NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD.
23e Jaargang.
No. 6887
^efschi|iiS dagelijks, behalve op Zon- en Peestdagea
VRIJDAG 8 DECEMBER 1905
HAARLEM S DAGBLAD
ABOWNEMENTEN
PBR DRIB MAANDEN!
Voor Haarlem1.2G
Voot de dorpe» k den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland1.6o
Afeonderlüke nummers0.02U
üéfliustreera Zondagsblad, voor Haarlem9 0.37>f
a de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Yetteotecfeap korsMos Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen
ADVERTENTIËN:
Van I5 .egels 50 Cts.; iedere rege! meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel
Groote letters naar plaatsruimte. BIJ Abonnement aanzienlijk rabat
Kleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie ea Administratie: Groote Houtstraat 55.
latersemmnaaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij t Zntdac Boitenspaame S. Telefoonnummer 122.
Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publlclté Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., ParQs, 31*><s Faubourg Montmartre.
Am* •radersta&ivd» adressen worde»
Abonnementen en Advertentien voor
cfrt bied aangenomen «onder vertui o-
frtbg van kosten
J. VAN DER MÖÖLEN
Sigarenwinkel, Croojéstraat 6
B. C. VAN DIJK
Kroideniergwinkel. Westergracht
45, hoek Orauj«boomstraat.
Binnenland
BEN REIS MET HINDERNISSEN.
De beer Menno Huizinga. Jr., predi
kant te Nes op Ameland klaagt in een
ingezonden artikel in het Alg. Han
delsblad over de slechte motorboot-
verbinding tusschen dit eiland en den
vasten wal, hetwelk nog wel een
Rijksvervoermiddel is. Wie daar de
schuld van draagt is volgens hem
moeilijk te zeggen, maar als een paai
staat ;het vast dat de tegenwoordige
toestand onhoudbaar is en de besten
diging daarvan een dagelijksche oor
zaak van last, ergernis en gevaar
voor ieder die er mee te maken heeft.
Om dit te bewijzen geeft hij zijn
wedervaren van een gemaakte reis
weder.
„Om zeer dringende reden moest ik
Donderdag 23 November op reis. Niet
gering was dus mijne ongerustheid
toen ik s Woensdagsavonds vernam
dat de machine der motorboot weer
eens defect was, een sedert eenigen
tijd tenminste wekelijks terugkeerend
verschijnsel. Informatie bij den ge
zagvoerder dei' boot maakte mij wei
nig minder ongerust, Hij zelf was met
zijn beide ondergeschikten op de boot
aan 't werk (.het was ruim 9 uur in
den avond), in de hoop des nachts
de machine weer bruikbaar- te heb
ben. Toen ik des nachts om half 4 op
den aanlegsteiger kwam vond ik daal
den kapitein. De boot lag „op de ree",
op een afstand van ongeveer 10 mi
nuten gaans. Gewoonlijk ligt zij aan
den steiger, maar >3aar de machine
niet werkte had men den vorigen
avond niet verdei- kunnen komen, het
was te laat geworden zoodat het wa
ter toen reeds weder gevallen was. Op
den steiger hoorden wij nu uit de
verte de machine „malen", en daar,
volgens verzekering van den kapitein,
de machine het laatste half uur gere
geld had gewerkt gingen wij in een
roeiboot daarheen, onder een sortre-
gen over een onstuimige zee. De wind
begon op te steken. Behouden kwa
men wij aan boord en wij beide pas
sagiers, de heer landmeter Dijkstra
en ondergeteekende, kropen in de ka
juit. De bemanning die sedert Woens
dagmorgen geen rust had gehad be
geeft zioh aan t werk, de machine
wordt in beweging neen .wordt niet
in bew eging gezetwant wat er
ook werd beproefd door de drie man
nen, die zwart als Moren rondkropen
in de machinekamer,, terwijl ik op
't dek zat toe te zien, even onmach
tig om iets te doen, de machine stond
en bleef staan Dat duurde zoo tot
omstreeks half zes. Toen gaven ze het
op en de kapitein kwam ons voorstel
len, maai' weer in de roeiboot af te
dalen. Als wij er op stonden zou hij
trachten ons daarmede over te bren
gen op het zeilschip, dat ter vervan
ging van de motorboot altijd gereed
ligt. Dat lag evenwel op geruimen af
stand aan het andere einde der ree.
