s m mm m RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Lig i APRIL. SUT 1 FSSSSt Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisje©, die Voor Onze Jeugd lezen. De namen van de kmderen, die mij vóór Donderdag morgen oplossingen zenden, worden in toet volgend nummer hekend ge maakt). 1. (Ingezonden door Dirk Boeró). Mijn geheel bestaat wit 12 letters. I 2 3 4 5 is mealkost. II 12 8 is niet arm. 4 3 2 is een lichaamsdeel. 6 10 10 11 is een roofdier. ,7 2 is een voertuig dat in den winter gebruikt wordt. 9 10 10 is een meisjesnaam. 5 4 3 11 is ook een meisjesnaam. 2. (Ingezonden door Gretha van der ■Steur.) Mijn geheel dat deelt U mede, Wat ons landje heeft geleden. Zoo het heden als 't verleden Alle voor- en tegenspoed. Aller helden heldenmoed. Ben en twee zal elkeen eeren. Drie erbij, er naai' begeeren Zoo men wire zich bevindt. Vijf, zes, zeven, acht te hooren Klinkt ons lieflijk in de ooren, f Is genot voor ieder kind'. 3. (Ingezonden door Paulina Meyers) Noem eens een bakker wiens bak sel door niemand graag gegeten 1 wordt 4. (Ingezonden door Gretha Kuiper.) Met "D. ben ik een knaap. Met W verscheur ik 't schaap Maar met een G Vindt men mij in zee. 5. (Ingezonden door Nelly de Mun- nik). Welk eiland 'kunt ge uit het on derstaande maken 11111 1 bok 1 11111 6. (Ingezonden door Sara van Tol.) Wat kunt ge uit het onderstaand^ maken tcdols aan san 7. (Ingezonden door Heintje en Isaac Brandon.) Uit welk dorp in Nederland kan men twee dranken halen 8. (Ingezonden door II. van Hezel.) De kinderen uit het Noorderlamd Hebben tien vingers aan elke 'hand. Vijf-en-twintig aan handen en voeten. Raadt eiens [hoe we dit lezen moeten - 9. (Ingezonden door Hendrika Na gelhout.) Mijn eerste is gemalen en gebakken een zeer voedzaam eten. Mijn tweede is een bergplaats. In mijn igeheel wordt mijn eersite bewaard. 10. (Ingezonden door Alida Popelier.) Zoek uit 'het onderstaande een be graven bloem. Wie heeft wel eens gehoord, dat paarden bloemkool eten? Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsels d'er vorige week zijn 1. Maas kaas. ihaas. 2. De rook. 3. Op de idAKEN liggen pannen. 4. Insulin de. 5. Geertruidenberg. 6. Kindervriend. 7. Schoorsteenvegers. 8. Bruine boonen. 9. Eduard en Dolf BEStudeerDEN het boek. 10. Geel, leeg. Goede oplossingen ontving ik deze w.eek van Wirn Germeraad 10, J. in 't Veld 7, Jacobus ter Haak 7, Gijsbertus Seu- bring 9, Alida de Blazer 8. Herman van Hezel 7, Trijntje Frölich 10, Ger- da Groene veld 7, Gerard Hekkelmam 7, Kniertje Stam 7, Izaak Smits 7, Dina Vest er 8. Dirk Boeré 9, Mien Hermse 7 Greta Vallentgoed 10, Age Beinema 8, Gretha van der Steur 7, Dina Geervliet 8, Jahans Busé 9, Hen drik Groeneveld 7, Hendrika Nagel hout 7, Willem Smits 10, Vera B. 8, Gretha Kuiper 7, Hendrik Smits 10, Leonard Germeraad 10, Elizabeth Frölich 9. Brievenbus H e n d r i k a N. Voor vandaag zul len we jou irnaar eens eerst een beurt geven ben ik nu niet goed op je, zeg Het adres van Truus Staal is Smedestraat 26. dus nu ga je maar aan het brieven schrijven En dan maak je maar dat je brieven er net jes en duidelijk uitzien, hoor, want onze Truus is een erg net meisje, is 't niet zoo, Truus En die andere opgeschreven en nu beloof ik je, dat ik het volgend jaar beter oppassen ,zaf Jammer, dat het nog zoo lang duurt, hè Dag Kniertje Johanna en Marie B. Zusjes, krijg ik de boeken