BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Natuurhistorische
Wandelingen
cm
Haarlemmer Halletjes
Een Bezoek.
ZATERDAG 14 APRIL.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD 2WN
ADVERTENTIËN DOELTREFFENO.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
IN EN OM HAARLEM.
1 Wat- e'en weer, die laatste dagen,
van dén vroegen morgen tot 'den. la-1
ten avond. De vorige week stonden de
crocussen in mijn tuin nog volop te
bloeien, en nu, ze zijn uitgebloeid.
De Nardissen-velden. zullen ook spoe-|
dig afgeloopen zijn, de hyacinth-en.
waren den vorigen Zondag reeds mooi
en zullen met Pasohen wel over hun
sdboonst zijn.
Toch kan men een druk bezoek ver-;
wachten door heel de bollenstreek. 'L
Is 'te hopen, dat het weer zoo blijft.
neen, een beetje regen, zou ook al weer
goéd zijn, al was 't alleen xn%ar om
de schadelijke gevolgen te verminde-1
ren. die al die auto's verwekken.
Heeren doctoren zijn als cle dood
voor stof en toch tuffen ook zij langs
den weg, wolken van stof plus de moo-
'dlge ziekt ekieunen in de hoogte wer
pend. Geen wonder, d!at die dingen
vaak met een ve-rwensching wordien
begroet. 1
i Een buitje regen zou daarvoor ten
hoogste welkom zijn. j
Waar komt toch die groeikracht
vandaan? Och, dat is niet zoo heel
moeilijk te beantwoorden. De zon
1 geeft warmte- en lidht, twee zaken, j
'die, gevoegd bij cle altijd aanwezige
'lucht, niet nalaten, sluimerend leven
te wekken.. Daar ontwaakt ©en dikke',
behaarde 'hommel. Verscholen, onder
wat bladieren heeft hij den geheeien
winter gesluimerd. TI ijof 'liever zij,
want 't. is de moodier van een nieuwe.
kolonie, rekt cl© stramme ledematen
uit, probeert te liegen, (hoe onbehol
pen gaat haar alles af. Wat licht,
wat warmte, en daar vliegt ze gon-
zencl en brommend heen. Haar wacht
eene belangrijke taak, maar ze- zal ze
I volbrengen.
Daar is zoowaar reeds een vlinder,
een groote vos, waar kwam die van-'
J daan I
Och, ook -die heeft hier of daar ge
slapen, niet als vlinder, maar als
pop, en nu, gewekt door "t lieve zon
netje. daar wordt ze wakker, strekt de
ineengefrommeld© Vleugels, en. vliegt
weldra 'dwarrelend rond.
Zal ze ireelds planten vinden om er
eitjes op te leggen Welzeker, zie
maar. de brandnetels komen reeds
voor den dag. Kan ze reeds voedsel
vinden? V.eel heeft ze niet noodig, en
bloemen zijn er reeds genoeg, waar
uit ze wat honig kan opzuigen door
1 haar lange roltong.
En de vogels? Bij duizenden en
duizenden worden de kievitseieren in
Leeuwarden aan d© markt gebracht.
Wel een bewijs, dat ze zijn terugge-
I keercl. De roeken aan het Bolwerk
schijnen, evenals die jongens daar ter
plaatse, vrij spél te hebben, hoog in
j die toppen dier boom en hebben ze hun-
ne nestein gemaakt en wellicht reeds
zitten ze te broeden. Als straks cle
jongen het aan koude en regen maar
IJl-iet moeteii bezuren, als eenmaal de)
veelgeprezen Mei in; :t land is, en dan
meer op November lijkt. I
j De spreeuwen zongen reeds lang
hunne- bruiloftsliederen in de toppen
1 der boomen. weldra hebben ze reeds
jongen. En cle mussohen, en de vim-
1 ken, ,en cle lijsters, en zooveel andere
gevleugelde zangers, ze doen ons ver-
Een Z a terdagavo nd-pra atje.
