BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD fl.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Natuurhistorische ZATERDAG 11 NOVEMBER. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIÈN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Wandelingen IN EN OM HAARLEM. Winter- Hij staat voor de deur. Zoo ver is het echter nog niet, "t zal nog wel een maandje duren, mis schien nog wel langer, ofschoon reeds tal van voorteekenen hem. hebben aangekondigd. Kaal en dor wordt het in bosch en veld. de laatste bladeren vallen tuimelend naar beneden. Waar bleven dit jaar de «herfsttinten En hoe lang dan nog De lage tempera tuur van de vorige maand, gevoegd bij al het water, dat toen gevallen is, hebben de bladeren niet bezorgd, wat een schoone herfst wel geven kan. Wel hier en daar eens wat getoover met geel en bruin, wel liet het Bloe mend aalsche bosch zich eens een en kele maal zien, maar dat voortdu rende kleurenspel, veertien dagen lang, of nog langer, dat langzaam maar zeker overgaan van groen tot bruin, tot goudgeel, tot donkerrood, om eindelijk, gedachtig aan de oude uitspraak van stof zijt gij, tot stof stof zult ge wederkeeren in het slijk te worden geslingerd na mis schien nog- even ten speelbal van regen en wind. te liebben gediend. Ze hadden afgedaan en dekken thans hand aan hand rustend de weinige bosohplantjes, die onder het dichte lommer nog kunnen groeien. En in welken vorm blijven die dan over? Eenige gewoon «als zaadjes, 't zijn de eenjarige, andere als wortelstokjes, misschien bolletjes of knolletjes en dan nog meestal die, welke vroeg in 't voorjaar bloeien, dan zich haasten, om wat voedsel hijeen te krijgen voor het bladerdak zich volkomen boven hen sluit. En ook de dieren gaan schuil, niet de grootere, die zouden zoo'n langen tijd niet zonder voedsel kunnen, om de gelijkmatige lichaamstemperatuur te onderhouden. Onder de zoogdieren komen dan ook maar weinig winter slapers voor, onder de vogels in 't geheel niet. En de boomen, hoe houden die het uit Och, dat is betrekkelijk eenvou dig en toch zoo mooi. 't Is daarmede weer als met zoo duizend andere kunststukken va.n moeder natuur, ze worden weggestopt, verborgen, zoo dat alleen de aandachtige aanschou wer ze kan vinden. Heeft eens deze of gene menseh iets moois tot stand gebracht, heeft zijn scheppend genie en vaardige hand een kunstproduct gewrocht, dan wordt het geëxposeerd, bewonderd en gecritiseerd misschien. „Och, wat!" hoor ik me «daar toe roepen, zouden in die dorre, doode bladertwijgen mooie zaken verbor gen zijn, „het mocht wat!" Wat zijt ge nog weinig met de na tuur bekend. Die mosplant aan uw voet, die plantjes, korst- of levermos sen op de stammen en takken, geven Haarlemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraatje. De vraag, of we al dan niet een kouden winter zullen krijgen, wordt door allerlei profeten met ijver en vlijt beantwoord. Meestal (en dat is wel merkwaardig) in bevestigenden zin. Ja, 't zal een heel koude winter zijn, want de mollen doen zoo en de vogels doen zus en 't heeft ginds al gesneeuwd en ergens anders gevro- ren( 't moet en 't kan niet anders het zal dezen winter vriezen, dat het zoo kraakt Als je daar zoo van hoort en ge woon bent iedere week naar de maat van je krachten met je lezers te keu velen over belangrijke of merkwaar dige dingen, dan ga je er zelf