emmy en ook haar vader zich dit aan, en om te bewijzen, dat zij, als zij wil, aan het hof geen slecht figuur zal maken, vergezelt Emmy haar tante naar de residentie. Een weinig wordt zij daar wel ge- imponeerd door den toon der hof kringen. Alles is toch wel glad, wel vriendelijk Von Roden's complimen teuze taal en beminnelijke glimlach is wel die van de geheele omgeving. Leo von Halden, dien zij als eerlijk en flink kent, schijnt er zich ook niet gedwongen te voeleneen ge sprek, dat zij onbedacht met een on bekend officier houdt, komt ook al tot. haar voordeel uitin weinige mi nuten is zij in de gunst bij den jon gen Vorst, bij de Vorstin-Moeder, bij een jonge prinses Elisabethzij wordt tot hofdame benoemd, en ieder, zelfs hare concurrente Hertha, schijnt daar evenzeer mee ingeno men te zijn. Tante Birkenfeld is te vreden, de kamerheer biedt 'liaar een bondgenootschap aan. Maar Emmy wil in .haar positie ook goed doen. Zonder bondgenoot wil zij helpen wie hare hulp noodig hebben, zelfs de machtigen. Zij wint dan ook geen raad in, vermijdt den schijn niet, maakt geen condities, en is in een oogwenk hopeloos gecom promitteerd. Dan keert alles om de minzame Vorstin-Moeder jaagt haar op de minzaamste wijze uit het paleiscfe opperhofmeesteres acht geen vriende lijkheid meer noodig voor de in on- I genade gevallen gunstelingtante Birkenfeld wil haar in een tehuis voor adellijke oude-vrijsters opslui ten, en, smad'elijkste van alle ver nederingen een geruïneerd hof- jachtjonker .wil wel een oogje toe doen wanneer haar vader haar een flinken bruidschat meegeeft, i Dat alles nog in betrekkelijk kor- ton tijd terecht komt, de gemoeds- t rust van den vader, de positie der gravin, de gunst van het hof, de liefde van den luitenant, vooral de goede naam der jonge dame zelf en dat dit alles helder en duidelijk gearrangeerd wordt, is een verdien ste van Thilo von Trotha het laat ste bedrijf is in dit opzicht geen "te leurstelling. Het stuk is vooral om één rol, die van Emmy, gegroepeerdwanneer de actrice op den avtyad terugziet, heeft zij dien óf op het tooneel door gebracht óf zich verkleedend, in de vijf toiletten die het stuk van haar eischt. Maar ook de tante, de kamer heer, de vader, de vriendin, de twee pretendenten, de jonge Vorst, de Vorstin-Moeder, de jonge prinses, de gouvernante en de overige personen, j zijn eenvoudig, maar helder gekarak- teriseerd. j Als hoofdpersonen treden in het stuk de beste krachten van het Ned. Tooneel op. De rol van Emmy wordt j vervuld door mej. Emma Morel. EEN GOUDEN FEEST. In de eerste dagen van September richtten wij ons tot het bestuur der St.-Elisabeth's Vereeniging, alhier, met het verzoek om inlichtingen aan gaande het vijftig-jarig bestaan dezer vereeniging. Thans blijkt ons, dat dit schrijven in het ongereede is ge raakt, waardoor wij de inlichtingen niet gelijk met andere bladen ontvin gen. Dit neemt evenwel niet weg, dat wij nu nog een en ander aangaande deze nuttige instelling willen ver melden. In het jaar 1855 nam mejuffrouw Jacoba van den Berg het initiatief tot het stichten eener vereeniging, die zich ten doel zou stellen de wel dadigheid te beoefenen. Mejuffrouw Van den Berg zag haar plannen ver wezenlijkt en op 20 Augustus van gemeld jaar kwam de vereeniging tot stand. Zij werd geplaatst onder be scherming van Elisabeth de Heilige van Thüringen, die in 1207 te Presz- 1 burg werd geboren en zoo weldadig was, dat zij eiken dag negenhonderd menschen van voedsel voorzag. Boven haar laatste rustplaats te Marburg, waar zij den 19den Novem ber 1231 overleed, werd ide prachtige St. Elisabeth's Kerk gebouwd. De stichteres van deze schoone in- I