NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
23e Jaargang.
No. 7012
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
MAANDAG 7 MEI 1906
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem ƒ1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)„1-30
Franco per post door Nederland1.65
Afzonderlijke nummers0.02H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37H
„de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA UBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3lbis Faubourg Montmartre.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
14 PAGINA'S.
EERSTE BLAD.
AGENDA
Zondag 6 Mei.
Teyler's MuseumGeopend 14 uur.
(rongebouwHaarlemsch Muziek
korps Concert, 8 uur.
]afé De KroonStips' KapelDiner-
Café concert,
fleine VereeniingSpecialiteiten-
voorstelling, 8 uur.
Woest duin Courses, li uur.
Maandag 7 Mei.
Paarden- en Ledermarkt.
Vergadering van het Departement
Haarlem der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen.
OM ONS HEEN
ccxcviii.
VIJFTIG JAAR GELEDEN.
't Is een aardige bezigheid, in een
verloren uurtje eens c>ude couranten
door te bladeren. En 't stemt boven
dien tot bescheidenheid, heeft dus op
voedende kracht er bij. Als je zoo
leest wat er een halve eeuw geleden
met kracht van overtuiging werd
neergeschreven, dat sedert lang is af
geschaft en in onz e oogen dan ook
te gek is om alleen te ioopen, dan
vraag je je zelf af, wat over nóg
vijftig jaar het nageslacht wel zeggen
zal van wat w ij beweerd hebben
't Is bijna een troost, dat de nakome-
I lingen er wegens het slechte papier
en de niet veel betere inkt, allicht
weinig meer van zullen kunnen lezen.
In dat opzicht is de journalistiek
I van vijftig jaar geleden ons voor. De
jaargang 1851 van Haarlems Week
blad, dien ik voor mij heb, ziet er
uit of hij zoo pas van de pers was
gekomen, weliswaar verstond men
toen de kunst nog niet om papier te
maken uit hout, dat zwart wordt als
je het in de zon legt.
Het Haarlems Weekblad dan had in
dien tijd een klein formaatje, iets
grooter dan de helft van Haarlem's
Dagblad en droeg behoorlijk het ze
gelstempel van een cent, ten teeken
dat er belasting van betaald was.
Precies als een hond een penning
Dat hinderlijke zegel is omstreeks 1870
afgeschaft, maar toen was Haarlems
Weekblad lang ter ziele.
In het nummer van 25 April vind
ik niet minder dan drie berichten, die
ons leeren hoe denkbeelden en toe
standen in ruim een halve eeuw zijn
veranderd. Vooreerst, dat de geza
menlijke bevolking van Nederland
3.056.591 inwoners en die van Haar
lem destijds -25778 bedroeg. Dan dat
er „naar men verneemt" ernstig spra-
ko moet zijn van een plan tot aan
sluiting der Nederlandsche spoor we-
gen met die van België te Antwerpen,
waardoor Nederland niet alleen met
I België, maar ook met Frankrijk en de
spoorwegen in Duitschlanid verbon
den zijn zal."
Wij hebben wezenlijk moeite ons in
te denken in den toestand, toen die
aansluiting nog niet totstand was ge-
komen.
En wat den vooruitgang van de
denkbeelden betreft, daarvoor kan een
bericht in dat zelfde nummer over
Meerenberg tot voorbeeld strekken.
..Den 21 April (tweede Paaschdag)",
zoo luidt het. ,.was het kennis bij het
gesticht Meecrenbergden ongelukki
ge in dat gesticht verpleegde lijders
werd door de liefderijke zorg van de
directie e enige uitspanning verschaft;
om vier ure in den namiddag ver-
schenen de patiënten, behoorlijk be
geleid, met muziek en vlaggen op het
afgebakende terrein, alwaar zij eenen
'kring formeerden en een der Heeren
een aanspraak hield. E enige kramen
riet eijeren, zuur, oliekoeken, bieren
andere ververschingen en een poppen
kast en draaibord voor hun amuse
ment, waren er bijeengebragtstelten
ioopen, touwtje springen, in zakken
J°open naar prijzen, muziek, uitge
deelde palmpaschen verschaften aan
allen veel tevredenheid en genoegen,
omstreeks half zeven liep het
vreemde en deerniswaardige, doch te
vens belangwekkende schouwspel in
de beste orde af, om welk bij te wo-
oen een groot getal toeschouwers, zoo
fcU deze stad als uit de omstreken,
aldaar te zameai gevloeid was."
