NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
^Tss^-^w«sss: °°kuf,ven^'dt6lde rren
23e Jaargang. No. 6860
Verschijnt dageiijk-. behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 7 NOVEMBER 1906 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
s*iaakdenj ^ÈSÈÊ^* .jjjyaF ^an 15 (egels -50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem - - - 1.20 -laarlera van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel,
'f00r2em^tef #aar.een Agem,ge.ves>tigd iS de: „,.30 ^S®|P Grooie letters naar plaatsruimte. Bi] Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland l l l 1 I I I 1 1 ll65 Kleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 «naai betalen.
Afzonderlijke nummers fMSfé Redactie en Administratie; Groote Houtstraat 55.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37>£ fli
de omstreken en franco per post „9.45 Mr^mmunaal Telefoonauisscr der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Ucnrens Costêr. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij Zutè». Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentie
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G- L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bts Faubourg Monimartrc.
Stadsnieuws
I
SPOORWEGWERKEN TE
HAARLEM.
In aansluiting aan de verschillende
artikelen, die wij over de groote spoor-
weg-werken alhier, reeds gepubliceerd
hebben, ontleenen wij thans aan een
overzicht van deze werken in het
,,Hbld." nog het volgende
„Als men thans, op het oude perron
staande, naar de nieuwe werken ziet,
staat men verbaasd over hetgeen in
dien betrekkelijk korten tijd is ver
richt vooral als men daarbij bedenkt,
dat de geregelde treinenloop geen
oogenblik vertraging mag ondervin
den. Wie ook maar eenigszins met de
Haarlernsehe spoorwegtoestanden op
de hoogte is, weet wat hert. voorgaan
de zeggen wil, bij het groot aantal
treinen, dat van of naar Amsterdam,
Rotterdam, Zand voort en Uitgeest dit
station binnenkomen en verlaten.
Een drukken en moeilijken tijd
hebben directie en aannemers achter
zich, vooral het wijzigen en weder
aansluiten der sporen, waarvan, sorns
zeer veel werk in één enkelen nacht
moest plaats hebben.
Het eerste gedeelte van het in Mei
aangevangen werk is gereed en om
vatte het wijzigen der sporen op het
bestaande emplacement, het aanslui
ten der spoorlijnen uit de bovenge-
I noemde richtingen aan dit gewijzigde
emplacement, het afbreken van ge
bouwen en woningen ten noorden van
de spoorbaan om het terrein vrij te
krijgen voor den aanleg der nieuwe
sporen, het verleggen van overwegen,
enz.
Het tweede gedeelte, hetwelk thans
onderhanden is, omvat het maken der
I perrongebouwen, de personen- en ba
gage-tunnels, inclusief de trappen,
het grootste gedeelte van de viaduc
ten Jansweg. Kruisweg en Bolwerk,
de bestelgoedereniloods met oprit, per-
rons, liet tijdelijke hoofdgebouw ge
legen aan het Keimemerplein, alsme
de de steunpunten voor de stations-
overkapping.
Dit tweede gedeelte is zeker niet het
minst belangrijke van het werk dat
j ziet men aan de lange rijen gemetsel-
1 de bogen, die voor de perrons dienen
(waarvan het midden-perron pl.m. 28
M. breed en moer dan 400 M. lang
wordende, zelfs voorbij den Jans- en
i Kruisweg komt to liggen), en aan
de zwarte muren voor de viaducten
en tunnels, welke in hoofdzaak van
graniet- on siersteenbekleeding wor
den opgetrokken en reeds zeer verge
vorderd zijn, alsmede aan de groote
hoeveelheid zand, die voor terrein-
ophooging noodig is en uit Driehui
zen per spoor wordt aangevoerd.
I Verder werd de brug over dc West-
singelgracht verbreed en de muren
van de daarbij aansluitende viaduct
gedeeltelijk opgetrokken, welk werk
men dit jaar hoopt te voltooien.
