RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
w
Raadsels
Een Feestdag.
(Deze raadsels zijn alle inge
zonden door jongens en;
méisje®, die Voor onze Jeugd
Lezen. De namen van de
kinderen, die mij vóór Don
derdagmorgen oplossingen
zenden, wordén in het vol
gend nummer bekend ge
maakt).
(Ingezonden door Johanna de
ilde).
Vat maakt ge hieruit
r i n g c h i i j r 11 k s i n
(Ingezonden door Leonard Ger-
a-aad).
(Velke ezel heeft zóó hard gebalkt,
alle menschen der geheelé aarde
m hoor en konden
(Ingezonden door Dina Vester).
k heir een zeer nuttig dierzon-
r mijn staart beiteeken ik twee
tneemt ge mij dan ook mijn hoofd,
n groei ik op den akker; nogmaals
thoofd word ik in den winter als
gesneeuwd heeft gebruikt.
Ingezonden door Truus Staal).
Vat is de kortste maand
(Ingezonden door Mien Hermse).
Vat maakt ge hieruit?
amsmteaart
(Ingezonden door Nelly de Mun-
toe-k hietai.it, een begraven plaatsje
)e dame gaf een boek.
7. (Ingezonden d'oor Louis de
m.
Mijn geheel is een stad in Zuid-Ame-
ta en bestaat uit tien letters.
16 2 3 is twee.
f 8 9 is een lichaamsdeel.
10 10 3 ook.
i 4 4 5 ziet. men aan elk huis.
110 1 is iets leuks.
k (Ingezonden door Bernard Se-
llijn eerste heeft de haan.
Mijn tweede is onmisbaar op een
jntoor.
Mijn geheel is een stad in Neder-
I. (Ingezonden door Betsie van
pngen).
tVelke moed is het minst in aa.n-
r?
0. (Ingezonden door Jo Scharpff).
Velk paard is geen trekdier?
Raadseloplossingen
)a oplossingen van de raadsels der
ige week zijn
Lorretje (Papegaai).
Oranjestraat.
Wijn groeit niet., maar druiven.
Hier is sPEK IN Gekocht.
Leeuw, eeuw.
Sint Nicolaas.
Omdat zij meestal hun woord
breken.
De tamlén en kiezen.
Zander-Instituut.
Hugo de Groot.
ioede oplossingen ontving ik deze
jk van
eonard Germeraad 10, Roelof Bei-
na 7. Dina Vester 8, Albert Deraxi-
8, Bernard Seders 9, Gerrit Groe-
veld 9, Hendrik en Gerda Groene-
(t 7, Herman Vogelsang 4, Alidade
tzer 6, Joh an Gemieraad 10, Mar
tha. Kuyper 3, Jes van Dorp 8,
lus Staal 8, Wim Geimeraad 10,
lan van Dorp 8.
-It Zou feest zijn op school. De kin
deren van do laagste klassen stonden
in de groote gymnastiekzaal en kort
ten zich den tijd wat met het zingen
van liedjes. Maar erg van harte ging
het nietde oogen waren geen oogen-
blik van de deur af, om te zien, of
die haast nog niet open ging.
Geen wonder, dat ze een beetje
nieuwsgierig waren. Er was van te
voren al bericht gekomen, dat er van
daag, 5 December, hoog bezoek zou
komen: niemand minder .dan Sint Ni
colaas
Overal komt een eind aan, zelfs aan
het wachten op Sint Nicolaas, en zoo
ging dam eindelijk de deur open en
de oude man kwam, steunende op
zijn zwarten knecht, langzaam naar
binnen stappen.
't Was plotseling doodstil.
Daar was nu Sint Nicolaas, waar
van ze in den laatsten tijd zooveel
gehoord hadden en Pieterman met
zijn zwart gezicht. Wat liet die zijn
oogen woest rollen Ik geloof, dat en
kelen voor hem wel een beetje bang
waren.
Ondertusschen had het tweetal den
hoogen stoel bereikt, die achter in dg
zaal klaar stond en waarop Sint Nico
laas plaats nam, terwijl Pieter er
vlak naast bleef staan. Ze hadden 't
zoo druk met kijken naar de mooie
kle'eren, die de bisschop aan had, en
naar Piet en ook naar den zak en de
pakken, die naast hen klaar stonden
dat de kinderen he-eilémaal vergaten,
om die mooie versjes te zingen, düleize
geleerd hadden. Gelukkig, dat de juf
frouw niet zoo in de war was en dat
d'ie er wel aan dacht
En toen zongen ze zóó mooi, dat
Sint Nicolaas maar steeds goedkeu
rend knikte hij was er zeker erg te
vreden over.
