ranselde haai* paard en stoof in ga
lop naar den stal, waai* ze, zooals
ik zag:, van het paard werd getrok
ken.
De vorst was opgestaan. Met ge
balde vuisten en vlammende blikken
keek hij op de dreigende menigte
neer. Een. steen suisde zijn hoofd
voorbij, maai- hij vertrok geen spier
van zijn gelaat.
Plotseling ontstond ei-bij den ingang
een vreeselïjk rumoer.
Kozakken Politieriepen eeni-
ge stemmen radeloos van schrik en
kreet plantte zich van mond tot
mond voort als de uitdrukking van
«en algemeene paniek.
Ik rende mee met den stroom, den
trappelenden stroom die zich in de
maat voortbewoog zonder vlug voor
uit te kunnen komen, en werd naar
den ingang van den stal gevoerd,
waai* ik zag, hoe de kozakken en de
politie met getrokken sabels zich een
weg baanden om de loge van den
vorst te bereiken.
Daai weerklonk geschreeuw, ge
roep en gejammer. Het gordijn voor
den ingang naar de stallen werd stuk
gescheurd en de gansche menschen-
massa «lrong door de opening. Ik
werd op zij gestooten en moest mij
in een hoekje van de stallen persen,
juist tusschen den uitgang van den
stal en den nieuwen weg, welken de
menigte zich had gebaand.
Ik zag, hoe de politie en de kozak
ken de hcele manege en de ruimte
voor de toeschouwers in bezit namen
«n w'lde juist langs denzelfden weg
Baar buiten als de vluchtende me
nigte, toen de menschen opnieuw
door de tentopening begonnen te
dringen. Buiten werd er woedend ge
vochten, want de vluchtenden werden
door een tweede afdeeling soldaten
ontvangen, die ze terugdreven. Mid
den in de manege lagen tal van ge
wonden en voor den ingang, omge
ven door kozakken en politie-officie-
ren, stonden de vorst en zijn adju
dant. Buiten klonken nu geweersal
vo's en de circusmenschen kwamen
naar binnen stormen en riepen elkaar
in het Duitsch iets toe.
Ongeveer tien menschen drukten
rich thans doodelijk ontsteld in het
zelfde hoekje als ik. Elk oogenblik
tonden we verwachten, dat de razen
de kozakken zich tegen ons zouden
koeren. Ik achtte het oogenblik dus
gekomen om vooruit te treden en
mijn pas te toonen. Ik wilde juist
«laar de groep gaan, waarbij de vorst
stond, toen ik op hetzelfde oogenblik
een soldaat bemerkte. die geen tien
pas van mij af zijn geweer op mij
had aangelegd.
Ik had nog judst tijd om mij te buk
ken en naar de groep menschen te
«nellen, bij welke ik had gestaan,
voor het schot kraakte. Ik herinner
mij thans, dat ik mijn revolver voor
•den dag heb gehaald en in dezelfde
minuut afvuurde, waarin het schot
van den soldaat viel. Op 't zelfde
oogenblik klonk een hevige uitbar
sting in mijn ooren. Kalk en steen
vlogen in den hoek om ons heen en
wrij rolden door elkaar. Een heele
«alvo was op ons gelost en als bloe
dige massa vielen we op den grond.
Maar eer ik- viel, zag ik, hoe de
vorst in de armen van zijn adjudant
werd opgevangen, getroffen door een
schot het eenige schot, dat afge
vuurd werd, eer het geweersalvo
kraakte mijn schol Ik was niet
gewond, maar achtte het verstandig
tuasclien de lijken te blijven liggen,
want ik wist, dat hem, die zich be
woog, minstens tien kogels dreigden
Ik zag, dat de vorst werd weggedrag
gen en de buiten staande kozakken,
die niet wisten, wat er in de tent was
voorgevallen, ongeveer tien arrestan
ten naar den hoek dreven, waar wij
lagen.
Toen kroop ik nogmaals voor den
dag en reikte een der officieren, die
met de sabel op de arrestanten los-
ranselde, mijn pas over. Hij nam
dien onthutst aanblijkbaar dacht
Mi, dat ik de vreemdeling, den gehee-
*en tijd onder de arbeiders was ge
weest, dien hij had vervolgd. Ik kon
«ien, dat hij den pas wilde verscheu
ren om mij even rechteloos te maken
als de anderen, maar de chef van
politie had ons opgemerkt en nam
hem den pas af.
Wat ziet u er uit, zei hij, half
verwijtend, half verontschuldigend;
toen hij mij met verscheurde kleeren
▼oor zich zag staan. Wat wilde uhier
toch doen?
Och, ik vermoedde immers niet
stamelde ik.