I Stelt u voor die krankzinnige men-
schen in een kring, bespeecht door
een der Heeren (van de Commissie
denkelijk) daarna stelten loopende,
touwtje springende of zakloopende
ten aanschouwe van een talrijke me
nigte De berichtgever gevoelt er iets
van hij noemt het een vreemd en
derniswaaiidig schouwspel, maar
durft het blijkbaar niet afkeuren.
Kritiek op de besturen en hun daden
dorst men in die dagen zoo niet aan,
ze was meest in handen van infe
rieure lieden. Fatsoenlijke menschen
hielden het bever met de overheid.
Wat geheel onveranderd is gebleven,
dat zijn de beschouwingen tegen de
kermis. Zekere heer B. heeft er een
ingezonden stukje aan gewijd, dat we
letterlijk zouden kunnen overnemen,
zonder dat iemand er zijn ouderdom
aan zien zou. Hij vraagt zich af, wal
het onzedelijke van de kermis uit
maakt. De paardenspellen, de schouw
burgen, de kramen? Neen. Maar wel
de stelling dat het kermis is en er
dus mee door. kan, wat er anders niet
door zou kunnen. „Vandaar dat lie
derlijk gezang, die dronkenschap en
die vechtpartijen." En zoo gaat het
door, totdat de heer B. zich en an
deren tracht te troosten met de verze
kering, dat liet einde van de kermis
nabij is. ,,Men mag bet", zoo schrijft
hij, „als een verblijdend teeken des
tijids beschouwen, en wie die sedert
dertig jaren zulks heeft nagegaan,
zal dit niet erkennen? dat hier ter
stede het kermisgewoel in de laatste
jaren is afgenomen? In menigen
nacht gedurende de kermisweek is
i het zoo stil, als in iedere andere hui
ten de kermis. De-kermissen gaan
achteruit en zullen van zelve verval
len."
Zoo schreef de heer B. den 27sten
Juny 1851. Thans, 55 jaar later, kun
nen we nog precies hetzelfde schrij
ven, wat bewijst, dat de kermis een
taai beestje is, dat door den tand des
tijds of door de pennen van veront
waardigde inzenders maar moeilijk
kan worden doodgemaakt.
Het was in ditzelfde jaar, dat door
de invoering van de nieuwe ge
meentewet aan Haarlem ook het recht
werd toegekend, zeilf zijn leden van
den Raad te kiezen Als kiezers
kwamen daartoe verschillende perso
nen in aanmerking o.a. diegenen, die
voor een bedrag van 25 tot f 50 in dë
belasting waren aangeslagen. Hun
gezamenlijk aantal was 1157. Om
eenige orde te brengen in den chaos,
die verwacht werd riepen 24 ingeze
tenen al deze kiezers op tot een sa
menkomst op den Stads-Doelen. Groot
was de belangstelling nietvan het
heele aantal kwamen er maar 88 op,
waaruit we kunnen leeren, dat het
gebrek aan belangstelling voor ver
kiezingsaangelegenheden waarlijk
niet van vandaag of gisteren dateert.
Er werden dan kiesvereenigingen ge
vormd, om candidaten te stellen voor
de 21 vacante zetels en, hoewel de
eene partij wel gaarne de 21 zittende
leden allen opnieuw in den Raad zou
hebben gebracht, de andere was voor
„nieuw bloed" en stelde eigen candi
daten. De heer O. C. Iv. neemt bij 't
dreigende 'gevaar de pen op en schrijft
een stukje, dat we alweer op een
zinsnede over Thorbecke na in 1906
gerustelijk zouden kunnen afdruk
ken. „Wij leven helaas in een tijd,
dat hij, die het beste schreeuwt, door
velen wordt gehouden het meeste ver
stand en kennis van zaken te hebben,
dat het timmeren aan den weg aan
de orde van den dag is." Onze inzen
der geeft aan als vereischten, die
iemand moet bezitten om een geschikt
lid van den Raad te zijn Admini
stratieve kennis, kennis van de stad
zijner inwoning en goede trouw, een
opsomming, die werkelijk zoo mal
nog niet is. En hij eindigt met dezen
prachtigen verkiezingsvolzin „Geluk
kig voor de stad onzer inwoning, dat
er nog binnen hare muren mannen
gevonden worden, die grondige ken
nis van zaken, gepaard met eene ge
paste vrijheid van denken en spre
ken bezitten, die zonder zich te scha
men om voor hunne opinie uit te ko-1
men, er echter niet mede te koop Ioo
pen en dus dezelve niet aan den eer
sten den hesten mededeelen, tot ver
wezenlijking van hunne bijbedoelin
gen en egoïste inzigten."
