BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 10 FBBRUARI.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD 2UN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
aae*? de aandacht op te v-esti-
2^ei'maai' laten we het eerst
Natuurhistorische
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
XCVIII.
De yqrige week reeds bracht een
saij/7-ei' leerlingen een paar bloeiende
plaatjes mede, waarop dk heden de
aandacht wilde vestigen. Eenigen tijd
echter deecl ook het bericht omtrent
het wilde zwijn te Frederiksoord
moeite om voor deze week den voor
rang te In-ij gen, maar het tweetal
.klopte zoo bescheiden aan, vooral dat
kleintje, dat de beurt eerst aan die
itwee kinderen Flora's is, die ondanks
•koude, ondanks sneeuw en regen, on
dank? do almanak nog maar pas
Februari schrijft, zich toch verstou
ten om te wijzen op hetgeen komen
aaoet.
De eerste dan was dè Voorj aars-
vroögeling, een plantje in bloei
ende® toestand zeker niet hooger dan.
-a a 6 c.M. Wat verder in den tijd,
-als de bloemstengeltjes zich wat heb
ben uitgerekt, dan za.1 het 1 d.M. kun
nen halen. En is zoo'n klein ding
waard
geö
gaan zoeken. Hier of Jaar is wel een
■open terreineen stuk bouwgrond,
i&t vroeger als tuin gediend heeft.
In dien lossen bodem zullen we al
licht niet een, maar meerdere exem
plaren kunnen machtig worden. Het
teste aerkenningsteéken is in dit ge-"
val de voor dat lage plantje vrij
groote roset van blaadjes, vlak tegen
den gaond gespreid. Als de later ver
schijnende planten, zooals brandne
tels. melden, zuring enz- hare groo-
iere stengels in de lucht verheffen,
sou het veel moeilijker vallen het te
vinden. Zie, daar staan ze bij hon
derden tegelijk, 't Weer is veel te
leal ijk om hier lang te blijven staan;
laSSÖM nemen we er maar fluks
een paai' van mede naar huis. Een
klein bloempotje met wat aarde en
•daar het plantje voorzichtig in gezet,
■Aan kunnen we het op ons gemak
verder bestudeeren. Laten wehet
kind der koude nu niet te veel ver
troetelen, laten we het niet brengen
in onse warm© kachelkamer, het zou
aich daar niet op zijne plaats gevoe
len. siek worden en sterven, voor het
nog gegeven had, wat het kon geven.
Zet het dus met potje en al in den
tuin, zoodra ge er een en ander aan
keht, opgemerkt. Eerstens die roset
van bladeren een wortelroset noemt
men het. Er blijkt al weer uit, dat
.men vaak wei eens dwaalt maai*
toon zit ook hier een idee van waar
heid ten grondslag. Bladeren toch
aittes steeds aan den stengel, of die
«ndsr-aardsch of bovenaardsch is
maar de stengel is hier zoo kort, da.t
men 'geneigd is dit den top van den
worte? te noemen en het dus lijkt,
alsof al die bladereu, zoo netjes tot
een roset gerangschiktaan den wor
tel zaten.
Wak een regelmaat in die blaadjes,
of liever, in de plaatsing. De onder
ste zijn het langst, om ook toch een
weinig van het licht te ontvangen.
Een daarboven geplaatst blaadje
neemt altijd bescheiden een plaats
in voor een open ruimte lusschen een
paar andere, en dat gaat zoo voort
j tot de kleinste blaadjes toe. Al is het
hierbij moeilijk die regelmaat in cij-
I fers udt te drukkent we zien en voe
len toch, dat hier geen bloot toeval
in 't spel is.
Midden, uit bet hart, komen eeni-
ge bloemstengels omhoog, enkele
reeds met een paar kleine, witte
bloempjes getooid. Vier kelkblaadjes
en 4 bloemblaadjes tellen we. 't Aan-
i tal meeldraden is zes, niet alle even
I lang. Vier winnen het in grootte, de
twee andere zijn kleiner, viermachtig
noemt een botanicus dat. En binnen
in één vruchtbeginseltje, dat o, zoo
spoedig tot vrucht wordt en de rijpe
zaden over een maand al wel in
j vrijheid heeft gesteld. En wat er dan
■overblijft is kleiner, veel kleiner,
maar daarom niet minder mooi, dan
onze Judaspenning. Het tusschen-
schot van de hauwtjes is ook daar
zilverwit, een beetje meer langwerpig.