Jlij wendde zich tot eenigen zijner
manschappen en gaf hun bevel mij
in de politiekazerne in veiligheid te
brengen.
De wachthebbende officier aan 't
station was zeer voorkomend; het
was blijkbaar de eerste maal, dat
hij een vertegenwoordiger dei* we
reldpers als gast bij zich had.
U bent de eerste, die een groot
nieuws hoort, zei hij, toen ik op het
station was aangekomen.
Hoe dat?
Vorst Matajeff is dood, hij is bij
de scène in liet circus gedood.
Wat is hij Ik beefde overmijn
gansche lichaam en sprong bij die
woorden van mijn stoel op.
Hij tis dood Op welke wijze
kwam hij om 't leven
Ja, meneer, ik begrijp uw drift wel,
maar ik moet u helaas voorloopig
hier houden. Maar u bent toch de
eerste, die het nieuwtje weet, want
aoodra het telegram naar liet hof is
afgezonden, moogt u ook telegrafee-
ren. Het telegraafkantoor is door de
politie bezet, dus wordt er niemand I derplatz binnen. Bij het uitstijgen riep
vooraf toegelaten. j zij haar zuster nog toe
Ik had nu dubbele reden om er te- i .7"verwachten je vanavond, nog
gen te protesteeren, dat mepi mij in t^^&Lieed
verzekerde bewaring hield. Als men dd trein verder.
mijn revolver nu eens op het tooneel 1 Op liet bureau was Lina dien dag
der gebeurtenis vond een weinig verstrooid. De vriendelijke
Ik ben een vrij man, riep ik, I overtuigende woorden van haar zuster
Amerikaansch burner en miin nas is kwamen haar telkens weer m denzin.
Amerucaanscn biu*ger, en mijn pas is Hoe d had het UjchFen
in orde. Niemand mag mij hier vast- huis, een onbezorgd leven, een
houden Het gelukte mij den wacht- oppassenden man, die haar op zijne
hebbenden officier te bewegen, dat hij handen droeg. Weliswaar mocht Lina
bericht naar den opperbevelhebber den houterigen, pedanten procuratie-
zond, en weldra kwam toen het be- bonder niet lijden - hii was een ver-
velende bureaucraat, die behalve
hare oogen toen zij den jongen man
aankeek, dat ieder medelijden met
haar zou hebben gekregen.
En toch vervloog hare hoop. „De
kleine dokter", zooals de menschen
hem in het huis noemden, stond
klaar om uit te gaan in rok. met
een groote bloem in het knoopsgat.
De hooge hoed. overjas en hand
schoenen lagen klaar om op te zetten
en aan te trekken op het bed.
Het was zijn eerste bal en zijn
eerste rok. Eln de aangename ver
wachtingen die hij koesterde De
plannen die hij voor dezen avond
had gemaakt I Misschien begon van
vel om mij lo.s te laten. Na dit avon- toSSfe* nïïtè nienw leven voor iremi
4 ...I., -.Viii a ,1. hoi mo o rl.ro oo p.n ïllllf AbTi A/iffOfflK! 1 Ir run H il'n trwi.iv
tuur achtte ik het raadzaam maar lmd, „-„aria hij belang stelde, die bo
niet naar Kiew te reizen. Ik keerde ven alles van zijn gemak hield en op
om en kwam gelukkig over de gren- alles wat^ zijn vrouw wilde, ja en
zen.
En zulk een oogenblik had de vrouw
uitgekozen om hem te storen
Als hij meeging, zouden alle men
schen uit de buurt komen en hem
met hunne ware en ingebeelde kwa-
Een huwelijk
amen zeide.
I Zoo ongeveer zou ook Erich m het
huwelijk wooden vervelend, stijf en ieri lastig vallen, voor hij met zijn
'op zijn gemak gesteld. Bn-. Zij rilde plannen klaar was.
er van als zij er aan dacht. f Do oogen keken hem weder zoo
lllf- hprplfpnintf In gepeins verzonken had zij niet vleiend aan. Een onbeschrijfelijke
Uil UCI CKvlllti^ gemerkt, dat zij werd opgescheld. i woede overviel hem.
IHaar onoplettendheid bezorgde haar Was het. misschien de bedoeling
een lievig standje van de eerste tele- den heel en nacht daar te blijven
tele- den heelen nacht daar
Op het groote perron van het Bei*- fomste. Lina sprak geen woord1, maar,staan?
