BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ZATERDAG 13 JANUARI. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. XCIV. V R Ar.ENB U S. en spoedig zouden we weer binnen de bebouwde stad zijnmaar we willen j nog niet, zelfs hei drassige weiland A a 11 den Heer S. te O. Het („zwemschool") weerhoudt ons niet takje, dat U me toezond, behoort aan en spoedig zijn we weer aan de Hout-den TurkscJien Eik. ook wel Welke van de dames, inspec- j Laat de andere dame binnenko- meneer de inspecteur 1/ zei immers, teur? men. dat ik hier mijn geheele leven moest De jongste! 1 Een vrouw verscheen. Ze was mis- blijven en daarom heb ik -1 maar ni >t Tot uw dienst, inspecteur schien tusschen de dertig en veertig, verder over nagedacht. Er verliepen eenige minuten. Toen'maar zag er ouder uit en het donkere —Je weet dus niet meer precies „onyu1 trad er een meisje van nauwelijks haar was aan de slapen reeds grijs wanneer je de ontzettende mi-I m-i vaart en nu verder van den spoor- j Mos-L 1 k genoemd, om de eigen- achttien jaar binnen. Haar f ogen wa-geworden. Haar gelaat sprak van hebt gepleegd waimeer ™4lïk- op dat hek -daarde aardige knoppen of liever knop- ren vochtig, maar schitterden met kommer en zorg, haar oogen stonden kige vrouw hebt vermoord? vmee Het was, droomerig. inspecteur, alsof zë wilde spreken, maar ze kon Ze liet zich gewillig naar het aan- Dat is reeds zoo lang geleden, de woorden niet vinden. grenzend vertrek brengen, wélks deur meneer de inspecteur, dat het mij Toen ze eindelijk kwamen, viel de achter ha<\r dicht. ging. thans schijnt, alsof ik de daad in -en, inspecteur haar zonder complimenten Breng nummer 38. andere wereld heb gepleegd in de rede en zeiDe gevangene trad binnen. Zijn ge- Heb je die dan berouwd - Wees maar bedaard. Ga in do laat had die sombere uitdrukking ge- ik heb in die vele, lanf,v ju ren maar hamer hier naast, en wacht, tot ik u kregen, welke niet een gevolg van de niets anders gedaan dan ze° berou- alweer wat onnatuurlijk weer, en daarachter het goederenstation, de dan was de vraag toch nog niet veel roep. misdaad, maar van d;e straf is. Eeni- won. Ik verkeerde toen in een 'toe zoo in 't hartje van den winter, men nieuwe Ravo, de geheele stad rechts duidelijker geworden, te meer, daar Een zuclut, waaruit bange vrees ge donkere baardstoppels en de oni- stand van verschrikkelijke opgewon- zou thuis de kachel haast uit laten over de Houtvaart de woningen ran er zich gevallen voordoen, waarbij sprak, klonk vaar haar lippen, en ze wijkende blik dier oogen deden de denheid .en ik deed liet eigenlijk ook enz. arbeiders met de opgetrokken brug- een onvolkomen waarneming op 'iets gehoorzaamde, alsof ze een streng be- trekken van liet gelaat nog strenger slechts, omdat ik haar zoo liYT had. Mot ,d:at al schieten we al mooi getjes, daarachter, in de -verte, de dergelijks wijst. Bij de insecten, 6en vne"~ SËSÏE^** wln H?e helJ ik lianl' g-waar- weer op en in vergelijking met de hossehen van Elswout, die ons hier waartoe de rupsen heliconen, hebben Do inspecteur sSSwie woei- en de Ofschoon je gedrag liiet altijd omSxK'mrt mMB» nieUaten" ztte donkere dagen tusschen Kerstmis en beletten de kale duinen te zien. Daar we een gedaanteverwisseling. Uit de bewaarder vertoonde zich opnieuw. onberispelijk was, heb ik je toch voor daarom ook niet meer boos op mij gratie voorgedragen. Ze is niet meer boos op je De gevangene antwoordde met. Het haalde de inspecteur verbaasd. weg af. Pas op dat hek daarde aardige knoppen of liever Nu is 't alweer niet goed De natte linkerhand vast, nu