ranselde haai* paard en stoof in ga lop naar den stal, waai* ze, zooals ik zag:, van het paard werd getrok ken. De vorst was opgestaan. Met ge balde vuisten en vlammende blikken keek hij op de dreigende menigte neer. Een. steen suisde zijn hoofd voorbij, maai- hij vertrok geen spier van zijn gelaat. Plotseling ontstond ei-bij den ingang een vreeselïjk rumoer. Kozakken Politieriepen eeni- ge stemmen radeloos van schrik en kreet plantte zich van mond tot mond voort als de uitdrukking van «en algemeene paniek. Ik rende mee met den stroom, den trappelenden stroom die zich in de maat voortbewoog zonder vlug voor uit te kunnen komen, en werd naar den ingang van den stal gevoerd, waai* ik zag, hoe de kozakken en de politie met getrokken sabels zich een weg baanden om de loge van den vorst te bereiken. Daai weerklonk geschreeuw, ge roep en gejammer. Het gordijn voor den ingang naar de stallen werd stuk gescheurd en de gansche menschen- massa «lrong door de opening. Ik werd op zij gestooten en moest mij in een hoekje van de stallen persen, juist tusschen den uitgang van den stal en den nieuwen weg, welken de menigte zich had gebaand. Ik zag, hoe de politie en de kozak ken de hcele manege en de ruimte voor de toeschouwers in bezit namen «n w'lde juist langs denzelfden weg Baar buiten als de vluchtende me nigte, toen de menschen opnieuw door de tentopening begonnen te dringen. Buiten werd er woedend ge vochten, want de vluchtenden werden door een tweede afdeeling soldaten ontvangen, die ze terugdreven. Mid den in de manege lagen tal van ge wonden en voor den ingang, omge ven door kozakken en politie-officie- ren, stonden de vorst en zijn adju dant. Buiten klonken nu geweersal vo's en de circusmenschen kwamen naar binnen stormen en riepen elkaar in het Duitsch iets toe. Ongeveer tien menschen drukten rich thans doodelijk ontsteld in het zelfde hoekje als ik. Elk oogenblik tonden we verwachten, dat de razen de kozakken zich tegen ons zouden koeren. Ik achtte het oogenblik dus gekomen om vooruit te treden en mijn pas te toonen. Ik wilde juist «laar de groep gaan, waarbij de vorst stond, toen ik op hetzelfde oogenblik een soldaat bemerkte. die geen tien pas van mij af zijn geweer op mij had aangelegd. Ik had nog judst tijd om mij te buk ken en naar de groep menschen te «nellen, bij welke ik had gestaan, voor het schot kraakte. Ik herinner mij thans, dat ik mijn revolver voor •den dag heb gehaald en in dezelfde minuut afvuurde, waarin het schot van den soldaat viel. Op 't zelfde oogenblik klonk een hevige uitbar sting in mijn ooren. Kalk en steen vlogen in den hoek om ons heen en wrij rolden door elkaar. Een heele «alvo was op ons gelost en als bloe dige massa vielen we op den grond. Maar eer ik- viel, zag ik, hoe de vorst in de armen van zijn adjudant werd opgevangen, getroffen door een schot het eenige schot, dat afge vuurd werd, eer het geweersalvo kraakte mijn schol Ik was niet gewond, maar achtte het verstandig tuasclien de lijken te blijven liggen, want ik wist, dat hem, die zich be woog, minstens tien kogels dreigden Ik zag, dat de vorst werd weggedrag gen en de buiten staande kozakken, die niet wisten, wat er in de tent was voorgevallen, ongeveer tien arrestan ten naar den hoek dreven, waar wij lagen. Toen kroop ik nogmaals voor den dag en reikte een der officieren, die met de sabel op de arrestanten los- ranselde, mijn pas over. Hij nam dien onthutst aanblijkbaar dacht Mi, dat ik de vreemdeling, den gehee- *en tijd onder de arbeiders was ge weest, dien hij had vervolgd. Ik kon «ien, dat hij den pas wilde verscheu ren om mij even rechteloos te maken als de anderen, maar de chef van politie had ons opgemerkt en nam hem den pas af. Wat ziet u er uit, zei hij, half verwijtend, half verontschuldigend; toen