RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Donderdagmorgen oplossin gen zendien, worden in het volgend nummer 'bekend ge- maaikt.) 1. (Ingezonden door Mien Uy ton aal). Alleen ben ik hoegenaamd niets waard. Maar wel, als iets zich aan mij paart Doch word ik soms voorop gestedd. Dan word ik evenmin geteld. 12. (Ingezonden dioor Roelof Beii- fema). Mijn geheel bestaat uit elf letters. 8 4 10 behoort bij den boer op het Hid of in den stal. 1 2 6 10 is een drank. 8 3 7 is niet dichtbij. 2 9 1 is een paardje. 8 3 7 11 is een gedicht, j 8 10 5 1 is een kleedingstuk. 3. (Ingezonden door Louis de Lagli). Zoek uit de volgende lettetrs twee leden in Griekenland, ieder van zes itters. tspraa 4. (Ingezonden door Leonard Ger- ieraad). Wanneer beginnen de jonge eendjes zwemmen 5. (Ingezonden door Alida Pope'- Br). i Zoek hieruit een begraven Stad ,110e beter wij leeren, hoe harder nj kunnen werken op la-ter leéftijd. 6. (Ingezonidlen door Anna van laaien). Welke worsten eet men niet? 7. (Ingezonden'door Maria, Keuzen). [Maak hieruit een straat in Haar- aaa.e e nntttss j r 8. (Ingezonden door Joh an Bos ton). Mijn geheel bestaat uit elf letters en 3 een land in Europa 11 9 8 i® het tegenoivergesteilde van kg. 1 2 3 4 is een. muntstuk. 5 6 7 2 3 4 is een vervotenmiiddiël. !8 9 10 11 i® geen zee. 9. (Ingezo ndlen door B et sy van Wen - Hl). Wat was Adam op tadlluinidig ge- ed 10. (Ingezonden dioor die Zusjes agter). Met- een b bindt men. Met een m haalt men boodschap- Gocde oplossingeai ontving ik deze week van Age Beinema 8, Marie en Johanna Bijster 7, inzender zonder naam 8, Jo Moorie 7. Annie Keizer 8, Greta Vallentgoed 9, Leo v. d. Boom 8, Jo han Busé 6, Cato de Boer 4, Herman Vogelsang 7, Nog e>en een inzender zonder naam 8, Dina Ve9ter 9, Mien UytendaaJ 7, Alida de Blazer 10, Dirk Boeré 8, Corrie de Haan 6, Guurtje Max 7, Gerda Groeneveld 8, Beteie van Wengen 5, Truus Staal 8, Hen drik Groeneveld 8, Johan, Hendrik en Neeltje Bouman 8. Twee Jaar Hl. Met een h ben. ik een lichaamsdeel. Mét een z ben ik in den tuin. Met een 1 bezaait men mij. Raadseloplossingen .De oplossingen van d.e raadsels dei' nige week zijn 1. Warmoesstraat. 2. In leege glazen. 3. Schrijfwedstrijd. K DAS ELSJE G U S T A A F AMSTERDAM KASTENMAKER MEDEMBLI K SCHANDE RAKET ZEE R 5. Uitstalkast. 6. De schaduw. 7. Kantonrechter. 8. PU. 9. De echo. !0. Stoel, palet, adder, steur, stal deur. Dirk was juist in bed gestopt, en Moeder was juist naar beneden ge gaan. Dirk wrist heej. zeker, dat het niet meer dan een kwartier geleden was, en hij vond 't dus lieel gek, dat hij, nu hij pas Sliep, dadelijk maar weer wrakker gemaakt werd. En toen hij zijn oogen eens goed open deed; vond hij 't nog veel maller, want. het. was niet Moeder, die hem wakker gemaakt had, en ook Vadier was 't niet, To aar 't was een heusch kaboutermannetje, met een grappig puntmutsje en een langen baard. Dirk vond het zóó ma.1, dat hij heelemaal niets ze', en het ka boutertje deed maar niets dan met een houten haaner op den randl van zijn bed timmeren, en zingen. Wat hij zong was nogal eentonig, maar ook zeer onbegrijpelijk, want 't was maar steeds Twee jaar, twee jaar. Twee jaar- al is hij daar Die goede vrind Van ieder kind, Die wordt vandaag twee jaar." en dan gaf 't kaboutertje zoo'n barden slag op den rand' van het ledikant, dat. Dirk in beid lag te schudden, daarna hing hij de kwast van zijn puntmuts naar don andéren kant en begon weer van voren af aan. Dirk keo khem aan met oogen als theekopjes. Dat dat kereltje daar over een goeien vrind zong, nu, d'at snapte hij nog, maar welke goeie vrind is nu twee jaar, en dan nog wel een vrind