RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle inge
zonden door jongens en
meisjes, die „Voor Onze
Jeugd" lezen. De namen van
de kinderen, die mij vóór
Donderdagmorgen oplossin
gen zendien, worden in het
volgend nummer 'bekend ge-
maaikt.)
1. (Ingezonden door Mien Uy ton
aal).
Alleen ben ik hoegenaamd niets
waard.
Maar wel, als iets zich aan mij
paart
Doch word ik soms voorop gestedd.
Dan word ik evenmin geteld.
12. (Ingezonden dioor Roelof Beii-
fema).
Mijn geheel bestaat uit elf letters.
8 4 10 behoort bij den boer op het
Hid of in den stal.
1 2 6 10 is een drank.
8 3 7 is niet dichtbij.
2 9 1 is een paardje.
8 3 7 11 is een gedicht,
j 8 10 5 1 is een kleedingstuk.
3. (Ingezonden door Louis de Lagli).
Zoek uit de volgende lettetrs twee
leden in Griekenland, ieder van zes
itters.
tspraa
4. (Ingezonden door Leonard Ger-
ieraad).
Wanneer beginnen de jonge eendjes
zwemmen
5. (Ingezonden door Alida Pope'-
Br).
i Zoek hieruit een begraven Stad
,110e beter wij leeren, hoe harder
nj kunnen werken op la-ter leéftijd.
6. (Ingezonidlen door Anna van
laaien).
Welke worsten eet men niet?
7. (Ingezonden'door Maria, Keuzen).
[Maak hieruit een straat in Haar-
aaa.e e nntttss j r
8. (Ingezonden door Joh an Bos
ton).
Mijn geheel bestaat uit elf letters en
3 een land in Europa
11 9 8 i® het tegenoivergesteilde van
kg.
1 2 3 4 is een. muntstuk.
5 6 7 2 3 4 is een vervotenmiiddiël.
!8 9 10 11 i® geen zee.
9. (Ingezo ndlen door B et sy van Wen -
Hl).
Wat was Adam op tadlluinidig ge-
ed
10. (Ingezonden dioor die Zusjes
agter).
Met- een b bindt men.
Met een m haalt men boodschap-
Gocde oplossingeai ontving ik deze
week van
Age Beinema 8, Marie en Johanna
Bijster 7, inzender zonder naam 8,
Jo Moorie 7. Annie Keizer 8, Greta
Vallentgoed 9, Leo v. d. Boom 8, Jo
han Busé 6, Cato de Boer 4, Herman
Vogelsang 7, Nog e>en een inzender
zonder naam 8, Dina Ve9ter 9, Mien
UytendaaJ 7, Alida de Blazer 10, Dirk
Boeré 8, Corrie de Haan 6, Guurtje
Max 7, Gerda Groeneveld 8, Beteie
van Wengen 5, Truus Staal 8, Hen
drik Groeneveld 8, Johan, Hendrik en
Neeltje Bouman 8.
Twee Jaar
Hl.
Met een h ben. ik een lichaamsdeel.
Mét een z ben ik in den tuin.
Met een 1 bezaait men mij.
Raadseloplossingen
.De oplossingen van d.e raadsels dei'
nige week zijn
1. Warmoesstraat.
2. In leege glazen.
3. Schrijfwedstrijd.
K
DAS
ELSJE
G U S T A A F
AMSTERDAM
KASTENMAKER
MEDEMBLI K
SCHANDE
RAKET
ZEE
R
5. Uitstalkast.
6. De schaduw.
7. Kantonrechter.
8. PU.
9. De echo.
!0. Stoel, palet, adder, steur, stal
deur.
Dirk was juist in bed gestopt, en
Moeder was juist naar beneden ge
gaan.
Dirk wrist heej. zeker, dat het niet
meer dan een kwartier geleden was,
en hij vond 't dus lieel gek, dat hij,
nu hij pas Sliep, dadelijk maar weer
wrakker gemaakt werd. En toen hij
zijn oogen eens goed open deed; vond
hij 't nog veel maller, want. het. was
niet Moeder, die hem wakker gemaakt
had, en ook Vadier was 't niet, To aar
't was een heusch kaboutermannetje,
met een grappig puntmutsje en een
langen baard. Dirk vond het zóó ma.1,
dat hij heelemaal niets ze', en het ka
boutertje deed maar niets dan met
een houten haaner op den randl van
zijn bed timmeren, en zingen.
Wat hij zong was nogal eentonig,
maar ook zeer onbegrijpelijk, want 't
was maar steeds
Twee jaar, twee jaar.