Het nieuwe bestelgoederengebouw
aan de zijde van den Jansweg, well:
gebouw ongeveer 70 M. lang en 12M.
i breed wordt, is reeds zoo ver gevor-
i derd, dat met het stellen der ijzeren
bekapping kan worden aangevangen,
j Blijft de weersgesteldheid nog 5a li
weken voldoende om met de metsel
werken door te gaan, dan zal men 'it.
I jaar nog een aanvang kunnen maken
met de oplegging der ijzerwerken voor
viaducten en tunnels. Met de perron-
gebouwen en tijdelijk -hoofdgebouw
I wordt een aanvang gemaakt in het
voorjaar r an 1906, en moeten deze
werken in dat jaar voltooid worden.
Het. derde gedeelte van het werk om
vat het afwerken van grond- en spoor
werken, het verlengen der viaducten
(wanneer het spoorverkeer overge
bracht is op hot nu in aanbouw zijn
de gedeelte), het voltooien dei- water
leidingen en het maken van eene ver
hoogde los- en laadplaats.
Het omschrevene in het eerste en
2de gedeelte moet in Oct. 1906 gereed
zijn, om daarop den spoorwegdienst
over to brengen en het geheele werk
in April 1907 worden opgeleverd.
Zooals men zal hebben opgemerkt,
is het bouwen van het nieuwe hoofd
gebouw (hetwelk weder op die plaats
zal komen van het bestaande en ver
bonden wordt imet tunnels naai' het
Kennemerpleio en de middienperrons)
niet in de voorgenoemde werken op
genomen hiervoor wordt een afzon
derlijk bestek opgemaakt voor de aan
besteding, terwijl binnenkort de ont
werpen voor de nieuwe bi*ug over het
Spaarne aan de Regeering zullen wor
den ingezonden.
Het maken der uitgebreide ijzeren
stations-overkappingen, welk werk
geraamd wordt op ongeveer 500.000,
wordt den 6den November a.s. aanbe
steed.
Aan het hoofd dezer belangrijke
spoor wegwerken te Haarlem staat de
hoofdingenieur van weg en werken
der H. IJ. S. M., de heer J. J. s' Ja
cob, terwijl met de directe leiding be
last is de ingenieur aan voornoemde
Maatschappij, dé heer L. C. Wesrthoff.
te Haarlem.
Binnenland
HEIDEMAATSCHAPPIJ. ZOET-
WATERVISSCHERIJ.
Afgevaardigden van de afdeeflingen
der hoof daf deeling Zoetwater vis-
scherij" van de „Nederlandsche Hei
demaatschappij" kwamen Zaterdag
ochtend in het gebouw „Krasnapols-
ky" te Amsterdam ter bespreking van
het ontwerp-wet op de zoetwatervis-
soherij.
Tal van afgevaardigden waren op
gekomen. De vergadering werd geleid
door den voorzitter der „Néderland-
scho Heidemaatschappij", don heer
H. J. Lovink, directeur-generaal van
landbouw, aan wiens rechterzijde had
plaats genomen de heer J. D. Veegens
minister van landbouw, nijverheid en
handel. Onder de aanwezigen werden
o.a. nog opgemerkt de inspecteur van
landbouw, cle heer F. A. Löhnis; de
Commissaris der Koningin in Noord-
Holland:, mr. G. van Tien'hoven, de
leden der Tweede Kamer mr. Tyde-
maw, Hugenholtz, De Boer, Duymaer
van Twist en mr. Z. van denBergh.
De voorzitter opende de vergadering
meteen rede, waarna de besprekingen
over het ontwerp een aanvang na
men.
Na afloop der ochtend-bijeenkomst
vertrok de Minister wegens ambtelij
ke bezigheden.