Weer was liet doodstil en Sint Nico
laas begon te spreken. Hij vertelde
van Spanje, van zijn reizen, van speel
goed en lekkers, en van brave en on
deugende kinderen. Maar nu, ja, nu
gebeurde er iets. waar ik maar niet
veel van zeggen zal, want ik zou im
mers van een feest vertellen
Een groot boek kwam er voor den
dager werden enkele namen opgele
zen en een paar kinderen moesten
vlak voor den stoel van Sint Nicolaas
komen staan. De stem van den ouden
man, die eerst zoo vriendelijk geklon
ken had, werd nu 'toornig en er kwa
men tranen bij te pas ja, bijna, wa
ren Pieterman en de zak er bij geko
men, als de juffrouw niet een goed
woordje voor hen gedaan had. Maar
ivoor hen was de pret er toch voorden
geheelen dag af en 't eigenlijke feest
moest nog beginnen
Sint Nicolaas was weer dezelfde
vriendelijke oude man van zooeven.
Hij wenkte zijn knecht, fluisterde hem
wat in en eén oogenblik later stond
deze midden in de zaal met een groo-
ten zak in die hand, waarin hij tel
kens elen greep deed, die hij uitzaaide
over den vloeir, waar de kinderen
lachende over elkaar heen buitelden,
ota ook wat te pakken te krijgen. Van
vreös nu geen spoor meer. Hij mo'est
nu zelfs oppassen om niet van de
been te raken, zóó dioht kwamen ze bij
hem. De kinderen rolden tegen hem
op en kropen onder den zak door en
altijd maar stond Piet te zaaien, te
zaaien, tot er geen enkele suikererwt
of kriek meer over was. 'tWas een
gelach en geroep én gekrioel, dat het
niets meer leek op een school.
De juffrouw was er volstrekt niet
boos om, maar stond hartelijk mee te
lachen en zoo nu en dan had ze zelfs
meegegrabbeld voor zoo'n heel klein- i
tje, dat misschien anders niet veel ge-:
kregen zon hebben.
Maar nu moest ev echter ook weer,
wat kalmte komen; want de pret was
afgeloopen, denken jullie misschien ?j
t Lijkt er niet naar. 'tWas pas be
gonnen. Toen ze weer netjes op hun
plaats stonden, werd er allerlei lekkers
uitgedeeld koek, en speculaas, en cho
colade 't was of er geen einde aam
kwam.
Sint Nicolaas, Pieterman en de juf
frouwen, allemaal liepen ze maarhieén
en weer, om nieuwen voorraad te ha
len on dat aan de kinderen uit te
dee'lenWat een pret! Wat een blijd
schap Ik wou, dat jullie die gezich
ten eens gezien hadt
Kleine Jans stond alles voorzichtig
in te pakken, want de kleine broer
tjes en zusjes thuis en Vader en Moe
der moesten toch ook wat hebben. Ze
was er nog niet heelemaal mee klaar,
toen ze haar naaiu hoorde uoemen.
Ze moest even bij Sint. Nicolaas ko
men. Heel eventjes schrok ze toch die
jongens zoo even, toen Bint Nicolaas
zoo boos was
„Nee, Jans" zei de juffrouw, ,,wees
maar niet bang, hoor. Ga maar
gauw."
Allen keken nieuwsgierig wat er ge
beuren zou. Nu was Sint Nicolaas vol
strekt niet boos. Hii had gemerkt, dat
sommige kinderen zoo goed opgepast
hadden, dat hij ,voor hen wat moois
had meegebracht, en -Jans behoorde
ook tot de gelukkigen. Toen-ze weer
naar haar plaats terug ging, had ze
een groot pak onder den arrn. Gauw
kijken natuurlijk en
„Nee maaaar
Een heusche poppenkanier met een
tafel, stoelen en poppen er in, edn
spiegel aan den muur en gordijnen
voor de ramen. Zoo iets hadze nog
nooit gezien Ze vergalt alles" om zich
heien en bleef maar haar dial moois
kijken ze durfde, liet bijna niet aam
te raken, zoo mooi wa.s het.
Inituisischien za/t Piet op zijn knieën
bij een huis met eeai schoorsteen en
ramen en echte *deuren, die je open
en diiciht kon doen.
Frans liet de wieken van een molen
draaienElsje had een pop in haar
armen, een bruidje, zoo mooi, zoo
mooi ze wist niet, dat er zulke mooie
poppen bestonden Mientje zat maar
vast te spelen met een allerliefst pop-
penlediikantje, met een popje er in.