met e_§ii zwaai schubben. Ook de eikenapjes zien er een eigenaardigen glans, regenperiode heeft slechts voor een bet rechterbeen om het schuine ongeveer op dezelfde manier paar dagen plaats gemaakt voor paaltje heen, 'daarna het linker en mooi, helder voorjaarsweder met een «on hard voetpad is de belooning helder zonnetjedat het landschap, v°°r de moeite, 't Is mooi buiten, ai de markt, de straat zelfs kleur en leen 'dat water tuurt ons zoo koud, leven geeft, uf de menschen praten z°o kil-koud aan. Links weiden met dan was de vraag toch nog niet veel roep. duidelijker geworden, te meer. daar Een klonk A.an mej. K. te H U vraagt me: ..Leggen rupsen eieren?" Ik had die vraag wel heel kort met „neen" kunnen beantwoorden, stil- Nieuwjaar zijn de dagen thans vrij '*taat zoo waarlijk nog een heel veld eieren komen de onvolkomen insec- wat vroolijker, moer opgewekt, en kool buiten, die zooals duidelijk te ten, die na enkele vervel]ingen gelijk langer ook reeds. Vooral valt dit zien is van de laatste vorst niets worden aan de volwassen dieren, laatste op de .heldere dagen op. als geleden heeft. En 't is nog wei sa- Soms is .hierbij een poptoestand, soms 't om half vijf nog niet volslagen voye kool en ook de gele kleur is niet. En nu ligt het voor de Hand.-dat donker meer is, zooals voorheen. We geen teeken van kracht, en toch kan alleen de volkomen dieren eieren gaan een heerlijken tijd tegemoet, een deze „echte Bloemenclaalsche gele", leggen. De rups is de onvolkomen 'doen'verdwijnen. ~Ze lag nog als eon In de jaren, dat ge hier waart, tijd. dat de natuur zich opent, en den winter goed trotseeren. en be- toestand van den vlinder, dus de roode ondergrond onder de eenigszins l ebt ge in het geheel 128 kroi.0.1 ur- weer volop genietingen schenkt aan hoeft niet zooals de andere kool aan vlinder legt de eierer. en niet de geelachtige oppervlakte. dbntl. Hier is het geld. hen. die er open oog en oor voor den Langendijk in schuren worden rups. 77 Kom dichter-bïj Dank n, meneer de inspec hebben. Maar wie de natuur wil zien, overwinterd. Meer en meer wijkt het Maar sommige rupsen worden aan- De !1.'aar..dat ?e"? teb lk. n,et daar waarnemingen wil doen. moet weiland hier voor bloembollengrond, getast door sluipwespen, die zonder - Breng nummer 127 hier. Tot uw dienst, inspecteur Een jonge man trad binnen. Hij was, lil sof lïr trots lag in had een knap gezicht en blond kroes- zwijgen, haar. Zijn oogen waren levendig cn Het verzoek om gratie de gevangenislucht had zijn frissche willigd. Ge zijt vrij gelaatskleur niet geheel en al kunnen Dank u her vond en zijn lippen werden ■dig. Mijn financieel e aangelegenheid 1 zijn Zelfs het kleinste vergrijp kan een altijd geordend geweest. Wat mvi ent- iach «leed over li-t «elant er eens op uit, daarom maar eens de rechte slootkanten, de nog jonge de rups te dooden eieren leggen in gevangene zeer gevoelige bijkomende breekt, is de achting mijner mede B begonnen. hagen zeggen ons duidelijk, dat dit liet lichaam der rups. Uit die eieren straffen op den hals halen 'en hem menschen. Neen, meneer de inspecteur. In dd eerste jaren, toen wc er over spra ken. was ze weliswaar nog lxios en opgewonden, maar in de laatste jaren en meer bepaald sedert den tijd, dat ik bij het orgelspel als trapper dienst doe. spreekt ze or heel kalm niet mij over. Ik heb nu geen anderen wonsoh meer dan dat wij elkaar eens in de andere wereld mogen ontmoet dn. Een nauwelijks waarneembare glim- ch gleed over het geianl van den inspecteur. Thans heb je nu ook geno Wat zal het doel zijn? We hebben stuk nog maar korten tijd in cultuur komen maden die een groot deel van de voorrechten ontnemen, waarmede De achting uwer medemensehen boet. De strenge Gerechtigheid i-i voi- ;r geen 't Is alleen maar om een is. Daar zitten zeker iiyacimhen on- 't lichaam van de rups verorberen, een onberispelijk bedrag beloond kan ik u niet geven. Ge nxoet zelf uw daan. Het besluit" tot het ei-b.