„Dat xs toch een mooi vak", zei de
zer dagen een bezoeker van onze
bloemenvelden, ,,ze groeien vanzelf
en ais ze klaar zijn haal je ze uit den
grond en verkoopt ze Ik geloof-niet,
dat een bollenkweeker ooit heeft in
gezien, dat zijn bedrijf zóó gemakke
lijk was. Misschien zal hij het nu
beter waardoeren en niet meer kla
gen over schraal gewas, of al te
overvloedig gewas, of snot in de
bollen en dergelijke gebeurlijkheden
die tot dusver zijn leven plachten te
verbitteren.
„Je laat ze maar groeieu en dan
verkoop je ze-!" Kan 't eenvoudiger-?
't Doet me denken aan een kind, dat
aan zijn vader vroeg„pa, wat is
eigenlijk handel-?" waarop cle pa,
wel wat onvolledig, ten antwoord gaf:
„handel is als je wat koopt, voor een
gulden en het verkoopt mor een daal- j
der." Het zal wel overbodig wezen om
ei' bij te vertellen, dat, de bezoeker,
die deze meening over cle bolletjes ten
bst gaf, een Amsterdammer was. Hij
vormt min of meer het pendant van
een bloemenliefhebster, die -een paar
dagen geleden in de courant, de vraag j
deed, of de kweekers een anderen
keer niet eens wat meer afwisseling
in de velden kunnen brengen, :t was
nu altijd zoo hetzelfde en zoo een-
tonigè Daar ben ik voor," daar ben iik
vlak voor. Waarom tocli altijd die
stijve vierkanten, zooveel regels
blauw, zooveel regels wit, zooveel re
gels rood en geel 't Kon veel mooier
wezen, met sterren en zonnen in al
lerlei kleuren en weet ik wat mooie
figuren meer Dat cle kweekers daar-
geten, dat we nog maar half April
hebben. En de menscheni? Wmterkl.ee-
ren wo-rden opgeborgen, de dunne zo-
mea-ld-eeren komen v-oor den dag.
Bij' het spelen-der jongens gutst het
zweet hun van liet gelaat. Den lieetói
dag zitten we met open ramen en
deuren. En 'do herstellende zieken, ze
genieten-de buitenlucht sterkt ze
hun krachten keeren terug, en spoe
dig hebben ze den aanval vergeten
en gaan ze weer hun gewone werk
zaamheden. verrichten.
En clan die clorre, kale takken,
merkt ge op, hoe langzaam maar ze
ker de Meur der boomen wordt gewij
zigd. Dat dorre, kale heeft plaats ge
maakt Voor een levendiger tintje v
waarvan die kleur nog niet te bepa
len valt. Bij dag verandert het van
nuance.
Na ©enige cllagen verbeelden we ons,
dat geel en. groen wat meer de hoofd
toon aangeven, en van wait dichterbij
beschouwd, zi'en we reeds heel wat
groene blaadjes- uit de knoppen te
voorschijn komen.
't Is vreemd-, dat er zooveel m-en-
schm zijn, die zich niet juist reken
schap kunnen geven, hoe die bladeren
aan, -cle hoornen komen. Dat dat alles
er dien vorigen herfst reeds aanzat, al
was 't dan ook klein en nietig, goed
tegen d'e winterkoude beschut is aide
eerste moeilijkheid, waarin ze zich
niet in kunn-en denkeu, dat verder cle
planten en hier met ,na,m-e de boomen
achter die knoppen in de takken re-
servevoeclsel hebben opgegaard, zie,
dat is dlc tweede moeilijkheid, en -dan
dat loslaten van cle knopsehubben.
dat ac'hteroiver buigen, dat zich be
scheiden op -den achtergrond plaat
sen, dat verlengen van den tak, dat
ontplooien der blaadjes, zie, dat zijn
allemaal van die wonderen, die men
maar niet gelooven wi'l als men ze
hoort vertellen. En dat zoo iets wer
kelijk te zien* zou zijn, dat men d;e
wonderen zelve kan waarnemen,
neen, dat is eenvoudig niet waar.