Twee jaar- al is hij daar
Die goede vrind
Van ieder kind,
Die wordt vandaag twee jaar."
en dan gaf 't kaboutertje zoo'n barden
slag op den rand' van het ledikant,
dat. Dirk in beid lag te schudden,
daarna hing hij de kwast van zijn
puntmuts naar don andéren kant en
begon weer van voren af aan.
Dirk keo khem aan met oogen als
theekopjes. Dat dat kereltje daar over
een goeien vrind zong, nu, d'at snapte
hij nog, maar welke goeie vrind is nu
twee jaar, en dan nog wel een vrind
van. ieder lcind
Dirk kwam tot de slotsom, diat het
nonsens wa®, maar daar er bij al dat
getimmer en gezang toch niét meer
aan slapen viel t© denken, wachtte
hij geduldig af, wa-t er verder gebeu
ren z-ou.
Heel lang hoefde hij niet. meer te
wachten, want midden in zijn „Twee
jaar" hield de kabouter plotseling op
en gaf Dirk met zijn hamer een flin-
ken tiik -op zijn neus.
„Zeg, bear je mialriep Dirk.
„Heii, hei", begon de kabouter, „een
beetje beleefder, je hebt dé eer te spre
ken met Kambo, ontwerper van pop-
pe'kamervoetenbankjes
Dirk was verstomd.
„Maar hoe moet ik u dan noemen?"
vroeg" hij benauwd', want de betiteling
„Kambo, ontwerper v.an poppeikamer-
voetenbankjes" kwam hém in leittdr-
lijken zin onuitsiprekeiijk voor.
„Ka-mibo, eenvoudig Kannbo", zei Eet
kaboutertje, „eai sta nu maar gauw
op, dan zal ilc je wat laten zien."
In een wip stond Dirk naast zijn
bed, en 't was imail, maar ineens merk
te hij ook, dat hij net zoo klein werd
als Kambo.
Deze was druk aan 'i. werk, onr het
kleed in een hoek van de kamer los
te maken, en nu kwam er een luik te
voorschijn, dat hij optilde.
„Ga mee", zei 'hij kort. en Dirk bij
de hand vattend, trok hij hém mee in
een lange, donkere gang. waar haast
geen eind aan scheen te komen.
,,'t. Is vandaag" feest", zei Kambo,
terwijl ze aldoor maar verder liepen i
„we vieren een jubileum, moet je we-:
ten, en i;: bent een van de laatst en!
die gehaald wordtWij, kabouters,
halen de kinderen er voor af, en ik
geloof, dat er in 't geheel wel meer j
dan drie honderd komen
„Maar wie zijn jullie dan eigenlijk?" i
vroeg Dirk.
„Wel", zei Kambo, „wij zijn de op-
per-hofspeelgoedimakers, en sinds twee
jaar in dienst van Haarlem's Dag
blad", om prijzen te maken voor kin
deren, diie mét de wedstrijden mee
doen
Er ging Dirk een licht op.
„O, en nu worden alle kinderen, die
meedoen, zeker op dat feest van van
avond gevraagd, is 't niet vroeg
Dirk.
„Vanavond?" mompelde Kambo, ,,'t
is geen avond
Ze waren aan liet eind van de gang
gekomen, en toen Kambo d'e deur
opendeed, zag Dirk, dat hot hélder
dag was, en da.t ze op een heel groot
plein stonden, waar een heeleboel kin
deren hij elkaar waren, 't Was er een
gepraat en een gegons van wat ben
ie me. en boven alles uit kionS" tel
kens het liedje „Twee jaar".
Kambo trok Dirk mee, door de kin
deren heen, telkens lachend en knik
kend tegen goede bekenden.
„Verleden jaar hebben we een lam
pionoptocht gehouden", zei hij, ..en
daarvan kennen ze me nog allemaal.
Dag Gerard, dag Nelly, Mien, Roe
lof, Gus. Herman Dag kleine Toosje.
Hilda, Cornelis, Age, Jo, Betsy
Zie je, ze knikken allemaal terug"
Kijk, daar heb je Hendrik en Gerda
ook, en Annie en Johan, en Leonard
en Wim, en Gusta, en Dina en Catha-
rina! Dag allemaal! Jacobus en Ger-
rit, hoe maken jullie het? en Marie
en Corrie en Arend en Grebha"? Daar
staat kleine Neeltje ook, bij Johanna
en Alida En daar héb je Louis en
Jes en Jo Allemaal gaan ze mee in
den luchtballon En tegen Dirk, die
al dapper het ..Twee jaar"-lied mee
zong „Weet je nu ad wie twee jaar
is vandaag?"
„Ja zeker", zei Dirk, „de Rubriek
voor Onze Jeugd natuurlijk, die
zou ik niet kennen
Kambo grinnikte.
