de ook wel, dat Jack een borrel te
veel «dronk op de markt, en dan wil
de hij wel vechten ook. Zijn taal was
niet geschikt voor beschaafd gezel
schap en Qlij wist zijn drift ook niet
altijd te beheerschen. Ronduit ge
zegd, Jack was niets meer dan ge
wone boerenarbeider, en wat hij dien
dag eigenlijk gedaan heeft, was het
leven redden niet van een kind of f
van een mensch, maar van een
karrepaard.
Maar het was zijn stukje plicht;
zóó nam Jack het op en het eenige,
wat hij daarvoor kon opofferen, was
zijn leven, en dat gaf hij zonder aar-
zelen en zonder vrees.
dacht: „O, lieveling, als jij eens
alleen van ons drieën overbleef..."
Ik sloot mijn oogen en begon te
peinzen Wat is 't leven toch broos
en gebrekkigEen ongeval, een ziek
te, een onbeduidend iets en 't geluk
van drie nienschen ,die nog voor kort
hun kleine wereld uitmaakten, is
voor altijd vernietigd.
Hoe kwam ik nu juist aan die nare
gedachten
Een oogenblik staarde Gérald stil
voor zich heen en sprak toen verder:
„Het heldere vroolijke stemmetje
ik jullie verzekeren een onverzette- zij thuis met eon schilderij, dat ge-
lijke kraaht spoorde me aan, en m«ak' d°or ft bf*-,di™ zii
een atelier ontmoet had. Die heer, zei-
maakte zich -van me meester, een de zij> was maar een liefheb-
diep, diep gevoeld medelijden welde herbjj schilderde zoo wat voor zijn
in me op, ik voelde zoo levendig, dat eigen plezier en hij had dat schil-
'k een misdaad zou begaan, wanneer derij haai- present gedaan. Het was
Ziet u dan niet mijnheer, dat wij pantoffeltjes met scheefgcloopen hak-
bezig zijn een klant te helpen?Laat ken hij zette ze naast elkaar bij
ons ten minste even deze aardappe- het karpeteen gedeukte toque met
len afwegen dan zullen wij dadelijk vaje ]in^en en een verflenste bouquet,
doorrijden." dien hij in een hoek van de kar gooi-
re'den^knechr ?LThrthicofd tot de de en toen oen lange japon van een
ik den dooden het kind ontrukte, dit anderst j V0®!!? jJf'J5 heb"fk 'jou naar je ieef- fluweel gegarneerd. Hij
arme ouderlooze kind dat verlamd, A)c aomo fiOTnn want .1 3
misschien blind, heel, heel aJJeen in ^0°™ebos™eieToMnU'op baaTborS!''Die^pmehking was volkomen juist "ecu'nBSIUK
de wereld zou achterblijvenik en een snoer paarlen in beur haai.1 verhaalt René Rurps hii had niet toegekeerd, met
hield liet
kleedingstuk. den voorkant naarziah
- --o -r-*ore""! toegekeerd, met zijn korte armen en
paarlen m hour haar. verhaalt René Bureshij had niet hfln.ipn hii fJp criiniirwc nm.
wilde het redden voor een hoogst Kort en goed. ik kon haast niet geloo- j gevraagd hoe oud ik was maarlk p
rumnzalie leven met ruw geweld ven, dat dat nu mijne kleine Jfiliy had hem dat ook met medegedeeld! "oog, stak eon ™'c nakr ï0™" en
SWu"l tandfn die .was. „.„.Jl* dus; maar de agent ging drapeerde dmmei de woihge stof, om
„net netnere vroonjno stemmetje zich al aan me vaat geklemd hadden, _'jk wlst m7t" dlt"ie" zóó mool w-ts zien een oordeel over dc kleur ta vor-
van Ie' meisje, zoo gelijkmatig als liet het kind van z'n steun beroofd, Vyist u dat iiieit, vader? zegt' jSÏ l!}°hiïï1 nwn- Hij stond' lege11 d0 kar-leunend,
Wel meid, zeg ik zoo
zich een oordeel over de kleur te vor-
TWIJFEL
van JEAN SIGAUX.