En toch is het. zoo
Maar men moet er een beetje ge
duid voor hebben, (men doet dag uit,
iclag in dezelfde takken blijven waar
nemen. Let maar -eens op de seringen,
hoe d ie uitloop en, op -de kastanj es, op
de: och, eigenlijk leemt elke heiester
zich daartoe, elke boom.
En clan zijn -daarbij nog zooveel aar-
der e zaken, waarop gelet kan worden,
die het geheel aantrekkelijk maken.
Zie eens bij clen kastanje, hoe de kle
verige knopschubban zich rondom den
tak hebben opgesteld, als- was het om
eiken indringer te weren. Wat zij den
ganschen langen winter zoo goed heb
ben toegedekt, behoeft nog hunne
zorg. De zich verlengende tak is week
en sappig ear de jonge blaadjes, och,
ze zijn nog zoo teer en sappig. Ook
die beschuttende, wollige beharing
blijft nog', of om te veel verdamping
tegen te gaan, of om allerlei tuig
verre te houden', want al mag dat
malscihe groen een kostje zijn, met
iets voor dat om-tuig, die baren, daar
houden ze niet van.
Err d'an de- lage, -nietige plantjes,
zijn d-ie nog niet ontwaakt?
O, bij massa's. Er zijn er al, die
rijp zaacl hebben, er zij-n er al. die bij
massa cle kleur gaven aan een gan-
sche streek. Daar hebt ge bijv. die
vastwortelige iielmbloem, die lieve
anemonen, diemaar waartoe
voor dit oogenblik meer, men ga zelf
voor de soorten door elkaar heen zou
den moeten planten is een ongemak,
dat zij voor ons maar over moeten
hebben.
Es is iet-s leuks in het verzoek van
deze dame en ik hou van leukheid,
waar i'k die ook ontdek. Nu pas
weer in een voorstel van Burgemees
ter en Wethouders aan clen Raad.
„Wij hebben do eer U te berichten,
dat het is gebleken, dat de jongens
en meisjes, die gebruik maken van
de zwem- en badinrichting aan de
Houtvaart, over hel algemeen niet
kunnen zwemmen." Zoo staat het er,
met eenige blijkbare verbazing. Toch
is er dunkt me voor die verwonde
ring ge-en reden. Wanneer in de laat
ste jaren hetzij aan de Leidsehe-
vaart, hetzij in cle Amsterdamsche-
vaart, -of waar anders ook in de ge
meente, de jongens wilden leeren
zwemmen, dan vonden zc daar regel
matig of een bord of een politieagent,
of beiden, di-e bun dat verheden.
Ge-en wonder, dat ze het nu in de
zwemschool aan de- Houtvaart, niet
kennen, om van de meisjes, die na
tuurlijk in 't geheel geen gelegen
heid laadden, maar niet te spreken.
Er had dus eigenlijk in het voorstel,
in de plaats van deze verbaasde zin
snede moeten staan
„Wegens gebrek aan gelegenheid
hebben de jongens en meisjes, die nu
van de bad- en zweminrichting aan
de IToutvaart gebruik maken, niet
leeren zwemmen."
Maar laat ik op deze slak geen
zout leggen, 't Is in ieder geva.l een
verblijdend verschijnsel, dat ons da-
zien, blijve niet langer binneai cle
murein-, maar besteedt elk va-ij uurtje
om te genieten, u-iit te rusten, waar
te nemen, wat de natuur zooa'l te zien
geeft.
J. STURING.
VRAGEN BUS.
Den Heer Z. t e H. Al zeer ge-
makkelij k kan ik aan Uw verlangen
voldoen. U vraagt me naar laurieren,
waar U die kunt zien, enz. Telken
jure toch, ook nu reeds weer, staan
er in groote kuipen op -de Groote
Markt voor B-rinkmann en de Kroon.
