NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
23e Jaargang. No. 7014
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 9 MEI 1906 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AD VERTENTIËN:
PERDRIEMAANDEN: iM&L JjSSr" Van 1-5 reSe,s 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor HaarlemHaarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1.30 AY1L Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland1.65 fë/jF ö'J 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Gtf^lusfreercfZondagsblad, 'voor Haarlem 1' 037 H Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
TWEEDE BLAD.
Stadsnieuws
UITVAART Mgr. C. J. RINKEL.
Te laat voor ons uuimmer van gis
teren 1) seinde men ons nog liet vol
gende uit Aalsmeer over de teraarde
bestelling van Mgr. C. J. Rinkel.
Om 8 uur werd het lijk uit het sterf
huis op de Bakeaessergraclit te Haar
lem gedragen in een sierlijke maho
niehouten kist., waarop een gouden
kruis, waarin gegraveerd de naam en
waardigheid van den overleden Bis
schop. Op het lijkkleed rustte ook de
omfloerste Bisschopsstaf. Door drie
volgkoetsen gevolgd, ging de stoet
door de gemeente tot aan de grens,
waar de volgkoetsen keerden om ver
sterkt met tal van anderen te 9 uur
de lijkkoets naar Aalsmeer te volgen.
Hier werd d'e stoet door talrijk ve-
len opgewacht en begeleid naar de
I Oud-Kaitholieke kerk in het Oosteinde.
De overledene was daar voor tal van
jaren pastoor en had, als daar gebo
ren, ook een eigen graf op liet kerk
hof, waarin hij had verlangd te wor
den bijgezet
Plechtig luidden de klokken, terwijl
het stoffelijk overschot den langen
weg naar de kerk in het Oosteinde
werd gebracht.
Be keiik was vol met oud-katholie
ken, uit alle deelen dies lands saam-
gestroomd, om den beminden doode
de laatste eer te bewijzen. Alleen het
altaar was met rouwfloers omhangen.
Na het binnendragen der kist plaat
sten zich daarnaast de pastoors Rin
kel Uit Utrecht en Culemborg, Ken-
nink uit Amersfoort en Deelder uit
Utrecht.
De aartsbisschop Mgr. G. Gul, ge
kleed in vol rouwornaat, trad binnen
met een grooteh staf geestelijken,
waaronder opgemerkt werden de pas
toors Dievenbach en Dieven daal, pro
fessor Van Thiel, pastoors Van de
Poll, Prins en Jansen en den bisschop
Spit.
Zij gingen naar het altaar, om de
lauden te lezen, begeleid door een
klein koor.
Nu volgde een hoogst plechtig mo
ment, toen de geheele gemeente, daar
bij voorgegaan door pastoor Prins liet.
dies irae in het Nederlandsch zong.
De aartsbisschop verrichtte de be-
aarding van het lijk en herdacht de
groote verdiensten van den overlede
ne, die daarop uit dé kerk werd ge
dragen naar den grafkelder, om
stuwd door de gehele geestelijkheid
en gevolgd door de gemeentenaren.
Hiermede was de plechtigheid be
ëindigd.
1) Het telegram was n. b. twee uur
onder weg en onze berichtgever had
ons bureau reeds lang bereikt, vóór
dat het bëlegram in ons bezit kwam.
W e 1 id a. d i g he i d naar Ver
mogen."
Gedurende de maand April werd
voor behoeftigen toegestaan
aan brood en levensmiddelen ƒ202.57^,
aan brandstoffen f 0.75, aan ligging
en kleedingstukken f 0.in geld
ƒ514.15; aan verplegingskosten en di
versen ƒ15.aan administratiekos
ten 86.77^. Totatal ƒ819.25.
Van 1 November 1905 tot 30 April
1906 werd totaal toegestaan 6072.39i.
Uit de Rechtszaal
AFGEPATST OF AFGEPAST.
De 73-jarige bloemkweeker Jacobus
de Wilde kwam op 30 Maart te Wijk
aan Zee en Duin op het belastingkan
toor, om zijn penningen te offeren.
Hij wilde 15 gulden beialen voor
grondbelasting 1906, maar was vol
gens den ontvanger nog 60 ceot voor
een 'dwangbevel en 221/2 cent voor
een zegel schuldig.