En hij kon er niet voor instaan dat
wij het zouden bereiken, binnen een
uur zeker niet, want de wind was
storm gewonden, en hol stond de zee
onder een pikdonkere lucht. Ons
scheen die tocht levensgevaarlijk, en
op ons verzoek weiden wij toen maar
w-eer aan wal gezet. De drie mannen
keerden onmiddellijk terug om hei
werk aan de machine voort te zetten,
jnet de belofte dat, indien eenigszins
mogelijk, de overtocht met het mid
dagtij zou worden volbracht, daar wij
beiden onze reis niet konden uitstel
len. Om half 7 was ik weer thuis.
Des middags omstreeks 3 uur be
vonden wij ons wederom op den stei
ger. De boot werd daariheen gebracht
en maalde lustig. Hij zou beslist va
ren, zei onze vriend de kapitein. Wij
g-ingen aan boord, los de touwen,
vooruithet commando. Stil stond de
machine. Wederom daalden zij af in
de machinekamer. Weer met inspan
ning van alle krachten aan 't werk.
Om half 5, daar draaide de vin weer
rond en weg ging de boot. Op dat
uur kwamen te Holwerd, aan de
Friese he kust, postloopers en passa
giers om den tocht naar Ameland te
maken. Zij kwamen daar. en wacht
ten.
Vrij geregeld draaide de machine
door. Wel keken wij elkander af en
toe eens aan, als in de kajuit het ge
luid dei' as minder hoorbaar of onge
regeld werd. Maar het ging. Totdat,
omstreeks een kwartier varen van de
Friesche kust, een verdachte stilte
•intrad. Wij gangen aan liet informee-
ren. De machine stond stil.
Gelukkig woei de wind Z.W. t. Z.,
juist genoeg westelijk om het zeil te
kunnen gebruiken. Wij stevenden
verder. Maar de boot is niet als zeil-
vaai-tuig gebouwd, en daar het bo
vendien zwarte nacht was, door zwa
re regenbuien opgeluisterd, was voor
zichtigheid geboden. Wij bevonden
ons n.l. in de nabijheid van het aan
leghoofd te Holwerd. De daar wach
tenden hadden de listigheid gehad
geen lantaarn mee te nemen. Toen
wij na eenigen tijd gezocht te hebben
naderbij kwamen ontstaken zij een
lucifer, die-uitwoei. Toen nog eens
een lucifer, die uitregende. Toen be
gonnen zij te juichen.
Maar de kapitein weid. boos
en riep schreeuw maar. had liever
een licht meegenomen. Daar de ge-
heele bemanning bij roer, zeil en
touw noodig was. stond ik zelf op den
voorsteven, uitziende. Mijn oogen
kunnen tegen die van een zeeman
wedijveren. Maar ik zag niets, ik on
derscheidde ternauwernood het wa
ter van de boot. Nog een schreeuw
op het hoofd. S. zei de kapitein,
en op t zelfde oogenblik zaten wij
bovenop den dam, dat. ellendige mis
baksel, dat nu al ruim 30 jaar lang
het verkeer van Ameland met den
vasten wal heeft belemmerd. De schip
per had ihet open gat in den dam niet
getroffen., wij zaten hoogstens een
meter of wat er naast. Wie zou hem
een verwijt maken dat hij niet beter
trof. die weet dat liet eenige baken
een lantaarn is, staande naar mijn
schatting ongeveer 500 a 600 meter
bezijden de aanlegplaats. Geen
mensch ter wereld zou het hem ver
beterd hebben. Maar wij zaten. Ka
pitein en beide knechts kwamen be
neden bij ons zitten. Wat konden zij
beter doen Want er zat niet anders
op dan wachten, totdat het water zou
zijn gevallen om dan uit te loopen,
•over den slikkerigen wadbodem, naar
het aanleghoofd, vanwaar wij hoog
stens een honderd meter verwijderd
lagen.
Wij begonnen ons gemoed te ont
lasten door beurt om beurt op die be
roerde boot te schelden, terwijl intus-
sahen de uitgeputte mannen telkens
neigden tot indommelen. Plotseling
hoor ik iets, en waarsohuw den ka
pitein wij spitsen de ooren de paal
tjes kraken roept hij uit, en springt
op. De paaltjes, dat zijn de houtres-
ten, die als oude botten uitsteken bo
ven de half-weggezonken steenen van
„den dam". Wij naar boven. En daar
gleed de boot, door een laatste vloed
golf gedragen, over den dam heen.