Of ze blo-eden? Ga maar eens zien,
dian kun't U tevens ook met deur bloei
kennis maken. Ook 'hier en daar wel
in ons land worden ze gekweekt,
maar vooral in Gent. Bij liet be-zoek,
dat ik den vorigen zomer aan Gent
bracht met de leerlingen' van den
Tuinbouwcursus, zagen we bij één
kweeker een veld van misschien wel
5 H.A. alleen bezet met laurieren in
kuipen van klem tot groot., zoowat
voor cle 'helft als pyramiden, voor de
andere helft als kroonboomen. Bij een
anderen kweeker zagen we een hoop
takjes met bladeren (zomiersnoei)J
groot genoeg om tal van H.L. met
augurkjes in te maken.
Den Heer v. B. te H. De Au-
kuba is een zeer veranderlijke plant,1
zoowel wat betreft die oneerdere of
mindere bontheid! 'der bladeren, als-1
ook den vorm daarvan. Verder vari
eert ook de 'bladrand verbazend veel. j
Door een mat tegen den wind be-
schut, blijft ze in onze tuinen goedj
oiver. De heester is twee-huiïg en be- j
hoort tot cle Kornoeljeachtigen. Vroe
ger had ze a'lleen waarde als blad-1
plant, tegenwoordig (sinds dei invoe- j
ring der vrouwelijke plant) heeft ze
ook heel wat waarde door de sierlijke
vruchten, die tegen het voorjaar rijp
worden -en- dan meteen ïaiooi rood
Meuren.
J. STURING.
H. VON BEAULIEiU.
Door de Noordw-est-Duitsohe vlak
te stoof de sneltrein, langs met goud
bezaaide weiden, waar nog hier en
daar blauwe streepen water stonden
als overblijfselen van de winterover-
strocaning langs bosc'hjes van den
nen en lichtgroene berkenlangs
r-o-ode daken en plompe kerkjes van
dorpen, en langs kleine, vriendelij
ke, werkzame stadjes. Enkele pru-i-
menboomem stonden nog in bloei, en
de appelboomen waren gebuid in
een wit en rose waas. als jonge meis
jes in balcostuum. Overal, in het
hosch en op de weiden zag men
wandelende spelende, bloemen zoe
kende kinderenbij de overwegen
stonden zij met ruikers van sleutel
bloemen en riepen hoera! om lu-dht
te geven aan hun blijdschap omcl-at
het lente was.
De passagier^ in den trein keken
vaak naar buiten, naar het zonnige
landschap de ouderen peinzend' en
ontroerd, bij de herinnering aan
vervlogen lentetijdende jongeren
met vroolijk ongeduld, met een stille
blijdschap, die na.uw verwant was
De beteekenis van de uitdruk
king „over 't algemeen" is niet zeer
duidelijk. Misschien wordt bedoeld
over t water.
gelijkscli bestuur voorstelt de leer
lingen van de hoogste ldasse der la
gere scholen kosteloos les te laten
f geven in zwemmen en duiken. Wel
te verstaan niet onder schooltijd,
1 want de wet op het lager onderwijs
kent zwemmen en duiken als leervak
niet en toen indertijd onder de school
uren een proef werd genomen met
schoolbaden, heeft de schoolopziener
die op slag laten staken, omdat ze
niet op het leerplan voorkwam.
Als de jongens en meisjes dan nu
ook maar opkomen, 't Gaat immers
wel meer zoo, dat wanneer er een
gelegenheid ontbreekt, daarover luid
geprutteld wordt, terwïjT men er geen
gebruik van maakt, wanneer ze zich
voordoet. Met de schoolbaden is het
ook wel een beetje dien kant uitge
gaan en al schuift bet bestuur van
I 't Witte Kruis de schuld daarvan op
gebrek aan medewerking van de hoo'f-
1 den, dezen op hun beurt schrijven
j het toe aan gebrek aan belangstel
ling bij de leerlingen en hunne
ouders, voor een gedeelte bij die leer-
j lingen vooral, die het 't meest noo
dig hebben, 't Is te hopen, dat vooral
ook de meisjes zullen opkomen om te
leeren zwemmen, zij hebben immers
zoo bitter weinig sport en spierbewe
ging, veel minder nog dan de jon-
1 gens, die met knikkeren, hoepelen
en een, zij het dan ook weinig ge
organiseerd, voetbalspel, cle schar-
1 nieren tegen roest weten te bewaren,
j Men zou haast zeggende lieer
Sprenger, die het den kinderen wil
laten leeren, verwacht zelf zulk een
grooten toeloop niet. Althans hij wil
het doen voor f 275.wat niet veel
J is voor een aantal van circa 500 kin
deren, die zich, berekend naar een
gemiddeld aantal van 35 leerlingen
I per hoogste klasse over 15 scholen
aan den o-viermoed der wenkende,
juichende kinderen.
