RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. w Raadsels Een Feestdag. (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens en; méisje®, die Voor onze Jeugd Lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Don derdagmorgen oplossingen zenden, wordén in het vol gend nummer bekend ge maakt). (Ingezonden door Johanna de ilde). Vat maakt ge hieruit r i n g c h i i j r 11 k s i n (Ingezonden door Leonard Ger- a-aad). (Velke ezel heeft zóó hard gebalkt, alle menschen der geheelé aarde m hoor en konden (Ingezonden door Dina Vester). k heir een zeer nuttig dierzon- r mijn staart beiteeken ik twee tneemt ge mij dan ook mijn hoofd, n groei ik op den akker; nogmaals thoofd word ik in den winter als gesneeuwd heeft gebruikt. Ingezonden door Truus Staal). Vat is de kortste maand (Ingezonden door Mien Hermse). Vat maakt ge hieruit? amsmteaart (Ingezonden door Nelly de Mun- toe-k hietai.it, een begraven plaatsje )e dame gaf een boek. 7. (Ingezonden d'oor Louis de m. Mijn geheel is een stad in Zuid-Ame- ta en bestaat uit tien letters. 16 2 3 is twee. f 8 9 is een lichaamsdeel. 10 10 3 ook. i 4 4 5 ziet. men aan elk huis. 110 1 is iets leuks. k (Ingezonden door Bernard Se- llijn eerste heeft de haan. Mijn tweede is onmisbaar op een jntoor. Mijn geheel is een stad in Neder- I. (Ingezonden door Betsie van pngen). tVelke moed is het minst in aa.n- r? 0. (Ingezonden door Jo Scharpff). Velk paard is geen trekdier? Raadseloplossingen )a oplossingen van de raadsels der ige week zijn Lorretje (Papegaai). Oranjestraat. Wijn groeit niet., maar druiven. Hier is sPEK IN Gekocht. Leeuw, eeuw. Sint Nicolaas. Omdat zij meestal hun woord breken. De tamlén en kiezen. Zander-Instituut. Hugo de Groot. ioede oplossingen ontving ik deze jk van eonard Germeraad 10, Roelof Bei- na 7. Dina Vester 8, Albert Deraxi- 8, Bernard Seders 9, Gerrit Groe- veld 9, Hendrik en Gerda Groene- (t 7, Herman Vogelsang 4, Alidade tzer 6, Joh an Gemieraad 10, Mar tha. Kuyper 3, Jes van Dorp 8, lus Staal 8, Wim Geimeraad 10, lan van Dorp 8. -It Zou feest zijn op school. De kin deren van do laagste klassen stonden in de groote gymnastiekzaal en kort ten zich den tijd wat met het zingen van liedjes. Maar erg van harte ging het nietde oogen waren geen oogen- blik van de deur af, om te zien, of die haast nog niet open ging. Geen wonder, dat ze een beetje nieuwsgierig waren. Er was van te voren al bericht gekomen, dat er van daag, 5 December, hoog bezoek zou komen: niemand minder .dan Sint Ni colaas Overal komt een eind aan, zelfs aan het wachten op Sint Nicolaas, en zoo ging dam eindelijk de deur open en de oude man kwam, steunende op zijn zwarten knecht, langzaam naar binnen stappen. 't Was plotseling doodstil. Daar was nu Sint Nicolaas, waar van ze in den laatsten tijd zooveel gehoord hadden en Pieterman met zijn zwart gezicht. Wat liet die zijn oogen woest rollen Ik geloof, dat en kelen voor hem wel een beetje bang waren. Ondertusschen had het tweetal den hoogen stoel bereikt, die achter in dg zaal klaar stond en waarop Sint Nico laas plaats nam, terwijl Pieter er vlak naast bleef staan. Ze hadden 't zoo druk met kijken naar de mooie kle'eren, die de bisschop aan had, en naar Piet en ook naar den zak en de pakken, die naast hen klaar stonden dat de kinderen he-eilémaal vergaten, om die mooie versjes te zingen, düleize geleerd hadden. Gelukkig, dat de juf frouw niet zoo in de war was en dat d'ie er wel aan dacht En toen zongen ze zóó mooi, dat Sint Nicolaas maar steeds goedkeu rend knikte hij was er zeker erg te vreden over. Weer was liet doodstil en Sint Nico laas begon te spreken. Hij vertelde van Spanje, van zijn reizen, van speel goed en lekkers, en van brave en on deugende kinderen. Maar