s
m
mm
m
RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Lig
i
APRIL.
SUT 1 FSSSSt
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisje©, die Voor
Onze Jeugd lezen. De namen van de
kmderen, die mij vóór Donderdag
morgen oplossingen zenden, worden
in toet volgend nummer hekend ge
maakt).
1. (Ingezonden door Dirk Boeró).
Mijn geheel bestaat wit 12 letters.
I 2 3 4 5 is mealkost.
II 12 8 is niet arm.
4 3 2 is een lichaamsdeel.
6 10 10 11 is een roofdier.
,7 2 is een voertuig dat in den winter
gebruikt wordt.
9 10 10 is een meisjesnaam.
5 4 3 11 is ook een meisjesnaam.
2. (Ingezonden door Gretha van der
■Steur.)
Mijn geheel dat deelt U mede,
Wat ons landje heeft geleden.
Zoo het heden als 't verleden
Alle voor- en tegenspoed.
Aller helden heldenmoed.
Ben en twee zal elkeen eeren.
Drie erbij, er naai' begeeren
Zoo men wire zich bevindt.
Vijf, zes, zeven, acht te hooren
Klinkt ons lieflijk in de ooren,
f Is genot voor ieder kind'.
3. (Ingezonden door Paulina Meyers)
Noem eens een bakker wiens bak
sel door niemand graag gegeten
1 wordt
4. (Ingezonden door Gretha Kuiper.)
Met "D. ben ik een knaap.
Met W verscheur ik 't schaap
Maar met een G
Vindt men mij in zee.
5. (Ingezonden door Nelly de Mun-
nik).
Welk eiland 'kunt ge uit het on
derstaande maken
11111
1 bok 1
11111
6. (Ingezonden door Sara van Tol.)
Wat kunt ge uit het onderstaand^
maken
tcdols aan san
7. (Ingezonden door Heintje en Isaac
Brandon.)
Uit welk dorp in Nederland kan
men twee dranken halen
8. (Ingezonden door II. van Hezel.)
De kinderen uit het Noorderlamd
Hebben tien vingers aan elke 'hand.
Vijf-en-twintig aan handen en voeten.
Raadt eiens [hoe we dit lezen moeten -
9. (Ingezonden door Hendrika Na
gelhout.)
Mijn eerste is gemalen en gebakken
een zeer voedzaam eten.
Mijn tweede is een bergplaats.
In mijn igeheel wordt mijn eersite
bewaard.
10. (Ingezonden door Alida Popelier.)
Zoek uit 'het onderstaande een be
graven bloem.
Wie heeft wel eens gehoord, dat
paarden bloemkool eten?
Raadseloplossingen
De oplossingen van de raadsels
d'er vorige week zijn
1. Maas kaas. ihaas.
2. De rook.
3. Op de idAKEN liggen pannen.
4. Insulin de.
5. Geertruidenberg.
6. Kindervriend.
7. Schoorsteenvegers.
8. Bruine boonen.
9. Eduard en Dolf BEStudeerDEN
het boek.
10. Geel, leeg.
Goede oplossingen ontving ik deze
w.eek van
Wirn Germeraad 10, J. in 't Veld 7,
Jacobus ter Haak 7, Gijsbertus Seu-
bring 9, Alida de Blazer 8. Herman
van Hezel 7, Trijntje Frölich 10, Ger-
da Groene veld 7, Gerard Hekkelmam
7, Kniertje Stam 7, Izaak Smits 7,
Dina Vest er 8. Dirk Boeré 9, Mien
Hermse 7 Greta Vallentgoed 10, Age
Beinema 8, Gretha van der Steur 7,
Dina Geervliet 8, Jahans Busé 9, Hen
drik Groeneveld 7, Hendrika Nagel
hout 7, Willem Smits 10, Vera B. 8,
Gretha Kuiper 7, Hendrik Smits 10,
Leonard Germeraad 10, Elizabeth
Frölich 9.