eens van jeterug idiiie jullie nog te lezen hebt? Er zijn .andere meisjes, die er naar vroegen, weet je! Herman van H. Ik had e»g_yeel pret om je briefje. Dat ik je maar IheeJ leuk voor een meisje heb aan gezien Maar hoe kom ik daar dan toch bij, zeg? Heb jie dan ook geen zusje dat Henriëtte heet? Nu moetje maar tegen Jo zeggen, dat het mij heel erg spijt, dat hij geen ant woord kreeg. Zeker 'was zijn briefje bij ongeluk in het couvert blijven dijk van je zelf af, geloof je dat ook niet? To n i a G. Zoo Tonia, los je altijd de raadsels alleen op dat is flink van je, hoor Wat dom tooh van 'me, om Kniertje niet te feliciteer en, hè? Heb jij het nu maar -dubbel ge daan Wim G. 't Was heel goed, dat je onder bet verhaaltje maar schreef, dat je het alleen gedaan h/adt. hoor WimHeeft Broer dezen keer niet meegedaam aan. den wedstrijd Of vond die 't ook al net zoo vreeselijk moeilijk als jij Van zoo'n raadsel wedstrijd houd jij nog maar het meeste, is 't niet? Dag Wim, veel groeten voor allemaal 1 X. A - - pril, A pril, toe 2. Zeg, weet ie, waar ik 3- A - - pril, A pril, toe, bes - te_A - pril, Doe veel van hou': Een bes - te_A-- pril, Doe A nu eens, wat ik wilGeen sneeuw, geen ha - gel he - mei, hel - der blauw, De ooi - e - vaar in 't nu eens, wat ik wil: Vol bo - ter - bloemp-jes 9 dat 's een kruis, Die hoo-ren in den win - ter thuis: nest op 't dak, Veel vo-gels op een groe - nen tak, maak de wei Met ma-de - lief-jes ook er bij. Jij bent toch ook een Len - te - - man Toon En rond - om war - me zon - ne - schijn Dat En dan de wei zoo vroo - lijk groen A - nu eens, wat je zou iets voor mij &- kan zijn. Jij bent toch ook een En rond - om war - me pril - lief, zal je 't doen? En dan de wei zoo i jj Len - te - man,Toon nu eens, wat je. kan! zon - ne - schijn Dat zou iets voor mij zijn. vroo-lijk groenA - pril - lief, zul je'tdoen? K. L. vraag van je ja, dat is een gelheim en daar mag ik ni'etis van zeggen 't is wel naar, maar toch beusclh waar! Maar wat was dat toch voor .e'etn zwartjes-geschiedenis Daar be greep ik niets van Zilverpapier ver zamel ik niet. Heudriekje Aan wie heb je nu toch eigenlijk zoo'n hekel? Ik kon je brief wel lezen maar je moet voortaan niet meer schrijven, wanneer je moe wordt, dan eindig je maar dadelijk! Zullen we dat af spreken? Wat zeg je nu wel van zoo'n langen brief Kniertje St. Wel Kniertje wat spijt me dat nu, dat je Zaterdag ja rig was en niet eens een briefje in de courant vondtIk zal het nu maar gauw goedmaken, en je nog eens hartelijk felicifceeren, al ben ik wat laatIk heb je verjaardag nu zittenWacht, ik zal hem gauw troosten J o v a n H. Beste Jo, wat vind ik het jammer, dat jouw briefje zoo i spoorloos verdwenen wias Ben je i nu kwaad op me, zeg? Wat zullen jullie veel pret hebben gehad op het feestIk wil wei gelooven, dat jul lie het dlruk hadden En ben je nu aan 't genieten van je vacantia Mien H. Ja Mien. Duitsc'h is zoo'n gemakkelijke taal nietMaar Fransch toch ook niet, of vind jij dat nu juist wel Wel, wel. wat weet jij al mooi van Hydepark en GhristaJ Palace Ek kan me wel be grijpen, dat je zuster het er prachtig 'vond, ik vond het er ook heerlijk, hoor En of de prijs ook wel eens zal komen? Ja, dat hangt tocheigen- Gretha K. Je raadsel is goed, Greetje, dus dat tref je weer,hè? Zoodra ik nu weer een plaatsje oiver heb, komt het in onze rubriek te Staan, diat