BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
fl.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Natuurhistorische
ZATERDAG 11 NOVEMBER.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIÈN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
Winter- Hij staat voor de deur.
Zoo ver is het echter nog niet, "t zal
nog wel een maandje duren, mis
schien nog wel langer, ofschoon reeds
tal van voorteekenen hem. hebben
aangekondigd. Kaal en dor wordt het
in bosch en veld. de laatste bladeren
vallen tuimelend naar beneden. Waar
bleven dit jaar de «herfsttinten En
hoe lang dan nog De lage tempera
tuur van de vorige maand, gevoegd
bij al het water, dat toen gevallen is,
hebben de bladeren niet bezorgd, wat
een schoone herfst wel geven kan.
Wel hier en daar eens wat getoover
met geel en bruin, wel liet het Bloe
mend aalsche bosch zich eens een en
kele maal zien, maar dat voortdu
rende kleurenspel, veertien dagen
lang, of nog langer, dat langzaam
maar zeker overgaan van groen tot
bruin, tot goudgeel, tot donkerrood,
om eindelijk, gedachtig aan de oude
uitspraak van stof zijt gij, tot stof
stof zult ge wederkeeren in het
slijk te worden geslingerd na mis
schien nog- even ten speelbal van
regen en wind. te liebben gediend. Ze
hadden afgedaan en dekken thans
hand aan hand rustend de weinige
bosohplantjes, die onder het dichte
lommer nog kunnen groeien. En in
welken vorm blijven die dan over?
Eenige gewoon «als zaadjes, 't zijn de
eenjarige, andere als wortelstokjes,
misschien bolletjes of knolletjes en
dan nog meestal die, welke vroeg in
't voorjaar bloeien, dan zich haasten,
om wat voedsel hijeen te krijgen
voor het bladerdak zich volkomen
boven hen sluit.
En ook de dieren gaan schuil, niet de
grootere, die zouden zoo'n langen
tijd niet zonder voedsel kunnen, om
de gelijkmatige lichaamstemperatuur
te onderhouden. Onder de zoogdieren
komen dan ook maar weinig winter
slapers voor, onder de vogels in 't
geheel niet.
En de boomen, hoe houden die het
uit Och, dat is betrekkelijk eenvou
dig en toch zoo mooi. 't Is daarmede
weer als met zoo duizend andere
kunststukken va.n moeder natuur, ze
worden weggestopt, verborgen, zoo
dat alleen de aandachtige aanschou
wer ze kan vinden. Heeft eens deze
of gene menseh iets moois tot stand
gebracht, heeft zijn scheppend genie
en vaardige hand een kunstproduct
gewrocht, dan wordt het geëxposeerd,
bewonderd en gecritiseerd misschien.
„Och, wat!" hoor ik me «daar toe
roepen, zouden in die dorre, doode
bladertwijgen mooie zaken verbor
gen zijn, „het mocht wat!"
Wat zijt ge nog weinig met de na
tuur bekend. Die mosplant aan uw
voet, die plantjes, korst- of levermos
sen op de stammen en takken, geven
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraatje.
De vraag, of we al dan niet een
kouden winter zullen krijgen, wordt
door allerlei profeten met ijver en
vlijt beantwoord. Meestal (en dat is
wel merkwaardig) in bevestigenden
zin. Ja, 't zal een heel koude winter
zijn, want de mollen doen zoo en de
vogels doen zus en 't heeft ginds al
gesneeuwd en ergens anders gevro-
ren( 't moet en 't kan niet anders
het zal dezen winter vriezen, dat het
zoo kraakt
Als je daar zoo van hoort en ge
woon bent iedere week naar de maat
van je krachten met je lezers te keu
velen over belangrijke of merkwaar
dige dingen, dan ga je er zelf ook
eens op uit, om een profeet te zoeken.
En ziet, nauwelijks was ik de deur
uit, of daar zag ik er een aankomen,
niet met tabbaard en staf, als de pro
feten van weleer, maar een met een
gewoon laag boordje, oen demisaison
aan en een dopje op, die in 't dage-
iijksch leven het vak van bloemkwee-
ker uitoefent. Die moest, dacht ik,
door den dagelijkschen omgang met
het weer er wel langzamerhand ken-
n's van gekregen hebben, zoodat ik
hem aansprak en vertelde wat ik van
hem wou weten.