Jijnsche station Iriedrichstrasse ver- dd tranen stonden haar in de oogen, Maar voor hij den mond kon ope-
drong zich, zooals eiken dag op het- zij zich afwendde. 1 non, had de vrouw zijn arm geno-
zelfde morgenuur een groote men- Haar dagtaak was eindelijk vol- men en fluisterde met van wanhoop
scnemmenigte. Ambtenaren en koop- Kracht en zij ging in de kleedkamer bevende stem
lieden, die naar hunne kantoren gin- om het donker-blauwe uniformpakje i Kijkt u er tooh eerst even naai*
|CTbr»s, ïïiïas d™ s
de door elkaar, Lii over dit rusteloos krullende haar in orde. En terwijl zij
beweeg hing, zooals gewoonlijk m de onderzoekenden blik in den] To f?ax »'®n
stations van groote steden, een dikke, SDf0Cr6i -©{W, zeide een collega tot. was niJ naai gevolgd in de
zware rook van kolendamp, die den haar donkeie gang zonder te willen woe-;mng? Was daarom alleen
vreemdeling een voorproefje geeft van - Wel, Lina. vandaag zoo chic? Je £LTf^Le?™0ILS„'le^ ^Lleveri waard?
moeder waagde Pthdhp de operatie, mijn kleine jongen is zóó ziek, hjj
Zijn hand sidderde niet; toen hij er sterft misschien vannacht alg het niet
echter mee klaar was. en het k»nd reeds gebeurd ia
weer te bed had gelegd, overviel hem Dat doet me leed, Veens, maar
een duizeling, zoodat hij gevallen van zieke kinderen staat niets in
zou zijn zoo men hem niet onder- reglement. Kunt u rijden
steund had. Afgemat door de doorge- Wanneer moet de trein vertrekken?
stane opwinding zonk hij- neer op Om 7 uur 15 min.
d"en stoel bij het bed. Stoker, gooi maar kolen op
Den volgenden morgen ontwaakte Binnen 10 minuten ben ik weer te-
hij, rillend van kou. Hij moest zich rug.
eerst bezinnen voor hij wist, waai- hij Tehuis zag het er slecht uit. De
zich bevond. Hij was op den stoel blonde krullen kleefden nat op het
Ingeslapen en gevoelde nu pijn in al hoofdje van kleinen Hans, zijn adem
zijn ledematen, Wat was dat een ging rochelend en de kleine handjes
nacht geweest! En wat een moeite niet de kuiltjes op de vingers waren
had het gekost voor de kleine was krampachtig gesloten, de kleine borst
ingeslapen. ging op en neer en zijn oogen stoïi-
De ouders zaten hand in hand aan den verschrikt,
de andere zijde van het bedje. Zij De moeder weende, bleek met op-
dorsten niet te «preken, bang hem eengesloten lippen, met gevouwen
wakker te maken. handen zat zij voor het bed eb
Philip boog zich over het bedje en droogde het koortszweet van de wajn-
voelde den pols van het kind. De gen van haar lieveling,
temperatuur was aanmerkelijk ge- Maar toen de vader binnenkwam,
daold, de huid meer elastisch gewor- toén kwam de smart, de angst oa-
den. nieuw bovensnikkend, sidderend
Zijn glimlachje zeide den ouders wierp ze zich om zijn hals en riep:
genoeg. Het kind was gered. Wee- Hij sterftHij sterftDe dokter
nend van vreugde omhelsden zij el- z®gt> dat er geen hoop meer is
kander en ook den jongen mansion- Maar hij mag niet sterven O. heeft
den de tranen in de oogen en hij de hemel dan geen erbarming En
schaamde zich daar niet voor. God is toch almachtig.
Het beroep dat hij had gekozen Veens ging naar Vbedje. Kijk.eens
- was zwaardat had de af geloop en Hans -daar is vader nu blijft hij bij
De tegenstand van den jongen man nacht hem getoond Hoeveel leed zlin lieven jongen. Ken je vader niet
en tranen zou hij nog zien. maar ook meer
hoeveel verdriet zou hij nog kunnen Moeilijk gangen de roode oogleden
heelen, hoeveel oogen gelukkig en naar hovenhet rochelen hield voor
dankbaar doen ophelderen. Gen seconde op en de schaduw van
Was dat niet een voldoende bel'oo- 16611 lachje vloog over de wangen en
niet het hleeke lippen stamelden
Vader blijf bij mijn bedje.