Intusschen woei en regende het
maar voort, en konden wij nog geen
hand voor oogen zien. Dadelijk liet
anker uitgeworpen. Want kreeg de
wind de boot te pakken, dan waren
wij wie weet waar, terechtgekomen.
Opnieuw togen de mannen aan 't
werk in de machinekamer. Want daar
wij aan de Oostzijde van het aanleg
hoofd waren terechtgekomen, zou het
alleen met „kunst en vliegwerk" mo
gelijk zijn in deze stikdonkere duis-
tenis den steiger te vinden, zeilende
tegen den wind in.
Een uur lang werd weer op alle
mogelijke wijze beproefd de machine
tot draaien over te halen. Maar zij
wilde niet. Toen werd ten einde raad
het zeil geheschen, en met een- groote
bociht. om vóór den wind te komen,
zetten wij koers naar den steiger,
waar de wachtenden nu het was
ongeveer half 8 wel doornat gere
gend, stonden te roepen om ons den
weg te wijzen.
Toen, eindelijk, werd de lucht een
oogenblik helder en zagen wij het
aanleghoofd als een zwarte streep
voor ons. Nog een oogenblik. een
touw werd uitgeworpen, en met ver
eende krachten trokken allen de boot
aan den steiger. Wij waren behouden
te Holwerd. kwart over 8, te laat om
nog vender te reizen. Voor een enke
len keer weer eens extra-onkósten en
logies, telegrammen en dergelijke.
Tot zoover was ik zelf getuige van
hetgeen gebeurde- Zie bier nog wat
er verder gevolgd is.
De bemanning in plants van een nu
toch welverdiende nachtrust te genie
ten, daalde wederom af in de machi
nekamer. Vrijdagsmorgens omstreeks
7 uur is de boot naar Ameland terug
gegaan, en met het middagtij kwam
zij weder te Holwerd. alles door de
kracht van den motor. Toen was dit
edele dier echter we dei- uitgeput en
stond van vermoeienis stil. De kapi
tein seinde om liet zeiischap. Desniet
tegenstaande werd de nacht weder ge
wijd aan het verzorgen der machine,
met het gunstig gevolg dat Zaterdag
morgen om 4 uur de boot weer kon
vertrekkenzij voer naar Nes en
kwam voorspoedig aan onmiddellijk
na aankomst werd de steven gewend,
om nogmaals naar Holwerd te gaan,
in plaats van thet schip dat gereed
lag. Maar de motor, weder vermoeid
geworden of wel voldaan over de be
langrijke bewezen diensten weigerde
en om geen tijd te verliezen werd dus
met het zeilschip de reis aanvaard
en gelukkig volbracht. Dien morgen
kwam ik behouden, voor den wind,
thuis terug.
Hoe lang de bemanning toen heeft
gerust, weet ik niet. Wel, dat 's
avonds de machine weer in werking
gebracht was.
Zondagsmorgens moest mijn schoon
vader, die bij ons was geweest, weer
naar huis. 's Morgens om 6.45 vertrok
de boot, malende alsof er nooit iets
aan gemankeerd had, en ik ging naar
huis, in de overtuiging dat vader op
den bestemden tijd thuis zou zijn.
's Middags om 3 uur rustig thuis zit
tende. hoor ik de huisdeur opengaan.
Ik ga kijken, daar staat vader, water
en slijk stroomende uit groote kap
laarzen, door hem van een der
scheepsknechts geleend. Ziehier zijn
wedervaren. 6-456.58 de machine
draadt. Stilstand. Reparatie. 7.20—
7.43 de maohine draait. Stilstand.
Vergeef se he pogingen tot reparatie.
Tegenwind. Heen en weer drijven.
Vastgeloopen op den Amelander wal.
Door het slijk geloopen ongeveer een
half uur. Toen door een wagen afge
haald en naar buis gereden.
Maandagmorgen half 9 warden, on
der een stormwind, de passagiers met
de roeiboot aan boord van het zeil
schip gebracht. Eerst tegen 12 uur
was het, in verband met wind en wa
ter. mogelijk te vertrekken. Omstreeks
half 2 kwam men te Holwerd aan. De
storm belette het schip naar Ameland
terug te keeren.