ook eens op uit, om een profeet te zoeken. En ziet, nauwelijks was ik de deur uit, of daar zag ik er een aankomen, niet met tabbaard en staf, als de pro feten van weleer, maar een met een gewoon laag boordje, oen demisaison aan en een dopje op, die in 't dage- iijksch leven het vak van bloemkwee- ker uitoefent. Die moest, dacht ik, door den dagelijkschen omgang met het weer er wel langzamerhand ken- n's van gekregen hebben, zoodat ik hem aansprak en vertelde wat ik van hem wou weten. „Wel", zei .hij, „ik ga in den om trek nog al voor een weerkenner door. Dat beloofde wat goeds. Ik spitste mijn ooren. „Maar", zoo ging hij voort, „je kunt er weinig van zeggen. Mijn vader beweerde altijd als 't. vroeg regent komt er veel vorst. Ik weet ze niet veel schoons te zien Wilt ge nog meer Welnu, laten we dan eens dien kastanjetak tot onderwerp van onze directe aanschouwing ma- ken. Zie, ze is maar een paar M. I lang. Een tak, nu jaWel zeker, en met knoppen er aan. Meer niet? Let dan eens op. Ziet ge hier die groote oefvormige litteekens, daar waar nog eenigen tijd geleden de bladste len vastzaten Hoe netjes zijn de ge maakte wonden genezen en als om de overeenkomst volkomener te ma ken, de spijkers in den hoef zijn niet vergeten, t Zijn de genezen wonden, die de nerven achterlieten, de blad nerven. die in heel fijne adertjes in hel. blad ontspringend ,zich tot groo tere gingen vereenigen, eindelijk zij- en toen hoofdnerf woaidend, naast elkaar door den gemeensehappelij- ken bladsteel voortliepen om zich aan te sluiten bij de andere vaat- bundels. Zie, vlak tegenover dit litteeken een tweede, eveneens gevormd. Een weinig lager, weer twee, maar dan tegenover elkaar en met de twee vo rige een kruis vormendverder weer twee, maar kleiner, nog twee en dan, ja toch nog meer litteekens, maai'zoo dicht opeen, dat we ze bijna niet hunnen onderscheiden, maar toch telkens, twee aan twee tegenover elkaar en kruisgewijs geplaatst met de vorige en de volgende. Daar houdt het op. Wel neen, weer hetzelfde, maai- met -grootere afstanden, en weer grooter wordend, om wat lager weer af te nemen en eindelijk weer over te gaan in zoo'n ringvormige opeenhooging van litteekens. Dit waren de litteekens van 't vorige jaar, we kunnen er zelfs nog duidelijk aan zien, uit hoeveel blaadjes ieder blad was samengesteld, ja meer nog, we kunnen nog duidelijk het ver schil in grootte constateeren van de bladeren, die zich vroeg in 't voor jaar en die, welke zich later ont- pooiden. De tak afdalend, kunnen we aan dezen tak nog duidelijk waarne- men den groei in een zestal jaren in 1905, 1904 enz. Opmerkelijk is het nu ook, om «te zien, welk jaar voor zoo'n tak het voordeeligste was. Zie hier dat groote eind van 1902, zeker i was het toen een voordeelig jaar. Voor den geheelen boom Een aan- 1 dachtige beschouwing van de andere takken doet ons. daar hetzelfde niet 1 opmerken. Ha, daar zien we het reeds. Toen heeft wellicht een ander den juist daarboven staanden tak afge sneden er kram meer licht en een voordeeliger ontwikkeling. De zich slechts weinig ontwikkelende zijknop pen gingen hier beneden verloren. Ook al niet. Houdt dezen takstomp eens het volgende jaar in 't oog. De dan uitloopende zijscheut zal u van het tegendeel overtuigen. En nu de eindknop. Ja, laten we dat laatste eind, dat in 1905 gegroeid is. nog eens nauwkeurig