BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 10 FBBRUARI. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD 2UN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. aae*? de aandacht op te v-esti- 2^ei'maai' laten we het eerst Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. XCVIII. De yqrige week reeds bracht een saij/7-ei' leerlingen een paar bloeiende plaatjes mede, waarop dk heden de aandacht wilde vestigen. Eenigen tijd echter deecl ook het bericht omtrent het wilde zwijn te Frederiksoord moeite om voor deze week den voor rang te In-ij gen, maar het tweetal .klopte zoo bescheiden aan, vooral dat kleintje, dat de beurt eerst aan die itwee kinderen Flora's is, die ondanks •koude, ondanks sneeuw en regen, on dank? do almanak nog maar pas Februari schrijft, zich toch verstou ten om te wijzen op hetgeen komen aaoet. De eerste dan was dè Voorj aars- vroögeling, een plantje in bloei ende® toestand zeker niet hooger dan. -a a 6 c.M. Wat verder in den tijd, -als de bloemstengeltjes zich wat heb ben uitgerekt, dan za.1 het 1 d.M. kun nen halen. En is zoo'n klein ding waard geö gaan zoeken. Hier of Jaar is wel een ■open terreineen stuk bouwgrond, i&t vroeger als tuin gediend heeft. In dien lossen bodem zullen we al licht niet een, maar meerdere exem plaren kunnen machtig worden. Het teste aerkenningsteéken is in dit ge-" val de voor dat lage plantje vrij groote roset van blaadjes, vlak tegen den gaond gespreid. Als de later ver schijnende planten, zooals brandne tels. melden, zuring enz- hare groo- iere stengels in de lucht verheffen, sou het veel moeilijker vallen het te vinden. Zie, daar staan ze bij hon derden tegelijk, 't Weer is veel te leal ijk om hier lang te blijven staan; laSSÖM nemen we er maar fluks een paai' van mede naar huis. Een klein bloempotje met wat aarde en •daar het plantje voorzichtig in gezet, ■Aan kunnen we het op ons gemak verder bestudeeren. Laten wehet kind der koude nu niet te veel ver troetelen, laten we het niet brengen in onse warm© kachelkamer, het zou aich daar niet op zijne plaats gevoe len. siek worden en sterven, voor het nog gegeven had, wat het kon geven. Zet het dus met potje en al in den tuin, zoodra ge er een en ander aan keht, opgemerkt. Eerstens die roset van bladeren een wortelroset noemt men het. Er blijkt al weer uit, dat .men vaak wei eens dwaalt maai* toon zit ook hier een idee van waar heid ten grondslag. Bladeren toch aittes steeds aan den stengel, of die «ndsr-aardsch of bovenaardsch is maar de stengel is hier zoo kort, da.t men 'geneigd is dit den top van den worte? te noemen en het dus lijkt, alsof al die bladereu, zoo netjes tot een roset gerangschiktaan den wor tel zaten. Wak een regelmaat in die blaadjes, of liever, in de plaatsing. De onder ste zijn het langst, om ook toch een weinig van het licht te ontvangen. Een daarboven geplaatst blaadje neemt altijd bescheiden een plaats in voor een open ruimte lusschen een paar andere, en dat gaat zoo voort j tot de kleinste blaadjes toe. Al is het hierbij moeilijk die regelmaat in cij- I fers udt te drukkent we zien en voe len toch, dat hier geen bloot toeval in 't spel is. Midden, uit bet hart, komen eeni- ge bloemstengels omhoog, enkele reeds met een paar kleine, witte bloempjes getooid. Vier kelkblaadjes en 4 bloemblaadjes tellen we. 