Als men de g van het laatste woord
verdevriesentewinikelt in ch, kan deze
schoone phrase nog jarenlang dienst
doen.
Met de verkiezing liep het nog al
mee. de meeste zittende leden werden
gekozen. De burgemeester, de heer de
Bruijn Kops, viel uit, tot grooten
schrik van Haarlems Weekblad. Toen
evenwel een van de nieuwgekozenen,
I-I. Gabriëls, voor de eer bedankte,
koos men den burgemeester opnieuw,
hoewel toen al iets verluidde van het
tegenwoordig algemeen geldend be
grip, dat de burgemeester geen lid
van den Raad behoort te zijn. Zelfs
onze vorige burgemeester, Mr. E. A.
Iordens, heeft jarenlang deel van den
Raad uitgemaakt. Eerst toen hij te
genover den heer J. van Ek gevallen
was, heeft hij dat lidmaatschap niet
meer bekleed.
Toch bleek bij deze eerste verkie
zing naar de nieuwe wet, dat er toen
al verschil onder de partijen was.
Noch de heer Gabriels, noch de heer
Brink moeten den heeren welgevallig
zijn geweest en durfde de eerste de
bui niet aan, de tweede liet zich de
keus welgevallen, evenals Jhr. Moses
Salvador, die in weerwil van zijn
praedicaat een geduchte opposant
was en in het publieke leven van die
dagen een zoo niet belangrijke, dan
toch drukke rol heeft gespeeld. Mis
schien heb ik wel eens gelegenheid,
later wat meer mee te deelen van deze
curieuse figuur, die in de vergade
ring welke hem als Raadslid instal
leerde, wel sensatie moet hebben ver
wekt door het voorstel om de rede
waarmee hij en anderen door den
Burgemeester als Raadsleden waren
begroet, in de notulen op te nemen.
J. C. P.
Onder de Republiek geschiedde
de verkiezing door coöptatie, d. 3. de
Raad vulde zichzelf aan. Later, tot
1851, verkozen de kiezers een kiescol
lege, dat dan op zijn beurt weer de
Raadsleden koos. Dit kiescollege telde
in Haarlem 36 personen.
Buitenlandsch Overzicht
WITTE'S AFTREDEN.
Omtrent die eigenlijke beweegrede
nen van Witte's a.ftnedén tast men
neg in hiet duister. Naar verluidt zou
het vooral Trepof zijn geweest, die
door eincMooze kuiperijen het zoover
wist te krijgen, dat de Tsaar besloot
zich van Witte te ontdoen, zoodra de
buitenlandsche leening geplaatst werd
en toen daarbij de hinderlijke ver
houding van Witte tot Doumowo nog
hot hare (kwam voegen en Witte op
27 April zijn ontslag vroeg „wegens
zijn slechte gezondheid", werd hem
dit onmiddellijk verleend.
De St. Petersburgsche Beurs cou
rant, sinds hiet sluiten van de nieuwe
leaning een aanhanger van Witte,
geeft de'n aftredenden minister eene
volle bladzijde loftuitingen na. Graaf
Witte heeft, volgens baar. Rusland
gered van een omwenteling en een
bankroet.
De constitutioneel democratische
bladen zeggen, clal het uur nadert,
waarop de Russen, die geen lid zijn
van de bureaucratie deel kunnen nat
maken van de regeeringspartij. De
oorzaak van deze merkwaardige ver
andering moet worden toegeschreven
,aa.n de toenemende overtuiging dat de
sou vermin oprecht verlangt, het. an
cien régime prijs te geven.