stelling heeft 23 jaar lang aan het hoofd der vereeniging gestaan. Na haar verscheiden werd mejuffrouw i M. E. Reekers voorzitster, wat zij bleef tot het jaar 1888, waarna me vrouw de weduwe F. H. Schoemaker- I Jorritsma haar in deze functie op- i volgde. Deze dame moest in het laatst van 1901 wegens gezondheids- j redenen bedankentoen kwam de te- 1 genwoordige functionaresse, mejuf frouw J. P. A. Beynes, in haar plaats. Mejuffrouw Beynes vindt in haar mede-bestuurderessen, medewerksters die zeer veel ijver en toewijding voor de edele taak van weldoen aan den dag leggen. 1 De namen der tegenwoordige be stuursleden zijn behalve de presi- i dentemejuffrouw S. J. J. S. van der Aa, vice-presidentemej. C. M. A. j Lans, secretaressemej. S. J. M. Proot, vice-secretaressemej. S. J. Proot, penningmeesteressemej. C. 1 die WLldt. Directeur is Monseigneur B. Dankelman, aan wien cle vereeni- ging veel te danken -heeft. Alls een bewijs, wat er in die vijf tig jaar gedaan is, vermelden we, dat uitgegeven is een bedrag van onge veer f140,000. De voornaamste bron van inkomsten is de door de geheele stad bekende Armen-loterij, die tel ken jare het hare bijdraagt, om het uitoefenen der weldadigheid mogelijk te maken, j Reeds lang koestert de vereeniging een wensch, die voorshands nog niet schijnt verwezenlijkt te zullen wor den, n.l. de stichting van een eigen gebouw. Tot nog toe vergaderen de leden in het Sint Jacobs Gast- of Gods/huis ïn de Hagestraat. Hieronder laten wij een overzichtje volgen van de plechtigheden, welke bij deze feestelijkheden zullen plaats ffeBb'en. 2, 3 en 4 October geestelijke oefe ningen voor de leden, 's morgens om half negen de H. Mis met toespraak in de Congregatie-kapel, 's avonds te half acht Lof met preek Donderdag 5 October, plechtige H. Mis met toespraak door den hoog- eerw. directeur der St. Elisabeth sver. eeniging Mongr. B. Dankelman j Zondag 8 October onder alle H.H. Missen, in alle Kerken, liefdadig- heidspreek, waarna collecte met open schaal ten bate der arme zieken door de St. Elisabeths-vereeniging bezocht: Zondag 15 October. Tentoonstelling der Armenloterij van geschonken voorwerpen, waaraan, ter eere van het 50-jarig bestaan der Vereeniging deze Loterij zal gepaard gaan van eene fancy-fair. De tentoonstelling zal gehouden worden in de groote gerestaureerde zaal van de St. Bavo in de Smede- straat, en geopend zijn van 's mid dags half twee tot half 5 uur Avond Tentoonstelling van 710 uur. Maandag, Dinsdag en Woens dag 16, 17 en 19 October tentoonstel ling des morgens van. 710 uur. De zaal wordt voor dez>e gelegen heid door den heer F. Buys geheel belangloos versierd. De verkoop van loten gaat dit jaar bijzonder goed. Den 19den October heeft de verlo ting plaats. Gysbert Japicx. Men verzoekt ons te melden, dat de Friesche Vereeniging „Gysbert Ja picx" alhier, hare wintervergaderin gen weer zal houden op de bovenzaal bij Brinkmann. De eerste bijeenkomst vindt plaats op Woensdag a. s. om 8 uur. Friezen, die ter kennismaking op proef eene vergadering wenschen bij te wonen, hebben op deze eerste vergadering vrijen toegang. Aan het gezelschap is verbonden een zanggezelschap, dat Donderdag avonds hare repetities houdt. Binnenland vraagIk heb niets verder te schrij ven, omdat ik niets hoor. Schrijf mij eens en laat de vrienden mij ook schrijven. De Rheinische Zeitung verneemt dat de gevangenneming van DomeLa Nieuwenhuis gesohied is wegens overtreding van parg. 361 van het Wetboek van Strafrecht, het zonder j verlof betreden van een verboden bondsgebied. Vele jaren geleden is Nieuwenhuis verbannen in Bielefeld, i De Keulsche politie heeft reeds twee malen