nu, ja, nu gebeurde er iets. waar ik maar niet veel van zeggen zal, want ik zou im mers van een feest vertellen Een groot boek kwam er voor den dager werden enkele namen opgele zen en een paar kinderen moesten vlak voor den stoel van Sint Nicolaas komen staan. De stem van den ouden man, die eerst zoo vriendelijk geklon ken had, werd nu 'toornig en er kwa men tranen bij te pas ja, bijna, wa ren Pieterman en de zak er bij geko men, als de juffrouw niet een goed woordje voor hen gedaan had. Maar ivoor hen was de pret er toch voorden geheelen dag af en 't eigenlijke feest moest nog beginnen Sint Nicolaas was weer dezelfde vriendelijke oude man van zooeven. Hij wenkte zijn knecht, fluisterde hem wat in en eén oogenblik later stond deze midden in de zaal met een groo- ten zak in die hand, waarin hij tel kens elen greep deed, die hij uitzaaide over den vloeir, waar de kinderen lachende over elkaar heen buitelden, ota ook wat te pakken te krijgen. Van vreös nu geen spoor meer. Hij mo'est nu zelfs oppassen om niet van de been te raken, zóó dioht kwamen ze bij hem. De kinderen rolden tegen hem op en kropen onder den zak door en altijd maar stond Piet te zaaien, te zaaien, tot er geen enkele suikererwt of kriek meer over was. 'tWas een gelach en geroep én gekrioel, dat het niets meer leek op een school. De juffrouw was er volstrekt niet boos om, maar stond hartelijk mee te lachen en zoo nu en dan had ze zelfs meegegrabbeld voor zoo'n heel klein- i tje, dat misschien anders niet veel ge-: kregen zon hebben. Maar nu moest ev echter ook weer, wat kalmte komen; want de pret was afgeloopen, denken jullie misschien ?j t Lijkt er niet naar. 'tWas pas be gonnen. Toen ze weer netjes op hun plaats stonden, werd er allerlei lekkers uitgedeeld koek, en speculaas, en cho colade 't was of er geen einde aam kwam. Sint Nicolaas, Pieterman en de juf frouwen, allemaal liepen ze maarhieén en weer, om nieuwen voorraad te ha len on dat aan de kinderen uit te dee'lenWat een pret! Wat een blijd schap Ik wou, dat jullie die gezich ten eens gezien hadt Kleine Jans stond alles voorzichtig in te pakken, want de kleine broer tjes en zusjes thuis en Vader en Moe der moesten toch ook wat hebben. Ze was er nog niet heelemaal mee klaar, toen ze haar naaiu hoorde uoemen. Ze moest even bij Sint. Nicolaas ko men. Heel eventjes schrok ze toch die jongens zoo even, toen Bint Nicolaas zoo boos was „Nee, Jans" zei de juffrouw, ,,wees maar niet bang, hoor. Ga maar gauw." Allen keken nieuwsgierig wat er ge beuren zou. Nu was Sint Nicolaas vol strekt niet boos. Hii had gemerkt, dat sommige kinderen zoo goed opgepast hadden, dat hij ,voor hen wat moois had meegebracht, en -Jans behoorde ook tot de gelukkigen. Toen-ze weer naar haar plaats terug ging, had ze een groot pak onder den arrn. Gauw kijken natuurlijk en „Nee maaaar Een heusche poppenkanier met een tafel, stoelen en poppen er in, edn spiegel aan den muur en gordijnen voor de ramen. Zoo iets hadze nog nooit gezien Ze vergalt alles" om zich heien en bleef maar haar dial moois kijken ze durfde, liet bijna niet aam te raken, zoo mooi wa.s het. Inituisischien za/t Piet op zijn knieën bij een huis met eeai schoorsteen en ramen en echte *deuren, die je open en diiciht kon doen. Frans liet de wieken van een molen draaienElsje had een pop in haar armen, een bruidje, zoo mooi, zoo mooi ze wist niet, dat er zulke mooie poppen bestonden Mientje zat maar vast te spelen met een allerliefst pop- penlediikantje, met een popje er in. En zoo was 't aan alle kanten, er kwam maar steeds meer bij. Een ameublement, poppenkleeren, poppen, spelen, boeken, platen, beesten, harle kijnen. dae met armen en been en sloe gen als de jongens aan een touwtje trokken; zelfs een groot portret van Sint Nicolaas en een kaart van Neder land, een legkaart, waar de provin cies konden worden uitgenomen, te \eel eigenlijk om op te noemen! 