Brievenbus
H e n d r i k a N. Voor vandaag zul
len we jou irnaar eens eerst een beurt
geven ben ik nu niet goed op je,
zeg Het adres van Truus Staal is
Smedestraat 26. dus nu ga je maar
aan het brieven schrijven En dan
maak je maar dat je brieven er net
jes en duidelijk uitzien, hoor, want
onze Truus is een erg net meisje, is
't niet zoo, Truus En die andere
opgeschreven en nu beloof ik je, dat
ik het volgend jaar beter oppassen
,zaf Jammer, dat het nog zoo lang
duurt, hè Dag Kniertje
Johanna en Marie B. Zusjes,
krijg ik de boeken eens van jeterug
idiiie jullie nog te lezen hebt? Er zijn
.andere meisjes, die er naar vroegen,
weet je!
Herman van H. Ik had e»g_yeel
pret om je briefje. Dat ik je maar
IheeJ leuk voor een meisje heb aan
gezien Maar hoe kom ik daar dan
toch bij, zeg? Heb jie dan ook geen
zusje dat Henriëtte heet? Nu moetje
maar tegen Jo zeggen, dat het mij
heel erg spijt, dat hij geen ant
woord kreeg. Zeker 'was zijn briefje
bij ongeluk in het couvert blijven
dijk van je zelf af, geloof je dat ook
niet?
To n i a G. Zoo Tonia, los je altijd
de raadsels alleen op dat is flink
van je, hoor Wat dom tooh van
'me, om Kniertje niet te feliciteer en,
hè? Heb jij het nu maar -dubbel ge
daan
Wim G. 't Was heel goed, dat je
onder bet verhaaltje maar schreef,
dat je het alleen gedaan h/adt. hoor
WimHeeft Broer dezen keer niet
meegedaam aan. den wedstrijd Of
vond die 't ook al net zoo vreeselijk
moeilijk als jij Van zoo'n raadsel
wedstrijd houd jij nog maar het
meeste, is 't niet? Dag Wim, veel
groeten voor allemaal 1
X.
A -
- pril,
A
pril,
toe
2.
Zeg,
weet
ie,
waar
ik
3-
A -
- pril,
A
pril,
toe,
bes - te_A - pril, Doe
veel van hou': Een
bes - te_A-- pril, Doe
A
nu eens, wat ik wilGeen sneeuw, geen ha - gel
he - mei, hel - der blauw, De ooi - e - vaar in 't
nu eens, wat ik wil: Vol bo - ter - bloemp-jes
9
dat 's een kruis, Die hoo-ren in den win - ter thuis:
nest op 't dak, Veel vo-gels op een groe - nen tak,
maak de wei Met ma-de - lief-jes ook er bij.
Jij bent toch ook een Len - te - - man Toon
En rond - om war - me zon - ne - schijn Dat
En dan de wei zoo vroo - lijk groen A -
nu eens, wat je
zou iets voor mij
&-
kan
zijn.
Jij bent toch ook een
En rond - om war - me
pril - lief, zal je 't doen? En dan de wei zoo
i jj
Len - te - man,Toon nu eens, wat je. kan!
zon - ne - schijn Dat zou iets voor mij zijn.
vroo-lijk groenA - pril - lief, zul je'tdoen?
K. L.
vraag van je ja, dat is een gelheim
en daar mag ik ni'etis van zeggen
't is wel naar, maar toch beusclh
waar! Maar wat was dat toch voor
.e'etn zwartjes-geschiedenis Daar be
greep ik niets van Zilverpapier ver
zamel ik niet. Heudriekje Aan wie
heb je nu toch eigenlijk zoo'n hekel?
Ik kon je brief wel lezen maar je
moet voortaan niet meer schrijven,
wanneer je moe wordt, dan eindig
je maar dadelijk! Zullen we dat af
spreken? Wat zeg je nu wel van
zoo'n langen brief
Kniertje St. Wel Kniertje wat
spijt me dat nu, dat je Zaterdag ja
rig was en niet eens een briefje in
de courant vondtIk zal het nu
maar gauw goedmaken, en je nog
eens hartelijk felicifceeren, al ben ik
wat laatIk heb je verjaardag nu
zittenWacht, ik zal hem gauw
troosten
J o v a n H. Beste Jo, wat vind ik
het jammer, dat jouw briefje zoo
i spoorloos verdwenen wias Ben je
i nu kwaad op me, zeg? Wat zullen
jullie veel pret hebben gehad op het
feestIk wil wei gelooven, dat jul
lie het dlruk hadden En ben je nu
aan 't genieten van je vacantia
Mien H. Ja Mien. Duitsc'h is
zoo'n gemakkelijke taal nietMaar
Fransch toch ook niet, of vind jij
dat nu juist wel Wel, wel. wat
weet jij al mooi van Hydepark en
GhristaJ Palace Ek kan me wel be
grijpen, dat je zuster het er prachtig
'vond, ik vond het er ook heerlijk,
hoor En of de prijs ook wel eens
zal komen? Ja, dat hangt tocheigen-
Gretha K. Je raadsel is goed,
Greetje, dus dat tref je weer,hè?