den minister van buiten- landsche zaken over deze zaak ge rapporteerd. BERICHT VAN DOMELA NIEU WENHUIS. In zijn laatst te Hilversum aange komen brief schrijft Domeia Nieuwen huis uit de gevangeniis aan de Klin- gelpülz 51, te Keulen, o. m. het vol gende Ik zit hier eenzaam on verlaten slechts' de wolken, die naar Holland drijven, brengen u mijne groetenover. Ik schreef reeds, de beambten in de gevangenis kunnen het niet helpen. Zij hebben mij slechts te bewaren. De schuld ligt bij do ver-ij vorige politie; want. wat kan de oorzaak zijn om mij uit Duitsehlaud to bannen? ïi< i heb gedn reden er voor gegeven. Al leen omdiat men vreemdleliin.g is en overtuiging heeft, die afwijkt van die der anderen. Het beste is, dat men aan ieder grenis-station een rechter van instructie aanstelt, die lederen vreemdeling een verhoor doet onder gaan, en dat deze eene verklaring geeft van de godsdienstige, politieke en sociale overtuiging, waarna hem wellicht de genade kan worden ge schonken, om den heiligen bodem te betreden, of de toegang ontzegd laan worden, en men hein toevoegt„keer terug, gij onbeschaamde, die het durft wagen met zulke denkbeelden ons ge lukkig en tevreden land binnen te dringen." Misschien, komt het nog eens zoo ver. En dat alles geschiedt uit pure vriendschap. De belager der bour geoisie steekt even zijn neus over de grenzen en uit louter liefde en sym pathie wordt hij gevangen ge zet. Maan- als de heeren Tak of Troelstra hierheen komen, wellicht ontvangen zij eene uitnoodSging, om bij regeeringspersonages te dineeren. Wie hoort ooit, dat zij uitgewezen worden? Ik werk veel, want dat ver drijft den tijd en wat men afdoen kan als men zoo alleen zit, dat is eenvou dig een raadsel. De heer, met wien ik in Keulen wan delde, werd ook gearresteerd, doch naar ik vermoed, dadelijk vrijgelaten, want wat kon men tegen hem heb ben? Hij mocht toch wel met mij wan delen Somtijds verbeeld ik mij in een kloostercel te zitten, waar monni ken in eenzaamheid werken en pein zen. De omgeving leidt mij tot deze gedachten. En 's avonds, bij een klei ne lamp, waarbij ik werk, zal het zelfs een beetje „gemüfclich" zijn. Eigenlijk zit ik hier in bewaring. Nu was het toch beter, dat de Ilerr I)i- rektor mij bij dag toch vrijliet om in Keulen en omgeving te wandelen, als ik op eerewoord beloof 's avonds terug te keeren. Maar hij zal het wel niet toestaan en ik wil hei hem niet voor stellen. Het kon andere best. Want "^én zal dat eerewoord niet verbre ken. om anderen niet later in moei lijkheden te brengen. Overigens'is het toch wel wat. sterk, misschien over de grenzen gesmeten te worden, zonder e enige reden, maar wij, onderdanen, met ons onderdanen-verstand, kun- nen daar niet bij. En nu nog een BUITENLANDSCHE ZAKEN. Verleden week deelden wij mede schrijft „Het Vad." dat jhr. Van Weede, onze gezant te Weenen, de oud-minister van Buitenl. Zaken, den tegen woord igen minister zou opvol- I gen als gezant te Berlijn. Dit bericht was, toen wij het vernamen, juist, in j dien zin ten minste, dat werkelijk het voornemen bestond jhr. Van i Weede voor een benoeming voor te dragen. j Intusschen moeten tegen dit voor- Lemen bezmr'en gerezen zijn, o.m. j omdat andere gezanten, dóór an ciënniteit, meer aanspraak op Ber- lijn konden doen gelden. Een beslissing schijnt echter nog I niet genomen te zijn. i Zooals men dezer dagen in debla- den heeft gelezen, zijn verschillende onzer gezanten, o.a. die te Londen, Rome, Brussel, Lissabon, met verlof te 's-Gravenhage aanwezig. Ook vernamen wij, dat cle heer Knobel, minister-resident te Teheran en thans met verlof te 's-Gravenhage niet bereid moet zijn den post van