BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ZATERDAG 13 JANUARI.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Natuurhistorische
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
XCIV.
V R Ar.ENB U S.
en spoedig zouden we weer binnen de
bebouwde stad zijnmaar we willen j
nog niet, zelfs hei drassige weiland A a 11 den Heer S. te O. Het
(„zwemschool") weerhoudt ons niet takje, dat U me toezond, behoort aan
en spoedig zijn we weer aan de Hout-den TurkscJien Eik. ook wel
Welke van de dames, inspec- j Laat de andere dame binnenko- meneer de inspecteur 1/ zei immers,
teur? men. dat ik hier mijn geheele leven moest
De jongste! 1 Een vrouw verscheen. Ze was mis- blijven en daarom heb ik -1 maar ni >t
Tot uw dienst, inspecteur schien tusschen de dertig en veertig, verder over nagedacht.
Er verliepen eenige minuten. Toen'maar zag er ouder uit en het donkere —Je weet dus niet meer precies
„onyu1 trad er een meisje van nauwelijks haar was aan de slapen reeds grijs wanneer je de ontzettende mi-I m-i
vaart en nu verder van den spoor- j Mos-L 1 k genoemd, om de eigen- achttien jaar binnen. Haar f ogen wa-geworden. Haar gelaat sprak van hebt gepleegd waimeer ™4lïk-
op dat hek -daarde aardige knoppen of liever knop- ren vochtig, maar schitterden met kommer en zorg, haar oogen stonden kige vrouw hebt vermoord? vmee
Het was, droomerig. inspecteur,
alsof zë wilde spreken, maar ze kon Ze liet zich gewillig naar het aan- Dat is reeds zoo lang geleden,
de woorden niet vinden. grenzend vertrek brengen, wélks deur meneer de inspecteur, dat het mij
Toen ze eindelijk kwamen, viel de achter ha<\r dicht. ging. thans schijnt, alsof ik de daad in -en,
inspecteur haar zonder complimenten Breng nummer 38. andere wereld heb gepleegd
in de rede en zeiDe gevangene trad binnen. Zijn ge- Heb je die dan berouwd
- Wees maar bedaard. Ga in do laat had die sombere uitdrukking ge- ik heb in die vele, lanf,v ju ren
maar hamer hier naast, en wacht, tot ik u kregen, welke niet een gevolg van de niets anders gedaan dan ze° berou-
alweer wat onnatuurlijk weer, en daarachter het goederenstation, de dan was de vraag toch nog niet veel roep. misdaad, maar van d;e straf is. Eeni- won. Ik verkeerde toen in een 'toe
zoo in 't hartje van den winter, men nieuwe Ravo, de geheele stad rechts duidelijker geworden, te meer, daar Een zuclut, waaruit bange vrees ge donkere baardstoppels en de oni- stand van verschrikkelijke opgewon-
zou thuis de kachel haast uit laten over de Houtvaart de woningen ran er zich gevallen voordoen, waarbij sprak, klonk vaar haar lippen, en ze wijkende blik dier oogen deden de denheid .en ik deed liet eigenlijk ook
enz. arbeiders met de opgetrokken brug- een onvolkomen waarneming op 'iets gehoorzaamde, alsof ze een streng be- trekken van liet gelaat nog strenger slechts, omdat ik haar zoo liYT had.
Mot ,d:at al schieten we al mooi getjes, daarachter, in de -verte, de dergelijks wijst. Bij de insecten, 6en vne"~ SËSÏE^** wln H?e helJ ik lianl' g-waar-
weer op en in vergelijking met de hossehen van Elswout, die ons hier waartoe de rupsen heliconen, hebben Do inspecteur sSSwie woei- en de Ofschoon je gedrag liiet altijd omSxK'mrt mMB» nieUaten" ztte
donkere dagen tusschen Kerstmis en beletten de kale duinen te zien. Daar we een gedaanteverwisseling. Uit de bewaarder vertoonde zich opnieuw. onberispelijk was, heb ik je toch voor daarom ook niet meer boos op mij
gratie voorgedragen. Ze is niet meer boos op je
De gevangene antwoordde met. Het haalde de inspecteur verbaasd.