WAAR BLEEF DIE ZOO LANG
Als curiositeit deelt, men aan de
Nbr." mede, dat een diemstkaart aan
het adres van den burgemeester van
Udenhout, d.d. 28 December 1893, door
Burgemeester en Wethouders van Ven-
lo verzonden, eerst den 20sten Octo
ber j.L in zijn bezit is gekomen, na
een reis van bijna 12 jaar
Bedoelde kaart is ten postkantore te
Venilo afgestempeld 28 December 1893
om 121 's nam. te 's-ITertogenbosch
19 October 1905 om 56 's namiddags;
te Udenhout 20 October 1905 om acht
uur 's voormiddags.
AFSCHAFFING VAN DE DERDE
HERHALINGSOEFENING.
De Volksbanier", orgaan van don
Nedérl. R.-K. Volksbond, behelst een
oproep aan R.-K. miliciens en oud
miliciens. tot bet stichten eener orga
nisatie, beoogende het afschaffen dei-
derde herhalingsoefening, en aanvan-
gende met een verwijzing naar de be
reden korpsen, voor welke slechts twee
zulke verplichtingen zijn voorgeschre
ven.
Als reden voor de propaganda van
haar streven geeft de commissie, bij
schrijven van haar rapporteur, P. J.
J. Haazevoet-, op dat de afschaffing
van allergrootst belang is
le. voor de betrokkenen;
2e. voor handel en industrie
3e. voor cle maatschappij, en dit
geen verder betoog behoeft.
Het werken van den bona zal baars
inziens wel geen onmiddellijk succès
hebben, langdurige en volhardende
agitatie zal noodig blijken.
Verder wordt gewezen op de te ne
men proef met de landweeroefenin
gen. welke heel bescheiden, beperkt
zijn tot tweemaal zes dagen gedu
rende zeven jaar.
„Maar", zegt de oproep, „men kan
er zeker van zijn, dat hier in het klein
is begonnen, om de lasten steeds
zwaarder te doen worden" dus'(uit
breiding te verwachten'want ook de
militie-diensttijd was vroeger 5 jaar,
is nu 8 dito en heeft bovendien een
dessert van 7 jaar landweer.
De vrees zit er blijkbaar in. immer-
de rapporteur schrijft.
„Ik heb hier twee feiten genomen,
welke hun nadeelige gevolgen direct
voor huisgezin en maatschappij doen
gevoelen. En als het op den weg
voortgaat, waarop ons land zich :n
cle laatste jaren bevindt, dan krijgen
wij nog heel wat militaire „zegenin
gen" te „genieten?'.
En verder
„Behalve deze dingen, welke voor
de verlofgangers van belang zijn
kunnen er nog ettelijke genoemd wor
den, waarbij de miliciens in actieven
dienst betrokken zijn. Maar waartoe
is bet dienstig, dat alios op te noe
men. wat eiken milicien bekend is."
i Bij voldoende sympathie za.l de weg
waarin de beweging gestuurd moet
worden, zich van zelf aanwijzen.
Mr. VOO TE.
Blijkens een hij de familie ontvan
gen telegram is Zaterdag te Batavia
overleden de heer mr. J. R. VoiUe. lid
van het Hooggerechtshof in Indië.
TWEEDE KAMER.
S taatsbegrooting.
Het voorloopig verslag over Hoofd
stuk I der Staatsbegrootinig Ls ver
schenen. Vaar den inhoud cloolen we
allereerst mee, wa.t over Grondwets
herziening werd gezegd.
Do aankondiging der Grondwets
herziening was door verscheidene le-
den met- verwondering vernomen, daar
deze bij de aJgemeene verkiezingen
geenszins de inzet was geweest.
Gevraagd werd, welke regeling van
liet kiesrecht het Ministerie beoogt.
Enkele andere leden hadden voors
hands bezwaar, mede te gaan met
een Grondwetsherziening, die, for
meel strekkende tot het overlaten van
de regeling van het kiesrecht aan den
gewonen wetgever, in werkelijkheid
moet dienon als een eersten stap tot
invoering van algemeen stemrecht.