Het tweede plantje is van geheel
anderen aard ruw, plomp tegenover
onze kleine lievel..., ik bedoel vroege-
ling. Dikke, met logge schubben be
zette bloemstengels verlengen zich,
den top nog meer gebogen. Een paar
dagen wat zon, en uit het dan ge-
opend knopje lacht u het goudgele
bloempje tegen. Of eigenlijk is dat
geen bloempje, 't is een vereeniging
van bloempjes, buiten lint- en binnen
buisbloempjes, 't Is het kleine
hoefblad. Veel grover van bouw,
vertoont ze ons toch iets rustigs, iets
beslist karakteristieks. De wortelstok
heeft zooveel voedsel verzameld het
vorige jaar, dat het hem heuschniet
moeilijk valt tal van bloemstengels
te voorschijn te brengen.
Trekken beide plantjes ons, al is 't
ook op verschillende wijze, in even
sterke mate aan, de landbouwer ziet
de laatste niet graag, 't is voor 'hem
een zeer gevreesd onkruid, dat moei
lijk te verdelgen is ook.
i Want na den bloei komen de ta
melijk groote, hoefvormige bladen
talrijk voor den dag en verstikken
zijn cultuurgewassen.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Den heer B. te H. U zult U
herinneren, mij den naam gevraagd
te hebben van Astra,nti a ma
jor ,die eigenaardige sch.ermblo.em.
Door toevallige omstandigheden pas
heden, meldt een onzer Haarlsm-
sche bloemisten me, een Nederland-
schen naam voor de plant, waarontfe**
ze bekend is, n.l. Groote S t e r r e-
bloem.
Den heer v. G. t e H. Naar
aanleiding van uw schrijven deed ik
U per post reeds bericht toekomen.
Indien u me wat van die kleine dier
tjes doet toekomen ,hoop ik U nader
te kunnen berichten.
Aan mej. H. te S. Het kleine
blauwe bloempje, dat U buiten reeds
gezien kunt hebben, is het Lever-
bloempje Hepatic a trilob a,
zeer na verwant aan onze Anemones.
J. STURING.
i
I
Haarlemmer Halletjes
Een Z ate rd ag avon dpraatj e.
Mn* zoon Jan, die zooals men
■weet. op de hoogere burgerschool is,
kwam gisteren thuis met een gezicht
«is een ooi-worm. Op zichzelf vond
ik dat nu niet zoo héél bijzonder,
omdat het wel meer gebeurt. Af en
toe namelijk verschilt mijn zoon van
gevoelen met zijn leeraren en wan-
*eex hij uitlegt waarom, zon je als
vader je hoofd er op geven, dat de
jongen in alle opzichten gelijk heeft.
Ga ik daarna dan met de leeraren
Spreken, da® blijkt evenwel zonne
klaar, dat er -iets in Jans redenee-
tring ontbrak, waardoor .het geval een
fceel ander aanzien "krijgt, zoodat ik,
als billijke vader, genoodzaakt ben
aaijn zoon in 't ongelijk te stellen.
Bij 'zulke gelegenheden nu zet Jan
ket bovenbedoelde oorwormen-ge-
«ieht, dat hij vergezeld laat gaan
van dito tegenwerpingen.
Toch begreep ik dezen keer zijn
somberheid niet, want het bovenver
melde geval had zich al in veertien
■dagen niet voorgedaan. Er was dus,
aou men zeggen, geen wolkje aan den
hemel. Intusschen zou ik al gauw
de reden van zijn ontstemming ver-
tfemen.
„Pa", zei hij, „moet dat zoo maar
.-iöongaa»
..Wat doorgaan?" vroeg ik.
„Met onze school natuurlijk." En
meteen smeet hij zijn boeken op ta-
Jel, dat het zoo dreunde.
„Ja*", zei ik, „die boeken hebben
geld gekost, herinner je maar dat je
se voor de helft van de waarde hebt
overgenomen (voor m ij n kasten, wel
i» verstaan) en dat er bovendien nog
■drie nieuwste drukken bij waren.
Mijn bezoek aan
Worm's Villa.
i \Vorms is een groot die-renkenner.