„En vind je zoo'n luchtballon-feest
nu niet erg léuk vroeg hij. „Kom,
stap maar gauw in, de boot, die on
deraan hangt, is groot genoeg voor
jullie allemaal, en hier is een mooi
plaatsje voor je. bij Abram, Theo, An-
toon, Gerrit en Suze. En Betsy en
Truus zitten ook in die buurt
Alle kinderen werden nu ih de boot
geholpen, en toen ze allemaal een
plaatsje hadden, toen werd de lucht
ballon beneden losgelaten, en onder
een oorverdoovend gejuich gingen ze
de hoogte in.
Allen riepen ze niet „Hoera" maar
aldóor „Twee jaar!" En toen maar
weer zingen.
Beneden werdén de huizen hoe lan
ger hoe kleiner, en de lueMbalilmi
-steeg hoe langer hoe hooger.
„Hoog" hooger!" juichten de kin
deren, „gooi ballast uit!"
En een paar zware zakken met
raadsels werden te voorschijn ge
haald, en ze hielpen' allemaal mee om
de raadsels over den rand van heit
bootje naar beneden te gooien.
„Nog meer raadsels", klonk 'I' tel
kens, nog hooger, twee jaar
Maar eindelijk waren alle raadsels
op. „Nog hooger, hoogerriepen de
kinderen.
Daar kwam Kambo naar Dirk toe.
„Er is geen ballast meer om uit. te
werpen", zei hij, „nu gooien we jou
maar naar beneden. Kom, hup I
Dirk gilde, maar 't hielp hiemniets,
en een oogenblikje later, daar viel hij
•meteen duizelingwekkende vaart naar
beneden, lager, lager Dirk dadd
zijn oogen dicht wat moest de
luchtballon hoog geweetst zijnen
nog altijd viel hij maar, tot hij ein
delijk met een schok bleef liggen.
Dirk deed zijn oogen wijd open
daar lag hij i,n zijn eigen bed, de
klok sloeg acht uur en de zon scheen
vroolijk naar binnen.
„Moeder", riep Dirk, „mag ik de
Zaterdagavond Ik ga de raa dsels op
lossen
Brievenbus
(Blieven aan de Redactie van
dé Kind er-Af deeling moeitetn
gezonden worden aan Mej.
M. C. van Doorn, Sophia-
straat No. 22, Haarlem).
Hendrik L. De vorige week was
de Brievenbus zóó groot, dat ik je
niet eens een klein briefje meer kon
schrijven, maar nu zal ik beter op
passen, hoorIk vind het. heel goed,
dat je hebt meegedaan aan den wed-
1 strijd, en ik hoop, dat je nog heel
dikwijls mee zult^doen ooit! Had je
al dé raadsels alleen gevonden? De
volgende week koint de uitslag van
dezen wedstrijd. Ben je niet niéuws-
gierig, zeg?
B e r n ar d i n a G. Kwaad Ik denk
er niet over, hoor En je bent in dien
tijd dus Hoogere Burgerscholier ge
worden Kranig Heb je 'het erg druk
met huiswerk en leasen, en bevalt het
je goed? Gelukkig maai-, dat Moeder
nu weer heelemaal beter is; maar jij
Ixmt thuis zeker ook wel een heerlijke
hulp, is 't niet Veel gToeten
Izaak S. Ha, daar hebben we dat
jongemensch ook weer; zoo komt alles
weer op zijn pootjes terecht, wat
Jammer, dat je niet alle raadsels kon
vindenja, de meeste waren niet zoo
gemakkelijk als ze er wel uitzagen
Gaan Daniel en jij nu voortaan weer
trouw meedoen
Marie L. Of ik veel inzendingen
gekregen heb? Nu, of ik, Marietje, ik
had er haast een kast voor moeten
leegmaken, wil je dat wel gelooven
Wat ga je keurig netjes schrijven't
Was een plezier, om naar dat briefje
te kijken. Ben je een zusjes van Jo,
of hoe zit dat nu eigenlijk
Elizabeth Sell. Weer eens een
woordenwed&trijd Ik beloof je, dat
ik er eéns over denken zal, hoorJa,
er zijn wel een heeleboel jongens en
meisjes, die dat leuk vindenHoe
gaat het op school, en lees je nog zoo
veel
Nico K. Ja, Nico, het speet mij
ook wel erg, cla-t ik je zoo teleurstel
len moest Nu maar een dubbel lang
antwoord hè Ik vind eon heeleboel
van je raadsels goed, en bij gelegen
heid wil ik ze ook graag eens plaat
sen. Ik vind het erg jammer, dat ik
„Dik Trom" niet voor je te leen hel)
maar ik heb nog wel een ander boek,
als je graag een® wat lezen wilt. Wat
leuk, dat jij gemaakt hebt, dat Jo M.
ook mee ~aat doen Hij schreef me
een gezelligen brief. Heb ik je nu
niet veel verteld?