consul-generaal in Zuid-Afrika te aanvaarden. NED. COÖPERATIEVE BOND. De Nederlandsche Coöperatieve Bond hield Zaterdagmiddag te 's-Gra- venhage onder voorzitterschap van dr. A. Rutgers zijn gewone algemee- ne vergadering van deelgenooten, wel ke zeer talrijk bezocht was door af gevaardigden uit alle oorden des lands. I In zijn openmgsrede ging dr. Rut- _:»rs uitvoerig den stand van zaken gedurende het afgeloopen Bondsjaar na. Daarbij wees hij o. a. met groote voldoening op de belangrijke ver meerdering van den omzet der Han delskamer. De financieele voordeelen voor de deelgenooten zijn flink toege nomen. Noodig is echter dat het aan tal deelgenooten grooter wordt. In het belang van een behoorlijke organisatie van de coöperatie in Ne derland, betoogde de voorzitter de noodzakelijkheid, dat de Bond ophou- de algemeene afdeeling te zijn van de Vereeniging Eigen Hulp. Schei ding moet er komen, want de tegen woordige toestand staat der ontwik keling der coöperatie ten onzent in den weg. Uitvoerig werd deze aangelegen heid door dr. Rutgers besproken. Hij herinnerde er aan, dat ten aanzien van deze quaestie ten vorigen jare door de alg. vergadering een motie is aangenomen, waarbij de Bonds raad werd uitgenoodigd in overleg te treden met liet hoofdbestuur der Ver- eeniging E. H. om den Bond niet langer te doen zijn een algemeene afdeeling van E. H. Overleg had plaats, maar zonder het gewenschte resultaat. De voorzitter oordeelde, dat thans niet langer mocht worden gedraald. Vandaar het voorstel van den Bonds raad a. om te besluiten dat de Ned. Coöp. Bond ophoudt algemeen^ af deeling te zijn van de Vereeniging „Eigen Hulp" b. art. 43 der statu ten van den Ned. Coöp. Bond te doen vervallen. Er op wijzende, dat het vandaag voor den Bond dus een kritieke dag is, sprak de voorzitter den wensch uit, dat straks bij de behandeling van de voorsteilen, dat betreffende de afscheidng zal worden aangenomen, omdat alleen dan de Bond het cen trum kan worden. Na eenige discussie werd een voor stel van 's-Gravenhage I (Coop. Win- kelvereeniging van het district 's-Gra venhage der Vereeniging Eigen Hulp): om den Bond te doen ophouden al gemeene afdeeling van de Vereeni ging Eigen Hulp te zijn, en om reeds genoemd art. 43 der statuten te doen vervallenaangenomen met 178 te gen 29 stemmen. Het tweede gedeelte van het voor stel van 's-Gravenhage Iom art. 43 der statuten van den Ned. Coöp. Bond te doen vervallen, werd daarop I aangenomen met 188 tegen 10 stem. imen. J Hiermede was vervallen het. voor stel van gelijke strekking, door den Bondsraad ingediend. EEN BARAK. Zaterdag is men bij het station der H. IJ. S. M. te Oidenzaal begonnen toebereidselen te maken tot het plaat sen van een landverhuizersbarak op j een terrein der H. IJ. S. M., op aan- I wijzing van den heer Oosterhaan, inspecteur der volksgezondheid te j Zwolle. Dit plan vindt groote tegen- I kanting bij den rijksontvanger en de j verificateurs, en wel omdat de barak gebouwd wordt onmiddellijk voor de ramen der kantoren van verifica teurs en douane-agenten, aan den toegang tot de bergplaats van aange houden goederen en slechts ongeveer drie meter van de douane-loods ver wijderd. iVOORZORGSMAATREGELEN TEGEN DE CHOLERA, j De „St.