DE RUSSISCHE MINISTER
CRISIS.
Het Petersburgsche telegraaf agent
schap meldt:
De gouverneur van Saratof Stolyfin
is naar Petersburg ontboden. Men
meent dat dit in verband staat met
zijne benoeming tot minister van'bin-
nenlandsche zaken.
ENGELAND EN TURKIJE.
Renter verneemt, dat de Britsche
regeering Vrijdag aan de Turksche
negeering een nota deed overhandigen
die feitelijk overeen komt met een
ultimatum. Hierin is opgenomen En-
geland's laatste woord over de Turk
sche bezetting op het schiereiland Si-
naï. Engeland eischt de terugtrekking
der Turksche troepten van het Egyp
tisch grondgebied.
De gezanten van Frankrijk en Rus
land te Konstantimopel steunen de
Engelsclie regeering bij haar protest
telgen de Turksche bezetting van een
gebied, dat tot Egypte behoort.
De Engelsohe bladen deelen mede,
dat. liet ultimatum aan Turkije tien
dagen tijds laat. Verder bevatten .zij
een telegram uit Malta, met het be
richt, dat het geheele Mid<Mlandsche
Zee-eskadeir eensklaps bevel heeft ge
kresen Vrijdagavond in zee te steken
met onbekende plaats van bestem
ming.
Latere berichten zeggen nog
Hét beiiclit dat het ultimatum aan
Turkije op tien dagen gesteld is,
wordt officieel bevestigd.
Vier kruisers en de vloot van tor
pedovernielers vertrokken Vrijdag
nacht naar den Piraeus.
DUITSCHLAND STEUNT DEN
SULTAN NIET
De „Standard" meldt, dat de Du.it-
sclie gezant te Londen aan Sir Edward
Grey de verzekering heeft gegeven,
dat Duitschland, ingeval het over "het
Egyptische grensgeschil tot een breuk
komt, de eischen van d'en Sultan
niet zal steunen.
De ..Tribune" meldt, dat de Engel-
sche oorlogsbodem „Minerve" uit El
Arisj terug is gekeerd en het schip
de verwijdering van Egyptische grens-
steenen en telegraafpalen bevestigt.
Verder méldt het, dat de Turken een
plaats, anderhalve K.M. over de Egyp
tische grens gelegen, bezet hebben.
EEN BOODSCHAP VAN PRESIDENT
ROOSEVELT.
President Roosevelt heeft het con
gres een boodschap toegezonden_ be-
betreffende de handelingen der Stan
dard Oil Company. Hij merkt op, dat
deze maatschappij ontzaglijke voor-
deelen heeft getrokken uit de geheime
spoorwegtarieven, waarvan er vele
volkomen in strijd zijn met de wet en
nadeélig zoowel voor de spoorweg
maatschappijen en het publiek. Hij
beveelt het nemen van wettelijke
maatregelen tegen dezen staat van
zaken aan, en zegt. dat andere groote
lichamen zich aan dergelijke praktij
ken hebben schuldig gemaaktonder
deze noemt hij 'die suikertrust,
KING EDWARD EN PRESIDENT
FALLIèRES.
Bij een feestmaaltijd, die Donder
dag'ter ©ere van koning Edward in
het Elysée gehouden werd, hield pre
sident Fallières een toespraak, waar
in hij o. m. zeide
„Frankrijk ziet in uwe herhaalde
bezoeken een kostbaar bewijs van de
hartelijkheid der betrekkingen, die
onze beide landen voreenigen, en die
zich beide gelukkig weten eendrachtig
samen te werken aan alle werken van
beschavinc en vrede."
De koning antwoordde
„Ik ken uw schoon land en uw be
koorlijke stad, ik mag wel zeggen
van kindsbeen af ik gevoel me al
tijd zéér gelukkig, wanneer ik hier
ben en elk van mijn bezoeken heeft
onuitwi schb ar e indrukken bij mij ach
tergelaten. Gij kent de gevoelens, die
ik koester voor het geluk en de groot
heid van Frankrijk dat zijn gevoe
lens, die steeds in mijn hart gegrift
zullen blijven. Voor alles wens oh ik
uw groot land voorspoed toe, en ik
ben overtuigd1, dat de „entente cor
diale" tussohen onze beide landen
meer dan iets anders zal medewerken
om den vrede te handhaven."