En zoo was 't aan alle kanten, er
kwam maar steeds meer bij. Een
ameublement, poppenkleeren, poppen,
spelen, boeken, platen, beesten, harle
kijnen. dae met armen en been en sloe
gen als de jongens aan een touwtje
trokken; zelfs een groot portret van
Sint Nicolaas en een kaart van Neder
land, een legkaart, waar de provin
cies konden worden uitgenomen, te
\eel eigenlijk om op te noemen! 't
Was veel meer geweest, dan ze ver
wacht hadden
Met stralende gezichtjes gingen de
kinderen naar huis: buiten stond Moe
der al te wachten. De mondjes ston
den geen oogenblik stilze wilden
alles tegelijk vertellen.
Wat een dagDie vergeten ze nooit
meer
1 't Was ook dit jaar meier dan mooi
geweest. Dat kwam, omdat Sint Nico
laas hulp gehad had. Eenige kinderen
haddein geholpen door cadeautjes te
maken, 'daarom waren er nu zooveel
dn zulke mooie. Anlders had het zeker
wat minder moeten zijn. Er is immers
zoo veel te doen
Maar welke kinderen hadden dat
dan toch gedaan
Dat moeten jullie nu zelf maar eens
raden. Ik wed, dat de meesten wel
eenige van die helpers kennen. Dat
wil ik nog wél even zeggenSint Ni
colaas is ze stellig heel dankbaar en
hij zou ze graag eens allemaal heb
ben meegenomen, om ze te laten zien,
hoe blij en gelukkig ze al die kinderen
gemaakt hebben
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Kimder-tafdeeling moeten
gezonden worden aan Mej.
M. C. van Doorn, Sophiu-
straat No. 22, Haarlem).
Nelly S. 't. Doet me plezier, dat je
Alleen in 't Nestje" zoo'n snoezig
boek vindt, en ik vond het gezellig,
dat je me er zooveel van vertelde.
Zoo'n boek is goed aan je besteed,
hoorMaar zeg, wat was dat voor
een wedstrijd op school, waar je ook
een prijs mee hebt verdiend? Jij treft
liet maar. hoorOp die manier wordt
je boekenplank goed gevuldIk hoop,
dat ik aan den 28sten denk. 't. Zal
een echt feest zijn, hè'? Nu. zoo'n
feest dagje mag wel, bij al hol harde
werken, wat zeg jij
Com el is B. Dat was weer een
leuken, langen briefEn wat moet ik
im met je verjaardag beginnen 't Is
jammer, dat er Dinsdagavond geen
rubriek komt, want nu zul je mijn
gel ukwenschèn vanavond al vast voor
lief moeten nemen'k Hoop, dat het
een echt prettigen dag zal zijn, en dat
het een héél mooi jaar voor je wor
den zal ook Gelukkig, dat je de ver
klaring van de begraven steden nog
gevonden hebt, en dat je er achter
kwam, dat 't Herculanum en Pompei
niet waren Heb je dat mooie boek
over de laatste dagen van Pompei wel
een-s gelezen
,1 o h. S. Zeg- juf. miu begrijp ik er
niets meer van,eerst was 't Lize, toen
was 't Anna, en nu is 't Joh. Hoe
heet jo nu eigenlijk, of zijn 't allemaal
verschillende jonge dames Je boek
ligt hier nog altijd', heb je er nog
nie.it om gevraagd, .of was Ik niet.
thud's Veel succèsT mét de Taaiste vier
raadsels
Heiïdr i k en Gerda Gr. Nu. ik
kan wel merken, dat dit tweetal erg
in de gunst is bij de Tantes en de
neven En is er nog een fox geko
men, of dat niet? Maar ik wil best
gelooven. dat jullie een beetje met, 't
vers geplaagd bent. Zoo'n jeugdig
dichter moet toch ook een beetje aan
moediging hebben, wat? En moet ik
Gerda. voortaan Gerarda. noemen, of
was die onderteekemng maar voor de
deftigheid
Catharina K. Wel. Catrientje.
wordt de beurs mooi Werk er maar
netjes aan. hoor! Ik ben erg blij.
dat mijn bemiddeling heeft geholpen
bij ..Paljas", al was dat zonder dat
ik liet wist. Ik vind het verschrikke
lijk aardig van mi jnheer, om het voor
je te vragen aan de handwerkjuf
frouw, en ik vind dat je nu voortaan
wel dubbel je best- mag doen mei tee
kenen. Of doe je al zoo goed je best,
dat dat niet meer kan
II er m a n V. Je raadsel is heel leuk
en zoadra ik eens een plaatsje over
heb, zal ik het opnemen. Heb je het
zélf bedacht? Heel veel groeten voor.
Gus ein voor je-zelf.