Nu rekende de ambtenaar eerst deze
onkosten van de 15 gulden af, waar
tegen De Wilde protesteerde. De con
versatie ging niet heel gemakkelijk,
wijl de belastingschuldige zoo doof
als een ijzeren pot is. Toch stond hij
aardig te mopperen en heeft, althans
zoo zeggen de ontvanger en zijn klerk,
den eerste toegevoegd ,,Je bent een
patser, je heeft mij mijn centen
afgepatst."
Dit vond men een beleediging, en
het gevolg was een proces-verbaal,
wat weder ten gevolge had, dat be
klaagde lieden in het beklaagden
bankje stond.
't Verhoor van den beklaagde ging
niet heel vlot, de deurwaarder moest
zijn keel schor schreeuwen, om zich
verstaanbaar te maken. Eindelijk be
greep De Wilde toch waar 't om ging,
de president wilde wetdn of hij be
kende.
Spreken kon hij heel wat beter dan
liooren, want er kwam een woorden
vloed, verkondigende
„Ik moet gezegd hebben, dat de
ontvanger een patser is en hij mij
heeft afgepatst. Dat is niet waar, ;k
heb alleen gezegd: ik heb je 15 gul
den afgopasi."
Het requisitoir van liet Openhaar
Ministerie, strekkende tot veroordee
ling tot 3 gulden boete of 3 dagen
hechtenis, werd bestreden door clen
verdediger, Mr. F. A. Bijvoet.
Eerst kregen wij een college in taal
kunde. Enkele woordenboeken kwa
men te berde, om aan te toornen, dat
verpatsen doorbrengen beteekent, en
een patser alzoo is een opsctiepper,
die zijn igeld verbrast door opschep
perij geregeld komen in een café,
maken van royale verteringen, dra
gen van geile schoentjes, kleurige das
jes, w-tte vesten, zware gouden hor
logeketting met dito liorioge, juwee-
Len dasspeld, enz.
In dien zin kan dus nooit het woord
„patser" of „afgepatst" door den be
klaagde gebezigd zijn. Daarom dus
alle reden om aan te nemen, dat de
beklaagde de waarheid zegt. en in-
plaatst van afgepatst afgepast gezegd
heeft. Het is een verschil van een t
en daarmede wordt in het dialect
vaak vreemd omgesprongen.
Pleiter concludeerde dan ook tot
vrijspraak, subsidiair oplegging eener
zeer lichte geldboete.
Vergunning verleend.
Door B. en W. is aan P. A. Kruijer
vei'gunning verleend tot uitbreiding
van de smederij in liet perceel aan
de Anthoniestraat No. 4. kad. Sectie
D No. 7390 ged., door bij trekking van
het perceel No. 6 aldaar, kad. Sectie
D No. 7498, waarbij ais beweeg
kracht een gasmotor van 31/2 paa-rde-
krachten zal worden gebezigd.
Binnenland
Het Koninklijk bezoek
aan Amsterdam.
Aan het diner ten Paleize zaten
Zondagavond, zooals gebruikelijk is,
mede aan de predikant, die 's morgens
don dienst in de Nieuwe Kerk had
verricht, da-. Ph. J. Hoedemaker, en
d>e voorzitter van het bestuur van
„Artis", de heer J. M. B. Beuker.
Maandagmiddag reed de Koningin
nogmaals naar den Stadsschouwburg;
nogmaals wilde Hare Majesteit be
langstelling toonen voor degenen, die-
door den watersnood in Zeeland zoo
ernstig getroffen werden. Want toen
tot Haar het Verzoek was gericht, of
Zij die
MIDDAG-VOORSTELL1NG
die van wege het „Amsterdomsch
Comité van Zeeuwen voor den waters
nood in Zeeland" met Ham hooge
tegenwoordigheid wilde vereeo-en had
de Vorstin daarop dadelijk een toe
stemmend antwoord gegeven.
In verband met de andere voorge
nomen bezoeken tijdens het verblijf
der Koningin in Amsterdam, moest de
voorstelling op dezen middag worden
bepaald, en aangezien Prins Hendrik
reeds toen toegezegd had Maandag
een bezoek te brengen aan de Prins
Hendrik-Stichting te Egmond aan
Zee, kon Z. K. H. niet in den Stads
schouwburg tegenwoordig zijn.
Dit speet den Prins zeer, doelt hij
wilde die brave zeerobben daar in Eg
mond niet teleur stellen.
Waar liet hier eene weldadigheids-
voorstelling betrof, was de geheele
ontvangst zeer eenvoudig, volkomen in
overeenstemming met liet beoogde
doel.