Enkele Duitsche bladen uiten zich
tamelijk ontevreden over dit nieuwe
verblijf van koning Edward te Parijs.
De „.National Zeitumg" zegt, dat dit
bezoek wel niet de gevolgen zal heb
ben. die dat van verleden jaar Maart
had. Het blad ziet echter een noodza
kelijk verband tusschen dit bezoek en
de Egyptische quaestie, die de toets
steen van de Engeüsch-Fransche over
eenkomst zal worden.
De conservatieve „Reichsbode" zegt
zeer scherp, dat het niet uit simpele
beleefdheid is, dat koning Edward
naar Parijs is gekomen. „Hij komt
daar. zooals hij altijd gedaan heeft,
wanneer het er om gaat de Duitsche
politiek te beleedigen en te vernede
ren."
Volgens eene officieele mededeelimg
zal koning Edward Maandagmiddag
te Calais naar Dover sehieep gaan.
Stadsnieuws
Museum van K u n s t n i j v e r-
h e i d.
In de rotonde van het Museum van
Kunstnijverheid alhier, zal aanstaan
de Zondag eene tentoonstelling ge
opend worden, die speciaal aan Mi
chel Angelo is gewijd en die op zeer
groote schaal een aantal details zal
te zien geven van zijne werken in de
Sixtijnsche kapel te Rome.
Zeer merkwaardig en leerzaam zijn
deze fotografische reproducties, die op
het frescoschilderwerk genomen, al
de details op bijna oorspronkelijke
grootte weergeven.
Michel Angelo, eigenlijk Michel
Buonarotti, werd 6 Maart 1475 niet
ver van Arezzo in Casentino geboren.
Op 14-jarigen leeftijd werd hij leer
ling van Ghirlandace en bewees toen
reeds buitengewoon talent te bezitten,
werd hij geldelijk gesteund door Lo
renzo de Medici, en werkte vervolgens
te Florence, Venetië, Bologna en Ro
me (14961501. In 1508 begon hij aan
de beroemde frescoschildering in de
kapel van Sixtus TV die pas in 1512
voltooid werd.
In de boekerij van 't Museum liggen
verschillende werken over Michel An
gelo voor belangstellenden ter inzage.
Zondag is de toegang kosteloos.
TOONKUNST.
Was liet met het oog op de be
trekkelijk gunstige conditie, waarin
zich op 't oogenblik het koor be
vindt, dat ons Toonkunst-bestuur
voor de tweede uitvoering in dit sei
zoen de keuze aandorst van een zoo
veeleischend werk als Brahms'
„Deutsches Requiem" We zullen
ons hierover 't hoofd niet breken,
maar eenvoudig onze ingenomenheid
met deze keuze betuigen. Voor zoo
ver ik mij herinner, is dtit werk hier
'ii da laatste twintig jaren niet ten
gehoore gebrachthet werd dus wel
tijd er ons tegenwoordig muzikaal
geslacht eens mee bekend te maken
en bij de ouderen onder ons de her
innering er aan weer eens op te
frisschen. Want dit „Requiem" is
een heerlijk, grootsch kunstge
wrocht en wanneer deze toonschep-
ping eerst aan den naam Brahms
zijn vollen klank gaf en die naam,
zoolang de wereld nog iets voor hoo-
gere dingen voelt, in hooge eerezal
doen blijven, dan is het niet zoozeer
om het immens technisch-muzikaal
kunnen waarvan deze compositie in
haar geweldigen bouw getuigenis
geeft, dan wel omdat in dit werk,
aneor en beter misschien dan
©enig ander^ de ziel van den toon
dichter in heel haar kracht en in
nigheid uiting heeft gegeven aan
'haar groote menschenliefde, haar
onwrikbaar geloof aan on haar lievig
en hoopvol verlangen naar eenhoo-
ger leven.
