NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Verbrande Papieren
23* Jaargang. No. 6972
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 21 MAART 1906 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN Jt?, ADVERTENTIËN:
per drie maanden: MilL ^an 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem - 1-20 Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) 3 *29 /Z*Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 (gVjr^WBjlÉBrTpgj 50 Cts. voor 3 plaatsingen 4 contant.
Göllustreerd Zondagsblad, 'voor Haarlem* >37H Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Et-® Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAG BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bts Faubourg Montmartre.
De ramp te Courrières.
De speciale correspondent van de
Tel. schrijft nog ,uit Lens dato 17
Maart
Het ophalen der lijken
Hij had het dus wel goed voor, de
ingenieur der Compagnie de Cour
rières. welke reeds Dinsdagochtend
hij den ingang van den put no. 2 te
Billy-Montigny, voorspelde, dat men
ten slotte toch tot het onder water
zetten van de mijn zijn toevlucht zou
moeten nemen.
Gister- (Vrijdag-) avond inderdaad,
waren na eindeloozei discussie al de
mijningenieurs der streek, verga
derd te Biliy-Montigny, om een op
lossing voor den toestand te vinden,
het er over eens geraakt, dat de put
ten laten volloopen, voortaan nog
het éénige middel is om het vuur te
blusschen. dat elk oogenblik nieu
we aderen aantast.
Eta, mogelijk zou hedenmorgen al
met dit werk een aanvang zijn ge
maakt.... hadd'en de hier aanwezige
geneesheeren zich niet zoo beslist er
tegen 'verzet. Nü al is het nabij den
ingang via de schachten vooral
nabij de nummers 4 en 11 te Sallau
mines niet uit te houden van de
lijklucht, die uit de putten opwalmt.
Wat zou er al zoo niet gebeuren,
vroegen de geneesheeren met recht,
indien men de bergen van lijken hier
beneden met water ging gegieten.
Warm als het er is, zou dit water
terstond verdampen en de lucht over
heel. deze landstreek in voldoende ma
té verpesten om de verschrikkelijk
ste smetziekten teweeg te brengen
De stoffen en gassen, die de lijken
afscheiden, blijken inderdaad zóó
gevaarlijk. naar tenminste dokter
Cailmette, bestuurder van het Insti
tuut Pasteur. d;e sedert, eênige da
ge,n hier is. verklaart dat men, na
een slachtoffer te hebben aange
raakt, slechts een schrammetje van
niemendal zou moeten oploopen. om
d'oodelijk besmet te zijn
Tegen deze wijze waarschuwing
was al héél weinig in te brengen en
de ingenieurs hebben dan maar van
hun overstroiommgsplan afgezien
tenminste voorloopig, want tenslotte
zullen zij er natuurlijk tóch moeten
toe overgaan.
ïntusschen zullen zij probeeren de
brandende kolenaderen luchtdicht-
af te sluiten bij middel van enor
me muren, welke reeds na zéér lan
gen tijd weer doorgebroken zullen
worden, wanneer men alle reden
heeft, om verzekerd te zijn, dat het
vuur de lijken volkomen heeft ver
pulverd. Langs den uitgang no. 2 te
Billy-Montigny was hedenochtend
die muur reeds zoo goed als klaar.
Hij bestaat uU enorme brokken
steen niet cement samengevoegd, en
de ingenieurs hopen, dat hij sterk
genoeg wezen zal om aan de druk
king van het door den brand voort
gebracht lichtgas te weerstaan.
Dat de stank, te Sallaumines bij
zonder. zóó onverdraaglijk is, ligt
hieraan, dat men in de putten nos.
4 en 11, maar even na de ontploffing
en dan nog niet diep, daar de op-
-haalbakken niet meer werkten heeft
kunnen afdalen, en dus nog heele
•hoopen lijken dichtbij den bodem
van de. schacht moeten liggen.