't Was veel meer geweest, dan ze ver wacht hadden Met stralende gezichtjes gingen de kinderen naar huis: buiten stond Moe der al te wachten. De mondjes ston den geen oogenblik stilze wilden alles tegelijk vertellen. Wat een dagDie vergeten ze nooit meer 1 't Was ook dit jaar meier dan mooi geweest. Dat kwam, omdat Sint Nico laas hulp gehad had. Eenige kinderen haddein geholpen door cadeautjes te maken, 'daarom waren er nu zooveel dn zulke mooie. Anlders had het zeker wat minder moeten zijn. Er is immers zoo veel te doen Maar welke kinderen hadden dat dan toch gedaan Dat moeten jullie nu zelf maar eens raden. Ik wed, dat de meesten wel eenige van die helpers kennen. Dat wil ik nog wél even zeggenSint Ni colaas is ze stellig heel dankbaar en hij zou ze graag eens allemaal heb ben meegenomen, om ze te laten zien, hoe blij en gelukkig ze al die kinderen gemaakt hebben Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kimder-tafdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sophiu- straat No. 22, Haarlem). Nelly S. 't. Doet me plezier, dat je Alleen in 't Nestje" zoo'n snoezig boek vindt, en ik vond het gezellig, dat je me er zooveel van vertelde. Zoo'n boek is goed aan je besteed, hoorMaar zeg, wat was dat voor een wedstrijd op school, waar je ook een prijs mee hebt verdiend? Jij treft liet maar. hoorOp die manier wordt je boekenplank goed gevuldIk hoop, dat ik aan den 28sten denk. 't. Zal een echt feest zijn, hè'? Nu. zoo'n feest dagje mag wel, bij al hol harde werken, wat zeg jij Com el is B. Dat was weer een leuken, langen briefEn wat moet ik im met je verjaardag beginnen 't Is jammer, dat er Dinsdagavond geen rubriek komt, want nu zul je mijn gel ukwenschèn vanavond al vast voor lief moeten nemen'k Hoop, dat het een echt prettigen dag zal zijn, en dat het een héél mooi jaar voor je wor den zal ook Gelukkig, dat je de ver klaring van de begraven steden nog gevonden hebt, en dat je er achter kwam, dat 't Herculanum en Pompei niet waren Heb je dat mooie boek over de laatste dagen van Pompei wel een-s gelezen ,1 o h. S. Zeg- juf. miu begrijp ik er niets meer van,eerst was 't Lize, toen was 't Anna, en nu is 't Joh. Hoe heet jo nu eigenlijk, of zijn 't allemaal verschillende jonge dames Je boek ligt hier nog altijd', heb je er nog nie.it om gevraagd, .of was Ik niet. thud's Veel succèsT mét de Taaiste vier raadsels Heiïdr i k en Gerda Gr. Nu. ik kan wel merken, dat dit tweetal erg in de gunst is bij de Tantes en de neven En is er nog een fox geko men, of dat niet? Maar ik wil best gelooven. dat jullie een beetje met, 't vers geplaagd bent. Zoo'n jeugdig dichter moet toch ook een beetje aan moediging hebben, wat? En moet ik Gerda. voortaan Gerarda. noemen, of was die onderteekemng maar voor de deftigheid Catharina K. Wel. Catrientje. wordt de beurs mooi Werk er maar netjes aan. hoor! Ik ben erg blij. dat mijn bemiddeling heeft geholpen bij ..Paljas", al was dat zonder dat ik liet wist. Ik vind het verschrikke lijk aardig van mi jnheer, om het voor je te vragen aan de handwerkjuf frouw, en ik vind dat je nu voortaan wel dubbel je best- mag doen mei tee kenen. Of doe je al zoo goed je best, dat dat niet meer kan II er m a n V. Je raadsel is heel leuk en zoadra ik eens een plaatsje over heb, zal ik het opnemen. Heb je het zélf bedacht? Heel veel groeten voor. Gus ein voor je-zelf. J o en Betsy PI. Donderdag jarig geweest? Wel, Jo, hartelijk gefelici teerd, hoorIn gedachten zal ik je hand maar eens flink schudden en je een heeleboel goeds toewenschen voor je volgend jaartje Maak maai', dat je een flinke, groote meid wordt, waar Vader en Moeder trotscli op kunnen zijn 'k Hoop, dat het net zoo'n pret tigen dag voor je is geweest als zeke- en anderen dag voor mij, toen twee kleine meisjes me zulke prachtigeI bloemen stuurden, weet je nog wel i Wil je Moe ook voor mij felie%eeren Ik li eb nog twee Yerkade-plaatjes voor je, en drie zwartjes, kom ze maar eens halen DagEen extra groet voor Bets I Gerrit G r. Of ik je kaartje ge kregen heb Nu, of ik. Gerrit. 