In de uitvoering vielen naast groo
te verdiensten ook enkele tekortko
mingen op te merken. De grootste
verdienste was wel, dat het geheel,
zwaar, in den dubbelen zin van moei
lijk en vermoeiend, als het is, zon
der merkwaardige stoornis van sta
pel liep'.
Verder was het ensemble van liet
koor doorloopend beschaafd en dik
wijls mooi van klank. De alten voor
al verdienen een afzonderlijke ver
melding zoowel wegens de hoeda
nigheid van Mank als voor haar
goed zingen.
Mede tot het .verdienstelijke be
hoort het werk der solisten. Mevr.
Alida Lutkeman ofschoon zij,
jammer genoeg, daorloopend wat
mat intoneerde droeg haar partij
prachtig voor en Gerard Zalsman
deed zijn warm, muzikaal zingen en
zijn uitmuntende dictie ten zeerste
waard eeren.
Vervolgens dient het orkest de-
zen keer het Utrechtsche geprezen
voor zijn beschaafd spel en zijn toe
wijding. Met de besohikbare krachten
heeft het een zeer lofwaardige pres
tatie geleverd. Dat die beschikbare
krachten niet overal aan de eischen
van deze partituur konden voldoen,
ligt buiten zijn verantwoording. De
strijkinstrumenten, althans alten en
cello's, hadden talrijker bezet moe
ten zijn, om zich bij de herhaalde
lijk voorkomende verdeelïng in twee
en drie partijen behoorlijk te kun
nen doen gelden. De voorspelmaten
o. a. klonken vrij armoedig. Ook de
harp kon zich in haar eenzaamheid
maar zelden hoorbaar maken. Hier
mede is dan ook de voornaamste te
kortkoming aangeduid. Verdere on
volmaaktheden lagen in de wat
schrale bezetting der mannenstem
men. hier een weifeling bij de teno
ren, daar een onattentie bij de bas
sen, en meer van die voorbijgaande
kleinigheden, die ten slotte op het
geheel van geen merkbare storing
zijn. Over 't geheel genomen mag dus
de talentvolle en geroutineerde di
recteur, de heer W. Robert, zich
voor den zwaren arbeid der voorbe
reiding dOor de verkregen resulta
ten beloond achten.
Na de pauze kwamen nog een paar
kleinere werken ten gehoore. na
melijk de ballade „Das Singenthal"
van Ludwig Felix Brandos Buys en
het bekende „Schön Ellen" van Max
Bruch. Het eerste is een warm ge
schreven, kleurrijk en effectvol ge-
instrumenteerde compositie, waarin
bovendien de dankbare bariton-solo
partij de noodige •afwisseling brengt.
De uitvoering had van de zijde van
het koor wat gemakkelijker en leni
ger en van die van het orkest wat
gedistingeerder kunnen zijn. maar
het werkje maakte niettemin een
frisschen, vriendelij ken indruk en de
componist die in de zaal aanwezig
was, werd na afloop op het podium
geroepen en hartelijk toegejuicht.
De zeer verdienstelijke uitvoering
van „Schön Ellen" waarbij Zals
man zich ter dege weerde en .mevr.
Lutkeman alle matheid had afge
legd maakte een pakkend slot aan
dezen avond, die aan rijkdom en
verscheidenheid van kunstindruk
ken niets te wenséhen overliet.
PHILIP LOOTS.
Gesticht Meerenberg.
Verschenen is het verslag van het
Krankzinnigengesticht Meerenberg"
over het jaar 1905.
Weontleenen daaraan het volgende
PERSONEEL.
Het beambtenpersoneél bestond op
31 December 1905 uit 14 hoofdbeamb
ten en 25 beambten, het personeel
van den geneeskundigen dienst uit 49
verplegers, 186 verpleegsters en 2 an
dere personen, terwijl liet personeél
van den huisdienst bestond uit 61
personen en dat der administratie uit
51 personen, totaal 388 personen.
In het beheer van de verschillende
afdeelingen van den geneeskundigen
dienst kwam deze belangrijke wijzi
ging, dat elk der vier groote afdeelin
gen een geneeskundig hoofd verkreeg.
De mutaties van liet verplegend peT-
coneél bedroegen voor de verpleeg
sters 80 of 43 en voor de verplegers
36 of 73 Het vorige jaar waren
deze cijfers 49 en 81
Om deze cijfers te trachten te ver
minderen. werd een gunstiger salaris-
regeling ingevoerd en de huisvesting
der broeders ter hand gemomen.