Eon derde groep zou boven een
blanco-artikel aan opneming van be
palingen tot invoering van ailgemeen
stemrecht Ln de Grondwet de voor
keur hebben gegeven. Van verschil
lende zijden wetrd op nadere inlichtin
gen omtrent den aanvang der op
dracht aan cle -staatscommissie voor
de Grondwetsherziening aangedron
gen. Bovenstaande beschouwingen
vonden bij vette leden tegenspraak.
Gevraagd werd, of liet de bedoeling
is met de behandeling van de verdere
regeling der arbeidersverzekering te
wachten, tot cle tot bestrijding daar
voor noodige uitgaven verêischte ver
sterking dor middelen -zou zijn verkre-
gcn. Met betrékking tot de ouder
doms- of invaliditeitsverzekering werd
het door het ontwerp van 'het vorige
Ministerie gehuldigde Duitsche stelsel
van staatsvoogdij afgekeurd. Eenige
andere leden bepleitten decentralisa
tie bij de regeling der arbeidersverze
kering.
Men vroeg, welke de plannen van
hél Ministerie ten aanzien van de
Arbeidswet zijn, over welker intrek
king do Troonrede zwijgt. Eenige le
den d/rongen aan op invoering van
kosteloos openbaar onderwijs en hoop
ten, dat het Kabinet in anti-militai-
ristischen geest zou werkzaam zijn
en aanzienlijke bezuinigingen op de
militaire uitgaven op den voorgrond
zou stellen. Andere leden, die de de
fensie het strikt noodige niet wilden
onthouden, sloten zich aan bij den
wen so h naar bezuiniging, waar die
eenigszins mogelijk zou blijken.
DE STALLEN OP HET LOO.
De kredietaanvrage voor den- aan
bouw van nieuwe stallen mét aan-
hoorigheden «op het Loo vond bij v-elo
leden bezwaar.
Eenigen «achtten haar in strijd met
de Grondwet. Zij meenden, dat, waar
aan het grondwettelijk voorschrift
om voor den Koning zomer- en win
terpaleizen in gereedheid te brengen
voldaan is, voor restauratie niet meer
uit 's lands schatkist mag verstrekt
worden dan cle in art. 25 der Grond
wet vermelde som van ƒ50.000. Ook
werd aangevoerd, dat die Grondwet de
geldelijke verhouding tussohen den
Koning en den Staat op vasten voet
heeft willen regelen en daarom ook
voor het onderhoud der paleizen een
bepaald bedrag heeft genoemd, dat
dan echter ook niet overschreden mag
worden.
Hieraan werd nog toegevoegd, dat
wel is waar vroeger de bouw der Ko
ninklijke stallen te 'sGravenhage voor
rekening van, den Staat geschied is.
maar dat dit niet aLs een antecedent
kan beschouwd worden, omdat de
omstandigheden gehedl andere waren.
Toen was het te doen om het over
clrie gebouwen verdeelde departement
der Koninkliike stallen iai één ge
bouw onder te brengen. Een dier ge
bouwen was niet meer in voldoenden
staat te brengen. Een der beide an-
ck-re werd benut voor het rijksarchief.
Bovendien vloeide door verkoop van
.terreinen eenie bate van 11/2 ton in de
schatkist terug.
De meeste leden konden zich met
deze beschouwingen niet vereendgen.
Zij merkten op, dat kosten voor aan
bouw van nieuwe stallen onmogelijk
kunnen worden beschouwd als kosten
van onderhoud, en dat dus van strijd
met de grondwettelijke bepaling be
treffende de kosten van onderhoud der
paleizen hier geen spra.ke kan zijn.
Daarentegen legt de Grondwet aan
den Staat cle verplichting op zomer
en winterpaleizen vow den Koningin
gereedheid te brengen en onder dit in
gereedheid brengen is, naar men
meende, in gereedheid houden be
grepen. Men vroeg, of, indien een
der paleizen afbrandde, niet iedereen
den Staat verplicht zou achten de
uitgaven voor den bouw van een
nieuw paleis voor zijne rekening te
nemen.