Zoodra ik nu weer een plaatsje oiver
heb, komt het in onze rubriek te
Staan, diat beloof ik je Ben je ook
al druk aan 't buiten spelen en
Wandelen geweest in de vacan/tie
Nu flink gezondheid op do'en. hoor
Jacobus ter H. Houd maar goed
vol met de raadsels, dan gaat het
langzamerhand wel beter 1 En Zon
dag feest geweest? Nu. dat wasgoed
nieuws over Hendrik, en dat zal dan
ook zeker wel een prettige Paasch-
vacantie gevenIk verlang zoo ver
schrikkelijk naar je verhaaltje, en
naar dat van Cob a ook
Gerda Gr. Ik vind het lieuk,
dat je me weer eens raadsels stuur
de, maar die tweede zin vind ik
wel een beetje raar, jij niet, Gerda-zusje bedorven worden door al de
tje? Wil ik er nu maar even wat broertjes, of loopt dat zoo'n vaart
anders van maken? Ga je nu nog niet? Vind je het prettig om Fransch
naar gymnastiekles, Gerda, of doe te leeren? Nu, dat zal vast wel! Je
je daar 'sZomers niet aan? ,kunt mooie blieven schrijven, An-
VeraB. Nee Vera die vragen die0 t-
tósnKFwS f-» - ri
0©noe_ Ln t eigste is nog, dat Ek Kan -jo n.ii tevreden cestoid''' Maar
dnrt ipUc?hr"°pn i'hwSt TL!etS me1er dan vind jij verhalen maken toch ze-
durf te schrijven! We raken op die kel. w<?1 een lcuk werkj ls hetotet?
manier zoo m onze geheimen ver- ha°-1
w.ard! Je verhaal is goed en welt Ta
aangekomen. En..., o nee, nu komen', ac °b G. Ik hoop, dat je op tijd
we weer op gevaarlijk terrein! Da?, i k'aar k°nd met je verhaaltje, Jacob,
hoor I f i maar dat zal toch, zeker wel! In de
Tr vacantie heb je zeker juist eens heer-
Gij b e r t u s S. Vond je die twee lijk tijd om het af te maken, is 't niet?
aadsels, die je onderaan liadt gezet Je bent toch niet boos, omdat ik je
zoo lastig? Ferm dat je het dan toch 'de vorige week niet schreef?
niet opgegeven hebt! Ga je ookmeH Marie J. Wel. Marie, begreep je
doen aan den verhaaltjeswedstrijd. |nK niet? Je Etllllr(le rttadsel in,
zeg, of ben je daar nog niet mee be-'maar je schreef 6r bij, wat de
gev eestj oplossing was, en die zou ik nu graag
EJUzabeth Fr. Ja. ik heb wel nog even van je willen weten. Anders
eens een boe>k voor je om te lezen, ikan ik het natuurlijk aiiet plaatsen!
Kom er maar eens een halen op een Begrijp je het nu beter?
Woensdagmiddag tussc'hien één en Dirk B. Die stoute Dirk, die daar
twee uur. Maar deze eerste Woens- eens even de proef van wilde nemen
dag niet iwant dan ben ik niét thuis! .'t Is toch verschrikkelijk! Ik ben,
Ja, die letterraadsels zijn lastigmaar blij, dat ik het toch wist, an-
jammer toch. dat ze zoo gemakkelijk ders had je me in 't vervolg zeker niet
temaken zijn! Veel groeten voor .meer aangekeken, is 'twél?
jullie tweetjes! 't Raadsel is heel j Qretlia v. d SI. Je eerste raad-
)ed j sel staat vandaag al in de courant,
Hendrik Gr. Of ik ook niet Gretha, dus je ziet. da.t, ik goed op je
denk, dat jullie pret zult hebben in benEn moet bet nieuwe nu zoo
de vacantie? Ja, dat denk ik vast gauw mogëlijk dn de courant? Nu, ik
wel, hoor! Je zult zéker wel genie- i hoop, dat het gaat, hoor. ik zal mijn
ten van mooie wandelingen! En wat best er voor doen!
