BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 5 MEI.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
•ai
U'
'Natuurhistorische
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
CX.
Zoo stonden tv» dan klaar om het
-ejewone schooluur te gebruiken tot
morgenwandeling:. Of het den
jongens aanstaat de vier muren, ja
de stad te ontvluchten om hui-
,0J in in het vrije veld te genieten,
raar te nemen, te leeren, dat kunt
e begrijpen. Dat is een geheel ande-
e manier van les geven, die al heel
in den smaak valt. En de re-
ultaten
't Is waar, dat 't moeilijk valt te on-
nderzoeken hoe groot de kennis is die
er de leerlingen wordt opgedaan
0SBaarvoor hebben we een geheel ande-
jjj, e maatstaf noodig dan bij 't gewone
inderwijs maar dan is het tevens
eI tfaar, dat we nog heel wat zouden
el ergeten hebben ook. want het daar
,-^ipgedane bevindt zich niet binnen
ejeen bepaald kringetje, binnen een tot
of vier bladzijden terug te bren
gen les; daar wonden geheel andere
la organen, of onderdeelen van orga-
eGren ontwikkeld, en dan, wat daar
ei wordt waargenomen, blijft, brengt
jj telkens rente op, komt bij tal van
M eaken ten goede, en draagt niet wei-
nig bij, tot den grondslag van wat
)r men meestal aanduidt als algemeen©
ie_ ontwikkeling.
Wij dan verlieten 't lokaal, de
speelplaats, de zware poortdeur der
gevangenis werd geopend en een geest
van vrij zijn doortintelde liet clubje,
't Scheen een troepje jonge paarden,
II die na den langen winter den sta.1
a' verlaten om in de weide eens uit te
springen.
Maar de teugels moesten eerst nog
met vaste hand worden strakgehou-
den, misschien straks...
Bij de scheepshelling van Pelten-
s burg zwenken we links de Zomer-
vaart op. „Verboden Togang tot den
kwakel", doet enkelen niet alleen de
spelfout opmerken, maar aan buur
man links en rechts vragen met een
air van gewicht: ,,zeg, weet jij, wat
een kwakel is", net alsof hij het al
jaren zelf geweten heeft. Nadere ver
klaring is er niet noodig, een clubje
met de hoofden bijeengestoken ver
klaart op de alleen aan jongens eigen
manier, wat nu eigenlijk een kwakel
is en hoe dom, het 's, het verband
tusschen dat bordje en dat bruggetje
niet te snappen.
Een vijf- a zestal eenden met een
woerd aan 't hoofd, scharrelend
langs den waterkant, 't is toch in
natura wat anders dan zoo'n mooi
geteekend en gekleurd plaatje. Er zit
leven in, er zit handeling in, ze zien
duiken, ze zien de mannetjes-
voorgaan, endaar heeft een
ander, wien dit tooneeltje op dit
oogenbhk minder interesseerde, op
gemerkt, hoe zwaluwen bezig zijn uit
gïndsch© sloot slik op te halen voor
den bouw van haar nest.
De slingerende weg wordt minder
bebouwd, de huizen staan verder
is
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraatje.
Meermalen heb ik de gelegenheid
gehad te wijzen op de wonderlijke
tegenstrijdigheden, die de mensch op
zijn levenspad ontmoet. Je hoeft maar
een krant op te slaan en hebt er een
te pakken. Zoo las ik een paar dagen
"geleden, dat er proces-verbaal was
opgemaakt wegens het spelen met en
om geld aan den openbaren weg en
een dag later, dat vier rechercheurs
i acht agenten samen ongeveer- dui
zend gulden hadden getrokken uit
de Staatsloterij.
't Zou wezenlijk pikant zijn, wan
neer het proces-verbaal tegen de om
centen spelende jongens opgemaakt
was door een van de politiemannen,
die een portie jran die duizend gulden
in de wacht heeft gesleept.
Onze maatschappij is wel wat aan
den huichelachtigen kant, vooral
waar het loterij of kansspel geldt.