De Staat voldoet dus slechts aan
zijne grondwettige verplichting, wan
neer bij voor behoorlijke inrichting
der paleizen zorgt. Overigens achtte
men voor tegenspraak kwalijk vat
baar, dat het brengen van den bouw
der Koninklijke Stallen te 's-Graven-
hage ten laste van den Staat als een
antecedent is te beschouwen. Het aan
gevoerde verschil van omstandighe
den doet met betrekking totderechts-
quaestie niet af.
Andere leden, «die de grondwettig
heid van dezen post niet betwistten,
hadden desniettemin bezwaar tegen
deze uitgave, omdat zij van cle nood-'de hoogleeraar door zijn schrijven
zakelijkheid nog niet overtuigd wa- bij liet publiek twijfel heeft gewekt
ren. Er waren naar hunne meening aan de juistheid eener uitspraak,
JSi T.?S S°±£i,Slge?! hU misschien had kunne., voor-
die veel dringender voorziening pi- J
schen. Waai- naar de meeding der re
komen."
geering voor tal van zeer nuttige za-Ten slotte verklaart het „Weekblad
ken geen gelei kon worden uiigetrok- voor het Recht" niet te aarzelen in
ken op grond van den toestand der de uitspraak, „dat dit strafgeding
financiën, daar keurden zij het af, wederom treffend illustreert de drin-
dat deze post voor stallen op cle be-«
grouting voorkwam. Daartegen werd.gende noodzakelijkheid van de her-
aangevoerd. dat hier zeer zeker vanv01'imng van ons strafproces, meer
eene weelde-uitgave geen sprake isin het bijzonder voor cle afschaffing
dat de bestaande stallen op Hot Loo van het oude en verouderde inquisi-
geheel onvoldoende, ja zelfs zeer ge- torisch vooronderzoek „Wij hopen
brekkig zijn en dat niet alleen geld bijna heet het dan verder dat iö
wordt aangevraagd voor stallen, maar 3 'A
ook voor verbetering van huisvesting aei mei behandelde geval met later
van personeel, wat in de omsehrij-van eene gerechtelijke dwaling blij
ving van den post behoort te worden j ken zal, omdat wij niet overtuigd
uitgedrukt. zouden zijn, dat die dwaling niet
Ook de leden die in beginsel togen had kunnen zijn voorkomen. Doch
dat de aangevraagde som zeer hoog, 1eiec"t mocht zijn veioordeeld
is. Immers door aanneming van den)w&t wij niet beoorcleelen en dus ook
'uitgetrokken post zou besloten worden niet betwisten dan nog is naar onze
tot het uitgeven van een totaal bedragovertuiging die veroordeeling ue-
van f 634.000. Men betwijfelde, ofhet grond op een onderzoek, dat de kie-
noodig is voor dit doel een zoo hoog
bedrag uit te geven. mén eener mogelijke dwaling in zich
omdraagt. Herziening van ons straf-
j proces is een dure plicht voor onzen
wetgever, waaraan wij niet zullen
DE AMSTERDAMSCHE
VERGIFTIGINGSZAAK.
Bij de behandeling der zaak-Van
der Kaay voor het Amsterdamsch
gerechtshof, werd door «den veixledi-
ophouden hem te herinneren.'
SPEELCLUB TE ROTTERDAM.
r vi- i De te Rotterdam bestaande afdee-
ger, mr. L. W. van Gigcli een rapport i; c- - n- t
vn„ „„f B„1 S van d<! Socétc tie Bienfaisance
van prof. Pel overgelegddaarna
verscheen in het „Ned. Tijdschrift
voor Geneeskunde" (in 't nummer van
14 October 1905) een artikel van prof.
Pel, waarin hij een nadere beschou
wing over zijn rapport gaf.
Thans bevat het „Weekblad van
het Recht" (nummer van 3 Nov.) een
artikel, getiteld „Strafrechtelijk on
derzoek" over deze kwestie.
