NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 23e Jaargaug. No 6939 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 10 FEBRUARI 1906 A HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIE N: per drie maanden: Van regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Vopr Haarlem- J Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Vobr de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Biï Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; franco per post door Nederlandl.oö^ WWr~ Hl50 Cts" voor 3 Plaatsin£en a contant. SusS zTd^blad, voor Haarlem 1 1 i owll Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Loureiis Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. <3-^ Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abeftfteffremen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3lb's Faubourg Montmartre. AGENDA Zaterdag 10 Februari. Schouwburg JanswegTooneelver- t errïsring D. I. U. Bal Masqué, 9 u. Soc Vereeniging Ams ter damsche KynologenclubInternat, Honden- tentoonstel lang, 10—5 en 710 uur. De KroonWeldadiglieidsconcert ten bate van „Huisverzorging", 8 uur. OM ONS HEEN ccxxvi. «KT ROODE KRUIS IN JAPAN. Onze collega en stadgenoot Dr. Chr. F. Haje, voor wiens pen, gevat als ze is in de hand van een redacteur der rubriek Buitenland, geen verre af standen bestaan, heeft zich opgemaakt om Min De Gids van deze maand eei&ïenkbeeid te geven van de positie en d.e beteekenis der stichting Het Roode Kruis in Japan. Men weet hoe in Europa de eerste gedachte aan deze organisatie van het Mededoogen opkwam in het brein van den Zwit ser Henri Dunant en hoe, toen* de idee eenmaal was uitgesproken, wel haast. in geen enkel beschaafd land van ons werelddeel het roode kruis op net nutte veld meer onbekend was gebleven. Voorwaar een vertroostend gebeuren, want het bewijst, dat onder de afschuwelijke worstelingen om macht en gezag, die oorlog heeten en die altijd weer den opmarsch van het ■menscbdom naar vrede en geluk te genhouden, de plant van menschen- 1 iel de en medelijden, hoe ook schijn baar vertrapt, altijd opnieuw welig weer opbloeit. Niet zonder verwondering hebben wij, die immers zoo weinig van de volken' in 't Oosten afweten, gezien hoe 1» den pas geëindigden oorlog met Rusland, Japan niet alleen ge toond heeft, een uitstekenden genees kundigen dienst te bezitten, maar dien ook te willen gebruiken tot heil van den gewonden vijand. De plaat jes in. tijdschriften, waarop Russen worden afgebeeld, die in Japanscue ambulances met de grootste zorg werden verpleegd, zullen bij menig een de vraag hebben doen rijzen of hij* rich niet vergiste, toen hij in de kleine, gele Japannertjes niets an ders zag dan woestelingen, die hun voorliefde voor veroveringen en hari- kiri onder een schmink van Euro- peesehe maniertjes trachtten te be dekken. Op die vraag geeft Dr. Haje in zijn Gids-artikel het verrassende ant woord. Als grondlegger van 't Roode Kruis in Japan noemt hij Graaf Tsoenetami Sa no, van wienïiij niet veel meer weet te vertellen, dan dat 'hij in 1867 op de tentoonstelling te Parijs en in 1873 op die van Wee- nen. bijzonder aangetrokken werd door de voorwerpen, die er door t Roode Kruis werden uitgestald. Een burgeroorlog in Japan, waarbij dn Samoerai opstonden tegen het ge zag van den Mikado, gaf den stoot tot de oprichting van een vereeniging Hakeeai'zja, wat zooiets betee- kent als Genootschap van Weldadig heid. Graaf Sano en zijn medewer ker burggraaf Joezoeroe Ogioe vinden onmiddellijk steun bij den Mikado, de keizerlijke Prins Ko- tmatsoe neemt het eerevoorzitterschap aan en de jonge vereeniging begint ■haar taak tot hulp aan zieke en ge wonde krijgslieden. En hierbij doet zich al dadelijk een merkwaardig verschijnsel voor, waarop Dr. Haje terecht het volle licht laat vallen m •dit Oostersche land, waar een op stand tegen den Keizer oneindig ern stiger wordt opgevat, dan in welk land van het oude Europa ook, in ■dit naar onze meeningzoo onbe schaafde land, worden