weg af. Pas op dat hek daarde aardige knoppen of liever
Nu is 't alweer niet goed De natte linkerhand vast, nu met e_§ii zwaai schubben. Ook de eikenapjes zien er een eigenaardigen glans,
regenperiode heeft slechts voor een bet rechterbeen om het schuine ongeveer op dezelfde manier
paar dagen plaats gemaakt voor paaltje heen, 'daarna het linker en
mooi, helder voorjaarsweder met een «on hard voetpad is de belooning
helder zonnetjedat het landschap, v°°r de moeite, 't Is mooi buiten, ai
de markt, de straat zelfs kleur en leen 'dat water tuurt ons zoo koud,
leven geeft, uf de menschen praten z°o kil-koud aan. Links weiden met
dan was de vraag toch nog niet veel roep.
duidelijker geworden, te meer. daar Een
klonk
A.an mej. K. te H U vraagt
me: ..Leggen rupsen eieren?" Ik
had die vraag wel heel kort met
„neen" kunnen beantwoorden,
stil-
Nieuwjaar zijn de dagen thans vrij '*taat zoo waarlijk nog een heel veld eieren komen de onvolkomen insec-
wat vroolijker, moer opgewekt, en kool buiten, die zooals duidelijk te ten, die na enkele vervel]ingen gelijk
langer ook reeds. Vooral valt dit zien is van de laatste vorst niets worden aan de volwassen dieren,
laatste op de .heldere dagen op. als geleden heeft. En 't is nog wei sa- Soms is .hierbij een poptoestand, soms
't om half vijf nog niet volslagen voye kool en ook de gele kleur is niet. En nu ligt het voor de Hand.-dat
donker meer is, zooals voorheen. We geen teeken van kracht, en toch kan alleen de volkomen dieren eieren
gaan een heerlijken tijd tegemoet, een deze „echte Bloemenclaalsche gele", leggen. De rups is de onvolkomen 'doen'verdwijnen. ~Ze lag nog als eon In de jaren, dat ge hier waart,
tijd. dat de natuur zich opent, en den winter goed trotseeren. en be- toestand van den vlinder, dus de roode ondergrond onder de eenigszins l ebt ge in het geheel 128 kroi.0.1 ur-
weer volop genietingen schenkt aan hoeft niet zooals de andere kool aan vlinder legt de eierer. en niet de geelachtige oppervlakte. dbntl. Hier is het geld.
hen. die er open oog en oor voor den Langendijk in schuren worden rups. 77 Kom dichter-bïj Dank n, meneer de inspec
hebben. Maar wie de natuur wil zien, overwinterd. Meer en meer wijkt het Maar sommige rupsen worden aan- De !1.'aar..dat ?e"? teb lk. n,et
daar waarnemingen wil doen. moet weiland hier voor bloembollengrond, getast door sluipwespen, die zonder
- Breng nummer 127 hier.
Tot uw dienst, inspecteur
Een jonge man trad binnen. Hij was, lil sof lïr trots lag in
had een knap gezicht en blond kroes- zwijgen,
haar. Zijn oogen waren levendig cn Het verzoek om gratie
de gevangenislucht had zijn frissche willigd. Ge zijt vrij
gelaatskleur niet geheel en al kunnen Dank u
her
vond en zijn lippen werden
■dig.
Mijn financieel e aangelegenheid 1 zijn
Zelfs het kleinste vergrijp kan een altijd geordend geweest. Wat mvi ent- iach «leed over li-t «elant
er eens op uit, daarom maar eens de rechte slootkanten, de nog jonge de rups te dooden eieren leggen in gevangene zeer gevoelige bijkomende breekt, is de achting mijner mede B
begonnen.
hagen zeggen ons duidelijk, dat dit liet lichaam der rups. Uit die eieren straffen op den hals halen 'en hem menschen.