't Aan- i tal meeldraden is zes, niet alle even I lang. Vier winnen het in grootte, de twee andere zijn kleiner, viermachtig noemt een botanicus dat. En binnen in één vruchtbeginseltje, dat o, zoo spoedig tot vrucht wordt en de rijpe zaden over een maand al wel in j vrijheid heeft gesteld. En wat er dan ■overblijft is kleiner, veel kleiner, maar daarom niet minder mooi, dan onze Judaspenning. Het tusschen- schot van de hauwtjes is ook daar zilverwit, een beetje meer langwerpig. Het tweede plantje is van geheel anderen aard ruw, plomp tegenover onze kleine lievel..., ik bedoel vroege- ling. Dikke, met logge schubben be zette bloemstengels verlengen zich, den top nog meer gebogen. Een paar dagen wat zon, en uit het dan ge- opend knopje lacht u het goudgele bloempje tegen. Of eigenlijk is dat geen bloempje, 't is een vereeniging van bloempjes, buiten lint- en binnen buisbloempjes, 't Is het kleine hoefblad. Veel grover van bouw, vertoont ze ons toch iets rustigs, iets beslist karakteristieks. De wortelstok heeft zooveel voedsel verzameld het vorige jaar, dat het hem heuschniet moeilijk valt tal van bloemstengels te voorschijn te brengen. Trekken beide plantjes ons, al is 't ook op verschillende wijze, in even sterke mate aan, de landbouwer ziet de laatste niet graag, 't is voor 'hem een zeer gevreesd onkruid, dat moei lijk te verdelgen is ook. i Want na den bloei komen de ta melijk groote, hoefvormige bladen talrijk voor den dag en verstikken zijn cultuurgewassen. J. STURING. VRAGENBUS. Den heer B. te H. U zult U herinneren, mij den naam gevraagd te hebben van Astra,nti a ma jor ,die eigenaardige sch.ermblo.em. Door toevallige omstandigheden pas heden, meldt een onzer Haarlsm- sche bloemisten me, een Nederland- schen naam voor de plant, waarontfe** ze bekend is, n.l. Groote S t e r r e- bloem. Den heer v. G. t e H. Naar aanleiding van uw schrijven deed ik U per post reeds bericht toekomen. Indien u me wat van die kleine dier tjes doet toekomen ,hoop ik U nader te kunnen berichten. Aan mej. H. te S. Het kleine blauwe bloempje, dat U buiten reeds gezien kunt hebben, is het Lever- bloempje Hepatic a trilob a, zeer na verwant aan onze Anemones. J. STURING. i I Haarlemmer Halletjes Een Z ate rd ag avon dpraatj e. Mn* zoon Jan, die zooals men ■weet. op de hoogere burgerschool is, kwam gisteren thuis met een gezicht «is een ooi-worm. Op zichzelf vond ik dat nu niet zoo héél bijzonder, omdat het wel meer gebeurt. Af en toe namelijk verschilt mijn zoon van gevoelen met zijn leeraren en wan- *eex hij uitlegt waarom, zon je als vader je hoofd er op geven, dat de jongen in alle opzichten gelijk heeft. Ga ik daarna dan met de leeraren Spreken, da® blijkt evenwel zonne klaar, dat er -iets in Jans redenee- tring ontbrak, waardoor .het geval een fceel ander aanzien "krijgt, zoodat ik, als billijke vader, genoodzaakt ben aaijn zoon in 't ongelijk te stellen. Bij 'zulke gelegenheden nu zet Jan ket bovenbedoelde oorwormen-ge- «ieht, dat hij vergezeld laat gaan van dito tegenwerpingen. Toch begreep ik dezen keer zijn somberheid niet, want het bovenver melde geval had zich al in veertien ■dagen niet voorgedaan. Er was dus, aou men zeggen, geen wolkje aan den hemel. Intusschen zou ik al gauw de reden van zijn ontstemming ver- tfemen. „Pa", zei hij, „moet dat zoo maar .