Als we de twee gevallen naast elkaar
leggen, dan zeggen we nietwaar?:
,.ja, maai-er is een groot verschil tus
schen." Laat ons nu eens zien, waar
het verschil l.igt. Vooreerst hierin, dat
de geverbaliseerde personen zullen
hebben gespeeld om centen, terwijl
dd winst in de Loterij loopt in ae
guldens. Een verschil dus van hoe
veelheid, niet van hoedanigheid. Het
groote verschil ziet daarin, dat de
jongens op den openbaren weg
om centen speelden. Binnen mag het.
maar buiten niet. De samenleving
vindt die centen op straat zoo'n aller
vreselijkst gezicht, dat ze er proces
verbaal tegen laat opmaken door
uiteen. daar heeft rechts de blik
vrijen toegang op het abattoir, links
tot aan cle Amsterdamsche Vaart,
waar zoo af en toe een .ragen .-an
de E. S. M., als een uit een Neuren-
berger doos, voortglijdt. Daar het
verdronken land van de Zomervaart,
enkelen van het gezelschap, die hier
nog nooit geweest zijn, wordt thans
duidelijk gemaakt, dat dat veld des
winters onder water staat, dat men
daar dan ,.ijs en weder dienende"
kan schaatsenrijden, nog wel een
twee dagen eerder dan aan den Zijl-
weg en goedkoop...
Het tentje, dat nog aan dat alles
herinnert, helpt mede om de voor
stelling te verlevendigen eu alles ge
makkelijker in 't geheugen terug te
roepen't zou ons heusch niet moei
lijk vallen er diegenen uit te pikken,
die hier reeds meermalen genoten.
En nu, thans bemerkt men pas, dat
het geheel© weiland vol bloemen staat
geel, dooiergeel, boterbloemen, nu ja,
maar dan groote. ,.Zijn dat nu bo
terbloemen, mijnheer, die zijn toch
kleiner", vraagt er een, en een an
der, die vaker wel een boterbloem
plukte en wat nauwkeuriger bekeek,
meent, dat die ook heel ander blad
hebben enplof, daar heeft er een
de theorie in de gymnastiekzaal bij
springplank en matras opgedaan, in
practijk gebracht en is over de 2M.
breede opening heengesprongen. Spoe
dig heeft hij de bloem, maar owee,
de sprong terug, valt niet mee
maar, daar is hij er, en nu kost het
minder moeite om de dotterbloem of
groote boterbloem met een kruipende
of scherpe te verglijken. Op een la
tere wandeling wordt het feit, eens
waargenomen, hoe de koeden toch
van die boterbloemen niet houden en
ze ongeroerd laten staan.
De mooie lila pinksterbloemen met
de daarnaast staande ruige veldkets
maken een meer gedetailleerde be
spreking noodzakelijk. „Die koeien,
mijnheerwat zou dat een heerlijke
kiek wezen." En als dan de pogingen
mislukken, dan gevoelen allen daar
van spijt.
Wij hebben thans de "weg, die ons
spoedig hij de Ringvaart zou voeren,
verlaten, om het landelijke weggetje,
eerst zonder, later met enkele boe
renwoningen door de weilanden te
volgen. Hondsdraf, doovenetel, eere-
prijs, de een voor, de ander na, ko
men ze er mede aandragen. „En is
dat nu geen flultekruid', mijnheel-, hij
beweert van niet." Een toestemmend
knikje doet hem groeien, maar een
enkele vraag, waarom het zoo heet,
brengt hem weer tot kalriite, daarbij
thans moet bekennen toch ook niet
alles te weten. Kijk eens hier, dien
hollen stengel, op de knoopen ge
vuld, snijdt men nu van zoo'n lang
lid de onderste knoop af, dan heeft
men een lange bus voor zich, waarin
een geheel potlood zoowat kan ver
dwijnen. Een lenètesnede in de zijde
aangebracht evenwijdig met de rib
ben van den stengel, nu er in gebla
zen, de daarin verdichte lucht ont
agenten, die in de Staatsloterij spe
len. O, o, waarde medeburgers, is dat
niet een klein beetje onlogisch? Ik
heb in mijn jeugd lang geleden, ook
wel eens den euvelen moed gehad om
op straat met centen te gooien naar
een streep, onder die bepaling.dat wie
er het dichtst bijkwam alles won. of
met een leeren riem op een cent ge
slagen, waarbij hij overwinnaar was,
die zijn cent het verst wist vieg te
slaan. Daar was althans ik zal niet
zeggen kunst, maar dan toch behen
digheid voor noodig, terwijl spelen
in de Staatsloterij het stomste geluk
is, dat je denken kunt. Je koopt hier
het twintigje bij den debiteur en in
den Haag laat de hand van een on-
noozelen weesjongen er een prijs op
vallen.