-cnen eindje 0111 te loopen en buiten te zijn, der dat dikke dek, terwijl daarnaast eindelijk groot genoeg zijn. naar bui- wordt. d°e,11 0111 26 we,e!" te venven/'11 van gratie is ontvangen. Ge ziix vrij. echt gevoelen: buiten te zijn. vast tuipen geplant zijn, daar ligt ten kruipen en zich dadelijk verpop T..-':. :CJHet geld moet ge echter nemen, of ge —Waarom noemt indneer de Dan wordt, Je bent een zeer lichtzinnige jon de Brouwersvaart maar op, maar hier en daar wat riet. dunne- pen tot kleine, gele cocons Dat zijn |0beurd onecht er minder uit slechtheid Wil meneerde inspecteur het be- Sude^Lars^dte ni"t~- Ixwit.mm^ van al- die eigenlijk wel eens omgedoopt Hes, voor t verstuiven alleen. Dat dan zeker de zoogenaamde rupsen- tengevolge van je grenzenlooze drag niet gebruiken ten bate der ver- ]eS- wat zijn meerdere zei mocht worden in Bleekersvaart, zoo water in de greppels wijst er wel op, eieren. Mocht iemand blijven bewe- lichtzinnigheid. Gedurende je straftijd eeniging tot steun van ontslagen ge- _L Omdat, «e thans een vrij man vuil en kleuzenrijk ziet dat water er dat we heel wat regen gehad hebben, ren, dat dit toch werkelijk rupsen- zijn je familieleden voor je werkzaam vangenen? zijt en ik niet liet. vecht heb u 1 ii uit. Gelukkig is de andijvietijd over, zeker voor de bollen nu ook niet zoo eieren zijn, dan sluit men de cocons geweest, het meest bier hield de Kwiteer maar edrst. Dan kunt ge noemen. anders konden we ons er nog aan heel goed; ik hoorde ten minste wel in een doosje, en laat ze uitkomen inspecteur een oogenb-ik op het naar welgevallen over het geld lx*- Meneerde inspectöuv kan mii ge 0 »iArtcr ,e v-n.v I n nfn o I-1.- l_t\ .htvKI 1-i.o.t .miv rrnnnan1 - in ccn uvruojc, cn moi u.eivujijcai -fd ergeren, dat dit vuile water gebruikt eens praten over natte voeten". Uit rupseneieren zullen toch zeker fr^iren^ies-oTm werd om er groenten in te wasschen. W.e zijn dank zij de landelijke om- geen sluipwespen komen. Zile eens terug op de stad, dat kleine geving geheel in een voorjaarsstem- j stuRING. kwakeltje, daar verder de brug, links ming en al zal het nog heel wat en rechts alles bebouwd, iepen langs duren voor de seringen enz. hier op den eenen 'kant, en op den achter- den tuin van Kok buiten bloeien (in -v j !nf*0 grond de stad met den toren en de de kassen is dat wat anders), toch ^JCÏlJiOC QCS «vOilin^S groote kerk. Dat zou wel een mooi wordt, de stemming nog verhoogd als j uft het Deensch van Carl onderwerp voor een schilder kunnen we in de luwte der boomen en der Muusmann. zijn. De wallen zijn thans netjes op- elzen langs de sloot geen tochtje voe- j gezet- met Bazalt, behalve daar aan len. Die elzen, jammer dat we er maar geen takje van kunnen bereiken, an- schikkeax. Ge hebt het De tranen begonnen den jongenman verdiend, over de wangen te rollen. De inspecteur opende do deur van anders! Je hebt je goed gedragen en bet het aangrenzend vertrek. De ontslage- genoeg mat niet als anders „jij" noemen. ben thans immers evenmin vrij als is niet onmogelijk, dat je nog een- ne stond stom van verbazing, maar K- - - nuttig lid der maatschappij bedwong zijn ontroering cn zei met iï l heb dus het verzoek om moeilijk verkregen zelfbelieersching§iatl®-hebt 0tkiegen Jo sti-aftijd is - 1 B Je kunt gaan waarheen je wilt. Maar waarheen moet ik da* «p«,«ur ïaaT11u,161 ,da! «t n>ij» duizeSng mrnfltD tegen tie d-etir Nu maakte hij een buigingen verliet t* ta®L2frf=.6iS.'iSS; leunen. En daarna deed hij een stap met zijn vrouw het bureau. Nu, zooals gij - zooals jij wilt. maal een i wordt. Ik heb "dus het verzoek om moeilijlT verkregen zelfbeheerisching T - ..