Annie K. Niet uitgelachen Nu,
dat is braaf van je, lioor, Annie, je
bent een flinke mead Je moet Zus
nog maar eens van me gelukwen-
schen. 't Is wel wat laat, als ze
Woenisda-cr al jarig geweest- i®, maar
ik hoop toch dat jullie veel pret hebt.
gehad. Beai je niet te laa-t naar bed
gegaan, Anneke E.n wanneer ben- jij
nu wel jarig
Corrie de II. is ook al welkom
a'ls vriendinnetje (of vriendijie Daar
ben ik tegenwoordig erg voorzichtig
meö, sedert ik er met Jee van D., die
ik voor een meisje versleet, zoo ingie-
loopem ben Houd je veel van piano
spelen, en heb je al lang les
Ik vind het goed, dat je iedere week
eien brief zendit en geen raadsels.
Johan B. Morgen jarig? Wel,
Jolian, word maai- e-en flinke baas,
hoor, en blijf ma-ar trouw mediawer
ken aa,n onze rubriek, dat zijn dé
mooiste verjaarsw-enscihendie ik be
denken kan Ik hoop, dat je een mooi
boek krijgt, zooals je zoo graag wilt,
en dat je er prettig Lm zult lezen Je
raadsel is ook goed, maar ik weetniet
of ik het al gauw plaatsen kan. Ben
je nogal geduldig?
Dien a Dr. Helpen in liet huis
houden Ja, dat gaat boven alles,
DienaIk vind liet nog mooier dat je
voor Modder een flinke steun bent,
dan dat je een 9teuin bent. voor onze
rubriekMaar het prettigst vind ik
nog wanneer je allebeii bent, jij niet
Herman de L. Dank je nog wel
voor je Nieuwjaarswenschen, al wa
ren ze wat laat. Ik weet toch wel,
dat je hét goed bedoelt! Ga ie van 't
jaar ook naar de H. B. S!" of tenmin
ste hoop je te gaan Het spijt me.
(lat ik je nooit zie, als je langs komt,
maar ik ben meestal uit. Iloe is het
met dat kleine dikke broertje van je
Jo'hanna V. Ook meedoenUit
stekend, hoorIk vind het echt leuk.
diat je een nichtje bent van Dina,
betere aanbeveling zou je haast niet
kunnen krijgen, want Dina en ik kun
nen 't maar wit best met alkander
vinden. Houd je ook zooveel van raad
sels oplossen?
Cornelia H. Deze jonge dame
heeft ook nog geen antwoord gehad.
Wanneer of de nieuwe wedstrijd
komt? Nu, al gauw, hoor, maar ik
weet nog niet. wat voor een wedstrijd
liet zijn zalIk vind. dat je leuke
raadsels bedacht hebt, en zoodra er
eens een plaatsje over is, zal ik ze
opnamen.
Nelly de M. Ja, ik kan me best
begrijpen, dat het vors een heel werk
was, en dat je heel wat getobd hebt
vóór dat het goed en wel in elkander
zat. Wat jammer, dat ik niet voorbij
kwam bij die touwtjes-geschiedenis. Ik
wil wel gelooven dat de poesen het
amusant vondenJa, Nel. ik kan
nooit zeker zeggen, of ik wel voorbij
kom, dat is wel jammer, hè? 't Was
een gezellige, lange brief. Dag
Dirk B. Daar hebben we Dirk, die
ook al zoo kranig aan dén wedstrijd
heeft meegedaan. Flink zooDat
raadsels oplossen vind je nu zeker
eens een echt leuk werkje, is 't niét?
Of houd je nog méér van andere
wedstrijden
R o z a W. Zoo, Roza, had je ons nog
niet. vergeten? Dat begon ik nu heusch
te denken, hoe vind je het? Maar zeg
waarom vind je toch die ijswedstrijd
zoo leuk, als je er zelf niet aan mee
kunt doen? Of was je er graag naar
gaan kijken En had je het zoo druk
met sclioolwerk Schrijf maar weer
eenls gauw, hoor
Nelly S. Nel, hartelijk gefeliciteerd
met je verjaardag, hoor Een heel
gelukkig jaar, veel succès met je
examen, en verder alles wat je maar
voor goeds bedenken kuntDaar kun
je het voorloopig mee doen. hè?
