BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 5 MEI. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. •ai U' 'Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. CX. Zoo stonden tv» dan klaar om het -ejewone schooluur te gebruiken tot morgenwandeling:. Of het den jongens aanstaat de vier muren, ja de stad te ontvluchten om hui- ,0J in in het vrije veld te genieten, raar te nemen, te leeren, dat kunt e begrijpen. Dat is een geheel ande- e manier van les geven, die al heel in den smaak valt. En de re- ultaten 't Is waar, dat 't moeilijk valt te on- nderzoeken hoe groot de kennis is die er de leerlingen wordt opgedaan 0SBaarvoor hebben we een geheel ande- jjj, e maatstaf noodig dan bij 't gewone inderwijs maar dan is het tevens eI tfaar, dat we nog heel wat zouden el ergeten hebben ook. want het daar ,-^ipgedane bevindt zich niet binnen ejeen bepaald kringetje, binnen een tot of vier bladzijden terug te bren gen les; daar wonden geheel andere la organen, of onderdeelen van orga- eGren ontwikkeld, en dan, wat daar ei wordt waargenomen, blijft, brengt jj telkens rente op, komt bij tal van M eaken ten goede, en draagt niet wei- nig bij, tot den grondslag van wat )r men meestal aanduidt als algemeen© ie_ ontwikkeling. Wij dan verlieten 't lokaal, de speelplaats, de zware poortdeur der gevangenis werd geopend en een geest van vrij zijn doortintelde liet clubje, 't Scheen een troepje jonge paarden, II die na den langen winter den sta.1 a' verlaten om in de weide eens uit te springen. Maar de teugels moesten eerst nog met vaste hand worden strakgehou- den, misschien straks... Bij de scheepshelling van Pelten- s burg zwenken we links de Zomer- vaart op. „Verboden Togang tot den kwakel", doet enkelen niet alleen de spelfout opmerken, maar aan buur man links en rechts vragen met een air van gewicht: ,,zeg, weet jij, wat een kwakel is", net alsof hij het al jaren zelf geweten heeft. Nadere ver klaring is er niet noodig, een clubje met de hoofden bijeengestoken ver klaart op de alleen aan jongens eigen manier, wat nu eigenlijk een kwakel is en hoe dom, het 's, het verband tusschen dat bordje en dat bruggetje niet te snappen. Een vijf- a zestal eenden met een woerd aan 't hoofd, scharrelend langs den waterkant, 't is toch in natura wat anders dan zoo'n mooi geteekend en gekleurd plaatje. Er zit leven in, er zit handeling in, ze zien duiken, ze zien de mannetjes- voorgaan, endaar heeft een ander, wien dit tooneeltje op dit oogenbhk minder interesseerde, op gemerkt, hoe zwaluwen bezig zijn uit gïndsch© sloot slik op te halen voor den bouw van haar nest. De slingerende weg wordt minder bebouwd, de huizen staan verder is Haarlemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraatje. Meermalen heb ik de gelegenheid gehad te wijzen op de wonderlijke tegenstrijdigheden, die de mensch op zijn levenspad ontmoet. Je hoeft maar een krant op te slaan en hebt er een te pakken. Zoo las ik een paar dagen "geleden, dat er proces-verbaal was opgemaakt wegens het spelen met en om geld aan den openbaren weg en een dag later, dat vier rechercheurs i acht agenten samen ongeveer- dui zend gulden hadden getrokken uit de Staatsloterij. 