de duffe, onvriendelijke grooto stads- hehl zek^r veroveringsplannen? he™ dwong haai* ter wille te zijn. J En bij ondervond een gevoel van
lucht. - Lina kleurde hevig maar zwoeg. Zijir ^erd zacht en onophoudelijk geluk zooals hij dat nooit tevoren Weer stond hij op de ratelende meo -
Uit een coupé tweede klasse keek V6rl,iet het bureau en ging langzaam togen de vensters getakt, alsof het had gekend.... Hij, met zijne zwakke moLief> weer ging het vooruit door
een elegant gekleeds dame en wenkte de Leipzigerstrasse door naar liet res- regende of hagelde. Hoe kwam hij nu krachten. kouden wind en sneeuw. Hij wist niet
een jong meisje toe, wier treken du - taurant. waar haar zustér en zwager °P het bal Hij had niet zooveel I En hij boog zich nogmaas over het hoe hi' zich had losgerukt uit d- or
delijk de sporen droegen van een ver- met Erich otkeT haar wachtten. gold om een rijtuig te buren. En zoo bedje en twee heete tranen, Tranen van Mina- maar nu stond'hii op-
moeiend dagelijksch beroep. Meteen gevoel van welbehagen trad hij er niet een kreeg in dit weer? van vreugde, vielen op de kleine' u loc°m°üef, den blik stijf gericht op
ziji de weelderige, helder verlichte eet- Wat dan Hij kon toch onmogelijk magere handen van het kind. sn«*iwh/wn«n, v-n™- mrh.
van zaal binnen. Er waren verscheidene met vuile gelakte laarzen op hetpaa--]
bezoekers op wier gezichten zij de tijtje verschijnenj
grootste tevredenheid las. Al deze Wat ging hem ten slotte de vrouw
menschen haar zuster en zwager en haar ziek kind aan
meegerekend schenen zeer tevreden Hij wilde voortgaan, zich amu-1
met hun lot te wezen. Deze behage- seeren op het bal, waarnaar hij reedg
Toen het jonge meisje de coupé be
reikt had, weerklonk het fluitje
den conducteur, voor dat de dames
nog tijd gevonden hadden elkaar te
begroeten.
Öp de Locomotief.
Vlug, Lina
zuSrT difcoSy1M"te vromv hMr pf'TJo-te sr d,T issr r**» ?p het 1 in het middm «m» sPoM- zjzgr sr s s
zustei .iii oe coupe. iijke stemming deelac ziel; onmlje- dagen lang had verlangd. En nu «eg lag een klein stadie. Daar kwa- STrf,.'.. JVi „.S
iuKid,uve l'ATiï'iu mee aan de ionce telefomst-e, iwsm 7ii hom iminn u*™ mon i\a mn-jjan tnreem.e.1
Mijn kaartje zeide J
rend. Je weet. Else, dat ik steeds der
- -—■•O 1 ik.,1 UU O O ua,
keuirg mee aan de jonge telefoniste, kwam zij hem halen hem berooven men de mazelen tweemaal
die na de afwisselende indrukken van van plezier. En liii beefde
.11 i .1 ii n- .1 ii nrm-A/ll- tiiidATIiHiiïl- O-PVAfillP .1 1
de sneeUwhoopen voor zich.
Scherp sneed1 de ploeg door de witte
heuvels en wierp witte vlokken aam
bei de zijden van den weg.
Hu, hoe koud was de harde bodem
daar onder die diepe sneeuw. Endaar
in zou zijn lie»ve kind weldra worden
neergelegd, diep, lieel diepNooit
zou hij meer treint je spelen en zijn
„i+ wr~ sjaals bevelend: „Klaai*!" uitroepen, nooit
lie klasse reis. dTp^S? S|'CKfS S'
was. Misschien, zoo dacht zij, zijn al den en niet kan een jaar* te laat. V,J®"4 r. h. i1 .7
De trein was
ging en de jonge vrouw zeide
a J n w i. a i i deze menschen, die hier zoo gelukkig naarila HPt dfl hand 7,*in nmi
Dat doet er niet toe, rusje, ik zal tovTeden zitten, oek niet uit liefde "P™ de ™fd- dW *2? 3X1,1
wel suppleeren. Maar nu eindelijk gerouwd. Vz br werd
mspannena menigmaal, scnijnx nei opgewekter. er werden toosten gesla- voeiae nij, noe nem lieYe gezicht der jong<
mil onverdraaglijk, dat eeuwige Hal- „Jg d stemming w.:-rd voortdurend Plotseling al het bloed naar het hart ma,.|anirt zii naaide
lo. 64! 23! 92! Verkeerd aangesloten fSSeSiger. Eon gevoe) van absolu- J.ep Het w-as hem aJs f hij een steek STJS t
Daarbij komt nog. dat de eerste telt- „.„.„lOTheid maakte zich van het m de borst kreeg. De blik van den ™„ih.
t_- an>.Wat is er? vroeg de stoker.
nlitfS.a" Niets vriend, siook maar op
-- vneoidelijk geel ge- Streds voo,^.a3rts, door sneeuw en
eens dcWaag. hoe het er mee gait «Tan hei diner vond zii Erich Otter, ?fur 8»pmi. De vrouw trad eerst ™0r™Ik3 «"«l wind!