J o en Betsy PI. Donderdag jarig
geweest? Wel, Jo, hartelijk gefelici
teerd, hoorIn gedachten zal ik je
hand maar eens flink schudden en je
een heeleboel goeds toewenschen voor
je volgend jaartje Maak maai', dat
je een flinke, groote meid wordt, waar
Vader en Moeder trotscli op kunnen
zijn 'k Hoop, dat het net zoo'n pret
tigen dag voor je is geweest als zeke-
en anderen dag voor mij, toen twee
kleine meisjes me zulke prachtigeI
bloemen stuurden, weet je nog wel i
Wil je Moe ook voor mij felie%eeren
Ik li eb nog twee Yerkade-plaatjes voor
je, en drie zwartjes, kom ze maar
eens halen DagEen extra groet
voor Bets
I Gerrit G r. Of ik je kaartje ge
kregen heb Nu, of ik. Gerrit. 't was
prachtig mooi, en 't was een echte
verrassing. Dank je nog wel, iioor
M i e a U. Daar hebben we Mien
gelukkig weer Wat een werk was 't.
om al die raadsels- op te schrijven,
hè Maar er staat niet bij, hoe oud
je bent, schrijf dat nog maar gauw
even, dan zal ik het .er bij zetten Je
raadsel is goed
Bernard S. Dat is een leventje
voor Bernard! lederen dag in de broei
kassen aan het knutselen! Vader vindt
het zeker wel heerlijk, hè. dat hij
zoo'n goede hulp gekregen heeft? Ik
ben blij, dat ik er nog niet bij in
schiet, en dat je toch nog tijd hebt
voor een briefDaar ben je dan des
avond-s zeker mee bezag, niet?
Dina V. Ja. je mag nog wel eens
wat raadsels sturen, hoor, ik heb er
nog wel een paar, maar daar komen
we toch wel doorheen. Veel plezier
DinsdagMaak maar niet al te veel
drukte, hoor
Joh an B. Wel, kleine vrind, >k
vind het heel goed. dat je mee gaat
doen, en ik denk, dat de vcjgemle
wedstrijd wel niet ie moeilijk voor
je zal zijn We zullen nu maar vast
afspreken dat we veel briefjes aan
elkaar zullen schrijven, vind je niet'
Ik vind, dat je erg netjes schrijft
voor zoo'n kleinen baas
M a r g a r e t ha en Co r n e 11 a
II. Zoo. gaan jullie tweetjes ook mee
doen Nu. ik vind het uitstekend,
hoor, jullie houdt zeker veel van
raadsels oplossen, is het niet? Wat
knap van je, om zoo goed te weten
hoe lang onze rubriek bestaal. Waar
haal jo die wïjisheid vandaar, zeg?
Nu niet aJ te ongeduldig worden
naar den uitslag van den wedstrijd
Al hert D. Je hebt weer mooie
raadsels bedacht, en ze komen goed
te pas En de telegraaf heb je dus
ook aJ onder de knie Je schiet, dus
ai goed op! En waar ben je nu aan
bezig Ik kan me best begrijpen, dat
je er echt veel plezier in hebt. Is liet
buis al van electrische sol ellen
voorzien .of wacht je daar nog maar
een poojsje mee?
Tru usje T. Ik vind het niet zoo
heel erg, dat je een klein beetje ge-
holpen bent. Truusje, en ik verlang1
er aJ naar om aan het nakijken te
gaan van al die raadseloplossingen
Kom je zelf we! eens in Haarlem
Je vindt het in Hillegom zeker wel
heerlijk, niet?
Roelof B. Ja. ik kan je met dat
lastige raadsel helaas geen andere
raad geven dan om 't nog maar
eens te probeerenAls je nu Maan
dag tuspchen een en twee uur komt,1
zal ik nog eens kijken of ik een an
der boek voor je heb. Heb ik nog
wel raadsels van je? Ik geloof 't
haast nietDe nieuwe zijn goed. j
Marie Gr. Wat zullen jullie een'
pret gehad hebben met 't. Halma-
spel Ging 't goed en heeft Nel 'Jiot.