hij mij met verscheurde kleeren ▼oor zich zag staan. Wat wilde uhier toch doen? Och, ik vermoedde immers niet stamelde ik. Jlij wendde zich tot eenigen zijner manschappen en gaf hun bevel mij in de politiekazerne in veiligheid te brengen. De wachthebbende officier aan 't station was zeer voorkomend; het was blijkbaar de eerste maal, dat hij een vertegenwoordiger dei* we reldpers als gast bij zich had. U bent de eerste, die een groot nieuws hoort, zei hij, toen ik op het station was aangekomen. Hoe dat? Vorst Matajeff is dood, hij is bij de scène in liet circus gedood. Wat is hij Ik beefde overmijn gansche lichaam en sprong bij die woorden van mijn stoel op. Hij tis dood Op welke wijze kwam hij om 't leven Ja, meneer, ik begrijp uw drift wel, maar ik moet u helaas voorloopig hier houden. Maar u bent toch de eerste, die het nieuwtje weet, want aoodra het telegram naar liet hof is afgezonden, moogt u ook telegrafee- ren. Het telegraafkantoor is door de politie bezet, dus wordt er niemand I derplatz binnen. Bij het uitstijgen riep vooraf toegelaten. j zij haar zuster nog toe Ik had nu dubbele reden om er te- i .7"verwachten je vanavond, nog gen te protesteeren, dat mepi mij in t^^&Lieed verzekerde bewaring hield. Als men dd trein verder. mijn revolver nu eens op het tooneel 1 Op liet bureau was Lina dien dag der gebeurtenis vond een weinig verstrooid. De vriendelijke Ik ben een vrij man, riep ik, I overtuigende woorden van haar zuster Amerikaansch burner en miin nas is kwamen haar telkens weer m denzin. Amerucaanscn biu*ger, en mijn pas is Hoe d had het UjchFen in orde. Niemand mag mij hier vast- huis, een onbezorgd leven, een houden Het gelukte mij den wacht- oppassenden man, die haar op zijne hebbenden officier te bewegen, dat hij handen droeg. Weliswaar mocht Lina bericht naar den opperbevelhebber den houterigen, pedanten procuratie- zond, en weldra kwam toen het be- bonder niet lijden - hii was een ver- velende bureaucraat, die behalve hare oogen toen zij den jongen man aankeek, dat ieder medelijden met haar zou hebben gekregen. En toch vervloog hare hoop. „De kleine dokter", zooals de menschen hem in het huis noemden, stond klaar om uit te gaan in rok. met een groote bloem in het knoopsgat. De hooge hoed. overjas en hand schoenen lagen klaar om op te zetten en aan te trekken op het bed. Het was zijn eerste bal en zijn eerste rok. Eln de aangename ver wachtingen die hij koesterde De plannen die hij voor dezen avond had gemaakt I Misschien begon van vel om mij lo.s te laten. Na dit avon- toSSfe* nïïtè nienw leven voor iremi 4 ...I., -.Viii a ,1. hoi mo o rl.ro oo p.n ïllllf AbTi A/iffOfflK! 1 Ir run H il'n trwi.iv tuur achtte ik het raadzaam maar lmd, „-„aria hij belang stelde, die bo niet naar Kiew te reizen. Ik keerde ven alles van zijn gemak hield en op om en kwam gelukkig over de gren- alles wat^ zijn vrouw wilde, ja en zen. En zulk een oogenblik had de vrouw uitgekozen om hem te storen Als hij meeging, zouden alle men schen uit de buurt komen en hem met hunne ware en ingebeelde kwa- Een huwelijk amen zeide. I Zoo ongeveer zou ook Erich m het huwelijk wooden vervelend, stijf en ieri lastig vallen, voor hij met zijn 'op zijn gemak gesteld. Bn-. Zij rilde plannen klaar was. er van als zij er aan dacht. f Do oogen keken hem weder zoo lllf- hprplfpnintf In gepeins verzonken had zij niet vleiend aan. Een onbeschrijfelijke Uil UCI CKvlllti^ gemerkt, dat zij werd opgescheld. i woede overviel hem. IHaar onoplettendheid bezorgde haar Was het. misschien de bedoeling een lievig standje van de eerste tele- den heel en nacht daar te blijven tele- den heelen nacht daar Op het groote perron van het Bei*- fomste. Lina sprak geen woord1, maar,staan? Jijnsche station Iriedrichstrasse ver- dd tranen stonden haar in de oogen, Maar voor hij den mond kon ope- drong zich, zooals eiken dag op het- zij zich afwendde. 