bekijken. Hoe dich ter we bij den knop komen, des te kleiner worden de litteekens, en ein delijk vlak bij den knop zitten de laatste, de kleinste. De eerste knop- vvel van winters, dat 't vroeg regen de en dat het toch maar een kwak- kelvvinter werd. Soms regende het in 't najaar- bijna heelemaal niet en dan ging het wel eens hard vriezen in den winter. Er is vooruit niets van te zeggen. Eén dag vooraf wel. Eiken avond kijk Jk daar de krant voor in en ik moet zegendie raait het wel twee keer van de drie. Voor de rest moeten we maar afwachten." En daarmee ging hij verder, deze weerprofeet, die in de buurt nog wel voor weerkenner doorgaat en zijn wijsheid voor den volgenden dag put uit de krant, die 't wel twee van de drie keer weet te raaien. Versla gen keek ik hem na en besloot, mijn onderzoekingstocht niet verder voort te zetten, maar als conclusie eenvou dig den lezer deze wijze spreuk aan te bieden 't Kan vriezen en "t kan dooien. Maar wat het ook doet, aan onzen bloemenvoorraad schijnt het. geen nadeel meer te doen. De stroom van bloemen gaat ongehinderd zomer en winter door. Het geven van bloemen bij feestelijke gelegenheden is zoo'n gewoonte geworden, dat niemand, die op een receptie of een ander feest verschijnt, zijn eigen bloemgeschenk daar terug kan vinden, 't Zal wel er gens staan, verscholen achter grootere bloemstukken. Men kan evengoed een naald in een hooiberg gaan zoeken. Onlangs zijn er op een receptie niet minder dan tachtig bloemstukken be zorgd. Neem nu eens aan, dat die ge middeld drie gulden per stuk kosten, dan 'S er voor die eene receptie een sommetje van tweehonderd en veer tig gulden aan bloemen uitgegeven. Misschien denkt iemand, dat dit*bij gelegenheid van een bijzonder groot schubben voorzichtig met die hars! zijn weer met deze litteekens kruisgewijs geplaatst. Om dien knop zelve goed te bekijken nemen we hem mede naar huis en plaatsen hem daar in wat brandspiritus, dan lost het hars op en we kunnen de schubben een voor een verwijderen. Tot de volgende week dus. J. STURING. VRAGENBUS. Aan den heer L. te H. U hebt gelijk, de grachten en singels drijven tegenwoordig vol van de wa tervarens, de zoogen. A z o 11 a, die zooals men dat wel eens uitdrukt, uit den Leidschen hortus ontvlucht is. 't ^s een sporeplant, die er nog wel twee soorten sporen op nahoudt, groote en kleine. Aan mej. S. te O. Zeker, het is best mogelijk, dat uwe vriendin reeds bloeiende hyacinthen gezien heeft, dat zijn dan die witte kleine, de zoogenaamde Romeinsche Hya cinthen ,die zich betrekkelijk vlug laten trekken. Ik zag ze den len No vember ook reeds in een bloemen winkel in de Zijlstraat. J. STURING. Het Telegram. Wiat nog al meer vroeg Pe ter Peppercorn, verbaasd. Nog al meer Ja, pa. Maar, dat is al Ja, ik weet 't wel, pa. Maar men moet er toch wat voor over hebben, om zich zoo een beetje bij het groote publiek in te werken. Maar dat schijnt me nog al een kostbare geschiedenis. Al vijftienhon derd pond sterling sinds J a, beste vader, goud is de sleu tel, die alle deuren kan openen. Ik heb me reeds, dank zij Sir Guillaume vele uitmuntende vrienden gemaakt. En hij heeft er al op gezinspeeld, dat eene voorstelling op 't Hof niet heel onwaarschijnlijk is. Graaf of Bankroet? Pa! 