-iöongaa» ..Wat doorgaan?" vroeg ik. „Met onze school natuurlijk." En meteen smeet hij zijn boeken op ta- Jel, dat het zoo dreunde. „Ja*", zei ik, „die boeken hebben geld gekost, herinner je maar dat je se voor de helft van de waarde hebt overgenomen (voor m ij n kasten, wel i» verstaan) en dat er bovendien nog ■drie nieuwste drukken bij waren. Mijn bezoek aan Worm's Villa. i \Vorms is een groot die-renkenner. I-lij schrijft studie's over- onze huis dieren. over vogels, kruipend gedier te en wat dies meer zij. Je moest me eens op komen zoe ken. zei hij tegen me. Dan k-an ik je eens een paar leuke beesten laten zien. Je bent natuurlijk een dieren liefhebber en dan zul je je stellig met mijn kleine menagerie amuseer ■ren. i Ik ben volstrekt niet dol op dieren, maar ik wou hem niet beleedigen en dus ging ik een van de volgende da gen per stoomtram naar zijn villatje, 1 cm daar een nachtje over te Mij- ven. Worms deed zelf open en nam 1 eigenhandig mijn tasch aan. I Ja, beste kerel, we hebben op liet oogenblik haast geen bediening, verklaarde hij. Ons tweede meisje is vanmorgen ineens weggeloopen, na een toevallige ontmoeting met mijn aapje, .waarbij hij haar mutsje afpakte en aangezien onze nieuwe knecht positief weigerde, het kiezel in de berenkooi op te harken, was ik verplicht hem af te danken, mijn knecht, bedoel ik. klaar we zullen 't. er toch zoo goed mogelijk van ne men. Kom in m'n studeerkamer o, pas op dat je niet op m'n schild- pa.d traptdie ligt meestal op de mat. M'n vrouw zal je 's een kopje thee schenken en dan wijs ik je je kam w. i Ik kréég 'n kopje thee van m'n zeer beminnelijke gastvrouw en volg de mijn vriend naai" boven, j We liepen langs ettelijke kooien mét- vogels en eekhoorns, en kwamen toen dn een hee-l-gezellig-gemeubelde slaapkamer. j Die papagaai hier houden, om je te amuseeren vroeg mijn gast- heer, op een kooi met een mooien, grijzen vogel wijzend. I Ik haat papegaaien, maar dat kon i ik moeilijk zeggen. Ik glimlachte lief en. mompelde Alleraardigst. I Worms verliet me, en onmiddellijk opende de papegaai de conversatie. I 'n Kaal krrruintje, meneerrr. zei hij. met één oog naar me kijkend. I Mijn hoofd nu is niét kaal. Het haar wordt wat dun op de kruin, maar dat is heel wat anders. - Koppie krauwen. Lorrezei ik beminnelijk als zijnde dat de éénige opmerking, die een papegaai kan interesseeren. Kaal krrruintje. krrrauwen, me- lekkeren wijn deden mij 't geledenDaar stootte me iets tegen m a leed vergeten, tot mijn gastheer op-1 been. Ik vloog op. Worms lachte, geruimd meedeeldei O, beste jongen, schrik maar We zullen Bruin bij 't dessert niet. Dat 'sonze „secretaris" 'w laten komen. Die houdt 't leven er in. slangetende vogel maar. Die loopt Dat deed Bruin. Ik heb me noodt'altijd los. méér op m'n qüi-vwe gevoeld als tij-1 Waarlijk! ai die „beestachtigihe- neernr antwoordde 't beest onver- dens de vijf minuten, dat de beer den" werkten op m'n zenuwen. Ik stoorbaar. van dien naam aan 'n ketting deed nog een laatste poging om het. Ik had geen lust, een dei-gelijk on- j zijn ronde deed in de eetkamer, en gesprek op de slang terug te br.en- logisch gesprek verder voort te zetten ons alle de hand schudde, een be- gen. en maakte snel toilet voor 't diner, zigheid, die voor 't beest vervelend, j Hoor 's. zei Worms hartelijk, De vogel scheen beleedigd over mijn maar voor mij afschuwelijk was. ,als jij je ook maar in 'L 'minst 'on gebrek aan «waardeertng, en zweeg! Onze conversatie aan tafel liep na-1 g6rust maakt dan kun je den se- waardig stil. i tuurtijk voornamelijk over d» ge- cretaras" wel'in je slaapkamer bi-ij- De rust duurde met lang. Juist woonten en eigenaardigheden van vo- gen p>at zijn béste slangenvangers' toen ik bijna klaar was en rn'n ge- geils, viei"voeiters en kruipend ge-u'e „secretaris" de remedie kieede jas aan wou trekken, zwaai- dier te vooral kruipend gedierte. ieek erger dan de kwaal de ik per ongelijk met de pandente>- Bah! 