„Wel", zei .hij, „ik ga in den om
trek nog al voor een weerkenner
door.
Dat beloofde wat goeds. Ik spitste
mijn ooren.
„Maar", zoo ging hij voort, „je
kunt er weinig van zeggen. Mijn
vader beweerde altijd als 't. vroeg
regent komt er veel vorst. Ik weet
ze niet veel schoons te zien Wilt
ge nog meer Welnu, laten we dan
eens dien kastanjetak tot onderwerp
van onze directe aanschouwing ma-
ken. Zie, ze is maar een paar M.
I lang. Een tak, nu jaWel zeker, en
met knoppen er aan. Meer niet? Let
dan eens op. Ziet ge hier die groote
oefvormige litteekens, daar waar
nog eenigen tijd geleden de bladste
len vastzaten Hoe netjes zijn de ge
maakte wonden genezen en als om
de overeenkomst volkomener te ma
ken, de spijkers in den hoef zijn niet
vergeten, t Zijn de genezen wonden,
die de nerven achterlieten, de blad
nerven. die in heel fijne adertjes in
hel. blad ontspringend ,zich tot groo
tere gingen vereenigen, eindelijk zij-
en toen hoofdnerf woaidend, naast
elkaar door den gemeensehappelij-
ken bladsteel voortliepen om zich
aan te sluiten bij de andere vaat-
bundels.
Zie, vlak tegenover dit litteeken
een tweede, eveneens gevormd. Een
weinig lager, weer twee, maar dan
tegenover elkaar en met de twee vo
rige een kruis vormendverder weer
twee, maar kleiner, nog twee en dan,
ja toch nog meer litteekens, maai'zoo
dicht opeen, dat we ze bijna niet
hunnen onderscheiden, maar toch
telkens, twee aan twee tegenover
elkaar en kruisgewijs geplaatst met
de vorige en de volgende. Daar houdt
het op. Wel neen, weer hetzelfde,
maai- met -grootere afstanden, en
weer grooter wordend, om wat lager
weer af te nemen en eindelijk weer
over te gaan in zoo'n ringvormige
opeenhooging van litteekens. Dit
waren de litteekens van 't vorige
jaar, we kunnen er zelfs nog duidelijk
aan zien, uit hoeveel blaadjes ieder
blad was samengesteld, ja meer nog,
we kunnen nog duidelijk het ver
schil in grootte constateeren van de
bladeren, die zich vroeg in 't voor
jaar en die, welke zich later ont-
pooiden. De tak afdalend, kunnen we
aan dezen tak nog duidelijk waarne-
men den groei in een zestal jaren
in 1905, 1904 enz. Opmerkelijk is het
nu ook, om «te zien, welk jaar voor
zoo'n tak het voordeeligste was. Zie
hier dat groote eind van 1902, zeker
i was het toen een voordeelig jaar.
Voor den geheelen boom Een aan-
1 dachtige beschouwing van de andere
takken doet ons. daar hetzelfde niet
1 opmerken. Ha, daar zien we het reeds.
Toen heeft wellicht een ander den
juist daarboven staanden tak afge
sneden er kram meer licht en een
voordeeliger ontwikkeling. De zich
slechts weinig ontwikkelende zijknop
pen gingen hier beneden verloren.
Ook al niet. Houdt dezen takstomp
eens het volgende jaar in 't oog. De
dan uitloopende zijscheut zal u van
het tegendeel overtuigen. En nu de
eindknop. Ja, laten we dat laatste
eind, dat in 1905 gegroeid is. nog
eens nauwkeurig bekijken. Hoe dich
ter we bij den knop komen, des te
kleiner worden de litteekens, en ein
delijk vlak bij den knop zitten de
laatste, de kleinste. De eerste knop-
vvel van winters, dat 't vroeg regen
de en dat het toch maar een kwak-
kelvvinter werd. Soms regende het
in 't najaar- bijna heelemaal niet en
dan ging het wel eens hard vriezen
in den winter. Er is vooruit niets van
te zeggen. Eén dag vooraf wel. Eiken
avond kijk Jk daar de krant voor in
en ik moet zegendie raait het wel
twee keer van de drie. Voor de rest
moeten we maar afwachten."