Maak maar echt veel pret, en vertel
me er maar eens gauw wat van
Car el J. T. Kwaad? Een vreesdij k
kwaad nog wel Nee hoor, gelukkig
nietverheeld je, w;at zou dat lastig
zijn, als ik telkens maar vreeselij'k
kwaad werd Nu. ik hoop, dat je wer
ken met goeden uitslag bekroond
wordt, maar ik ben mét nazien nog
niet aan je inzending toe, en 'k weet
er -dus nog niets van Hoe is het met
botanisceren
Willem-i'ön vaar B. Wel, wél,
wat za.l pop Ada er netjes uitzien m
de groen-fluwee.len jurk met wit
bontVond ie het een prettig werkje,
om haar aan te kleedten, of heb je het
niet zelf gedaan? Ik hoop, .dat je nu
ook woord houdt, en ééns gauw weer
schrijft. Hoe is 't met de zusjes?
E. G. E. G. Wie is nu E. G.
Ja, je achternaam weet ik nog, maar
verder? Was 't Betsy? O, maar
wacht eens, da,ar zie ik nog Johanna
staan, dat klinkt beter, wat'? Je
schrijft nog net zoo netjes als vroe
ger Is je huiswerk zoo lastig
J a n s j e SI. Uit de stad geweest
Zoo, zoo, en veel plezier gehad, of
was je niet voor j.e plezier uit de
stad? Heeft Tante geen last van je
gehad En ga je nu weer geregeld
meedoen aaïTde raadsels? Dag, hoor,
veel groeten voor jullie tweetjes
Louis de L. Als Herman een
brief krijgt, moet jij er toch ook één
hebben, wat zeg jij? En dan nog wel
zoo'n kranige Hoogere Burgerscholier!
Zeg, zitten die twee Brammen nog bij
je in de klas? En Henri S. Of is 't
edele viertal heelemaal uit elkaar ge
vlogen
Hilda .R. Ja, Hilda-tje, bij gele
genheid zal ik je raadsels eens plaat
sen, dat beloof ik jeNieuwsgierig
naar den uitslag? Ja, dat zijn jullie
-allemaalGeduld maar, hoor
W i 11 e m N. Of je ook eens eeu
raadsel mag inzenden Ja zeker, dat
vind ik best; bedenk maar eens iets
moois Houd je zooveel van lezen, en
heb je zelf ook veel boeken Veel groe
ten voor uato en voor je zelf.
Mien U. Een raadsel fout Nu, dat
was zeker een vergissing, Mien Ge
lukkig maar, dat je het toch heb kun
nen radenVan het raadsel, dat je
zelf inzondt, schreef je liet antwoord
niet Moet ik dat zelf maar raden
Anthonie J. Zoo, kleine baas, beu
je ook weer aan den gang geweest
Flink, hoorIk kan je potloodletter®
heel goed lezen, en ik vind het niet
zoo heel erg, dat Moeder hij zoo'n
heel moeilijk raadsel wel eens een
klein beetje geholpen heeft. Het was
toch niet dikwijls, is 't wel
D i n a V. Ik vind, dat je zusje goe-i
op je is, en 'k vind het erg aardig
van baar, dat zij cle raadsels voor je
overschreef'k Had er pret om, dat
je maar niets wijzer werd, al las je
ook al de briefjes door. Dat is je
ware, hè? Van de raadsels kan ik er
wel weer een paar gebruiken. Niet
vergeten om de groeten aan Moeder te
doen. hoor
Cato de B. Cato-tje ook raadsels
inzenden Goed, hoor, bedenk maar
wat moois! En die letters door elkaar
zoo moeilijk Kom, probeer het maar
eens goed Ik vind het leuk, dat je
mee gaat doen, en ik hoop, dat we nog
heel veel brieven aan elkaar zullen
schrijvenJij ook?
Gerard H. Wel, Gerard, wat was
dat voor een wedstrijd op school
Welk werk moest je het best maken?
Eigenlijk was raadsel 22 to laat, hè
Hoe kwam 't. datje 't toch nog vondt'?
Vertel rne -dat nog maar eens gauw
Petemei la B. Zoo, daar kwa
men de oplossingen toch nogIk
dacht al, zou Rijk zicli zoo vergist
hebben Ik vind liet erg aardig van
Rijk, dat hij me zoo nu en dan eens
schrijft uit Amsterdam. Ga je hem ook
dikwijls opzoeken?