Wat hier aan heldenmoed tentoon
wordt gespreid, mag waarlijk der
heele menschheid tot voorbeeld strek
ken. Verbeeld u, dat dezen namid
dag om 4 uur een ploeg van acht
man in dezen afgrijselijken pestkw'l
is afgedaald om die lijken te gaan
halen en dat men niet de gering-,
ste moeite heeft 'ondervonden .om
voor die bovenmenschelijke karwei
de noodige mannen van goeden wil,
bijeen te krijgen Hadde men er j
driemaal zooveel noodig gehad, even
snel waren ze gevonden geworden. I
Een deel der Westfaalsche red
ders is nog hier. Waar moet afge
daald, gaan zij nog' steeds vooruit
en al hun materiaal stellen ze ter
beschikking van wie hen volgen wil.
Naar een hunner mij gisteravond te
Méricomi't verklaarde', willen zij nog
niet toegeven dat het onmogelijk
wezen zou, de lijken naar boven te
halen.
Interview meteen Duitschen redder
,,Kain men" zoo zei die onver
schrokken kerel me beslist, de ven
tilatie zóó doen werken, dat de
luchtstroom langs Sallaumines bin
nendringt, dan maken wij ons sterk,
om langs daar nog voor zijn minst
een paar honderd lijken naar boven
te halen. Lan$s Billy-Montigny is
niets meer aan te vangen. Wel tot
driehonderd meter ver van den bo
dem der' schacht zijn we doorgedron
gen. Verder naar hier op (ik zei al,
dat dit gesprek plaats had te Méri-
court,, boven het brandpunt van de I
ramp) zijn de galerijen als een
kaartenhuisje ingestort, toegewu- j
wen, bestaat er eenvoudig geen j
mijn meer
Verder verzekerde mij deze Duit- J
scher. dat twee zijner gezellen, die
Donderdag naar huis vertrokken
zijn, heden of morgen terug zullen 1
keer'en en nieuwe manschappen mee
brengen, die, geheel in caoutchouc
'gekleed, naar beneden zullen gaan,
om de lijken op te sporen,
i Uiterst gelukkig betoonde zich mijn
zegsman over de erkentelijkheid, die
hun hier allerwege werd betoond,
j Ko:el, bijna wantrouwend werden zij
hier ontvangen, Maandag. Thans
worden zij diep eerbiedig gegroet,
toegejuicht zelfs overal, waar zij
1 verschijnen. Wanneer de eerste zes
man Woensdagmiddag afreisden
verdrong een enorme menigte zich
voor de halte van Billy-Montigny,
en wanneer de trein vertrok, steeg
een donder van gejuich op.
j In de Fransche pers is het trou
wens een echte wedstrijd, wie het
hartelijkst en 't. geestdriftigst de no
bele daad, de belangeloosheid en de
doodsverachting dezer Germanen
verheerlijken zal.
Wat deze eenvoudige mijnwerkers
gedaan hebben in enkele uren tijds,
zal tot instandhouding van den
vrede tusschen de wispelturige Re
publiek en het stoere Keizerrijk ge
wis oneindig méér bijdragen dan al
wat ooit de onderhandelaren te Al-
geeiras kunnen uitvinden, al ble
ven ze daar ook zitten, tot zij kindsch:
werden
Minister Glemenceau. die heden-
namiddag 'het terrein van de ramp
bezocht, te Billy-Montigny een tijd
lang de reddingswerken gadesloeg,
had gaarne persoonlijk de Duit
se hers- namens het Gouvernement
bedankt doch op dit oogenblik
waren allen beneden. Hij heeft dan
den bestuurder der Maatschappij van
Courrières verzocht, in zijn naam
hun te doen zeggen dat het hem
werkelijk leed deed, hen niet gezien
te hebben.