is 'dat mooie wieer heerlijk, hè? Watj Gerard H. Je raadsel wil ik bij
zal die Gerda haar va cautie-vers je gelegenheid wel eens plaatsen, Ge
zingen! Dat komt nu goed te pas! jrard, al zijn de jongens en meisjes
Alida de BI. Wat grappig dat tegenwoordig ook niet erg gesteld op
je Sophietje Westendorp ook kentJe letterraadsels Wat heb je lang va-
moet haar maar eens vertellen dat cantie Eigenlijk veel te lang, of ben
ze zich nu maar een beetje moet i® bet daar niet mee: eens, zeg? Is je
haasten met groeien, zoodat ze jejverhaal al af?
gauw inhaalt! Je vindt, het zeker erg; Catharine. K. Zou je den Iieelen
naar, dat je vacantie h,ebt,, is 't, niiet i dag wel in het Museum willen blij-
Truus H. Die stoute Polly, om zoo1 )'ei1 Nu> 5k T'l bet wel gelooven, er
maar in do bloemenvelden te loopen \s ook zoo veel te kijken en tebewon-
Is hij anders nogal zoet? Ja. Truus, deren, 'hè? Ga je nu van t jaar
lk kan toch niet altijd raadteelwed- beusch van school af Catrientje, of
strijden opgeven, vind je wel? Dat doe ik nu een erg dommel vraag.'
zou toch wel een beetje vervélend wor- DaS hoor> de groeten aan Margre-
den Help jij ook aan den schoon-
maak, of stoor je je er niet erg aan? Dina G. Wat heerlijk, dat je door
Is je verhaal al af? jje examen bent! Wel gefeliciteerd.
Willem Sm. Ik vind het jammer, 'hoor! Die naaidoos zal zeker wel
dat je raadsel niet heel geschikt- 'S heerlijk te pas komenje bent. zeker
voor onze rubriek. Bedeaik nog maar &*11 erS vlijtig meisje, is t niet?Veel
eens iets anders, Wim Hoe is 't met groeien voor de zusjes en voor je-
de tooverlantaarn Geef je nog mooie ze^-
voorstellingen? j Anna van D. Wel, wel, wat leuk
Corrie de H. Kon je haast niet'dat er nu dlrie Kaffertjes zijn! 'tGrij-
ophouden met lezen'? Nu, d'an beai ik ze poesje is eigenlijk geen Kaffertje,
blij, dat ik juist iets gekozen heb, of vind je dat wel? Heb je al namen
dat naar je zin was! Wat hebbenjul- bedacht voor de twee kleintjes? Ik
lie het leuk gehad in 't MuseiuinCa- ben niet boos, als je niet iedere week
fcharina K. schreef me er ook juist schrijft, AnnaZoo'n Kaffer-familie
over, zitten jullie in dezelfde klas geeft zekc-r een heele drukte, is het
Ik hoop, dat je van de week weer pa-niet Vind je haken een prettig werk-
pier kunt vinden! Dag! |je? Zeker wel, hè? Je moet eens
BetsievanW. Ik verlang al naar1 schrijven, wat voor mooie dingen je
je verhaal, Bets, ik hen benieuwd of haaktEn nu nog een briefje aan
het mooi is uitgevallen Ik wil erg Anna S. Vooruit dan maarMaar
graag iets van fé hebben, dat- je zelf eerst nog veel grieten voor Nelly en
gemaakt hebt uit de handwerkdoos,Gust a en voor jezelf!
als je nog eens iets over hebt. Heb je] Anna S. Anna van D. vroeg of ik
ook vacantie van pianoles of studeer je ook eens een briefje wilde schrij-
ja in de vancantie juist twee maal ven. Nu, dat wil ik wel doen, maar
zoo hard'? 1 cian reken ik ook op antwoord, hoor
r i 4 i Of heb je het thuis zoo heel druk met
Age B. Leuk, dat je het zoo pre - hel Jnu Moedea. ziek is? Dan hoef*
vundt op de Ambaohtsschool. Ik het niêtJullie zijn zeker beste vrtan-
«L
heb gelezen', dat er op de tentoonstel
ling veel moois te zien zal zijn Wan
neer er nu weer tentoonstelling is zal
er zeker ook wel wat van jou te kij
ken zijn, niet? Ik hoop, dat jullie
allemaal veel pret zult hebben in de
vacantie
Mi.en U. Wel. Mien, wat heb je
een vermakelijk raadsel bedachtIk
wil het heel graag van je hebben
dinnetjes. is 't niet?