In een hoek van den coupé zat
een klein, schraal juffertje,/Dat zij
ongetrouwd was. zag men dadelijk.
Maar de elegante dames, die bij
haar in den coupé zaten, gaven zic'lï
waarschijnlijk niet eens moeite, om
daarover na te denken. Hoogstens
namen zij met vluchtigen glimlach
haar kleinsteedsche. kale kl-eeding
op-
Uit houding en -beweging, uit alles
bleek, dat het manschje niet gewooo
was, onder menschen te komen. Het
niet meer jonge gelaat was niet ge
rimpeld. maar de trekken waren ver
flauwd, zo-oals het gaat bij men
schen wier leven eentonig, voorbij-
stroomt.
Meestal keek zij -met stille, droo-
meri-ge oogen door het raam naai
de lente, de Noordd'uitsche lente, ge
huld in haar koel zilveren licht. Tel
kens schitterde ook in haar blik d'e
gloed van iets groots dat zij ver
wachtte. vermengde met angst voor
het vreemde, het ontzettende, dat
zij van plan was, te verrichten.
Enkele groepen van hooge huur
kazernes de voorposten der groote
stad, vertoonden zich. Dan volgden
geheele -straten, dicht hij het station.
Men keek in keukens, waan.' -dienst
meisjes bezig waren uit open ramen
zag men beddegoed liggenjonge
mei-sjes met lichte blouses aan ston
den op de balkons. To;en zag men
neder op drukke pleinen, met boio-
ni-en beplant, een park in licht-groe-
nen lentedos met rijtuigen, fietsers
en wandleiaars.
De elegante dames in den coupé
maakten 'haar kapsel in orde, zetten
prachtige hoeden met veeren op en
namen haai' tassdh'en uit het net.
De schuchtere juffrouw zocht ang
stig naar haar kaartje, dart zij als
alle onhandige reizigers te goed had
weggeborgen en durfde niet meer t.e
.gaan zitten, uit angst d-at zij niet
gereed zou zijn aan het juiste sta
tion.
Het groote oogenblik was daar
Zij volgde den stroom van die reizi
gers en ging de trap af. Beneden in
d'e vestibule wierpen -een paar krui
ers elkaar grofheden naar het hoofd
en op straat hadden twee koetsiers
ruzie.
Huiverend, sloop het juffertje voor
bij. Goede hemel wat waren de men
schen twistziekEn nu moest zij de
straten in. waar zooveel menschen
w-aren
Zij vroeg den weg aan iemand
geen politïe-agen-t, want daar was
zij bang voor en kreeg een vluch
tig antwoord, dat zij niet verstond.
We-er volgde zij den menschen-
stroom. Zij kwam -aan een brugoiver
het in den zonneschijn blinkende wa
ter. Dat kwam uit. Verder maar
Thuig had zij op een plattegrond
den weg opgezocht en hem goed in
haar 'geheugen geprent. Maai' in
de werkelijkheid zag alles er zoo ge
heel anders uit. De straatnamen
kwamen niet overeen, en de men
schen vea'drongen en duwden elkan
der. en 'hadden geen tijd om een
juffrouw die den weg niet wist. te
recht te helpen.
En dan die overgangen'! Aarzelend
bleef zij eerst een -heele poos staan,
kunnen aanmelden.
