NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
23s Jaargang.
No. 6825
^srsefeEJaft dage^ka, fcsfcaiw® 059 2oss= eaa FessMsgg®.
WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1905
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
J>3R DR2B WAANDEN»
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1-30
Franco per post door Nederland 1.6o
Afzonderlijke nummers 0.02K
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37
a de omstreken en franco per post - 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van i—5 .egels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regei.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Satósrscmmunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
bonnementen en Advertentie»* worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiCn
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G- L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre.
VAST SPREEKUUR
ten gemakke van het Publiek
Ondergetèékende is in den
regel, behoudens buitengewone
gevallenover aangelegenheden
betreffende DirectieRedactie en
Drukkerij} te spreken dagelijks van
half twaalf tot half een
Qroote Houtstraat 55.
J. C. PEEREBOOM.
Stadsnieuws
HOFGUNST.
Woensdagavond komt „Het Ne-
derlandsch Tooneel" in de Kroon
„Hofgunst" opvoeren, een blijspel in
vier bedrijven van Thilo von Trotha,
vertaald door Emma Morel.
„Hofgunst" moet een zeer aardig
stuk zijneen zachte parodie op hof
manieren en .hofgunst, tof een aardig
.geschiedenisje verwerkt. De inhoud
■bomt hierop neer
De landedelman baron Hahenstein,
groot veehandelaar, bekroond voor
vette schapen en voorspoedig oeco
noom, heeft een dochter Emmy, wie
hij door een Engelsche gouvernante
een soort van opvoeding laat geven.
Maar Emmy heeft vooral paard ge
reden en in de vrije natuur rondge
keken, en nog weinig aan de toe
komst gedacht. Wanneer zij ten hu
welijk gevraagd wordt door een flan
ken luitenant Leo von Hal/den, werpt
zij het idee van trouwen ver weg;
wanneer een tante, gravin Birken
feld, die zeer in gunst is bij het klei
ne hof, haar daar wil introduceeren,
lijkt haar dit denkbeeld nog wonder
lijker, en haar vader is het, wat het
laatste plan betreft, volkomen met
haar eens.
Een bezoek van een kamerheer,
Von Rhoden, met zijn nicht Hertha,
barones Wahlberg, bevest;gt haaren
haar vader in die meeninghet be
lang, door al die hofmenschen aan
kleinigheden gehecht, heeft voor de
buitenmenschen iets belachelijks.
Toch zijn zij op hun beurt ook ijdel
wanneer baron Von Roden doet door
schemeren dat hij Emmy's afkeer
van het -hofleven aan zekere boersch-
heid, onopgevoedheid, onbeschaafd
heid toeschrijft, trekt Emmy en ook
haar vader zich dit aan, en om te
bewijzen, dat zij, als zij wil, aan het
hof geen slecht figuur zal maken,
vergezelt Emmy haar tante naar de
residentie.
Een weinig wordt zij daar wel ge-
imponeerd door den toon der hof
kringen. Alles is toch wel glad, wel
vriendelijk Von Roden's complimen
teuze taal en beminnelijke glimlach
is wel die van de geheele omgeving.
Leo von Halden, dien zij als eerlijk
en flink kent, schijnt er zich ook
niet gedwongen te voeleneen ge
sprek, dat zij onbedacht met een on
bekend officier houdt, komt ook al
tot. haar voordeel uitin weinige mi
nuten is zij in de gunst bij den jon
gen Vorst, bij de Vorstin-Moeder, bij
een jonge prinses Elisabethzij
wordt tot hofdame benoemd, en
ieder, zelfs hare concurrente Hertha,
schijnt daar evenzeer mee ingeno
men te zijn. Tante Birkenfeld is te
vreden, de kamerheer biedt 'liaar een
bondgenootschap aan.
Maar Emmy wil in .haar positie
ook goed doen. Zonder bondgenoot
wil zij helpen wie hare hulp noodig
hebben, zelfs de machtigen. Zij wint
dan ook geen raad in, vermijdt den
schijn niet, maakt geen condities, en
is in een oogwenk hopeloos gecom
promitteerd.