Herman de L. Leuk, dat ik van
jou ook weer eens wat hoorde! En wat
aardig, dat je de plaat voor me ge
kleurd hebtIk vind dat hij erg mooi
is uitgevallen, en ik bedank je er
wel voorJe vindt liet zeker wel
prettig om van eten zomer naar de H.
B. S. te gaan. hè? Maar nu eerst dat
examen nog, dat is nog een heel ding!
Heb je van de week nu weer meerjBevall het juUie 110ga[ g00[1 hl 1>et
j tijd of moet ik maar weer met zoo n Xuehtimis
heel klein briefje tevreden zijn? j
Nelly de M. Daar maak ik me
Anton R. Ook Anton heb ik nogiheusch ongerust over Nel, nu ik de
een plaatsje in de Brievenbus be-heele week niets van haar hoorde
looft, en je ziet ik houd mijn be- Hoe komt dat zoo, zeg? Ik vind an-
lofteIk kan me wel begrijpen, dat ders zoo trouw iedere week een brief
het brieven schrijven er wel eens bijvan je in de bus Of heb je me dezen
inschiet als je broertjes klaar staan;keer vergeten? Dag, hoor!
pan te gaan spelen Wat zal datééne M. C. VAN DOORN.
MoordenaarNaar het schavot
met. je
De man scheen een oogenblik door
ontzetting bevangen te zijn. Hij
mompelde
Goede God, wat een avontuur
Vervolgens deed hij oogensohijnlijk
een poging om den toestand te be
grijpen
Zeg eens, mijnheer, geen grap
jes, hè? Een moordenaar ben ik niet;
ik ben Godard
De bankier ging een stap achteruit.
Het was nu zijn beurt oim met verba
zing geslagen te zijn.
Ja. Godard, daar héb je toch wel
eens van gehoord. Godard, de lucht
reiziger. Vanmiddag ben ik uit de
gasfabriek van La Vilette opgestegen,
en daar straks neergekomen in het
bosch, naast den spoorwegMijn
ballon kapot, mijn helper twee rib
ben gebrokenhij is door kolenbran
ders opgenomen ik bieb een lantaarn
genomen, ben langs den spoorweg ge-
ïoopen om een trein op te wachten.
Toen heb ik signalen gegeven. De mi
nister van oorlog geeft mij verlof om
een trein te laten stilhouden. Ik ben
op de treeplank gesprongen, heb een
ledigen coupé opgezocht. Ziedaar
Te Vernon zal ik uitstappen, om een
dokter te halen. Maar voor den dui
vel, hoe bad ik kunnen denken, dat
ik te land zou komen bij iemand, die
wel uit het gekkenhuis ontsnapt
lijkt 1
Is het nu over, die aanval van u
Hebt u dat dikwijls? Ik dacht, dat u
me zon vermoorden
Toen van toon veranderend,
•cherpei*
Nu, wie ben je? Jé uiterlijk is
Verre van gunstig, moet ik zeggen
De andere was geheel onthutst.
Ik heet Obankier, uit El-
b'euf.
Bankier? U?Nu, dan kun
nen die bankiers bij u in de stad
vreemde gezichten trekken. Maar 'tis
ïnogelijk 1
En daarop, in lachen uitbarstende
Bankier BankierDat zou '!k
nooi* gedacht hebbenMaar, 't is
waar, dikwijls zie ik zulke hoeren
nietZe houden niet van lucht
reizen
EEN OPROER DOOR EEN PIJP.
In de maand Juli van het jaar 1690
vaardigde het bestuur der stad Haar
lem eene keur uit, waarin den man-
nelijken ingezetenen, ter voorkoming
van brand, verboden werd langs den
openbaren weg eene pijp tabak te
rooken, zoomede op gevaarlijke
plaatsen binnenshuis en in alle ver-
i voermiddelen (wagens, sleden, schui-
ten, schepen). Elke overtreding in
deze zou voor de eerste maal met zes
gulden boete worden gestraft.