1 non, had de vrouw zijn arm geno- zelfde morgenuur een groote men- Haar dagtaak was eindelijk vol- men en fluisterde met van wanhoop scnemmenigte. Ambtenaren en koop- Kracht en zij ging in de kleedkamer bevende stem lieden, die naar hunne kantoren gin- om het donker-blauwe uniformpakje i Kijkt u er tooh eerst even naai* |CTbr»s, ïïiïas d™ s de door elkaar, Lii over dit rusteloos krullende haar in orde. En terwijl zij beweeg hing, zooals gewoonlijk m de onderzoekenden blik in den] To f?ax »'®n stations van groote steden, een dikke, SDf0Cr6i -©{W, zeide een collega tot. was niJ naai gevolgd in de zware rook van kolendamp, die den haar donkeie gang zonder te willen woe-;mng? Was daarom alleen vreemdeling een voorproefje geeft van - Wel, Lina. vandaag zoo chic? Je £LTf^Le?™0ILS„'le^ ^Lleveri waard? moeder waagde Pthdhp de operatie, mijn kleine jongen is zóó ziek, hjj Zijn hand sidderde niet; toen hij er sterft misschien vannacht alg het niet echter mee klaar was. en het k»nd reeds gebeurd ia weer te bed had gelegd, overviel hem Dat doet me leed, Veens, maar een duizeling, zoodat hij gevallen van zieke kinderen staat niets in zou zijn zoo men hem niet onder- reglement. Kunt u rijden steund had. Afgemat door de doorge- Wanneer moet de trein vertrekken? stane opwinding zonk hij- neer op Om 7 uur 15 min. d"en stoel bij het bed. Stoker, gooi maar kolen op Den volgenden morgen ontwaakte Binnen 10 minuten ben ik weer te- hij, rillend van kou. Hij moest zich rug. eerst bezinnen voor hij wist, waai- hij Tehuis zag het er slecht uit. De zich bevond. Hij was op den stoel blonde krullen kleefden nat op het Ingeslapen en gevoelde nu pijn in al hoofdje van kleinen Hans, zijn adem zijn ledematen, Wat was dat een ging rochelend en de kleine handjes nacht geweest! En wat een moeite niet de kuiltjes op de vingers waren had het gekost voor de kleine was krampachtig gesloten, de kleine borst ingeslapen. ging op en neer en zijn oogen stoïi- De ouders zaten hand in hand aan den verschrikt, de andere zijde van het bedje. Zij De moeder weende, bleek met op- dorsten niet te «preken, bang hem eengesloten lippen, met gevouwen wakker te maken. handen zat zij voor het bed eb Philip boog zich over het bedje en droogde het koortszweet van de wajn- voelde den pols van het kind. De gen van haar lieveling, temperatuur was aanmerkelijk ge- Maar toen de vader binnenkwam, daold, de huid meer elastisch gewor- toén kwam de smart, de angst oa- den. nieuw bovensnikkend, sidderend Zijn glimlachje zeide den ouders wierp ze zich om zijn hals en riep: genoeg. Het kind was gered. Wee- Hij sterftHij sterftDe dokter nend van vreugde omhelsden zij el- z®gt> dat er geen hoop meer is kander en ook den jongen mansion- Maar hij mag niet sterven O. heeft den de tranen in de oogen en hij de hemel dan geen erbarming En schaamde zich daar niet voor. God is toch almachtig. Het beroep dat hij had gekozen Veens ging naar Vbedje. Kijk.eens - was zwaardat had de af geloop en Hans -daar is vader nu blijft hij bij De tegenstand van den jongen man nacht hem getoond Hoeveel leed zlin lieven jongen. Ken je vader niet en tranen zou hij nog zien. maar ook meer hoeveel verdriet zou hij nog kunnen Moeilijk gangen de roode oogleden heelen, hoeveel oogen gelukkig en naar hovenhet rochelen hield voor dankbaar doen ophelderen. Gen seconde op en de schaduw van Was dat niet een voldoende bel'oo- 16611 lachje vloog over de wangen en niet het hleeke lippen stamelden Vader blijf bij mijn bedje. de duffe, onvriendelijke grooto stads- hehl zek^r veroveringsplannen? he™ dwong haai* ter wille te zijn. J En bij ondervond een gevoel van lucht. - Lina kleurde hevig maar zwoeg. Zijir ^erd zacht en onophoudelijk geluk zooals hij dat nooit tevoren Weer stond hij op de ratelende meo - Uit een coupé tweede klasse keek V6rl,iet het bureau en ging langzaam togen de vensters getakt, alsof het had gekend.... Hij, met zijne zwakke moLief> weer ging het vooruit door een elegant gekleeds dame en wenkte de Leipzigerstrasse door naar liet res- regende of hagelde. Hoe kwam hij nu krachten. kouden wind en sneeuw. Hij wist niet een jong meisje toe, wier treken du - taurant. waar haar zustér en zwager °P het bal Hij had niet zooveel I En hij boog zich nogmaas over het hoe hi' zich had losgerukt uit d- or delijk de sporen droegen van een ver- met Erich otkeT haar wachtten. gold om een rijtuig te buren. En zoo bedje en twee heete tranen, Tranen van Mina- maar nu stond'hii op- moeiend dagelijksch beroep. Meteen gevoel van welbehagen trad hij er niet een kreeg in dit weer? van vreugde, vielen op de kleine' u loc°m°üef, den blik stijf gericht op ziji de weelderige, helder verlichte eet- Wat dan Hij kon toch onmogelijk magere handen van het kind. sn«*iwh/wn«n, v-n™- mrh. van zaal binnen. Er waren verscheidene met vuile gelakte laarzen op hetpaa--] bezoekers op wier gezichten zij de tijtje verschijnenj grootste tevredenheid las. Al deze Wat ging hem ten slotte de vrouw menschen haar zuster en zwager en haar ziek kind aan meegerekend schenen zeer tevreden Hij wilde voortgaan, zich amu-1 met hun lot te wezen. Deze behage- seeren op het bal, waarnaar hij reedg Toen het jonge meisje de coupé be reikt had, weerklonk het fluitje den conducteur, voor dat de dames nog tijd gevonden hadden elkaar te begroeten. Öp de Locomotief. Vlug, Lina zuSrT difcoSy1M"te vromv hMr pf'TJo-te sr d,T issr r**» ?p het 1 in het middm «m» sPoM- zjzgr sr s s zustei .iii oe coupe. iijke stemming deelac ziel; onmlje- dagen lang had verlangd. En nu «eg lag een klein stadie. Daar kwa- STrf,.'.. JVi „.S iuKid,uve l'ATiï'iu mee aan de ionce telefomst-e, iwsm 7ii hom iminn u*™ mon i\a mn-jjan tnreem.e.1 Mijn kaartje zeide J rend. Je weet. Else, dat ik steeds der - -—■•O 1 ik.,1 UU O O ua, keuirg mee aan de jonge telefoniste, kwam zij hem halen hem berooven men de mazelen tweemaal die na de afwisselende indrukken van van plezier. En liii beefde .11 i .1 ii n- .1 ii nrm-A/ll- tiiidATIiHiiïl- O-PVAfillP .1 1 de sneeUwhoopen voor zich. Scherp sneed1 de ploeg door de witte heuvels en wierp witte vlokken aam bei de zijden van den weg. Hu, hoe koud was de harde bodem daar onder die diepe sneeuw. Endaar in zou zijn lie»ve kind weldra worden neergelegd, diep, lieel diepNooit zou hij meer treint je spelen en zijn „i+ wr~ sjaals bevelend: „Klaai*!" uitroepen, nooit lie klasse reis. dTp^S? S|'CKfS S' was. Misschien, zoo dacht zij, zijn al den en niet kan een jaar* te laat. V,J®"4 r. h. i1 .7 De trein was ging en de jonge vrouw zeide a J n w i. a i i deze menschen, die hier zoo gelukkig naarila HPt dfl hand 7,*in nmi Dat doet er niet toe, rusje, ik zal tovTeden zitten, oek niet uit liefde "P™ de ™fd- dW *2? 3X1,1 wel suppleeren. Maar nu eindelijk gerouwd. Vz br werd mspannena menigmaal, scnijnx nei opgewekter. er werden toosten gesla- voeiae nij, noe nem lieYe gezicht der jong< mil onverdraaglijk, dat eeuwige Hal- „Jg d stemming w.:-rd voortdurend Plotseling al het bloed naar het hart ma,.|anirt zii naaide lo. 64! 23! 92! Verkeerd aangesloten fSSeSiger. Eon gevoe) van absolu- J.ep Het w-as hem aJs f hij een steek STJS t Daarbij komt nog. dat de eerste telt- „.„.„lOTheid maakte zich van het m de borst kreeg. De blik van den ™„ih. t_- an>.Wat is er? vroeg de stoker. nlitfS.a" Niets vriend, siook maar op -- vneoidelijk geel ge- Streds voo,^.a3rts, door sneeuw en eens dcWaag. hoe het er mee gait «Tan hei diner vond zii Erich Otter, ?fur 8»pmi. De vrouw trad eerst ™0r™Ik3 «"«l wind! en hoe hot op het telefoonbureau is? dh. ,.ji0 TOOeite deed om haar te be- ^mnen ln het kleine vertrek, dat g?