Neen, meneer de inspecteur. In
dd eerste jaren, toen wc er over spra
ken. was ze weliswaar nog lxios en
opgewonden, maar in de laatste jaren
en meer bepaald sedert den tijd, dat
ik bij het orgelspel als trapper dienst
doe. spreekt ze or heel kalm niet mij
over. Ik heb nu geen anderen wonsoh
meer dan dat wij elkaar eens in de
andere wereld mogen ontmoet dn.
Een nauwelijks waarneembare glim-
ch gleed over het geianl van den
inspecteur.
Thans heb je nu ook geno
Wat zal het doel zijn? We hebben stuk nog maar korten tijd in cultuur komen maden die een groot deel van de voorrechten ontnemen, waarmede De achting uwer medemensehen boet. De strenge Gerechtigheid i-i voi-
;r geen 't Is alleen maar om een is. Daar zitten zeker iiyacimhen on- 't lichaam van de rups verorberen, een onberispelijk bedrag beloond kan ik u niet geven. Ge nxoet zelf uw daan. Het besluit" tot het ei-b.-cnen
eindje 0111 te loopen en buiten te zijn, der dat dikke dek, terwijl daarnaast eindelijk groot genoeg zijn. naar bui- wordt. d°e,11 0111 26 we,e!" te venven/'11 van gratie is ontvangen. Ge ziix vrij.
echt gevoelen: buiten te zijn. vast tuipen geplant zijn, daar ligt ten kruipen en zich dadelijk verpop T..-':. :CJHet geld moet ge echter nemen, of ge —Waarom noemt indneer de
Dan
wordt,
Je bent een zeer lichtzinnige jon
de Brouwersvaart maar op, maar hier en daar wat riet. dunne- pen tot kleine, gele cocons Dat zijn |0beurd onecht er minder uit slechtheid Wil meneerde inspecteur het be- Sude^Lars^dte ni"t~- Ixwit.mm^ van al-
die eigenlijk wel eens omgedoopt Hes, voor t verstuiven alleen. Dat dan zeker de zoogenaamde rupsen- tengevolge van je grenzenlooze drag niet gebruiken ten bate der ver- ]eS- wat zijn meerdere zei
mocht worden in Bleekersvaart, zoo water in de greppels wijst er wel op, eieren. Mocht iemand blijven bewe- lichtzinnigheid. Gedurende je straftijd eeniging tot steun van ontslagen ge- _L Omdat, «e thans een vrij man
vuil en kleuzenrijk ziet dat water er dat we heel wat regen gehad hebben, ren, dat dit toch werkelijk rupsen- zijn je familieleden voor je werkzaam vangenen? zijt en ik niet liet. vecht heb u 1 ii
uit. Gelukkig is de andijvietijd over, zeker voor de bollen nu ook niet zoo eieren zijn, dan sluit men de cocons geweest, het meest bier hield de Kwiteer maar edrst. Dan kunt ge noemen.
anders konden we ons er nog aan heel goed; ik hoorde ten minste wel in een doosje, en laat ze uitkomen inspecteur een oogenb-ik op het naar welgevallen over het geld lx*- Meneerde inspectöuv kan mii ge
0 »iArtcr ,e v-n.v I n nfn o I-1.- l_t\ .htvKI 1-i.o.t .miv rrnnnan1 -
in ccn uvruojc, cn moi u.eivujijcai -fd
ergeren, dat dit vuile water gebruikt eens praten over natte voeten". Uit rupseneieren zullen toch zeker fr^iren^ies-oTm
werd om er groenten in te wasschen. W.e zijn dank zij de landelijke om- geen sluipwespen komen.