beloof ik je Ben je ook al druk aan 't buiten spelen en Wandelen geweest in de vacan/tie Nu flink gezondheid op do'en. hoor Jacobus ter H. Houd maar goed vol met de raadsels, dan gaat het langzamerhand wel beter 1 En Zon dag feest geweest? Nu. dat wasgoed nieuws over Hendrik, en dat zal dan ook zeker wel een prettige Paasch- vacantie gevenIk verlang zoo ver schrikkelijk naar je verhaaltje, en naar dat van Cob a ook Gerda Gr. Ik vind het lieuk, dat je me weer eens raadsels stuur de, maar die tweede zin vind ik wel een beetje raar, jij niet, Gerda-zusje bedorven worden door al de tje? Wil ik er nu maar even wat broertjes, of loopt dat zoo'n vaart anders van maken? Ga je nu nog niet? Vind je het prettig om Fransch naar gymnastiekles, Gerda, of doe te leeren? Nu, dat zal vast wel! Je je daar 'sZomers niet aan? ,kunt mooie blieven schrijven, An- VeraB. Nee Vera die vragen die0 t- tósnKFwS f-» - ri 0©noe_ Ln t eigste is nog, dat Ek Kan -jo n.ii tevreden cestoid''' Maar dnrt ipUc?hr"°pn i'hwSt TL!etS me1er dan vind jij verhalen maken toch ze- durf te schrijven! We raken op die kel. w<?1 een lcuk werkj ls hetotet? manier zoo m onze geheimen ver- ha°-1 w.ard! Je verhaal is goed en welt Ta aangekomen. En..., o nee, nu komen', ac °b G. Ik hoop, dat je op tijd we weer op gevaarlijk terrein! Da?, i k'aar k°nd met je verhaaltje, Jacob, hoor I f i maar dat zal toch, zeker wel! In de Tr vacantie heb je zeker juist eens heer- Gij b e r t u s S. Vond je die twee lijk tijd om het af te maken, is 't niet? aadsels, die je onderaan liadt gezet Je bent toch niet boos, omdat ik je zoo lastig? Ferm dat je het dan toch 'de vorige week niet schreef? niet opgegeven hebt! Ga je ookmeH Marie J. Wel. Marie, begreep je doen aan den verhaaltjeswedstrijd. |nK niet? Je Etllllr(le rttadsel in, zeg, of ben je daar nog niet mee be-'maar je schreef 6r bij, wat de gev eestj oplossing was, en die zou ik nu graag EJUzabeth Fr. Ja. ik heb wel nog even van je willen weten. Anders eens een boe>k voor je om te lezen, ikan ik het natuurlijk aiiet plaatsen! Kom er maar eens een halen op een Begrijp je het nu beter? Woensdagmiddag tussc'hien één en Dirk B. Die stoute Dirk, die daar twee uur. Maar deze eerste Woens- eens even de proef van wilde nemen dag niet iwant dan ben ik niét thuis! .'t Is toch verschrikkelijk! Ik ben, Ja, die letterraadsels zijn lastigmaar blij, dat ik het toch wist, an- jammer toch. dat ze zoo gemakkelijk ders had je me in 't vervolg zeker niet temaken zijn! Veel groeten voor .meer aangekeken, is 'twél? jullie tweetjes! 't Raadsel is heel j Qretlia v. d SI. Je eerste raad- )ed j sel staat vandaag al in de courant, Hendrik Gr. Of ik ook niet Gretha, dus je ziet. da.t, ik goed op je denk, dat jullie pret zult hebben in benEn moet bet nieuwe nu zoo de vacantie? Ja, dat denk ik vast gauw mogëlijk dn de courant? Nu, ik wel, hoor! Je zult zéker wel genie- i hoop, dat het gaat, hoor. ik zal mijn ten van mooie wandelingen! En wat best er voor doen! is 'dat mooie wieer heerlijk, hè? Watj Gerard H. Je raadsel wil ik bij zal die Gerda haar va cautie-vers je gelegenheid wel eens plaatsen, Ge zingen! Dat komt nu goed te pas! jrard, al zijn de jongens en meisjes Alida de BI. Wat grappig dat tegenwoordig ook niet erg gesteld op je Sophietje Westendorp ook kentJe letterraadsels Wat heb je lang va- moet haar maar eens vertellen dat cantie