Na 'n korte uiteenzetting der zaak
maakt 't „Weekblad van het Recht"
Zaterdag ontruimd.
Dit besluit staat waarschijnlijk in
verband met een dagvaarding van
eenige leden door de justitie.
DE STRIJD IN DE BOUWVAKKEN
TE AMSTERDAM.
De „uitgeslotenen" zijn Zaterdag
op de meeste werken weer aan den
arbeid gegaan.
Dit aantal werken bedraagt 22-
De groote stagnatie in de bouw-
eerst een op.nerkmg over de houding bedrijven kan dus vrijwel als onge-
v an prof. Fel, die, naar men zich heven beschouwd worden
herinneren zal, zich niet bereid toon- Blijven nu nog overde heieresta-
als deskundige voor het gerechts- kin? met de ters" daarvan
gedagvaard, iiëze on- en Je solidaritettrijeweging, ,1e „be-
1 Standfvheid ™)da[ellde .Ult de °™-smette" werken van de hoeren Schut
-t.i taligheid, dat het niet tot z.jn en de heer Kloots betreffende,
idealen behoort voor de Justitie te Dc duur der heiersstaMng u niet
terse.,ijnen, ook met als deskundige, bepaleili de raannenKscllijnen
om redenen, die h,j voor de lezers vooreerst nog niet aan „toegeven" te
va net lijdschnft voor Genees- denken: aldus ten minste een hun-
kunde wel niet nader zou behoeven ner leiders
tc ontwikkelen. 'De „slachtoffers" zullen eerst ge-
Wen (h.°°81';el;aar baat zijn met een opheffing der hei-
Ken was dat het in eersten aanleg ersstnking
gegeven deskundig oorded tot ern- Èn wat 'de solidariteitsbeweging of
stigen twijfel kon aanleiding geven, beter gezegd, de straatrelletjes be-
are het zeker verklaarbaar geweest. trcft. indien dc politie zoo tactvol
indien hij zijne aanvankelijke wei- Wij,t optraden als zij tol nog toe ge-
gerntg teruggenomen had en den llaa„ heeft, zaj dat zaakj? vanralf
verdediger van de inachtneming der ..,ej doodbloeden.
gestelde voorwaarden had ontslagen.
Indien iemand de mogelijkheid moet' EEN AVONTUUR VAN DUNCAN,
onderstellen, dat hij door zijne we- Bij aankomst te 's-Gravenhage
tenschappelijke verklaring een be-miste Isadora Duncan dezer dagen
klaagde wellicht kan redden van eeneen valies waarin een groote waarde
wetenschappelijk niet volkomen ge- aan juweelen en kostbaarheden aan-
rechtvaardigde veroordeeling, wegens wezig moest zijn. F.r werd naar Rot-
cen hoogst ernstige aanklacht, dan terdam getelegrapheérd en het ge-
behoort hij zich het onaangename, lukte den snorder te vinden die de
dat in het gehoord worden als Hes- [hem onbekende dame naar het sta
lkundige kan gelegen zijn, te getroos-tion had gereden en inderdaad later
ten. ook al behoort dit gehoord wor- in zijn rijtuig het valiesje had gevon-
den, wat trouwens wel bij iedereen "den en bewaard tot er navraag naar
i hel geval zal zijn, niet tot zijne idea- 'gedaan zou worden. Het is derdan-
i len. Wij moenon, dat voor deze op- seres dan ook weer ter hand gesteld
i meriting tc meer grond bestaat, nu kunnen worden, maar de snorder, die
Fenllleton.