Ik zeg dat niet omdat ik aan de
ipolitiemannen het buitenkansje mis
gun, integendeel, ik kan best de zon
in 't- water zien schijnen. Evenmin
omdat ik het spelen met centen op
straat zou willen aanmoedigen. Foei
nee, ik verga van berouw over de
tekortkomingen van mijn jeugd en
gruw van alles, waar onze politiever
ordening van gruwt. Dat is des goe
den burgers plicht. Maar in 't hart
van de zaak is er tusschen dat
proces-verbaal en dat politiehovend
twintigje toch wel tegenstrijdigheid.
Juist terwijl aldus gemeente-beamb
ten door Fortuna zoo mild werden
bedeeld, kreeg ook de gemeente zelf,
hoe kan 't zoo treffen, een geschenk.
Gewoonlijk is zoo'n cadeautje aan de
stad, laat ik het maar zeggen, niet
veel bijzonders. Den eenen keer is 't een
onbeteekenend schilderij van iemands
onbelangrijken voorvader, den ande
ren keer een verschoten vaandel van
wijkt door de spleet en het fluitend,
toeterend geluid verklaart thans
zonder verder omhaal van woorden
de namen flultekruid, toeterlof enz.
„Wil U mijNeen. beste jon
gen. zelf doen vormt de meester, dus...
En als een oogenblik later de lucht
weerklinkt van dissonanten, zijn
evenveel makers trotsch op hun pro
duct.
Die kieviten trekken hen thans
veel meer aan, dan wanneer datlee-
lijke woord in een dictee mocht voor
komen, geen wonder en meer nog,
die man, die heen en weer loopende
duidelijk doet zien, wat hij zoekt
daar nog een tweetal kieviten, daar
nog, met een „lippe, lippe, lippe",
verheffen ze zich hoog in de luchten
laten de witte buik en onderkant dei-
vleugels duidelijk zien.
..Kijk. een 'konijn roept er een,
maar spoedig is het uitgemaakt, dat
het geen konijn, maar een haas is
ofschoon ver weg, kunnen allen dit
toch duidelijk zien. En dan de leeu
weriken, opstijgende in de lucht, al
hooger en hooger, tot ze een stipje
zijn geworden, de kikvorschen. de..
aan alle wordt een oogenblik de aan
dacht geschonken.
Daar zijn we bij de Ringvaart, voor
ons ligt Vijfhuizen, en de gansche
Haarlemmermeer. Wat een verschil
in waterstand, en de dijk? Wel, dat
is de breede weg zelf. Ziedaar dien
inlaatduiker, het droge voorjaar
maakt zeker wat meer water in de
slooten wenschelijk, want hij werkt.
Met kracht bruist het water door de
goot onder den dijk door om aan den
binnenkant schuimend in de sloot
terecht te komen. De ischuif zelf zit
met een flink hangslot vast om te
voorkomen, dat onverlaten hier geen
kwaad kunnen stichten.
Dat de buitenrand van het vroegere
meer niet geheel en al klei, maar
laagveen bevatte is hier nog duide
lijk te zien, ofschoon de turfgraverij
tot een bescheiden hoekje is inge
krompen. Die rietpluimen aan de
overzijde lokken tot plukken uit.
maar spoedig is het allen duidelijk,
dat het beter is die te verzamelen in
het najaar.
Nog een oogenblik getoefd bij de
versperring, die in oorlogstijd in een
oogwenk in de Ringvaart kan worden
aangebracht, die kleine watermolen
met de stad in de verte, waar ieder
punt hekend is van de groote gas
houders tot aan den Hout, het noma
denleven van een paar woonwagens,
neen, daarvan moeten ze liet niet
hebben. Spoedig passeeren we de
Ringvaart opnieuw om met wat ge-
zwinder pas het rechte eind weg te
doorloopen en zoo omstreeks twaal
ven weer in ds stad terug te zijn.