En daarmee ging hij verder, deze
weerprofeet, die in de buurt nog
wel voor weerkenner doorgaat en
zijn wijsheid voor den volgenden dag
put uit de krant, die 't wel twee van
de drie keer weet te raaien. Versla
gen keek ik hem na en besloot, mijn
onderzoekingstocht niet verder voort
te zetten, maar als conclusie eenvou
dig den lezer deze wijze spreuk aan
te bieden
't Kan vriezen en "t kan dooien.
Maar wat het ook doet, aan onzen
bloemenvoorraad schijnt het. geen
nadeel meer te doen. De stroom van
bloemen gaat ongehinderd zomer en
winter door. Het geven van bloemen
bij feestelijke gelegenheden is zoo'n
gewoonte geworden, dat niemand,
die op een receptie of een ander feest
verschijnt, zijn eigen bloemgeschenk
daar terug kan vinden, 't Zal wel er
gens staan, verscholen achter grootere
bloemstukken. Men kan evengoed een
naald in een hooiberg gaan zoeken.
Onlangs zijn er op een receptie niet
minder dan tachtig bloemstukken be
zorgd. Neem nu eens aan, dat die ge
middeld drie gulden per stuk kosten,
dan 'S er voor die eene receptie een
sommetje van tweehonderd en veer
tig gulden aan bloemen uitgegeven.
Misschien denkt iemand, dat dit*bij
gelegenheid van een bijzonder groot
schubben voorzichtig met die hars!
zijn weer met deze litteekens
kruisgewijs geplaatst. Om dien knop
zelve goed te bekijken nemen we hem
mede naar huis en plaatsen hem daar
in wat brandspiritus, dan lost het
hars op en we kunnen de schubben
een voor een verwijderen. Tot de
volgende week dus.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Aan den heer L. te H. U
hebt gelijk, de grachten en singels
drijven tegenwoordig vol van de wa
tervarens, de zoogen. A z o 11 a, die
zooals men dat wel eens uitdrukt,
uit den Leidschen hortus ontvlucht
is. 't ^s een sporeplant, die er nog
wel twee soorten sporen op nahoudt,
groote en kleine.
Aan mej. S. te O. Zeker, het
is best mogelijk, dat uwe vriendin
reeds bloeiende hyacinthen gezien
heeft, dat zijn dan die witte kleine,
de zoogenaamde Romeinsche Hya
cinthen ,die zich betrekkelijk vlug
laten trekken. Ik zag ze den len No
vember ook reeds in een bloemen
winkel in de Zijlstraat.
J. STURING.
Het Telegram.
Wiat nog al meer vroeg Pe
ter Peppercorn, verbaasd. Nog al
meer
Ja, pa.
Maar, dat is al
Ja, ik weet 't wel, pa. Maar men
moet er toch wat voor over hebben,
om zich zoo een beetje bij het groote
publiek in te werken.
Maar dat schijnt me nog al een
kostbare geschiedenis. Al vijftienhon
derd pond sterling sinds
J a, beste vader, goud is de sleu
tel, die alle deuren kan openen. Ik
heb me reeds, dank zij Sir Guillaume
vele uitmuntende vrienden gemaakt.
En hij heeft er al op gezinspeeld, dat
eene voorstelling op 't Hof niet heel
onwaarschijnlijk is.
Graaf of Bankroet?
Pa!
't Lijkt me toe, beste jongen,
dat 't hem alleen te doen is, om te
kunnen profiteeren van je royale
buien.
Pa!
Nu, je hebt toch nog niets an
ders gedaan dan geld verbrast, zoo
lang je hem kent en wat hen je ver
der gekomen?
Wel ,hij heeft me geïntrodu
ceerd bij de meest aristocratische fa-
miliën en als we 't bestuur vormen
van zijne nieuwe maatschappij, zal
ik nog met vele andere kennis maken.
Hier is een ontwerp van de pros
pectus, pa, zei hij, zijn vader het pa
pier overhandigende. Wat denkt u er
wel van?