Ik hoop 'integendeel, dat ze zullen
opkomen bij honderden, gedachtig
aan het oude spreekwoord „wat je
leeren kunt, neem het mee, je weet
nooit, hoe het je te pas komtEn
al val je nooit in de gracht, al hoef
je er nooit iemand uit te gaan ha
len, de sport en de beweging zelf
zijn al voldoende belooning voor de
geringe moeite.
en toen zij zich eindelijk met doods
verachting in d'en stroom van rijtui
gen e-n mensc'hen stortte, wae het;
d'e vlugge hand' van den politie-agent
die haar behoedde voor overreden
worden en haar na-ar de overzijde
bracht.
Daar stond zij, over 'haar geheele
lichaam bevend, niet in staat nog
maals zulke angsten uit te staan.
Een huurrijtuig dat er aan 'kwam,
redd'e haar uïtjiaar verlegenheid. De
koetsier, die li an haai- wanhopige
houding zeker bemerkte, 'dat zij een
vreemdelinge was, wenkte haair uit-
nood'igend toe. en zij stapte in en
liet zich met een zucht van verlich
ting op de kussens neervallen.
Waarheen, mevrouwtje? vroeg
de koetsier vriendelijk-.
Naar de kunsttentoonstelling,
antwoordde zij blozend.
In haar opwinding zou zij «werke
lijk geheel vergeten 'hebben, het doel
van haai' tocht te noemen.
In vluggen draf ging het -door
straten, over pleinen, langs een
groot aantal gedenkteekens, totdat
zij -stilhielden voor een ijzeren 'hek
waar hooge vlaggestokken boven uit
staken.
Zij betaalde haar énrtrée, kocht een
catalogus, en liep de andere men
sc'hen na.
Maai' wat zij verlangde was iets
geheel anders dan wat die andere
menschen zochten.
De atmosfeer, dé eigenaardige
kun-sttentoonsteilingsatmosfeer. met
la-aar geuren van stof, vernis, men
schen ad'eurs, beklemde haar de
borst. Of was het alleen de steeds
toenemende opwinding die haai' zoo
benauwde? De schilderijen in de za
len werden voor haar oogen verf-
vlekken zander beteekenis of vorm.
Zij zocht- slechts één schilderij en
één naam.
Zij kendé de -schilderij uit 'de be
oordeelingen in die couranten. Toen
-zij het werkelijk zag, began-nen haai'
knieën zóó te trillen van -aandoening
dat zij moest gaan zitten.
Dat wag zijn schilderij.
Het werk waardoor hij -beroemd
was gewordencle rijpe oogst van
moeilijk doorworstelde jaren.
„Oogst" heette het ook.
Het was een groot tryptiek. De
twee zijkanten stelden den oogst voor
van het leven en den dood. Het mid
denstuk gaf een zonnig Augustus-
1 andschap voor, met knapen en
meisjes, die aan het schoven opladen
waren. Er was gloeiend leven 4n de
schilderij, niet omdat de gloed der
namiddagzon het bestraalde, maar
cloor den kraohtigen levenswil die
er uit sprak, de wil van den kun
stenaar, dien hij zij.n schepselen
had ingeblazen. Een verheven ge
weldig rhytmus lag in -de bewegin
gen dezer jonge, krachtige menschen
die bij den meest oorspronkelijken
en eerbiedwaardiger arbeid) des le
vens,. bijna één schenen met d'e na
tuur die jonge man op -den voorgrond
wierp zijn bundel schoven met zulk
een machtige, triomfantelijke bewe
ging omhoog, dat in hem -de zoon
(Ter natuur verheven werd tot liaan'
ovenwinnaar.