van de slachtoffers behoorlijk werd liet materiaal der mijnen vernielen,
gezorgd, en zich tevreden verklaard met geweld den arbeid willen beiek
over de uitleggingen, hem daarom- ton of anderszins onlusten uitlokken,
trent verstrekt geen eerlijke werklieden zijn, doch
De weduwen worden regelmatig booswichten, die er op loeren om in
ondersteund en liet mag niet ge- het tj'oebel water te vissohen, en aan
zegd, dat. haar iels zou ontbreken. de staking altijd méér
Zoo is dan ook de allerhevigste °°fn
droefheid stilaan overgegaan. In n
•kleine groepjes ziet men de arme
vrouwen in de „corons" voor haai1
kwaad cl an
De gemoedstoestand
De lieer Clémenceau heeft met bij
zonder veel belangstelling er naar ge
ïnformeerd of voor de nabestaanden
In dezer voege besloot de heer Clé
menceau zijn rade
,,De regeerinig heeft tot plicht, een
ieders rechten te vrijwaren. U zal geen
woning staan, mekaar opbeurend in kwaad gedtaan worden zoolang- gij de
het door zóovelen gedeeld en dus wetten eerbiedigt, die diezelfde zijn
l'chter te dragen leed. Natuurlijk is VOor alleman, van den minister af tot
het laatste sprankje van hoop se- ^en nederigst en der burgers. Ont-
dert lang al gebkuscht en tracht een houdt u dus van alle geweldpleging,
ieder zich in het onvermijdelijke te Zóó handelend zult gij aan de wereld
schikken. De godsdienstoefeningen en aan het Fransch, proletariaat een
in het kerkje te Sallaumines wor- grootsch voorbeeld geven. Ik betrouw
den druk bijgewoond en, als de op u in het belang van die repu-
avond is gevallen, komen véle vrou- bliek
wen en kinderen in één der huize- Een dreunende ovatie viel dennieu-
kens samen en bidden een rozen- wen minister te beurt. Onmiddellijk
krans voor de zielerust hunner echt- verliet hij de vergadering, klom in
genooten een .automobiel en reed toen naar
Wat veel ertoe bijgedragen heeft, het tooneel van de ramp.
bedaring te brengen in de gemoed e- Den heeteri dag was het 1
r-P,n is rïip fiirlinff dat da Comma- Onras te Mencouri, om het ondeazoele
ren is de tijding dat de Lompag d oorzaken van het onheil
me cle Courrières de volle verant- Tal van ingenieurs en
woordelijkheid van het onheil op «^giegbazen werden ondervraagd.
zich neemt en beloofd heeft, zich t 1
lot der 1100 weduwen aan te trek-
Dies hopen de vrouwen dat men KUnStpfftStJ?»
de gevallenen moeten vervangen, dlftaa Frans Bulla en
nieuwe won.ngen bouwen Arü (hoek s ui_
Daarover echter is nog geen besluit Rokin)
genomen. Nu wilde weq dat mijn woorden
l~)p etabincr konden klinken met de werking van
ue oiaMiig tromgeroffel en trompetgeschetter
Al heeft ook het Vörbond van de zoo als van 'n man op de kermes
Mijnwerkers-syndicaten" van de de- ,.Konvt bier. komt, binnen, hier is
pal-tementen Nord en Pas-de-Calais wat moois te zien
do staking afgekeurd en wel wijl Ik hoop dat y®ten velen zullen
het baar verkeerd voorkomt om de op- gaan kijken naar 't zeldzaam mooie,
welling v.an menscMievendheid te dat in Art' is tentoongesteld. enin
ctómipen. die over .heel Europa, zich stilte hoop ik ook, dat met een aan-
ten voordeel! e der slachtoffers van dachtvolle beschouwing de zoo vele
Courrières openbaart. toch breidt .kunst"-makers van Haarlem eens
zich deze staking al verder en verder wat zullen gaan le er en bij deze
uit. Hedenochtend was het getal der grooie kunstenaars,
girevisten ail tot 32.000 geklommen. Als je zoo eens door t. Rijksmu-