niet alleen de soldaten des Keizers, maar ook de rebellen met groote zorg verpleegd. Natuurlijk Icon dit niet zonder de toestemming des Keizers, die immers meer despoot dan monarch was, ge schieden. Welnu, hij gaf die, luiste rende haar de verklaring der bestuur ders. ,.'t Staat vast", zoo verklaar den zij, „dat deze menschen verraad plegen tegen het gezag des Keizers en dat hun misdrijf onvergeeflijk is. Maar ze zijn ook onderdanen des Rijks en kinderen des Keizers en der Keizerin. Wij mogen niet zoo wreed zijn om hen over te laten aan hun lot en wij vragen, om ook hun onze zorg te mogen wijden. Indien onze verheven Souverein ons dit vergunt, zal zijn grootmoedigheid naar heinde en ver uitblinken en zal hij ook", zoo voegden zij er niet zonder slimheid aan toe, „het onfeilbaar middel bezi gen, om de oproerlingen tot hun plicht terug te brengen." j Toch waren de eerste jaren van het bestaan der vereeniging moeilijk. Prins Komatsoe riep wel tie mede werking van de gouverneurs der de- parlementen voor haar in, maar deze gezaghebbers behoorden voor een groot deel tot den ouden leenadel, en hadden niet veel waardeering voor de nieuwerwetsche Hakoeai zja. Er kwam dus niet veel van die mede werking totdat in 1887 de Keizer en Keizerin hun door markies Ito lieten beduiden, dat het keizerlijk echtpaar de vereeniging onder zijn hoog© be- scherming genomen had. De gouver- neurs, de wenk gevoelende, voldeden j daaraan, zoodat het ledental binnen éen jaar van 2200 tot 11000 steeg. j In datzelfde jaar herzag de veree- niging haar statuten en sloot zich aan bij het internationaal verbond der vereenigingen onder het Roode Kruis. Het internationaal comité er- j kende haar onder den naam van Nippon Sekijioeji, het Roode! Kruis van Japan. Zelfs nam men zonder bezwaar het kruisteeken over op vlaggen en bandelieren. Het be- roep van ziekenverpleegster, tot dus- j ver in Japan een geminacht bedrijf, kwam in grooter eere, toen de dames zich met het Roode Kruis gingen in- j laten. Met ernst bereidde men zich voor op den oorlog met China, dien elke Japanner voelde naderen en die in 1894/5 uitbrak. Hier toonde het Ja- j pansche Roode Kruis wat het ver mocht en verpleegde op uitnemende wijze vriend en vijand, wat des te treffender is omdat de Japanners, die in handen der Chineezen vielen, meestal werden gemarteld en ter dood gebracht. Toen reeds bezat de veree- niging een eigen, prachtig ingericht hospitaal in Tokio, had daar 20 ge- neesheeren met 250 helpers en ver- pleegde op zee 33700 zieken, die lij dende aan ingewandziekten en ty- pheuse koortsen uit den oorlog naar 't vaderland weiden teruggebracht, j Zoo groot was de offervaardigheid, dat binnen een week de ge- requireerde 100 doctoren en 300 ver plegers aanweZtg waren. Na dien oorlog telde het Roode Kruis in Japan 160,000 leden en be- Schikte over millioenen, waarmee het niet karig was. In 1903 was het aan- j tal leden reeds meer dan een mil j lioen. En welk een groote rol de ver- eeniging in dezen laatsten grooten oorlog met Rusland heeft gespeeld, kunnen we veronderstellen, al ontbre- i ken zegt de schrijver op dit J oogenblik daarover nog de authen- 1 tieke gegevens. I Schuld aan het Vaderland en Hulp aan de Soldaten, dat is de kern- spreuk, waaronder het Japansche Roode Kruis zijn taak vervult Schuld aan het Vaderland beteekent de schuld jegens den Souverein en diens vooronders, want hun, zoo re- deneert de ware Japanner, is het Ja- pansche volk zijn bestaan en wel- vaart verschuldigd. De soldaten zijn dan ook niet van den Staat, maar j van den Keizer, die hen in een I decreet in 1882 zijn armen en bee- j nen noemde. Hulp aan de Soldaten beteekent dan ookhulp bieden aan hen, die de Souverein bemint en op wie bij staat maakt voor de handha ving van de onafhankelijkheid en de ongeschondenheid des Rijks, j De eenige schaduwzijde blijkt hier duidelijk. Ze is deze, dat het Japan sche Roode Kruis zijn groot aanzien in het land te danken heeft aan het imperialisme der natie. Wie