Wel, ik heb niet veel verstand
van prospectussen, aandeelen en zul
ke dingen. ..Pickles" liggen meer op
mijn weg.
feest zal zijn gebeurd
Volstrekt niet, het geval deed zich
voor bij een zeer gewone engage-
ments-receptie.
Hoeveel bloemen zal dit paar wel
krijgen op zijn trouwdag! Ik denk,
dat niemand de deur in of uit zal
kunnen vanwege de tallooze bloem-
stukken. En bij de koperen bruiloft
voorzie ik, dat bruid en bruidegom
aan t einde van den feestdag, als
gestikte lijken, door de brandweer
onder de bloemenhoopen zullen moe-
1 ten worden vandaan gehaald.
Maar zonder gekheidis 't eigen
lijk niet jammer van 't geld en van
de bloemen Van 't geld, omdat elk
bloemgeschenk afzonderlijk niet aan
zijn doel beantwoordt, daar 't ver-
dwijnt in de massa en van de bloe
men, omdat ze, alle op ijzerdraad ge-
J stoken, maar één dag schitteren en
dan nog een paar dagen een ver
drogend bestaan leiden, totdat de
wagen van de gemeentereiniging ze
alle meeneemt
Wat hebben de menschen op zoo'n
manier aan bloemcadeaux De ge
vers kunnen hun geld beter besteden
en de ontvangers daar meer plezier
van hebben. Vroeger, toen de bloe
menmode nog niet bestond, was 't
ook wel geen ideale toestand, kregen
de jongelui bij hun huwelijk wel eens
vier cognacstellen en zes waterkaraf
fen en ontelbare kristallen zoutvaat
jes, maar meestal kon je ruilen en
ging dat niet, welnu ze verdorden
niet en kwamen wel te pas als er
eens wat braik. Maar de bloemen
mode Tientjes, honderden wegge
smeten voor moois van éen enkelen
dag. Ik weet het niet zeker, maar ik
vermoed, dat menigmaal zwaar be
bloemde feestelingen weemoedig zul-
Pa, ik wou dat u niet bij elke
gelegenheid uw zaak er bijhaalde.
Versmaad m'n zaak niet, jon-
gen. Het was m'n zaak, die je al die
buitensporigheden veroorloofde
vergeet dat niet
Dat is aJles waar, pa. Uwe za-
ken hebben een prachtig succes ge
had en u hebt 't recht er trotsch op
te zijn. Maar dat is nog geen reden,
dat uw mond altijd vol moet zijn
van
„Pickles", hé Ha. haNu, mis
schien heb je gelijk, t Is bovendien
nog al natuurlijk, dat je aan oude
vrienden denkt Ik vertel je, beste
jongen, als jou vrienden je zoogoed
ter zijde staan als de mijne dat ge
daan hebben, dan zul je er geen na
deel bij hebben. Maar laat me je
prospectus nu eens zien?
„Hyacinths, Limited". HumDat
klinkt nog al goed. „Deze maat
schappij is opgericht tot het verkrij
gen van concessies voor de verzame
ling van bloembollen op de velden in
Zuid-Afrika."
De inleiding is van minder be
lang, pa. Maar de directeuren..,
Besturend-directeur, Sir Gullem
llawksleigh.
Guillaume, pa. Guillaume, ver
beterde Bob.
O, dat is 't zelfde, zei de oude
man. Dat is je aardige vriend, niet
waar En waar is jou naam.
Hier onderaan, zei Bob, hem
aanwijzende. Robert Peppercorn, Esq.
Capsicum Lodge. Bent u daar niet
trotsch op, pa?
O, j adat klinkt heel aardig.
Maar is 't nogal goed Zal 't nogal
geld geven?
Sir Guillaume verzekert me, dat
er geld in zit.
Ja; maar zal 't er ook uitko
men Dat is de kwestie.
j Hij zegt, dat de aandeelen bin-
nen drie maanden boven pari zullen
staar». O, de zaak is zoo veilig als de
bank.
Hum De Bank springt soms
Nu, ik heb beloofd twee duizend
aandeelen te nemen, en het doel van
het bezoek van den baronet is, u over
te halen een zelfde aantal te nemen.