-Crt," nr. 224 bevat een Kon. Besl. van 22 Sept. 1905, tot nadere vaststelling van buitengewone maat- regelen tot afwending der Aziatische cholera en tot wering harer uitbrei ding en gevolgen. I Dit besluit, dat, indien het .niet eerder wordt ingetrokken, gedurende één jaar van kracht blijft, treedt in werking op den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad en van de Staatscourant, waarin het geplaatst is. HET SU E Z-KA NA AL. Volgens een telegram bij de directie der Rotterd. Lloyd ontvangen, zal Woensdag a.s. het Suez-kanaal ge heel voor het verkeer worden geslo ten, daar de maatschappij dan het daar gezonken met dynamiet geladen stoomschip „Chatham" zal laten sprin gen. Verwacht wordt dat liet verkeer in het Kanaal veertien dagen zal zijn gestremd in verband met het oprui- men der wrakstukken. Feuilleton. EEN VAN MIJN ZOONS Door ANNA KATHERINE GREEN. 20) Omdat het flesclije van Prui sisch zuur is gevonden in de eetka mer, zal ik enkel de twee zoons van Mr. Gillespie, die tegenwoordig wa ren in de eetzaal, toen deze noodlot tige dosis is ingenomen, onder politie toezicht houden. De zoon, genaamd Alfred, is boren gebleven en staat daarom voor het oogenblik niet onder verdenking. Het zou mij aangenaam zijn de anderen met dezelfdè conside ratie te kunnen behandelenmaar do feiten eischen een gestrengheid, die, naar ik hoop, ons de ware schuldige zal aanwijzen. Mr. Outhwaite. ik moet u vragen u gereed te houden om aan een eventueele oproeping gevolg te geven. Miss Meredith, u raad ik aan volstrekt geen voeling te houden met uw neven, totdat er meer klaar heid in deze zaak gekomen is. Hij wilde zich verwijderen, toen Alfred, die niet op zijn gemak scheen te zijn onder 't oog van George, naar voren trad en zeide Ik wil niet, dat er verschil ge maakt wordt tusschen mijn broeders en mij zelf. Ik mag mij bewust zijn van mijn eigen onschuld, maar ik kan geen gunsten aannemen, die j hun grond hebben in een misverstand. Als George en Leighton onder bewa king gesteld worden, omdat zij van avond in de eetkamer zijn geweest, i dan moet ik dat evenzeer. Want ik was in de kamer evenals zij ik zocht namelijk naar een klein gouden poi- j lood, dat aan 't diner uit mijn zak was gevallen. Deze bekentenis onder zulke om standigheden geuit kon niet anders dan sympathie verwekken en ik kreeg j een warm gevoel voor den man, die in woede een broeder tegen den grond kon gooien, maar op een ander oogen blik versmaadde om zich te verschui len achter een misverstand, waar door cITe broeder nadeél ondervond. Maar de onverstoorbaarheid van den oudsten détective, die op dat oogen blik iets belangwekkends vond in de jacht voorgesteld op een Chineesche| gong, die aan een plantje in de hal, hing, waarschuwde mij niet te vlug te zijn met mijn sympathieën. Terwijl hij aandachtig naar deze vooretelling keek, merkt0 ik op, dat hij weinig notitie nam van de edel moedige houding van cTen jongsten zoon van Mr. Gillespie; en doordat mijn attentie in die richting eenanaal was opgewekt., zag ik ook hoe hij plotseling Alfröd naderde met iets als een leegen tumbler in zijn hand. Is dit het artikel, waarover u spréékt? vroeg hij. En toen zagen wij. dat de tumbler niet leeg was, dat er een of ander voorwerp rechtop instond en dat dit voorwerp een gouden potloodje was. Ja. dat is mijn potloodje, beken de Alfred. Maar O, ik ben er verantwoordelijk oor, dat het in dezen tumbler staat, stemde de. oude beer toe. De tumbler was volmaakt schoon. Mr. Gillespie. Ik verzeker u. dat ik hem goed onder zocht heb. vóór ik er het potloodje in deed. Maar het potloodje zelf wil u daar eens aan reiken, our. Gil lespie Van dit verzoek was maar één ver klaring mogelijk. .Alfred deinsde ach- tereit, met staten de oogen en doods bleek gelaat. Toen boog hij zich voorover en rook aan het voorwerp, dat Air. Gryce hield uitgestrekt. Het resultaat daarvan was zicht baar aan het ontstelde gelaat, dat er op volgde. HOOFDSTUK XI. Iets, dat te denken geeft. Hoe noodlottigriep Alfred uit. en zijii hoofd fier opheffend liep hij driftig op Miss Meredith