De Vorstin werd verwelkomd door
den voorzitter van het comité, den
heer Wijnmalen, wiens dochtertje,
mej. Aleida Wijnmalen, Hare Majes
teit een welkomstruiker bood.
De voorzitter kreeg gelegenheid der
Vorstin enkele der medeleden van het
comité voor te stellen en toen begaf
Hare Majesteit zich naar Haar loge,
ditmaal niet, als bij de gala-voorstel
ling van Zaterdagavond, met bloe
men getooid.
Het programma der uitvoering, dat
in de zaal neveoxs de tekstboekjes door
een tiental meisjes, dochters van be
kende Amsterdamsche families, te
koop werd aangeboden, was op initia
tief des heeren Wijnmalen met een
aardige photo versierd. Deze photo
stelt voor de veerpont op de Een
dracht, waarmede de Koningin en
Prins Hendrik in Maart j.l. naarTho-
len overstaken, toen Zij het bezoek
gingen brengen aan het zoo zwaar ge
teisterde Oud-Vosmeer en latei: aan
Tholen. Men ziet daarop Hare Majes
teit in gesprek met den heer Van Sta
pelen, burgemeester van Tholen, ach
ter Haar den Prins met frdule Ren-
gers. de hofdame, die op dien tocht de
Vorstin verzegelde, op den aohter-
grond ziet men de stad Tholen.
Toen de Vorstin in Haar loge was
gekomen, stonden de aanwezigen in
den schouwburg op om Haar te be
groeten de Koningin boog als weder
groet naar beide zijden.
Dadelijk daarna begon de voorstel
ling door leerlingen van de „Vereeni-
ging tot beoefening van vocale en dra-
matische Kunst" onder leiding van de
directrice dier instelling, mej. Cateau
Esser.
Allereerst werd opgevoerd „1807'
blijspel in één bedrijf van. Ad'olphe
Aclerer en Ai-mand Ephraïm, vertaald
door mej. C. Huysdmga.
Daarna werd ten gehoore gebracht
„The Flower Queen" of „The coro
nation of the Rose", een cantate in
tweie bedrijven van George F. Root.
Het or chest der stedelijke schutte
rij verleende daarbij onder leiding
van mej. C. Esser medewerking.
Een koor van 60 jonge meisjes ver
leende eveneens zijn medewerking.
Z. K. H. PRINS HENDRIK TE
EGMOND AAN ZEE.
Uit Egmond aan Zee wordt aan de
„Tel." gemeld
Reeds langen tijd was er sprake van
dat Z. K. H. Prins Hendrik, sedert
1902 beschermheer der Prins Hendrik
Stichting, de tiisi elling, waarop Eg-
rnond met recht trotsch kan zijn, en
die een van onze schoonste instellin
gen mag worden genoemd, met een
bezoek zou vereeren.
Met een ongeduldig verlangen heb
ben de oudjes den dag, waarop dat
zou gebeuren, verbeid en met vreugde
weid dan ook eenige dagen geleden
de tijding vernomen
„De Prins komt
„Zie je, mijnheer", zei ons een van
die oude zeerobben, „als je zoo'nvor-
stelijken Beschermheer hebt, dian wil
je dien toch graag eens zien. We we
ten wel, dat Zijne Hoogheid veel be
lang stelt in de stichting, maar hem
hier zien, kijk, dat doet ons goed
En Maandag was het dan de dag,
de feestelijke dag, waarop dat hooge
bezoek zou plaats 1 aebben, een feest
dag alleen voor de stichting, daar
Zijne Hoogheid te kennen had gege
ven alleen daar enkele uren te zullen
vertoeven. Bovendien was liet de
wensch van Z. K. H.. de inrichting te
z>en in haar dagelijksch kleed, waar
om dan ook geen versiering, behalve
'n enkele plantengroep voor den in
gang van de kamer van regenten,
waar de ontvangst zou plaats hebben,
was aangebracht.
Op den bepaalden tijd te 10.34
stoomde trein 107, waarin een afzon
derlijk rijtuig voor Z. K. H. en Zijne
adjudanten jhr. Van Hogendorp en
baron Van Suchtelen van de Haeren,
het station te Alkmaar binnen, waar
een landauer gereed stond, om de
hooge bezoekers naar Egmond aan
Zee te brengen.