't woord alleen geeft me 'n E». dank-ie nee ?k ik *nel gande kooi. - en dadelijk begon rtlUng! 1 onde, do (aW naar'haf Wat dat ongeüuksbeest op de meest- Waagde zoo nu en -dan een op- rend. Ik... ik heb 't land aaa schaamtelooze wijze een stortvloed merking te maken. slangen, zie je en als je 't goed vond van scheldwoorden over mijn arm,Heb je nooit eens iast vroeg ik, zou ik graag de kamer grondig on- met kaal hoof cl uit te storten. - als een van die dieren tijdelijk derzoeken ik bedoel: ik zou graag scheldwoorden die een straatjongen ontsnapt? willen, dat jij de kamer grondig on- hem zou benijd hebben, en die een Ze ontsnappen nooit of heel derzocht. I kurassier jouden doen blozen Ik zelden De ©enige uitzondering opGoed, kerel best. zei Worms jü na_l n K i dien regel maakte mijn slang. welwillend. - maar je hoeft heueck Blijkbaar was ik vroeg beneden Je w^t? -vroeg ik angstig. niet bang te zijn. 't Zou wel wonde*" want noch Worms, noch mijn gast-1 Mijn slang 'n gróót soort. zijn. als onze vriend Anguis Stran- vrouw waren present Ik was ™e eii Anguis Strangularis die een week gularis nu net in jouw slaapkamer het me m een armstoel naast het ged|den ontsnapte. lat. .„„Hhv c™v,„ tv «J EJn hoe lang genoot die de vrij-Op gevaar af, van vervélend te Ma.ar nog sneller sprong xk er heid? I zjj vroeg ik nóg -5 1 -Ja' datis 'l naar9te van 't ge-Hoe. eli... hoé vallen dierep- ivan uit de diepte dei- kussens ets vab mjs haar nog steecis. en hij tielen hun prooi aan? iwtvlïl wreeifSr |dronk een teugje uit zijn glas. I Ze winden zich om den hals va* m^rouw Worms Immenlcwam. En waai-denk je. nu... (ik i Na tafel"gmgei, we een kaarfjd I 1 kemel, riep ze. IT bent Jachtte onverschillig te spi-eken, leggen. op Bapy gaan zitten. 'maar mijn haar rees steil in de, -1 wil ik u den groenen na-uegoai En zij holde naar den stoel en nam Iucht) daJt dRt ze.. dat 't reptiel0ens op uw UITZ HUte een klein aapje uit de kussens op. „Wo;.Qri j~ 9 111' 1 °«r I dat grijnsde m krijschte. - lkweet scWei?"a. I z0° 5fm.!..I« ™vrouw Worms, niet, of 't van woede of plezier was. I I Ik ben blij, dat 't geen baby was excuseerde ik me maar ,t Dj me"veel geW gekost. i aangezien ik nog steeds duidelijk de 7nn. a hmiVn ïp van 'b, 1 ie nlaafs vneklp waar 't mormel me «y 1 Ztg' P10P0S' houclt je van at ].en, m angst, dot mn oor zou wor- piaais a oeuie, v aa.r t, mormel me ge- Ik ll6l een paar bijzonder den afgebeten, beten had, legde ik een met te mis- „rAn,„ I i kennen ironie in mijn toon. g I f bedtijd kwam. voelde ik m* 0, verontschuldig u niet, zei de' Ik haastte me hem te verzekeren, minder slaperig dan ooit. gastvrouw. 't Is de schuld van dati'atten me koud lieten, (k Ben er j Aan zijn belofte getrouw onid-er- m'n man, die vergeten heeft. Baby doodsbang van). Toen trachtte ik t zocht mijn \Tiendelijke gastheea' do aan den ketting te leggen. We laten gesprek terug te brengen op de ver-diepste hoeken der kasten, schudde 'hem nog al een dikwijls los tot miste Anguis Strangulans t on- aan de gordijnen, enz. 'etenstijd, omdat hij zoo graag speelt derwerp interesseerde me bijzonder,; Maak je nu niet be>zorgdzei met.... Och, houd u hem 's eventjes aangezien ik in huis moest slapen. hij die slang zal hier wel niet vast! brak zij plotseling af, terwijl Eh....