Betsie van W. Aardig achter ge
raakt op school? Ja, dat kan ik me
wel begrijpen maar dat kan je nu
eenmaal niet helpen, als je ziek bent
geweest! Zaterdag 3 Februari komt de
uitslag van den wedstrijd in de cou
rant te staan; ja, Bets, 't is oen heel
werkje, om alles na te kijken, daar
heb je gépljtk in. Dag Gelukkig, dat
je weer heeOiemaaJ beter bent
Hendrik on Ge-r d a G r. „Stoute
juffrouw" Pas op, hoor, ik zal je
krijgen En dan zal je eens zien, wat
cr gebeurtIk ben blij, dat. Hendrik
en jij het eens waren over den uit
slag van den wedstrijd. Er kwam dus
geen gekibbel bij te pas, hè? „Stoute
kinderen" zijn jullie toch eigenlijk
Dag
M a r i -e en i h a n n a B. Ja, 'k heb
n-og wel boeken, maar van cTe week
ben ik niet thuis, dus kom ze de vol
gende week ma-ar halenWanneer je
raadsel komt, weet ik heusch nog
niet- Geduld maar, zusjes"! Dank je
wél voor 't mooie kaartje
Roelof B. Wel, wel, wat een raad
sels Daar heb ik vooreerst genoeg
aan, dat verzeker ik je. Ik ben blij,
dat de boeken weer in jullie smaak
vielen Bevalt het Moeder ook niet
best, als jullie zoo rustig aan 't lezen
bent?
Gus en Herman V. De inzending
van Gus kwam wel op 't nippertje,
niet? Gelukkig, kan ik zijn oplossin
gen nog nazienHoe gaat het op
school, schiet je goed op? Ik hoop
maar, dat je 't nie-t heel erg vindt dat
je heelemaal achteraan komt. Een
volgenden keer beter, hè
Dé briefïes van Catharina K„ Leo
v. d. B„ Greta V., Jo M., een vrindje
van Herman, Guurtje M., Gretha K.
en Truus S. zullen in 't volgend num
mer beantwoord worden.
M. C. VAN DOORN.
Ik haalde uit mijne kamer eene
groot e kuip met water en igoot haar
pver het hoofd der bedwelmde uit.
pe uitwerking liet niet op zich waon-
len. Schreeuwend sprong ze op en
duchtte in den warong.
I Het werd weer stilslechts Sahdb
jrentelde zidh onrustig op zijne mat
keen en weer. De drukkende hitte en
Ie stank der opium verdreven ook bij
hij den slaap. Slaapdronken strom
pelde ik daarom naar de rivier om
}en bad te nemen. Toen ik het water
Inging, zwom eene gedaante mij voor-
pij naar den anderen oever. Ik z-wom
haar na, ma-ar kon Oiaar niet berei
ken. Toch herkende ik Sarima. Ze
kwam niet terug naar Sahib. Den
folgenden -morgen, toen ik met den
irmen jongen naar den bataillon®-
raman-dant ging, 'die hem wegens
!en verkoop van voorwerpen tot .de
litrusting behoorende het onder-
ed dat Sarima had verkocht tot
:ht dagen pro-voost veroordeelde, ont-
loetten wij het meisje. Zij liep aóh-
den dikken Chineest, die haar
steeds den opium verschaft had. Naar
pile waarschijnlijkheid was zij nu
iijne „nonja" geworden. Sahib wierp
flen chinees een woedenden blik toe.
)eze glimlachte honend
Den volgenden dag was ik kom-
aandant der hoofdwacht. Bij de
)verneming er van onderzocht ik de
irrestantenlokalen. Saihib zat op de
>ritszijne rechterhand was aan den
inkervoet gebonden, zooals -liet re-
dement het voorsdhrijft. Om de twee
lagen werden hem -de boeien afgeno-
nen. Ik bond ze los en vroeg of hij
longer had. Hij schudde het hoofd,
longer gevoelde hij nietslechts
voede tegen den Chinees, die zijne
deine Sarima 'door alle mogelijke
treken tot het opiumrooken verleid
lad. „Sarima is alleen ijdel en een
leetje dom, maar niet. slecht", zei hij.
Dat- was wel mogelijk. Een korpo
raal riep mij. Ik ging de wachtkamer
binnen en liet den sleutel een oogen-
blik -in de deur steken. Toen ik terug
kwam was -Sahib verdwenen. Dat
was wat moois Bemerkte de officier
van den dag iets er van, dan wachtte
mij arrest. Het was 9 uur en tegen
11 uur moest de ronde -komen. Be
klemd bleef ik wel een uur lang in
den nacht luisteren. Daar zag dk, hoe
een gestalte als een slang door het
gras kroop. Ik sprong er naar toe
het was Sahi-b. Zonder dat de wacht
het bemerkte, duwde ik hem in het
arrestantenlokaal. Hij zag er ont-
j steld uitzijn gezicht w as vaalbruin.
1 „Waar ben je geweest vroeg ik hem.