van j meening 'is, dat de oorlog nooit en, nergens meer behoorde voor te ko- men,, voelt in den reusachtigen groei van de organisatie, die des oorlogs wonden tracht te heelen, iets benau- j wends. Het Japansche Roode Kruis heeft evenwel méér gedaan, het heeft zijn eigenlijken werkkring in de* oorlog' en tevens (practisch als de Japanners zijn) tot het maken van propaganda voor de vereeniging zelf. Hoe nu de vereeniging precies is georganiseerd, moet wie er belang in stelt in de Gids zelf maar nalezen. Daarover uit te weiden zou mij te ver voeren. Ik heb alleen maar uit de door Dr. Haje verschafte gegevens een indruk willen vestigen van wat dit merk waardige, energieke, gevaarlijke volk van Japan vermag voor de organisa ties waaraan het eenmaal zijn hart heeft geschonken. J. C. P. ook buiten den krijg veler nooden gelenigd bij een vulkanische uitbar sting in 1888, een aardbeving in 1891, een watervloed in 1896. Bij manoeu vres, branden, spoorwegrampen overal wappert de witte vrag met het Roode Kruis vooraan, om drie rede nen het streven naar weldadigheid; het oefenen van het personeel voor Buitenlandsch Overzicht Volgens de „Times" ontving graaf Witte dezer dagen eene delegatie uit Ekaterinodar. Het voornaamste onderwerp van het gesprek was de agrarische quaas- Ue, waarvan de afgevaardigden wenschten, dat ze niet door de tegen woordige regeering maar door DE DOEMA zou worden ter hand genomen. Graaf Witte beloofde het daarheen te zul len leiden. Een der afgevaardigden merkte-op, dat het eenige middel van de rust ;n het land te hei-stellen zou zijn offi cieel mede te dealen, dat allen nieu we stukken land in bezit zouden krijgen. Daarop antwoordde graaf Witte, dat zulks onmogelijk was, wijl de gronden, in eigendom toebéhoo- rende aan de Kroon en de kloosters, daartoe niet voldoende zouden zijn en er geen geld beschikbaar is voor den aankoop van particuliere eigen dommen. Overgaand tot de quaesties van ai- gemeenen aard, gaf de president van -den ministerraad de verzekering, dat de beloften, gedaan in het manifest van den Tsaar van 30 Oct., ten uit voer zullen worden gelegd, daar Z. M. toch zijn woord niet kon breken. ..Rusland", zeide graaf Witte verder, „kan bogen op EEN REGEERINGSSTELSEL, oneindig voortreffelijker dan welke andere staat ook. In Frankrijk bijv. is de president afhankelijk van de kiezers, in Engeland de Koning van de Joodsche bankiers, terwijl de Tsaar van Rusland van niemand af hangt. De revoluffcionnairen nu wil len Rusland brengen onder den druk der Polen. Armeniërs en Joden, die 't -land zouden onderdrukken en doen verarmen. Indien er onlangs geen oorlog ware geweest, -dan zou op liet oogenblik de grootste welvaart hee-r- schen in Rusland Wie gelooft da.t? Het Peter,sburgsche Telegraaf-agent- schap maakt vv-eder mei-ding van twee moordaanslagen. Het hoofd der poli tie te Pansa. Kondanzof, werd Don derdag vermoord en de dader gear resteerd. Ongeveer dienzelfden tijid wer-d midden in de stad Koetais, het districtshoofd Begamog doodelijk ge wond. De moordenaar wist te ont komen. Mooie toestanden inderdaad Uit Nagasaki meldt men aan de Daily Telegraph „Generaal Selianoff is ernstig ge-- wond. Hij voerde -het bevel over DE VESTING WLADIWOSTOCK en stond zelf aan het hoofd' der- divi sie, toen de muiters het hoofdkwar tier bestormden. Getroffen aan den hals en in de zijde door twee bomscherven, ver liet hij het slagveld niet dan na zwaar bloedverlies. Hij werd naar het hospitaal en vervolgens naar Nagasaki vervoerd, waar hij nu nog is. Uit andere landen. DE CONFERENTIE TE ALGECIRAS. Het schijnt, dat voor de conferen tie het kritieke oogenblik nadert, leder kent de opvatting van Frank rijk, die geheel en -al steunt op de verklaring van minister-president Rouvier in de Kamer, maar niemand weet nog iets van het gezichtspunt van Duitschland, daar zijn- gedele geerden steeds o-p instructies uit Berlijn wachten. Tot dusver toonden •de Franschen in alle Marokkaansche quaesties een in het oog vallende