EEN VAN MIJN ZOONS;
Door
ANNA KATHERINE GREEN. j
55)
Weer kreeg ik een hovigen duw
van achteren en dat bracht mij in
zooverre tot bezinning, dat ik weer
kon kijken naar het wezen, dat mij
de verloren Mille-fleurs weer in her
innering bracht. Ik verwachtte hoe
Icon het anders? ik verwachtte een
vreemd gelaat en onbekenden glim
lach te zullen zien. Maar het was
haar gelaat, haar glimlachen de
gestalte omhangen met kleeren, zoo-
als ik ze nooit zelfs in mijn ergste
droomen niet vereenigd bad met de
vrouw, aan wie ik mijn naam gege
ven had, was dié van haar. Beston
den er twee zulke vrouwen Twee
met zulke gewoonten en zoo'n genie
Half bewust en half onbewust van
het handgeklap, dat om mij losbarst
te. keek ik haar aan, rechtstreeksch
in de oogen toen plotseling wendde
aÜ zich om en aan haar ontstelden
blik begreep ik. dat zij mij herkend
had. Het was Mille-fleursMille-
fleurs De vrouw, die ik begraven had
was een vreemdelinge en zij, die
voor tijdverdrijf diende van de me
nigte op straat was mijn vrouw!
Terwijl zij nog danste, ofschoon
plichtmatig en met onverwachte pau
zes. bracht ik haar door mijn vasten
blik tot stilstaan en hield haar onder
dien blik, totdat de menigte genoeg
zaam was gedund om haar onder liet
afdak van een naastbij zijn den winkel
te brengen.
Toen ondervroeg ik haar omstan
dig en toen ik alles begreep, vroeg
ik haar of zij met mij mee wilde
gaan en gekleed en gevoed wilde wor
den. Zij antwoordde mij met een ver
schrikten blik.
Ik kan nietriep zij uit en liet
treung het hoofd hangen. Ik ben het
niet waard.
God Weet, wat mij toen door het
hoofd ging. Ik voelde haar ellende,
zooals ik mijn eigen nooit gevoeld
had een ellende des te sterker uit
komend' in tegenstelling van de vreug
de. die zij een oogenblik te voren
zoo openlijk aan den dag gelegd had,
en opnieuw voelende hoe" de" oude
liefde in mijn hart nog bestond,
vroeg ik haar kalm of zij alle liefde
voor mij verloren had.
Zij keek mij snel aan en ik zag een
flikkering in haar oogen toen zij aar
zelend fluisterde Neen. Maar. haast-
te zij zich er bij te voegen ik kan
niet leven in groote huizen onder de
oogen van menschen, die mijn ma
nieren vreemd en slecht vinden.
Ik nam haar mee naar een hotel. Ik
kocht kleeren en eten voor haar,
waarom zij lachte als een kind. Toen
vertélde ik haar wat ik van plan was
voor haar te doen. Ik zou een huis
voor haar koopen op het platteland,
waar zij geen vrees behoefde te heb
ben voor onbescheiden blikken. Daar
zou zij wonen met een vrouw, die ik
kon vertrouwen en die vriéndelijk
voor haar zou zijn. Een piano, mu
ziek. bloemen, boeken dat alles
zou zij hebben, en als zij na verloop
van tijd verlangen mocht krijgen
naar ons kind, dan zou ik het haar
brengen.
Dacht zij niet in zoo'n huis tevre
den te kunnen zijn Zou het niet be
ter zijn dan de koude en vuile stra
ten en dit wilde dansen voor onver
schillige oogen
Zij, antwoordde met een betuiging
van liefde, die op dat oogenblik har
telijk gemeend was. Maar. helaas
na enkele maanden van vreedzaam
verblijf in het mét rozen begroeide
huisje, dat ik voor haar had "aange
schaft, verliet zij mij weer en was ja
ren lang verdwenen.
Maar nooit ben ik opgehouden haar
te zoeken.
Ik zocht alle achterbuurten en don
kere pleinen af. in de hoop haar, die
in weerwil van alles nog altijd haar
plaats in mijn hart bezet Meld te
ontmoeten. Ik ging steeds vfiort met
mijn nasporingen en eindelijk werd
mijn geduld beloond en vond ik haar
weer.