't was prachtig mooi, en 't was een echte verrassing. Dank je nog wel, iioor M i e a U. Daar hebben we Mien gelukkig weer Wat een werk was 't. om al die raadsels- op te schrijven, hè Maar er staat niet bij, hoe oud je bent, schrijf dat nog maar gauw even, dan zal ik het .er bij zetten Je raadsel is goed Bernard S. Dat is een leventje voor Bernard! lederen dag in de broei kassen aan het knutselen! Vader vindt het zeker wel heerlijk, hè. dat hij zoo'n goede hulp gekregen heeft? Ik ben blij, dat ik er nog niet bij in schiet, en dat je toch nog tijd hebt voor een briefDaar ben je dan des avond-s zeker mee bezag, niet? Dina V. Ja. je mag nog wel eens wat raadsels sturen, hoor, ik heb er nog wel een paar, maar daar komen we toch wel doorheen. Veel plezier DinsdagMaak maar niet al te veel drukte, hoor Joh an B. Wel, kleine vrind, >k vind het heel goed. dat je mee gaat doen, en ik denk, dat de vcjgemle wedstrijd wel niet ie moeilijk voor je zal zijn We zullen nu maar vast afspreken dat we veel briefjes aan elkaar zullen schrijven, vind je niet' Ik vind, dat je erg netjes schrijft voor zoo'n kleinen baas M a r g a r e t ha en Co r n e 11 a II. Zoo. gaan jullie tweetjes ook mee doen Nu. ik vind het uitstekend, hoor, jullie houdt zeker veel van raadsels oplossen, is het niet? Wat knap van je, om zoo goed te weten hoe lang onze rubriek bestaal. Waar haal jo die wïjisheid vandaar, zeg? Nu niet aJ te ongeduldig worden naar den uitslag van den wedstrijd Al hert D. Je hebt weer mooie raadsels bedacht, en ze komen goed te pas En de telegraaf heb je dus ook aJ onder de knie Je schiet, dus ai goed op! En waar ben je nu aan bezig Ik kan me best begrijpen, dat je er echt veel plezier in hebt. Is liet buis al van electrische sol ellen voorzien .of wacht je daar nog maar een poojsje mee? Tru usje T. Ik vind het niet zoo heel erg, dat je een klein beetje ge- holpen bent. Truusje, en ik verlang1 er aJ naar om aan het nakijken te gaan van al die raadseloplossingen Kom je zelf we! eens in Haarlem Je vindt het in Hillegom zeker wel heerlijk, niet? Roelof B. Ja. ik kan je met dat lastige raadsel helaas geen andere raad geven dan om 't nog maar eens te probeerenAls je nu Maan dag tuspchen een en twee uur komt,1 zal ik nog eens kijken of ik een an der boek voor je heb. Heb ik nog wel raadsels van je? Ik geloof 't haast nietDe nieuwe zijn goed. j Marie Gr. Wat zullen jullie een' pret gehad hebben met 't. Halma- spel Ging 't goed en heeft Nel 'Jiot. nogal gauw geleerd Je briefje was niet te laat, maar tijd voor een lan- j gen brief heb ik tooh niet meer, i dus dat zullen we maar uitstellen tot de volgende week, goed De poe sen van Nelly loopen voor mij ook altijd weg 'k Denk, dat het- verle genheid is jij niet A r e li d U. Arend, Arend, ik zou haast denken, dat 'i je alleen maar om een prijb te doen is, en dat de vest je eigenlijk niets schelen kan Maar dat hoef ik toch zeker niet te gelooven. is 't wel Zoo was het niet bedoeld, hè Arend En zou dit nu heusch de laatste wedstrijd zijn, waaraan je meedoet? Dot hoop ik maar niet Annie K. Ja Annie, nu waren de raadsels best in orde En de brief zag er netjes uit ook. Waar ben je op schooi, klein ding, en lezen de vriendinnetjes onze rubriek ook Dag hoor. raad maar prettig Nico