Hij schudde het hoofd en gaf geen
antwoord. Ik gaf hem eenige stom-
:pen om mij schadeloos te stellen
voor de uitgestane angst en wachtte
nu rustig de ronde 'af. De officier
kw?am met groote haast, een -half uur
vroeger dan ik verwacht had. Hij be-
val mij dadelijk alle sergeants van
den dag te laten wekken en me them
de slaa-pzalen te dnspecteeren. Een
I Chinees in passer baroe was doodge
stoken zooal9 men zei door een In-
I disch soldaat.
j Wij onderzochten alle slaaptafels
nauwkeurig. Niemand ontbrak. De
politiecommissaris laad verdenking
tegen Sahib, maar d-eze kon de da
der niet geweest zijn', want hij had
in de provoost gezeten,
i Een paar dagen later was liet voor
val vergeten.
Saihib kwam bij de compagnie te
rug en trad weer bij mij in dienst.
Van Sarima wilde hij nu niets meer
weten.
j
UITVINDINGEN.
Wanneer de historié eens kon wor
den geschreven van de geheimen van
verschillende uitvindingen, hoe som
mige daarvan verloren gingen, hoe an
deren werden gestolen, dan zou dat
ongetwijfeld een van de meest eigen
aardige boeken worden, die de we
reld; kent.
De manier vooral, waarop sommige
aanslagen gedaan zijn, om te komen
achter de ijverzuchtig bewaarde gehei
men van sommige uitvinders, is aller-
interassantst.
Zoo b.v. de geschiedenis, waarvan
het tooneel is het woeste heideland
rondom Sheffield, in Engeland. Daar
had een horlogemaker Huntsman ge
naamd. ver van de stad een laborato
rium gebouwd om staal te maken
dcor een proces van zijn eigen rin
ding.
Hot geheim werd zeer zorgvuldig
bewaard en het was dit ook waard,
want het was de eenige wijze, waar
op staal van die kwaliteit kon worden
gemaakt, en. Huntsman werd er rijk
mee. Hij gebruikte alleen werklieden,
die zwoeren niets te zullen vertellen
en die ook ieder ten slotte maar een
gedeelte van het proces wistenen de
poorten van het laboratorium werdén
ijveriger bewaakt dan die van een
kruithuis.
Eens kwam er. in een bitter kouden
nacht, terwijl de storm over de vel
den woeddé, en de sneeuw in ijzige
vlagen rondwoei, een arme halfbevro
ren bedelaar aan de deur van het la
boratorium en \-roeg vergunning, om
even de ledematen bij het vuur te mo
gen warmen.
'tWejd hom geweigerd, maar de
man was zóó ellendig en zag er zóó
akelig uit, en was blijkbaar zóó wei
nig van bet randje af om van kouido
om te komen, dat de uitvinder mede
lijden kreeg en -den bedelaar lieit bin
nen komen, waar hij bij het vuur
weldra van uitputting in slaap viel.
Maar de indringer sliep wat men
noemt met één oog open, en met dat
oog keek hij het werk af, en toen hij
een uur later het laboratorium ver
liet, was Huntsman's geheim het zij
ne. Het was een uitnemend ingenieur
geweest
Eene andere interessante geschiede
nis komt uit I.ondén, waar een che
mist woonde, dde de eenige man in
Engeland was, die het gohcim ver
stond van op e«en bijzondere manier
citroenzuur te maken.
Hij was daardoor allerwege bekend
en hij was zoo ijverzuchtig op zijn
geheim, dat hij hot met niemand doel
de, doch altijd alleen in het laborato
rium boven zijn winkel in Fleetstreet
werkte.
Op een avond, toen zijn chemische
werkzaamheden waren afgeloopen,
sloot hij zijn laboratorium niet den
speciaal daarvoor vervaardigden sleu
tel en ging al® gewoonlijk naar zijn
winkel, overtuigd, dat niemand gedu
rende zijn afwezigheid in liet vertrek
zou kunnen komen.
Maar hij had gerekend buiten eem
ongenooden "-ast, die zijn weg van af
liet'dak door den schoorsteen gezocht
had en wien het zóó gelukte m het
laboratorium te komen, waar hij zijn
tijd zóó goed gebruikte, dat het ge
heim der fabricage aan hem wa®
Ongeveer op diezelfde wijze is heit
geheim om tincomposiitie te vervaar
digen (een soort van nickel, zeer ge
schikt voor huishoudelijke voorwer
pen) door een Schot, van do eige
naars, die in Nederland hun fabriek
hadden, gestolen. De wijze, waarop
hij dit geheim stal, heeft hij, terwijl
hij er in Schotland een fortuin door
won. nooit willen openbaar maken,
maar zeker is het, dat ook hij, als 't
was uitgekomen, mot den strafrechter
zou hebben kennis gemaakt
Als waardig slot van dit alles kun
nen we nog het interessan te geval ver
tellen van den Amerikaanschon in
genieur Ford, die na lange jaren van
onverinoeiid-en arbeid een methode had
gevonden om erts le bewerken zonder
het in de hoogovens te smélten én
met minieme kosten.