I Men stoorde zich te Haarlem maar
I bitter weinig aan die 'politie-order,
j maar bleef trouw rooken.
Dat ging zoo, een enkele bekeuring
uitgezonderd, ruim vier maanden
goed. Toen besloot de schout Adriaan
Bakker, met handhaving van de or
der en de inning der boeten speciaal
j belast, eens door te tasten, en hij be
hoefde waarlijk niet lang te zoeken.
In den namiddag van den 23sten
October kwam hij op de straat een
jongmensch tegen, die er dapper op
los rookte en ten overvloede hem nog
triomfantelijk in het gelaat keek.
Bakker hield den knaap aan, rukte
hem de pijp uit den mond en eischte
j de gestelde boete. Toen de jongeling
dit niet kon of niet wilde betalen,
rukte hij hem de kleeren van het lijf
en nam die alvast als onderpand
mede.
Dat was te veel voor de omstan
ders, die het tooneeltje hadden bijge
woond. Zij dwongen den schout den
j knaap zijn kleeren terug te geven.
1 Daarmede was evenwel de zaak
nog niet uit. Het oploopje groeide
aan tot een. formeel oproer en de
woningen van den .schout en van ver
schillende overheidspersonen moesten
het ontgelden.
De schutterij, dn het geweer geroe
pen, was niet bij machte den storan
te keeren. Eerst aan een regiment
voetknechten, 700 man sterk, en eene
afdeeling ruiterij gelukte het, in ver-
eenigd optreden, den 26sten October
den schrik onder de oproermakers te
brengen.
Twee der belhamels ondergingen
op het schavot eene geeseling en een
twaalftal andere deelnemers werd tot
langdurige gevangenisstraf verwezen.
HET HERKENNEN VAN
MISDADIGERS.
Terwijl door het vernuftige me-
tings-stelsel van Bertillon het herken
nen van misdadigers die reeds vroe
ger met de justitie in aanraking ge
weest zijn, aanmerkelijk is vergemak
kelijkt en het vaststellen van de iden
titeit van zulk een recidivist daardoor
tegenwoordig betrekkelijk weinig
moeite meer met zich brengt, is de
moeilijkheid van de beantwoording
der vraagis de man dien we hier
hebben nu ook degene, die deze of
gene misdaad heeft gepleegd? nog
vaak in haren vollen omvang blij
ven bestaan. Niet in die gevallen,
waarin de schuldige op heeter daad
wordt betrapt, niet wanneer een sa
menloop van omstandigheden, het
achterlaten van voorwerpen of in
drukken, het vinden van gestolen
goed, wapenen of inbrekersgereed
schappen bij den verdachte den er
varen politieman het spoor aan de
hand doen ,maar wel bij die groote
reeks van feiten, waarbij de aanwij
zing van de identiteit van den dader
enkel afhangt van zijn herkenning
door den benadeelde. Wel is die her
kenning op zichzelf niet voldoende
om het daderschap van den betrok
kene in rechten te doen vaststaan,
wel eischt het recht van oudsher en
ook ons Wetboek van Strafvordering
meer dan de verklaring van één ge
tuige. Maar de groote vrijheid die
datzelfde wetboek geeft voor het ge
bruik van aanwijzingen maakt toch
dat in zeer vele gevallen de latere
herkenning van den verdachte door
het slachtoffer het hoofdmoment
vormt van het bewijs van zijn schuld,
zegt- 't Hbld.
Daarin schuilt een groot gevaar.
Want wij allen, gewone menschen,
die niet in het bijzonder in het zoe
ken naar herkenningsteekenen zijn
gescherpt, zijn slechte opmerkers.
Wie let er, wanneer hem er niet be
paald op gewezen wordt, op lichaams-
deelen die zelfs de meest ervaren ver
mommingskunstenaar niet belang
rijk van vorm kan doen veranderen,
wie let er op ooren, neuzen, vingers
Zijn het niet juist de omstandighe
den die het gemakkelijkst voor wij
ziging vatbaar zijn, haar- en baard
dracht, gelaatskleur en vooral de
kleeding die onze opmerkzaamheid
trekken, zóózeer dat we er de rest
om verwaarloozen Het is wel eigen
aardig dat degene die Frans Rosier
herkende een kapper was, iemand
wiens beroep er toe leidt den ge-
laatsvorm van haar- of baarddracht
te abstrabeeren, en dat nog eerst na
dat hij erg gekregen had doordat zijn
klant zoo dik geverfd was en zijn
haar kleurde.