't Zou wezenlijk pikant zijn, wan neer het proces-verbaal tegen de om centen spelende jongens opgemaakt was door een van de politiemannen, die een portie jran die duizend gulden in de wacht heeft gesleept. Onze maatschappij is wel wat aan den huichelachtigen kant, vooral waar het loterij of kansspel geldt. Als we de twee gevallen naast elkaar leggen, dan zeggen we nietwaar?: ,.ja, maai-er is een groot verschil tus schen." Laat ons nu eens zien, waar het verschil l.igt. Vooreerst hierin, dat de geverbaliseerde personen zullen hebben gespeeld om centen, terwijl dd winst in de Loterij loopt in ae guldens. Een verschil dus van hoe veelheid, niet van hoedanigheid. Het groote verschil ziet daarin, dat de jongens op den openbaren weg om centen speelden. Binnen mag het. maar buiten niet. De samenleving vindt die centen op straat zoo'n aller vreselijkst gezicht, dat ze er proces verbaal tegen laat opmaken door uiteen. daar heeft rechts de blik vrijen toegang op het abattoir, links tot aan cle Amsterdamsche Vaart, waar zoo af en toe een .ragen .-an de E. S. M., als een uit een Neuren- berger doos, voortglijdt. Daar het verdronken land van de Zomervaart, enkelen van het gezelschap, die hier nog nooit geweest zijn, wordt thans duidelijk gemaakt, dat dat veld des winters onder water staat, dat men daar dan ,.ijs en weder dienende" kan schaatsenrijden, nog wel een twee dagen eerder dan aan den Zijl- weg en goedkoop... Het tentje, dat nog aan dat alles herinnert, helpt mede om de voor stelling te verlevendigen eu alles ge makkelijker in 't geheugen terug te roepen't zou ons heusch niet moei lijk vallen er diegenen uit te pikken, die hier reeds meermalen genoten. En nu, thans bemerkt men pas, dat het geheel© weiland vol bloemen staat geel, dooiergeel, boterbloemen, nu ja, maar dan groote. ,.Zijn dat nu bo terbloemen, mijnheer, die zijn toch kleiner", vraagt er een, en een an der, die vaker wel een boterbloem plukte en wat nauwkeuriger bekeek, meent, dat die ook heel ander blad hebben enplof, daar heeft er een de theorie in de gymnastiekzaal bij springplank en matras opgedaan, in practijk gebracht en is over de 2M. breede opening heengesprongen. Spoe dig heeft hij de bloem, maar owee, de sprong terug, valt niet mee maar, daar is hij er, en nu kost het minder moeite om de dotterbloem of groote boterbloem met een kruipende of scherpe te verglijken. Op een la tere wandeling wordt het feit, eens waargenomen, hoe de koeden toch van die boterbloemen niet houden en ze ongeroerd laten staan. De mooie lila pinksterbloemen met de daarnaast staande ruige veldkets maken een meer gedetailleerde be spreking noodzakelijk. „Die koeien, mijnheerwat zou dat een heerlijke kiek wezen." En als dan de pogingen mislukken, dan gevoelen allen daar van spijt. Wij hebben thans de "weg, die ons spoedig hij de Ringvaart zou voeren, verlaten, om het landelijke weggetje, eerst zonder, later met enkele boe renwoningen door de weilanden te volgen. Hondsdraf, doovenetel, eere- prijs, de een voor, de ander na, ko men ze er mede aandragen. „En is dat nu geen flultekruid', mijnheel-, hij beweert van niet." Een toestemmend knikje doet hem groeien, maar een enkele vraag, waarom het zoo heet, brengt hem weer tot kalriite, daarbij thans moet bekennen toch ook niet alles te weten. Kijk eens hier, dien hollen stengel, op de knoopen ge vuld, snijdt men nu van zoo'n lang lid de onderste knoop af, dan heeft men een lange bus voor zich, waarin een geheel potlood zoowat kan ver dwijnen. Een lenètesnede in de zijde aangebracht evenwijdig met de rib ben van den stengel, nu er in gebla zen, de daarin verdichte lucht ont agenten, die in de Staatsloterij spe len. O, o, waarde medeburgers, is dat niet een klein beetje onlogisch? Ik heb in mijn jeugd lang geleden, ook wel eens den euvelen moed gehad om op straat met centen te gooien naar een streep, onder die bepaling.dat wie er het dichtst bijkwam alles won. of met een leeren riem op een cent ge slagen, waarbij hij overwinnaar was, die zijn cent het verst wist