Dan keert alles om de minzame
Vorstin-Moeder jaagt haar op de
minzaamste wijze uit het paleiscfe
opperhofmeesteres acht geen vriende
lijkheid meer noodig voor de in on-
I genade gevallen gunstelingtante
Birkenfeld wil haar in een tehuis
voor adellijke oude-vrijsters opslui
ten, en, smad'elijkste van alle ver
nederingen een geruïneerd hof-
jachtjonker .wil wel een oogje toe
doen wanneer haar vader haar een
flinken bruidschat meegeeft,
i Dat alles nog in betrekkelijk kor-
ton tijd terecht komt, de gemoeds-
t rust van den vader, de positie der
gravin, de gunst van het hof, de
liefde van den luitenant, vooral de
goede naam der jonge dame zelf
en dat dit alles helder en duidelijk
gearrangeerd wordt, is een verdien
ste van Thilo von Trotha het laat
ste bedrijf is in dit opzicht geen "te
leurstelling.
Het stuk is vooral om één rol, die
van Emmy, gegroepeerdwanneer
de actrice op den avtyad terugziet,
heeft zij dien óf op het tooneel door
gebracht óf zich verkleedend, in de
vijf toiletten die het stuk van haar
eischt. Maar ook de tante, de kamer
heer, de vader, de vriendin, de twee
pretendenten, de jonge Vorst, de
Vorstin-Moeder, de jonge prinses, de
gouvernante en de overige personen,
j zijn eenvoudig, maar helder gekarak-
teriseerd.
j Als hoofdpersonen treden in het
stuk de beste krachten van het Ned.
Tooneel op. De rol van Emmy wordt
j vervuld door mej. Emma Morel.
EEN GOUDEN FEEST.
In de eerste dagen van September
richtten wij ons tot het bestuur der
St.-Elisabeth's Vereeniging, alhier,
met het verzoek om inlichtingen aan
gaande het vijftig-jarig bestaan dezer
vereeniging. Thans blijkt ons, dat dit
schrijven in het ongereede is ge
raakt, waardoor wij de inlichtingen
niet gelijk met andere bladen ontvin
gen.
Dit neemt evenwel niet weg, dat
wij nu nog een en ander aangaande
deze nuttige instelling willen ver
melden.
In het jaar 1855 nam mejuffrouw
Jacoba van den Berg het initiatief
tot het stichten eener vereeniging,
die zich ten doel zou stellen de wel
dadigheid te beoefenen. Mejuffrouw
Van den Berg zag haar plannen ver
wezenlijkt en op 20 Augustus van
gemeld jaar kwam de vereeniging tot
stand. Zij werd geplaatst onder be
scherming van Elisabeth de Heilige
van Thüringen, die in 1207 te Presz-
1
burg werd geboren en zoo weldadig
was, dat zij eiken dag negenhonderd
menschen van voedsel voorzag.
Boven haar laatste rustplaats te
Marburg, waar zij den 19den Novem
ber 1231 overleed, werd ide prachtige
St. Elisabeth's Kerk gebouwd.
De stichteres van deze schoone in-
I stelling heeft 23 jaar lang aan het
hoofd der vereeniging gestaan. Na
haar verscheiden werd mejuffrouw
i M. E. Reekers voorzitster, wat zij
bleef tot het jaar 1888, waarna me
vrouw de weduwe F. H. Schoemaker-
I Jorritsma haar in deze functie op-
i volgde. Deze dame moest in het
laatst van 1901 wegens gezondheids-
j redenen bedankentoen kwam de te-
1 genwoordige functionaresse, mejuf
frouw J. P. A. Beynes, in haar plaats.
Mejuffrouw Beynes vindt in haar
mede-bestuurderessen, medewerksters
die zeer veel ijver en toewijding voor
de edele taak van weldoen aan den
dag leggen.
1 De namen der tegenwoordige be
stuursleden zijn behalve de presi-
i dentemejuffrouw S. J. J. S. van
der Aa, vice-presidentemej. C. M. A.
j Lans, secretaressemej. S. J. M.
Proot, vice-secretaressemej. S. J.
Proot, penningmeesteressemej. C.
1 die WLldt. Directeur is Monseigneur
B. Dankelman, aan wien cle vereeni-
ging veel te danken -heeft.