Daar het schip niet terugkwam en
wij dus ook weder geen post kregen,
stonden wij dien middag op «Ten dijk
uit te kijken. Met 'hoopvolle gezichten
zagen wij elkaar aan. De ankerplaats
is daar slecht, zei de één, zou het
anker niet willen slippen. Brak hij
maar op den dam in tweeën, zei een
ander. Deze liefelijke wenschen gol
den de boot .die in de verte lag te
slingeren, die boot, die nu ruim vier
jaar geleden met gejuich werd inge
haald op Amelandnu zou dan ein
delijk de overtocht geregeld kunnen
plaats hebbenOch, hoe kort heeft
die vreugde geduurd
Dinsdagmorgen kwam het schip
terug, en bracht e enige machinedee-
len ter vernieuwing mee. Woensdag
deed de aldus opgelapte machine
haar werk naar behooren. Don
derdag weigerde een ander deel den
dienst, gelukkig slechts tijdelijk, hoe
wel de reparatie den machinist bij
na een vinger kostte. Heden werd de
'heenreis in goede orde volbracht. Of
de boot, sedert ik haar te Holwerd
verliet, haar plicht heeft gedaan, Ik
durf t niet zeggen.
Aan deze geschiedenis heb ik wei
nig toe te voegen. Dai de toestand on
houdbaar is, blijkt daaruit duidelijk
genoeg. Men bedenke dat van dit
vaartuig niet alleen het personen-
maar ook het postverkeer afhankelijk
is. De veelvuldige bezwaren van weer
en wind, die het verkeer met een zeil
schip belemmeren, behoorden door
een mechanisch vervoermiddel te zijn
overwonnen. Zij zijn er eer door ver
ergerd. De betrokken autoriteiten
hebben tot nog toe aan de herhaalde
klachten en verzoeken onzerzijds,
voor zoover die de machine betroffen,
zoo goed als geen aandacht gesohon-
ken. Alles is goedi was het advies
I van den ingenieur van den Rijkswa
terstaat op een door onzen Gemeente
raad aan den Minister geriaht adres.
Wij hopen, nu deze tevreden inge
nieur uit onze directie naar elders is
verplaatst, en ook de opzichter door
een anderen titulair is vervangen, on-
der den nieuwen Minister, meer suc
ces te hebben met een volgend adres.
Mede te werken tot een ernstig onder
zoek en daardoor tot definitieve ver
betering is hetgeen ik mij met deze
1 publicatie voorstel."
zwaai- is, en liet geenszins wensche-'
lijk «s, de lasten voor dezen stand te
verzwaren.
Om deze redenen verzoekt het
hoofdbestuur de Tweede Kamer drin-
j gond. de voorgestelde opcenten op de
j bedrijfsbelasting niet aan te nemen.
f OVERDREVEN VOORGESTELD.
Het door ons aan een ander blad
ontleende bericht betreffende een pa-
niek ten gevolge van een brandje in
de Geref. kerk te Harderwijk, wordt
i door onzen correspondent aldaar zeer
overdreven genoemd. Hij schrijft ons:
j Ik woonde zelf de godsdienstoefe
ning bij en kan u dus zeker beter in
lichten dan de berichtgever van de
,,N. C.t.". die blijkbaar zijn phanta-
sie heeft laten werken. Het geval
komt hierop neer. dat de haarkam
van een meisje met het omhulsel der
kachel in aanraking kwam. Er wa
ren echter spoedig handen genoeg om
te voorkomen, dat het geval voor het
me:sje nadeelige gevolgen had. Na
tuurlijk onstond er wel eenige ver
warring. doch van „een geweldige
paniek", „een algemeen gegil en ge
jammer" was geen sprake. Enkelen
verlieten het gebouw alleen omdat ze
niet wisten wat er aan de hand was.
Ik kan u eindelijk nog melden, dat
het haar van liet bewuste meisje zelfs
niet geschroeid is. (Tel.)
DUUR RECHT.
Voor het 2e kantongerecht te Rot
terdam moest Dinsdag een gemeente
veldwachter uit een plaats in Fries
land eompareeren, om eene verkla
ring af te leggen in zake eene over
treding van burengerucht, onlangs
door hem geconstateerd, toen hij nog
politie-agent te Rotterdam was.
Aan den verbalisant moest f 25 wor
den uitgekeerd voor afstandskatten,
terwijl tegen den overtreder, die niet
1 verschenen was. f 1.— boete werd ge-
eischt.