Maar ik zog je alleen oprukken etn een P°osie onbeweeglijk aan
een beetje vlug ook dachtig naar te turen... fantaseerend
De tocht van juffrouw Giaccardo ziJo vrouw had de japon a an vetrok-
was rijk aan zulke voorvallen. Hen ken - ze had juist een japon noodig
hadden een tijd lang stil
gezwegen. Gérald en z'n vrienden
terwijl ze gezellig op z'n kamer had
den geredekaveld, toen Gérald het
zwijgen verbrak
„Heb jullie er wel eens over nage-1
dacht, waarom ik, met zulk een on
bezorgd leven, en in mijn beste jaren,
mij altijd zoo bedrukt voordoe en
nooit eens echt vroolijk ben, als ging
ik onder een groot verdriet gebukt,
mij dunkt, dat moet jullie toch wel
opgevallen zijn, al heb jullie 't me
nooit durven zeggen. Laat ik mn
han dan eens luchten. Ik voer een
hevigen strijd in mijn binnenste en
ge weet niet wat dat beteekent. O, die
eeuwige strijd en twijfel, niet om
een besluit dat nog genomen moet
worden, maar het geldt een daad die
bedreven, en niet weer goed te ma
ken is. O, dat onophoudelijk vragen
heb je recht of onrecht gedaan? on
dermijnt het lichaam, veroorzaakt
een pijn waarbij het «hart samen
krimpt en dat als men een ijzeren
pen in de hersens gegrift is; altijd
die eeuwige wroeging of ik als man
van eer of als een schooier gehan
deld «heb. uit dapperheid of uit laf
heid I
Meet dan, dat de oorzaak van mijn
neerslachtigheid zulk een twijfel is.
Ik heb nog nooit met iemand over
mn marteling gesproken. Thans,
«isch ik van jullie, dat ge me aan
boort, niet als vrienden met toege
vendheid, maar als m'n onbevoor
oordeelde rechters, die in koelen
bloede het voor en tegen overwegen
misschien schenkt jullie oordeel me
m'n vroegere kalmte weer.
Ongeveer vijf jaar geleden het
was op 'a Zondag in een lokaal-
trein. Op een der kleine stations waar
de trein halt hield, stroomde een
woelende mensohenmassa uit de
wachtkamers om plaats te krijgen
Hei waren meest werklieden en ne
ringdoenden, die het heete stadsle
ven waren ontvlucht en hun heil
m bosch en veld hadden gezocht, om
voor eenige uren, de zorgen die bun
w-eer wachtten, te vergeten. Dewag-
8:0,1 s waren s-Uan vol, en ik was in
mijn schik, nog een plaatsje te krij
gen in een compartiment 3de klasse,
te midden van kantoorbedienden met
brandende sigaren tusschen de lippen:
werklieden in Zondagsklceren, vrou
wen m lichte japonnen, met groote
bouquetten van veldbloemen, joelen
de en schreiende kinderen.
Het lachen en zingen dat bij aan
komst van den trein in t kleine sta
tion opgehouden had, begon weer op
nieuw toen de locomotief hijgend en
stampend in beweging kwam en we
langzaam liet perron voorbijstoom-
den, dat nog vol stond van Zondags-
gangers die geen plaats meer konden
krijgen en geduldig op den volgen
den trem wachtten, of met een vin-
nigen uitval of grap de voorbijrij
denden beantwoordden.
Naar verhouding reisden we nogal
rustig tusschen de hooge dijken, wel
ke de spoorbaan begrensden.
Ik hield nu revue over m'n reisge-
nooten, en al dadelijk viel mijn oog
op m'n buurmeisje links, een aller
aardigst kind van elf of twaalf jaar.
dat zoo vriendelijk was geweest om
plaats voor 111e te maken; ze hield
haar stroohoed in haar hand, en
draaide het hoofdje nu eens naar
rechts, dan naar links. Een mooie
blonde krulJebol omlijste haar blank
voorhoofd en ze had dien ernstigen
vroeg-rijpen blik. zooals men dit
trteer bij kinderen uit den werkmans
stand aantreft.
Naast het kleine meisje zat demoe
der, een- nog jonge hleeke vrouw en
daar tegenover de vader, een flinke
stoere man met een opgeruimd en
tevreden gelaat. Ze waren alle drie
stil, zeker vermoeid van de genoten
ontspanning, en ook wel dat ze
dachten, aan de zes zware werkda
gen, die weer moesten verloopen,
voordat ze weer van een dag van
vrijheid konden genieten.
Nu en dan, wanneer do kleine al
ie woelig op haar plaats heen en
weer schoof, riep de moeder haar
vermanend toe.