Geen wonder, dat een paar dagen
later de vraag luidt„mijnheer, wan
neer gaan we weer eens wandelen
ja misschien door een ander aange
vuld met„en waar gaan we dan
heen
J. STURING.
een opgedoekte vereeniging, dan
weer een verzameling droge notulen
en' verdere „bescheiden" van een an
dere vereeniging, die den doodslaap
is ingegaan. Kon iemand eens een
half millioen aan de gemeente verma
ken, dan schenkt hij die aan een ver
eeniging, juist op 't oogenblik, dat
ze haar koninklijke goedkeuring kwijt
•is. O noodlot, o tegenspoed Ik wil
maar zeggen, dat milde gevers de
gemeente meer in 't bijzonder als een
bergplaats van waardelooze artike
len beschouwen de vette brokken
gaan haar neus voorbij. Maar nu
heeft ze dan toch iets gekregen, waar
ze wat aan heeftde firma J. J.
Thoolen heeft haar een partij bloem
bollen vereerd, om die in den Hout
te planten.
Aan zoo'n present heb je nog
eens wat. Wie volgt het goede voor
beeld? De gemeente kan van alles ge
bruiken, wie niet weet wat hij geven
zal, kan het gemeentebestuur altijd
plezier doen met bijvoorbeeld een
duizend of wat straatsteenen. Zonder
iemand iets kwaads toe te wenschen
zou ik toch wel willen, dat de eene of
andere steenkooper, wanneer dan
toch zijn laatste uur geslagen was, de
gemeente universeel erfgenaam maak
te van zijn heelen voorraad klinkers
en keien. Misschien zou er dan ein
delijk ook eens een duizend of wat
overschieten tot bestrating van de
Paviljoenslaan, waar men den heelen
winter met een gebroken trottoir
heeft moeten tobben, alsof deze buurt
een land der buitenste duisternis
ware, waaraan een behoorlijk pla-
veidsel niet besteed zou zijn. En nu
ik toch eenmaal in die buurt verwijl,
wil ik wel eens de hoop uitspreken,
VRAGENBUS.
Aan mej. S. te H. Ofschoon
cuwe opmerking nu eigenlijk niet be-
iStemd is voor de vragenbus. bericht
ik U, dat ook ik met genoegen den
meerderen smaak heb opgemerkt bij
de bouquetten, die aan het station
worden aangeboden en verkocht. Het
kan dan ook haast niet anders, dat
geel in verschillende nuances met
het wit der narcissen, komt zeer mooi
uit tegen de enkele takken reeds
bloeiend of nog in knop van de vo
gelkers. en don daarbij nog de veel
lossere groepeering, voorwaar een
groot verschil met de tot. nog loe ge
bruikelijke bloemtaarten.
Den heer L. te Z. Het mij
gezonden bloempje is geen margriet,
zooals u meende, maar een Doroni-
cum, ook wel Duizelkruid genoemd,
een vaste plant, die een niet al te
zonnig plekje vraagt, en dan bij goe
de behandeling wel tweemaal bloeien
kan per jaar.
Aandenheerv. G. te H. De
door u opgemerkte bloemen zijn Ane
monen. De lichtros© is de gewone
Bosch-Anemone, die ook vroeger
reeds in den Hout voorkwam, de blau
we is de Anemone appemina. Het is
een zeer mooi bloempje, maar voldoet
daar niet goed ten eerste staan er
daar te veel bij elkaar, en ten tweede
moesten wat fluitekruid, wilde zuring
en ander hoog goedje een klein beetje
meer afwisseling brengen.
Aan mevr. d, B. te H. Indien
U van de Kruisstraat de Kenaustraat
ingaat naar het Kena.upark, kunt U
niet missen. De eerste bloempjes gaan
open en nog een paar dagen warmte
en de geheel e boom is weer met een
laken van bloemen overtogen (de dub
bele kers in 't Kenaupark).
J. STURING.
Het verscheurde
Testament
Gerald Herman neuriede een aar
dig wijsje, toen hij met vluggen tred
door de High Street te Ghelston wan
delde. Een wit bloempje stak in het
knoopsgat van zijn jas en gaf hem
een vroolijk voorkomen.
En toch had hij heden, volgens liet
algemeen govodlen in cle buurt, juist
treurig gestemd moeten zijn,daarbij
had moet oir aanzien, dat een ander
maai trouwde met het meisje, dat, zoo
als in cle stad werd verteld, hij zelf
zou liuwen.
Zijne bestemming bereikt luebbende
een dei- voornaamste solicitor's-
kantoren in deze drukke straat liep
hij het aan cle straat gelegen vertrek
door, waar verscheidene klerken met
gebogen hoo-fd ijverig aan hun taak
bezig waren.