van. ieder lcind Dirk kwam tot de slotsom, diat het nonsens wa®, maar daar er bij al dat getimmer en gezang toch niét meer aan slapen viel t© denken, wachtte hij geduldig af, wa-t er verder gebeu ren z-ou. Heel lang hoefde hij niet. meer te wachten, want midden in zijn „Twee jaar" hield de kabouter plotseling op en gaf Dirk met zijn hamer een flin- ken tiik -op zijn neus. „Zeg, bear je mialriep Dirk. „Heii, hei", begon de kabouter, „een beetje beleefder, je hebt dé eer te spre ken met Kambo, ontwerper van pop- pe'kamervoetenbankjes Dirk was verstomd. „Maar hoe moet ik u dan noemen?" vroeg" hij benauwd', want de betiteling „Kambo, ontwerper v.an poppeikamer- voetenbankjes" kwam hém in leittdr- lijken zin onuitsiprekeiijk voor. „Ka-mibo, eenvoudig Kannbo", zei Eet kaboutertje, „eai sta nu maar gauw op, dan zal ilc je wat laten zien." In een wip stond Dirk naast zijn bed, en 't was imail, maar ineens merk te hij ook, dat hij net zoo klein werd als Kambo. Deze was druk aan 'i. werk, onr het kleed in een hoek van de kamer los te maken, en nu kwam er een luik te voorschijn, dat hij optilde. „Ga mee", zei 'hij kort. en Dirk bij de hand vattend, trok hij hém mee in een lange, donkere gang. waar haast geen eind aan scheen te komen. ,,'t. Is vandaag" feest", zei Kambo, terwijl ze aldoor maar verder liepen i „we vieren een jubileum, moet je we-: ten, en i;: bent een van de laatst en! die gehaald wordtWij, kabouters, halen de kinderen er voor af, en ik geloof, dat er in 't geheel wel meer j dan drie honderd komen „Maar wie zijn jullie dan eigenlijk?" i vroeg Dirk. „Wel", zei Kambo, „wij zijn de op- per-hofspeelgoedimakers, en sinds twee jaar in dienst van Haarlem's Dag blad", om prijzen te maken voor kin deren, diie mét de wedstrijden mee doen Er ging Dirk een licht op. „O, en nu worden alle kinderen, die meedoen, zeker op dat feest van van avond gevraagd, is 't niet vroeg Dirk. „Vanavond?" mompelde Kambo, ,,'t is geen avond Ze waren aan liet eind van de gang gekomen, en toen Kambo d'e deur opendeed, zag Dirk, dat hot hélder dag was, en da.t ze op een heel groot plein stonden, waar een heeleboel kin deren hij elkaar waren, 't Was er een gepraat en een gegons van wat ben ie me. en boven alles uit kionS" tel kens het liedje „Twee jaar". Kambo trok Dirk mee, door de kin deren heen, telkens lachend en knik kend tegen goede bekenden. „Verleden jaar hebben we een lam pionoptocht gehouden", zei hij, ..en daarvan kennen ze me nog allemaal. Dag Gerard, dag Nelly, Mien, Roe lof, Gus. Herman Dag kleine Toosje. Hilda, Cornelis, Age, Jo, Betsy Zie je, ze knikken allemaal terug" Kijk, daar heb je Hendrik en Gerda ook, en Annie en Johan, en Leonard en Wim, en Gusta, en Dina en Catha- rina! Dag allemaal! Jacobus en Ger- rit, hoe maken jullie het? en Marie en Corrie en Arend en Grebha"? Daar staat kleine Neeltje ook, bij Johanna en Alida En daar héb je Louis en Jes en Jo Allemaal gaan ze mee in den luchtballon En tegen Dirk, die al dapper het ..Twee jaar"-lied mee zong „Weet je nu ad wie twee jaar is vandaag?" „Ja zeker", zei Dirk, „de Rubriek voor Onze Jeugd natuurlijk, die zou ik niet kennen Kambo grinnikte. „En vind je zoo'n luchtballon-feest nu niet erg léuk vroeg hij. „Kom, stap maar gauw in, de boot, die on deraan hangt, is groot genoeg voor jullie allemaal, en hier is een mooi plaatsje voor je. bij Abram, Theo, An- toon, Gerrit en Suze. En Betsy en Truus zitten ook in die buurt Alle kinderen werden nu ih de boot geholpen, en toen ze allemaal een plaatsje hadden, toen werd de lucht ballon beneden losgelaten, en onder een oorverdoovend gejuich gingen ze de hoogte in. Allen riepen ze niet „Hoera" maar aldóor „Twee jaar!" En toen maar weer zingen. Beneden werdén de huizen hoe lan ger hoe kleiner, en de lueMbalilmi -steeg hoe langer hoe hooger. „Hoog" hooger!" juichten de kin deren, „gooi ballast uit!" En een paar zware zakken met raadsels werden te voorschijn ge haald, en ze hielpen' allemaal mee om de raadsels over den rand van heit bootje naar beneden te gooien. „Nog meer raadsels", klonk 'I' tel kens, nog hooger, twee jaar Maar eindelijk waren alle raadsels op. „Nog hooger, hoogerriepen de kinderen. Daar kwam Kambo naar Dirk toe. „Er is geen ballast meer om uit. te werpen", zei hij, „nu gooien we jou maar naar beneden. Kom, hup I Dirk gilde, maar 't hielp hiemniets, en een oogenblikje later, daar viel hij •meteen duizelingwekkende vaart naar beneden, lager, lager Dirk dadd zijn oogen dicht wat moest de luchtballon hoog geweetst zijnen nog altijd viel hij maar, tot hij ein delijk met een schok bleef liggen. Dirk deed zijn oogen wijd open daar lag hij i,n zijn eigen bed, de klok sloeg acht uur en de zon scheen vroolijk naar binnen. „Moeder", riep Dirk, „mag ik de Zaterdagavond Ik ga de raa dsels op lossen Brievenbus (Blieven aan de Redactie van dé Kind er-Af deeling moeitetn gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sophia- straat No. 22, Haarlem). Hendrik L. De vorige week was de Brievenbus zóó groot, dat ik je niet eens een klein briefje meer kon schrijven, maar nu zal ik beter op passen, hoorIk vind het. heel goed, dat je hebt meegedaan aan den wed- 1 strijd, en ik hoop, dat je nog heel dikwijls mee zult^doen ooit! Had je al dé raadsels alleen gevonden? De volgende week koint de uitslag van dezen wedstrijd. Ben je niet niéuws- gierig, zeg? B e r n ar d i n a G. Kwaad Ik denk er niet over, hoor En je bent in dien tijd dus Hoogere Burgerscholier ge worden Kranig Heb je 'het erg druk met huiswerk en leasen, en bevalt het je goed? Gelukkig maai-, dat Moeder nu weer heelemaal beter is; maar jij Ixmt thuis zeker ook wel een heerlijke hulp, is 't niet Veel gToeten Izaak S. Ha, daar hebben we dat jongemensch ook weer; zoo komt alles weer op zijn pootjes terecht, wat Jammer, dat je niet alle raadsels kon vindenja, de meeste waren niet zoo gemakkelijk als ze er wel uitzagen Gaan Daniel en jij nu voortaan weer trouw meedoen Marie L. Of ik veel inzendingen gekregen heb? Nu, of ik, Marietje, ik had er haast een kast voor moeten leegmaken, wil je dat wel gelooven Wat ga je keurig netjes schrijven't Was een plezier, om naar dat briefje te kijken. Ben je een zusjes van Jo, of hoe zit dat nu eigenlijk Elizabeth Sell. Weer eens een woordenwed&trijd Ik beloof je, dat ik er eéns over denken zal, hoorJa, er zijn wel een heeleboel jongens en meisjes, die dat leuk vindenHoe gaat het op school, en lees je nog zoo veel Nico K. Ja, Nico, het speet mij ook wel erg, cla-t ik je zoo teleurstel len moest Nu maar een dubbel lang antwoord hè Ik vind eon heeleboel van je raadsels goed, en bij gelegen heid wil ik ze ook graag eens plaat sen. Ik vind het erg jammer, dat ik „Dik Trom" niet voor je te leen hel) maar ik heb nog wel een ander boek, als je graag een® wat lezen wilt. Wat leuk, dat jij gemaakt hebt, dat Jo M. ook mee ~aat doen Hij schreef me een gezelligen brief. Heb ik je nu niet veel verteld? Annie K. Niet uitgelachen Nu, dat is braaf van je, lioor, Annie, je bent een flinke mead Je moet Zus nog maar eens van me gelukwen- schen. 