en hoe hot op het telefoonbureau is? dh. ,.ji0 TOOeite deed om haar te be- ^mnen ln het kleine vertrek, dat g?^a-?lumb Het laatste station! Meer kolen:
Och, haste Else, op den duur is ha n )aTlg aiet zoo onmogelijk als £°°r oen lamp karig verlicht werd. ioSaS><xvrvve^ Eerf dei? voI^n<k>11 daff zou d-'
het niet uit te houden - vervelenden v^eV- Men werd steeds vroolijkeren 3,°®"u V0,]Jd\.en deuka" Achter de SeSSS?'za«r men het T* ter^keej'f11* om Hide
inspannend menigmaal, schijnt het onevwekter er werden toosten gesla- «jei binnentrad, voelde hij, hoe hem ii<wa rit weer te maken, zooals er* stoaidm
mi onvArrlrnjiirliik. dat een wiep Hal- opg^.riie: „5,1,plotselina- al het blood nnnr b«t. hart - Jon/«™ van den den telegraph ischen dienstorder.
teek "J na,a' 6 '""f® aan ?et 113 kiSllten dra- natuur hadden uil
Sa voor haar «eten geraasd, het was nu mooi weer. Schii-
toniste een onverdraaglijke persoon is, JönM mel#e~™Stei-. Hier leefde men, vader die smeekencl op ham rustte, eiTals de moató'^drïSlimaJS!? M«m4 de zon aan dell hamalei1
die mij altijd door chmaceei-t. Som- JHi6? genoot men. Op het teldfoonbu- de moeder die hem het kleineachep- na begon't«^draaienW 3teïï a- M» «m. wtt laken lag.te sneeuw «ver
tijds zou ik lust hebben weg te loo- reau daai^entegen vegeteerde men seltje dat heesch hoestend in het
pen. Ja, ik zou het ook wel doen wan- glechts bedje lag, toonde, greep hem aan.
neer Lina zuchtte wanneer dis geri koude rilling liep haar ovea* den Hij begreep dat hij de hoop van
w'SnSd tec'reteerda - "dM hem htm ver- Ta/e™ vit? jt^SSgS^se- dui<,e'Uk en Maür voer h«n."én 'aaS
om Lina, ,Ml hvM keerde en ^in^^»S5 TI
half verwijtender^toon m°6 K
Mijn beste meid, dat harde moe- „iet een knikje haar „ja -w-oord^ Heizelfde dak beschutte hen allen, leek or soms wel op. of er vele krom- aan a. van gin kameraden op
ZÜ ÏÏT611,. "J™™ m h.et wa® zii11 waren op de» levenslijn en of hct station „.agCn hoe het thuis' was.
plicht te helpen zooveel hij kon. <I« stations, waar men eens atstapte. hij ,ldlde zijn Jomts hooren vnn de
l Snel sloot hij do deur achter zich maar zeldzaam waren, doch voor-
en ging naar het bedje van de klei- waar^s S'tog het toch.
me om hei kind te onderzoeken. De .„?e,JlloedTe";,iU?a? van Veens von- >wr lallreI1
jlamp beefde in de hand van den den vreemd, dat deze machinist dingen de gordijnen frisch en schoon
man, die hem bijlichtte. f1'3 had^ zeer, neer, en daaronder stonden de gera-
Philip begon het knaapje te onder- en niums. Het was den man. alsof zr
d?ka™m M h^T^S1 adtr 'S?
Sié;~tvhoPdrgoe<Uieiden süS
m-sssit
keek het kind hem aan aJs er een Zoo kwam het, dat beiden en nog wSi™ riSi'Imïf/w^tLvetwhii
SST aanval van benauwdheid eer, klei™ daarbij in de kamers van Hij
De jonge man keek telkens teriijde gwiJdim^wMnd^6 aan cen stokle lmd i?el>™dCT m ,if-P
wanneer het zieke kind hem met de Buiten op de locomotief, in stormen
(„N. v. N.")
De kleine Dokter.
Naar het Duïtsdh, van
JULIA BUEREN—HL\HN.
Ga jij heen.... zeide de vrouw.
Neen jij, jij kunt beter praten
En daarna was ze plotseling zon-
- .a,, der een woord meer te zeggen, uit de
Waarom sloof je je af als telefo- kamer gehold,
niste, LinaJe kunt toch tegen denDeldig passen door de donker®
jongen Otker niets hebben Dat de zes treden Daar beneden en zij
vader van Erich hem het i»ttebakken -Jj voor het kamertje, dat voor
liet leeren, is torii geen schande. De de ,traat j
oude heer Otker is huiseigenaar en y d 5btect staan ie
bei rdl? da de aarde. De sneeuwdiamanten schil
aan beweging zette stout! Hans terdai op de donkergroene takten da
aan. rechhop en commandeerde: denneboomen. die zich bogen ondei-
,^Lge- was nu V-lij. bijlag
Eindelijk, daar was hij aan hei sta
tion van zijn woonplaats. Hij durfde
ten ligt geheel en al aan je zelf. Wan- j
neer je verstandig waart en trouwen
wilde, dan zou dat moeten van zelf
ophouden. Als de vrouw van Erich Ot-
ker zou je een onbezorgd leven kun-
nen hebben.