Eigenlijk veel te lang, of ben ze zich nu maar een beetje moet i® bet daar niet mee: eens, zeg? Is je haasten met groeien, zoodat ze jejverhaal al af? gauw inhaalt! Je vindt, het zeker erg; Catharine. K. Zou je den Iieelen naar, dat je vacantie h,ebt,, is 't, niiet i dag wel in het Museum willen blij- Truus H. Die stoute Polly, om zoo1 )'ei1 Nu> 5k T'l bet wel gelooven, er maar in do bloemenvelden te loopen \s ook zoo veel te kijken en tebewon- Is hij anders nogal zoet? Ja. Truus, deren, 'hè? Ga je nu van t jaar lk kan toch niet altijd raadteelwed- beusch van school af Catrientje, of strijden opgeven, vind je wel? Dat doe ik nu een erg dommel vraag.' zou toch wel een beetje vervélend wor- DaS hoor> de groeten aan Margre- den Help jij ook aan den schoon- maak, of stoor je je er niet erg aan? Dina G. Wat heerlijk, dat je door Is je verhaal al af? jje examen bent! Wel gefeliciteerd. Willem Sm. Ik vind het jammer, 'hoor! Die naaidoos zal zeker wel dat je raadsel niet heel geschikt- 'S heerlijk te pas komenje bent. zeker voor onze rubriek. Bedeaik nog maar &*11 erS vlijtig meisje, is t niet?Veel eens iets anders, Wim Hoe is 't met groeien voor de zusjes en voor je- de tooverlantaarn Geef je nog mooie ze^- voorstellingen? j Anna van D. Wel, wel, wat leuk Corrie de H. Kon je haast niet'dat er nu dlrie Kaffertjes zijn! 'tGrij- ophouden met lezen'? Nu, d'an beai ik ze poesje is eigenlijk geen Kaffertje, blij, dat ik juist iets gekozen heb, of vind je dat wel? Heb je al namen dat naar je zin was! Wat hebbenjul- bedacht voor de twee kleintjes? Ik lie het leuk gehad in 't MuseiuinCa- ben niet boos, als je niet iedere week fcharina K. schreef me er ook juist schrijft, AnnaZoo'n Kaffer-familie over, zitten jullie in dezelfde klas geeft zekc-r een heele drukte, is het Ik hoop, dat je van de week weer pa-niet Vind je haken een prettig werk- pier kunt vinden! Dag! |je? Zeker wel, hè? Je moet eens BetsievanW. Ik verlang al naar1 schrijven, wat voor mooie dingen je je verhaal, Bets, ik hen benieuwd of haaktEn nu nog een briefje aan het mooi is uitgevallen Ik wil erg Anna S. Vooruit dan maarMaar graag iets van fé hebben, dat- je zelf eerst nog veel grieten voor Nelly en gemaakt hebt uit de handwerkdoos,Gust a en voor jezelf! als je nog eens iets over hebt. Heb je] Anna S. Anna van D. vroeg of ik ook vacantie van pianoles of studeer je ook eens een briefje wilde schrij- ja in de vancantie juist twee maal ven. Nu, dat wil ik wel doen, maar zoo hard'? 1 cian reken ik ook op antwoord, hoor r i 4 i Of heb je het thuis zoo heel druk met Age B. Leuk, dat je het zoo pre - hel Jnu Moedea. ziek is? Dan hoef* vundt op de Ambaohtsschool. Ik het niêtJullie zijn zeker beste vrtan- «L heb gelezen', dat er op de tentoonstel ling veel moois te zien zal zijn Wan neer er nu weer tentoonstelling is zal er zeker ook wel wat van jou te kij ken zijn, niet? Ik hoop, dat jullie allemaal veel pret zult hebben in de vacantie Mi.en U. Wel. Mien, wat heb je een vermakelijk raadsel bedachtIk wil het heel graag van je hebben dinnetjes. is 't niet? Herman de L. Leuk, dat ik van jou ook weer eens wat hoorde! En wat aardig, dat je de plaat voor me ge kleurd hebtIk vind dat hij erg mooi is uitgevallen, en ik bedank je er wel voorJe vindt liet zeker wel prettig om van eten zomer naar de H. B. S. te gaan. hè? Maar nu eerst dat examen nog, dat is nog