Zóó waardevol was de vinding,
er aan Ford een fortuin gebod
werd voor zijn geheim, maar op den
zelfden dag dat. hij het geheim, dat
hij alleen kende, 'en wa-" van hij :n
overmaat van voorr ntighéid alle
aanwijzingen had ve: lietigd. zou be
kend maken aan een syndicaat, van
financiers en technici, waarvoor hij
eene jaarlijksche rente van 20.000
pond sterling zou ontvangen, werd hij
oden
door een bea*oerte getroffen en zijn
geheim stierf met hem
DE EKSTER.
Onder onze mooiste inlandische vo
gels mag zeker de ekster genoemd
worden. Wie haar wel eens in haar
natuurstaat gezien heeft, zal dit ter
stond moeten toegeven.
Het is een slanke, tamelijk groote
vogel, 45 a 48 c.M. lang, gemeten van
den sna vel wortel tot aan de staart
punt, waarvan 26 c.M. voor rekening
van den langen staart komen.Kop,
lisais, rug, keel. en bovenborst zijn
glanzig donkerzwart, op den kop en
den rug vertoont deze kleur een
groenachtige» weerschijn, oen metaal-
glans. De schouders en een soms
eeniigszine onderbroken dwarsband
over den rug zijn helder wit, ook de
benedenborst en den buik.
De schrandere oogen zijn bruin, sna
vel en poolen zwart. Aldus luidt onge-
veér liet signalement, der slimme vo
gel juf for.
De ekster komt in Europa, en Azie
nogal vrij algemeen voor. Zi j vermijdt
eohtcr in den regel hooge gebergten,
groote boomvrije vlakten en. uitge
strekte bosschen. Het liefst heeft ze
tot haar verblijf boschjes, te midden
van vélden gelegen, boschrandlen en
boomgaarden. Zij vestigt zich gaarne
in de nabijheid van menschel ij ke wo
ningen. en waar men haar niet te
koer gaat, wordit ze al heel spoeddg
buitengewoon gemeenzaam, zelfs in
dringerig.
In Noorwegen en Zweden, waar men
haar als dén heiligen vogel van het
1 and beschouwt, nestelt ze zelfs in dé
boerenwoningen zij bouwt dan haar
nest op bepaald voor haar aange
brachte uitbouwseltjes onder den dak
rand. Zij verlaat haar klein woonge
bied nooit. Alleen zwerft zij 's win
ters soms wel eens wat verdèr rond,
dan zij gewoonlijk in den zomortijo
doet.
Het nest van de ekster is een eigen
aardig staaltje van nestbouw onder
onze vogels.
Zij kan er zich geheel in verschan
sen. Op plaatsen waar het met de vei
ligheid miet al te pluis is, maakt zij
haar nest hoog in de hoornenwaar
y.~<' zich volkomen veilig acht nestelt
ze échter in lage struiken. In onze
duinen vindt men haar nest nogal
dikwijls dn de groote cluindoornstrui-
ken of in de meidoorn. De grondslag
van het neet bestaat uit dorre rijsjes
en doornen. Daarop brengt, ze een
dikke leemlaag aan, dan komt de
eigenlijke nestholte, die zij uit haai
en wortelvezeltjes kunstig „fabriekt".
Over hot geheele nest, op een kleine
zijdel in gsche opening na, maakt ze
een kap van doormakken, waartus-
schen weer kleine rijsjes. Zc is name
lijk doodsbang voor roofvogels, hoe
wel ze zelf een tamelijk wreed© roof
ster is. Wil nu b.v. een havik op een
broedend eksterwijfje neerstorten,
dan komt hij alles behalve aange
naam te lande op den doornkap.
waaronder de ekster-mama zit tc
wachten op dé dingen, die komen
zullen, hetzij op de 7 of 8 eieren,
groenachtig met bruine streepjes en
stippeltjes, 't zij op al de pogingen
door den aanvaller in liét work ge
steld.
De roofvogel kan de ekster wel zien,
maar onmogelijk bij haar komen, en
mag dus ten laatste onverrichter zake
den aftocht blazen.
HET EERSTE STOOMSCHIP.
liet eerste stoomschip, dat passa
giers over den Atlantischen Oceaan
vervoerde, was de Sirius, die in 1836
van Cork uitliep. In 1847 verging dit
sohiip bij deze haven. Na 56 jaar op
den bodem der zee te hebben gelegen
werd .het gelicht voor rekening der
firma Samuel Mason te Birmingham,
die uitde metaaldeeJen medalje®
heeft laten slaan. De vorsten van
twee groote zeevarende naties, ko
ning Eduard en keizer Wilhelm, heb
ben ieder een exemplaar gekregen.