Toen Gerald Herman zijn privé-kan-
toor binnentrad, volgde hem de oud
ste klerk, een bejaard man.
Seth Marston was grijs en beneden
de m'ddelbare grootte, zijne sluwe,
vleiende manieren gaven hem een bui
tengewone onbeschaamdheid.
dat nu de Kleine Houtweg een ver
volg heeft gevondeh in den nieuw
aangelegden rijweg door den Hout,
ook die Houtweg zelf, van de villa
Lindenhoek van den heer Van Wa-
veren af, tot aan den Haarlemmer
hout toe, voortaan zóo zal worden
onderhouden, dat men den nieuwen
weg behoorlijk bereiken kan en niet
door slijk en modder waden moet.
Ik herzeg dusgij die u gedrongen
voelt tot geven, schenkt aan de ge
meente keien of klinkers en gooit uw
oude banieren of notulen gerust op 't
vuur. Ook andere bouwmaterialen
kan de stad ten allen tijde gebruiken:
glas in soorten, ook gekleurd, bij
voorbeeld voor ons nieuwe Museum.
A propos, van het museum, ik heb
met gemengde gevoelens gelezen, dat
een kunstkenner in een van onze
bladen uitbundigen lof heeft toege
zwaaid aan de manier, waarop cle
schilderijen van Frans Hals in ons
(oude) Stedelijk Museum zijn opge
hangen. Als ik zeg. dat'hij er verrukt
over was, dan is dat. te slap, maar
daar onze taal op 't gebied van vreug
de-termen geen sterker dan ver
rukt bezit, moet ik het daar voor-
loopig wel mee doen. En nu is 't ple
zierig en vleiend, dat een criticus uit
een andere stad ingenomen is met
wat we hier gedaan hebben (heel an
ders dan die fameuse muziekrecen
sent Otto Knaap, die overgekomen
voor 't concert van Zang en Vriend
schap het goede slecht en het beste
nog maar zoo zoo vond maar het
doet bij dezen en genen allicht cle
vraag rijzen, of 't dan niet gevaarlijk
is, de stukken uit de zaal waar ze nu
zoo heerlijk uitkomen, naar elders
over te brengen. Le rn-ieux est
Gerald had altijd een afkeer van
hem gehad, en het verbaasde hem
steeds, dat zijn vader, toen deze nog
leefde, liem in dienst had genomen.
Marston stond voor enkele oogen-
blikken stil en sloeg niet een onheil
spellende flikkering in de oogen Ge
rald gade. toen deze de bloem uitliet
knoopsgat nam en ze in liet water
zette.
Miss Atherton zal zeker wel een
lieve bruid zijn geweest, merkte hij
eindelijk op. Het was voor ons allen
een ven'assing, mijnheer, toen haar
engagement bekend werd. 't Is werke
lijk jammer, dat het fortuin der jonge
dame thans de stad uitgaat, mijnheer
Gerald. Het is altijd de groot© wensch
van uw vader geweest en ook vaai ka
pitein Atherton, dat (hunne fortuinen
zouden vereenigcl worden .door een
huwelijk tusschen u heiden.
Ja, Miss Atherton ontmoette ha
ren tegenwoordigeai echtgenoot juist
een jaar geleden te Londen, zei Ge
rald. Zij schrikte er voor terug, 0111
het haar oom mee te deelen, want zij
was natuurlijk ten volle bekend met
zijne plannen teil opzichte van haai
en mij. Zij heeft, heel wat te verduren
gehad van dien haastig gebakerden.
slecht gehumeurden ambtenaar.
Maar, excuseer, ik heb 'I druk.
Een oogenblik, mijnheer, viel
Marston hem in de rede.
Hij blikte behoedzaam rond en. op
de deur toetredend, die toegang gaf
tot het aan de straat gelegen bureau,
trok hij er het dikke, geluid-afsluiten
de gordijn voor.
Gerald zag hem verbaasd aan. Hij
begreep wel, dat hij een bijzonder
vertrouwelijke zaak wilde hespreken,
en wachtte dus tot hij beginnen zou.
tl herinnert u wellicht den twist,
die kapitein Atherton met zijne nicht
heeft gehad, mijnheer?