een heel ding! Heb je van de week nu weer meerjBevall het juUie 110ga[ g00[1 hl 1>et j tijd of moet ik maar weer met zoo n Xuehtimis heel klein briefje tevreden zijn? j Nelly de M. Daar maak ik me Anton R. Ook Anton heb ik nogiheusch ongerust over Nel, nu ik de een plaatsje in de Brievenbus be-heele week niets van haar hoorde looft, en je ziet ik houd mijn be- Hoe komt dat zoo, zeg? Ik vind an- lofteIk kan me wel begrijpen, dat ders zoo trouw iedere week een brief het brieven schrijven er wel eens bijvan je in de bus Of heb je me dezen inschiet als je broertjes klaar staan;keer vergeten? Dag, hoor! pan te gaan spelen Wat zal datééne M. C. VAN DOORN. MoordenaarNaar het schavot met. je De man scheen een oogenblik door ontzetting bevangen te zijn. Hij mompelde Goede God, wat een avontuur Vervolgens deed hij oogensohijnlijk een poging om den toestand te be grijpen Zeg eens, mijnheer, geen grap jes, hè? Een moordenaar ben ik niet; ik ben Godard De bankier ging een stap achteruit. Het was nu zijn beurt oim met verba zing geslagen te zijn. Ja. Godard, daar héb je toch wel eens van gehoord. Godard, de lucht reiziger. Vanmiddag ben ik uit de gasfabriek van La Vilette opgestegen, en daar straks neergekomen in het bosch, naast den spoorwegMijn ballon kapot, mijn helper twee rib ben gebrokenhij is door kolenbran ders opgenomen ik bieb een lantaarn genomen, ben langs den spoorweg ge- ïoopen om een trein op te wachten. Toen heb ik signalen gegeven. De mi nister van oorlog geeft mij verlof om een trein te laten stilhouden. Ik ben op de treeplank gesprongen, heb een ledigen coupé opgezocht. Ziedaar Te Vernon zal ik uitstappen, om een dokter te halen. Maar voor den dui vel, hoe bad ik kunnen denken, dat ik te land zou komen bij iemand, die wel uit het gekkenhuis ontsnapt lijkt 1 Is het nu over, die aanval van u Hebt u dat dikwijls? Ik dacht, dat u me zon vermoorden Toen van toon veranderend, •cherpei* Nu, wie ben je? Jé uiterlijk is Verre van gunstig, moet ik zeggen De andere was geheel onthutst. Ik heet Obankier, uit El- b'euf. Bankier? U?Nu, dan kun nen die bankiers bij u in de stad vreemde gezichten trekken. Maar 'tis ïnogelijk 1 En daarop, in lachen uitbarstende Bankier BankierDat zou '!k nooi* gedacht hebbenMaar, 't is waar, dikwijls zie ik zulke hoeren nietZe houden niet van lucht reizen EEN OPROER DOOR EEN PIJP. In de maand Juli van het jaar 1690 vaardigde het bestuur der stad Haar lem eene keur uit, waarin den man- nelijken ingezetenen, ter voorkoming van brand, verboden werd langs den openbaren weg eene pijp tabak te rooken, zoomede op gevaarlijke plaatsen binnenshuis en in alle ver- i voermiddelen (wagens, sleden, schui- ten, schepen). Elke overtreding in deze zou voor de eerste maal met zes gulden boete worden gestraft. I Men stoorde zich te Haarlem maar I bitter weinig aan die 'politie-order, j maar bleef trouw rooken. Dat ging zoo, een enkele bekeuring uitgezonderd, ruim vier maanden goed. Toen besloot de schout Adriaan Bakker, met handhaving van de or der en de inning der boeten speciaal j belast, eens door te tasten, en hij be hoefde waarlijk niet lang te zoeken. In den namiddag van den 23sten October kwam hij op de straat een jongmensch tegen, die er dapper op los rookte en ten overvloede hem nog triomfantelijk in het gelaat keek. Bakker hield den knaap aan, rukte hem de pijp uit den mond en eischte j de gestelde boete. Toen de jongeling dit niet kon of niet wilde betalen, rukte hij hem de kleeren van het lijf en nam die alvast als onderpand mede. Dat was te veel voor de omstan ders, die het tooneeltje hadden bijge woond. Zij dwongen den schout den j knaap zijn kleeren terug te geven. 