't Lijkt me toe, beste jongen, dat 't hem alleen te doen is, om te kunnen profiteeren van je royale buien. Pa! Nu, je hebt toch nog niets an ders gedaan dan geld verbrast, zoo lang je hem kent en wat hen je ver der gekomen? Wel ,hij heeft me geïntrodu ceerd bij de meest aristocratische fa- miliën en als we 't bestuur vormen van zijne nieuwe maatschappij, zal ik nog met vele andere kennis maken. Hier is een ontwerp van de pros pectus, pa, zei hij, zijn vader het pa pier overhandigende. Wat denkt u er wel van? Wel, ik heb niet veel verstand van prospectussen, aandeelen en zul ke dingen. ..Pickles" liggen meer op mijn weg. feest zal zijn gebeurd Volstrekt niet, het geval deed zich voor bij een zeer gewone engage- ments-receptie. Hoeveel bloemen zal dit paar wel krijgen op zijn trouwdag! Ik denk, dat niemand de deur in of uit zal kunnen vanwege de tallooze bloem- stukken. En bij de koperen bruiloft voorzie ik, dat bruid en bruidegom aan t einde van den feestdag, als gestikte lijken, door de brandweer onder de bloemenhoopen zullen moe- 1 ten worden vandaan gehaald. Maar zonder gekheidis 't eigen lijk niet jammer van 't geld en van de bloemen Van 't geld, omdat elk bloemgeschenk afzonderlijk niet aan zijn doel beantwoordt, daar 't ver- dwijnt in de massa en van de bloe men, omdat ze, alle op ijzerdraad ge- J stoken, maar één dag schitteren en dan nog een paar dagen een ver drogend bestaan leiden, totdat de wagen van de gemeentereiniging ze alle meeneemt Wat hebben de menschen op zoo'n manier aan bloemcadeaux De ge vers kunnen hun geld beter besteden en de ontvangers daar meer plezier van hebben. Vroeger, toen de bloe menmode nog niet bestond, was 't ook wel geen ideale toestand, kregen de jongelui bij hun huwelijk wel eens vier cognacstellen en zes waterkaraf fen en ontelbare kristallen zoutvaat jes, maar meestal kon je ruilen en ging dat niet, welnu ze verdorden niet en kwamen wel te pas als er eens wat braik. Maar de bloemen mode Tientjes, honderden wegge smeten voor moois van éen enkelen dag. Ik weet het niet zeker, maar ik vermoed, dat menigmaal zwaar be bloemde feestelingen weemoedig zul- Pa, ik wou dat u niet bij elke gelegenheid uw zaak er bijhaalde. Versmaad m'n zaak niet, jon- gen. Het was m'n zaak, die je al die buitensporigheden veroorloofde vergeet dat niet Dat is aJles waar, pa. Uwe za- ken hebben een prachtig succes ge had en u hebt 't recht er trotsch op te zijn. Maar dat is nog geen reden, dat uw mond altijd vol moet zijn van „Pickles", hé Ha. haNu, mis schien heb je gelijk, t Is bovendien nog al natuurlijk, dat je aan oude vrienden denkt Ik vertel je, beste jongen, als jou vrienden je zoogoed ter zijde staan als de mijne dat ge daan hebben, dan zul je er geen na deel bij hebben. Maar laat me je prospectus nu eens zien? „Hyacinths, Limited". HumDat klinkt nog al goed. „Deze maat schappij is opgericht tot het verkrij gen van concessies voor de verzame ling van bloembollen op de velden in Zuid-Afrika." De inleiding is van minder be lang, pa. Maar de directeuren.., Besturend-directeur, Sir Gullem llawksleigh. Guillaume, pa. Guillaume, ver beterde Bob. O, dat is 't zelfde, zei de oude man. Dat is je aardige vriend, niet waar En waar is jou naam. Hier onderaan, zei Bob, hem aanwijzende. Robert Peppercorn, Esq. Capsicum Lodge. Bent u daar niet trotsch op, pa? O, j adat klinkt heel aardig. Maar is 't nogal goed Zal 't nogal geld geven? Sir Guillaume verzekert me, dat er geld in zit. Ja; maar zal 't