I-lij schrijft studie's over- onze huis
dieren. over vogels, kruipend gedier
te en wat dies meer zij.
Je moest me eens op komen zoe
ken. zei hij tegen me. Dan k-an ik
je eens een paar leuke beesten laten
zien. Je bent natuurlijk een dieren
liefhebber en dan zul je je stellig
met mijn kleine menagerie amuseer
■ren.
i Ik ben volstrekt niet dol op dieren,
maar ik wou hem niet beleedigen en
dus ging ik een van de volgende da
gen per stoomtram naar zijn villatje,
1 cm daar een nachtje over te Mij-
ven. Worms deed zelf open en nam
1 eigenhandig mijn tasch aan.
I Ja, beste kerel, we hebben op
liet oogenblik haast geen bediening,
verklaarde hij. Ons tweede meisje
is vanmorgen ineens weggeloopen,
na een toevallige ontmoeting met
mijn aapje, .waarbij hij haar mutsje
afpakte en aangezien onze nieuwe
knecht positief weigerde, het kiezel
in de berenkooi op te harken, was ik
verplicht hem af te danken, mijn
knecht, bedoel ik. klaar we zullen 't.
er toch zoo goed mogelijk van ne
men. Kom in m'n studeerkamer
o, pas op dat je niet op m'n schild-
pa.d traptdie ligt meestal op de
mat. M'n vrouw zal je 's een kopje
thee schenken en dan wijs ik je je
kam w.
i Ik kréég 'n kopje thee van m'n
zeer beminnelijke gastvrouw en volg
de mijn vriend naai" boven,
j We liepen langs ettelijke kooien
mét- vogels en eekhoorns, en kwamen
toen dn een hee-l-gezellig-gemeubelde
slaapkamer.
j Die papagaai hier houden, om
je te amuseeren vroeg mijn gast-
heer, op een kooi met een mooien,
grijzen vogel wijzend.
I Ik haat papegaaien, maar dat kon
i ik moeilijk zeggen. Ik glimlachte
lief en. mompelde
Alleraardigst.
I Worms verliet me, en onmiddellijk
opende de papegaai de conversatie.
I 'n Kaal krrruintje, meneerrr. zei
hij. met één oog naar me kijkend.
I Mijn hoofd nu is niét kaal. Het
haar wordt wat dun op de kruin,
maar dat is heel wat anders.
- Koppie krauwen. Lorrezei ik
beminnelijk als zijnde dat de éénige
opmerking, die een papegaai kan
interesseeren.
Kaal krrruintje. krrrauwen, me-
lekkeren wijn deden mij 't geledenDaar stootte me iets tegen m a
leed vergeten, tot mijn gastheer op-1 been. Ik vloog op. Worms lachte,
geruimd meedeeldei O, beste jongen, schrik maar
We zullen Bruin bij 't dessert niet. Dat 'sonze „secretaris" 'w
laten komen. Die houdt 't leven er in. slangetende vogel maar. Die loopt
Dat deed Bruin. Ik heb me noodt'altijd los.
méér op m'n qüi-vwe gevoeld als tij-1 Waarlijk! ai die „beestachtigihe-
neernr antwoordde 't beest onver- dens de vijf minuten, dat de beer den" werkten op m'n zenuwen. Ik
stoorbaar. van dien naam aan 'n ketting deed nog een laatste poging om het.
Ik had geen lust, een dei-gelijk on- j zijn ronde deed in de eetkamer, en gesprek op de slang terug te br.en-
logisch gesprek verder voort te zetten ons alle de hand schudde, een be- gen.