vieg te slaan. Daar was althans ik zal niet zeggen kunst, maar dan toch behen digheid voor noodig, terwijl spelen in de Staatsloterij het stomste geluk is, dat je denken kunt. Je koopt hier het twintigje bij den debiteur en in den Haag laat de hand van een on- noozelen weesjongen er een prijs op vallen. Ik zeg dat niet omdat ik aan de ipolitiemannen het buitenkansje mis gun, integendeel, ik kan best de zon in 't- water zien schijnen. Evenmin omdat ik het spelen met centen op straat zou willen aanmoedigen. Foei nee, ik verga van berouw over de tekortkomingen van mijn jeugd en gruw van alles, waar onze politiever ordening van gruwt. Dat is des goe den burgers plicht. Maar in 't hart van de zaak is er tusschen dat proces-verbaal en dat politiehovend twintigje toch wel tegenstrijdigheid. Juist terwijl aldus gemeente-beamb ten door Fortuna zoo mild werden bedeeld, kreeg ook de gemeente zelf, hoe kan 't zoo treffen, een geschenk. Gewoonlijk is zoo'n cadeautje aan de stad, laat ik het maar zeggen, niet veel bijzonders. Den eenen keer is 't een onbeteekenend schilderij van iemands onbelangrijken voorvader, den ande ren keer een verschoten vaandel van wijkt door de spleet en het fluitend, toeterend geluid verklaart thans zonder verder omhaal van woorden de namen flultekruid, toeterlof enz. „Wil U mijNeen. beste jon gen. zelf doen vormt de meester, dus... En als een oogenblik later de lucht weerklinkt van dissonanten, zijn evenveel makers trotsch op hun pro duct. Die kieviten trekken hen thans veel meer aan, dan wanneer datlee- lijke woord in een dictee mocht voor komen, geen wonder en meer nog, die man, die heen en weer loopende duidelijk doet zien, wat hij zoekt daar nog een tweetal kieviten, daar nog, met een „lippe, lippe, lippe", verheffen ze zich hoog in de luchten laten de witte buik en onderkant dei- vleugels duidelijk zien. ..Kijk. een 'konijn roept er een, maar spoedig is het uitgemaakt, dat het geen konijn, maar een haas is ofschoon ver weg, kunnen allen dit toch duidelijk zien. En dan de leeu weriken, opstijgende in de lucht, al hooger en hooger, tot ze een stipje zijn geworden, de kikvorschen. de.. aan alle wordt een oogenblik de aan dacht geschonken. Daar zijn we bij de Ringvaart, voor ons ligt Vijfhuizen, en de gansche Haarlemmermeer. Wat een verschil in waterstand, en de dijk? Wel, dat is de breede weg zelf. Ziedaar dien inlaatduiker, het droge voorjaar maakt zeker wat meer water in de slooten wenschelijk, want hij werkt. Met kracht bruist het water door de goot onder den dijk door om aan den binnenkant schuimend in de sloot terecht te komen. De ischuif zelf zit met een flink hangslot vast om te voorkomen, dat onverlaten hier geen kwaad kunnen stichten. Dat de buitenrand van het vroegere meer niet geheel en al klei, maar laagveen bevatte is hier nog duide lijk te zien, ofschoon de turfgraverij tot een bescheiden hoekje is inge krompen. Die rietpluimen aan de overzijde lokken tot plukken uit. maar spoedig is het allen duidelijk, dat het beter is die te verzamelen in het najaar. Nog een oogenblik getoefd bij de versperring, die in oorlogstijd in een oogwenk in de Ringvaart kan worden aangebracht, die kleine watermolen met de stad in de verte, waar ieder punt hekend is van de groote gas houders tot aan den Hout, het noma denleven van een paar woonwagens, neen, daarvan moeten ze liet niet hebben. Spoedig passeeren we de Ringvaart opnieuw om met wat ge- zwinder pas het rechte eind weg te doorloopen en zoo omstreeks twaal ven weer in ds stad terug te zijn. Geen wonder, dat een paar dagen later de vraag luidt„mijnheer, wan neer