WRAAKNEMING
Tn de gemeente Smallingerland
vond de veehouder de H.. in de laat
ste dagen 6 varkens dood. die
door de duurte dezer dieren een
aardig bedrag vertegenwoordigen.
Waar dezen zomer dezelfde boer er
last van had. dat zijn rundvee ge
kwetst werd door messteken, gelooft
men. dat de varkens vergiftigd zijn
door wraakgierigen De verteringsor
ganen zijn ter onderzoek opgezonden
om dit uit te maken.
BIJNA GESTIKT.
Te Nuenen zijn twee meisjes ter
nauwernood aan den dood ontsnapt.
Door een dofect aan den schoor-
steen werd het vertrek, waarin zij
zich bezig hielden met het verrich-
j ten van eenig naaiwerk, gevuld met
een benauwende houtskooliucht. zon-
der dat zij dit bemerkten,
f In bewusteloozen toestand werden
j beiden aangetroffen en met veel
j moeite werden zij tot bewustzijn te-
uggebracht.
DESERTEURS.
Door de politie te Rotterdam zijn
ter beschikking van den garnizoens
commandant gesteld de huzaar M. v.
cl. L„ die in de Tweede Pijnaoker-
straat en de huzaar M. W. K„ die op
de Hoogstraat aldaar is aangehou
den. Beiden deserteerden van het 3e
regiment huzaren te 's-Gravenhage in
garnizoen. Laatstgenoemde, die in
burgerkleeding liep, verzette zich bo
vendien ernstig tegen zijn arrestatie.
10 OPCENTEN OP DE
BEDRIJFSBELASTING.
Zooals gemeld, heeft het hoofdbe
stuur van den Nederl. Bond van ver-
eenigingen van den Handeldrijven-
deu en Industrieelen Middenstand,
{voorzitter de heer J. S. Meuwsen, te
Amsterdam) besloten, een adres aan
de Tweede Kamer te zenden, inhou
dende verzoek niet goed te keuren het
wetsvoorstel tot liet heffen van 10 op
centen op de bedrijfsbelasting.
In het adres wordt gezegd dat deze
10 opcenten in hoofdzaak zullen
drukken op de personen, beboerende
tot den handeldrijvenden en industri
eelen middenstand
dat de strijd om hei bestaan voor
den middenstand toch reeds zoo
HEVIGE VECHTPARTIJEN.
L)e Sint Nikolaasavond heeft zich
te Arnhem gekenmerkt door dronken
schap en vechtpartijen. Zeven perso
nen zijn door de politie opgebracht.
In de Walstraat en de Beekstraat is
gevochten, waarbij de „gele rijers"
zich niet onbetuigd hebben gelaten en
de politie met getrokken sabel tus-
schenbeide moest komen. In beide
straten is een agent verwond. Eerst
om twee uur 's nachts werd het rus
tig.
REDDINGBOOT
Voor de Maatschappij Zeeland is te
Missingen een reddingboot aangeko
men, om in geval van nood passagiers
aan den wal te kunnen brengen.
VOLKSHOTEL.
Men meldt uit Utrecht
In tegenwoordigheid van verschil
lende autoriteiten is W oensdagmid
dag door kommandant Estill de nieu
we industrieele inrichting van het
Leger des Heils met daaraan verbon
den Volkshotel alhier geopend.
Het gebouw, dat verleden jaar door
iiet Leger \oor 25.600 werd aange
kocht, is onder leiding van den chef
der inrichting, adjudant Kerkhoven,
inwendig geheel verbouwd.
Het voorgedeelte aan de Breed straat
wordt ingenomen door liet Volksho
tel. Voorloopig zijn daarvoor II ka
mers ingericht, benevens een restau
ratiezaal met tuin. De prijs voor een
kamer ls slechts ƒ0.40 per nacht. Het
plan beslaat om. indien dit hotel in
een behoefte voorziet, het uit te brei
den door er een verdieping op ie
brengen.
In het gedeelte grenzende aan de
Lange Lauwerstraat is de industriee
le uirichting voor daklooze mannen
gevestigd Een groote binnenplaats
geeft toegang tot de timmermans- en
schilderswerkplaats, smederij, bosjes-
makerij en papiersorteering, in welke
bedrijfstakken 45 mannen werk vin
den. De slaapzaal dezer mannen ligt
daarboven. Het geheel maakt een
Feuilleton.