- gratie van je familie gesteund. Het. is He.b dank, Annie, dat je bier bent on ft kun)t 8a^n v aarheen je wilt. ingewilligd. Ge zijt wijgekomen. Maar laat ons meneer den Do jonge man ging als door gene inspecteur niet .langer hinderen. Maar nu is door den Koning be paald. dat je vrij bent. Do groote bel weerklonk. Haar ge- vooruit, wierp zich op dé knieën, vat- Maar de inspecteur liet zich niet be de overzijde tegen dien tuin: maar geen takje van kunnen bereiken, an- luid pJantte zich luid dreunend voort de handen van den inspecteur en driegen. Nadat de deur was dichtge- ja Lar~ dat kan hii Ilii -chftnkt van afbrokkelen zal men daai- zoo- ders toch konden we eens waarne- onder liet groote gewelf, het groote wilde die kussen. gaan, bleef hij nog een poos staan en ;0 de vrijheid als Kerstgeschenk veel last niet hebben, daar de boom- men, wat daaraan zit, maar een an- slot werd met een knappend geluid Maar de inspecteur weerdse hem af. luisterde. Een krampachtig snikken Ais de Kon inine nu toch wat wortels de aarde voor wegspoelen dere keer zijn we wel gelukkigei-. omgedraaid. stond op en zei vrxeiidelijkdaarginds drong in zijn oor en hij schenken wilde, had bet ook wel wat beschutten. Daar aan 't eind vinden Nog even het ï'estantje Kerstrozen In een wolk van samengewaaide Niet zoo hartstoctitelijk. Niefmri knikte zwijgend als een nian, uie te- anders kunnen zijn. we ieder jaar °p dien hoek het grö.- JST h" eige,„ijk te hoefblad terug. Dat zal ook wel de Leidsche vaart weer op l uis aan de gerongeitis viel weer met een lui- jaarsdag gratie heeft verleend. Ge be- 0p zijn gelaat kwam een bijna jo- niet \faar voo^geld laut fxn-n /o<' spoedig beginnen zijn bloemstengels te trekken De meerdere wandelaar^. yer hoorbaJ.en achter hem wijst uw dankbaarheid het best. door viale uitdrukking voor den dag. toen <r0Veer alles kriiaren naar boven te werken. do voorbij snorrende trams laten ons dicht. in het vervolg als eerzaam en recht- hij den bewaarder voor de derde c De Koning geeft ie ook «dri Daar zijn we onder de viaduct, nu -nog tijd genoeg om gindsche kraai Bah Wat is dat een Nieuw- schapen mensch onberispelijk en voor- maal schelde en zei- - - maar den spoordijk aan de linker- met onze oogen te volgen. Het stuk. jaarsweer, zei de man en borstelde beeldig te leven. Teeken deee kwita.n- Breng nu nummer 1. Hoe zal de hand gehouden. Hoe is alles hier dat zij in den bek draagt, schijnt ook zich de sneeuw af. tie en neem uw verdiend werkloon in oude orgeltrapper het bericht wel op- r"Tda d" prs V8n dm T2ÏÏ tkk«ertKiSSeheStemn 2nï De "|nge man gehoo^amde werk- "Tifstak een sigaar aan en maakte ff SSSfto.SÜSSff. smalle paadje thans een flmk breed wekken. Kijk dien cc. plein, klopte aan de deur van den tuigeïijk en bleef, zwijgend voor zich het zich in zijn leuningstoel gemak voetpad. De hooge zandmassa is Aan zijn stap kunt ge wel zien. dat inspecteuT, trad binnen en legde een uitstarend op dezelfde plek staan. kelijk. dank zij het opgebrachte laagje zwar- hij tevreden is. 