nogal gauw geleerd Je briefje was
niet te laat, maar tijd voor een lan- j
gen brief heb ik tooh niet meer, i
dus dat zullen we maar uitstellen
tot de volgende week, goed De poe
sen van Nelly loopen voor mij ook
altijd weg 'k Denk, dat het- verle
genheid is jij niet
A r e li d U. Arend, Arend, ik zou
haast denken, dat 'i je alleen maar
om een prijb te doen is, en dat de
vest je eigenlijk niets schelen kan
Maar dat hoef ik toch zeker niet te
gelooven. is 't wel Zoo was het niet
bedoeld, hè Arend En zou dit nu
heusch de laatste wedstrijd zijn,
waaraan je meedoet? Dot hoop ik
maar niet
Annie K. Ja Annie, nu waren de
raadsels best in orde En de brief
zag er netjes uit ook. Waar ben je
op schooi, klein ding, en lezen de
vriendinnetjes onze rubriek ook
Dag hoor. raad maar prettig
Nico K. Of ik je nog ken? Ja ze,
ker. Nico. en 'k heb nog grappige
teekeningen van je ookJe hebt
flink gesproken, en ik hoop dal je
goede plannen ook ten uitvoer ge
bracht zullen worden Heb je 't ont
brekende achttal raadsels al gevon
den
Margretha K. Ik vind je raad
sels heel grappig, lioor, en ik hoop
dat er eens gauw een plaatsje voor
znl zijn. Tot halfelf opgebleven
Maar kind was je toen den volgen
den dag niet verschrikkelijk slape
rig? En raakte jp op school niet in
den dut?
Jes van D. Daar zijn Jes en Jo-
han gelukkig ook weer. Je raadsel is
goed. hoor. ik vind het mooi be
dacht Heb je al over je legkaart ge
lezen in 't verhaaltje 9
Nelly de M. Nu. ik ben wel erg
benieuwd naar het vers, hoor Ik
zal voortaan eens omkijken als ik
voorbij kom. en die mooie pop heb
ik ook zien hangenheb jij dat
prachtstuk gemaakt? Ja. ik vind
Halma erg leuk, en ik vind I heel
aardig, dat je weer eens een matje
voor me wilt maften. Houd je daar
veel van
Gerrit v. d. B. .Je bent dapper
aan het raden geweest, Gerrit. maar
van een prijs kan ik je natuurlijk
nog niets vertellen, dat begrijp je
Is jac. nog altijd zoo druk aan'het
teeltenen, en houd jij er ook zoo'n
liefhebberij op na. Je inzending ziet
er al vast netjes uil. dat, is al een
heel ding. hè?
A I i d a. de BI. Wat heb je mooie
raadsels gestuurd. En een flinke be
zending ookHoe- is 't nu niet Moe
der Weer wat beier, hoop ik Help
nu nog maar flink, zoodat Moe het
niet te druk krijgtIk hoop. dat je
nog aan heel veel wedstrijden mee
doet, is het nu goed
Rijk Bez. Dat vond ik heerlijk.
Rijk, dat ik een brief van je kreeg!
Ilad je de potloodletters ook zelf ge
schreven'? Ik ken je nog best. hooi*,
en ik ben blij, dat je in de Kerst-
vacantie nog aan me gedacht bobt.
Nelly heeft de raadsels zeker verge
ten. nu zullen we maai- vragen of
ze er den volgenden keer om denkt,
hè Nu hoop ik maar, dat er eens
gauw iemand bij je komt. die den
brief voorleest 't is zoo leuk, nog
eens zoo'n groet uit Haarlem, vind
je niet? Je zult zeker wel erg knap
worden in Am sterdam, is het niet
Dag beste Rijk, schrijf maar weer
eens gauw Nu heb je den lang sten
brief van allemaal
Truus St. Je briefje heb ik aan
Nelly gezonden, en ik hoop voor je,
dat ze je terugschrijft, maar dan
mag je je adres toch nog wel even
schrijven. Hoe is 't met de ver
koudheid? Beter Heerlijk dat. je de
courant te leen mocht hebben Ben
je al naar den dokter toegegaan
Adriana van Z. Juist nog even
tijd om je te vertellen, dat de inzen
ding goed is aangekomen. Gelukkig
dat de Huishoudschool nog niet a,l
je tijd in beslag neemtDag
C.0 r V r. Tot slot nog even een fe
licitatie mot Gor s verjaardag? Goed
onthouden, vind je" niet
M. C. VAN DOORN
Een glas Water.
Ellendige kerelIk hoop u eens
ie treffen, dat uw tong- aan uw
iiiemelte kleeft en gij van dorst ver
acht, opdat ik dan de vreugde lieb-
het glas water, waarom gij vraagt
kunnen weigeren, zoo sprak
etend van drift een Amerikaanjsch
'aJerie-officier tot een gi'ooten sol-
wt (met duist ei' uitzicht,
len vreesél ijke wensch, waarvan cle
eekenis slechts ge.voeld wordt door
o, die ondervonden heeft, wat de
st voor een kwelling is.
)ie achter deze verwensching deed,
st, wat de dorst iswant in den
terikaanschen burgeroorlog had hij
ags te voren een moorddadigen
g medegemaakt, waarin men alle
ichten had moeten inspannen, en
arm men geen oogenblik aan zich-
ven denken kon of mocht. Nu, in
morgen na den slag «noest de of-
ier een gewichtige tijding aan een
der deel van het leger overbrengen
hij had groote haast. Zijn eigen
ard was niet te gebruiken, het, hink
en walde niet van zijn plaats.