^a-?lumb Het laatste station! Meer kolen: Och, haste Else, op den duur is ha n )aTlg aiet zoo onmogelijk als £°°r oen lamp karig verlicht werd. ioSaS><xvrvve^ Eerf dei? voI^n<k>11 daff zou d-' het niet uit te houden - vervelenden v^eV- Men werd steeds vroolijkeren 3,°®"u V0,]Jd\.en deuka" Achter de SeSSS?'za«r men het T* ter^keej'f11* om Hide inspannend menigmaal, schijnt het onevwekter er werden toosten gesla- «jei binnentrad, voelde hij, hoe hem ii<wa rit weer te maken, zooals er* stoaidm mi onvArrlrnjiirliik. dat een wiep Hal- opg^.riie: „5,1,plotselina- al het blood nnnr b«t. hart - Jon/«™ van den den telegraph ischen dienstorder. teek "J na,a' 6 '""f® aan ?et 113 kiSllten dra- natuur hadden uil Sa voor haar «eten geraasd, het was nu mooi weer. Schii- toniste een onverdraaglijke persoon is, JönM mel#e~™Stei-. Hier leefde men, vader die smeekencl op ham rustte, eiTals de moató'^drïSlimaJS!? M«m4 de zon aan dell hamalei1 die mij altijd door chmaceei-t. Som- JHi6? genoot men. Op het teldfoonbu- de moeder die hem het kleineachep- na begon't«^draaienW 3teïï a- M» «m. wtt laken lag.te sneeuw «ver tijds zou ik lust hebben weg te loo- reau daai^entegen vegeteerde men seltje dat heesch hoestend in het pen. Ja, ik zou het ook wel doen wan- glechts bedje lag, toonde, greep hem aan. neer Lina zuchtte wanneer dis geri koude rilling liep haar ovea* den Hij begreep dat hij de hoop van w'SnSd tec'reteerda - "dM hem htm ver- Ta/e™ vit? jt^SSgS^se- dui<,e'Uk en Maür voer h«n."én 'aaS om Lina, ,Ml hvM keerde en ^in^^»S5 TI half verwijtender^toon m°6 K Mijn beste meid, dat harde moe- „iet een knikje haar „ja -w-oord^ Heizelfde dak beschutte hen allen, leek or soms wel op. of er vele krom- aan a. van gin kameraden op ZÜ ÏÏT611,. "J™™ m h.et wa® zii11 waren op de» levenslijn en of hct station „.agCn hoe het thuis' was. plicht te helpen zooveel hij kon. <I« stations, waar men eens atstapte. hij ,ldlde zijn Jomts hooren vnn de l Snel sloot hij do deur achter zich maar zeldzaam waren, doch voor- en ging naar het bedje van de klei- waar^s S'tog het toch. me om hei kind te onderzoeken. De .„?e,JlloedTe";,iU?a? van Veens von- >wr lallreI1 jlamp beefde in de hand van den den vreemd, dat deze machinist dingen de gordijnen frisch en schoon man, die hem bijlichtte. f1'3 had^ zeer, neer, en daaronder stonden de gera- Philip begon het knaapje te onder- en niums. Het was den man. alsof zr d?ka™m M h^T^S1 adtr 'S? Sié;~tvhoPdrgoe<Uieiden süS m-sssit keek het kind hem aan aJs er een Zoo kwam het, dat beiden en nog wSi™ riSi'Imïf/w^tLvetwhii SST aanval van benauwdheid eer, klei™ daarbij in de kamers van Hij De jonge man keek telkens teriijde gwiJdim^wMnd^6 aan cen stokle lmd i?el>™dCT m ,if-P wanneer het zieke kind hem met de Buiten op de locomotief, in stormen („N. v. N.") De kleine Dokter. Naar het Duïtsdh, van JULIA BUEREN—HL\HN. Ga jij heen.... zeide de vrouw. Neen jij, jij kunt beter praten En daarna was ze plotseling zon- - .a,, der een woord meer te zeggen, uit de Waarom sloof je je af als telefo- kamer gehold, niste, LinaJe kunt toch tegen denDeldig passen door de donker® jongen Otker niets hebben Dat de zes treden Daar beneden en zij vader van Erich hem het i»ttebakken -Jj voor het kamertje, dat voor liet leeren, is torii geen schande. De de ,traat j oude heer Otker is huiseigenaar en y d 5btect staan ie bei rdl? da de aarde. De sneeuwdiamanten schil aan beweging zette stout! Hans terdai op de donkergroene takten da aan. rechhop en commandeerde: denneboomen. die zich bogen ondei- ,^Lge- was nu V-lij. bijlag Eindelijk, daar was hij aan hei sta tion van zijn woonplaats. Hij