K. Of ik je nog ken? Ja ze, ker. Nico. en 'k heb nog grappige teekeningen van je ookJe hebt flink gesproken, en ik hoop dal je goede plannen ook ten uitvoer ge bracht zullen worden Heb je 't ont brekende achttal raadsels al gevon den Margretha K. Ik vind je raad sels heel grappig, lioor, en ik hoop dat er eens gauw een plaatsje voor znl zijn. Tot halfelf opgebleven Maar kind was je toen den volgen den dag niet verschrikkelijk slape rig? En raakte jp op school niet in den dut? Jes van D. Daar zijn Jes en Jo- han gelukkig ook weer. Je raadsel is goed. hoor. ik vind het mooi be dacht Heb je al over je legkaart ge lezen in 't verhaaltje 9 Nelly de M. Nu. ik ben wel erg benieuwd naar het vers, hoor Ik zal voortaan eens omkijken als ik voorbij kom. en die mooie pop heb ik ook zien hangenheb jij dat prachtstuk gemaakt? Ja. ik vind Halma erg leuk, en ik vind I heel aardig, dat je weer eens een matje voor me wilt maften. Houd je daar veel van Gerrit v. d. B. .Je bent dapper aan het raden geweest, Gerrit. maar van een prijs kan ik je natuurlijk nog niets vertellen, dat begrijp je Is jac. nog altijd zoo druk aan'het teeltenen, en houd jij er ook zoo'n liefhebberij op na. Je inzending ziet er al vast netjes uil. dat, is al een heel ding. hè? A I i d a. de BI. Wat heb je mooie raadsels gestuurd. En een flinke be zending ookHoe- is 't nu niet Moe der Weer wat beier, hoop ik Help nu nog maar flink, zoodat Moe het niet te druk krijgtIk hoop. dat je nog aan heel veel wedstrijden mee doet, is het nu goed Rijk Bez. Dat vond ik heerlijk. Rijk, dat ik een brief van je kreeg! Ilad je de potloodletters ook zelf ge schreven'? Ik ken je nog best. hooi*, en ik ben blij, dat je in de Kerst- vacantie nog aan me gedacht bobt. Nelly heeft de raadsels zeker verge ten. nu zullen we maai- vragen of ze er den volgenden keer om denkt, hè Nu hoop ik maar, dat er eens gauw iemand bij je komt. die den brief voorleest 't is zoo leuk, nog eens zoo'n groet uit Haarlem, vind je niet? Je zult zeker wel erg knap worden in Am sterdam, is het niet Dag beste Rijk, schrijf maar weer eens gauw Nu heb je den lang sten brief van allemaal Truus St. Je briefje heb ik aan Nelly gezonden, en ik hoop voor je, dat ze je terugschrijft, maar dan mag je je adres toch nog wel even schrijven. Hoe is 't met de ver koudheid? Beter Heerlijk dat. je de courant te leen mocht hebben Ben je al naar den dokter toegegaan Adriana van Z. Juist nog even tijd om je te vertellen, dat de inzen ding goed is aangekomen. Gelukkig dat de Huishoudschool nog niet a,l je tijd in beslag neemtDag C.0 r V r. Tot slot nog even een fe licitatie mot Gor s verjaardag? Goed onthouden, vind je" niet M. C. VAN DOORN Een glas Water. Ellendige kerelIk hoop u eens ie treffen, dat uw tong- aan uw iiiemelte kleeft en gij van dorst ver acht, opdat ik dan de vreugde lieb- het glas water, waarom gij vraagt kunnen weigeren, zoo sprak etend van drift een Amerikaanjsch 'aJerie-officier tot een gi'ooten sol- wt (met duist ei' uitzicht, len vreesél ijke wensch, waarvan cle eekenis slechts ge.voeld wordt door o, die ondervonden heeft, wat de st voor een kwelling is. )ie achter deze verwensching deed, st, wat de dorst iswant in den terikaanschen burgeroorlog had hij ags te voren een moorddadigen g medegemaakt, waarin men alle ichten had moeten inspannen, en arm men geen oogenblik aan zich- ven denken kon of mocht. Nu, in morgen na den slag «noest de of- ier een gewichtige tijding aan een der deel van het leger overbrengen hij had groote haast. Zijn eigen ard was niet te gebruiken, het, hink en walde niet van zijn plaats. Jnel liet hij een ander komen, maar was weerspannig, zoodat het meer- re minuten duurde, voordat hij in zadel zat. Hij sloeg. sprong