„Lilli, LilM, je maakt je te druk
kind
„Hé moeder, wat rijden we nu
hard
Waarop de vader met een welge
daan lachje inviel
•«Dat zal waar zijn. Jongen als we
nu eens derailleerden, wat zou er een
fijne marmelade van ons gemaakt
worden
Ik weet niet waarom, maar die on
hebbelijke uitdrukking ontstemde
mij erg en nog meer toen ik zag, hoe
de jonge vrouw in eens bleek werd
en haar meisje zoo hartelijk naar
zich toetrok en zoo warm kuste. Tk
las op haar angstig gelaat hoe ze
- f- wist u aai men, vaaeir r zegij Ko-nl 1 Dc vrnno- tuaV ti.no üi hwi
het helle gekabbel van een bosch- in den vuurgloed neerzinken ep Z1j( en zij gluurt eens ia den spiegel. I Maarik z* onïulLn «n daar
beek, bracht mij tot mijzelf en ik vluchtte ails 'n waanzinnige. Nu ja, zegt zij misschien ben ik
keek weer om mij heen. De hooge I Gérald zweeg, «hij snokte naar enkel voor li e m ook maar zoo mooi.
dijken Jagen nu achter ons en totlucht, het verhaal had hem vreese- °™nr™ irn£ - 0
zeer ver aan den horizon lag voor j lijk ingespannen en met een angstig ^er ik had er geeiTzin in. Ik voelde haaldelijk Jerd zij weggejaagd dan - ze kleedde haar heel goed, alleen
ons de vlakte met het verdorde kort j vragen rolden z'n blikken van den mij ïiiot op mijn gemak, als Ut mijn JE SSLSZÏ - »»»-
afgemaaide gras en alles was door de een op den anderen vriend. Het pijpje zat te rooken en dat gezicht nnj hoogen-toon-bevelend Mietje kon naar best een beetje nau-
stralen der ondergaande zon in een scheen, dat die blik om een ant- aankeek. Het was dan net hoo zal nie{ onmiddellijk'opvolgen van wer maken, dan had zijn vrouw...
goudglans gehuld. Als op de maat woord smeekte. 51 .fifjSifnmZT wi^ fif1 het E^ven bevel heeft bekeuring ten Dat fluweel staat je bij mijn le-
dansten de telegraaflijnen op en neer. „Ik heb jullie nu alles verteld. Zeg thljig voelde' Een mooj gezichtje Was K«volKC de koopvrouw wordt voor ven niet leelijk, hoort plotseling de
ons voorbij, nu eens in schijn bijna mij thans, is mijn daad die van een jietja zeker!maar het was niet vi^f' v00r acllt- voor veertien dagen- koopman zich toeroepen.
tot op den grond dalende, dan weer man van eer of van een misdadiger. ]jet geziciitje van mijn kind, en ik zag recht ontzegd haar beroep uit te jjet was een collega, met een brui-
dadelijk omhoog rijzend. j Had ik het recht om zoo te hande- haar veel liever in de< oude jurk, die al® ne jas, bruinen stompbaand en klei-
Dit alles gaf lolly veel pre. en haar len? Heb ik m'n plicht gedaan?" rij &k Z^onS WoX haar die S glimmende oogen hij kwam op
babbelmondje stond maar met stil. j Twee zijner vrienden reikten hem w^st sJ^liSi dat ik er verder genomen, voor een bepaalden tijd, hem toekuieren, de handen in zijn
Ze vertelde van al het plezier dat ze de handen en zeideng,een 'kwaacl z'ag Ajlleen vond ik door den commissaris van politie, broekzakken en een grauwe gonje
dien dag meegemaakt had, en maak-„Je hebt gelijk gehad." wea diat zij niet meer zoo vroolijk en kan zij haar kleinen handel mi et onder den arm.
1 1 v koopman hief het hoofd op, ver
legen lachende, hield de japon op
zijn. De derde vriend uit den kring -teVwij ïeven r"'"',UKn:' zijn knie en wachtte tot. de ander na.-
,Je hebt gelijk gehad.'
te plannen voor den volgenden Zon- j Deze woorden schenen een groote zoo dartel was, als zij vroeger placht drijven,
dag die nog veel, veel mooier zouden troost voor Gérald. te wezen. En soms kon zij zoo stil op ,T1.an ,is gebrekkig en ziek.
De derde vriend uit den kring haar stoel zitten staren en peinzen, heb_ vijf kinderen. Waarvan moe-
Lilli's vader had een kort pijpje uit zweeg echter en schudde zijn hoofd zoodat ik we^ eens dacht, dat zij een
z'n jaszak gehaald en dit met den en dit was voor Gérald een piinliike' ziekt,e ondfr de leden had. En eens op Op den dag dat zij met den redac- bijgekomen was.
noodigen zorg gestopt, 0111 daarna martelende vraag- Was miin han- 1°^ l?1 een ZOen ga-: i^.htVan- n uitwas, ver- Wil jij d'r soms 'n pak van heb-
met zoo n ech^ genot lie eerste trek- delta* recbtvaaX'S^cnStvaar-
ken te doen, de bleeke blonde vrouw dig"die voor eeuwig onbeantwoord
- Je hebt je moeder toch nooit ook niet geweest zijn, voor een
had inmiddels haar hoed afgezet en bleef en zoo bleef de twijfel voor gebist Miliv - heb je wel vroeg ik. zin van zeven personen
streek met de smalle handen over hem een voortdurende levenskwaal,
haar hoofd.