er ook uitko men Dat is de kwestie. j Hij zegt, dat de aandeelen bin- nen drie maanden boven pari zullen staar». O, de zaak is zoo veilig als de bank. Hum De Bank springt soms Nu, ik heb beloofd twee duizend aandeelen te nemen, en het doel van het bezoek van den baronet is, u over te halen een zelfde aantal te nemen. Twee duizend aandeelen, tegen een pond per stuk dat is nogaJ wel voor bloembollen, hé En dan bloem bollen in Zuid-AfrikaAls 't nu nog uien, of zelfs knollen waren, kon ik er nog iets mede doen. Maar bloem- bollen neen, daar moet ik niets t van hebben. Nu, pa, u moet 't zelf weten. Maar wat u ook beslist, ik verzoek u vooral voorkomend te zijn tegen Sir Guillaume en zijne dochter. Je bedoelt dus, dat hij zijne dochter mede brengt Ja, Alice heeft beloofd hem te zullen vergezellen. I Zit ze ook al in die bloembollen geschiedenis i Ze is een charmant meisje. Ik zou gaarne hebben, dat u in 't bij- zonder een goeden indruk op haar maakt. Ik kan 't u even goed toever- i trouwen, pa, dat ik ien staren naar die zee van rozen en chrysanthen en orchideen en cactus- dahlias, met den wensch, dat ze die i konden omtooveren in een spiegel of een nieuw vloerkleed of een gasorna- ment, waar ze juist zoo'n behoefte aan hadden Dus géén bloemen meer op onze feeslen Laten we elkaar goed be grijpen. Wel bloemen, maar minder dan tegenwoordig en dan asjeblief niet meer op die verfoeilijke ijzer- draadjes, dat je zoo'n bouquet nog eens uit elkaar nemen en de mooiste bloemen er uit een dag of wat langer bewaren kunt. Terwijl al die bloemgeschenken iemand zouden doen denken, dat de menschen meer en meer doordron gen worden van een geest van poëzie, is er aan den anderen kant een ver schijnsel, dat juist op het tegenover- gestelde wijst, ik bedoel de zucht om namen zoo plat en triviaal mogelijk te maken, 't Is niet voor den eersten keer, dat ik me daar over beklaag, maar "t kwaad dringt dan ook meer en meer door. I Daar is me namelijk deze week in Haarlem een concert gegeven door een trio, bestaande uit de heeren Chits en twee gebroeders Cornelis- sen. De eene noemde zioh Nol, NoJ Cornelissen. Ik kan niet helpen, dat ik 't ergste vrees voor zijn broêr, die 1 Andries heet, maar zich vandaag of morgen wel met den eleganten naam i Dries zal laten aandienen. Ik ver- moed, dat Nol bij den Burgerlijken Stand als Arnold is ingeschreven, wat ik voor mij een heel billijke j naam vind en ik bezweer den heer Chits, zijn sierlijken voornaam Even goed haai' gezelschap wensch te houden als «haar vader? Pa u moet de dingen niet zoo onbeleefd opnemen. Denk er aan, Alice is eene dame. Ik bemin haar zeer vurig, en dat zult u ook wel als u ze maar eerst eens gezien hebt. Ze is 't schoonste HumMooi is wat mooi doet. Maar je geliefde, Polly, dan? Polly zei Bob, onrustig met zijn stoel heen en weer schuivend. Nu, natuurlijk ik houd van Polly maar nu zij is bijna als een zuster. Maar ik denk, Bob, dat ze jou beschouwt als iets meer dan een broeder. Ik heb opgemerkt, dat je in den laatsten tijd voor haar niet meer dezelfde bent van vroeger, en ik heb mijne hersenen afgemarteld, om te weten waarom. Twist gehad, zei ik al tot mij zelf, maar ik heb me ver gist. Nu is 't geheim er uit. Je hebt bevonden, dat ze niet goed genoeg voor je is. Maar ik zal je zeggen, wat ze is, Bob. Ze is een meisje uit dui zenden en ik wil niet dat je