^wat die slang aangaat. zijn, maar mócht je ze zien zeker de Worms, me de sigaren reikend, danken, zat 't luid-krijschende dier ecnce,_ >t Was een groot verlies voor me. al in m'n nek. Eh.. ze me 't grijnzende, leelijke, kleine ek -begon ilc. 1 beid is er natuurlijk nooitkosn monster in m'n arm gaf, daar is I Aanraken? Nee. ik zou je met mjj dan roepen. Ik zou je niet raden, I me de eekhoorn bezig, uit den inkt-1 aanraden, haar aan te raken, zea ze zelf t-e vangen, pot te drinken. Worms, die me totaal verkeerd vei-1 Sidderend stapte ik in bed. haaide 1 Na mijn pijnlijke ervaring zal de stond. de dekens over me heen en deed bo- 1 lezer hegrijpen, dat ik het 't moet^Tee, stotterde ik, ik bedoel of venmenschelijke pogingen om te sla- ei- uit bééstachtige aapje met een niet gevaarlijk is ehzoo'n p6n, Iedere trilling der gordijnen gal zeker wantrouwen hanteerde. Even-dolende slang.... eh.... mie een koude rilling, en toen die toein 't er op aankwam, onbruik baar waren onndat de uitgevers er allernieuwste drukken van in de we reld gestuurd hadden. Zeg wat je op je hart hebt, zonder met iets of ■iemand te smijten j Hij bedaarde zichtbaar. ,,'t Is ook kras", zei hij, „zooals langzamerhand die meisjes op school worden voorgetrokken. Ik wou u wel eens gevraagd hebben, pa.zijn j wij mannen de baas of zijn we het niet j Zulke vragen, -als je vrouw net binnenkomt, zijn pijnlijk. Neen zeg gen .staat zoozoo slaafsch en ja zeggen isis wat onvoorzichtig. Ik speelde dus den diplomaat -en zei ,,'t Kan er naar wezen!" Zulke gezegden zijn een antwoord en toch ook weer géén antwoord. Jan, in zijn boosheid, lette er niet op en stortte zijn hart uit. „We hebben op school gehoord, hoe 'de nieuwe H. B. S. ingericht zal worden. Wij, jongens, moeten een poort door en op een binnenplaats wachten, de meisjes gaan door den hoofdingang, die ook bestemd is voor den directeur en de leeraren en dan krijgen de dames daar een mooie wachtkamer met een toiletkamer er naast, och gut ja, alles keurig naai' den eisch. En dan moeten de ven sterbanken groot genoeg zijn om er bloemen in te zetten, och hoe lief, roosjes en lelietjes en kruidje-roer- me-niet, net als de dametjes zelf „Jan", zei ik gestreng. „Vindt u dat dan goed, zoo'n ver schil? Dan moeten ze in die wacht kamer ook maar een eau de cologne- fontein maken en er tweemaal op een dag den kapper laten komen om de dames te kappen en de dames 's mid dags onthalen op gebakjes en after noon tea, zooals 't hoort. Weet u wel. dat er in die wachtkamer een mar meren schoorsteenmantel komt, net als in de kamers van den directeur en de leeraren?" „Dat zal er heel goed in staan", zei. -ik. „Ja", zei mijn zoon, „wij worden voor die wichten achteruitgezet." „Jan!" zei ik, nog gestrenger dan den eersten keer. „Of u daar nu al staat te Jannen verandert niets aan de zaak", zei die brutale jongen. „Er komt ook een tuin op de binnenplaats, dk ben be nieuwd of het daarmee net zal gaan als met den Hortus op 't, Prinsenhof, waar alleen de dametjes in mogen wandelen, omdat die ruwe jongens natuurlijk de boel vernielen. Als ze straks gaan bouwen komt er een schutting om het terrein heen, waar ■geen aankondigingen op geplaatst mogen worden zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders. Weet u wat ze er op moeten schil deren zei ik. „Dit