Alls een bewijs, wat er in die vijf
tig jaar gedaan is, vermelden we, dat
uitgegeven is een bedrag van onge
veer f140,000. De voornaamste bron
van inkomsten is de door de geheele
stad bekende Armen-loterij, die tel
ken jare het hare bijdraagt, om het
uitoefenen der weldadigheid mogelijk
te maken,
j Reeds lang koestert de vereeniging
een wensch, die voorshands nog niet
schijnt verwezenlijkt te zullen wor
den, n.l. de stichting van een eigen
gebouw. Tot nog toe vergaderen de
leden in het Sint Jacobs Gast- of
Gods/huis ïn de Hagestraat.
Hieronder laten wij een overzichtje
volgen van de plechtigheden, welke
bij deze feestelijkheden zullen plaats
ffeBb'en.
2, 3 en 4 October geestelijke oefe
ningen voor de leden, 's morgens om
half negen de H. Mis met toespraak
in de Congregatie-kapel, 's avonds te
half acht Lof met preek
Donderdag 5 October, plechtige H.
Mis met toespraak door den hoog-
eerw. directeur der St. Elisabeth sver.
eeniging Mongr. B. Dankelman
j Zondag 8 October onder alle H.H.
Missen, in alle Kerken, liefdadig-
heidspreek, waarna collecte met open
schaal ten bate der arme zieken door
de St. Elisabeths-vereeniging bezocht:
Zondag 15 October. Tentoonstelling
der Armenloterij van geschonken
voorwerpen, waaraan, ter eere van
het 50-jarig bestaan der Vereeniging
deze Loterij zal gepaard gaan van
eene fancy-fair.
De tentoonstelling zal gehouden
worden in de groote gerestaureerde
zaal van de St. Bavo in de Smede-
straat, en geopend zijn van 's mid
dags half twee tot half 5 uur
Avond Tentoonstelling van 710
uur. Maandag, Dinsdag en Woens
dag 16, 17 en 19 October tentoonstel
ling des morgens van. 710 uur.
De zaal wordt voor dez>e gelegen
heid door den heer F. Buys geheel
belangloos versierd.
De verkoop van loten gaat dit jaar
bijzonder goed.
Den 19den October heeft de verlo
ting plaats.
Gysbert Japicx.
Men verzoekt ons te melden, dat de
Friesche Vereeniging „Gysbert Ja
picx" alhier, hare wintervergaderin
gen weer zal houden op de bovenzaal
bij Brinkmann.
De eerste bijeenkomst vindt plaats
op Woensdag a. s. om 8 uur. Friezen,
die ter kennismaking op proef eene
vergadering wenschen bij te wonen,
hebben op deze eerste vergadering
vrijen toegang.
Aan het gezelschap is verbonden
een zanggezelschap, dat Donderdag
avonds hare repetities houdt.
Binnenland
vraagIk heb niets verder te schrij
ven, omdat ik niets hoor. Schrijf mij
eens en laat de vrienden mij ook
schrijven.
De Rheinische Zeitung verneemt
dat de gevangenneming van DomeLa
Nieuwenhuis gesohied is wegens
overtreding van parg. 361 van het
Wetboek van Strafrecht, het zonder
j verlof betreden van een verboden
bondsgebied. Vele jaren geleden is
Nieuwenhuis verbannen in Bielefeld,
i De Keulsche politie heeft reeds
twee malen den minister van buiten-
landsche zaken over deze zaak ge
rapporteerd.
BERICHT VAN DOMELA NIEU
WENHUIS.
In zijn laatst te Hilversum aange
komen brief schrijft Domeia Nieuwen
huis uit de gevangeniis aan de Klin-
gelpülz 51, te Keulen, o. m. het vol
gende
Ik zit hier eenzaam on verlaten
slechts' de wolken, die naar Holland
drijven, brengen u mijne groetenover.
Ik schreef reeds, de beambten in de
gevangenis kunnen het niet helpen.