Zile eens terug op de stad, dat kleine geving geheel in een voorjaarsstem- j stuRING.
kwakeltje, daar verder de brug, links ming en al zal het nog heel wat
en rechts alles bebouwd, iepen langs duren voor de seringen enz. hier op
den eenen 'kant, en op den achter- den tuin van Kok buiten bloeien (in -v j !nf*0
grond de stad met den toren en de de kassen is dat wat anders), toch ^JCÏlJiOC QCS «vOilin^S
groote kerk. Dat zou wel een mooi wordt, de stemming nog verhoogd als j uft het Deensch van Carl
onderwerp voor een schilder kunnen we in de luwte der boomen en der Muusmann.
zijn. De wallen zijn thans netjes op- elzen langs de sloot geen tochtje voe- j
gezet- met Bazalt, behalve daar aan len. Die elzen, jammer dat we er
maar geen takje van kunnen bereiken, an-
schikkeax. Ge hebt het
De tranen begonnen den jongenman verdiend,
over de wangen te rollen. De inspecteur opende do deur van anders!
Je hebt je goed gedragen en bet het aangrenzend vertrek. De ontslage-
genoeg mat niet als anders „jij" noemen.
ben thans immers evenmin vrij als
is niet onmogelijk, dat je nog een- ne stond stom van verbazing, maar K- - -
nuttig lid der maatschappij bedwong zijn ontroering cn zei met iï l
heb dus het verzoek om moeilijk verkregen zelfbelieersching§iatl®-hebt 0tkiegen Jo sti-aftijd is
- 1 B Je kunt gaan waarheen je wilt.
Maar waarheen moet ik da*
«p«,«ur ïaaT11u,161 ,da! «t n>ij»
duizeSng mrnfltD tegen tie d-etir Nu maakte hij een buigingen verliet t* ta®L2frf=.6iS.'iSS;
leunen. En daarna deed hij een stap met zijn vrouw het bureau.
Nu, zooals gij - zooals jij wilt.
maal een i
wordt. Ik heb "dus het verzoek om moeilijlT verkregen zelfbeheerisching T - ..-
gratie van je familie gesteund. Het. is He.b dank, Annie, dat je bier bent on ft kun)t 8a^n v aarheen je wilt.
ingewilligd. Ge zijt wijgekomen. Maar laat ons meneer den
Do jonge man ging als door gene inspecteur niet .langer hinderen.
Maar nu is door den Koning be
paald. dat je vrij bent.
Do groote bel weerklonk. Haar ge- vooruit, wierp zich op dé knieën, vat- Maar de inspecteur liet zich niet be
de overzijde tegen dien tuin: maar geen takje van kunnen bereiken, an- luid pJantte zich luid dreunend voort de handen van den inspecteur en driegen. Nadat de deur was dichtge- ja Lar~ dat kan hii Ilii -chftnkt
van afbrokkelen zal men daai- zoo- ders toch konden we eens waarne- onder liet groote gewelf, het groote wilde die kussen. gaan, bleef hij nog een poos staan en ;0 de vrijheid als Kerstgeschenk
veel last niet hebben, daar de boom- men, wat daaraan zit, maar een an- slot werd met een knappend geluid Maar de inspecteur weerdse hem af. luisterde. Een krampachtig snikken Ais de Kon inine nu toch wat
wortels de aarde voor wegspoelen dere keer zijn we wel gelukkigei-. omgedraaid. stond op en zei vrxeiidelijkdaarginds drong in zijn oor en hij schenken wilde, had bet ook wel wat
beschutten. Daar aan 't eind vinden Nog even het ï'estantje Kerstrozen In een wolk van samengewaaide Niet zoo hartstoctitelijk. Niefmri knikte zwijgend als een nian, uie te- anders kunnen zijn.