't Is nu toch geen groote leeren tasch op de schrijftafel. Toen zei de inspecteur: Er werd aan de deur geklopt. Een ten grond al mooi begroeid. Tal van weer om te hengelen? Ja, maar hij De inspecteur, die ongeduldig open Enjdati is er hier nog iemand, man met gebogen rug en wit Haar als ze vrijgelaten worden geld krii afgestorven stengels vertellen ons is er op uit geweest om snoek te neer had geloopen nam een kleinen wie ptak verschuldigd zijt. trad binnen. Hij zager al heel afge- g€n Maar'dat ook degenen; die le- wat van den vorigen zomer, ju er vangen. sleutelen opende de tasch. Hij wierp Hi o^nde de deur van het aan- bruikt uiit, ofschoon hij maar weinig venslang moeten zitten loon ontvan- - is hem dat gelukt Zie maar bnigven en cour,anten op zijden nam grenzend vertrek en voor een oogen- mear dan vijftig jaar oud kon zijn. o-en dmt. wist. ik niet naar de w je Lars. Hij betaalt ie alles uit. waf- in die vele jaren verdiend hebt. Maar daarvoor heb ik immers Ja, maar bovendien ook arbeids loon. Het is heel nauwkeurig in d* boeken aangeteekend. Ja, ik weet wel, dat de anderen. ~t, .ijftig jaar oud kon zijn. or>„ni.c een verzegeld couvert, dat hij open- blik heerschte er een plechtige stilte. jn zjjn uiterlijk was niets bijzon- voormjgangers, zie brak (Toen lagen d'e beide jonge menschen ders in 't oogvallends of ongewoons. bloeien zelfs reeds plantjes. Het En kroiskruid namelijk, da,t onkruid, dat eens watt 0 maar altijd doorgroeit, dat van kou- maar eens naar zijn rechterzijde. Hij Zij'n gelaat ,dut met den diepen m eikaars armen. Tirn.mv,!-, ym-n rnffnv, f\f jlr/iftnJa VITlfr PI' ÏH fl.ü V P' P Trt 10 ZOO 11 rSTlOfikl mmnal 11 cc-cl, fiv\ cl cl npü^lhrouwpn h' n Och. Hole-er. de of warmte, van regen of droogte ving er maar centje. Nu, zoo'n snoek; rimpel tusschen de wenkbrauwen en Och, Holger, Holger We niet afhankelijk schijnt te zijn. Aan wat ziet zoo'n beest er krachtig uit, een naar beneden loopende lijn om niet meer boos ©p je- Wij verwachten (de overzijde va.n de' Hontvaart tni- wat een bek, wat zal d'ie al een moor- den mond de gewone strenge uitdruk- J? allen bij de Oudejaarsavondvie nen met afgestorven vaste planten, den opzijn geweten hebben. En nu kimghad we-rd door ecnzachtc, bij-Jing- die den vorigen zomer den wande- dient hij zelf als maaltijd voor 't ge- 'der^'Si-wij'? 'hij het Tchrij'ftn door- de oogen uit en zei: laar heel wat deden genieten, 't Is zin van den visscher. Hij is groot jjep Gaat nu. Ge hebt elkander zeker hier, of liever 't begint hier echtlan- genoeg, om allen een heerlijk stukje jsja den brief gelezen te hebben open- nog heel wat te^ vertellen. Hij maakte den Indruk van een ziJ,n looner. diag- Meneer de inspecteur heeft mij laten roepen, begon hij. - Ja, Lars, dat heb ik en wel voor De mspeoteur wreef zich ontroerd een zeer ernstig onderhoud. Ga zit- ifiten. Lars keek verbaasd in 't rond. Ein delijk ging hij op een tip gen, dat wist ik niet. Ja, zeker. Je hebt (345 krone* verdiend, hier zijn ze. Maar dat is vreeselijk veelgeld' Daarvoor kan ik alle pruimtabak op de heele wereld koopen. Maar begrijp je dan niet, Lars, dat je van nu af, geen kleeren, gee* kost en geen logies meer krijgt? Je komt nu weer in de wereld en je moet adieu, tot d« volgende week. evenals vroeger voor je zeiven zorgen, van den ttp.t o-«i a Wi-üo- ïo 1,^.4 w Je I' Daaropsciiel^Tij"." ETn "bewaarder toegestoken en begon weer met zijn trad binnen en sloeg op militaire ma-werk, terwijl hij buiten een rijtuig weest 'nier de hielen -tegen elkaar. [hoorde wegrollen. Me dunkt. 