en zeer gewaardeerde bevoegdheid en streefden slechts naar de behartiging van belangen van Marokko en de mo gendheden door belangloos op te ko men voor de open deur, waardoor zij bij de mogendheden de overtui ging vestigden van hun goede trouw. Daarvan was het gevolg, dat de gedelegeerden voortarbeidden aan het werk der hervormingen met den eenparigen wensch om tot een goed einde te gerakende vrees der mo gendheden voor hunne belangen ver dween en er ontstond een meenings- voorkeur TEN GUNSTE VAN FRANKRIJK. Alle mogendheden begrijpen, dat de hervormingsarbeid zonder vrucht zal blijven, indien de orde niet wordt hersteld, die Frankrijk alleen kan verzekeren. Nu is de vraag te weten of redenen buiten de belangen van Marokko en d'é* mogendheden om de eenige mogelijke beslissing zullen vertragen. Het denkbeeld om het handhaven van de orde aan den Sultan op te dragen wekt de algemeene lachlust, daar diens gezag zeer beperkt i-s. Alle andere oplossingen, dan die om aan Frankrijk een mandaat toe te vertrouwen worden beschouwd als onuitvoerbaar en nadeelig voor de Europeesche belangen. Dit is de op vatting der gedelegeerden. Het stil zwijgen en het voortdurend uitstel len van Duitschland drukken zwaar op de conferentie, die streeft naar een flinke, eerlijke oplossing, ten ba te van marokko en de mogendheden zonder de eigenliefde van dezen of genen te kwetsen. HET ITALIAANSCHE MINISTERIE. Een speciale oplaag van de „Tri- buna" deelt de definitieve lijst medé van de nieuwe ministersde heer Sonni-no wordt minister-president en neemt de portefeuille van binnen- landsche zaken, de heer Guicciardini die van buiterilandsche zaken, de heer Secchi van justitie, de heer Sa- landi'a van financiën, de heer Luz- zati van d'e schatkist, de heer Car mine van openbare werken, de heer Roselii van onderwijs, de heer Pan- tano van landbouw, de heer Alfred Baccelli der posterijen, de 'heer Mei- noin d'IntignanO van oorlog en de heer Mirabello van miarine. KERKELIJKE TROEBELEN IN FRANKRIJK. Pastoor Letou-rne-au van de St. Sulpicius kerk te Parijs, heeft de ambtenaren, belast met de inventarisatie kalm en beleefd ont vangen, hun zelfs een lijst overhan digd van de goederen, zoodat zij al leen behoefden te controleeren. Hij hacl bevolen dat niemand een vijan dige houding mocht aannemen. En wanneer indringers van buiten de orde wilde verstoren moesten dade lijk poli-t.ie-agenten gehaald worden. Da.nk zij deze maatregelen was er van rustverstoring geen sprake. De cleric ale bladen zijn in het ge heel niet te spreken over het optre den v-an pastoor Letoumeau Dit heeft de pastoor zich zoo aangetrokken dat hij den aartsbisschop van Parijs, kar dinaal Richard, om ontslag ge vraagd heeft, die op dit verzoek ech ter niet wilde ingaan, integendeel, zijn houding prees. SPOORWEGSTAKING IN CHILI. Een ernstig© staking is uitgebro ken onder de werklieden van den Oruzo-spool'weg te Antofagasta. Er ontstonden onlusten, waarbij vol gens officieele berichten een hon derdtal personen werden gedood. De regeering zond schepen met troepen naai' Antofagasta. Door het geheele land he-erscht onder de werk lieden-bevolking ernstige onrust. DE STEMMING IN DE SKOEPSCHTINA. In de wandelgangen van de Servi sche Skoepschtina heerschte dezer dagen een zeer gedrukte stemming. Men ziet in, dat de tijden komen, waarin de regeering over den toe stand rekenschap dient af te leggen, waarvoor' zij vrees koestert. De af gevaardigden. zelfs die van de meer derheid. zeggen luide, dat de toe stand niet lang meer houdbaar zal zijn, want het seizoen voor den uit voer van ossen, en vervolgens van zwijnen nadert en de regeering heeft tot dusverre niet alleen geen uitweg gevonden maar zelfs 't vooruitzicht op een dergelijken uitweg is niet voorhanden. Brieven, door afgevaar digden uit 'tbuitenland ontvangen, schilderen de stemming in het land al® zeer zwart. Stadsnieuws M1.1 it ai r e Zake n. Door Z. E. den Min. v. Oorlog is bepaald dat aan de bataljons van het 10e reg. infanterie te