we ieder jaar °p dien hoek het grö.- JST h" eige,„ijk
te hoefblad terug. Dat zal ook wel de Leidsche vaart weer op l uis aan de gerongeitis viel weer met een lui- jaarsdag gratie heeft verleend. Ge be- 0p zijn gelaat kwam een bijna jo- niet \faar voo^geld laut fxn-n /o<'
spoedig beginnen zijn bloemstengels te trekken De meerdere wandelaar^. yer hoorbaJ.en achter hem wijst uw dankbaarheid het best. door viale uitdrukking voor den dag. toen <r0Veer alles kriiaren
naar boven te werken. do voorbij snorrende trams laten ons dicht. in het vervolg als eerzaam en recht- hij den bewaarder voor de derde c De Koning geeft ie ook «dri
Daar zijn we onder de viaduct, nu -nog tijd genoeg om gindsche kraai Bah Wat is dat een Nieuw- schapen mensch onberispelijk en voor- maal schelde en zei- - -
maar den spoordijk aan de linker- met onze oogen te volgen. Het stuk. jaarsweer, zei de man en borstelde beeldig te leven. Teeken deee kwita.n- Breng nu nummer 1. Hoe zal de
hand gehouden. Hoe is alles hier dat zij in den bek draagt, schijnt ook zich de sneeuw af. tie en neem uw verdiend werkloon in oude orgeltrapper het bericht wel op-
r"Tda d" prs V8n dm T2ÏÏ tkk«ertKiSSeheStemn 2nï De "|nge man gehoo^amde werk- "Tifstak een sigaar aan en maakte ff SSSfto.SÜSSff.
smalle paadje thans een flmk breed wekken. Kijk dien cc. plein, klopte aan de deur van den tuigeïijk en bleef, zwijgend voor zich het zich in zijn leuningstoel gemak
voetpad. De hooge zandmassa is Aan zijn stap kunt ge wel zien. dat inspecteuT, trad binnen en legde een uitstarend op dezelfde plek staan. kelijk.
dank zij het opgebrachte laagje zwar- hij tevreden is. 't Is nu toch geen groote leeren tasch op de schrijftafel. Toen zei de inspecteur: Er werd aan de deur geklopt. Een
ten grond al mooi begroeid. Tal van weer om te hengelen? Ja, maar hij De inspecteur, die ongeduldig open Enjdati is er hier nog iemand, man met gebogen rug en wit Haar als ze vrijgelaten worden geld krii
afgestorven stengels vertellen ons is er op uit geweest om snoek te neer had geloopen nam een kleinen wie ptak verschuldigd zijt. trad binnen. Hij zager al heel afge- g€n Maar'dat ook degenen; die le-
wat van den vorigen zomer, ju er vangen. sleutelen opende de tasch. Hij wierp Hi o^nde de deur van het aan- bruikt uiit, ofschoon hij maar weinig venslang moeten zitten loon ontvan-
- is hem dat gelukt Zie maar bnigven en cour,anten op zijden nam grenzend vertrek en voor een oogen- mear dan vijftig jaar oud kon zijn. o-en dmt. wist. ik niet
naar de
w je
Lars. Hij betaalt ie alles uit. waf-
in die vele jaren verdiend hebt.
Maar daarvoor heb ik immers
Ja, maar bovendien ook arbeids
loon. Het is heel nauwkeurig in d*
boeken aangeteekend.
Ja, ik weet wel, dat de anderen.
~t, .ijftig jaar oud kon zijn.
or>„ni.c een verzegeld couvert, dat hij open- blik heerschte er een plechtige stilte. jn zjjn uiterlijk was niets bijzon-
voormjgangers, zie brak (Toen lagen d'e beide jonge menschen ders in 't oogvallends of ongewoons.
bloeien zelfs reeds plantjes. Het En
kroiskruid namelijk, da,t onkruid, dat eens watt 0
maar altijd doorgroeit, dat van kou- maar eens naar zijn rechterzijde. Hij Zij'n gelaat ,dut met den diepen m eikaars armen.