De Liefde eener Vorstin
door
GEORGE BARR.
10)
In t minst niet. Ik wilde alleen
maar wc-ten. of de schram er .nog wel
was. Had de hoofdcondueteur bezwa
ren, om den trein te laten wachten.
Mr. Guggenslocker vroeg hij, toen
hij bedacht, wat hem van het optre
den van den ouden heer ter oore was
gekomen.
In 't begin niet weinig, maar ik
overtuigde hem spoedig, dat lïSThem
niets hielp, antwoordde de ander
doodbedaard.
Mijn man sprak zeer barsch te
gen de arme menschdn, voegde tante
Yvonne er bij. Ik vrees, Caspar, dat
hij geen woord verstond van hetgeen
je tot hem zei. Je was al te woe
dend
De pogingen vam de goede, oude
dame om Engelsch te spreken, gingen
haar veel moeilijker af dan van haar
echtgenoot.
Al verstond hij mijn Engelsch
don niet. hij hedft het toch heel goed
geraden, zeide haar echtgenoot boos.
Hij vertelde mij, dat u liem ce-
dreigd had hem te zullen doodslaan,
waagde de jonge man op te merken.
Ik, een spoorwegconducteur! riep
oom Caspar met trotsche geringschat
ting.
Caspar! Ik hoorde je zeggen, dat
je hem zoudt doodslaan, kwam zijn
vrouw tusschenbeiden. met verwijt in
haar oogen.
Och Ik heb ee>n fout gemaakt,
nu begrijp ik 't. Ik bedoelde wat an
ders. Ik meende, dat ik hem zou laten
wegjagen. Ik hoop. dat hij niet denkt,
dat ik hem heb willen beleedigen.
Hij was nu zeer verlegen.
Hij vreesde vermoedelijk, dat u
het van plan was, zei Lorry.
Hii behoeft zich niet ongerust te
maken. Een spoorwegconducteur is
voor mij toch geen partij. Wil u zoo
goed. zijn hem te zeggen, dat ik mij
niet zoo kan vernederen Bovendien
wordt een duel in uw land als een
moord beschouwd, naar men mij ver
teld heeft
Gewoonlijk is het ook een moord.
mijnheer.
Veel vaker dan - Europa.
De anderen keken hem vragend
aan.
Ik bedoel, als in Amerika twee
mannen de revolvers trekken en op
elkaar schieten, dan wordt er één ge
dood of dikwijls allebei. In Europa
eindigt de strijd voor zoover ik weet
met een houw met. de sabel.
U is verkeerd ingelicht, riep oom
Caspar met opgetrokken wenkbrau
wen.
Oom Caspar heeft meer keeren
geduelleerd dan hij zelf vertellen kan,
riep het meisje trotsch.
En heeft hij zijn tegenstander
altijd verslagen vroeg Grenfall. glim
lachend van de een naar den ander
kijkend.
Tante Yvonne wierp het jonge miies-
je een verwijtenden blik toe, en haar
gelaat verbleekte plotseling, terwijl
zij verschrikt haar oom aankeek.
Ohhoorde Lorry den ouden
heer mompelen.
Hij keek op zijn menu, maar zijn
oogen stonden star en onbewegelijk,
en de kaart werd tusschen de lange,
magere ringers vernield. De Ameri
kaan had dien indruk dat hij een ver
boden onderwerp had aangeroerd.
Hij had geduelleerd en iemand ge
dood, ging hem snel door 't hoofd.
Hij is geen slager, bloemist of schoen
maker. Dat is zeker.
Zeg ons eens, oom Caspar, wat
u tot den conducteur zeide, vroeg de
jonge dame vol spanning.
Vertdl hen, Caspar, hoe bezorgd
wij waren, voegde de lieve stem van
tante Yvonne er bij.
Grenfall zei niets, maar was vol
belangstelling. Hij had een vaag ge
voel, dat er op dit oogenblik een of
andere tragische gebeurtenis uit hun
leven in herinnering was gebracht.
Doch doodbedaard vertelde oom
Caspar van den rit met den trein van
het eene station naar hdt andere.