op, ef plotseling staan en maakte nieu- sprongen hot was geweldig kop - Het hielp niets, het moest weg ildra. werden de straten met wagens i'uld, wierden opgestopt met kanon- n alles scheen zich tegen mijn trek samen tc spannen. En daarbij t een hitte wolken 9tof verdroog- mijn keel, mijn voldflésch was - daar zag ik soldaten, die aan .van den weg afgelegen bron rust en zich verfristóhten. Welk heerlijk gezicht. Ik wilde spoedig rijden en eveneens drinken, lar mijn paard maakte zulke- woe- jo.de sprongen, dat ik moest afstij- nonderwijl lachten de soldaten jj dapper uil en dreven den spot over D ongeschikten cavalerie-officier, hoedend van- toom en gloeiend van te, wist ik mij toch te be-dwingen, lakte mijn vetldflesch los en mij oidend naar den naastbijstaanden zei de ik Kameraad, wees zoo goed en vul eens." I Maar de kerel zag mij onverschillig aan en zei d e i i- „Vul uw fle-sch zelf." Toen stootte ik in onbeschrijfelijke woede den bovengenoemd en w enisch uit, en gaf mijn paard de sporen, zoo- dat ik wegdraaide, zonder op de sol daten te letten, die mij nu toch terug riepen. Na twintig minuten werd ik en mi in paard verkwikt door eeni kleinen, me delij denden [negerik gaf hem een flink stuk ge'kt er voor, en dacht ei over na, hoe toch in een blanke huid ■een zwart hart, dn een blank hart on der een zwarte lvnid steken kon. Het gezicht van den man, die mij een dronk koud water geweigerd ha.d, had ik mij echter diep in het geheugen geprent en ik bezwoerdien man zal ik zoeken, tot ik hem vind, en dan zal ik mij op hem wneken: Twee jaren zocht ik, toen ik hem vond. Ik werd in een gevecht gewond en kwam in het hospitaal te Washing ton. "Spoedig genas ik. maar omdat ik nog geen dienst kon doen, ging ik hel hospitaal in en uit, en verzorgde de zieken en gewonden, wier lijden mij met meddlijden vervulde. Ik stond ook aam menig sterfbed en vond daar man nen, die zoo vol geloof waren en zoo zalig ontsliepen-, dat ik mij zelven moest afvragen Iloe staat het metu. zoudt gij ook zoo gerust sterven als zij Het gaf mij zulke ernstige ge dachten, dat ik mijn vijand vergat. Niet ver van Washington had toen een veldslag plaats. Ach, hoeveel ge wonden werden vandaar naar het hos pitaal gebracht. Alle zalen warén ge-' vuld, een drukkende hitte heerschte er, en de zieken riepen in hun koorts om lafenis. Uit alle bedden klonk de smeekende roep water, water 1 Het ging mij aan ii-ét hart. Ik nam een groeten emmer, wierp er een stuk ijs in, goot er water op en ging met. ■een glas van bed' tot bed. Hoe heer lijk was voor diie ongelukkigen die verkoelende drank, hoe dankten zij mett stralende oogen, als ook de mond niet. spreken kon. Daar verhief zich plotseling in eau hoek een groote man in zijn bed en iriep met holle stem „Water, ter liefde Gods, water Ik stond verplet. Midden in de groo te zaal zag ik er nog slechts één hij was het, die mij eens zoo harte- lloos den drank der lafenis geweigerd bad, naar wien ik niet gedachten van 'wraak twee jaren lang zocht. De man scheen mij niet te herken nen; krachteloos was hij weder in zijn kussens terug gezonken en keerde zijn gélaat naar den muur. Nu sprak een stem in -mijn hartDit is dan de dag uwer wraak, deel aan- allen water uit, maar aan hem niet laat hem ver smachten, terwijl de anderen zich ver kwikken. Maar een andere stem liet zich ook in (mij Ivooren en ik moest daarbij aan mijn lieve, zalige moedeir denken: Nu is de schoonste dag van uw leveai gekomen, waarop gij kwaad met goed kunt vergelden, waarop gij vergeven kiunt. De goede geest trok mij naar liet beid, ik legde mijn arm onder zijn hoofd en zette het gla.s aan zijn bran dende lippen. O, hoe of hij dronk en hoe goed liet liatn deed Nimmer zal ik dien blik vergeten, dien