Tirn.mv,!-, ym-n rnffnv, f\f jlr/iftnJa VITlfr PI' ÏH fl.ü V P' P Trt 10 ZOO 11 rSTlOfikl mmnal 11 cc-cl, fiv\ cl cl npü^lhrouwpn h' n Och. Hole-er.
de of warmte, van regen of droogte ving er maar centje. Nu, zoo'n snoek; rimpel tusschen de wenkbrauwen en Och, Holger, Holger We
niet afhankelijk schijnt te zijn. Aan wat ziet zoo'n beest er krachtig uit, een naar beneden loopende lijn om niet meer boos ©p je- Wij verwachten
(de overzijde va.n de' Hontvaart tni- wat een bek, wat zal d'ie al een moor- den mond de gewone strenge uitdruk- J? allen bij de Oudejaarsavondvie
nen met afgestorven vaste planten, den opzijn geweten hebben. En nu kimghad we-rd door ecnzachtc, bij-Jing-
die den vorigen zomer den wande- dient hij zelf als maaltijd voor 't ge- 'der^'Si-wij'? 'hij het Tchrij'ftn door- de oogen uit en zei:
laar heel wat deden genieten, 't Is zin van den visscher. Hij is groot jjep Gaat nu. Ge hebt elkander zeker
hier, of liever 't begint hier echtlan- genoeg, om allen een heerlijk stukje jsja den brief gelezen te hebben open- nog heel wat te^ vertellen.
Hij maakte den Indruk van een
ziJ,n looner.
diag-
Meneer de inspecteur heeft mij
laten roepen, begon hij.
- Ja, Lars, dat heb ik en wel voor
De mspeoteur wreef zich ontroerd een zeer ernstig onderhoud. Ga zit-
ifiten.
Lars keek verbaasd in 't rond. Ein
delijk ging hij op een tip
gen, dat wist ik niet.
Ja, zeker. Je hebt (345 krone*
verdiend, hier zijn ze.
Maar dat is vreeselijk veelgeld'
Daarvoor kan ik alle pruimtabak op
de heele wereld koopen.
Maar begrijp je dan niet, Lars,
dat je van nu af, geen kleeren, gee*
kost en geen logies meer krijgt? Je
komt nu weer in de wereld en je moet
adieu, tot d« volgende week.
evenals vroeger voor je zeiven zorgen,
van den ttp.t o-«i a Wi-üo- ïo 1,^.4
w Je
I' Daaropsciiel^Tij"." ETn "bewaarder toegestoken en begon weer met zijn
trad binnen en sloeg op militaire ma-werk, terwijl hij buiten een rijtuig weest
'nier de hielen -tegen elkaar. [hoorde wegrollen. Me dunkt. 13 of 14 jaar.
i Verzoek de jonge dame, die be-' Na eenige oogenbhkken schelde hij; Weet je liet niet precies?
neden wacht, boven te komen. we#r. j Neen, precies weet ik heit.
del ijk te worden. Geen stad meer te vleesch te schenken. Daar hebben we de hij een ijzeren kast, nam er drie Hij schoof ze de deur uit zonderde ^toöl zitten met de gevangenismuts |nn
»<m. geen geluiden dringen meer tot de eerste huizen van de stad, nu pakjes uit en legde ze_op dte tafei. turnden .te vatten, welke hem werden tusschen de handen. 's m 'e tac^m
ons door, toch niet dat overruime
vergezicht, dat spoedig verveelt
at aar onze vreugde is van korten
du ut, daar klimt de weg een weinig
Tt I,, tijd voor gebrek moet beschermen.
- Hoe lang ben je eigenlijk hier go- En,
wanneer moet ik dan. de r
luet.
reld weer in?
j Vandaag dadelijk.
Kan ik niet tot morgen waclite»,
meneer de inspecteur Ik heb mezoo-
I dwong zioh en zijn antwoord over-
wegend, aarzelde hij even.
j Zij zat naast hem en haai' heddere, te nemen en heen te gaan. U ziet
grijze oogen lazen in de zijne als in geachte gTavin. dat ik verkies in de
De Liefde eener Vorstin «en boek. (schaduw van den muur te blijven
i lk kwam om Miss Guggenalo-zitten. Er zal een vorstelijk besluit
cker weer te zien. antwoordde hijnoodig zijn. om mij van plan te doen
j eindelijk. veranderen.