durfde ten ligt geheel en al aan je zelf. Wan- j neer je verstandig waart en trouwen wilde, dan zou dat moeten van zelf ophouden. Als de vrouw van Erich Ot- ker zou je een onbezorgd leven kun- nen hebben. Lina maakte zich uit den arm van haar zuster los. Laat dat thema rusten, Else Je ergert me daarmee! i Maar de jonge vrouw ging onver- biddelijk voort lippen, die alleen zijn smart konden lenigen. Voor de ramen van het gelei huisje hem toeknikten ..De kleine Hans laat aan zijn zoon1, na diens huwe', lijk, het beheer van zijn bezittingen J[ nnncr over. Is de maatschappelijke positie 'b«*-Ze van een huiseigenaar misschien min- ^laa«* 7awi'de Weine ]'jden en »iet te kunnen helpen, is borst koud. maan* hier ontdooide hii *r.dan d!*. van een l^urMtehou-1 Mu„!.. weer bij zijn wouw eu kind met f tweemasJ ouderzook vau den bals was zijn vrouw naast zich. zun Ha.ns op 7m,<W een 'antwoord af te waeh- buitengewoon moeUijk en pijnlijk, zijn schoot, die zich rlicht togen hem ton.Trtd ze in de kanier. waarin zij Met moeite had Philip zijn diagnose aandrong, wamieer hii 's avonds thuis gesteld. Kwam. der? Otker is niets minder dan mijn 1 vingertjes Zich kromden, en ze klopte man. Wat wil je toch meer? j snel tweemaal. Erich Otker is onopgevoed, be weerde Lina. onstuimig kloppende heesche hoes- oogen aankeek. Iemand te zien regen, werd zijn aangezicht zwart,zijn lijden en niet te kunnen helpen, is borst koud, maar hier ontdoe-'-3- bitter!.... weer bij zijn vrouw en kind, aan een stokje had gebonden m „Klaar UIT HET LEVEN VAN EEN LUCHTSCHIPPER. Dat zal wel beter worden, wan neer jelui eerst getrouwd bent. Hij kent zijn wereld niet. Maar hij heeft des te meer geld. - Hij is leelïjk als de nacht. Je overdrijft. Hij is een doodgoeie man. Maar driftig en opvliegend. Daarentegen- zoo volgzaam ah een lam, wanneer je hem weet le lei den. De mannen zijn alle lamineren, als men ze maar goed aanpakt. Lina werd ongeduldig. En wanneer hij ook een engel van goedheid, als een Croesus zoo riik en zoo volmaakt als een heilige was zelfs dan zou ik hém nog niet wil len trouwenIk kan en wil liet niet De jonge vrouw greep de hand harer zuster en zeide op kalmen toon Maai*, beste, noem mij dan ten minste één reden, waarom je zoo hals starrig weigert. Ik houd niet van hem, zeide Lina eenvoudig. Haar zuster zag haar verbaasd aan. Je houdt niet van. hem Heb *"k dan misschien OLto aangebeden Was ik niet blij, dat hij mij uit het stoffi ge kantoor van de verzekerings-maat- schappij verloste, waar ik van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat aan de ratelende schrijfmachine zat en schreef tot ik er duizelig van werd en tot mijn hoofd dreigde te bersten door dat eeuwigdurend getik? Otto beantwoord de ook niet aan het ideaal mijner meisjesjaren. Toen pa en ma nog leef den en mij irieenaanen naar verschil lende bals, toen dacht ook ik nog dat ik met niemand anders zou trouwen dan met den man mijner keuze. In mijn hart had ik die keuze reeds ge daan en je weet niet hoeveel heete tranen ik na den plotselingen dood onzer ouders geschreid heb, ook om dat verloren ideaal. Lina schudde het hoofd; zij was ontroerd, maar niet overtuigd. De zuster ging voort: Jij waart toen-ter-tijd nog half een kind. Lina. Zoo scherp en snij dend heb jij de verandering in onze positie niet kunnen gevoelen. Nadenkend met. gebogen hoofd had de telefoniste geluisterd naar de woor den van haar zuster. Zij wilde iets daartegen zeggen. Maar op het oogen blik reed de trein het station Aleian- De dood van. den bekenden Ecge.