Zij hebben mij slechts te bewaren. De
schuld ligt bij do ver-ij vorige politie;
want. wat kan de oorzaak zijn om
mij uit Duitsehlaud to bannen? ïi<
i heb gedn reden er voor gegeven. Al
leen omdiat men vreemdleliin.g is en
overtuiging heeft, die afwijkt van die
der anderen. Het beste is, dat men
aan ieder grenis-station een rechter
van instructie aanstelt, die lederen
vreemdeling een verhoor doet onder
gaan, en dat deze eene verklaring
geeft van de godsdienstige, politieke
en sociale overtuiging, waarna hem
wellicht de genade kan worden ge
schonken, om den heiligen bodem te
betreden, of de toegang ontzegd laan
worden, en men hein toevoegt„keer
terug, gij onbeschaamde, die het durft
wagen met zulke denkbeelden ons ge
lukkig en tevreden land binnen te
dringen."
Misschien, komt het nog eens zoo
ver. En dat alles geschiedt uit pure
vriendschap. De belager der bour
geoisie steekt even zijn neus over de
grenzen en uit louter liefde en sym
pathie wordt hij gevangen ge
zet. Maan- als de heeren Tak
of Troelstra hierheen komen, wellicht
ontvangen zij eene uitnoodSging, om
bij regeeringspersonages te dineeren.
Wie hoort ooit, dat zij uitgewezen
worden? Ik werk veel, want dat ver
drijft den tijd en wat men afdoen kan
als men zoo alleen zit, dat is eenvou
dig een raadsel.
De heer, met wien ik in Keulen wan
delde, werd ook gearresteerd, doch
naar ik vermoed, dadelijk vrijgelaten,
want wat kon men tegen hem heb
ben? Hij mocht toch wel met mij wan
delen Somtijds verbeeld ik mij in
een kloostercel te zitten, waar monni
ken in eenzaamheid werken en pein
zen. De omgeving leidt mij tot deze
gedachten. En 's avonds, bij een klei
ne lamp, waarbij ik werk, zal het
zelfs een beetje „gemüfclich" zijn.
Eigenlijk zit ik hier in bewaring. Nu
was het toch beter, dat de Ilerr I)i-
rektor mij bij dag toch vrijliet om in
Keulen en omgeving te wandelen, als
ik op eerewoord beloof 's avonds terug
te keeren. Maar hij zal het wel niet
toestaan en ik wil hei hem niet voor
stellen. Het kon andere best. Want
"^én zal dat eerewoord niet verbre
ken. om anderen niet later in moei
lijkheden te brengen. Overigens'is het
toch wel wat. sterk, misschien over de
grenzen gesmeten te worden, zonder
e enige reden, maar wij, onderdanen,
met ons onderdanen-verstand, kun-
nen daar niet bij. En nu nog een
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Verleden week deelden wij mede
schrijft „Het Vad." dat jhr. Van
Weede, onze gezant te Weenen, de
oud-minister van Buitenl. Zaken, den
tegen woord igen minister zou opvol-
I gen als gezant te Berlijn. Dit bericht
was, toen wij het vernamen, juist, in
j dien zin ten minste, dat werkelijk
het voornemen bestond jhr. Van
i Weede voor een benoeming voor te
dragen.
j Intusschen moeten tegen dit voor-
Lemen bezmr'en gerezen zijn, o.m.
j omdat andere gezanten, dóór an
ciënniteit, meer aanspraak op Ber-
lijn konden doen gelden.
Een beslissing schijnt echter nog
I niet genomen te zijn.
i Zooals men dezer dagen in debla-
den heeft gelezen, zijn verschillende
onzer gezanten, o.a. die te Londen,
Rome, Brussel, Lissabon, met verlof
te 's-Gravenhage aanwezig.
Ook vernamen wij, dat cle heer
Knobel, minister-resident te Teheran
en thans met verlof te 's-Gravenhage
niet bereid moet zijn den post van
consul-generaal in Zuid-Afrika te
aanvaarden.
NED. COÖPERATIEVE BOND.
De Nederlandsche Coöperatieve
Bond hield Zaterdagmiddag te 's-Gra-
venhage onder voorzitterschap van
dr. A. Rutgers zijn gewone algemee-
ne vergadering van deelgenooten, wel
ke zeer talrijk bezocht was door af
gevaardigden uit alle oorden des
lands.
I In zijn openmgsrede ging dr. Rut-
_:»rs uitvoerig den stand van zaken
gedurende het afgeloopen Bondsjaar
na. Daarbij wees hij o. a. met groote
voldoening op de belangrijke ver
meerdering van den omzet der Han
delskamer. De financieele voordeelen
voor de deelgenooten zijn flink toege
nomen. Noodig is echter dat het aan
tal deelgenooten grooter wordt.