Waarom Er moet toch een Ge kunt niet verwachten, dat de
Bdringende reden voor geweest zijn vorstin u uit haai- land zal verjagen
36) om aoo'n verre reSs te maken. U is U. die zooveel voor haar gedaan
Zij kan maar geen besluit ne toch geen Amerikaansche bankier? heeft. U moet gaan, ook zonder dat
men. Wij hebben er samen zooveel j lk was van plan haar te vra- !zij het u verzoekt. Mr. Lorry-
wnr- n»( Van' (V nii
Feuilleton.
deer
GEORGE BARK.
Niet eerder, dan wanneer de vol vertwijfeling vast houdt vroeg ne vrooliike lachen van Harry An-' ~~ïZ^7Z T 1 - j
i vorstin mij verzoekt mijn pakje op hij glimlachend en plotseling tol-|!Illish vernam welke klank zich ver -- ft'/msde ni het maanlidu.
maakt kalm en vol zelfvertrouwen. 1
verdriet over gehad. U heeft geengen, of zij mijne vrouw wilde wor- j Dat kan ik niet! riep hij uiten
idée. wat het voor ons zeggen wil, den, zei hij want hij wist, dat ge-.zijn bedwongen gevoelens uitten zich.
Mr. Lorry, wij houden zooveel vanheimhouden nutteloos was en weer lk kan niet!
haar, en niemand hier zou haarleefde er zwakke hoop in zijn hartGe zult niet zoo zelfzuchtig en
ten offer willen brengen. De Gran- op. j wreed zijn om den angst voor den
U heeft Miste Guggenslocker niet.ondergang die onvermijdelijk ia,
gevonden 1 nog 1.e vergrooten, zei
I Kant 11 non oc
storkere zouden haar eerder dooden,
dan toestaan, dat zij Gabriël vioJgt.
De vorstin kan niet vergeten, dat,
'haar vader zijn volk in oorlog ge
bracht heeft, en zij beschouwt het
als haar plicht, voor die fout te boe
ten, het koste dan, wat het wil.
Maar is er dan niets anders dan
dit? vroeg Lorry.
Er is niemand, die ons zou hel
pen, want wij zijn bankroet. Wees
zoo goed en kijkt u mij eens aan in-
plaatis van voortdurend naar die
fontein te staren. Waarom ite
Bdelweisz gekomen
Neen. I Kent u een scheepsbemanning,
En u keert nn teleurgesteld te-[gravin, die het wrak verlaat, zoo
rug, omdat zij hier niet is. Mr.
Lorry
Ik laat het antwoord aan uw
fijn gevoel over.
Er volgde een lange pauze.
M.ag ik vragen of u van plan
is Granstark weer te verlaten, vroeg
zij ietwat verlegen.
Waarom wilt, u dat. weten waf
in j zijn wedervraag.
Omdat ik weet. hoe hopeloos uw
Zij deed die vraag zoo vrijmoedig, zoeken geweest is. U heeft dien
dat zijn verschrikt zwijgen een on- j muur bereikt, en moet nu terugkee-
uitgwSproken bekentenis was. Hij be-'ren. Ik vraag, wanneer?
lang er nog menschen op zijn Hier
is een wrak. waar is echter een
redder Als de nacht, het donkerst,
dei zee het. wildst en de hoop ver
vlogen is, dan is de hulp het meest
noodig.
Tii kan u niet bevelen Edelweisz
t.o verlaten, alleen kan ik u er aan
herinneren, dat ge een verantwoor
ding op u laadt, als ge blijft, ant
woordde de gravin.