- Dat gebeurde zoo dikwijls, dat ik
het me niet zoo heel goed meier kan
herinneren.
Nu, ik herinner mo nog wel, dat
het gel>eurde. toen u in Londen waart
voor zaken in Somerset House, mijn
heer.
De kapitein kwam hier op zekeren
morgen, gaf order, dat dienzelfden
dag nog een nieuw testament zou ge
maakt wurden on koooclo nioi naar
huis terug, vóór het stuk geteekencl
was. In dat testament onterfde hij
zijne nicht.
WaarlijkHij heeft het klaarblij
kelijk dan weer vernietigd, daar zijne
nicht het göheele fortuin geërfd heeft,
volgens het oude testament, dat veer
tien jaren geleden gemaakt is.
Het testament werd werkelijk
vernietigd, mijnheermaar niet
door kapitein Atherton.
Wie vernietigde het dan
Uw eigen vader heeft het ver
scheurd.
Er lag iets in de manier, waarop
Marston deze woorden uitsprak, dat
Gerald vertoornde.
Nu, wat zou dat? woog hij. Dat
zou toch zeker het eerste testament
niet zijn, denk ik, dat mijn vader op
het verzoek van een cliënt vernietigd
had
Ja, wel I antwoordde Marston,
maar in dit geval was het niet op 't
verzoek van een cliënt.
Gerald leunde achterover in zijn
stoel en zag hem strak aan.
Ben je zinneloos geworden, Mar
ston? riep hij uit.
Neen, mijnheel-wat ik 11 zeg, is
de waarheid, antwoordde de oude
klerk, vastberaden. Kapitein Atherton
teekende dat testament in de tegen
l'ennemi du hien. Het betere kan
ook in dezen zin de vijand van 't
goede wezen.
Gelukkig ïs het goede ook altijd de
vijand van 't slechte. Onvoldoende
was het, dat er hij het eindpunt van
de electrische tram te Bloem endaal
niet eens een wachthuisje was. Eerst
was ei- wel een, waar de wachtenden
als ze dat verkozen, iets konden
gebruikendaarna werd deze gele
genheid een gewoon café, waar
iemand wel wachten mocht, m 11 s
hij ook iets verteerde. Wat natuur
lijk he el wat anders is. Tal van men-
schen, die nu juist maar niet ieder
uur van den dag lust hebben om hun
keel nat te houden alleen omdat ze
toevallig op een tram moeten wach
ten, meden dus het huisje en bleven
buiten wachten, maar werden dan
dikwijls van buiten nat, als 't name
lijk sneeuwde of regende. De nattig
heid was dus niet te ontgaan. En
daarom is 't een uitstekende zaak,
dat de E. N. E. T. er een wachthuisje
zetten gaat. waar men zoowel van
binnen als van buiten droog kan
blijven en niets behoeft te gebruiken,
dan de lucht die men inademt, het
eenige trouwens, naar een grappen
maker beweerd heeft, waar we in
een beschaafden staat niet voor be
hoeven te betalen.
Daartegenover is een andere gele
genheid tot rusten verdwenen. Met
groote meerderheid van stemmen
heeft de Bloemendaalsche Gemeente
raad besloten, den overturn van het
hötel „Van Ouds 't Raadhuis" te
Overveen niet meer te verhuren, maar
die ruimte te voegen bij den openba
ren weg, wel' te verstaan als de Com
missie voor den Weg (lat goedvindt.
woordigheid van getuigen en dienzelf
den namiddag kreeg hij, thuis geko
men zijnde, een beroert©.
Gedurende enkele weken verkeerde
hij in een geheel verbijsterden gees
testoestand en eindelijk stienf hij,
zonder eens tot zijn volle bewustzijn
te zijn gekomen. Het laatste testament
dat hij gemaakt had, het testament,
dat heden moest gelden, werd door
uwen vader vernietigd.
Gerald moest al zijne krachten in
spannen om zich te beheerschen en
in pijnlijke stilte luisterde hij verder
naar de woorden van den chef.
Uw vader meende, op het oogen
blik dat hij dit deed, vast, dat u en
Miss Atherton zoo goed ais geënga
geerd waren. Hij wist, dat zijn eigen
fortuin, gevoegd hij dat van Miss
Atherton, u zeer goed te stade zoude
koinen, hij uwe pogingen om eene nog
betere positie te verkrijgen. Dat was
zijne beweegreden.