en maakte snel toilet voor 't diner, zigheid, die voor 't beest vervelend, j Hoor 's. zei Worms hartelijk,
De vogel scheen beleedigd over mijn maar voor mij afschuwelijk was. ,als jij je ook maar in 'L 'minst 'on
gebrek aan «waardeertng, en zweeg! Onze conversatie aan tafel liep na-1 g6rust maakt dan kun je den se-
waardig stil. i tuurtijk voornamelijk over d» ge- cretaras" wel'in je slaapkamer bi-ij-
De rust duurde met lang. Juist woonten en eigenaardigheden van vo- gen p>at zijn béste slangenvangers'
toen ik bijna klaar was en rn'n ge- geils, viei"voeiters en kruipend ge-u'e „secretaris" de remedie
kieede jas aan wou trekken, zwaai- dier te vooral kruipend gedierte. ieek erger dan de kwaal
de ik per ongelijk met de pandente>- Bah! 't woord alleen geeft me 'n E». dank-ie nee ?k ik *nel
gande kooi. - en dadelijk begon rtlUng! 1 onde, do (aW naar'haf Wat
dat ongeüuksbeest op de meest- Waagde zoo nu en -dan een op- rend. Ik... ik heb 't land aaa
schaamtelooze wijze een stortvloed merking te maken. slangen, zie je en als je 't goed vond
van scheldwoorden over mijn arm,Heb je nooit eens iast vroeg ik, zou ik graag de kamer grondig on-
met kaal hoof cl uit te storten. - als een van die dieren tijdelijk derzoeken ik bedoel: ik zou graag
scheldwoorden die een straatjongen ontsnapt? willen, dat jij de kamer grondig on-
hem zou benijd hebben, en die een Ze ontsnappen nooit of heel derzocht.
I kurassier jouden doen blozen Ik zelden De ©enige uitzondering opGoed, kerel best. zei Worms
jü na_l n K i dien regel maakte mijn slang. welwillend. - maar je hoeft heueck
Blijkbaar was ik vroeg beneden Je w^t? -vroeg ik angstig. niet bang te zijn. 't Zou wel wonde*"
want noch Worms, noch mijn gast-1 Mijn slang 'n gróót soort. zijn. als onze vriend Anguis Stran-
vrouw waren present Ik was ™e eii Anguis Strangularis die een week gularis nu net in jouw slaapkamer
het me m een armstoel naast het ged|den ontsnapte. lat.
.„„Hhv c™v,„ tv «J EJn hoe lang genoot die de vrij-Op gevaar af, van vervélend te
Ma.ar nog sneller sprong xk er heid? I zjj vroeg ik nóg
-5 1 -Ja' datis 'l naar9te van 't ge-Hoe. eli... hoé vallen dierep-
ivan uit de diepte dei- kussens ets vab mjs haar nog steecis. en hij tielen hun prooi aan?
iwtvlïl wreeifSr |dronk een teugje uit zijn glas. I Ze winden zich om den hals va*
m^rouw Worms Immenlcwam. En waai-denk je. nu... (ik i Na tafel"gmgei, we een kaarfjd
I 1 kemel, riep ze. IT bent Jachtte onverschillig te spi-eken, leggen.
op Bapy gaan zitten. 'maar mijn haar rees steil in de, -1 wil ik u den groenen na-uegoai
En zij holde naar den stoel en nam Iucht) daJt dRt ze.. dat 't reptiel0ens op uw UITZ HUte
een klein aapje uit de kussens op. „Wo;.Qri j~ 9 111' 1 °«r
I dat grijnsde m krijschte. - lkweet scWei?"a. I z0° 5fm.!..I« ™vrouw Worms,
niet, of 't van woede of plezier was. I
I Ik ben blij, dat 't geen
baby was excuseerde ik me maar ,t Dj me"veel geW gekost. i
aangezien ik nog steeds duidelijk de 7nn. a hmiVn ïp van 'b, 1 ie
nlaafs vneklp waar 't mormel me «y 1 Ztg' P10P0S' houclt je van at ].en, m angst, dot mn oor zou wor-
piaais a oeuie, v aa.r t, mormel me ge- Ik ll6l een paar bijzonder den afgebeten,
beten had, legde ik een met te mis- „rAn,„ I i
kennen ironie in mijn toon. g I f bedtijd kwam. voelde ik m*
0, verontschuldig u niet, zei de' Ik haastte me hem te verzekeren, minder slaperig dan ooit.
gastvrouw. 't Is de schuld van dati'atten me koud lieten, (k Ben er j Aan zijn belofte getrouw onid-er-
m'n man, die vergeten heeft. Baby doodsbang van). Toen trachtte ik t zocht mijn \Tiendelijke gastheea' do
aan den ketting te leggen. We laten gesprek terug te brengen op de ver-diepste hoeken der kasten, schudde
'hem nog al een dikwijls los tot miste Anguis Strangulans t on- aan de gordijnen, enz.