In het belang van een behoorlijke
organisatie van de coöperatie in Ne
derland, betoogde de voorzitter de
noodzakelijkheid, dat de Bond ophou-
de algemeene afdeeling te zijn van
de Vereeniging Eigen Hulp. Schei
ding moet er komen, want de tegen
woordige toestand staat der ontwik
keling der coöperatie ten onzent in
den weg.
Uitvoerig werd deze aangelegen
heid door dr. Rutgers besproken. Hij
herinnerde er aan, dat ten aanzien
van deze quaestie ten vorigen jare
door de alg. vergadering een motie
is aangenomen, waarbij de Bonds
raad werd uitgenoodigd in overleg te
treden met liet hoofdbestuur der Ver-
eeniging E. H. om den Bond niet
langer te doen zijn een algemeene
afdeeling van E. H. Overleg had
plaats, maar zonder het gewenschte
resultaat.
De voorzitter oordeelde, dat thans
niet langer mocht worden gedraald.
Vandaar het voorstel van den Bonds
raad a. om te besluiten dat de Ned.
Coöp. Bond ophoudt algemeen^ af
deeling te zijn van de Vereeniging
„Eigen Hulp" b. art. 43 der statu
ten van den Ned. Coöp. Bond te doen
vervallen.
Er op wijzende, dat het vandaag
voor den Bond dus een kritieke dag
is, sprak de voorzitter den wensch
uit, dat straks bij de behandeling
van de voorsteilen, dat betreffende de
afscheidng zal worden aangenomen,
omdat alleen dan de Bond het cen
trum kan worden.
Na eenige discussie werd een voor
stel van 's-Gravenhage I (Coop. Win-
kelvereeniging van het district 's-Gra
venhage der Vereeniging Eigen Hulp):
om den Bond te doen ophouden al
gemeene afdeeling van de Vereeni
ging Eigen Hulp te zijn, en om reeds
genoemd art. 43 der statuten te doen
vervallenaangenomen met 178 te
gen 29 stemmen.
Het tweede gedeelte van het voor
stel van 's-Gravenhage Iom art. 43
der statuten van den Ned. Coöp.
Bond te doen vervallen, werd daarop
I aangenomen met 188 tegen 10 stem.
imen.
J Hiermede was vervallen het. voor
stel van gelijke strekking, door den
Bondsraad ingediend.
EEN BARAK.
Zaterdag is men bij het station der
H. IJ. S. M. te Oidenzaal begonnen
toebereidselen te maken tot het plaat
sen van een landverhuizersbarak op
j een terrein der H. IJ. S. M., op aan-
I wijzing van den heer Oosterhaan,
inspecteur der volksgezondheid te
j Zwolle. Dit plan vindt groote tegen-
I kanting bij den rijksontvanger en de
j verificateurs, en wel omdat de barak
gebouwd wordt onmiddellijk voor de
ramen der kantoren van verifica
teurs en douane-agenten, aan den
toegang tot de bergplaats van aange
houden goederen en slechts ongeveer
drie meter van de douane-loods ver
wijderd.
iVOORZORGSMAATREGELEN
TEGEN DE CHOLERA,
j De „St.-Crt," nr. 224 bevat een Kon.
Besl. van 22 Sept. 1905, tot nadere
vaststelling van buitengewone maat-
regelen tot afwending der Aziatische
cholera en tot wering harer uitbrei
ding en gevolgen.
I Dit besluit, dat, indien het .niet
eerder wordt ingetrokken, gedurende
één jaar van kracht blijft, treedt in
werking op den tweeden dag na dien
der dagteekening van het Staatsblad
en van de Staatscourant, waarin het
geplaatst is.
HET SU E Z-KA NA AL.
Volgens een telegram bij de directie
der Rotterd. Lloyd ontvangen, zal
Woensdag a.s. het Suez-kanaal ge
heel voor het verkeer worden geslo
ten, daar de maatschappij dan het
daar gezonken met dynamiet geladen
stoomschip „Chatham" zal laten sprin
gen.
Verwacht wordt dat liet verkeer in
het Kanaal veertien dagen zal zijn
gestremd in verband met het oprui-
men der wrakstukken.