't Is wel wat laat, als ze Woenisda-cr al jarig geweest- i®, maar ik hoop toch dat jullie veel pret hebt. gehad. Beai je niet te laa-t naar bed gegaan, Anneke E.n wanneer ben- jij nu wel jarig Corrie de II. is ook al welkom a'ls vriendinnetje (of vriendijie Daar ben ik tegenwoordig erg voorzichtig meö, sedert ik er met Jee van D., die ik voor een meisje versleet, zoo ingie- loopem ben Houd je veel van piano spelen, en heb je al lang les Ik vind het goed, dat je iedere week eien brief zendit en geen raadsels. Johan B. Morgen jarig? Wel, Jolian, word maai- e-en flinke baas, hoor, en blijf ma-ar trouw mediawer ken aa,n onze rubriek, dat zijn dé mooiste verjaarsw-enscihendie ik be denken kan Ik hoop, dat je een mooi boek krijgt, zooals je zoo graag wilt, en dat je er prettig Lm zult lezen Je raadsel is ook goed, maar ik weetniet of ik het al gauw plaatsen kan. Ben je nogal geduldig? Dien a Dr. Helpen in liet huis houden Ja, dat gaat boven alles, DienaIk vind liet nog mooier dat je voor Modder een flinke steun bent, dan dat je een 9teuin bent. voor onze rubriekMaar het prettigst vind ik nog wanneer je allebeii bent, jij niet Herman de L. Dank je nog wel voor je Nieuwjaarswenschen, al wa ren ze wat laat. Ik weet toch wel, dat je hét goed bedoelt! Ga ie van 't jaar ook naar de H. B. S!" of tenmin ste hoop je te gaan Het spijt me. (lat ik je nooit zie, als je langs komt, maar ik ben meestal uit. Iloe is het met dat kleine dikke broertje van je Jo'hanna V. Ook meedoenUit stekend, hoorIk vind het echt leuk. diat je een nichtje bent van Dina, betere aanbeveling zou je haast niet kunnen krijgen, want Dina en ik kun nen 't maar wit best met alkander vinden. Houd je ook zooveel van raad sels oplossen? Cornelia H. Deze jonge dame heeft ook nog geen antwoord gehad. Wanneer of de nieuwe wedstrijd komt? Nu, al gauw, hoor, maar ik weet nog niet. wat voor een wedstrijd liet zijn zalIk vind. dat je leuke raadsels bedacht hebt, en zoodra er eens een plaatsje over is, zal ik ze opnamen. Nelly de M. Ja, ik kan me best begrijpen, dat het vors een heel werk was, en dat je heel wat getobd hebt vóór dat het goed en wel in elkander zat. Wat jammer, dat ik niet voorbij kwam bij die touwtjes-geschiedenis. Ik wil wel gelooven dat de poesen het amusant vondenJa, Nel. ik kan nooit zeker zeggen, of ik wel voorbij kom, dat is wel jammer, hè? 't Was een gezellige, lange brief. Dag Dirk B. Daar hebben we Dirk, die ook al zoo kranig aan dén wedstrijd heeft meegedaan. Flink zooDat raadsels oplossen vind je nu zeker eens een echt leuk werkje, is 't niét? Of houd je nog méér van andere wedstrijden R o z a W. Zoo, Roza, had je ons nog niet. vergeten? Dat begon ik nu heusch te denken, hoe vind je het? Maar zeg waarom vind je toch die ijswedstrijd zoo leuk, als je er zelf niet aan mee kunt doen? Of was je er graag naar gaan kijken En had je het zoo druk met sclioolwerk Schrijf maar weer eenls gauw, hoor Nelly S. Nel, hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, hoor Een heel gelukkig jaar, veel succès met je examen, en verder alles wat je maar voor goeds bedenken kuntDaar kun je het voorloopig mee doen. hè? Maak maar echt veel pret, en vertel me er maar eens gauw wat van Car el J. T. Kwaad? Een vreesdij k kwaad nog wel Nee hoor, gelukkig nietverheeld je, w;at zou dat lastig zijn, als ik telkens maar vreeselij'k kwaad werd Nu. ik hoop, dat je wer ken met goeden uitslag bekroond wordt, maar ik ben mét nazien nog niet aan je inzending toe, en 'k weet er -dus nog niets van Hoe is het met botanisceren Willem-i'ön vaar B. Wel, wél, wat za.l pop Ada er netjes uitzien m de groen-fluwee.len jurk met wit bontVond ie het een prettig werkje, om haar aan te kleedten, of heb je het niet zelf gedaan? Ik hoop, .dat je nu ook woord houdt, en ééns gauw weer schrijft. Hoe is 't met de zusjes? E. G. E. G. Wie is nu E. G. Ja, je achternaam weet ik nog, maar