Haarlem in gar nizoen 188 lotelingen voor volledige oefening bestemd zullen worden toe gewezen. Nut. Het onderwerp, waarover Dr. A. A. van Raai te voor het Nut alhier zal i spreken, luidt: ..Vervalsching van le l vensmiddelen". HET TOONEEL „HET JUK" DOOR „AMSTEL'S TOONEELGEZELSCHAP." Otto Zeegers is een nieuwelinghij is socialist en tooneelsciirijver. Gisterenavond is hier zijn eerste stuk gegaan, het „Juk" geheeten. Ofschoon hij er nu dadelijk nog niet „is", bevat zijn eersteling toch genoeg goede eigenschappen, die 't rechtvaardigen kunnen, in hem een belofte voor de toekomst te zien. Hij is nog wel niet zelfstandig; hij is een volgeling, ja, een navolger van Heijermans; en men mag gerust zeg gen, dat als deze n.l. Heijermans er niet geweest was, Zeegers dit stuk niet, of tenminste anders zou geschreven hebben. Heijermans heeft ons gewend aan een „spel" van de zee of aan een „spel" van het land enz., Otto Zee gers is begonnen met een „spel" van .menschen wee". Hij geeft een arbeidersgezin op het land te zien. De vader heeft wan"zijn 10e tot zijn 65e jaar de aarde be werkt de moeder heeft zich afge beuld in huis en ze zijn nóg arm. Een zoon werkt op een fabriek, een doch ter ploetert ook voor haar broodje, en dan is er nog een nakomertje, gebo ren toen de ouders al oud en zwak waren, en die daardoor een heel zwak gestel heeft. Hij heeft echter een goeden kop, wil de fabriek of bet veld niet op, maai' verlangt te studee- ren, later dolkter te worden. Hij ver telt een droom, dien hij gehad heeft: hij klimt in een boom, maar als hij de eex'ste takken heeft bereikt, wordt hij weer omlaag getrokken en in de aarde gezogen. De vrijer van de dochter, die aan socialisme doet en betaald propagandist zal worden, ver klaart als een moderne Jozef de be teekenis van dezen droomdeze is voor litem de symboliek van het lot van de arbeiderskindei'en met aanleg, die omhoog willen, maar weer omlaag gehaald worden en onder het juk der machtigen der maatschappij ko men. We kunnen den inhoud van het stuk hier niet bedrijf voor bedrijf na vertellen ,maar „der lange Rede kurzen Sinn" is, dat de vader, om aan het geld te komen om zijnjong- sten zoon te laten studeeren, tijdens een onweer den hooiberg bij zijn huis in. brand steekt, om zoo aan de assu rantiepenningen te komen. Na eeni- gen tijd komt dit uit en het stuk eindigt, dat men den vader tusschen de veldwachters ziet wegleiden, na een leven van hard zwoegen en op passen in de gevangenis eindigend, ellende en wee achterlatend in zijn gezin. Dit stuk iis een daad van opstand, een acte van beschuldiging door Otto Zeegers de huidige maat schappij, waarin volgens hem de zwoegers niet vooruitkomen en de arme jongens van aanleg geen gele genheid hebben zich te ontwikkelen, naar het hoofd geworpen. En nu moeten we erkennen, dat hij als jong auteur den slag en de han digheid heeft, om een stuk in elkaar te zetten hij weet. scènes te verzin nen, die pakken't stuk loopt vlot en houdt bezig, en men zou niet den ken met een schepping van een nieu weling te doen te hebben. Technisch lieeft hij 't al ver gebracht en hij schijnt wel van het vleesch te wezen, waaruit handige „mettiers en scène" gemaakt worden. Maar hetzelfde valt niet te zeggen van zijn gave om menschen op het tooneel op te bouwenzijn ka- rakterteekening is nog zeer zwakhij weet zijn personen nog niet te om schrijven en te doen leven. De zoon, de vrijer, de dochter, de oom 't zijn allen tooneelschimmen, met een paar losse strepen aangegeven en van welken men weinig meer te weten komt, dan wat uit staties en woordgescherm is op te maken. De vader en de moeder zijn beterdie menschen leven" tenminste, die heeft Zeegers tenminste begrepen en hij heeft geweten wat hij van hen. ma ken wildemaar met de bijfiguren heeft hij dn zijn maag gezeten dat is alles zwak werk gebleven. Jammer alleen, dat hij de „groote scène" van den vader niet meer en beter hewiv uitgewerkt, de scène n.l. als hij be slist den hooiberg in brand te steken. Dat