Beiden, man en vrouw, luisterden
met innig plezier en geluk naar het
gebabbel van hun dochtertje.
„Ik kan jullie verzekeren, het was
een idylle, die drie; een idylle van
dat volmaakte geluk, hetwelk opwelt
uit al die prettige gewaarwordingen,
DE KLEERKOOP.
Hij was alleen in de straat met z'n
8®" kar gaan staan en monsterde met
kennersblik het oude boeltje.
De koopman wierp de japon achte
loos in de kar en met zijn hand zacht
Wie was die man?
door
Leonard Merrick.
Je kunt je haar zeker niet eens meer
heugen? Maar met mij samen ben
je toch nooit ongelukkig of alleenig
geweest wel? ",J ttllocu 111 snaai metzn op Jlet kgj-pet kloppend, vroeg hij:
L' bent voor mij vader en moe- kar. een klein mannetje van veertig Wat denk je nou, dat me dat
der geweest, ze^l zij, zoo heel treurig, jaar met zwarte krullige bakkebaard- handeltje kost
en zij sloeg hare armen om mijn hals. jes, twee tabakstrepen op zijn 'n wei- - -
Geon lieveren vader had ooit een kind
kunnen hebben zegt zij.
'n Half millioen.
Is het te duur voor een rijks-
nig naar voren stekende lippen en
„Én 'die woorden van'luitu', maneer, ee,n «diie, uwencesakte zijden pet ,jaauei.i alies en aJ]ea Mj elkaarf
hebben mij dikwijls nog getroost, ^chum op het hoofd.
Want sinds dienzelfden avond is zij Hij stond dwars voor zijn kar,
-huisvesten. O, het was zoo'n genot, kanTSr"zUn kofl'iostaUetjM,J'die0"erj" ^iSefl^achretf J'ineTden man" ^urin C°',> kw;p la?' ,e.en dUtecvuWe
welke in harten ziel van den mensch heillichten d^ken Want slnds avond te.
de oprechte vreugde van die drie ge- pretentie maken van eene zekere weel- lmarMefhaden die nlechtic had grauwe zak> vo1 oude kIeer
lukkige menschen te zien: Ik kon de, van - hoe zal ik het noemen?--- balTto? ziiie Ste ma- goed> schoeisel, gordijntjes,
grauwe zak, vol oude kleeren, linnen-
ue, van - noe zaï ik net noemen - gezworen baar tot zijne vrouw te ma- joed schoeisel, gordijntjes vloerklee-
het dan ook niet verkroppen en ^an geurniakerij. Maar de bedoelde ken Hare doode modder moet dien d®n- de afvaJ van ®ens "lk®n mans
net e inrichting, hoofdzakelijk bestemd ten eea gehoord hebben meneea- en God kleedij en huisraad, waarvoor hij
moest mn nart jucniem gerieve van de in de buurt geposteer d|n Hemel zul bem oordeelen, nu alleen maar een fooi aan de dienst-
„Nou, nou, ik geloof dat ra en moe de huurkoetsiers, vertoonde niets van hj. dien eed gebroken heeftWant meisjes luid gegeven,
veel van liet jufje houden zeide ik diea aard. Geen bouquetten van pa- scJhande alleen koll haar al dien tijd fvineers van ziin
lachend pieren bloemen; geen blinkend kope- uftbben doeil zwiigen. stompe vingers van zijn
11 j antwoord ren kooktoestdlgeen opzichtige pe- h' jk wSJ^nu niét meer in dat oude k°rte, groezelige handen hield hij
Met welluidende altstem antwoord troleunüampen, om een verleidelijk ,k ^n zoo ver mogelijk er van- een oud rood-en-zwart gestreept kar
de de moeder: „Och meneer, waa - hcht te werpen op de oudbakken daajj Kaan wonen hoe verder hoe pat zoo hoog hij kon en bekeek het
om ook niet? Zij is alles voor ons, broodjes en de min of meer verdacht li<vv.ov 1. ii er niet meer was. «••- m
en wij zijn aJles voor haar, en dan uitziende braadworsten. Niets bluffe- never- smas zij er mei, meer was.