verder? Was 't Betsy? O, maar wacht eens, da,ar zie ik nog Johanna staan, dat klinkt beter, wat'? Je schrijft nog net zoo netjes als vroe ger Is je huiswerk zoo lastig J a n s j e SI. Uit de stad geweest Zoo, zoo, en veel plezier gehad, of was je niet voor j.e plezier uit de stad? Heeft Tante geen last van je gehad En ga je nu weer geregeld meedoen aaïTde raadsels? Dag, hoor, veel groeten voor jullie tweetjes Louis de L. Als Herman een brief krijgt, moet jij er toch ook één hebben, wat zeg jij? En dan nog wel zoo'n kranige Hoogere Burgerscholier! Zeg, zitten die twee Brammen nog bij je in de klas? En Henri S. Of is 't edele viertal heelemaal uit elkaar ge vlogen Hilda .R. Ja, Hilda-tje, bij gele genheid zal ik je raadsels eens plaat sen, dat beloof ik jeNieuwsgierig naar den uitslag? Ja, dat zijn jullie -allemaalGeduld maar, hoor W i 11 e m N. Of je ook eens eeu raadsel mag inzenden Ja zeker, dat vind ik best; bedenk maar eens iets moois Houd je zooveel van lezen, en heb je zelf ook veel boeken Veel groe ten voor uato en voor je zelf. Mien U. Een raadsel fout Nu, dat was zeker een vergissing, Mien Ge lukkig maar, dat je het toch heb kun nen radenVan het raadsel, dat je zelf inzondt, schreef je liet antwoord niet Moet ik dat zelf maar raden Anthonie J. Zoo, kleine baas, beu je ook weer aan den gang geweest Flink, hoorIk kan je potloodletter® heel goed lezen, en ik vind het niet zoo heel erg, dat Moeder hij zoo'n heel moeilijk raadsel wel eens een klein beetje geholpen heeft. Het was toch niet dikwijls, is 't wel D i n a V. Ik vind, dat je zusje goe-i op je is, en 'k vind het erg aardig van baar, dat zij cle raadsels voor je overschreef'k Had er pret om, dat je maar niets wijzer werd, al las je ook al de briefjes door. Dat is je ware, hè? Van de raadsels kan ik er wel weer een paar gebruiken. Niet vergeten om de groeten aan Moeder te doen. hoor Cato de B. Cato-tje ook raadsels inzenden Goed, hoor, bedenk maar wat moois! En die letters door elkaar zoo moeilijk Kom, probeer het maar eens goed Ik vind het leuk, dat je mee gaat doen, en ik hoop, dat we nog heel veel brieven aan elkaar zullen schrijvenJij ook? Gerard H. Wel, Gerard, wat was dat voor een wedstrijd op school Welk werk moest je het best maken? Eigenlijk was raadsel 22 to laat, hè Hoe kwam 't. datje 't toch nog vondt'? Vertel rne -dat nog maar eens gauw Petemei la B. Zoo, daar kwa men de oplossingen toch nogIk dacht al, zou Rijk zicli zoo vergist hebben Ik vind liet erg aardig van Rijk, dat hij me zoo nu en dan eens schrijft uit Amsterdam. Ga je hem ook dikwijls opzoeken? Betsie van W. Aardig achter ge raakt op school? Ja, dat kan ik me wel begrijpen maar dat kan je nu eenmaal niet helpen, als je ziek bent geweest! Zaterdag 3 Februari komt de uitslag van den wedstrijd in de cou rant te staan; ja, Bets, 't is oen heel werkje, om alles na te kijken, daar heb je gépljtk in. Dag Gelukkig, dat je weer heeOiemaaJ beter bent Hendrik on Ge-r d a G r. „Stoute juffrouw" Pas op, hoor, ik zal je krijgen En dan zal je eens zien, wat cr gebeurtIk ben blij, dat. Hendrik en jij het eens waren over den uit slag van den wedstrijd. Er kwam dus geen gekibbel bij te pas, hè? „Stoute kinderen" zijn jullie toch eigenlijk Dag M a r i -e en i h a n n a B. Ja, 'k heb n-og wel boeken, maar van cTe week ben ik niet thuis, dus kom ze de vol gende week ma-ar halenWanneer je raadsel komt, weet ik heusch nog niet- Geduld maar, zusjes"! Dank je wél voor 't mooie kaartje Roelof B. Wel, wel, wat een raad sels Daar heb ik vooreerst genoeg aan, dat verzeker ik je. Ik ben blij, dat de boeken weer in jullie smaak vielen Bevalt het Moeder ook niet best, als