13 of 14 jaar. i Verzoek de jonge dame, die be-' Na eenige oogenbhkken schelde hij; Weet je liet niet precies? neden wacht, boven te komen. we#r. j Neen, precies weet ik heit. del ijk te worden. Geen stad meer te vleesch te schenken. Daar hebben we de hij een ijzeren kast, nam er drie Hij schoof ze de deur uit zonderde ^toöl zitten met de gevangenismuts |nn »<m. geen geluiden dringen meer tot de eerste huizen van de stad, nu pakjes uit en legde ze_op dte tafei. turnden .te vatten, welke hem werden tusschen de handen. 's m 'e tac^m ons door, toch niet dat overruime vergezicht, dat spoedig verveelt at aar onze vreugde is van korten du ut, daar klimt de weg een weinig Tt I,, tijd voor gebrek moet beschermen. - Hoe lang ben je eigenlijk hier go- En, wanneer moet ik dan. de r luet. reld weer in? j Vandaag dadelijk. Kan ik niet tot morgen waclite», meneer de inspecteur Ik heb mezoo- I dwong zioh en zijn antwoord over- wegend, aarzelde hij even. j Zij zat naast hem en haai' heddere, te nemen en heen te gaan. U ziet grijze oogen lazen in de zijne als in geachte gTavin. dat ik verkies in de De Liefde eener Vorstin «en boek. (schaduw van den muur te blijven i lk kwam om Miss Guggenalo-zitten. Er zal een vorstelijk besluit cker weer te zien. antwoordde hijnoodig zijn. om mij van plan te doen j eindelijk. veranderen. Waarom Er moet toch een Ge kunt niet verwachten, dat de Bdringende reden voor geweest zijn vorstin u uit haai- land zal verjagen 36) om aoo'n verre reSs te maken. U is U. die zooveel voor haar gedaan Zij kan maar geen besluit ne toch geen Amerikaansche bankier? heeft. U moet gaan, ook zonder dat men. Wij hebben er samen zooveel j lk was van plan haar te vra- !zij het u verzoekt. Mr. Lorry- wnr- n»( Van' (V nii Feuilleton. deer GEORGE BARK. Niet eerder, dan wanneer de vol vertwijfeling vast houdt vroeg ne vrooliike lachen van Harry An-' ~~ïZ^7Z T 1 - j i vorstin mij verzoekt mijn pakje op hij glimlachend en plotseling tol-|!Illish vernam welke klank zich ver -- ft'/msde ni het maanlidu. maakt kalm en vol zelfvertrouwen. 1 verdriet over gehad. U heeft geengen, of zij mijne vrouw wilde wor- j Dat kan ik niet! riep hij uiten idée. wat het voor ons zeggen wil, den, zei hij want hij wist, dat ge-.zijn bedwongen gevoelens uitten zich. Mr. Lorry, wij houden zooveel vanheimhouden nutteloos was en weer lk kan niet! haar, en niemand hier zou haarleefde er zwakke hoop in zijn hartGe zult niet zoo zelfzuchtig en ten offer willen brengen. De Gran- op. j wreed zijn om den angst voor den U heeft Miste Guggenslocker niet.ondergang die onvermijdelijk ia, gevonden 1 nog 1.e vergrooten, zei I Kant 11 non oc storkere zouden haar eerder dooden, dan toestaan, dat zij Gabriël vioJgt. De vorstin kan niet vergeten, dat, 'haar vader zijn volk in oorlog ge bracht heeft, en zij beschouwt het als haar plicht, voor die fout te boe ten, het koste dan, wat het wil. Maar is er dan niets anders dan dit? vroeg Lorry. Er is niemand, die ons zou hel pen, want wij zijn bankroet. Wees zoo goed en kijkt u mij eens aan in- plaatis van voortdurend naar die fontein te staren. Waarom ite Bdelweisz gekomen Neen. I Kent u een scheepsbemanning, En u keert nn teleurgesteld te-[gravin, die het wrak verlaat, zoo rug, omdat zij hier niet is. Mr. Lorry Ik laat het antwoord aan uw fijn gevoel over. Er volgde een lange pauze. M.ag ik vragen of u van plan is Granstark weer te verlaten, vroeg zij ietwat verlegen. Waarom wilt, u dat. weten waf in j zijn wedervraag. Omdat ik weet. hoe hopeloos uw Zij deed die vraag zoo vrijmoedig, zoeken geweest is. U heeft dien dat zijn verschrikt zwijgen een on- j muur bereikt, en moet nu terugkee- uitgwSproken bekentenis