Jnel liet hij een ander komen, maar
was weerspannig, zoodat het meer-
re minuten duurde, voordat hij in
zadel zat. Hij sloeg. sprong op,
ef plotseling staan en maakte nieu-
sprongen hot was geweldig kop -
Het hielp niets, het moest weg
ildra. werden de straten met wagens
i'uld, wierden opgestopt met kanon-
n alles scheen zich tegen mijn
trek samen tc spannen. En daarbij
t een hitte wolken 9tof verdroog-
mijn keel, mijn voldflésch was
- daar zag ik soldaten, die aan
.van den weg afgelegen bron rust
en zich verfristóhten. Welk
heerlijk gezicht. Ik wilde spoedig
rijden en eveneens drinken,
lar mijn paard maakte zulke- woe-
jo.de sprongen, dat ik moest afstij-
nonderwijl lachten de soldaten
jj dapper uil en dreven den spot over
D ongeschikten cavalerie-officier,
hoedend van- toom en gloeiend van
te, wist ik mij toch te be-dwingen,
lakte mijn vetldflesch los en mij
oidend naar den naastbijstaanden
zei de ik
Kameraad, wees zoo goed en vul
eens."
I Maar de kerel zag mij onverschillig
aan en zei d e i
i- „Vul uw fle-sch zelf."
Toen stootte ik in onbeschrijfelijke
woede den bovengenoemd en w enisch
uit, en gaf mijn paard de sporen, zoo-
dat ik wegdraaide, zonder op de sol
daten te letten, die mij nu toch terug
riepen.
Na twintig minuten werd ik en mi in
paard verkwikt door eeni kleinen, me
delij denden [negerik gaf hem een
flink stuk ge'kt er voor, en dacht ei
over na, hoe toch in een blanke huid
■een zwart hart, dn een blank hart on
der een zwarte lvnid steken kon. Het
gezicht van den man, die mij een
dronk koud water geweigerd ha.d, had
ik mij echter diep in het geheugen
geprent en ik bezwoerdien man zal
ik zoeken, tot ik hem vind, en dan
zal ik mij op hem wneken:
Twee jaren zocht ik, toen ik hem
vond. Ik werd in een gevecht gewond
en kwam in het hospitaal te Washing
ton. "Spoedig genas ik. maar omdat ik
nog geen dienst kon doen, ging ik hel
hospitaal in en uit, en verzorgde de
zieken en gewonden, wier lijden mij
met meddlijden vervulde. Ik stond ook
aam menig sterfbed en vond daar man
nen, die zoo vol geloof waren en zoo
zalig ontsliepen-, dat ik mij zelven
moest afvragen Iloe staat het metu.
zoudt gij ook zoo gerust sterven als
zij Het gaf mij zulke ernstige ge
dachten, dat ik mijn vijand vergat.
Niet ver van Washington had toen
een veldslag plaats. Ach, hoeveel ge
wonden werden vandaar naar het hos
pitaal gebracht. Alle zalen warén ge-'
vuld, een drukkende hitte heerschte
er, en de zieken riepen in hun koorts
om lafenis. Uit alle bedden klonk de
smeekende roep water, water 1
Het ging mij aan ii-ét hart. Ik nam
een groeten emmer, wierp er een stuk
ijs in, goot er water op en ging met.
■een glas van bed' tot bed. Hoe heer
lijk was voor diie ongelukkigen die
verkoelende drank, hoe dankten zij
mett stralende oogen, als ook de mond
niet. spreken kon.
Daar verhief zich plotseling in eau
hoek een groote man in zijn bed en
iriep met holle stem
„Water, ter liefde Gods, water
Ik stond verplet. Midden in de groo
te zaal zag ik er nog slechts één
hij was het, die mij eens zoo harte-
lloos den drank der lafenis geweigerd
bad, naar wien ik niet gedachten van
'wraak twee jaren lang zocht.
De man scheen mij niet te herken
nen; krachteloos was hij weder in zijn
kussens terug gezonken en keerde zijn
gélaat naar den muur. Nu sprak een
stem in -mijn hartDit is dan de dag
uwer wraak, deel aan- allen water uit,
maar aan hem niet laat hem ver
smachten, terwijl de anderen zich ver
kwikken.
Maar een andere stem liet zich ook
in (mij Ivooren en ik moest daarbij
aan mijn lieve, zalige moedeir denken:
Nu is de schoonste dag van uw leveai
gekomen, waarop gij kwaad met goed
kunt vergelden, waarop gij vergeven
kiunt.