Lina maakte zich uit den arm van
haar zuster los.
Laat dat thema rusten, Else Je
ergert me daarmee! i
Maar de jonge vrouw ging onver-
biddelijk voort
lippen, die alleen zijn smart konden
lenigen.
Voor de ramen van het gelei huisje
hem toeknikten ..De kleine Hans
laat aan zijn zoon1, na diens huwe',
lijk, het beheer van zijn bezittingen J[ nnncr
over. Is de maatschappelijke positie 'b«*-Ze
van een huiseigenaar misschien min- ^laa«* 7awi'de Weine ]'jden en »iet te kunnen helpen, is borst koud. maan* hier ontdooide hii
*r.dan d!*. van een l^urMtehou-1 Mu„!.. weer bij zijn wouw eu kind met
f tweemasJ ouderzook vau den bals was zijn vrouw naast zich. zun Ha.ns op
7m,<W een 'antwoord af te waeh- buitengewoon moeUijk en pijnlijk, zijn schoot, die zich rlicht togen hem
ton.Trtd ze in de kanier. waarin zij Met moeite had Philip zijn diagnose aandrong, wamieer hii 's avonds thuis
gesteld. Kwam.
der? Otker is niets minder dan mijn 1 vingertjes Zich kromden, en ze klopte
man. Wat wil je toch meer? j snel tweemaal.
Erich Otker is onopgevoed, be
weerde Lina.
onstuimig kloppende
heesche hoes- oogen aankeek. Iemand te zien regen, werd zijn aangezicht zwart,zijn
lijden en niet te kunnen helpen, is borst koud, maar hier ontdoe-'-3-
bitter!.... weer bij zijn vrouw en kind,
aan een stokje had gebonden m
„Klaar
UIT HET LEVEN VAN EEN
LUCHTSCHIPPER.
Dat zal wel beter worden, wan
neer jelui eerst getrouwd bent.
Hij kent zijn wereld niet.
Maar hij heeft des te meer geld.
- Hij is leelïjk als de nacht.
Je overdrijft. Hij is een doodgoeie
man.
Maar driftig en opvliegend.
Daarentegen- zoo volgzaam ah
een lam, wanneer je hem weet le lei
den. De mannen zijn alle lamineren,
als men ze maar goed aanpakt.
Lina werd ongeduldig.
En wanneer hij ook een engel
van goedheid, als een Croesus zoo riik
en zoo volmaakt als een heilige was
zelfs dan zou ik hém nog niet wil
len trouwenIk kan en wil liet niet
De jonge vrouw greep de hand harer
zuster en zeide op kalmen toon
Maai*, beste, noem mij dan ten
minste één reden, waarom je zoo hals
starrig weigert.
Ik houd niet van hem, zeide Lina
eenvoudig.
Haar zuster zag haar verbaasd aan.
Je houdt niet van. hem Heb *"k
dan misschien OLto aangebeden Was
ik niet blij, dat hij mij uit het stoffi
ge kantoor van de verzekerings-maat-
schappij verloste, waar ik van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat aan de
ratelende schrijfmachine zat en schreef
tot ik er duizelig van werd en tot mijn
hoofd dreigde te bersten door dat
eeuwigdurend getik? Otto beantwoord
de ook niet aan het ideaal mijner
meisjesjaren. Toen pa en ma nog leef
den en mij irieenaanen naar verschil
lende bals, toen dacht ook ik nog dat
ik met niemand anders zou trouwen
dan met den man mijner keuze. In
mijn hart had ik die keuze reeds ge
daan en je weet niet hoeveel heete
tranen ik na den plotselingen dood
onzer ouders geschreid heb, ook om
dat verloren ideaal.
Lina schudde het hoofd; zij was
ontroerd, maar niet overtuigd.
De zuster ging voort:
Jij waart toen-ter-tijd nog half
een kind. Lina. Zoo scherp en snij
dend heb jij de verandering in onze
positie niet kunnen gevoelen.