gaan we weer eens wandelen ja misschien door een ander aange vuld met„en waar gaan we dan heen J. STURING. een opgedoekte vereeniging, dan weer een verzameling droge notulen en' verdere „bescheiden" van een an dere vereeniging, die den doodslaap is ingegaan. Kon iemand eens een half millioen aan de gemeente verma ken, dan schenkt hij die aan een ver eeniging, juist op 't oogenblik, dat ze haar koninklijke goedkeuring kwijt •is. O noodlot, o tegenspoed Ik wil maar zeggen, dat milde gevers de gemeente meer in 't bijzonder als een bergplaats van waardelooze artike len beschouwen de vette brokken gaan haar neus voorbij. Maar nu heeft ze dan toch iets gekregen, waar ze wat aan heeftde firma J. J. Thoolen heeft haar een partij bloem bollen vereerd, om die in den Hout te planten. Aan zoo'n present heb je nog eens wat. Wie volgt het goede voor beeld? De gemeente kan van alles ge bruiken, wie niet weet wat hij geven zal, kan het gemeentebestuur altijd plezier doen met bijvoorbeeld een duizend of wat straatsteenen. Zonder iemand iets kwaads toe te wenschen zou ik toch wel willen, dat de eene of andere steenkooper, wanneer dan toch zijn laatste uur geslagen was, de gemeente universeel erfgenaam maak te van zijn heelen voorraad klinkers en keien. Misschien zou er dan ein delijk ook eens een duizend of wat overschieten tot bestrating van de Paviljoenslaan, waar men den heelen winter met een gebroken trottoir heeft moeten tobben, alsof deze buurt een land der buitenste duisternis ware, waaraan een behoorlijk pla- veidsel niet besteed zou zijn. En nu ik toch eenmaal in die buurt verwijl, wil ik wel eens de hoop uitspreken, VRAGENBUS. Aan mej. S. te H. Ofschoon cuwe opmerking nu eigenlijk niet be- iStemd is voor de vragenbus. bericht ik U, dat ook ik met genoegen den meerderen smaak heb opgemerkt bij de bouquetten, die aan het station worden aangeboden en verkocht. Het kan dan ook haast niet anders, dat geel in verschillende nuances met het wit der narcissen, komt zeer mooi uit tegen de enkele takken reeds bloeiend of nog in knop van de vo gelkers. en don daarbij nog de veel lossere groepeering, voorwaar een groot verschil met de tot. nog loe ge bruikelijke bloemtaarten. Den heer L. te Z. Het mij gezonden bloempje is geen margriet, zooals u meende, maar een Doroni- cum, ook wel Duizelkruid genoemd, een vaste plant, die een niet al te zonnig plekje vraagt, en dan bij goe de behandeling wel tweemaal bloeien kan per jaar. Aandenheerv. G. te H. De door u opgemerkte bloemen zijn Ane monen. De lichtros© is de gewone Bosch-Anemone, die ook vroeger reeds in den Hout voorkwam, de blau we is de Anemone appemina. Het is een zeer mooi bloempje, maar voldoet daar niet goed ten eerste staan er daar te veel bij elkaar, en ten tweede moesten wat fluitekruid, wilde zuring en ander hoog goedje een klein beetje meer afwisseling brengen. Aan mevr. d, B. te H. Indien U van de Kruisstraat de Kenaustraat ingaat naar het Kena.upark, kunt U niet missen. De eerste bloempjes gaan open en nog een paar dagen warmte en de geheel e boom is weer met een laken van bloemen overtogen (de dub bele kers in 't Kenaupark). J. STURING. Het verscheurde Testament Gerald Herman neuriede een aar dig wijsje, toen hij met vluggen tred door de High Street te Ghelston wan delde. Een wit bloempje stak in het knoopsgat van zijn jas en gaf hem een vroolijk voorkomen. En toch had hij heden, volgens liet algemeen govodlen in cle buurt, juist treurig gestemd moeten zijn,daarbij had moet oir aanzien, dat een ander maai trouwde met het meisje, dat, zoo als in cle stad werd verteld, hij zelf zou