moeten we elkaar wel lief hebben." rigs, dat de aandacht trekken en den *Iaar 111 <4 do negotie, zooals u hier
En LilJi vlijde zich tegen haar eetlust der voorbijgangers Jokken kon. z*e*- ^en 'k voortgegaan want een ,,1J "u c" uau 111 ^'ju gasmieu muuu.
moeder, keek haar zoo echt lief aan ^lles Pr°Pei' mi behoorlijk maar menscl1 'r;"1,oet ziJ'n brood, verdienen, een tabakspruim heen en weer schoof.
en drukte een -lane-em hnrteliiken „PodJeenvoudig, tot op het nuchtc-
De Jange antwoordde niet, maar
bekeek met aandacht de stof vaneen
kleine, verfrommelde vitrage, die op
den bodem van den zak lag.
Kost me 'n gulden
De ander wierp de vitrage neer en
zei
Koop je d'r 'n huis van en ver
volgde zijn weg.
Kalm stopte de koopman al 't ge
kochte weer in den zak, draaide het
slappe eind een paar maal om en
ging, zijn kar voortduwende, de
straat uit.
TENTOONjSTELLLN' GSMAN1E.
Terwijl men elders al zoo langza
merhand genoeg begint te krijgen van.
meneer En nu wacht ik hier op Niemand vertoonde zich in de
een langen, hartelijk™ """ïf"straat. De kinderen uit de buurt wa. ttwnlmm Kxuvvg re(slll, „WI.
re ai. „Want. ziet u. eenmaal misschien, ren rc-eds naar sohool en de moeders t voorbereiden van tentoonstellingen,
kus op haar lippen. |,»t Eo emverandïïuk Hls «U* -cliurk genoeg van haar heeft bezig aan ha nuiahoudentjes. heerscht in Belgie een fonneele manie
.En weet jullie nu wanneer dat e„ haarvaat z.Uen^ei. ^.J^danaJ- „g wlMp- bet ul|etode ïan het tot het houden van zulke reuzen-jaar-
>ek van dezelfde straat. En avond op „li^irien mït ien "kindje karpet op do straatsteenen .vouwde markten. De schitterende afloop van
ï'Ks^dVïïrter^ T het ui,' het rf
vnftr gele rozeu droeg dan zal zij denken Z1in blik. In het midden van het fn«r.=t..niivo- n. i,,,-,.K-
was?" vroeg Gérald en ontroerd
antwooixlde liij„Dat was op den boek
dag van de vreeselijke spoorweg-
ramp bij Bel-Air, en van den trein Itn hZ"erm^ oudei itlS "eTrtI fV" Wlk- !n "a', midden van het SKK Ü'S^ biOSen."^"^
waarin wij zaten, werden twee wag- kop van het warme, zwarte vocht te aaf*JJPJ1r thnif knrïen om ver kleed waren tW€ö langwerpige tafel- ter vorm doen aannemen. De inwo-
gons met bijna al de ongelukkige men- slobberen e-n een stuk brooder in te jP Pi- r i Jd-a «n ie 1 Xt «n gaten, waaraan losse zwarte draden ners van de stad Gent luidden welss-
schen er in. totaal vernieldIk soppen, de opmerking gemaakt, dat aV we"' meneert slierden; voor 't overige was het ge- waar hetzelfde plan opgevat, doch zul-
de oogen van den koffieman altoos al ««-e. menee eQ bijkans nöieT verschoten. }en ®r zick niee moeten tevreden stel-
ik ging weg Met hpl hnnfd -rorhi nn at, tipot lP d®°vl0°P del' WaarSChl.n-
zal bij dit schrikkelijke ongeluk maar ^i^aïdige "^zoekende
niet stil staan, jullie zult het je be- hongerige uitdrukking hadden. Uitge- ^a- lk !ieJ h°ofd zacht open neer jyk 1908, een provinciale- of natio-
paald nog wel herinneren. O, dat mergc.ide stakkers, wier keus voor üe gosciiieaeius w a, uiu 11e snee««- scliuddend, de onderlip breed voor- naie tentoonstelling te openen,
geraas der verwoeste rijtuigen, bet een nachtverblijf tusschen de slaap- plokken ïit-gcnnen t uit, zoo keek hij in bewonderende te- De Brusselsche wereldtentoonstelling
vreeselijk schreeuwen, gillen en jam- stee en de bruggen lag, oude zielen, J'J TCnffieman weende vredenheid naar het uitgespreide zal in 1910 vrorden gehouden. Reeds
meren der gewonden! en dan die die zich voor een iaatsten stuiver even Tk kook nog eens 0111 Hii was de vloerkleed. Toen bukte «hij zioh, vouw- sedert Januari bestaat een uit invloed-
wilde strijd In het leven, waarbij de ingespannen met zijn UniAm- Te
een ieder, zonder genade, als wilde kill|g' gemaakt, en zij praatten er over straat eoi nog altoos keek hij uit pe flguur het karpet weer 111 elkaar, weilug Van zich liet hooren, om de
dieren met al wat hem maar ten onder elkander, zoodat het mettertijd naar "aa wierp het in dc kar en klopte er een Luiksche tentoonstelling niet te be na-
dienste stond, zich aan den dreigen- onder hen eene manier van zeggen -^laar booa1 au een - paai. macd op met de vlakke hand. deelen. In dat comité hebben o. m.