toe. Jij hebt. onze schuld bekend gemaakt en ver biedt ons meteen onze onschuld te be wijzen, riep hij uit. Maar ik zal de mijne nu en altijd volhouden, wat er ook gebeurt en hoe ik ook zal moeten lijden! Ik zou het geluk, dat ik najaag, niet waard zijn, als ik mijn onschuld niet volhield tegenover de feiten, die zoo tegen mij zijn. Ik geloof je begon zij. haar hand loevende tegen hem opheffend. Maar de opwelling van vertrouwen wrerd tegengehouden. Door welke ge dachte Door welken angst en haar hand viel neer en haar lippen sloten zich weer, vóór dat zij den zin had voleindigd. Ik ben onschuldig, herhaalde hij, zich fier uitrekkend, waarvan do in druk nog verhoogd werd door den hel deren oogopslag, die zich nu beurte lings van George naar Leighton richtte', die ieder aan een kant van hem stonden. Wat geeft het woorden te herha len, die je niet met bewijzen kunt staren? riep George, die nog steeds mokte over zijn eigen grieven. Ik ben even onschuldig als jij, maar het is mij te min iedere gelegenheid aan te grijpen, om die onschuld te betui gen. Leighton sprak noch bewoog zich. Hij scheen geheel op te gaan in neer slachtigheid en daarin kwam zelfs geen verandering bij de drukte, die nu volgde. Toen eindelijk die verande ring kwam Maar laat mij eerst de omstandigheden duidelijk maken. Ik was bezig, Miss Meredith go eden-dag te zeggen, toen Sweetwater, na zijn bast gedaan te hebben mijn opmerk zaamheid te trekken, mij wist te be wegen met hem in de deuropening van het kantoortje te gaan staan, waarin het lijk van den heer Gil lespie nog lag. Tegen wil en dank. omdat ik voelde, dat weigeren niet zou baten, ging ik voor 't laatst, naar ik hoopte, de hal door. De jonge detective keek het ver trek binnen, dat reeds zoo'n gewich tige i-ol had gespeeld in de gebeurte nissen van dezen avond, en terwijl ik naast hom ging staan, bemerkt» ik, dat zijn oogen niet gevestigd wa ren op het uitgestrekte lichaam van den vroegeren eigenaar, maar op het gelaat en de gestalte van Leighton Gillespie, die zich over het lijk heen- boog. Hoe vernederend liöt mij ook toe scheen te deelen in de waakzaamheid van dezen knappen, jongen détective, kon ik toch niet laten zijn blik te volgen, die iets merkwaardigs schec-n te zien in houding of uitdrukking van den man voor zich. Het resultaat was een gelijke be langstelling van mijn kant en een menigte nieuwe vermoedens. De neerslachtige uitdrukking, die zoo duidelijk zichtbaar was op dit on doorgrondelijk gelaat, was overge gaan in eene, dlie aan een glimlach deed denken, c-11 deze glimlach, of schaduw van een glimlach, hield iets sarcastisch in zich, dat allerminst deed denken en kon verwacht worden van een zoon, die met zijn broeders onder verdenking ligt de ooi-zaak van zijn vader's dood te zijn geweest. Met.de herinnering daaraan onuit- wischbaar in mijn gedst. ging ik ver der, en het volgend oogenblik had ik het huis verlaten, waarin ik vier bui tengewoon gewichtige en opgewonden uren van mijn leven had doorge bracht. Toen ik de stoei) afliep, kwam ik een jongen maai tegen. Hij was de eerste van het leger verslaggevers. i>o- stemd om dit huis voor het aanbre ken van den dag te belegerdn. HOOFDSTUK XII. Gebabbel. Den volgenden morgen vroeg porde ik Sam Underbill op. Sam Underbill is mijn speciale vriend, hij is ook mijn naaste buurman, zijn kamers liggen in hetzelfde huis één verdie ping lager. Hij is een luie vent en ik vond hem nog in bed, en weinig in zijn schik, dat hij zoo gestoord werd. Wat ter wereld brengt je hier op dit onwaarschijnlijk uur van den dag? zoo luidde zijn beminnelijke be groeting. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 5