Wil u mij helpen, als ik u toon,
dat ik hei wrak bereiken en denge
nen redden kan die zich daaraan
bekommeren. Achter hem verhieven
zioh de sombere muren van het slot.
door welks vensters hier en daar
1 - Nu stond zij voor de balustrade. I*
[mengde met de istem eener vrouw. hand had
Zeker, want ik heb haar. die 7;; schenen zich om niets ernrtitrste hand Had zij een bouquet \aa
- "ïh.™ ïSi'i™", '"'W tietgeiaat omhoo»
geheven, haar oogen waren op de*
bergkam gericht. Zij vormde het
een lichtschemering kwam. schouwcl ^ad
1 YT- "ff Zi' wczen?. '3Een heftig' Kefüeshmmw«.
had hij haar nog genen en met 3ich van hem meest„,. zijn
haar gesprokerr Hun gesprek ms.fc,,,, zjch teil h JC1|
vrool.jk geweest en had over alge- hij Mn a^d ])M,
meene onderwerpen geloopen. Zij dreigend
had door geen woord laten blijken, j Tegen de doo,. het nKlanUcht ver.
dat zij dacht aan den tijd, die ZU -lidite horizon toekende zich dodo*-
nog pas aan rijn bed had doorge-kcre lnno nn hc, w v.envijd<™J,
bracht en hij had de woorden te- klooster at. Daar woonden de mon
ruggehouden, die hem op de hppenniken van St. Valentijn. Boven Si
wilden komen. \V aar sou nu ajn»buiten de wereld stond het daar
Zij was niet bi] het vroo i,ke gesel-ee„ dcel van den Hemel zelf at« hit
schap daar beneden want zijn schei-bBeld van een wachtcr wians'
pc arendsoogen hadden iedere gestal- lijke bescherming afschrikt maar
te gemonsterd. 00k geruststelt. Hij voelde zich ai.
Weer bij haar ministers om haar aan die plaats vastgeketend, niel li
geplaagd hoofd opnieuw af te mar- Uaat tot handelen. Alleen de poging
ver" daartoe scheen hein reeds oen omt-
moeien. j wijden van een zoo bekoorlijk beeld
Een lichte tred op desteenen trapdat hij nauwelijks durfde »dem(
van Het half donkere balcon trok hnlen Hij wist niet hoe lang hij ra.
zijn opmerkzaamheid. ,li! wonderscjioon heeld had.
Hij wendde het hoofd om en zagnoten
•orslin Yetive. die, meonende alleen
te 7-ijn langzaam naar de ballustra
de liep. Haar donker haar was
evenals haar blanke «schouders on-
bedekt. Het mooie witte kleed. dat
in de zee omkomen moet, lief. Ik
heb over ernstige dingen met u
sproken, Mr. Lorry, en ik reken er
op, dat gij mii niet verkeerd be
grijpt. Ik acht u en Mr. Anguish
hoog, en wat mij betreft, mag u
hier wel altijd blijven.
Toen hij dien avond op het groote
balcon zat en zij.n sigaar rookte,
dacht hij lang en ernstig na over
hetgeen zij gezegd had. Zijn hort
zeide hem. dat hij de ellende slechts
grooter maakte, maar de altijd weer
terugkeerende 'hoop om een bestaan
te redden streed heftig met de
meer sombere gewaarwording. Het
eene oogeublik was hij overtuigd
van den groot en afstand tusschen
een mensch en een vorstin en -het
volgend1 lachte 'hij er om.v
Op het terras achter hét slot zag
hij mannen en vrouwen wandelen in
den maneschijn. Zoo nu en dan
drongen klanken van luchtig gekeu
vel tot hem door. De militaire kapel
speelde in de daarvoor bestemde
tent. Overal scheen vroolijkheid. op
gewektheid en welbehagen te heer-
schen. Was het mogelijk, dat daar-*
aan zoo spoedig een einde zou ko
men
Hij glimlachte, toen hij het gewo-
d^^Jjoi
(Wordt vervolgd'.