Nadenkend met. gebogen hoofd had
de telefoniste geluisterd naar de woor
den van haar zuster. Zij wilde iets
daartegen zeggen. Maar op het oogen
blik reed de trein het station Aleian-
De dood van. den bekenden Ecge.-
negieru. kwmjiu schen Luchtschipper Stanley Spencer
een vreemd tooneel zag. i Veens bracht eiken dag den trein werd voor enkele dagen uit Malia
Op een stoel midden in de kamer Niet dat beetje wijsheid, dat hij naar het eindstation en des avonds bericht.. Hij is daar aan typhus ge-
stond een slanke, jonge man. die zich m die paar jaar studeeren eigen weer terug. Dan was hij tot den vol- .storven.
zich de grootste moeite gaf in een had gemaakt, had den doorslag ge- £rölldeal dag wjj en in zjju verlangen Een Leven vol avonturen met vele
spiegel, die zee-r hoog hing. te kijken, geven, maar de herinnering aan zijn uaar dK uur «nng hij das morgens wonderlijke reddingen uit het grootste
De stoel wankelde bedenkelijk ener kleine zusje, dat dezelfde ziekte had met lust en liefde aan zijn werk en levensgevaar is daarmede geëindigd,
was een groote mate van behendig- gehad. En hij sidderde bij de gedach- verheugde zich als een kind op elk Spencer stamde af van een luchtschip
heid noodig om het evenwicht te be- te dat het ook hier te laat zou kun- uur. dat weer voorbijging en hem weer persfamilie; reeds zijn vader en zijn
waren. Hoewel hij op de teenen ging nen zijn. dichter bij Mina en den kleine bracht, grootvader hielden zich bezig met den
staan, kon hij slechts een deel van Hij was nu verantwoordelijk voor Daarom was de stationschef op ze- bouw van luchtballons en hij zelf heeft
zijn waarde „ik" zien. dit kind. Zou hij het inpakken en keren morgen ook heel verwonderd, met ziin beide- broeders Percifaij en
Zonder op het kraken van de deur een rijtuig nemen om het naar een toen hij den machinist bleek en som- Arthur de beroemde Londensche firma
te letten, ging hij voort met zich op ziekenhuis te brengen? ber, met groote blauwe kringen om de Spencer gegrondvest. Stanley Spencer
den stoel uit te rekken, tot het hem Maar de koude, de sneeuwstorm, oogen de locomotief zag bestijgen. die een ouderdom van nog geen veer-
ten slotte gelukte zijn lachend ge- Het zou nog meer kou kunnen vat- Wat is er gebeurd, Veeais? tig jaren bereikte, heeft in bijna alle
zicht <in den spiegel te zien, maar hij ten. 1 Ons jongentje, onze Hans ligt op landen zijn stoute tochten onderno-
zag twee oogen achter zich. twee Zelf gaan en de noodige zaken har sterven, meneer, antwoordde de man. men en is tallooze keéren met de pa-
brandende wijdgeopende oogen, die len was ook niet raadzaam, want En toen ging de trein weg. rachute neergedaald. Steeds was net
al zijn bewegingen volgden met een terwijl hij afwezig was. zou weereen Gedurende eene geheele week was een zeer geliefd schouwspel den i e
wonderlijken blik, zoodat Philip zichhoestbui kunnen komen. het ,W6?r buitengewoon streng ge- keloozen luchtreiziger «|J e®
nervpus omkeerde Neen hii moest hier bliiven Hii weest. Nii sneeuwde het weer gewei- lingwekkende hoogte m een valscherm
Een oogenblik zag hij haar aan,zou den vader zenden. Zoodra rijn be? di£' terwijl tegelijkertijd een hevige te zien neerkomen. Alleen voor enkele
nog steeds Op zijn stoel staande, sluit genomen was iverd hij kalm, ^TtreSTkSam te laai op elk sta- totuTteworden' OMTdam
Hooma cini-rvno- liii ltótrt rin rlpn p-r/vn/l koil weer soed \Tiandplpn p.n nam n.llp I, e
Chineezen is hij daardoor eens nood-
daarna sprong hij licht op den grond
en vroeg
Wat verlangt u
Het is om de kleine
Omdekleine
Tusschen de bevende 9tem van de
vrouw, die met moeite de woorden
uitbracht en die van den jongen
man was een groot verschil.