De leiders meietoen, dat een gelegen- seum wandelt en je hebt dan bestu-
heid' als deze, om de reeds zoolang deercl de oude Hollanders, en daar-
bedworigen verzuchtingen van de ko- na 'de Franschen uit de collectie van
lendoivers tot bum volte uitbarsting te Lijnden en ten laatste de moderne
brengen, nimmer meer terug komt. Hollanders uit deze verzameling en
Bij de droefheid en de ontzetting uit die van den heer Dnieper, dan
voegt zich nu inderdaad nog de schrik zie je een, al zoo vaak waargeno-
voor nieuwe ontploffingen van dien men. verbindingslijn,
aard en zóó gemakkelijk als thans Dan. in Arti. kom je midden m de
zullen! wal zeker nog nooit cle mijn- groote Franschen en Hollanders De
werkers boven te houden zijn ge catalogus heeft de namen van Mil-
weest. let, Corot Daubi.gny Troyon, De-
Minister Clémenceau, na vooral' in camps, Diaz. Dupré .Jacque Monii-
d!e anaire van Lens met dien main? cell! Jongkind, de Maï-issen. Israels,
Ba sly en afgevaardigden van de sta- Mauve. Bosboom. Weissenbrucli en
kers een onderhoud te hebben gehad, zoovele andere van groote meesters,
is dan naar het ..Maajom-du Peunle" Laten we dan hun werken gaan
gegaan en heeft alklaar voor zeker zien
4000 gut!visten gesproken. Van zulk groot werk geef ik geen
Bijzonder geestdriftig heeft 'leze ..critiek". Behalve een opwekking
vergadering lnem toegejuicht. a>l liad aan de lezers, om dit toch vocral te
hij dan ook niets gezegd wat. in-zijn bezoeken, deze versterkend door te
plaats, elke andere veiitegenwoordi- vertellen wat er is kan ik niet an
ger van de regeering óók niet gezegd ders dan eenige gedachten uiten die.
zou hebbenal beschouwend, in je opkomen.
Hij zal geierai troepen zenden, cle sta- Van Millet: is er een groote pastel
kers zullen niet eens soldaten zien... Bergwerkers (82) onder een smalle
zoolang zij vreedzaam ein ordelijk reep lucht een enorme zandafgra-
blijven. ving. aan welks voet een huis. Daar-
IIij erkent ton volle liet recht om te voor een weiland. Deze pastel is, als
staken maar ook liet recht om ik er meer zag van Millet, zonder
vóóri te werken. kleurscharme. Waarom dat? Ik ge-
Hij wil gaarne de stakers bescher- loof dat de Zeer-grooten de charme
men.. maar fcuam cle werkgevers is niet meer willen. Kijk eens naar
liii bijstand sO®uildiiig. En ten allien Rembrandt op 't laatst, naar Fraais
prijze zal hij an ook weten te be-. Hals laatste stukken, het is nooit
letten, dat het materiaal dier mijnen gedaan om te behagen. Kunst is niet
wordt verhield. om te behagen, kunst is oxn te ont-
Bijzender behendig was t van Cié-j roeren. Er zijn Grooten. die komen
•mdneeau den toestand hier onnoozel-lot soberheid na hun weelde. Mil-
weg zóó voor te stellen, alsof /.ij. die let's pastel is reuzig ernot van bouw:
maar <van kleur en teekening is zij zoekende verdieping de aanduiding
sober, rauw bijna. van zijn gevoelJacob, de mach-
Corot, père Corot. was lief zacht tige woJkenböh e er seiner, de steelen
en beminnelijk. En z'n werk hier is bouwer, de grijze toaiiallist. Willem,
superbe van teere Corot-kleurtjes, de zon-volle, de Idem-rijke. de, liet
één (een landschap) is met een prach- licht in de Meur zoekende schilder,
tig diep, een wonder donkerpaars. Jozef Israels is er met vijftien stuk-
Daubigny is een heerlijk schilder, ken. Is het, dat deze sterke oude, aan