liuwen. Zijne bestemming bereikt luebbende een dei- voornaamste solicitor's- kantoren in deze drukke straat liep hij het aan cle straat gelegen vertrek door, waar verscheidene klerken met gebogen hoo-fd ijverig aan hun taak bezig waren. Toen Gerald Herman zijn privé-kan- toor binnentrad, volgde hem de oud ste klerk, een bejaard man. Seth Marston was grijs en beneden de m'ddelbare grootte, zijne sluwe, vleiende manieren gaven hem een bui tengewone onbeschaamdheid. dat nu de Kleine Houtweg een ver volg heeft gevondeh in den nieuw aangelegden rijweg door den Hout, ook die Houtweg zelf, van de villa Lindenhoek van den heer Van Wa- veren af, tot aan den Haarlemmer hout toe, voortaan zóo zal worden onderhouden, dat men den nieuwen weg behoorlijk bereiken kan en niet door slijk en modder waden moet. Ik herzeg dusgij die u gedrongen voelt tot geven, schenkt aan de ge meente keien of klinkers en gooit uw oude banieren of notulen gerust op 't vuur. Ook andere bouwmaterialen kan de stad ten allen tijde gebruiken: glas in soorten, ook gekleurd, bij voorbeeld voor ons nieuwe Museum. A propos, van het museum, ik heb met gemengde gevoelens gelezen, dat een kunstkenner in een van onze bladen uitbundigen lof heeft toege zwaaid aan de manier, waarop cle schilderijen van Frans Hals in ons (oude) Stedelijk Museum zijn opge hangen. Als ik zeg. dat'hij er verrukt over was, dan is dat. te slap, maar daar onze taal op 't gebied van vreug de-termen geen sterker dan ver rukt bezit, moet ik het daar voor- loopig wel mee doen. En nu is 't ple zierig en vleiend, dat een criticus uit een andere stad ingenomen is met wat we hier gedaan hebben (heel an ders dan die fameuse muziekrecen sent Otto Knaap, die overgekomen voor 't concert van Zang en Vriend schap het goede slecht en het beste nog maar zoo zoo vond maar het doet bij dezen en genen allicht cle vraag rijzen, of 't dan niet gevaarlijk is, de stukken uit de zaal waar ze nu zoo heerlijk uitkomen, naar elders over te brengen. Le rn-ieux est Gerald had altijd een afkeer van hem gehad, en het verbaasde hem steeds, dat zijn vader, toen deze nog leefde, liem in dienst had genomen. Marston stond voor enkele oogen- blikken stil en sloeg niet een onheil spellende flikkering in de oogen Ge rald gade. toen deze de bloem uitliet knoopsgat nam en ze in liet water zette. Miss Atherton zal zeker wel een lieve bruid zijn geweest, merkte hij eindelijk op. Het was voor ons allen een ven'assing, mijnheer, toen haar engagement bekend werd. 't Is werke lijk jammer, dat het fortuin der jonge dame thans de stad uitgaat, mijnheer Gerald. Het is altijd de groot© wensch van uw vader geweest en ook vaai ka pitein Atherton, dat (hunne fortuinen zouden vereenigcl worden .door een huwelijk tusschen u heiden. Ja, Miss Atherton ontmoette ha ren tegenwoordigeai echtgenoot juist een jaar geleden te Londen, zei Ge rald. Zij schrikte er voor terug, 0111 het haar oom mee te deelen, want zij was natuurlijk ten volle bekend met zijne plannen teil opzichte van haai en mij. Zij heeft, heel wat te verduren gehad van dien haastig gebakerden. slecht gehumeurden ambtenaar. Maar, excuseer, ik heb 'I druk. Een oogenblik, mijnheer, viel Marston hem in de rede. Hij blikte behoedzaam rond en. op de deur toetredend, die toegang gaf tot het aan de straat gelegen bureau, trok hij er het dikke, geluid-afsluiten de gordijn voor. Gerald zag hem verbaasd aan. Hij begreep wel, dat hij een bijzonder vertrouwelijke zaak wilde hespreken, en wachtte dus tot hij beginnen zou. tl herinnert u wellicht den twist, die kapitein Atherton met zijne nicht heeft gehad, mijnheer? - Dat