den dood trachtte te onttrekkenwerd „Zoo honger^ als Kees Koffie- kan hem datgene Hij opende den grauwen zaJs en «tting de senator Georges Dupret, die
Jaren zijn sedert dien ««dwojMtee- fniere^erde mij den teruggeven, wat hij verloor. haalde er een Weedingstuk uit. Het Blussei.'lnül dl Mot. dê
gaan en nog staat dit v erschnkkelij- beginnö af zoo vaak ik langs hem Ik ik wist dat. Ik! Want ik was Cen korte, dikke winterjas, een vice-president der Kamii-. Neriiux.de
ke oogenblik met al z'n ellende zoo heen kwam. Er was in zijnen blik zelf wa> die scluirk geweest, van wicn soort jekker> een zware, blauwe, directeur van do Nationale Bank, Le-
i>n onmk M. Ti int. n.A rust. en de vei- -- - 1
EEN JOURNALIST ACHTER DE
GROENTEKAR
Een redacteur van den Matin"
Jiehtverkleurde vacht met twee rijen preux en de philamitroop Ernest Sol-
knoopen en wijde, ingescheurde vay.
knoopsgaten. De regeert 11 g zal der onderneming
Hij bekeek dc jas van buiten en van «teaflMe gumMl "h -t» Luiksche
tentoonstelling toestaan, en zal toe-
binnen, waar de zwarte voering een £temmlng gc,?on tot jlel oprichten van
oeetje gelig was gesleten, vouwde loterijen van 19U8 af.
haar toen langzaam op met 'n Er heerscht een heftige wedijver on-
voor een Ideedingstuk, voorsteden, die allo hun par-
ap en „suffisont" uitzog k™, g«™cn ter bescl.ikking willen
- stellen. Waarschijnlijk zal de keus op
duidelijk voor mijn geest, als ware iete"g(duTcl'igs, en"toch tete^'hopelooT hiJ sprak. En tot de rust en de ver-
't eerst gisteren gebeurd. Jullie kunt dat op mij indruk maakte, mij tegen g^fonis was zijn kind, zijn kleine
zich die gebeurtenis in het algemeen mijnen wil schier vervolgde. Wat was Millv, alreeds „naar huis" gegaan,
wel herinneren, maar over de bij- ket -\ Ik kon het mij niet verklaren.
zonderheden kunt ge eerst oordeelen, 5f'Ilag eigenl'jk «eheél. «ten
weg van rnijn luie, gemakkelijke jong-
wanneer ge, zooa.s ik. dit vernie- gezellonleventje. Maar toch, toen ik
lingswerk met eigen oogen gezien toevallig eens don man in de duister-
hebt, wat jullie, echter, behalve dat, nis had zien staren, trok hij mij door Icaa^tcui y?'1
niet kunt weten is iets, dat ik tot nu iets bijzonders aan, en dikwijls, wan- ÏSÏÏ tüf S00rt ontzag
toe voor een ieder geheim heb ge- n,e'er ik van mijne club naaa- mijne oehaa]d- Hij moet ei. uitstekend heb- d,at ör zoo kna
10e voor een ïeuer geneim neo ge woning terugkeerde, maakte ik een ben mt.gozien, volgens zijn eigen bo-
houden, wegens de afgrijselij khei kieineiï omweg, om langs zijn stalletje |chrijving: ..Wanneerik er als een hoven op het vloerkleed TtT"111" i
die er aan verbonden is... heen te slenteren Zoo geschiedde hot droevige en meelijwekkende groente- uuJ,en 'iei vioeiKieeo. dat. cr ook we,i ijet geschiktst voor is.