En zij werd weer door hare moe
deloosheid bevangen en zweeg be
vreesd. Het was haar alsof haar keel
dicht was. Onmogelijk was het de
ziekte van het kind te beschrijven,
die in de laatste dagen zooveed erger
was geworden. Vandaag was de
koorts 7.00 hoog. En ze konden niet
helpen, ze wisten liet wel. Bij alle
dokters in de buurt waren ze reeds
geweest doch te vergeefs. De eene
wilde morgen terugkomen, de ander
sprak van het ziekenhuis. En als ze
weer aan het ledikantje van hun
kindje zaten en hun lieveling zoo
zagen lijden zonder te kunnen hel
pen. liep de man weer voort naar
een anderen dokter. Vanavond was
het weer erg geweest, ze hadden geen
hoop meer. Tot eensklaps de vrouw
op het idee wa^ gekomen naar bo
ron te eaan, waar de „kleine dok
ter" woonde, die zou kunnen helpen
en h'et kind redden 1
Er sprak zooveel angst en leed utt
nmaU-ppplpn^Aip^rnrnrpfnv 0116 tiom en toen mën den Terugtocht wou hij" voor de vorbaa&de zonen van het
FpS? minï+A^' fSïwïrf?' a* aanvaarden, was het lang niet zeker, hemeLsche rijk zoo'n neerdaling ineen
Ee ge totouten later verliet de mCT1 de kinine stad dien avond nog valscherm en dat had een onverwacht
vader met de slecht voorziene beurs zou bereiken. Maar liet gebeurde toch gen,rolg. Vele Chineezen wilden liemna-
van aen jongen man in den zak, het jwee uur te jaat gleed de trein het melijk nadoen. Ze klommen op de da-
,,s" station binnen én Veens sprong met ken der huizen en lieten zich daar af-
Van een Klem fleschje en een in- een god zjj dani< r 0p de lippen,, van vallen, echter zonder valschcim.
strument in een étui. daarvan hiing, zij.„ locomotief. Zoo werd Spencer de onschuldige
nu het leven van zijn kind af, had Veenssprak hem plotseling de oorzaak van. een reeks van ongelukken
de kleine dokter gezegd. stationschef aan. met doodelijken afloop en de regee-
Terwijl de vader heensnelde doorMeneer de chefring vond daarin aanleiding* den ge-
den sneeuwstorm om voor rijn jon- \\rjj jn groote verlegenheid vaarlijken vreemdeling uit het land te
gen hulp te halen, zat de moeder de middagtrein kan wegens de he- verbannen. Dikwijls genoeg ontging
n t IJK !,-„ r,-r. J „„Ut™ Cnnnaor ml i iVni.Q 1 m-MTI itrtTJ
met Philip
i het bedje van den
kloine. Met tien eenen arm hield hij hSrniet verdérTHiaiia^te hetge! Mi ziin kcfite? d<-,\ iood. Menigen
den jongen stevig tegen zijn schou- illkt d® lijn vrij te maten en is het M>er is hij met bootsimten uit rivlOTrt,
der aangedrukt en in de andere mogeliik dat de trein door de en zeeen opgevischt. Eens had hij zélfs
hield hij een potlood, waarvan de „„eeuw komt. De trein moet zoo aan- W"6™ doodaberioht
punt met watten was omwikkeld en stonds vertrekken, maar Kareisen is "i™ m»«blle lernm
voegde daarmee voorzichtig do keei- heej ziek in dit hondenweer heeft z3er S"a31J,)K®'
opening schoon Zoo maakte hij den hij rich een longontsteking op den mUw vtóhieli dat lm het bootje
jongen althuis het ademhalen moge- haJs gehaald. Gij moet daarom nu „aar l^dlm hint ltet op het beelit
hjk Meer kon hij op dit moment dezen trein besturen. d oogenblik niet op tijd los en
niet doen. De eene minuut na de an- Hoe Thans in den nacht Sta- f?T\r%atXKr; anT, een strik, waardoor
dere verliep. Angstig hoorde Philip tionsche! ik ben ook verkouden en w pea scheur j„ den ballon kwam.
naar het moeilijk ademhalen van t doodop. Ik heb niet meer de kracöit Sneueer wilde echter zijn toeschou-
kind. Zou de vader nog tijdig terug- daartoe. wert niet teloursteUen en besloot on-
komen? Het is bard, dat weetik wel, donks de bedenkelijke beschadiging
Eindelijk werd de drukkende stilte maar in 't reglement staat niet van Van den ballon toch de reis te doen.
van de kamer door gedruisch in de dood-op of verkoudheid. Bent u zoo De ballon schoot in dé hoogtemaar
gang verbroken. j riek, Veens, dat do veiligheid van de spoedig bleek, dat het heete lucht
Ja, dat wa9 de redding die na^passagiers en van het materiaal g&- gas had de luchtschipper niet kunnen
derde. j vaar loopt, als we u laten rijden? krijgen toch te» sterk uit de scheur
Voorzichtig en geholpen door deMisschien niet, meneer, maar stroomde. De-meetinstrumenten wezen
anderhalven Kilometer echter ook Spencer zelf ternauwernood
Een zeer gevaarlijken- storm beleef
de hij in Hongkong. Een man, die het