gaat veelte plotseling: men bemerkt niets van een tweestrijd im den man, van een pijnlijken twijfel, van een overdenken en vreezen in dezen man die als braaf en sympa thiek bedoeld isdat moet toch een vreeselijk oogenblik in 's mans leven zijn geweest, maar men bemerkt er niets van; als hij plotseling iets van den schoorsteenmantel ga-ijpt (wat naderhand zal blijken een doos je lucifers te zijn geweest), dan weet men eigenlijk niet wat er gebeurt en geraakt men dan ook niet onder den indruk van een vreeselijk oogenblik in 's mans leven de „scène A' faire lieeft Zeegers daar gemist. Zeiden we hierboven al, dat deae jonge auteur een navolger van Heijermans is, in sommig lijnwerk levert hij echter zuiveren grog van Heijermans. De socialist uit het stuk, de vrijer van de dochter, is brutaalweg gesto len van zijn meester; het is de Ra faël uit „Ghetto" en de figuur, dis men onder andere namen in alle stukken van Heijermans aantreft de jonge man, die op het tooneel voor het publiek lange tirades staat te houden over socialisme en meer van' dien aard. En ook in „Het Juk" doet die jongen hetzelfde en oreert hij ija oppervlakkige, propaganda-zinnetjee over de onrechtvaardigheden in de maatschappij en meer van die dingen uit de colportage-literatuur. Maar uit „Op Hoop van Zegen" vooral is veel gestolen, hoofdzakelijk voor effectwerk. De storm en regen- scène uit „Op Hoop van Zegen" vindt men hier terug in een onweersscène tusschen het spel doorHeijermana j laat do visschers en hun vrouwen over de eigenaardigheden en ellendi ge zwnegerij en en gevaren van hun j vak praten-, Zeegers laat 't zijn f&- brieksarbeider en de dochter ook I doen, en in dezelfde manier van sprekende dronken timmerman in „Op Hoop van Zegen" verklapt in een dronken bui dat de schuit zoo rot is, dezelfde dronken man lieeft Zeegers in „Het Juk" ovei'genomen, en ook deze flapt 't er in een dron ken bui uit ,dat de oude boer den j hooiberg zelf dn brand heeft gestoken men herinnert zich uit „Op Hoop van Zegen" den jongen vissclxer wet, j die op het tooneel staat te huilen en te schreeuwen, dat hij niet naar zee wil, omdat de schuit zoo slecht is, welnu, een dito jongmensch doet hem j .in „Het Juk" deze scène precies zoo na, en staat ook op het tooneel te schreeuwen „lk wil niet naar dg fabriek. Ik wil niet naar de fabriek als daar een ongeluk is gebeurd. En zoo is er nog heel wat meer in „Het Juk" wat grog van Heijer mans is. We gelooven zeker, dat Otto Zee gers iemand met talent en met aan leg voor tooneelschrijven is. Maar wul hij wat worden, dan moet hij zich zei ven in zijn werk trachten te leg gen en dus eerst zich zeiven beproe ven te wordende vernederende roi van copiïst en nalooper, in geest en in uitbeelding, van Heijermans voegt hem dan ook niet langer. En afe Otto Zeegers zelf hopen we liem daarom spoedig in een ndeuw ea eigen stuk te ontmoeten. En nu nog een kort woord over het spel. Van den Heuvel had eea mooie creatie gemaakt van den oude* beer. We Jcennen die types hier bui ten en durven daarom te zeggen, dat zijn kop prachtig was. Maar ook Van den Heuvel's opvatting en uitbeel ding van deze rol (de eenige die, op enkele momenten na, „af" was in het stuk) viel zeer te roemen. Dit is een dei' beste, zoo niet de beste rol op Van den Heuvel's répertoire, die we kennenalleen zijn kruipen door de kamer om naar den brandenden hooi berg te kijken, was een beetje over dreven melodramatisch, volks- schouwburgacRTTg. en op" effect be rekend. Ook Mevrouw A Rössing-Sablairol- les, die de partij van de bij-de-handte boerenvrouw te vertolken had, viel voor haar levendig en waar spel te roemen, In 't algemeen was de régie die het stuk in elkaar gezet had, zeer goed, en ook daarvoor komt Va* den. Heuvel een woord van lof toe. Het stuk „deed" 't wel en hield het publiek tot bij half-elf bezig. Na hek laatste bedrijf werden de medespelen den met een enthousiast applaus be- looml. FRANS NET SC HER.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 1