Men kon nu hooren, dat het Gérald op zekeren avond, toen d«- sneeuw koopman uitzag, dan verzeker ik u, Toen weer naar den zak. Zulk een beslissing zou ook den Ko-
moeite kostte \oort te gaun zijn «P Londensche straten lag en dai het niet voor mijn plezier was. Daar kwamen in een klomp achte- ning genoegen doen. <lie graag zou
i.i fi.)f h;j,r,ip o'ic hPt d® negotie slap was. dat hij mij zijne Het was erg koud. Een dunne blouse loos in elkander gefrommelde boor- z,en> ,dat Daekrii zien to: een vilia-
,V rl lïtTu tïrAni v veschiedciis wrtelde. H.j vertelde mij beschermde mij maar weinig tegen den< liassen. fronts> manchetten en kolome en tegelijkertijd tot een voor
ware toen hij fluisterend \Li\olgde. liie zoo stil. zoo eenvoudig, dat zij nog de ruwheid van een scherp windje, verkleurde strikken voor den dntr al- naam middelpunt van vermaak ont-
„Ik ben een der weinigen, wier te aandoenlijker er door werd. En Mijn versleten zijden pet was niet ,n], Wlkkeld<?-
leven als door een wonder gespaard toen wist ik waarom Kees Koffie- heel elegant, uitgeloopen schoenen en 5 uu' aPöeKruia, nier en a aai
is gebleveuToen ik na den vree- man's oogen altijd zoo hongerig ke- een afgeratelde broek voltooiden mijn gescheurd, niet slap er bij hangende, GEEN VERZOENING NOODIG.
selijken schok en het door en op el- ken- ®n wat het was, dat zij zocli- groenteboeren-toilet...." vettige dasslippen. Jaren geleden verschenen te Parijs
kaar vallen van mensciic-n en voor- n"I, - Waarom deze redacteur zich aldus Hij wierp de klomp en alles wat er twee paBtiek satiriek- bladen ..Het
wer hen veer tot miin. bewus- ziin se- uu naar mijn kind, me- vermomde De groentevrouwen van n0g bij hoorde op de kar en ging aan Scheermes" en ..De Schorpioen", wel-
'f® 10 nkn®er..»"J" meisje zeide hij. ..dat Parijs hadden zich bij de redacüe het sorteeren - de dassen strikjes, ke zeer verschilden van politieke rich-
komen 't «L 0111 been ,i,,o janr «ledeo van mij wegging, en van den „Matiu' beklaagd over liet boorden «ng «Ut»«l-r met vent-ede lief-
ais een vorinlooze massa - verplet- waar ik sedert nooit meer iets van ruwe optreden der politie. Om dat -'Pb ,uu aui ecncn. ironis, xxioraen, ^-hoid bestreden.
terde en gewonde menschen, door de heb gehoord." eens nauwkeurig jte onderzoeken acht- en manchetten aan den anderen kant. E!k de,r j>cide bladen gaf daarbij
1 vlammen verschroeid en onder dien »M'aar ging zij dan heen? Waar te het blad deze maskerade noodig. Een der fronts bekeek hij langer jjiijKcn van zooveel geest dut het eene
stunpl rlien hertr van heweptrlooze Wee' Z1J (l,an,vroeg ik. Ea zoo ging dan de heer René Bures, dan de andere. Ilij lei het even vóór al even vermakelijk was om te lozen
misvormde lichamen waven ook de vi"' lk vf.'1l*t0^n'meneer... üd van de redactie van den „Matin". zich neer en haalde in een talmen als het andere, on beide werden week
misvoin.de lichamen waien 00K de Ml]n„ vrouw zei dikwijls tegen mij in het boven beschreven gewaad, met handereeo een hoonie snuisterijen op weok gretig gekocht door liet pu-
man en «de vrouw die nog kort ge- .,,as goed op hoi kind. Kees; als ik juffr0uw Giaccardo en haar groente- "J tI»h„rr.u. hpmfl bliek, dat zich kostelijk vermaakte ais
leden, zoo vroolijk, zoo levenslustig r m meer ben En d i: oeloofde kar de straten van Parijs door, zoe- un zijn zaK, scnaireiae er een nema- het zag hcK, hpt .scheermes «len
waren en zich zoo gelukkig met hun lk d5iar' kende naar brutale politie-agenten. knoopje uit en stak t aan het iront. „Schorpioen" bloedig sneed en kerfde
oenig kind gevoelden toen ik op --'""V ,^cu nog oen kiem ding, He- Was een ..zuur werk als knecht Daarop maakte hij de enkele knoo- ©n hoe de Schorpioen" naar links en
reus een verschrikkelijk gejammer hnren^WJiten hLïP6de bïbv" van eV' bToento-ventende juffrouw op pen van zijn vest, die nog vastzaten, rechte giftige steken gaf.