Twee duizend aandeelen, tegen
een pond per stuk dat is nogaJ wel
voor bloembollen, hé En dan bloem
bollen in Zuid-AfrikaAls 't nu nog
uien, of zelfs knollen waren, kon ik
er nog iets mede doen. Maar bloem-
bollen neen, daar moet ik niets
t van hebben.
Nu, pa, u moet 't zelf weten.
Maar wat u ook beslist, ik verzoek u
vooral voorkomend te zijn tegen Sir
Guillaume en zijne dochter.
Je bedoelt dus, dat hij zijne
dochter mede brengt
Ja, Alice heeft beloofd hem te
zullen vergezellen.
I Zit ze ook al in die bloembollen
geschiedenis
i Ze is een charmant meisje. Ik
zou gaarne hebben, dat u in 't bij-
zonder een goeden indruk op haar
maakt. Ik kan 't u even goed toever-
i trouwen, pa, dat ik
ien staren naar die zee van rozen en
chrysanthen en orchideen en cactus-
dahlias, met den wensch, dat ze die
i konden omtooveren in een spiegel of
een nieuw vloerkleed of een gasorna-
ment, waar ze juist zoo'n behoefte
aan hadden
Dus géén bloemen meer op onze
feeslen Laten we elkaar goed be
grijpen. Wel bloemen, maar minder
dan tegenwoordig en dan asjeblief
niet meer op die verfoeilijke ijzer-
draadjes, dat je zoo'n bouquet nog
eens uit elkaar nemen en de mooiste
bloemen er uit een dag of wat langer
bewaren kunt.
Terwijl al die bloemgeschenken
iemand zouden doen denken, dat de
menschen meer en meer doordron
gen worden van een geest van poëzie,
is er aan den anderen kant een ver
schijnsel, dat juist op het tegenover-
gestelde wijst, ik bedoel de zucht om
namen zoo plat en triviaal mogelijk
te maken, 't Is niet voor den eersten
keer, dat ik me daar over beklaag,
maar "t kwaad dringt dan ook meer
en meer door.
I Daar is me namelijk deze week in
Haarlem een concert gegeven door
een trio, bestaande uit de heeren
Chits en twee gebroeders Cornelis-
sen. De eene noemde zioh Nol, NoJ
Cornelissen. Ik kan niet helpen, dat
ik 't ergste vrees voor zijn broêr, die
1 Andries heet, maar zich vandaag of
morgen wel met den eleganten naam i
Dries zal laten aandienen. Ik ver-
moed, dat Nol bij den Burgerlijken
Stand als Arnold is ingeschreven,
wat ik voor mij een heel billijke
j naam vind en ik bezweer den heer
Chits, zijn sierlijken voornaam
Even goed haai' gezelschap
wensch te houden als «haar vader?
Pa u moet de dingen niet zoo
onbeleefd opnemen. Denk er aan,
Alice is eene dame. Ik bemin haar
zeer vurig, en dat zult u ook wel als
u ze maar eerst eens gezien hebt. Ze
is 't schoonste
HumMooi is wat mooi doet.
Maar je geliefde, Polly, dan?
Polly zei Bob, onrustig met
zijn stoel heen en weer schuivend.
Nu, natuurlijk ik houd van Polly
maar nu zij is bijna als een
zuster.
Maar ik denk, Bob, dat ze jou
beschouwt als iets meer dan een
broeder. Ik heb opgemerkt, dat je in
den laatsten tijd voor haar niet meer
dezelfde bent van vroeger, en ik heb
mijne hersenen afgemarteld, om te
weten waarom. Twist gehad, zei ik
al tot mij zelf, maar ik heb me ver
gist. Nu is 't geheim er uit. Je hebt
bevonden, dat ze niet goed genoeg
voor je is. Maar ik zal je zeggen, wat
ze is, Bob. Ze is een meisje uit dui
zenden en ik wil niet dat je haar
't hart breekt voor al de knappe da
mes \n 't land.
Maar hoor eens vader, u bent
wel wat onbillijk. U hebt toch ook
uw eigen keuze gemaakt, toen u mij
ne moeder huwde.