In de opleiding van het verplegend
personeel kwam geen principieele ver
andering.
Bij de in Januari en Juni gehouden
examens slaagden voor de diploma's
Al, A2 en A3 respectievelijk 35, 18 en
5 candidaten.
Wat den gezondheidstoestand van
het personeel betreft, or hadden geen
sterfgevallen plaats. Het gunstigst
was de toestand bij het mannélijk in
wonend personeel, minder gunstigbij
het mannelijk uitwonend personeel,
behoorende tot den administratieven
ear oeconomischen en tot den techni-
schen dienst. Uit het meer bejaard
zijn van velen dezer laat zich dit ge
deeltelijk wel vorklaren.
Bij de verpleegsters Had men be
trekkelijk veel met ziekte te kampen.
VERPLEEGDEN.
Op 31 December 1905 werden ver
pleegd 1373 personen (674 _m. en 699
vr.)op 1 Januari 1905 waren die
cijfers 1378 patiënten (624 m. en 754
vr.)
Er werden 147 m. en 132 vr., d. i.
279 patiënten in het Gesticht opge
nomen; er overleden 56 m. en 54 vr.,
d. i. 110 patiënten, ontslagen werden
41 m. en 133 vr„ d. i. 174 verpleeg
den.
De gezondheidstoestand was in het
algemeen niet onbevredigend.
In het afgeloopen jaar hadden 13
ontvluchtingen plaats; 2 patiënten
ontvluchtten twee maal uit het Ge
sticht
Bijna altijd, zegt het verslag, was
duidelijk aantoonbaar plichtsverzuim
de oorzaak. Toch moet het streven, om
de verpleging zoo vrij mogelijk te
maken, steeds blijven bestaan en dit
uitte zich ook dit jaar o.a. in het ver
wijderen van allerlei mechanische
bindernissen, als deuren en hekken.
Deze vermindering van beletselen
was echter nooit de oorzaak der ont
vluchtingen.
Eén patiënt werd ontvoerd.
Allen werden naar het Gesticht te
ruggevoerd. zonder dat zij eenig let
sel hadden bekomen.
Op de van Regeeriingswege ge'dane
aanvrage, op wélke voorwaarden de
Commissie van Toezicht geneigd was
om eene inrichting voor gevaarlijke
krankzinnigen op het terrein van
Meerenberg te stichten, besloot deze
commissie te antwoorden, dat daar
tegen bij haar overwegende bezwaren
bestonden.
Het aantal goréeclgehiaakte recep
ten bedroeg 32531.
Ter ontspanning wérden de zang
avonden in den na-winter om de veer
tien dagen gehouden.
Er werden acht feestavonden' gege
ven.
Met veel dankbaarheid wordt gewag
gemaakt van de werkzaamheden' der
Noord-Ho 11 andsche vereenigrng „Mee
renberg", wedke vereonigng zich ten
doel stetlt het verblijf der minvermo
genden zoovë&l mogelijk te veraange
namen mede worden een aantal
schenkingen in dank gememoreerd.
GELDMIDDELEN.
De rekening en verantwoording over
den dienst van 1904 wijst in ont
vangst een bedrag van f 558.628,59 en
in uitgaaf een bedrag van 527.206.094
aan. Er was dus een voordeehg saldo
van 31.422.494.
De begrooting voor 1906 bedraagt
in ontvangst en uitgaaf een som van
689.193.494.
Een merkwaardige opmerking maakt
de samensteller van dit verslag (Dr.
G. C. van Walsem) over het bierge
bruik door het personeel.
„Op mijn cursus voor het examen
A2, die dus bijgewoond werd door de
meer gevorderden, heb ik een vol
strekt geheime stemming laten hou
den over de vraag: Wenscht gij be
stendiging van het dagelijksch bier
gebruik of vervanging daarvan door
toespijs en vruchten of het aequivalent
in geld te ontvangen?" Van de 26
"uitgebrachte stemmen was de verdee
ling de volgende5 geld. 21 toespijs
en vruchten. 0 bier. Vox populi