Daarbij komt nog dat iemand die
het slachtoffer is van een aanslag of
iemand die 's nachts een inbreker bij
zich ontdekt, meestal niet in een
stemming is om den aanrander of
den dief zoo nauwkeurig mogelijk op
te nemen. Veeleer zal hij er naar
streven den afstand die hem van den
misdadiger scheidt te vergrooten dan
te verkleinen, 't zij dan actief 'door
hem op de vlucht te drijven, 'tzij pas
sief, door zelf de vlucht te nemen, al
naar zijn aard is.
Een wordt hij dan later te
genover een aangehoudene gesteld,
dan werkt het feit dat de man die
hean vertoond wordt, reeds op andere
gronden als verdachte in hechtenis
is genomen dikwijls suggestief ge
noeg om hem demand te doen „her
kennen", dien hij voor het eerst van
zijn leven ziet.
Een sterk staaltje hiervan is on
langs weder in Duitschland voorge
vallen. Een melkboer was het slacht
offer geworden van een oplichter. Hij
ging om de zaak aan t© geven naar
het politiebureau', waar hem een al
bum wordt voorgelegd met de photo-
graphieën van alle oplichters van dit
soort. Een van dezen herkende hij
„beslist" als den dader, en toen bij
voor dien persoon zelf gesteld werd
bleef hij bij zijn verklaring, die hij
ter terechtzitting beëedigde. Tegelij
kertijd bleek nu echter dat de man
die terecht stond juist op den dag
dat hij het feit gepleegd zou hebben
j voor een andere rechtbank was ver
schenen om zijn veroordeeling te ver
nemen wegens het plegen van een
ander feit, waarvoor hij vroeger was
aangehouden. In weerwil van zijn
beëedigde herkenning moest de ver
keerdelijk betichte dus terstond in
vrijheid worden gesteld en werd hem
op grond van een bij ons niet be
staande docli billijke bepaling
schadeloosstelling verleend voor den
langen tijd dien hij in voorloopige
hechten;s had doorgebracht.
Dat dergelijke gevallen zich bij
herhaling voordoen is iederen crimi
nalist bekend, al is lang niet altijd
een „alibi" van den beschuldigde zoo
gemakkelijk te bewijzen als hiier.
Mannen als Delbrück, Hans Grossen
Sterne hebben bij herhaling gewezen
op de weinige betrouwbaarheid van
getuigenverklaringen 'in het alge
meen, en bepaaldelijk van de verkla
ringen afgelegd door menschen die
het plegen van een misdaad hebben
bijgewoond. De ervaren rechter weet
dan ook meestal wel hoeveel waarde
hij aan dergelijke mededeelingen
moet hechten, al worden die dikwijls
met de grootste stelligheid uitgespro
ken.
Maar het kan geen kwaad dat ook
niet juristen en niet-psychologen van
dergelijke gevallen eens kennis ne
men, opdat ze leeren, wanneer 't
voorkomt goed uit hun oogen te kij
ken en niet misschien een onschul
dige te doen lijden onder hun gebrek
i aan oplettendheid.
GAPON IN PETERSBURG?
Aan de ..Tag" wordt uit Petersburg
gemeld
i De veelbesproken ex-pope Georg
Gapon bevindt zich weer in Peters
burg. Zonder door de politie te wor
den lastig gevallen presideerde hij
een arbeidersvergadering, waarop 't
zeer levendig toeging, voornamelijk
toen de kwestie van do verdwenen
30.000 roebels behandeld werd.
Een van de aa.nwezigen, Tscbere-
rauchin genaamd w-ien men er van
verdenkt, dat hij 5000 roebel van die
som heeft ontvangen, haalde plotse
ling oen revolver voor den dag en
schoot zich dood.
Gapon wil een gerechtelijke vervol
ging tegen zich uitlokken, naar hij
in een open brief aan de redactie
van de ..Russ" mededeelde. Mis
schien komt men eindelijk langs do
zen weg te weten of Gapon werke
lijk in dienst van de geheime politie
gestaan heeft.
1