De meeste schilderijen rieken
naar olieverf, dit riekt naar rijp
graan en gezonde, warme jeugd, zei
Over -de grensregeling is er zoo
waarlijk wat nieuws meegedeeld. Dit
blad heeft het eerst gemeld en andere
hebben het gretig overgenomen (zoo
gretig zelfs, dat ze er in de haast de
bron niet hebben bijgezet), dat men
in Schoten iets ijit den Haag over de
zaak vernomen had. Ik heb er bij
-een vorige gelegenheid al eens op
gewezen, dat het kleine Schoten de
-eenige -gemeente was. waar men van
den stand van de zaak nu eindelijk
eens haring, of kuit verkoos te heb
ben. De Schotensche Raad had dus
een Commissie benoemd om bij den
Minister op audiëntie te gaan en te
vragen, wat Zijne Excellentie „er
van dochtDe Minister evenwel gaf
onverholen te kennen, dat hij op 't
bezociv van de heeren niet gesteld
was, hoewel hij die boodschap in
kleedde in hoffelijke vormen en be
duidde cle Commissie
„d-at de quaestie der grensregeling
„een punt van -ernstige overweging
„aan het departement van Binnen-
„landsche Zaken uitmaakt en dat het
„Z.Exc. onnoodig voorkomt, met do
„Commissie een mondeling onder-
„hou-d te hebben, daar de zaak reeds
„in onderzoek is."
De kanselarijstijl van dit bericht op
zichzelf is een wave verheuging. „Een
punt van ernstige overweging uit
maakt" is een volzin, dien ze blijk
baar bij departementen van bestuur
zoomaar kant- en klaar hebben Jig-
gen. Je ziet van hier cle peinzend ge-
- fronste wenkbrauwen, waarmee allen
van den jongsten klea-k af tot aan den
hoogsten ambtenaar toe, aan het de-
partement bezig zijn de Haarlemsche
grensregeling te overwegen. Of moet
ik misschien zeggen over te wegen?
Want de quaestie is al zoo oud. ze
bestond al aaaa t Departement, toen
pas het Ministerie Kuyper was opge-
treden. Zonder twijfel is ook deze Mi
nister Ier zijner tijd aan 't wegen ge-
weest, zoodat van Minister Rink ge
rust gezegcl kan worden, dat hij óver
weegt, met den nadruk op cle o.
Toch brengt die overwe-gingsverze-
kering ons over den stand van de
zaak niet veel licht. In ambtenaars-
stijl kan een zaak in zeer ernstige
overweging zijn en (och nog tien jaar
duren. Iets verder brengt ons de me-
j dedeeling, dat de -Minister een mon
deling onderhoud met de Commissie
onnoodig acht. Ianmers het moeten
wel gewichtige redenen zijn, die Zijne
Excellentie ervan terughouden, zich
het genoegen te gunnen van een ken
nismaking met de Schotensche auto
riteiten en die redenen zijn te vinden
in de slotwoorden „daar de zaak
reeds in onderzoek is."
Hiermee komen we inderdaad een
stap verder. Dat de zaak in onder
zoek is, wil allerwaarschijnlijkst wel
zeggen, dat er al dit oogenblik op
nieuw aan gewerkt wordt. Wouter
meende, dat we dus de kans liepen
alleen laet Sclaoterkw-artier er bij te
krijgen en verstoken zouden blijven
van de voordeeliger brokken" van
Heemstede en Blo-emendaal, maar
dat heeft hij, zooals gewoonlijk, weer
iemand naast liet juffertje, -dat ge
heel in de beschouwing verdiept was.
Ongemerkt keek zij op. Twee hee
ren praatten samen over cle schil
derij.
Ja, en daarbij is (liet., uit een
oogpunt van techniek, tevens liet best
geschilderde doek van -de geheele ten
toonstelling. zeid'e de ander.
Ja, hij is een va-n onze eerste
kunstenaars. En toch heeft liet ja
ren geduurd, eer hij zich die plaats
heeft veroverd. Ook wat zijn uiter
lijke omstandigheden betreft, had hij
'het niet gemakkelijk, een bekrom
pen omgeving, allerlei tegenspoeden.
Een jaar of tien geleden was hij
verloofd met de dochter van een
dorpsdominee, vrijwel liet domste,
wat een jongmeiisch die vooruit wil,
in zijn omstandigheden kon do,en.
Er is al menig jong talent verlamd
door een onverstandig huwelijk.
Goddank, dart, 'hij er nog weer afge
komen is.
Ja, dat was zeker goed' ook
voor zijn maatschappelijk succes,
meende de ander 'gli-mlachend. Be
roemdheid is iets, dat wordt samen
gesteld uit de gevolgen van allo
mogelijke invloeden.