gebeurde zoo dikwijls, dat ik het me niet zoo heel goed meier kan herinneren. Nu, ik herinner mo nog wel, dat het gel>eurde. toen u in Londen waart voor zaken in Somerset House, mijn heer. De kapitein kwam hier op zekeren morgen, gaf order, dat dienzelfden dag nog een nieuw testament zou ge maakt wurden on koooclo nioi naar huis terug, vóór het stuk geteekencl was. In dat testament onterfde hij zijne nicht. WaarlijkHij heeft het klaarblij kelijk dan weer vernietigd, daar zijne nicht het göheele fortuin geërfd heeft, volgens het oude testament, dat veer tien jaren geleden gemaakt is. Het testament werd werkelijk vernietigd, mijnheermaar niet door kapitein Atherton. Wie vernietigde het dan Uw eigen vader heeft het ver scheurd. Er lag iets in de manier, waarop Marston deze woorden uitsprak, dat Gerald vertoornde. Nu, wat zou dat? woog hij. Dat zou toch zeker het eerste testament niet zijn, denk ik, dat mijn vader op het verzoek van een cliënt vernietigd had Ja, wel I antwoordde Marston, maar in dit geval was het niet op 't verzoek van een cliënt. Gerald leunde achterover in zijn stoel en zag hem strak aan. Ben je zinneloos geworden, Mar ston? riep hij uit. Neen, mijnheel-wat ik 11 zeg, is de waarheid, antwoordde de oude klerk, vastberaden. Kapitein Atherton teekende dat testament in de tegen l'ennemi du hien. Het betere kan ook in dezen zin de vijand van 't goede wezen. Gelukkig ïs het goede ook altijd de vijand van 't slechte. Onvoldoende was het, dat er hij het eindpunt van de electrische tram te Bloem endaal niet eens een wachthuisje was. Eerst was ei- wel een, waar de wachtenden als ze dat verkozen, iets konden gebruikendaarna werd deze gele genheid een gewoon café, waar iemand wel wachten mocht, m 11 s hij ook iets verteerde. Wat natuur lijk he el wat anders is. Tal van men- schen, die nu juist maar niet ieder uur van den dag lust hebben om hun keel nat te houden alleen omdat ze toevallig op een tram moeten wach ten, meden dus het huisje en bleven buiten wachten, maar werden dan dikwijls van buiten nat, als 't name lijk sneeuwde of regende. De nattig heid was dus niet te ontgaan. En daarom is 't een uitstekende zaak, dat de E. N. E. T. er een wachthuisje zetten gaat. waar men zoowel van binnen als van buiten droog kan blijven en niets behoeft te gebruiken, dan de lucht die men inademt, het eenige trouwens, naar een grappen maker beweerd heeft, waar we in een beschaafden staat niet voor be hoeven te betalen. Daartegenover is een andere gele genheid tot rusten verdwenen. Met groote meerderheid van stemmen heeft de Bloemendaalsche Gemeente raad besloten, den overturn van het hötel „Van Ouds 't Raadhuis" te Overveen niet meer te verhuren, maar die ruimte te voegen bij den openba ren weg, wel' te verstaan als de Com missie voor den Weg (lat goedvindt. woordigheid van getuigen en dienzelf den namiddag kreeg hij, thuis geko men zijnde, een beroert©. Gedurende enkele weken verkeerde hij in een geheel verbijsterden gees testoestand en eindelijk stienf hij, zonder eens tot zijn volle bewustzijn te zijn gekomen. Het laatste testament dat hij gemaakt had, het testament, dat heden moest gelden, werd door uwen vader vernietigd. Gerald moest al zijne krachten in spannen om zich te beheerschen en in pijnlijke stilte luisterde hij verder naar de woorden van den chef. Uw vader meende, op het oogen blik dat hij dit deed, vast, dat u en Miss Atherton zoo goed ais geënga geerd waren. Hij wist, dat zijn eigen fortuin, gevoegd hij dat van Miss Atherton, u zeer goed te stade zoude koinen, hij uwe pogingen om eene nog betere positie te verkrijgen. Dat