'etenstijd, omdat hij zoo graag speelt derwerp interesseerde me bijzonder,; Maak je nu niet be>zorgdzei
met.... Och, houd u hem 's eventjes aangezien ik in huis moest slapen. hij die slang zal hier wel niet
vast! brak zij plotseling af, terwijl Eh....^wat die slang aangaat. zijn, maar mócht je ze zien zeker
de Worms, me de sigaren reikend, danken, zat 't luid-krijschende dier
ecnce,_ >t Was een groot verlies voor me. al in m'n nek.
Eh..
ze me 't grijnzende, leelijke, kleine ek -begon ilc. 1 beid is er natuurlijk nooitkosn
monster in m'n arm gaf, daar is I Aanraken? Nee. ik zou je met mjj dan roepen. Ik zou je niet raden,
I me de eekhoorn bezig, uit den inkt-1 aanraden, haar aan te raken, zea ze zelf t-e vangen,
pot te drinken. Worms, die me totaal verkeerd vei-1 Sidderend stapte ik in bed. haaide
1 Na mijn pijnlijke ervaring zal de stond. de dekens over me heen en deed bo-
1 lezer hegrijpen, dat ik het 't moet^Tee, stotterde ik, ik bedoel of venmenschelijke pogingen om te sla-
ei- uit bééstachtige aapje met een niet gevaarlijk is ehzoo'n p6n, Iedere trilling der gordijnen gal
zeker wantrouwen hanteerde. Even-dolende slang.... eh.... mie een koude rilling, en toen
die toein 't er op aankwam, onbruik
baar waren onndat de uitgevers er
allernieuwste drukken van in de we
reld gestuurd hadden. Zeg wat je op
je hart hebt, zonder met iets of
■iemand te smijten
j Hij bedaarde zichtbaar.
,,'t Is ook kras", zei hij, „zooals
langzamerhand die meisjes op school
worden voorgetrokken. Ik wou u
wel eens gevraagd hebben, pa.zijn
j wij mannen de baas of zijn we het
niet
j Zulke vragen, -als je vrouw net
binnenkomt, zijn pijnlijk. Neen zeg
gen .staat zoozoo slaafsch en ja
zeggen isis wat onvoorzichtig. Ik
speelde dus den diplomaat -en zei
,,'t Kan er naar wezen!"
Zulke gezegden zijn een antwoord
en toch ook weer géén antwoord.
Jan, in zijn boosheid, lette er niet op
en stortte zijn hart uit.
„We hebben op school gehoord,
hoe 'de nieuwe H. B. S. ingericht zal
worden. Wij, jongens, moeten een
poort door en op een binnenplaats
wachten, de meisjes gaan door den
hoofdingang, die ook bestemd is voor
den directeur en de leeraren en dan
krijgen de dames daar een mooie
wachtkamer met een toiletkamer er
naast, och gut ja, alles keurig naai'
den eisch. En dan moeten de ven
sterbanken groot genoeg zijn om er
bloemen in te zetten, och hoe lief,
roosjes en lelietjes en kruidje-roer-
me-niet, net als de dametjes zelf
„Jan", zei ik gestreng.
„Vindt u dat dan goed, zoo'n ver
schil? Dan moeten ze in die wacht
kamer ook maar een eau de cologne-
fontein maken en er tweemaal op een
dag den kapper laten komen om de
dames te kappen en de dames 's mid
dags onthalen op gebakjes en after
noon tea, zooals 't hoort. Weet u wel.
dat er in die wachtkamer een mar
meren schoorsteenmantel komt, net
als in de kamers van den directeur
en de leeraren?"
„Dat zal er heel goed in staan",
zei. -ik.
„Ja", zei mijn zoon, „wij worden
voor die wichten achteruitgezet."
„Jan!" zei ik, nog gestrenger dan
den eersten keer.
„Of u daar nu al staat te Jannen
verandert niets aan de zaak", zei die
brutale jongen. „Er komt ook een
tuin op de binnenplaats, dk ben be
nieuwd of het daarmee net zal gaan
als met den Hortus op 't, Prinsenhof,
waar alleen de dametjes in mogen
wandelen, omdat die ruwe jongens
natuurlijk de boel vernielen. Als ze
straks gaan bouwen komt er een
schutting om het terrein heen, waar
■geen aankondigingen op geplaatst
mogen worden zonder goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders.