- negieru. kwmjiu schen Luchtschipper Stanley Spencer een vreemd tooneel zag. i Veens bracht eiken dag den trein werd voor enkele dagen uit Malia Op een stoel midden in de kamer Niet dat beetje wijsheid, dat hij naar het eindstation en des avonds bericht.. Hij is daar aan typhus ge- stond een slanke, jonge man. die zich m die paar jaar studeeren eigen weer terug. Dan was hij tot den vol- .storven. zich de grootste moeite gaf in een had gemaakt, had den doorslag ge- £rölldeal dag wjj en in zjju verlangen Een Leven vol avonturen met vele spiegel, die zee-r hoog hing. te kijken, geven, maar de herinnering aan zijn uaar dK uur «nng hij das morgens wonderlijke reddingen uit het grootste De stoel wankelde bedenkelijk ener kleine zusje, dat dezelfde ziekte had met lust en liefde aan zijn werk en levensgevaar is daarmede geëindigd, was een groote mate van behendig- gehad. En hij sidderde bij de gedach- verheugde zich als een kind op elk Spencer stamde af van een luchtschip heid noodig om het evenwicht te be- te dat het ook hier te laat zou kun- uur. dat weer voorbijging en hem weer persfamilie; reeds zijn vader en zijn waren. Hoewel hij op de teenen ging nen zijn. dichter bij Mina en den kleine bracht, grootvader hielden zich bezig met den staan, kon hij slechts een deel van Hij was nu verantwoordelijk voor Daarom was de stationschef op ze- bouw van luchtballons en hij zelf heeft zijn waarde „ik" zien. dit kind. Zou hij het inpakken en keren morgen ook heel verwonderd, met ziin beide- broeders Percifaij en Zonder op het kraken van de deur een rijtuig nemen om het naar een toen hij den machinist bleek en som- Arthur de beroemde Londensche firma te letten, ging hij voort met zich op ziekenhuis te brengen? ber, met groote blauwe kringen om de Spencer gegrondvest. Stanley Spencer den stoel uit te rekken, tot het hem Maar de koude, de sneeuwstorm, oogen de locomotief zag bestijgen. die een ouderdom van nog geen veer- ten slotte gelukte zijn lachend ge- Het zou nog meer kou kunnen vat- Wat is er gebeurd, Veeais? tig jaren bereikte, heeft in bijna alle zicht <in den spiegel te zien, maar hij ten. 1 Ons jongentje, onze Hans ligt op landen zijn stoute tochten onderno- zag twee oogen achter zich. twee Zelf gaan en de noodige zaken har sterven, meneer, antwoordde de man. men en is tallooze keéren met de pa- brandende wijdgeopende oogen, die len was ook niet raadzaam, want En toen ging de trein weg. rachute neergedaald. Steeds was net al zijn bewegingen volgden met een terwijl hij afwezig was. zou weereen Gedurende eene geheele week was een zeer geliefd schouwspel den i e wonderlijken blik, zoodat Philip zichhoestbui kunnen komen. het ,W6?r buitengewoon streng ge- keloozen luchtreiziger «|J e® nervpus omkeerde Neen hii moest hier bliiven Hii weest. Nii sneeuwde het weer gewei- lingwekkende hoogte m een valscherm Een oogenblik zag hij haar aan,zou den vader zenden. Zoodra rijn be? di£' terwijl tegelijkertijd een hevige te zien neerkomen. Alleen voor enkele nog steeds Op zijn stoel staande, sluit genomen was iverd hij kalm, ^TtreSTkSam te laai op elk sta- totuTteworden' OMTdam Hooma cini-rvno- liii ltótrt rin rlpn p-r/vn/l koil weer soed \Tiandplpn p.n nam n.llp I, e Chineezen is hij daardoor eens nood- daarna sprong hij licht op den grond en vroeg Wat verlangt u Het is om de kleine Omdekleine Tusschen de bevende 9tem van de vrouw, die met moeite de woorden uitbracht en die van den jongen man was een groot verschil. En zij werd weer door hare moe deloosheid bevangen en zweeg be vreesd. Het was haar alsof haar keel dicht was. Onmogelijk was het de ziekte van het kind te beschrijven, die in de laatste dagen zooveed erger was geworden. Vandaag was de koorts 7.00 hoog. En ze konden niet helpen, ze wisten liet wel. Bij alle dokters in de buurt waren ze reeds geweest doch te vergeefs. De eene wilde morgen terugkomen, de ander sprak van het ziekenhuis. En als ze weer aan het ledikantje van hun kindje zaten en hun lieveling zoo zagen lijden zonder te kunnen