De goede geest trok mij naar liet
beid, ik legde mijn arm onder zijn
hoofd en zette het gla.s aan zijn bran
dende lippen. O, hoe of hij dronk en
hoe goed liet liatn deed Nimmer zal
ik dien blik vergeten, dien hij op mij
wierp. Hij sprak geen woord, maar
was duidelijk zeer getroffen. Het was
mij wonderbaar goed te moede.
„Dokter", zei ik tot den geneesheer
der afdeidling, nietwaar, dien zieke
daar in den hoek dien geeft gij mij
tot mijne bijzondere verpleging
Gaarne", antwoordde de dokter,
„eerst moet men hem even het been
afzetten on daar zal hij bezwaarlijk
het leven mee afbrengen."
Ik verzorgde hem dag en nacht.
Langen tijd sprak hij geen woord te
gen mij eens echter, toen ik juist van
zijn bed wilde weggaan, greep hij mij
bij de pand van mij-n jas en zeide
..Herinnert gij u nog, dat gij mij
om een dronk water verzocht hebt
„Ja, kameraad, maar dat is eme
oude geschiedenis, die niets meer te
betcekenen hoeft."
.,0, voor mij heeft zij nog veel te
beteekenenik weet werkelijk niet,
hoe ik het dien dag had. Mi jar luite
nant. had mij een woesteling genoemd;
ik 'had de koorts en was toornig en
wist niet recht, wat ik dééd. Weinige
oogenlilileken na uw vertrek schaam
de ik mij er over, maar het was niet
meer goecl to maliën. Sedert twee ja
ren zoek iik u, om u vergiffenis te
vragen. Toon ik u herkende, terwijl
gij mij den verkwik kenden dronk aan-
boodt, dacht ik aan uw eed, die nog
ai-tijdi in mijne ooren klonk en was
beangst. Wilt. kunt ge mij verge
ven
Ik stond daar en kon niets zeggen.
Ik had dén man twee jaren gezocht,
om mij op hem te wreken, en hij had
mij gezocht, om mij vergiffenis te
i ragenwie van ons beiden was de
beste Christen"?
Ik schaamde mij en zeide
..Kameraad, gij zij-t beter dan ik
laten wij niet meer over het voorval
spreken."
Kort daarop stierf hij, mijn goede
kameraad.
HOK EEN PRIMA DONNA IIAAR
ROLCEN INSTUDEERT.
Een Engel sell journalist hééft Emma
Calvé. de beroemde Carmeai-ve-rtolk-
ster. die in deze -rol reeds meer dan
1000 maal is opgetreden, in haai* hru's
opgezocht en weet van dat bezoek veel
belangwekkendst te vertellen.
„Toen ik een jaar of zes, zeven was"
verhaalde zij ontvingen wij een
brief van familieleden van mijn vader,
die in Spanje woonden, of de „klein:'
Emma" eens mocht komen logeeren.
Ik kreeg toestemming en reisde nu
onder de hoede van een dienstmeisje
naar een dorpje, dicht hij SeviLla.
maar de familie woonde. Nu had daar
dioht iu de buurt een Zigeunertroep
hare tenten opgeslagen en dit trok
mijn aandacht in hooge mate. Ik raak
te gdheel onder de bekoring van de
tafereeltjes, die ik dagelijks aan
schouwde en vooral de gracieuse dan
sen, die de Zigeuners uitvoerden, wek
ten mijne bewondering op. Uren lang
kon ik daar staan kijken, en later pro
beerde ik alles na te doen, zoodat ik
langzamerhand een aardig danseuse-
tje begon te worden.
I „Een paar maanden later keerde ik
naar Frankrijk tórug en kwam daar
in een klooster. Spanje zag ik eerst
vele jaren later weer, toen ik er heen
ging voor de studie van mijn Carmen-
rol. Om in mijn optreden de grootst
mogelijke natuurlijkheid te brengen,
vertoefde ik namelijk geruimén tijd
onder de s i-g ar e nima akst-er s van Sty
villa..
„Ik leerde ze door en door kennen
en kreeg ze lief om haar frtssche oor
spronkelijkheid wat me toen verwon
derde, was, dat zij in den omgang
met haar geliefden zoo weinig teeder-
head toornen. De liefde van de Spaan-
sche is een menging van hartstocht,
'jaloezie en bruutheidEerst toen
'ik mij geheel Spaansche cigarrera
voelde, trad ik als Carmen op.