jullie zoo rustig aan 't lezen bent? Gus en Herman V. De inzending van Gus kwam wel op 't nippertje, niet? Gelukkig, kan ik zijn oplossin gen nog nazienHoe gaat het op school, schiet je goed op? Ik hoop maar, dat je 't nie-t heel erg vindt dat je heelemaal achteraan komt. Een volgenden keer beter, hè Dé briefïes van Catharina K„ Leo v. d. B„ Greta V., Jo M., een vrindje van Herman, Guurtje M., Gretha K. en Truus S. zullen in 't volgend num mer beantwoord worden. M. C. VAN DOORN. Ik haalde uit mijne kamer eene groot e kuip met water en igoot haar pver het hoofd der bedwelmde uit. pe uitwerking liet niet op zich waon- len. Schreeuwend sprong ze op en duchtte in den warong. I Het werd weer stilslechts Sahdb jrentelde zidh onrustig op zijne mat keen en weer. De drukkende hitte en Ie stank der opium verdreven ook bij hij den slaap. Slaapdronken strom pelde ik daarom naar de rivier om }en bad te nemen. Toen ik het water Inging, zwom eene gedaante mij voor- pij naar den anderen oever. Ik z-wom haar na, ma-ar kon Oiaar niet berei ken. Toch herkende ik Sarima. Ze kwam niet terug naar Sahib. Den folgenden -morgen, toen ik met den irmen jongen naar den bataillon®- raman-dant ging, 'die hem wegens !en verkoop van voorwerpen tot .de litrusting behoorende het onder- ed dat Sarima had verkocht tot :ht dagen pro-voost veroordeelde, ont- loetten wij het meisje. Zij liep aóh- den dikken Chineest, die haar steeds den opium verschaft had. Naar pile waarschijnlijkheid was zij nu iijne „nonja" geworden. Sahib wierp flen chinees een woedenden blik toe. )eze glimlachte honend Den volgenden dag was ik kom- aandant der hoofdwacht. Bij de )verneming er van onderzocht ik de irrestantenlokalen. Saihib zat op de >ritszijne rechterhand was aan den inkervoet gebonden, zooals -liet re- dement het voorsdhrijft. Om de twee lagen werden hem -de boeien afgeno- nen. Ik bond ze los en vroeg of hij longer had. Hij schudde het hoofd, longer gevoelde hij nietslechts voede tegen den Chinees, die zijne deine Sarima 'door alle mogelijke treken tot het opiumrooken verleid lad. „Sarima is alleen ijdel en een leetje dom, maar niet. slecht", zei hij. Dat- was wel mogelijk. Een korpo raal riep mij. Ik ging de wachtkamer binnen en liet den sleutel een oogen- blik -in de deur steken. Toen ik terug kwam was -Sahib verdwenen. Dat was wat moois Bemerkte de officier van den dag iets er van, dan wachtte mij arrest. Het was 9 uur en tegen 11 uur moest de ronde -komen. Be klemd bleef ik wel een uur lang in den nacht luisteren. Daar zag dk, hoe een gestalte als een slang door het gras kroop. Ik sprong er naar toe het was Sahi-b. Zonder dat de wacht het bemerkte, duwde ik hem in het arrestantenlokaal. Hij zag er ont- j steld uitzijn gezicht w as vaalbruin. 1 „Waar ben je geweest vroeg ik hem. Hij schudde het hoofd en gaf geen antwoord. Ik gaf hem eenige stom- :pen om mij schadeloos te stellen voor de uitgestane angst en wachtte nu rustig de ronde 'af. De officier kw?am met groote haast, een -half uur vroeger dan ik verwacht had. Hij be- val mij dadelijk alle sergeants van den dag te laten wekken en me them de slaa-pzalen te dnspecteeren. Een I Chinees in passer baroe was doodge stoken zooal9 men zei door een In- I disch soldaat. j Wij onderzochten alle slaaptafels nauwkeurig. Niemand ontbrak. De politiecommissaris laad verdenking tegen Sahib, maar d-eze kon de da der niet geweest zijn', want hij had in de provoost gezeten, i Een paar dagen later was liet voor val vergeten. Saihib kwam bij de compagnie te rug en trad weer bij mij in dienst. Van Sarima wilde hij nu niets meer weten. j UITVINDINGEN. Wanneer de historié eens kon wor