hij op mij wierp. Hij sprak geen woord, maar was duidelijk zeer getroffen. Het was mij wonderbaar goed te moede. „Dokter", zei ik tot den geneesheer der afdeidling, nietwaar, dien zieke daar in den hoek dien geeft gij mij tot mijne bijzondere verpleging Gaarne", antwoordde de dokter, „eerst moet men hem even het been afzetten on daar zal hij bezwaarlijk het leven mee afbrengen." Ik verzorgde hem dag en nacht. Langen tijd sprak hij geen woord te gen mij eens echter, toen ik juist van zijn bed wilde weggaan, greep hij mij bij de pand van mij-n jas en zeide ..Herinnert gij u nog, dat gij mij om een dronk water verzocht hebt „Ja, kameraad, maar dat is eme oude geschiedenis, die niets meer te betcekenen hoeft." .,0, voor mij heeft zij nog veel te beteekenenik weet werkelijk niet, hoe ik het dien dag had. Mi jar luite nant. had mij een woesteling genoemd; ik 'had de koorts en was toornig en wist niet recht, wat ik dééd. Weinige oogenlilileken na uw vertrek schaam de ik mij er over, maar het was niet meer goecl to maliën. Sedert twee ja ren zoek iik u, om u vergiffenis te vragen. Toon ik u herkende, terwijl gij mij den verkwik kenden dronk aan- boodt, dacht ik aan uw eed, die nog ai-tijdi in mijne ooren klonk en was beangst. Wilt. kunt ge mij verge ven Ik stond daar en kon niets zeggen. Ik had dén man twee jaren gezocht, om mij op hem te wreken, en hij had mij gezocht, om mij vergiffenis te i ragenwie van ons beiden was de beste Christen"? Ik schaamde mij en zeide ..Kameraad, gij zij-t beter dan ik laten wij niet meer over het voorval spreken." Kort daarop stierf hij, mijn goede kameraad. HOK EEN PRIMA DONNA IIAAR ROLCEN INSTUDEERT. Een Engel sell journalist hééft Emma Calvé. de beroemde Carmeai-ve-rtolk- ster. die in deze -rol reeds meer dan 1000 maal is opgetreden, in haai* hru's opgezocht en weet van dat bezoek veel belangwekkendst te vertellen. „Toen ik een jaar of zes, zeven was" verhaalde zij ontvingen wij een brief van familieleden van mijn vader, die in Spanje woonden, of de „klein:' Emma" eens mocht komen logeeren. Ik kreeg toestemming en reisde nu onder de hoede van een dienstmeisje naar een dorpje, dicht hij SeviLla. maar de familie woonde. Nu had daar dioht iu de buurt een Zigeunertroep hare tenten opgeslagen en dit trok mijn aandacht in hooge mate. Ik raak te gdheel onder de bekoring van de tafereeltjes, die ik dagelijks aan schouwde en vooral de gracieuse dan sen, die de Zigeuners uitvoerden, wek ten mijne bewondering op. Uren lang kon ik daar staan kijken, en later pro beerde ik alles na te doen, zoodat ik langzamerhand een aardig danseuse- tje begon te worden. I „Een paar maanden later keerde ik naar Frankrijk tórug en kwam daar in een klooster. Spanje zag ik eerst vele jaren later weer, toen ik er heen ging voor de studie van mijn Carmen- rol. Om in mijn optreden de grootst mogelijke natuurlijkheid te brengen, vertoefde ik namelijk geruimén tijd onder de s i-g ar e nima akst-er s van Sty villa.. „Ik leerde ze door en door kennen en kreeg ze lief om haar frtssche oor spronkelijkheid wat me toen verwon derde, was, dat zij in den omgang met haar geliefden zoo weinig teeder- head toornen. De liefde van de Spaan- sche is een menging van hartstocht, 'jaloezie en bruutheidEerst toen 'ik mij geheel Spaansche cigarrera voelde, trad ik als Carmen op. ..Dikwijls genoeg h-eib A me vToo- lijk gemaakt over de critiekeoi', die niet. tevreden waren over mijn creatie en die niet „natuurlijk" genoeg von den Vooral hebben ze bet over mijn kostbaren zijden onderrok gehad; ,,zoo rijk kon een Carmen onmogelijk ge kleed gaan", vonden zij. Ik weet hot beter, dat de cigarrera's zich werkelijk zoo kleéden. Toen ik in Sevilia was, zag ik eens, hoe een mooi