Hum Nu ja. Heb je al met
Polly gesproken? Heb je haar dit
engagement al medegedeeld?
Wel e neen, nog niet, zei
Bob, onrustig. Ik heb nog geen gele
genheid gehad.
Wil u niet een van mijn roosjes
hebben, best oompje zei Polly, uit
den tuin binnentredende.
Alsjeblieft, Polly, Speld ze wie
allemaal maar op, totdat ik er uit
zie als een Jantje-in-'t groen, als je
dat wilt.
Neen, u krijgt er maar een, zei
ze, de bloem op zijn borst speldende.
Daar is die niet mooi
Niet half zoo mooi als jij, mijn
kind, niet half zoo lief.
Oom, vlei nu niet, zei ze lachen
de. Hebt u geen nieuws
Nu, lieve, zei haar oom eenigszins
aarzelende, Bob heeft je iets belang
rijks te 'zeggen.
Aan mij
De aap komt uit de mouw, mom
pelde de oude man. We zullen spoe
dig zien, welken kant hij opspringt.
Wat is 't Bob vroeg ze, nieuws
gierig, haar hand op zijne schou
ders leggende.
O, niets, zei hij,, haar de hand
schuddend. De zaak is deze, dat papa
bezoekers verwacht en hij zaj a
de rest wel vertellen.
En geen acht slaande op den droe
ven blik op haar gelaat snelde hij de
kamer uit.
Drommelssiste Peterde jonge
deugniet heeft t aan mij overgelaten
om dat zaakje in orde te maken.
- Wat scheelt Bob? vroeg Polly, op
den man toetredende. Wat is toch
dat geheim, dat hem zoo veranderd
heeft
Nu dan, mijn kind, Bob is rijk
Jacques tocüi vooral niet door zijn
vriend Nol tot Jaapie te laten ver
minken.
Deze heer Nol componeertStel je
nu eens even voor, dat zijn beroemde
voorgangers zijn onsierlijke naams-
vermifiking hadden gevolgd en dat
we op dit oogenblik hadden te spre
ken van Dickie Wagner, van Jopie
Verdi en Guus Bizet, om van Hans
enhulst en Dick Hol en Flippie Loots
nog maar niet eens te spreken. En
die malle gewoonte dringt in de
maatschappij door, zoodat je je ai-
vraagt, of over tien jaar alle vaders
meteen voor 't gemak bij den Bur
gerlijken Stand hun Willems voor
Wim en hun Cornelissen voor Kees
en hun Jacobussen voor Coos zullen
gaan aangeven. Ik word wee als ik
op de tegenwoordige engagements
circulaires lees van de huwelijks
plannen, die ontworpen zijn tusschen
Kees van Planker. en Mies Ver-
schuur. En ik geef bij deze aan alle
Japen, Sammen, Brammen, Doors,
Gieten en hoe ter wereld ze, zichzelf
verder mogen uitschelden, de plech
tige verzekering, dat er nog lieelwat
meer gebeuren moet voordat ik be
reid ben mijn goeden, burgerlijken
naam Fidelio quasi eenvoudig, maar
feitelijk vreeselijk aanstellerig, voor
Fidelletje of zooiets te verruilen.
En nu ik het dan toch over namen
heb, vestig ik de aandacht op de
Eendjespoortstraat, die dezer dagen
officieel in onze gemeente totstand is
gekomen. Deze naam heeft, behalve
de eigenschap dat ze op zichzelf al
kraakt tusschen je tanden, nog deze
merkwaardigheid, dat ze van 't begin
tot het einde niet deugt. Eendjespoort
is een volkomen verouderde bena
ming en Eendjespoortstraat is aller-
en wat de wereld noemt eau
gentleman.
Ja, oom
En Pollv, denk je wel eens aan
Bob?
Aan hem denken? Natuurlijk.
Ja natuurlijk. Maar ernstig?
Denk je er wel eens over, als hij je
eens nader zou zijn dan thans? God
dank Het is er uit
Waarom vraagt u mij dat?
vroeg zij, met terneergeslagen oogen.