Zijn twee glooiende landschappen 't eind van zijn leven, in Levens-
hier (18 en 19). golvende, opbollende avond" schilderend den ouden heer in
en weer uitvlakkende heuvellanden paarsche neveling van avondscheaner-
zijn grootsch. In het ééne, sterk die mist, zegt, dat hij, na zijn rijke en.be
lucht beheerschend de vallei: in het reikte leven, na 't prachtige kunnen"
andere de sombere verbloeding van uit z'n jeugd, er toe gekomen is te
de stervende zon over het wijde berg- erkennen, dat hot leven a.ltijd een
land, mysterie blijft, en dat 'n rnenschi niéts
Ik houd niet erg van de groote 'can eu méts wéét is liet daarom,
Trovon in 't Suasso. hoe reusachtig c^'a^ verwaast bij hem in liet Lich-
ook 't is me wat koud. maar van t61lde paarsgrijze van zijn onnevelen-
het boschgezicht hier (108) gekapte de atmospheeren dat hij eindigt
stammen met zon er over. cle fond dlingetn nog maar zoowat aan
is een transparant groen gebladerte éhi'deni zonder te tracliten de cliu-
houd 'k heel veel om z'n ruimte en #en zelf weer te geven, zooals ook in
z'n kleur, en z'n studie in bruine dat vvonderschoone Zelfportret (43).
toon een groote koe voor een berg- Schild'erdeRembrandt met m z'n jeugd
reeks, onder een, achter een wolk- ieder Pm'óltje en ieder plooitje en ieder
laag uit schitterend licht vind 'keen 'aartje bijna en ieder gaatje van een
van de prachtigste dingen die er han- ^aid en op 't. laatst, nog maar eni
gen, om z'n kolossale machtigheid kele heblplekken op voorhoofd en neus
Diaz, met Hoenders (23) prachtig en do rest 'm onbewcetbaar donker
van kleur en teekening. Diaz is een Mauve en Bosboom zijn hier met op
weelderig schilder van boschkleuren. hun best.
waarin hij v.aak mooie naaktfiguur- WeisSenbruoh dlf stukken. Ik wijs
tjes zette. bovenal naar een grootsöbe schets: De
O, r ie vnnrnl gi'oote Molen (138). Nu ja^ Jaa,p Maris
n Si?tY™ifing on den"inuuren dmk even aan, maar geweldig die
m zn liohtmva.1 ff ^)Anr(>T1 ;n den lichtende wolkdrom, drijvend achter
niing. wonderlijker minder reëel d s(mls WJ ruwe af
ook, is Drinkende Schapen, een don- t
kere ^ep eehapen ond_er sombere er nog ïdlfflla
Verder 140 HavenWeissenbrucli is
boomen aan een water, dat een
lichte lucht weergeeft.
Monticelli is wonderlijk. Ik vereer
Monticelli hoog. Ik houd van z'n
kleurrijkheid die soms lui 't bonte
isvan z'n wonderprachtige weelde
goed van kleur, Blommers mooi blond
goed van zee-teakening, De Boc-.k goed
vau. Meur, een Breitner niet te verge
ten, een kolossaal mooi stuk. n. Moe
paard Icoint aangesjokt door de
1 ton"nD„,. a-n sneeuw boven de straat met de doai-
van zn lacht en kera, wankele huizen, een zon me-vlam-
ten van vrauwen. van z n zonnigheid,
Mooi dat. paard van houding. Moot
ook van kteurgeheel.
Degas moderner Fir&UBcf], Gabriël,
uim natuurlijk, Hemner heel typisch,
a nz'n licht en kleux- en kleur
licht. Dat is schilderen 't licht m:
de kleur -en de kleur in 't. licht,
Monticelli's heerlijkheid van over-
-7,ruim niaiuuriiik, rifiiuiei iibui ijpiswi,
vloed is verrukkelijk. Z ia wondere m(,t Kleuren als oude Italianen; Kar-
7oitrilo'hKi.ri rtv.p-V fip vp.pI
sen, streng, hoog, somber-donker,
knap. Neuhuys. met geen van z'n co:
loristische kleu.rheei'1 ijkheden, Pasiui
mooi Oosterscli, P-ieters, niet. dat;
John Swan, diui'ensc,h>i'.lder zonder
Idlóur,schoon, Alma Taderna, knap en
du-oog, Tholen, niet mooi hier.