zeventien jarig meisje bij een koopman een roodzijden onderrok kocht, waarroede ze den volgenden dag door de straten flaneerde, telkens wippend met het bo venkleed, om haar nieuwen schat te laten bewonderen. Ik kocht precies denzeJf-den rok en droeg die bij mijn eerste optreden als Carmen. De Spaansche meisjes zijn verzot op schitterende' kleuren en glanzende stoffen voor opschik geven zij alles uit. wat zij met moeite hebben ver diend Niet minder grondig gaat Calvé bij de instudeering van andere rollen te werk. Dat bewees zij vooral, toen ze die rol van Ophélia, in de bekende ope ra ..Hamlet", van Ambroise Thomas, zou spelen. Zij woonde toen te Milaan en zij bezocht daar een beroemden zenuwarts, om zijne meéning over het geval" van. Ophélia te hooren. Gewoonlijk werd Ophélia als een lief, zacht meisje voorgesteld, dat ten gevolge van een ongelukkige liefde aan melancholie lijdt, meende Calvé of de dokter er ook zoo over dacht Deze was beslist van een andere meening „Hij ging met rmj naar een krank zinnigengesticht ie -Milaan" vertelt Calvé „waar ik een meisje kon ga deslaan, dat precies in hetzelfde geval van Ophélia verkeerde, 't Was een mooi, bleek meisje, dat me met haar groote, blauwe oogen schuw aankeek. Plotseling kreeg ze een aanval van woede, dan wéér geraakte zo in den groot.st.en angstze -nam iéts van den grond op, gaf het mij, rukte het mij weer uit de handen en maakte aan stalten mij aan te vallen, als men haar niet bijtijds had vastgehouden. „Dit meisje heeft een vrees-dijken indruk op mij gemaakt en met de her innering aan- liet arme schepsel speel ik Ophélia. Misschien is dit de oor zaak, -dat mijn uitbeelding zoo realis tisch genoemd wordt." Calvé bezit nu een groot landgoed in Aveyron en het oude llde-eeuwsche slot Cabrières. De drie bergen opbaar landgoed heeft zij ..Carmen", „Caval ier ia" en „Navarraise" gedoopt, ter herinnering aan de drie opera's, waar mee zij haar fortuin gemaakt heeft. LEVENSDUUR VAN VOGELS EN INSECTEN. De vogels, die het oudst worden, zijn: de arend, de zwaan en dié raaf! Zij worden sonas wél 100 jaar. Het. winterkoninkje heeft slechts een zeer kort leven gemiddeld niet lan ger dan 3 jaar. i Do reiger, de papegaai, de gans en de pelikaan kunnen weft 60 ja ai- oud worden. Voorts worden de pauw en de vlasvink gemiddeld 2o jaar de ka narie 24; de duif en de kraanvogel 20; goudvink en de fazant 15, de leeuwe rik 13; de merel en het roodborstje 12 en de lijster 10 jaar. Ofschoon de meeste insecten een zeer korten levensduur hebben, zijn er toch eenige soorten die veel ouder kunnen worden, dan men wed zou vermoeden. Een Duitsch geleerde, die den levens duur der insecten tot een onderwerp van studie heeft gemaakt, hield liet wijfje van een loopkever 5 jaar lang in het leven. Hij bewaarde dit insect in een met. zand, mos en zoden ge vit lden schotel, die met een gl ask lok was bedekt, en gaf het rupsén en kleine stukjes vleesch tot voedsel. Tegeur het derde jaar begonnen zich teekenen van ouderdom te vertoonen. De goudglans der dekschilden ver bleekten. de leden der voelsprieten en pooten brokkelden af en (le achter poot&n werden verlamd. De tweejarige ontwikkeling viui de zen kev-er meegerekend, was hij dus 7 jaar oud geworden. Een rozen-kever, met versche vruchten gevoederd, leef de vier jaar en een wijfje van den poppenroover, dat ook op een doel matige wijze werd gevoial, 3 jaar Bij beide insecten deden zich in het laat ste j aar eveneens teekenen van ouder- I dom voor. Van dén rouwkever hield li ij zelfs een aantal tot in den zesden winter in het leven, toen zij bevroren deze soort kan dus waarscl i i j ril ij k dïi- der gunstige omstandi-meden nog ou der worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9