Feuilleton.
EEN VAN MIJN ZOONS
Door
ANNA KATHERINE GREEN.
20)
Omdat het flesclije van Prui
sisch zuur is gevonden in de eetka
mer, zal ik enkel de twee zoons van
Mr. Gillespie, die tegenwoordig wa
ren in de eetzaal, toen deze noodlot
tige dosis is ingenomen, onder politie
toezicht houden. De zoon, genaamd
Alfred, is boren gebleven en staat
daarom voor het oogenblik niet onder
verdenking. Het zou mij aangenaam
zijn de anderen met dezelfdè conside
ratie te kunnen behandelenmaar do
feiten eischen een gestrengheid, die,
naar ik hoop, ons de ware schuldige
zal aanwijzen. Mr. Outhwaite. ik
moet u vragen u gereed te houden om
aan een eventueele oproeping gevolg
te geven. Miss Meredith, u raad ik
aan volstrekt geen voeling te houden
met uw neven, totdat er meer klaar
heid in deze zaak gekomen is.
Hij wilde zich verwijderen, toen
Alfred, die niet op zijn gemak scheen
te zijn onder 't oog van George, naar
voren trad en zeide
Ik wil niet, dat er verschil ge
maakt wordt tusschen mijn broeders
en mij zelf. Ik mag mij bewust zijn
van mijn eigen onschuld, maar ik
kan geen gunsten aannemen, die j
hun grond hebben in een misverstand.
Als George en Leighton onder bewa
king gesteld worden, omdat zij van
avond in de eetkamer zijn geweest, i
dan moet ik dat evenzeer. Want ik
was in de kamer evenals zij ik zocht
namelijk naar een klein gouden poi- j
lood, dat aan 't diner uit mijn zak
was gevallen.
Deze bekentenis onder zulke om
standigheden geuit kon niet anders
dan sympathie verwekken en ik kreeg j
een warm gevoel voor den man, die
in woede een broeder tegen den grond
kon gooien, maar op een ander oogen
blik versmaadde om zich te verschui
len achter een misverstand, waar
door cITe broeder nadeél ondervond.
Maar de onverstoorbaarheid van den
oudsten détective, die op dat oogen
blik iets belangwekkends vond in de
jacht voorgesteld op een Chineesche|
gong, die aan een plantje in de hal,
hing, waarschuwde mij niet te vlug
te zijn met mijn sympathieën.
Terwijl hij aandachtig naar deze
vooretelling keek, merkt0 ik op, dat
hij weinig notitie nam van de edel
moedige houding van cTen jongsten
zoon van Mr. Gillespie; en doordat
mijn attentie in die richting eenanaal
was opgewekt., zag ik ook hoe hij
plotseling Alfröd naderde met iets als
een leegen tumbler in zijn hand.
Is dit het artikel, waarover u
spréékt? vroeg hij.
En toen zagen wij. dat de tumbler
niet leeg was, dat er een of ander
voorwerp rechtop instond en dat dit
voorwerp een gouden potloodje was.
Ja. dat is mijn potloodje, beken
de Alfred. Maar
O, ik ben er verantwoordelijk
oor, dat het in dezen tumbler staat,
stemde de. oude beer toe. De tumbler
was volmaakt schoon. Mr. Gillespie.
Ik verzeker u. dat ik hem goed onder
zocht heb. vóór ik er het potloodje in
deed. Maar het potloodje zelf wil
u daar eens aan reiken, our. Gil
lespie
Van dit verzoek was maar één ver
klaring mogelijk. .Alfred deinsde ach-
tereit, met staten de oogen en doods
bleek gelaat.
Toen boog hij zich voorover en rook
aan het voorwerp, dat Air. Gryce hield
uitgestrekt.
Het resultaat daarvan was zicht
baar aan het ontstelde gelaat, dat er
op volgde.
HOOFDSTUK XI.
Iets, dat te denken geeft.
Hoe noodlottigriep Alfred uit.
en zijii hoofd fier opheffend liep hij
driftig op Miss Meredith toe. Jij hebt.
onze schuld bekend gemaakt en ver
biedt ons meteen onze onschuld te be
wijzen, riep hij uit. Maar ik zal de
mijne nu en altijd volhouden, wat
er ook gebeurt en hoe ik ook zal
moeten lijden! Ik zou het geluk, dat
ik najaag, niet waard zijn, als ik mijn
onschuld niet volhield tegenover de
feiten, die zoo tegen mij zijn.