haar 't hart breekt voor al de knappe da mes \n 't land. Maar hoor eens vader, u bent wel wat onbillijk. U hebt toch ook uw eigen keuze gemaakt, toen u mij ne moeder huwde. Hum Nu ja. Heb je al met Polly gesproken? Heb je haar dit engagement al medegedeeld? Wel e neen, nog niet, zei Bob, onrustig. Ik heb nog geen gele genheid gehad. Wil u niet een van mijn roosjes hebben, best oompje zei Polly, uit den tuin binnentredende. Alsjeblieft, Polly, Speld ze wie allemaal maar op, totdat ik er uit zie als een Jantje-in-'t groen, als je dat wilt. Neen, u krijgt er maar een, zei ze, de bloem op zijn borst speldende. Daar is die niet mooi Niet half zoo mooi als jij, mijn kind, niet half zoo lief. Oom, vlei nu niet, zei ze lachen de. Hebt u geen nieuws Nu, lieve, zei haar oom eenigszins aarzelende, Bob heeft je iets belang rijks te 'zeggen. Aan mij De aap komt uit de mouw, mom pelde de oude man. We zullen spoe dig zien, welken kant hij opspringt. Wat is 't Bob vroeg ze, nieuws gierig, haar hand op zijne schou ders leggende. O, niets, zei hij,, haar de hand schuddend. De zaak is deze, dat papa bezoekers verwacht en hij zaj a de rest wel vertellen. En geen acht slaande op den droe ven blik op haar gelaat snelde hij de kamer uit. Drommelssiste Peterde jonge deugniet heeft t aan mij overgelaten om dat zaakje in orde te maken. - Wat scheelt Bob? vroeg Polly, op den man toetredende. Wat is toch dat geheim, dat hem zoo veranderd heeft Nu dan, mijn kind, Bob is rijk Jacques tocüi vooral niet door zijn vriend Nol tot Jaapie te laten ver minken. Deze heer Nol componeertStel je nu eens even voor, dat zijn beroemde voorgangers zijn onsierlijke naams- vermifiking hadden gevolgd en dat we op dit oogenblik hadden te spre ken van Dickie Wagner, van Jopie Verdi en Guus Bizet, om van Hans enhulst en Dick Hol en Flippie Loots nog maar niet eens te spreken. En die malle gewoonte dringt in de maatschappij door, zoodat je je ai- vraagt, of over tien jaar alle vaders meteen voor 't gemak bij den Bur gerlijken Stand hun Willems voor Wim en hun Cornelissen voor Kees en hun Jacobussen voor Coos zullen gaan aangeven. Ik word wee als ik op de tegenwoordige engagements circulaires lees van de huwelijks plannen, die ontworpen zijn tusschen Kees van Planker. en Mies Ver- schuur. En ik geef bij deze aan alle Japen, Sammen, Brammen, Doors, Gieten en hoe ter wereld ze, zichzelf verder mogen uitschelden, de plech tige verzekering, dat er nog lieelwat meer gebeuren moet voordat ik be reid ben mijn goeden, burgerlijken naam Fidelio quasi eenvoudig, maar feitelijk vreeselijk aanstellerig, voor Fidelletje of zooiets te verruilen. En nu ik het dan toch over namen heb, vestig ik de aandacht op de Eendjespoortstraat, die dezer dagen officieel in onze gemeente totstand is gekomen. Deze naam heeft, behalve de eigenschap dat ze op zichzelf al kraakt tusschen je tanden, nog deze merkwaardigheid, dat ze van 't begin tot het einde niet deugt. Eendjespoort is een volkomen verouderde bena ming en Eendjespoortstraat is aller- en wat de wereld noemt eau gentleman. Ja, oom En Pollv, denk je wel eens aan Bob? Aan hem denken? Natuurlijk. Ja natuurlijk. Maar ernstig? Denk je er wel eens over, als hij je eens nader zou zijn dan thans? God dank Het is er uit Waarom vraagt u mij dat? vroeg zij, met terneergeslagen oogen. Omdat, mijn lief meisje, ik me verbeeldde