1 Daarmede was evenwel de zaak nog niet uit. Het oploopje groeide aan tot een. formeel oproer en de woningen van den .schout en van ver schillende overheidspersonen moesten het ontgelden. De schutterij, dn het geweer geroe pen, was niet bij machte den storan te keeren. Eerst aan een regiment voetknechten, 700 man sterk, en eene afdeeling ruiterij gelukte het, in ver- eenigd optreden, den 26sten October den schrik onder de oproermakers te brengen. Twee der belhamels ondergingen op het schavot eene geeseling en een twaalftal andere deelnemers werd tot langdurige gevangenisstraf verwezen. HET HERKENNEN VAN MISDADIGERS. Terwijl door het vernuftige me- tings-stelsel van Bertillon het herken nen van misdadigers die reeds vroe ger met de justitie in aanraking ge weest zijn, aanmerkelijk is vergemak kelijkt en het vaststellen van de iden titeit van zulk een recidivist daardoor tegenwoordig betrekkelijk weinig moeite meer met zich brengt, is de moeilijkheid van de beantwoording der vraagis de man dien we hier hebben nu ook degene, die deze of gene misdaad heeft gepleegd? nog vaak in haren vollen omvang blij ven bestaan. Niet in die gevallen, waarin de schuldige op heeter daad wordt betrapt, niet wanneer een sa menloop van omstandigheden, het achterlaten van voorwerpen of in drukken, het vinden van gestolen goed, wapenen of inbrekersgereed schappen bij den verdachte den er varen politieman het spoor aan de hand doen ,maar wel bij die groote reeks van feiten, waarbij de aanwij zing van de identiteit van den dader enkel afhangt van zijn herkenning door den benadeelde. Wel is die her kenning op zichzelf niet voldoende om het daderschap van den betrok kene in rechten te doen vaststaan, wel eischt het recht van oudsher en ook ons Wetboek van Strafvordering meer dan de verklaring van één ge tuige. Maar de groote vrijheid die datzelfde wetboek geeft voor het ge bruik van aanwijzingen maakt toch dat in zeer vele gevallen de latere herkenning van den verdachte door het slachtoffer het hoofdmoment vormt van het bewijs van zijn schuld, zegt- 't Hbld. Daarin schuilt een groot gevaar. Want wij allen, gewone menschen, die niet in het bijzonder in het zoe ken naar herkenningsteekenen zijn gescherpt, zijn slechte opmerkers. Wie let er, wanneer hem er niet be paald op gewezen wordt, op lichaams- deelen die zelfs de meest ervaren ver mommingskunstenaar niet belang rijk van vorm kan doen veranderen, wie let er op ooren, neuzen, vingers Zijn het niet juist de omstandighe den die het gemakkelijkst voor wij ziging vatbaar zijn, haar- en baard dracht, gelaatskleur en vooral de kleeding die onze opmerkzaamheid trekken, zóózeer dat we er de rest om verwaarloozen Het is wel eigen aardig dat degene die Frans Rosier herkende een kapper was, iemand wiens beroep er toe leidt den ge- laatsvorm van haar- of baarddracht te abstrabeeren, en dat nog eerst na dat hij erg gekregen had doordat zijn klant zoo dik geverfd was en zijn haar kleurde. Daarbij komt nog dat iemand die het slachtoffer is van een aanslag of iemand die 's nachts een inbreker bij zich