..Dikwijls genoeg h-eib A me vToo-
lijk gemaakt over de critiekeoi', die
niet. tevreden waren over mijn creatie
en die niet „natuurlijk" genoeg von
den Vooral hebben ze bet over mijn
kostbaren zijden onderrok gehad; ,,zoo
rijk kon een Carmen onmogelijk ge
kleed gaan", vonden zij. Ik weet hot
beter, dat de cigarrera's zich werkelijk
zoo kleéden. Toen ik in Sevilia was,
zag ik eens, hoe een mooi zeventien
jarig meisje bij een koopman een
roodzijden onderrok kocht, waarroede
ze den volgenden dag door de straten
flaneerde, telkens wippend met het bo
venkleed, om haar nieuwen schat te
laten bewonderen. Ik kocht precies
denzeJf-den rok en droeg die bij mijn
eerste optreden als Carmen.
De Spaansche meisjes zijn verzot op
schitterende' kleuren en glanzende
stoffen voor opschik geven zij alles
uit. wat zij met moeite hebben ver
diend
Niet minder grondig gaat Calvé bij
de instudeering van andere rollen te
werk. Dat bewees zij vooral, toen ze
die rol van Ophélia, in de bekende ope
ra ..Hamlet", van Ambroise Thomas,
zou spelen. Zij woonde toen te Milaan
en zij bezocht daar een beroemden
zenuwarts, om zijne meéning over het
geval" van. Ophélia te hooren.
Gewoonlijk werd Ophélia als een
lief, zacht meisje voorgesteld, dat ten
gevolge van een ongelukkige liefde
aan melancholie lijdt, meende Calvé
of de dokter er ook zoo over dacht
Deze was beslist van een andere
meening
„Hij ging met rmj naar een krank
zinnigengesticht ie -Milaan" vertelt
Calvé „waar ik een meisje kon ga
deslaan, dat precies in hetzelfde geval
van Ophélia verkeerde, 't Was een
mooi, bleek meisje, dat me met haar
groote, blauwe oogen schuw aankeek.
Plotseling kreeg ze een aanval van
woede, dan wéér geraakte zo in den
groot.st.en angstze -nam iéts van den
grond op, gaf het mij, rukte het mij
weer uit de handen en maakte aan
stalten mij aan te vallen, als men haar
niet bijtijds had vastgehouden.
„Dit meisje heeft een vrees-dijken
indruk op mij gemaakt en met de her
innering aan- liet arme schepsel speel
ik Ophélia. Misschien is dit de oor
zaak, -dat mijn uitbeelding zoo realis
tisch genoemd wordt."
Calvé bezit nu een groot landgoed
in Aveyron en het oude llde-eeuwsche
slot Cabrières. De drie bergen opbaar
landgoed heeft zij ..Carmen", „Caval
ier ia" en „Navarraise" gedoopt, ter
herinnering aan de drie opera's, waar
mee zij haar fortuin gemaakt heeft.
LEVENSDUUR VAN VOGELS EN
INSECTEN.
De vogels, die het oudst worden,
zijn: de arend, de zwaan en dié raaf!
Zij worden sonas wél 100 jaar.
Het. winterkoninkje heeft slechts een
zeer kort leven gemiddeld niet lan
ger dan 3 jaar.
i Do reiger, de papegaai, de gans en
de pelikaan kunnen weft 60 ja ai- oud
worden. Voorts worden de pauw en
de vlasvink gemiddeld 2o jaar de ka
narie 24; de duif en de kraanvogel 20;
goudvink en de fazant 15, de leeuwe
rik 13; de merel en het roodborstje 12
en de lijster 10 jaar.
Ofschoon de meeste insecten een zeer
korten levensduur hebben, zijn er toch
eenige soorten die veel ouder kunnen
worden, dan men wed zou vermoeden.
Een Duitsch geleerde, die den levens
duur der insecten tot een onderwerp
van studie heeft gemaakt, hield liet
wijfje van een loopkever 5 jaar lang
in het leven. Hij bewaarde dit insect
in een met. zand, mos en zoden ge
vit lden schotel, die met een gl ask lok
was bedekt, en gaf het rupsén en
kleine stukjes vleesch tot voedsel.
Tegeur het derde jaar begonnen zich
teekenen van ouderdom te vertoonen.
De goudglans der dekschilden ver
bleekten. de leden der voelsprieten en
pooten brokkelden af en (le achter
poot&n werden verlamd.
De tweejarige ontwikkeling viui de
zen kev-er meegerekend, was hij dus
7 jaar oud geworden. Een rozen-kever,
met versche vruchten gevoederd, leef
de vier jaar en een wijfje van den
poppenroover, dat ook op een doel
matige wijze werd gevoial, 3 jaar Bij
beide insecten deden zich in het laat
ste j aar eveneens teekenen van ouder-
I dom voor. Van dén rouwkever hield
li ij zelfs een aantal tot in den zesden
winter in het leven, toen zij bevroren
deze soort kan dus waarscl i i j ril ij k dïi-
der gunstige omstandi-meden nog ou
der worden.