Ik geloof je begon zij. haar
hand loevende tegen hem opheffend.
Maar de opwelling van vertrouwen
wrerd tegengehouden. Door welke ge
dachte Door welken angst en haar
hand viel neer en haar lippen sloten
zich weer, vóór dat zij den zin had
voleindigd.
Ik ben onschuldig, herhaalde hij,
zich fier uitrekkend, waarvan do in
druk nog verhoogd werd door den hel
deren oogopslag, die zich nu beurte
lings van George naar Leighton
richtte', die ieder aan een kant van
hem stonden.
Wat geeft het woorden te herha
len, die je niet met bewijzen kunt
staren? riep George, die nog steeds
mokte over zijn eigen grieven. Ik
ben even onschuldig als jij, maar het
is mij te min iedere gelegenheid aan
te grijpen, om die onschuld te betui
gen.
Leighton sprak noch bewoog zich.
Hij scheen geheel op te gaan in neer
slachtigheid en daarin kwam zelfs
geen verandering bij de drukte, die nu
volgde. Toen eindelijk die verande
ring kwam Maar laat mij eerst de
omstandigheden duidelijk maken. Ik
was bezig, Miss Meredith go eden-dag
te zeggen, toen Sweetwater, na zijn
bast gedaan te hebben mijn opmerk
zaamheid te trekken, mij wist te be
wegen met hem in de deuropening
van het kantoortje te gaan staan,
waarin het lijk van den heer Gil
lespie nog lag. Tegen wil en dank.
omdat ik voelde, dat weigeren niet
zou baten, ging ik voor 't laatst, naar
ik hoopte, de hal door.
De jonge detective keek het ver
trek binnen, dat reeds zoo'n gewich
tige i-ol had gespeeld in de gebeurte
nissen van dezen avond, en terwijl
ik naast hom ging staan, bemerkt»
ik, dat zijn oogen niet gevestigd wa
ren op het uitgestrekte lichaam van
den vroegeren eigenaar, maar op het
gelaat en de gestalte van Leighton
Gillespie, die zich over het lijk heen-
boog.
Hoe vernederend liöt mij ook toe
scheen te deelen in de waakzaamheid
van dezen knappen, jongen détective,
kon ik toch niet laten zijn blik te
volgen, die iets merkwaardigs schec-n
te zien in houding of uitdrukking van
den man voor zich.
Het resultaat was een gelijke be
langstelling van mijn kant en een
menigte nieuwe vermoedens.
De neerslachtige uitdrukking, die
zoo duidelijk zichtbaar was op dit on
doorgrondelijk gelaat, was overge
gaan in eene, dlie aan een glimlach
deed denken, c-11 deze glimlach, of
schaduw van een glimlach, hield iets
sarcastisch in zich, dat allerminst
deed denken en kon verwacht worden
van een zoon, die met zijn broeders
onder verdenking ligt de ooi-zaak van
zijn vader's dood te zijn geweest.
Met.de herinnering daaraan onuit-
wischbaar in mijn gedst. ging ik ver
der, en het volgend oogenblik had ik
het huis verlaten, waarin ik vier bui
tengewoon gewichtige en opgewonden
uren van mijn leven had doorge
bracht.
Toen ik de stoei) afliep, kwam ik
een jongen maai tegen. Hij was de
eerste van het leger verslaggevers. i>o-
stemd om dit huis voor het aanbre
ken van den dag te belegerdn.
HOOFDSTUK XII.
Gebabbel.
Den volgenden morgen vroeg porde
ik Sam Underbill op. Sam Underbill
is mijn speciale vriend, hij is ook
mijn naaste buurman, zijn kamers
liggen in hetzelfde huis één verdie
ping lager.
Hij is een luie vent en ik vond hem
nog in bed, en weinig in zijn schik,
dat hij zoo gestoord werd.
Wat ter wereld brengt je hier op
dit onwaarschijnlijk uur van den
dag? zoo luidde zijn beminnelijke be
groeting.
(Wordt vervolgd).