ontdekt, meestal niet in een stemming is om den aanrander of den dief zoo nauwkeurig mogelijk op te nemen. Veeleer zal hij er naar streven den afstand die hem van den misdadiger scheidt te vergrooten dan te verkleinen, 't zij dan actief 'door hem op de vlucht te drijven, 'tzij pas sief, door zelf de vlucht te nemen, al naar zijn aard is. Een wordt hij dan later te genover een aangehoudene gesteld, dan werkt het feit dat de man die hean vertoond wordt, reeds op andere gronden als verdachte in hechtenis is genomen dikwijls suggestief ge noeg om hem demand te doen „her kennen", dien hij voor het eerst van zijn leven ziet. Een sterk staaltje hiervan is on langs weder in Duitschland voorge vallen. Een melkboer was het slacht offer geworden van een oplichter. Hij ging om de zaak aan t© geven naar het politiebureau', waar hem een al bum wordt voorgelegd met de photo- graphieën van alle oplichters van dit soort. Een van dezen herkende hij „beslist" als den dader, en toen bij voor dien persoon zelf gesteld werd bleef hij bij zijn verklaring, die hij ter terechtzitting beëedigde. Tegelij kertijd bleek nu echter dat de man die terecht stond juist op den dag dat hij het feit gepleegd zou hebben j voor een andere rechtbank was ver schenen om zijn veroordeeling te ver nemen wegens het plegen van een ander feit, waarvoor hij vroeger was aangehouden. In weerwil van zijn beëedigde herkenning moest de ver keerdelijk betichte dus terstond in vrijheid worden gesteld en werd hem op grond van een bij ons niet be staande docli billijke bepaling schadeloosstelling verleend voor den langen tijd dien hij in voorloopige hechten;s had doorgebracht. Dat dergelijke gevallen zich bij herhaling voordoen is iederen crimi nalist bekend, al is lang niet altijd een „alibi" van den beschuldigde zoo gemakkelijk te bewijzen als hiier. Mannen als Delbrück, Hans Grossen Sterne hebben bij herhaling gewezen op de weinige betrouwbaarheid van getuigenverklaringen 'in het alge meen, en bepaaldelijk van de verkla ringen afgelegd door menschen die het plegen van een misdaad hebben bijgewoond. De ervaren rechter weet dan ook meestal wel hoeveel waarde hij aan dergelijke mededeelingen moet hechten, al worden die dikwijls met de grootste stelligheid uitgespro ken. Maar het kan geen kwaad dat ook niet juristen en niet-psychologen van dergelijke gevallen eens kennis ne men, opdat ze leeren, wanneer 't voorkomt goed uit hun oogen te kij ken en niet misschien een onschul dige te doen lijden onder hun gebrek i aan oplettendheid. GAPON IN PETERSBURG? Aan de ..Tag" wordt uit Petersburg gemeld i De veelbesproken ex-pope Georg Gapon bevindt zich weer in Peters burg. Zonder door de politie te wor den lastig gevallen presideerde hij een arbeidersvergadering, waarop 't zeer levendig toeging, voornamelijk toen de kwestie van do verdwenen 30.000 roebels behandeld werd. Een van de aa.nwezigen, Tscbere- rauchin genaamd w-ien men er van verdenkt, dat hij 5000 roebel van die som heeft ontvangen, haalde plotse ling oen revolver voor den dag en schoot zich dood. Gapon wil een gerechtelijke vervol ging tegen zich uitlokken, naar hij in een open brief aan de redactie van de ..Russ" mededeelde. Mis schien komt men eindelijk langs do zen weg te weten of Gapon werke lijk in dienst van de geheime politie gestaan heeft. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11