Nu nog twee heel 1) ij zonderen
Voerman met 23 stukken. Hij ;s
vreemd, vaalt onnatuurlijk. Iii.i is
vvonidierlijik, van oen heel sterke, mys-
vrouwengroepen z'n zuivere compo
sitie. z'n groepeering. z'n fijne vrou-
wegostalten, hun licfite. mooikleuri-
ge gewaden. en dan z'n bosch
schilderen, z'n prachtige groenen, en
bruinen Z'n warmte vooral
Buiten den catalogus .'hangt er nog
een in bruin gehouden pracht.st.uk-
je. het doet wat aan Matthijs Ma
ris denken. Jongkind is een Fransche
Hollander. Hij heeft grooten invloed (^Xngendh.oi.t Hij 'is
stul^e. Ho]laindsch vTn6 d" en goloofbaav knap. tan eigenlnk „H,
Hes.
Hij is altijd wijd, en ruim, soms heel
Van Jongkind naar de Hollanders sirccMi en iew. Toch kan ik niet hoog-
's ntet zoo heel ver. Van Jacob Maris srlxoonilxexd zien in z'n onnatuur-
dlf stukjes. Belangrijke exemplaren V]yke stukkt'n. 1-1 ii is meestal van eun
om nader te komen tot zijn vveaeu 5^erke rus^
zijn er niet,., of't moest zijn ..llunge- iie.,q airLric*rs Isaac Israels, met. 52
laars" 1,59), diat uit 't jaar 1870 is. een akfeken.
ailleriiiefst, snoezig, romantisch, zoet. sterk van expressie, vooral go-
kleurig, plaat j esaclitig dóekjv. of: laatsuitdruikkingen en eigenlijk altijd
..Lezend Meisje" (63), waarover 'e- vaai voldoende kleur, zonder bijna
niojiiid de opmerking maakte, dat lie! ouj.t t(l) ki.nurmooi te komen, meestal
onder Matthijs invloed1 stond, iets wat van voldoende teékeniing zonder bijna
in meer van Jacob's (vroeger) werk t uoit moole teekening te hebben met
geival was. een artistieke élégante als 't Parij-
V.aai Matthijs Maris eeui droornende sche dametjes betreft en. plomp bnr-
teckeniing, dlellicaaf, van eien donken
mijmering. Kunst is Schoonheid ma
ken, en ook dat is Schoonheid, al is
het ver van het Leven weggedroomd.
Van Willem Maris een mooie, aller
fijnste eenidien-aquarel, eon dito schil
derij, en een schitterende „Drinkende
koe" (73), deze studie is prachtig Wil
lem Maris, voi-rijp, zonnig, in heer
lijkheid van kleurrijkheid
Wait een verschil, deze dlrie broeders,
drie Grooten. Matthijs. de wondere,
die lalléén levend in '1 ontzettende
gerlijk aJs 'l Holtlandsclu" kinderen op
ezels zijn, op strand, in de helle zon,
is hij altijd blank zonder tempera
ment in kleur, van een techniek, die
bovenal handig is en vlug, zonder
veel vastheid en didpte. t Zijn mooie
studies, geen schilderijen.
Zijn zelfportret is stevig, zeer vast
en zuiver geschikterd, eveneens een
paar meisjeskopjeso.a. Rooksterije
(No. 41).
Nu heli 'k van alles verteld van wat
Londeai voortmijmert in z'n ijle er, nog een paar weken maar, irn Arti
droomphantasieenverdioezeJeriid in is tentoon gesteld. Dat nu vo'Im, on
Feuilleton.