Omdat, mijn lief meisje, ik me
verbeeldde misschien was 't ook
maar verbeelding dat dat
Polly, bemin je hem
Polly liet het hoofd zinken en zij
antwoordde, droevig
Vraag me dat niet, oom.
Drommels, als ik 't niet dacht,
riep Peter uit. Ik wist 't welik «et
't hem wel.
Beoordeel me niet verkeerd
beste oom, zei ze, hare armen om.
zijn hals slaande en hem door hare.
tranen heen in 't gelaat starende,
of geloof niet dat ik ondankbaar bon.
Er is misschien een tijd geweest, dat
ik dacht, dat Bob genoeg van me
i hield om mij tot zijne vrouw te ma
ken. Maar ging ze zuchtend ver
der de omstandigheden zijn veran
derd. Ik weet dat hij 't recht heeft
hooger op te zien. Bovendien ben ik
slechts een arm meisje, dat órooten-
deels afhankelijk is geweest van uwe
mildheid- Ik bemin hem ik bemin
hem te zeer om hem in zijne vooruit
zichten in den weg te staan. Ik meen
de, dat ik 't geheim voor mij zelve
bewaard had. Maar sinds u 't ont
dekt hebt, wil ik heen gaan. En mis
schien den een of anderen .dag, wan
neer hij gelukkig getrouwd is, zult
u mij vergevenen het gelaat met de
.handen bedekkend, snelde zij de ka
mer uit.
Hum Ik wist 't wel ik wist
't wel, herhaalde de oude man, heen
en weer wandelend. - Peter Pepper
corn, je bent een dwaas «en
dwaas, mijnheerAls je hem aan de
pekelvaatjes gehouden en een uitjes
schiller van hem gemaakt had, zou
dit niet gebeurd zijn. Maar neen,
door de zwakheid van je hoofd, heb
je een gentleman van hem willen
maken. En een leelijken dwarskop
heb je er van gemaakt. Je verdient
gegeeseld te worden ,oude dwaas, die
je bent.
Om zijn woorden wat kracht bij te
zetten liet hij het voetenbankje door
de kamer vliegen, toen Bob eensklaps
binnentrad, vergezeld door Sir Guil
laume Hawksleigh en zijne dochter.
Heila, papazei hij, wat is er
gaande Een beetje aan 't oefenen
voor een voetbalmatch of...
Neen, zei Peter, nog steeds heen
en weer loopend. Ik laat een beetje
stoom vliegen, anders barst de ketel
nog. Ik...
Stil pa! zei Bob, hem wat kai-
meerende. U hebt onze bezoekers
nog niet gezien. Mag ik u voorstel
len, Alice Sir Guillaume dit is
I mijn vader.
Hoe gaat 't met u, juffrouw
minst gepast, omdat de aldus ge
doopte passage geen siraat, maar een
modderpoel is. Wie zich daarvan wil
overtuigen kan den heelen dag te
recht, op den Kampersingel, vlak
naast het huis van den aannemer,
den heer Jonker. De toegang kost
niets, behalve een paar zwaar bemod-
derde laarzen.
Spotvogels hebben naar ik hoor de
straat al Eendjeskomstraat gedoopt
en ik moet zeggen, dat ik, als ik een
eend was, nergens liever zou wezen,
dan daar.
En zoo gaat de Sociëteit Eendracht,
in de wandeling genaamd Het Zwaan
tje, dus uit de Houtstraat weg. De
Doopsgezinde Gemeente, voor wie het
gekocht is. zal er denkelijk wel een
winkelhuis van maken.
Achteraf hoor ik, dat er nog een
combinatie was, die plan had om er
een sociëteit te stichten. Zelfs wordt
beweerd, dat die combinatie méér
dan f 16000.had willen besteden. Nu
is 't een merkwaardig verschijnsel,
dat men doorgaans bij verkoop van
huizen groote bedragen had wil
len besteden, wanneer niet toe
vallig een vroegere kooper een kleiner
bedrag besteed had. Als je dat
hoort, zou je denken, dat de beste
kooper altijd achteraan komt, waar
schijnlijk door het meesjouwen van
de zakken met rijksdaalders, die hij
had willen besteden, wanneer niet
een anderenz.
FIDELIO.