Weet u wat ze er op moeten schil
deren
zei ik.
„Dit is een Hoogere Burgerschool
voor Meisjes, waar jongens ge
duld zullen worden."
„Jan", zei ik met al den ernst van
een vader, die begrijpt, dat het tijd
wordt om zijn zoon eens de waarheid
te zeggen, „ik bedroef me over je.
Terwijl al de school autoriteiten rid
derlijk den voorrang geven aan de
vrouw, ga jij je daarover beklagen.
FoeiEn toen, met verheffing van
stem, voegde ik er bij
„Bedenk, dat ook je betovergroot
moeder een meisje is geweest
„Jawel", bromde Jan, „maar die
ging niet op een hoogere burger
school."
Intusschen mag mijn brave zoon
zich 'in. zijn opmerkingen wel mati
gen, want als het zoo voortgaat, zal
het niet lang meer duren, of wij
mannen hebben in Haarlem niets
meer in te brengen.
Dat kan ons de bevolkingsstatistiek
leeren. Op 31 December 1905 woonden
er in Haarlem 36182 vrouwen en 32815
mannen, dat wil dns zeggen 3367
vrouwen méér, bijna tien procent.
Wanneer wij mannen, die ons graag
in navolging van Jan verbeelden dat
wij de heeren der schepping zijn, nog
altijd in Haarlem de lakens uitgeven,
dan geschiedt dat niet omdat we de
meerderheid bezitten, dan wel omdat
we haar geen stem in de zaken heb
ben toegekend.
Dat wil zeggen niet in openbare
aangelegenheden. Ik voor mij zou
niet graag durven beweren, da.t de
vrouw, ook niet zónder kiesrecht in
vloed uitoefent op wat er om ons heen
gebeurt. Allicht nu nog meer, dan
wanneer ze werkelijk het kiesrecht
bezat. Op gevaar af van 't aan de
stok te krijgen met het bestuur van
de Vereeniging voor Vrouwenkies
recht, wil ik dan ook wel verklaren,
dat ik me een vrouw met een stem
biljet in de hand maai* liever niet
voorstel en een vrouw als secretaris
van een kiesvereeniging, of debattee-
rende op een woelige meeting in 't
geheel niet. Sommige dames (van
vrouwen kan men eigenlijk niet spre
ken) vechten voor dat vrouwenkies
recht, alsof ze daarmee den sleutel tot
een aardsch paradijs in handen zou
den hebben en zouden, wanneer ze
het kregen, tot hun verbazing gewaar
worden, dat het hegeeren meer is
dan het hebben en dat het bezit van
het kiesrecht dikwijls meer verdriet
oplevert dan plezier.
Maar ik dwaal af van mijn bevol
kingsstatistiek. Die leert nóg wat an-
wel deed 't me geen bepaald kwaad 1 In de 'kamer wa.s 't blijkbaar eirg stuk papier zachtjes van de tafel oj»
I in 't oogenblik, dat zijn meesteres 't warm mijn voorhoofd werd voch- den grond viel, gilde ik 't haast uit.
eekhoorntje ving en in zijn kooi tig. Mijn gastheer zag 't en stelde Maar ten slotte viel ik. toch, dood-
sloot. 1 c-en wandeling voor 111 den tumvermoeid, in slaap.
I Het mormel had er zich mee verge- maar met 't vizioen voor oogen van ik moest al verscheidene uren ge
noegd, m'n horloge uit m'n zak te de slang, uit een struik te voorschijn slapen hobben, toen ik met eea
'halen en 'top de tafel te laten val- 1 kruipend, sloeg ik zijn aanbod af. I schrik wakker werd, om-dat ik iet»
len, met een slag, waardoor de veer I)us- ie weet niet,... waar.... ricli om m'n keel voelde winden,
j brak ook zette 'teen vuilen poot waar ergens dat reptiel... kan zijn Bliksemsnel schoten Worm's woor-
op mijn overhemd. Maar vergelekenherhaalde ik. [den: ..zij winden zich om den h-ala
bij wat ik verwachtte, was dat niets. 'k Weet er niets meer van dan van 't slachtoffer", door mijn brein.