Wij misten je eerst, toen wij
bijna het volgend station bereikt had
den. Tante Yvonaie vroeg mij, waar
je toch was. Omdat ik het niet wist,
zocht ik je in een van de voorste
wagens, maar te vergeefsch. Ook
zocht ik in den eetwagen, zonder je
te vinden en keerde bezorgd naar
onzen wagen terug. Nu zochten je
tante en ik je overal, zonder je te
vinden ear ik zal de uitdrukking van
haar gezicht nooit vergeten, toen zij
op haar stoel neerzonk, ook zal ikmii
nooit weer den dood zoo nabij voelen
dan toen zij opmerkte, dat je uit den
trein gevallen kon zijn. Ik zond Hen
drik naar voren om den hiofdconduc-
teur te waarschuwen. Nauwelijks
was hij weg, toen de machine floot en
de trein al stootende langzaam ver
der reed. Wij keken elkaar aan en
verbleekten, want wij begrepen, dat
dit langzaam rijden eene bijzondere
beteefcenis had. Ik haastte tnij naar
de gang en kwam daar Hendrik te
gen. die nog meer ontsteld was dan
ik en vertelde, dat. men geseind had.
den trein te laten stoppen, daar er
iets bijzonders gebeurd wie. Je tante
kwam er ook nu bij en wilde weten,
wat er precies gebeurd wasGrenfall
merkte op, hoe hij zich uitsluitend tot
het jonge meisje wendde. Je tante had
ontdekt, dat de mijnheer uit den aan
greiizeiiden wagen evenzeer vermist
werd. Terwijl we nog vol twijfel en
schrik stonden rond te kijken, bleef
de trein staan en wij hoorden daar
buiten gerucht. Ik klauterde uit den
wagen en zag. dal wij een klein sta
tion bereikt hadden. De conducteur
kwam mij dadelijk tegemoet loopen
en vroeg
Is ile jongedame in den wagen
- Neen. Om 's hemels wil, wat heeft,
u gehoord riep ik.
Dan is zij in S. achtergebleven,
zei hij, en gebruikte daarbij eenige
zeer ongewone Amerikaansche uit
drukkingen.
Ik drong bij hem aan. dat hij
om uwentwille terugrijden moest om
te hooren, of u nog leefde of dood
was. Hij antwoordde, dat hij er voor
bedankte, dat li ij niet van plan was
dat te doen. Hij was onuitstaanbaar
en zei, dat hij order zou geven door
te rijden, waarna ik opmerkte, dat ;k
van zijn houding rapport zou doen.
Hij lachte mij in het gezicht uit, toen
werd ik driftig en zei tot hem
-- Mijnheer, ik zal u neervellen en
half dood slaan- Dat was een
krachtige Amerikoansclie zin, niet
waar, Mr. Lorry Ik wilde door hom
begrepen worden en daarom waren
mijn uitdrukkingen sterker dan ik wel
meende. Eenige dames en heenen, die
ook in den trein waren, ondersteun
den mijn ei sell om den trein te laten
wachten. Het telegram uit S. meldde,
dat Mr. Loïtv er op aangedrongen
had den trein twintig minuten lang
op te houden. De hoofdcondueteur be-
leedigde u, mijnheer, door te zeggen,
dat u meer och, hoe heet dat ook
weer meer gal had, dan iedere
idioot, dien hij tot nu toe ontmoet
had. Ik begreep het niet geheel, zoo
slecht bon ik met uw taal op de
hoogte, maar ik verzekerde hem, dat
u een maai' van eer en mijn vriend
was. Hij wilde toen uw naam weten,
en omdat ik hem zelf niet kende, zei
ik slechts, dat hij hem gauw genoeg
te weten zou komen. Zijn antwoord
ging voor mij verloren. Hij zei zoo
iets van „bek houden". Wat bedoelde
hij daarmee, Mr. Lorrv
Dat beteckent bij beschaafde
Amerikanen, dat men vi-rder verzocht
wordt te zwijgen. Mr. Guggenslocker,
antwoordde Lorry, met moeite een
lachbui onderdrukkend.
Hij zei uitdrukkelijk tegen mij,
dat hij niet zou wachten, toen er van
het andere station een tweede bood
schap kwam, Ik wist niet, wat die
boodschap was, maar een der hoeren
vertelde mij, dat hem bevolen was,
daar den trein te 'laten wachten, als
zijn betrekking hem lief was. Toen hij
het gelezen had, beloofde hij twintig
minuten te zullen wachten. Ik wilde
weten, hoe u bij ons kon komen,
maar hij weigerde iedere inlichting.
(Wordt ve
olg