is een Hoogere Burgerschool voor Meisjes, waar jongens ge duld zullen worden." „Jan", zei ik met al den ernst van een vader, die begrijpt, dat het tijd wordt om zijn zoon eens de waarheid te zeggen, „ik bedroef me over je. Terwijl al de school autoriteiten rid derlijk den voorrang geven aan de vrouw, ga jij je daarover beklagen. FoeiEn toen, met verheffing van stem, voegde ik er bij „Bedenk, dat ook je betovergroot moeder een meisje is geweest „Jawel", bromde Jan, „maar die ging niet op een hoogere burger school." Intusschen mag mijn brave zoon zich 'in. zijn opmerkingen wel mati gen, want als het zoo voortgaat, zal het niet lang meer duren, of wij mannen hebben in Haarlem niets meer in te brengen. Dat kan ons de bevolkingsstatistiek leeren. Op 31 December 1905 woonden er in Haarlem 36182 vrouwen en 32815 mannen, dat wil dns zeggen 3367 vrouwen méér, bijna tien procent. Wanneer wij mannen, die ons graag in navolging van Jan verbeelden dat wij de heeren der schepping zijn, nog altijd in Haarlem de lakens uitgeven, dan geschiedt dat niet omdat we de meerderheid bezitten, dan wel omdat we haar geen stem in de zaken heb ben toegekend. Dat wil zeggen niet in openbare aangelegenheden. Ik voor mij zou niet graag durven beweren, da.t de vrouw, ook niet zónder kiesrecht in vloed uitoefent op wat er om ons heen gebeurt. Allicht nu nog meer, dan wanneer ze werkelijk het kiesrecht bezat. Op gevaar af van 't aan de stok te krijgen met het bestuur van de Vereeniging voor Vrouwenkies recht, wil ik dan ook wel verklaren, dat ik me een vrouw met een stem biljet in de hand maai* liever niet voorstel en een vrouw als secretaris van een kiesvereeniging, of debattee- rende op een woelige meeting in 't geheel niet. Sommige dames (van vrouwen kan men eigenlijk niet spre ken) vechten voor dat vrouwenkies recht, alsof ze daarmee den sleutel tot een aardsch paradijs in handen zou den hebben en zouden, wanneer ze het kregen, tot hun verbazing gewaar worden, dat het hegeeren meer is dan het hebben en dat het bezit van het kiesrecht dikwijls meer verdriet oplevert dan plezier. Maar ik dwaal af van mijn bevol kingsstatistiek. Die leert nóg wat an- wel deed 't me geen bepaald kwaad 1 In de 'kamer wa.s 't blijkbaar eirg stuk papier zachtjes van de tafel oj» I in 't oogenblik, dat zijn meesteres 't warm mijn voorhoofd werd voch- den grond viel, gilde ik 't haast uit. eekhoorntje ving en in zijn kooi tig. Mijn gastheer zag 't en stelde Maar ten slotte viel ik. toch, dood- sloot. 1 c-en wandeling voor 111 den tumvermoeid, in slaap. I Het mormel had er zich mee verge- maar met 't vizioen voor oogen van ik moest al verscheidene uren ge noegd, m'n horloge uit m'n zak te de slang, uit een struik te voorschijn slapen hobben, toen ik met eea 'halen en 'top de tafel te laten val- 1 kruipend, sloeg ik zijn aanbod af. I schrik wakker werd, om-dat ik iet» len, met een slag, waardoor de veer I)us- ie weet niet,... waar.... ricli om m'n keel voelde winden, j brak ook zette 'teen vuilen poot waar ergens dat reptiel... kan zijn Bliksemsnel schoten Worm's woor- op mijn overhemd. Maar vergelekenherhaalde ik. [den: ..zij winden zich om den h-ala bij wat ik verwachtte, was dat niets. 