Naa.r het Fransch
van
M. MONTéGUT.
82)
Toein Prosper de viool weder op de
taföl legde, kwam Laverasse met uit
gestoken haniden op hem toe, .eni' om-
a.rmde hem.
Gij hebt de gave des hemels, gij
zijt een uitverkorene het is godde
lijk en het heeft geen naam. En gij
hebt die gave verborgen gehouden,
alleen voor u zelf Wal een geluk
Wat den geluk
De aandoening bétette hem een
oogenblik verder te spreken. Toen be
gon hij weer
Uw vader heeft u alles gegeven,
wat hij had al wat hij van nature
bezat, én al wait hij u leerdeNu
nog stuideerenu vervolmaken;
gij zijt artist bij Gods gratie en
niet velen zijn er als gij
Prosper maakte zich los, ven-legen
over zooveel lofspraak doch nu reik
te Clarisse hem haar beide handen.
Mijnheer Prosper Thibault, ik
bied u mijn grootste vriendschap
aan het is een geschenk, dat ik
aan niet velen geef. Gisteren waart
gij voor mij nog niet meer dan een
gewone jonge man, die een zeer
prettigen indruk maaktenu bewon
der ;k u. Ik rangschik u thans on
der mijn beste vrienden.
Hij wilde haar bedanken, maar
stotterde slechts onverstaanbare
woorden. Maar Laverasse kwam hem
te hulp.
Van wie is die druiven-dans
"Men weet het niet; zij is dl
zeer oud, bijna traditie geworden..
mijn vader voegde er telkens iets
aan toe.... en ik heb er nu ook nog
variaties bijgemaakt zeer veel
zelfs.
Wonderlijk ongelooflijk, zei-
de Laverasse.
VII.
De arme Thibault ontving in zijn
afzondering thans weer van zijn
zoon brieven, waarin deze hem van
den wonderlijken ommekeer, die en-
in zijn leven plaats vond vertelde.
In den laatsten tijd had Prosper
nooit aan de zijnen geschreven be
halve nu en dan een kort lakoniek
briefjemaar in zijn laatste epistel
hoe kort ook. was een zeer diepe
smart en treurigheid te lezen, dat
zelfs zijn moeder, hoe optimistisch
zij anders ook mocht zijn. er geen
woord in vinden kon, dat niet een
klacht was.
Van toekomstplannen vaaa fortuin
maken was geen sprake meeren j
daar Martha niets wist van wat j
haar zoon doorleefde, meende zij, j
dat zijn pogingen mislukt waren en
dat haar arm kind daarom zoo wan-
hopig was. Maar zij was overtuigd, I
dat de gelegenheid zich weer zou
voordoen, en dat Prosper haar dan j
niet zou laten ontsnappen.
I Maar toen de laatste brief kwam, j
vvas er een zekere ontroering in den
1 rustigen familiekring. ThIBault. het
papier met beide handen vasthou-
deuid, las hardop, nu en dan meteen-
i uitroep of bet gelezene door een
woord toelichend.
Mijn waarde vader las hij
sinds drie dagen heb ik een nieu-
1 wen vriend een oprechten vriend,
'.die mij reeds tutoyeert.,., herinnert.'
gij u den naam Laverasse?...
j Zeker, zeker, Laverasse wij j
waren samen op het conservatorium j
indertijd....
Die met u studeerde en die op
het oogenblik leer aar aan het Con-
servatorium is.
Zoo! Mooi!... Laverasse een
beste jongen hoewel geen hoog
vlieger....
Maar lees dan toch riep Mar
tha.
Ja, ja Welnu, dit is mijn
nieuwe vriend. Hij is dadelijk vriend
schap voor mij gaan gevoelen, om
dat hij u zoo goed gekend had. En
wat. weet, hij veel goeds van u te
vertellen vader .hoe verwenscht
hij het onrechtvaardige lot, dat. een
kunstenaar bij God's genade als u
zoo verborgen doet blijven.