was zijne beweegreden. Zwijg riep Gerald uit, terwijl hij opstond. Ik heb reeds genoeg van deze verfoeilijke leugens gehoord. Ge hebt deze firma gedurende een aantal jaren goed gediend. Marston, doch vandaag moet je verbinding met haar eindigen. - Ik wensch eveneens, dat deze dag de laatste is, waarop ik nog werk, antwoordde Marston bitter. Ik ben 't werken moedeik ben 't moede, om mijn leven lang te arbeiden voor een ellendig salaris, ofschoon ik gaarne wil toegeven, dat u me beter betaalt, dan uw vader deed. Maar ik verlang van u iets meer dan zoo'n karig be staan. Ik verlang een inkomen, toe gezegd voor heel m'n leven een in komen van drie pond sterling per week. Dat is de prijs voor mijn zwij gen. Genoeg, antwoordde Gerald drif tig. Ik verwachtte wel, dat dit uit zou loopen op eene geldafpersing met be dreigingen. Doch 't is een gewaagd spel, dat ge speelt, zooals ge wel weet. Kom echter met je bewijzen voor den dag. - Ik heh ze thuis, mijnheer. Uw vader wierp 't. testament in dezen zelf den haard, waar het, naar zijn ge dachten. zeker wel tot asch zou ver branden. Doch op datzelfde oogenblik gebeurde er buiten ïn üe straat ren ongeluk en uw vader snelde heen, om te zien wat zoo'n opschudding had veroorzaakt. Hij wist niet, dat ik de gedeeltelij ke vernietiging van het testament had opgemerkt. Doch 't was zoo, en, ge bruik makende van zijne tijdelijke af wezigheid. rukte ik het brandende do cument uit de vlammen. Slechts de laatste bladzijde kon ik redden, doch het draagt de handiteekeningen van den kapitein en van de getuigen, als ook den datum. Zeer goed, zei Gerald, op een harden, bedaarden toon. Breng 1: et testament hier, zoodat ik 't kan zien, en als het waar is, wat gij zegt, neem ik genoegen met je voorwaarden, in ruil voor je zwijgen. En nu ga heen I Gerald Herman leunde nogmaals achterover in zijn stoel, toen do deur gesloten was. Zijn gelaat was dat vaai iemand over wiens heden en toekomst plotseling een duistere mantel was gevallen, verdelgend alle lachende, schitterende voorspiegelingen, over schaduwend alle hoop. Had hij niet de verschrikkelijk© overtuiging gehad, die hij in één enkel oogenblik kreeg, dat hetgeen Marston hem verteld had, de waarheid was. dan zou .hij dien want een groot deel van den openba ren weg behoort nog altijd in eigen dom toe aan deze Commissie, die als overblijfsel uit de groene doos zeker nog wel hare merkwaardigheid heeft, maar in den tegenwoordigen tijd. stel lig nietmeer thuis behoort. Tot stand gekomen in een tijd toen er geen behoorlijke weg wasren de eige naars van de groote buitenplaatsen een som geld bijeenbrachten, om (hoofdzakelijk in hun eigen belang) er een goeden weg aan te leggen en te onderhouden, heeft deze Commis sie haar reden van bestaan geheel verloren, nu de Gemeente zelf zeer wel voor dat onderhoud zorgen kan en bovendien het kapitaal, dat er in dertijd een en andermaal in dien wegenaanleg werd gestoken, op en kel© duizende guldens na geheel is afgelost. Misschien beweert iemand, dat het er weinig op aankomt wie den weg bezit, mits hij maar goed onderhou den wordt, maar dat is niet juist ge zien. Want kwam de weg in handen der gemeente, waar hij behoort, dan zou ook zeker de tol verdwijnen, die nu door de Commissie instand wordt gehouden, juist om het onderhoud van den weg te 'kunnen betalen en die op dat punt niet alleen zeer hin derlijk is voor 't verkeer, maar ook bovendien op zich zelf een antiqui teit is. De gemeenschap, niet de particu lieren. moet de kosten van onder houd van openbare wegen betalen. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 7