den geschreven van de geheimen van verschillende uitvindingen, hoe som mige daarvan verloren gingen, hoe an deren werden gestolen, dan zou dat ongetwijfeld een van de meest eigen aardige boeken worden, die de we reld; kent. De manier vooral, waarop sommige aanslagen gedaan zijn, om te komen achter de ijverzuchtig bewaarde gehei men van sommige uitvinders, is aller- interassantst. Zoo b.v. de geschiedenis, waarvan het tooneel is het woeste heideland rondom Sheffield, in Engeland. Daar had een horlogemaker Huntsman ge naamd. ver van de stad een laborato rium gebouwd om staal te maken dcor een proces van zijn eigen rin ding. Hot geheim werd zeer zorgvuldig bewaard en het was dit ook waard, want het was de eenige wijze, waar op staal van die kwaliteit kon worden gemaakt, en. Huntsman werd er rijk mee. Hij gebruikte alleen werklieden, die zwoeren niets te zullen vertellen en die ook ieder ten slotte maar een gedeelte van het proces wistenen de poorten van het laboratorium werdén ijveriger bewaakt dan die van een kruithuis. Eens kwam er. in een bitter kouden nacht, terwijl de storm over de vel den woeddé, en de sneeuw in ijzige vlagen rondwoei, een arme halfbevro ren bedelaar aan de deur van het la boratorium en \-roeg vergunning, om even de ledematen bij het vuur te mo gen warmen. 'tWejd hom geweigerd, maar de man was zóó ellendig en zag er zóó akelig uit, en was blijkbaar zóó wei nig van bet randje af om van kouido om te komen, dat de uitvinder mede lijden kreeg en -den bedelaar lieit bin nen komen, waar hij bij het vuur weldra van uitputting in slaap viel. Maar de indringer sliep wat men noemt met één oog open, en met dat oog keek hij het werk af, en toen hij een uur later het laboratorium ver liet, was Huntsman's geheim het zij ne. Het was een uitnemend ingenieur geweest Eene andere interessante geschiede nis komt uit I.ondén, waar een che mist woonde, dde de eenige man in Engeland was, die het gohcim ver stond van op e«en bijzondere manier citroenzuur te maken. Hij was daardoor allerwege bekend en hij was zoo ijverzuchtig op zijn geheim, dat hij hot met niemand doel de, doch altijd alleen in het laborato rium boven zijn winkel in Fleetstreet werkte. Op een avond, toen zijn chemische werkzaamheden waren afgeloopen, sloot hij zijn laboratorium niet den speciaal daarvoor vervaardigden sleu tel en ging al® gewoonlijk naar zijn winkel, overtuigd, dat niemand gedu rende zijn afwezigheid in liet vertrek zou kunnen komen. Maar hij had gerekend buiten eem ongenooden "-ast, die zijn weg van af liet'dak door den schoorsteen gezocht had en wien het zóó gelukte m het laboratorium te komen, waar hij zijn tijd zóó goed gebruikte, dat het ge heim der fabricage aan hem wa® Ongeveer op diezelfde wijze is heit geheim om tincomposiitie te vervaar digen (een soort van nickel, zeer ge schikt voor huishoudelijke voorwer pen) door een Schot, van do eige naars, die in Nederland hun fabriek hadden, gestolen. De wijze, waarop hij dit geheim stal, heeft hij, terwijl hij er in Schotland een fortuin door won. nooit willen openbaar maken, maar zeker is het, dat ook hij, als 't was uitgekomen, mot den strafrechter zou hebben kennis gemaakt Als waardig slot van dit alles kun nen we nog het interessan te geval ver tellen van den Amerikaanschon in genieur Ford, die na lange jaren van onverinoeiid-en arbeid een methode had gevonden om erts le bewerken zonder het in de hoogovens te smélten én met minieme kosten. Zóó waardevol was de vinding, er aan Ford een fortuin gebod werd voor zijn geheim, maar op den zelfden dag dat. hij het geheim, dat hij alleen kende, 'en wa-" van hij :n overmaat van voorr ntighéid