Worms kwam binnen, en we gin-; jij, boste jongen verzeke,rde hij, met: Maar nee, ik was 't slachtoffer van
gen eten, nadat hij zijn aap aan de®. innemende openhartigheid. een nachtmerrie, 't Was è.1 te afschu-
tafelpoot vastgelegd had. j Aardige kerel, die Worms, hartje-welijk.
Een uitmuntend' maal met een glas. hjik en vrijmoedig, enz., maar toch.... Daar sloeg de klok beneden drie
van mij dit advies.
Je moet eenmaal in de wereld wel
willend voor elkaar wezen, al was 'fe
alleen omdat vandaag de een de*
ander en morgen de ander den eea
'kan noodig hebben. Dat die vriende
lijkheid ook overdreven kan worde*,
"wem iiu-u maakte ik op uit een briefje, of liever
een enkelen volzin uit een briefje, die
mij als staaltje van beleefdheid va*
een halve eeuw geleden toegezonde*
werd.
„Vergeef mij de stoutheid", zoo luidt
het fraais, „waarmede ik het w&atf
UE. te verzoekenj mij te veroorlove*
dat ik de vrijheid neem UE te vrage*,
of UE. de welwillendheid wilt héb
ben van mij te vergunnen UE. te
smeeken mij het geluk te schenke*,
dat er voor mij inligt, als ik mij*
geschrijf onder UE's oogen brenge*
mag, om UE. te melden, dat ik niete
vuriger wensch, dan in staat te zij*
UE. te toonen, hoeveel het mij ver
heugt, dat het lot mij zoo gunstig ie
het oogenblik te scheppen, waarin
mij het genoegen ten deel zal vallea
UE. te verzekeren, dat het mij onmo
gelijk is door woorden de gevoelens
uit te drukken .welke mijn hart be
zielen bij de gedachte, dat UE's goed
heid mij grond geeft de hoop te koes
teren, dat UE. overtuigd zijt, hoe dien
ik het besef, welk een voorrecht het
voor mij is de eer te hebben van mij
met hoogachting te mogen noemen
UE's dienstw. dienaar.
Zoo'n geschrijf zo-u iemand in dozen
tijd tureluursch maken.' Misschien
I kk' Z"Z\ k'k was men een *iaiv'e wuw geleden van
dergelijke stroopsmeerderij beter ge-
I AVUR 1*. zuil!uu Ui-weu «cu .uUa ^x- dieTld
FIDSI.ro.
ders, clan de getals-overmacht van de
vrouw, en wel dat de bevolking in
het jaar 1905 weer i-s toegenomen. In
1904 was ze namelijk achteruit ge
gaan en al paaiden we ook ons zelf
met 'de overweging dat het Schoter
kwartier zoo ontzaglijk veel menschen
tot zich trok, die in Haarlem hun
werk vonden, daarmee werd het
eenigszins naargeestige feit van de
vermindering der bevolking in Haar
lem niet te niet gedaan. Nu zijn we
weer op den beteren weg. Na de
noodige optelling en aftrekking van
geboorten en overlijden, vestiging en
vertrek, schiet er -een batig saldo
over van 742 zielen, waarmee Haar
lem is vooruitgegaan. Hopen we, dat
dat zoo blijven mag. Er staan in 't
Kleverpark nog rijen van huizen leeg,
die naar een bewoner smachten.
Daar gaat het nu binnenkort goed
worden. Wel kun je er langs den
hoofdweg, den Kruisweg, op dat
oogenblik niet komen, zonder in den
modder als 't ware te blijven steken
zoodra de viaducten van den spoor
weg gereed zijn en de passage dus
niet meer door de hekken van den
overweg wordt belemmerd, zullen
we eens zien en beleven, hoe het
Noorderkwartier in de hoogte vliegt.
Vooral omdat de E. N. E. T. stellig
voor haar lijn naar Bloemend aal
aansluiting op de ceintuurbaan zal
verzoeken, zoodat de menschen in 't
Kleverpark en aangrenzende straten
zich gemakkelijk naar 't midden van
de stad kunnen verplaatsen. Had ik
een ton liggen (door toevallige om
standigheden is dat zoo niet) dan
kocht ik zonder dralen een flink ter
rein in die buurt, met de zekerheid
dat die speculatie haar nut wel op
leveren zou. Menschen, die wel in 't
bezit mochten wezen van dit somme
tje, krijgen geheel gratis en kosteloos