misschien was 't ook maar verbeelding dat dat Polly, bemin je hem Polly liet het hoofd zinken en zij antwoordde, droevig Vraag me dat niet, oom. Drommels, als ik 't niet dacht, riep Peter uit. Ik wist 't welik «et 't hem wel. Beoordeel me niet verkeerd beste oom, zei ze, hare armen om. zijn hals slaande en hem door hare. tranen heen in 't gelaat starende, of geloof niet dat ik ondankbaar bon. Er is misschien een tijd geweest, dat ik dacht, dat Bob genoeg van me i hield om mij tot zijne vrouw te ma ken. Maar ging ze zuchtend ver der de omstandigheden zijn veran derd. Ik weet dat hij 't recht heeft hooger op te zien. Bovendien ben ik slechts een arm meisje, dat órooten- deels afhankelijk is geweest van uwe mildheid- Ik bemin hem ik bemin hem te zeer om hem in zijne vooruit zichten in den weg te staan. Ik meen de, dat ik 't geheim voor mij zelve bewaard had. Maar sinds u 't ont dekt hebt, wil ik heen gaan. En mis schien den een of anderen .dag, wan neer hij gelukkig getrouwd is, zult u mij vergevenen het gelaat met de .handen bedekkend, snelde zij de ka mer uit. Hum Ik wist 't wel ik wist 't wel, herhaalde de oude man, heen en weer wandelend. - Peter Pepper corn, je bent een dwaas «en dwaas, mijnheerAls je hem aan de pekelvaatjes gehouden en een uitjes schiller van hem gemaakt had, zou dit niet gebeurd zijn. Maar neen, door de zwakheid van je hoofd, heb je een gentleman van hem willen maken. En een leelijken dwarskop heb je er van gemaakt. Je verdient gegeeseld te worden ,oude dwaas, die je bent. Om zijn woorden wat kracht bij te zetten liet hij het voetenbankje door de kamer vliegen, toen Bob eensklaps binnentrad, vergezeld door Sir Guil laume Hawksleigh en zijne dochter. Heila, papazei hij, wat is er gaande Een beetje aan 't oefenen voor een voetbalmatch of... Neen, zei Peter, nog steeds heen en weer loopend. Ik laat een beetje stoom vliegen, anders barst de ketel nog. Ik... Stil pa! zei Bob, hem wat kai- meerende. U hebt onze bezoekers nog niet gezien. Mag ik u voorstel len, Alice Sir Guillaume dit is I mijn vader. Hoe gaat 't met u, juffrouw minst gepast, omdat de aldus ge doopte passage geen siraat, maar een modderpoel is. Wie zich daarvan wil overtuigen kan den heelen dag te recht, op den Kampersingel, vlak naast het huis van den aannemer, den heer Jonker. De toegang kost niets, behalve een paar zwaar bemod- derde laarzen. Spotvogels hebben naar ik hoor de straat al Eendjeskomstraat gedoopt en ik moet zeggen, dat ik, als ik een eend was, nergens liever zou wezen, dan daar. En zoo gaat de Sociëteit Eendracht, in de wandeling genaamd Het Zwaan tje, dus uit de Houtstraat weg. De Doopsgezinde Gemeente, voor wie het gekocht is. zal er denkelijk wel een winkelhuis van maken. Achteraf hoor ik, dat er nog een combinatie was, die plan had om er een sociëteit te stichten. Zelfs wordt beweerd, dat die combinatie méér dan f 16000.had willen besteden. Nu is 't een merkwaardig verschijnsel, dat men doorgaans bij verkoop van huizen groote bedragen had wil len besteden, wanneer niet toe vallig een vroegere kooper een kleiner bedrag besteed had. Als je dat hoort, zou je denken, dat de beste kooper altijd achteraan komt, waar schijnlijk door het meesjouwen van de zakken met rijksdaalders, die hij had willen besteden, wanneer niet een anderenz. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 1