alle aanwijzingen had ve: lietigd. zou be kend maken aan een syndicaat, van financiers en technici, waarvoor hij eene jaarlijksche rente van 20.000 pond sterling zou ontvangen, werd hij oden door een bea*oerte getroffen en zijn geheim stierf met hem DE EKSTER. Onder onze mooiste inlandische vo gels mag zeker de ekster genoemd worden. Wie haar wel eens in haar natuurstaat gezien heeft, zal dit ter stond moeten toegeven. Het is een slanke, tamelijk groote vogel, 45 a 48 c.M. lang, gemeten van den sna vel wortel tot aan de staart punt, waarvan 26 c.M. voor rekening van den langen staart komen.Kop, lisais, rug, keel. en bovenborst zijn glanzig donkerzwart, op den kop en den rug vertoont deze kleur een groenachtige» weerschijn, oen metaal- glans. De schouders en een soms eeniigszine onderbroken dwarsband over den rug zijn helder wit, ook de benedenborst en den buik. De schrandere oogen zijn bruin, sna vel en poolen zwart. Aldus luidt onge- veér liet signalement, der slimme vo gel juf for. De ekster komt in Europa, en Azie nogal vrij algemeen voor. Zi j vermijdt eohtcr in den regel hooge gebergten, groote boomvrije vlakten en. uitge strekte bosschen. Het liefst heeft ze tot haar verblijf boschjes, te midden van vélden gelegen, boschrandlen en boomgaarden. Zij vestigt zich gaarne in de nabijheid van menschel ij ke wo ningen. en waar men haar niet te koer gaat, wordit ze al heel spoeddg buitengewoon gemeenzaam, zelfs in dringerig. In Noorwegen en Zweden, waar men haar als dén heiligen vogel van het 1 and beschouwt, nestelt ze zelfs in dé boerenwoningen zij bouwt dan haar nest op bepaald voor haar aange brachte uitbouwseltjes onder den dak rand. Zij verlaat haar klein woonge bied nooit. Alleen zwerft zij 's win ters soms wel eens wat verdèr rond, dan zij gewoonlijk in den zomortijo doet. Het nest van de ekster is een eigen aardig staaltje van nestbouw onder onze vogels. Zij kan er zich geheel in verschan sen. Op plaatsen waar het met de vei ligheid miet al te pluis is, maakt zij haar nest hoog in de hoornenwaar y.~<' zich volkomen veilig acht nestelt ze échter in lage struiken. In onze duinen vindt men haar nest nogal dikwijls dn de groote cluindoornstrui- ken of in de meidoorn. De grondslag van het neet bestaat uit dorre rijsjes en doornen. Daarop brengt, ze een dikke leemlaag aan, dan komt de eigenlijke nestholte, die zij uit haai en wortelvezeltjes kunstig „fabriekt". Over hot geheele nest, op een kleine zijdel in gsche opening na, maakt ze een kap van doormakken, waartus- schen weer kleine rijsjes. Zc is name lijk doodsbang voor roofvogels, hoe wel ze zelf een tamelijk wreed© roof ster is. Wil nu b.v. een havik op een broedend eksterwijfje neerstorten, dan komt hij alles behalve aange naam te lande op den doornkap. waaronder de ekster-mama zit tc wachten op dé dingen, die komen zullen, hetzij op de 7 of 8 eieren, groenachtig met bruine streepjes en stippeltjes, 't zij op al de pogingen door den aanvaller in liét work ge steld. De roofvogel kan de ekster wel zien, maar onmogelijk bij haar komen, en mag dus ten laatste onverrichter zake den aftocht blazen. HET EERSTE STOOMSCHIP. liet eerste stoomschip, dat passa giers over den Atlantischen Oceaan vervoerde, was de Sirius, die in 1836 van Cork uitliep. In 1847 verging dit sohiip bij deze haven. Na 56 jaar op den bodem der zee te hebben gelegen werd .het gelicht voor rekening der firma Samuel Mason te Birmingham, die uitde metaaldeeJen medalje® heeft laten slaan. De vorsten van twee groote zeevarende naties, ko ning Eduard en keizer Wilhelm, heb ben ieder een exemplaar gekregen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9