1 o orde tk zag op en het was de i© ©n rndnl wJi zH nnl le lreden' Buros moest de kar du' los en deed zich het frontje voor. Het Een Parijsch vvijsge. r en menschen-
0 e' 8 le UOt"len«U dat was ZIJ ook wei en maakte hij dien ongewonen <.lnnj «m ziin hate Hii uaste vriend vond h,e-t jammer, dat twee zoo
Kleine LilJi, die met gebroken beencn meneu-, oen 111001 kind, zooals er ooit arbe'id herhaaldelijk keunis met trot- Rust om zijn hals hij paste gees| .ge Inaavncn als do redacteure
zich traevhtte op te richten. een geweest is. En toen zij zoo op- tonbanden en aapjes-koetsiersvoor- eeniSe boorden aan doch de meeste yan dje biaden hunne krachten vcr-
Haar blonde haren waren ver- e»'°<mte, i«)ön bleef zij mooi, en zij ovei. de jaatsten klaagt hij want waren hem te W13d- Eindelijk, na spilden in cen zoo mitteloozen strijd,
brand, haar oogen gesloten en het \Vl niet alleen scholden zij hem 'voor: herhaald probeeren, had hij er een terwijl zij veroeriigd. in dienst van
was alsof ze bij instinct m n handen ™or^ilkas? - de kleine me!d en ik I''esPèce d® veau r Qla}U- ziï sloe«ea S®vonden, «lie de juiste maat het emgroote eddle zaak. zooveel goeds
wilde grijpen! „De menschen zeiden, dat ik haar 'iaar.he^ raet de zweep of poogden meest nabij kwam. Het was een heel tc bepro©,-©,, hen te ver-
En wat deed ik toen bedierf en een dametje van haar^s ju?fV0uw G?accardo zelf den vva- n°°P ?Gt 0,"ge1slagen punt]e^.' wel' zoenen en noodigde de beide heeraa
O m'n goede vrienden, kan het maakte. Nu. dat kan vvel wezenIkj_ overnam was Bures een ke axd Serafeld' hem nu en dan in op een fjjn SOUper. Door lekker eten
mensctuilijk tejln op zulke oogenbjik- iulde go™" S
ken gaan dtteten. of op Jabrtek^ j Tu'UbrL^en no'g maar een Z
Ulen d**- slechts één genoodigde r en ulfge-
a 1Jti Het Jichaam een weinig over de ,cer(j niejaneboliek mam met een zeer
int h tn J t kT kar gcboSen. trok hil den ho0'1 ver" onbeduidend voorkomen,
ken om bif do^fruftkar^e b^iven frommelde dassen naar zich toe en De gastheer sprak oeniran tijd met
Op den bSulta'ïï'sMnbGe^aln, bezag ze, de een na de andere Ein- been «.jroeg toeobe^dl:
op den hoek van de Rue de l'Echan- delijk had hij zijn keus gevonden - ^fe sp^rkenV Zijt vij le redac
dée, kwam een dame aan de kar en een forschen, vuurrooden strik, dien teUJ. yan Scheermes" óf van ..De
kocht van alles. Terwijl de groente- hij, na een beetje gewurm, om zijn Schorpioen"
vrouw d© klant hielp, kwam een' po- boord vastlegde. Ik ben de redacteur van die bei-
litie-agent en^ gebood op barschen j- was de zaak nj©t uitgeput. de bladen, was hot verrassende, met
j eene holle arafstem gegeven antwoord
gisch kunnen denken en een besluit ruw werk te dóen met hare zachte,
nemen?... blanke handjes. U zult dat wel raar
Laat ik maar niet van de hersens vinden, meneer, voor iemand als ik.
of het verstand spreken. O, ik weet (iio toch maar tot «le kleine menschen
liet zoo zeker, dat het verstand met behoor. - .nanr dat was nu eenmaal
mn daad niets le maken had; m'n ""^ru'nu toch een duitje in haarzak
hart alleen dreef me er toe. to hebben, bepraatte zij mij om haar
Opeens zag ik in dit benauwde als model te laten zitten voor deschil-
oogenblik heel duidelijk de ziel van 1
den vader, de ziel der moeder, die
om het kind zweefden en het wan
hopend tot zich riepenik weet
niet wat het wasmaar dat kan
dors. Dat was cen makkelijk baantje
waar goed voor betaald werd, naar
zii had hooren zeggen, en. ziet u,
zoo konden wij toch nog samen bij
elkaar blijven.
..Nu, eens op een zomeravond kwam
toon doorrijden.
Beleefd en zachtmoedig zei de re
dacteur-groenteknecht
o - v eene none ktuim'-iu v
Nu kwam er vrouwengoed Yan den uitgeleerden man.
I den dag 'n paar zwarte dames-