'k Weet er niets meer van dan van 't slachtoffer", door mijn brein. Worms kwam binnen, en we gin-; jij, boste jongen verzeke,rde hij, met: Maar nee, ik was 't slachtoffer van gen eten, nadat hij zijn aap aan de®. innemende openhartigheid. een nachtmerrie, 't Was è.1 te afschu- tafelpoot vastgelegd had. j Aardige kerel, die Worms, hartje-welijk. Een uitmuntend' maal met een glas. hjik en vrijmoedig, enz., maar toch.... Daar sloeg de klok beneden drie van mij dit advies. Je moet eenmaal in de wereld wel willend voor elkaar wezen, al was 'fe alleen omdat vandaag de een de* ander en morgen de ander den eea 'kan noodig hebben. Dat die vriende lijkheid ook overdreven kan worde*, "wem iiu-u maakte ik op uit een briefje, of liever een enkelen volzin uit een briefje, die mij als staaltje van beleefdheid va* een halve eeuw geleden toegezonde* werd. „Vergeef mij de stoutheid", zoo luidt het fraais, „waarmede ik het w&atf UE. te verzoekenj mij te veroorlove* dat ik de vrijheid neem UE te vrage*, of UE. de welwillendheid wilt héb ben van mij te vergunnen UE. te smeeken mij het geluk te schenke*, dat er voor mij inligt, als ik mij* geschrijf onder UE's oogen brenge* mag, om UE. te melden, dat ik niete vuriger wensch, dan in staat te zij* UE. te toonen, hoeveel het mij ver heugt, dat het lot mij zoo gunstig ie het oogenblik te scheppen, waarin mij het genoegen ten deel zal vallea UE. te verzekeren, dat het mij onmo gelijk is door woorden de gevoelens uit te drukken .welke mijn hart be zielen bij de gedachte, dat UE's goed heid mij grond geeft de hoop te koes teren, dat UE. overtuigd zijt, hoe dien ik het besef, welk een voorrecht het voor mij is de eer te hebben van mij met hoogachting te mogen noemen UE's dienstw. dienaar. Zoo'n geschrijf zo-u iemand in dozen tijd tureluursch maken.' Misschien I kk' Z"Z\ k'k was men een *iaiv'e wuw geleden van dergelijke stroopsmeerderij beter ge- I AVUR 1*. zuil!uu Ui-weu «cu .uUa ^x- dieTld FIDSI.ro. ders, clan de getals-overmacht van de vrouw, en wel dat de bevolking in het jaar 1905 weer i-s toegenomen. In 1904 was ze namelijk achteruit ge gaan en al paaiden we ook ons zelf met 'de overweging dat het Schoter kwartier zoo ontzaglijk veel menschen tot zich trok, die in Haarlem hun werk vonden, daarmee werd het eenigszins naargeestige feit van de vermindering der bevolking in Haar lem niet te niet gedaan. Nu zijn we weer op den beteren weg. Na de noodige optelling en aftrekking van geboorten en overlijden, vestiging en vertrek, schiet er -een batig saldo over van 742 zielen, waarmee Haar lem is vooruitgegaan. Hopen we, dat dat zoo blijven mag. Er staan in 't Kleverpark nog rijen van huizen leeg, die naar een bewoner smachten. Daar gaat het nu binnenkort goed worden. Wel kun je er langs den hoofdweg, den Kruisweg, op dat oogenblik niet komen, zonder in den modder als 't ware te blijven steken zoodra de viaducten van den spoor weg gereed zijn en de passage dus niet meer door de hekken van den overweg wordt belemmerd, zullen we eens zien en beleven, hoe het Noorderkwartier in de hoogte vliegt. Vooral omdat de E. N. E. T. stellig voor haar lijn naar Bloemend aal aansluiting op de ceintuurbaan zal verzoeken, zoodat de menschen in 't Kleverpark en aangrenzende straten zich gemakkelijk naar 't midden van de stad kunnen verplaatsen. Had ik een ton liggen (door toevallige om standigheden is dat zoo niet) dan kocht ik zonder dralen een flink ter rein in die buurt, met de zekerheid dat die speculatie haar nut wel op leveren zou. Menschen, die wel in 't bezit mochten wezen van dit somme tje, krijgen geheel gratis en kosteloos

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 7