De stem van den ouden Thibault
begon een weinig te bevenhij
maakte er nu weer eeai opmerking
tusschen
Laverasseneen, ik vergiste
me.... Laverasse, ja zeker! dat was
een jongen van talent, veel talent
zelfs; vooral met een zeer juist oor
deel.
Maar lees dan toch door. va
der smeekte Christine laat ons nu
toch niet zoo wachten nu een enke
le maal een brief ons wat goeds
meldt.
Eugene Thibault begon opnieuw te
lezen
Hij zegt., dat gij een groot kunste
naar zijt, en een man ook En dat
gij,, de meest oorspronkelijke van al
uw medeleerlingen, uw niet slagen
in de maatschappij alleen te wijten
hebt gehad aan uw onwrikbare vrij
heidsideeën als burger.... hij heeft
me ook verteld, hoe gij in '48. op den
2en December, gevochten hebt, En
telkens wijst hij er mij op, dat gij
uw afzondering en uw onbekendheid
alleen hebt te danken aan uw zoo
genaamde sociale misdrijven.
Hij wilde, dat ik voor hem speel
de en het weinige dat ik van uw
leering had overgehouden, heeft hem
met verbazing vervuld en, laat ik het
maar zeggen, met bewondering...
Hij heeft u zelf er uit herkend, en
een weerkaatsing- van uw genie is
gevonden ik zeg dit niet, maar
hij
Hier kon de oude heer Thibault
zijn ontroering niet meer meester
blijven; hij bleef steken, "zijn oogen
waren vochtig en in zijn keel was
iets, dat hem het spreken belette.
Zijn vrouw en zijn dochter ween
den. Maar 'hij zich over zijn zwak
heid schamend, deed alsof hij boos
i werd
j Wat huil jelui nuomdat
iemand de waarheid toevallig zegt
en ik ben a:l even dwaas. Hoe kan
dat. iemand nu zoo aandoen.. alsof
ik het niet alles reeds lang wist
Mijn arme Laverasse. als ge me nu
weer zaagt, wat. zoudt ge mij ver
anderd vinden Dat komt van het
leven buiten, in de provincieJe
groote burger, je edele kunstenaar
is een wijnboer geworden.
Hij nam den brief voor de derde
maal in de hand. Prosper vertelde
verder van zijn goede kennissen, van
het avondje bij zijn ch,ef en daarna
nog, doch zeer terughoudend, over
juffrouw Clarisse, die hij zeer schoon
noemde en met. een heerlijke stem
begaafd hij eindigde met de groe
ten over te brengen van Laverasse
aan zijn ouden vriend.
Toen hij den brief weder opvouw
de en bij zich stak, gaf de oude Thi
bault zijn tevredenheid te kennen.
- Sedert eenigen tijd ontbolstert
de jongen ik geloof dat hij zijn
weg nu wel vinden zal.
God geve liet.! zei Martha, de
handen vouwend. Haar gedachten
waren reeds ver. en bouwden lucht-
kasteelen voor de toekomstze liet
Prosper reeds met Clarisse trouwen;
de bruid zag ze reeds voor zich, ge
heel iin het wit gekleed. Alleen vond
ze het jammer, dat ze de kleur van
Clajrisse's haar niet wist.
Dien dag was- het feest op Ber-
trand-FosseEugene Thibault haal
de de viool uit de kist te voorschijn
en liet de strijkstok over de uitge:
droogde snaren dansen maar zijn
stijve vingers, zijn ruwe haniden had
den de vaardigheid en de vroegere
zekerheid en vlugheid verloren.
Maar hij gevoelde het nietinte
gendeel, hij vreesde nog nooit zoo
goed gedisponeerd te zijn geweest.
Maar zijn vrouw en zijn dochter, hoe
ze zijn spel ook bewonderden, dach
ten er anders over.
:\\V
i'oled