Verder spraken zij over cle ver
diensten der schilderij, w-aarbij zij
technische uitdrukkingen gebruik
ten, clie de luisterende niet begreep.
Zij begreep alleen, dat zij zich uit
ten in lof en bewondering, en daar
om vervulde ieder woord haar mek
blijdschap.
Telkens stonden er andere men
schen voor de schilderij.
„Hooge kunst" „Diepe levensop
vatting" „Kolossale techniek"
deze en dergelijke uitdrukkingen
troffen voortdurend haar oor.
Niemand lette op het tengere bui-
tenmenschje, behalve als cle een of
ander gaarne had willen plaats ne
men, en met ongeduld' wachtte, of
cle fauteuil niet eindelijk vrij zou
komen.
Maar zij stond! niet op. Voor het
eerst eu het laatst, in haar leven,
ontnam' zij anderen een plaats. Zij
wist het niet. maar al had zij heb
geweten, het 'had 'haar koud gelaten.
Zij was verdiept in cle schilderij,
zijn schilderij. En haar ooren hoor
den zij-n lof verkondigen, haar ziel
werd dronken van zijn roem. An
ders hoorde of zag zij niets.
Zij was niet meer alleen en vreemd
en angstig te midden van al die pra
tende menschen die onder het rui-
schen van hun kleeren, met hun
lorgnetten spelend, zich om haar
verdrongen.
Zij was hier geen vreemde. Dat
waren de anderen. Zij had een heilig
recht op déze schilderij, want zij had
haar levensgeluk ten offer gebracht,
opdat dit doek kon ontstaan.
Niet hij zelf, een vriend was bij
liaar gekomen en had gezegcl: „Gij
moet hem zij-n vrijheid schenken.
Een huwelijk in armoede zou -de dood
zijn voor zijn kunst. Hij lijdt reed's
onder den druk van den keten, d'ooli
heeft niet den moed, dit te beken
nen. Ik weet. dat deze dwaasheid! zij
ner jeugd hem wanhopige uren be
zorgt."
Zij had hem de vrijheid geschon
ken.
En daarom had zij deel aan zijn
mis. Noch de Regeering, noch de
Tweede Kamer kunnen het eenmaal
ingediende plan zoomaar gaan split
sen, door aan Haarlem het eene stuk
te geven en het andere te onthouden,
wel kan de Kamer een eventueel
voorstel van den Minister am endee
ren, maar dan gaat dat gewijzigde
voorstel weer ter goedkeuring terug
naar al de Colleges, die hun licht
vroeger daarover hebben laten schij
nen Gedeputeerde Staten, Gemeente
raden en Commissies uit cle burgerij.
Niet dat ik het als een feest zal
beschouwen, wanneer de heele inder
tijd gevraagde grensregeling tot
stand komt. 't Zal der gemeente
daarmee gaan als met een particu
lier, die een veel grooter huis gaat
betrokken, dan waarin hij tot dus
ver woonde en meteen gewaar wordt,
dat hij er met wat meer huur te be
talen niet af is, maar dat zijn ge
heel e leefwijze op tal van punten
veel kostbaarder is geworden. We
zullen het ter zijner tijd aan ons be
lastingbiljet wel gewaar worden I
Ik voor mij vier dan ook veel liever
feest, wanneer de Sociëteit Vereeni-
ging eerstdaags een halve eeuw be
staan zal. 't Is een jubeltoon waard,
dat die stichting, het middelpunt der
beweging van Haarlems burgerij, te
gen de golven van den tegenspoed in,
is blijven leven, al is dan ook menige
groote verwachting, die sinds de
laatste verbouwing gekoesterd werd,
niet in vervulling gegaan. Het leden
tal is niet toegenomen en cle hoop,
.dat cle twee bovenzalen op clen hoek
- een druk bezocht restaurant zouden
wonden, is niet verwezenlijkt. Wel
werd o treffende samenloop van
omstandigheden die zaal een a a li
ne m e r s-societeit
FIDELIO.