was. Hij be-'ren. Ik vraag, wanneer? lang er nog menschen op zijn Hier is een wrak. waar is echter een redder Als de nacht, het donkerst, dei zee het. wildst en de hoop ver vlogen is, dan is de hulp het meest noodig. Tii kan u niet bevelen Edelweisz t.o verlaten, alleen kan ik u er aan herinneren, dat ge een verantwoor ding op u laadt, als ge blijft, ant woordde de gravin. Wil u mij helpen, als ik u toon, dat ik hei wrak bereiken en denge nen redden kan die zich daaraan bekommeren. Achter hem verhieven zioh de sombere muren van het slot. door welks vensters hier en daar 1 - Nu stond zij voor de balustrade. I* [mengde met de istem eener vrouw. hand had Zeker, want ik heb haar. die 7;; schenen zich om niets ernrtitrste hand Had zij een bouquet \aa - "ïh.™ ïSi'i™", '"'W tietgeiaat omhoo» geheven, haar oogen waren op de* bergkam gericht. Zij vormde het een lichtschemering kwam. schouwcl ^ad 1 YT- "ff Zi' wczen?. '3Een heftig' Kefüeshmmw«. had hij haar nog genen en met 3ich van hem meest„,. zijn haar gesprokerr Hun gesprek ms.fc,,,, zjch teil h JC1| vrool.jk geweest en had over alge- hij Mn a^d ])M, meene onderwerpen geloopen. Zij dreigend had door geen woord laten blijken, j Tegen de doo,. het nKlanUcht ver. dat zij dacht aan den tijd, die ZU -lidite horizon toekende zich dodo*- nog pas aan rijn bed had doorge-kcre lnno nn hc, w v.envijd<™J, bracht en hij had de woorden te- klooster at. Daar woonden de mon ruggehouden, die hem op de hppenniken van St. Valentijn. Boven Si wilden komen. \V aar sou nu ajn»buiten de wereld stond het daar Zij was niet bi] het vroo i,ke gesel-ee„ dcel van den Hemel zelf at« hit schap daar beneden want zijn schei-bBeld van een wachtcr wians' pc arendsoogen hadden iedere gestal- lijke bescherming afschrikt maar te gemonsterd. 00k geruststelt. Hij voelde zich ai. Weer bij haar ministers om haar aan die plaats vastgeketend, niel li geplaagd hoofd opnieuw af te mar- Uaat tot handelen. Alleen de poging ver" daartoe scheen hein reeds oen omt- moeien. j wijden van een zoo bekoorlijk beeld Een lichte tred op desteenen trapdat hij nauwelijks durfde »dem( van Het half donkere balcon trok hnlen Hij wist niet hoe lang hij ra. zijn opmerkzaamheid. ,li! wonderscjioon heeld had. Hij wendde het hoofd om en zagnoten •orslin Yetive. die, meonende alleen te 7-ijn langzaam naar de ballustra de liep. Haar donker haar was evenals haar blanke «schouders on- bedekt. Het mooie witte kleed. dat in de zee omkomen moet, lief. Ik heb over ernstige dingen met u sproken, Mr. Lorry, en ik reken er op, dat gij mii niet verkeerd be grijpt. Ik acht u en Mr. Anguish hoog, en wat mij betreft, mag u hier wel altijd blijven. Toen hij dien avond op het groote balcon zat en zij.n sigaar rookte, dacht hij lang en ernstig na over hetgeen zij gezegd had. Zijn hort zeide hem. dat hij de ellende slechts grooter maakte, maar de altijd weer terugkeerende 'hoop om een bestaan te redden streed heftig met de meer sombere gewaarwording. Het eene oogeublik was hij overtuigd van den groot en afstand tusschen een mensch en een vorstin en -het volgend1 lachte 'hij er om.v Op het terras achter hét slot zag hij mannen en vrouwen wandelen in den maneschijn. Zoo nu en dan drongen klanken van luchtig gekeu vel tot hem door. De militaire kapel speelde in de daarvoor bestemde tent. Overal scheen vroolijkheid. op gewektheid en welbehagen te heer- schen. Was het mogelijk, dat daar-* aan zoo spoedig een einde zou ko men Hij glimlachte, toen hij het gewo- d^^Jjoi (Wordt vervolgd'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 7