Zwijg riep Gerald uit, terwijl
hij opstond. Ik heb reeds genoeg van
deze verfoeilijke leugens gehoord.
Ge hebt deze firma gedurende een
aantal jaren goed gediend. Marston,
doch vandaag moet je verbinding met
haar eindigen.
- Ik wensch eveneens, dat deze dag
de laatste is, waarop ik nog werk,
antwoordde Marston bitter. Ik ben 't
werken moedeik ben 't moede, om
mijn leven lang te arbeiden voor een
ellendig salaris, ofschoon ik gaarne
wil toegeven, dat u me beter betaalt,
dan uw vader deed. Maar ik verlang
van u iets meer dan zoo'n karig be
staan. Ik verlang een inkomen, toe
gezegd voor heel m'n leven een in
komen van drie pond sterling per
week. Dat is de prijs voor mijn zwij
gen.
Genoeg, antwoordde Gerald drif
tig. Ik verwachtte wel, dat dit uit zou
loopen op eene geldafpersing met be
dreigingen. Doch 't is een gewaagd
spel, dat ge speelt, zooals ge wel weet.
Kom echter met je bewijzen voor den
dag.
- Ik heh ze thuis, mijnheer. Uw
vader wierp 't. testament in dezen zelf
den haard, waar het, naar zijn ge
dachten. zeker wel tot asch zou ver
branden. Doch op datzelfde oogenblik
gebeurde er buiten ïn üe straat ren
ongeluk en uw vader snelde heen, om
te zien wat zoo'n opschudding had
veroorzaakt.
Hij wist niet, dat ik de gedeeltelij
ke vernietiging van het testament had
opgemerkt. Doch 't was zoo, en, ge
bruik makende van zijne tijdelijke af
wezigheid. rukte ik het brandende do
cument uit de vlammen. Slechts de
laatste bladzijde kon ik redden, doch
het draagt de handiteekeningen van
den kapitein en van de getuigen, als
ook den datum.
Zeer goed, zei Gerald, op een
harden, bedaarden toon. Breng 1: et
testament hier, zoodat ik 't kan zien,
en als het waar is, wat gij zegt, neem
ik genoegen met je voorwaarden, in
ruil voor je zwijgen. En nu ga
heen I
Gerald Herman leunde nogmaals
achterover in zijn stoel, toen do deur
gesloten was. Zijn gelaat was dat vaai
iemand over wiens heden en toekomst
plotseling een duistere mantel was
gevallen, verdelgend alle lachende,
schitterende voorspiegelingen, over
schaduwend alle hoop. Had hij niet
de verschrikkelijk© overtuiging gehad,
die hij in één enkel oogenblik kreeg,
dat hetgeen Marston hem verteld had,
de waarheid was. dan zou .hij dien
want een groot deel van den openba
ren weg behoort nog altijd in eigen
dom toe aan deze Commissie, die als
overblijfsel uit de groene doos zeker
nog wel hare merkwaardigheid heeft,
maar in den tegenwoordigen tijd. stel
lig nietmeer thuis behoort. Tot
stand gekomen in een tijd toen er
geen behoorlijke weg wasren de eige
naars van de groote buitenplaatsen
een som geld bijeenbrachten, om
(hoofdzakelijk in hun eigen belang)
er een goeden weg aan te leggen en
te onderhouden, heeft deze Commis
sie haar reden van bestaan geheel
verloren, nu de Gemeente zelf zeer
wel voor dat onderhoud zorgen kan
en bovendien het kapitaal, dat er in
dertijd een en andermaal in dien
wegenaanleg werd gestoken, op en
kel© duizende guldens na geheel is
afgelost.
Misschien beweert iemand, dat het
er weinig op aankomt wie den weg
bezit, mits hij maar goed onderhou
den wordt, maar dat is niet juist ge
zien. Want kwam de weg in handen
der gemeente, waar hij behoort, dan
zou ook zeker de tol verdwijnen, die
nu door de Commissie instand wordt
gehouden, juist om het onderhoud
van den weg te 'kunnen betalen en
die op dat punt niet alleen zeer hin
derlijk is voor 't verkeer, maar ook
bovendien op zich zelf een antiqui
teit is.
De gemeenschap, niet de particu
lieren. moet de kosten van onder
houd van openbare wegen betalen.
FIDELIO.