hel pen. liep de man weer voort naar een anderen dokter. Vanavond was het weer erg geweest, ze hadden geen hoop meer. Tot eensklaps de vrouw op het idee wa^ gekomen naar bo ron te eaan, waar de „kleine dok ter" woonde, die zou kunnen helpen en h'et kind redden 1 Er sprak zooveel angst en leed utt nmaU-ppplpn^Aip^rnrnrpfnv 0116 tiom en toen mën den Terugtocht wou hij" voor de vorbaa&de zonen van het FpS? minï+A^' fSïwïrf?' a* aanvaarden, was het lang niet zeker, hemeLsche rijk zoo'n neerdaling ineen Ee ge totouten later verliet de mCT1 de kinine stad dien avond nog valscherm en dat had een onverwacht vader met de slecht voorziene beurs zou bereiken. Maar liet gebeurde toch gen,rolg. Vele Chineezen wilden liemna- van aen jongen man in den zak, het jwee uur te jaat gleed de trein het melijk nadoen. Ze klommen op de da- ,,s" station binnen én Veens sprong met ken der huizen en lieten zich daar af- Van een Klem fleschje en een in- een god zjj dani< r 0p de lippen,, van vallen, echter zonder valschcim. strument in een étui. daarvan hiing, zij.„ locomotief. Zoo werd Spencer de onschuldige nu het leven van zijn kind af, had Veenssprak hem plotseling de oorzaak van. een reeks van ongelukken de kleine dokter gezegd. stationschef aan. met doodelijken afloop en de regee- Terwijl de vader heensnelde doorMeneer de chefring vond daarin aanleiding* den ge- den sneeuwstorm om voor rijn jon- \\rjj jn groote verlegenheid vaarlijken vreemdeling uit het land te gen hulp te halen, zat de moeder de middagtrein kan wegens de he- verbannen. Dikwijls genoeg ontging n t IJK !,-„ r,-r. J „„Ut™ Cnnnaor ml i iVni.Q 1 m-MTI itrtTJ met Philip i het bedje van den kloine. Met tien eenen arm hield hij hSrniet verdérTHiaiia^te hetge! Mi ziin kcfite? d<-,\ iood. Menigen den jongen stevig tegen zijn schou- illkt d® lijn vrij te maten en is het M>er is hij met bootsimten uit rivlOTrt, der aangedrukt en in de andere mogeliik dat de trein door de en zeeen opgevischt. Eens had hij zélfs hield hij een potlood, waarvan de „„eeuw komt. De trein moet zoo aan- W"6™ doodaberioht punt met watten was omwikkeld en stonds vertrekken, maar Kareisen is "i™ m»«blle lernm voegde daarmee voorzichtig do keei- heej ziek in dit hondenweer heeft z3er S"a31J,)K®' opening schoon Zoo maakte hij den hij rich een longontsteking op den mUw vtóhieli dat lm het bootje jongen althuis het ademhalen moge- haJs gehaald. Gij moet daarom nu „aar l^dlm hint ltet op het beelit hjk Meer kon hij op dit moment dezen trein besturen. d oogenblik niet op tijd los en niet doen. De eene minuut na de an- Hoe Thans in den nacht Sta- f?T\r%atXKr; anT, een strik, waardoor dere verliep. Angstig hoorde Philip tionsche! ik ben ook verkouden en w pea scheur j„ den ballon kwam. naar het moeilijk ademhalen van t doodop. Ik heb niet meer de kracöit Sneueer wilde echter zijn toeschou- kind. Zou de vader nog tijdig terug- daartoe. wert niet teloursteUen en besloot on- komen? Het is bard, dat weetik wel, donks de bedenkelijke beschadiging Eindelijk werd de drukkende stilte maar in 't reglement staat niet van Van den ballon toch de reis te doen. van de kamer door gedruisch in de dood-op of verkoudheid. Bent u zoo De ballon schoot in dé hoogtemaar gang verbroken. j riek, Veens, dat do veiligheid van de spoedig bleek, dat het heete lucht Ja, dat wa9 de redding die na^passagiers en van het materiaal g&- gas had de luchtschipper niet kunnen derde. j vaar loopt, als we u laten rijden? krijgen toch te» sterk uit de scheur Voorzichtig en geholpen door deMisschien niet, meneer, maar stroomde. De-meetinstrumenten wezen anderhalven Kilometer echter ook Spencer zelf ternauwernood Een zeer gevaarlijken- storm beleef de hij in Hongkong. Een man, die het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 8