Zij was in een lage danszaal, maar
danste zelf niet. Zij keek alleen naar
een andere vrouw, die trachtte na te
doen wat door de kracht van haar
geuie eens een heel ander publiek
dan deze menigte had toegejuicht,
Toen zij mij zag en dat gebeurde
misschien gauwer dan voor ons bei
den gewenscht wa?. zag ik weer dé
oude uitdrukking van schrik in haar
oogen. maar vermengd met iets als
dankbaarheid over mijn trouwe lief
de en zorg hetgeen de ijskorst om
mijn hart deed smelten en de oude
hoop voor een beter leven deed ont
waken. Maar zij volgde mij niet. toen
ik cr haar om smeekte ook kon ik
haar niet dwingen dat te doen zon
der een scène uit te' lokken, dat
noodzakelijk aller oogen op ons zou
vestigen.
Maar als ik haar geld gaf dan be
loofde zij mij den volgenden dag in
het huisje in New Jersey te zullen te-
rugkeeren.
En dat deed zij: maar haar verblijf
duurde kort en het werd een ge
woonte van haar om daar voor een
enkel dagje terug te komen, en dan
weer heen te gaan terug te keeren
als de lust haar daartoe bekroop of
als zij trachtte te vluchten voor de
duivelachtige machten, die haar
steeds meer en meer tot het. bedwel
mingsmiddel lokten.
Zij vond altijd iets om haar voor
die bezoeken te beloonen een of an
dere verrassing in den vorm van een
nieuw artikel om zich te amuseeren.
Geld had voor mij alleen in zooverre
waarde als het mij de macht gaf eon
anderen schakel te brengen in den
keten, die haar aan een beter loven
bond.
De vrouw, die orders had om dit
huis voortdurend gereed te houden
voor haar eigenaardige bezoekster,
was even bescheiden als sympa
thiek.
Eenige malen heeft zij de deur ge
opend voor een havelooze, slordige
vrouw, die den volgenden morgén
zat in een prieel van rozen, gekleed
in het fijnst cashemier en met mooi
uitgekamde schitterende lokken.
Eens vond ik haar zitten terwijl zij
bezig was aan haar doorgeloopen In
vroren voeten heerlijke zachte en
warme pantoffeltjes to trekken, dan
lachte mijn lieveling van genot, tot
dat die zachtheid haar een last werd
en zij ze uitwierp om te dansen.
Maar de wilde havik kan niet ge
temd worden. In weerwil van al onze
moeite vluchtte zij weer. en tijdens
dit laatste jaar kwam zij slechts ééns
terug.
Toch geloof ik, dat zij zich dit jaar
meer tot mij heeft aangetrokken ge
voeld dan in al den tijd van ons hu
welijk. Maar zij was zich haar on
waardigheid meer bewust. Zij bad
geluisterd naar de godsdienstige lie
deren van het Heilsleger en gevoelig
voor indrukken van dien aard, was
zij de zangers gevolgd in hun gebou
wen en luisterde naar de goed©
woorden, die daar gesproken worden.
Toen ik dat hoorde, kon ik niet
meer van die bijeenkomsten wegblij-
ven, ofschoon ik noch aan het eene
einde der stad. noch aan het andere
haar ooit op zoo'n bijeenkomst ont-
;moet heb. Zij scheen daar ovenals
overal elders een ontmoeting met mij
te vermijden, want dikwijls heeft
men mij verzekerd, daf zij juist een
minuut geleden uitgegaan wa? en
nog niet ver weg kon zijn, ofschoon
het mij nooit gelukte haar te vinden,
j Dat beschouwde ik toen als haat,
maar nu denk ik. dat het eenvoudig
j schaamte waswant toen zij wist,
dat de dood naderde zond zij mij
j bericht; en de oude blik van medelij
den op mijn gelaat ziende, sloeg zij
haar armen om mij heen. en snik-
i kende als een kind. dat eindelijk in
de armen harer moeder ligt. drukte
I zij haar innig-vermoeid gelaat tegen
mijn borst, zei zwakjes: „Vergeef
I mij en stierf.
(Wordt vervolgd).