Voor het station had zich een dichte
menscbenmassa opgesteld. Z. K. H.
onderhield zich eenige oogenhlikken
met den stationschef, W. H. Vervloei,
waarna men onder een luid hoera
geroep in liet rijtuig stapte.
Te ongeveer half twaalf was het
doel'van de reis bereikt. Dat ook Eg
mond was uitgeloopen, om den hoogen
bezoeker te begroeten, behoeft haast
geen vermelding. In dichte drommen
stonden ze in de met vlaggen getooide
omgeving van de Prins Hendrik-
Stichting, terwijl menige Alkmaarder
per stoomtram naar Egmond getogen,
zich een plaatsje had veroverd in de
vlak tegenover de stichting liggende
lunchroom van den heer G. S. Groe
newoud.
Terwijl een menigvuldig herhaald
hoera opging, stapte Zijne Hoogheid
uit. Aan de poort werd hij ontvangen
door den voorzitter vaai regenten, den
heer W. G. Wendelaar. den lieer
Van Ogtrop, regent en den directeur,
den heer G. E. A. van Hall.
Na het gebouw te lxebben betreden
werd Zijne Hoogheid geleid naar de
regentenkamer, waar de heer Wende-
laar- den hoogen bezoeker welkom
heette en Z. K. H. dank betuigde voor
de belangstelling en sympathie voor
de stichting.
Z. K. H. de Prins antwoordde daar
op in hartelijke bewoordingen.
Hierop werd Prins Hendrik door het
gebouw geleid.
In dé eetzaal wachtte Z. H. eene
eigenaardige verrassing.
De verpleegden, hier allen bijeen,
brachten dien Hoogen Beschermheer
hunne hulde door het zingen van een
lidd, op de wijze van „Wien Neêr-
landscli bloed", en vervaardigd door
een der oudjes, den oud-stuurman P.
Het slotcouplet van dit lied luidt
als volgt
„U Hoogheid. PrinsU onzen dank.
Voor t hoog bezoek naar hier
Mocht 'tvoor U zijn een goede klank,
Dan hebben wij pleizier.
Lang leev' het edel Vorstenpaar,
Dit is ons aller beè.
Een driewerf hoeramet elkaar.
Als groet uit Egmond Zee,
Die neemt Prins Hendrik mee."
Met veel aandacht hoorde Z. K. H.
het zingen der oude zeerobben aan.
Vervolgens werd nog een bezoek ge
bracht aan het Wertheiinpaviljoen, de
aan de Prins Hendrik-Stichting ver
bonden ziekeninrichting, en destoom-
waschinricbting.
Bij de lunch, die daarna Z. K. H.
werd aangeboden, werd door den heer
Wendelaar een idironk ingesteld op H.
M. de Koningin eai vervolgens op Zij
ne Hoogheid een heildronk uitge
bracht.
Behalve door clen directeur en hei
bestuur van de stichting, werd ook
door den burgemeester van Egmond
aan Zee, hen heer Pranger, aan de
lunch deelgenomen.
Zoo naderde langzamerhand het uur
van vertrek, dat bepaald was op on
geveer drie uur. daar Z. H. te 3.08
van Alkmaar zou vertrekken, om te
4.16 te Amsterdam aan te komen.
HOFBERICHTEN.
üe Koningin zal zich bij het aan
staand huwelijk van den koning van
Spanje doen vertegenwoordigen dooi
den adjudant-generaal en chef van het
militaire huis der Koningin, luite
nant-generaal graaf Dumonceau, als
buitengewoon ambassadeur. De missie
zal verder bestaan uit graaf De Mar-
chant d' Ansembourg, kamerheer in
buitengewonen dienst, jhr. Van Geen,
adjudant en particulier secretaris van
H. M., jhr. W. Roëll, kamérhe>er in
buitengewoneai dienst en baron Van
Heemstra, ordonnans-officier van Ha
re Majesteit.
Het bericht, als zou de Koningin
deze week naar Dobbin vertrekken, <s
gebleken onjuist te zijn.
weerklonk in Kaapstad en Pretoria
roepstem om hulp, en hebben de
Voksstem en Ons land zich be
reid verklaard, giften tot dat doel in
ontvangst te nemen. Hoewel de nood
in het eigen land nog steeds groot is,
is er geen twijfel aan, of de stamver
wanten in Zuid-Afrika zullen gaarne
toonen, dat zij niet vergeten zijn, wat
de betrekkingen aan gene zijde van
den Oceaan eens deden en thans nog
doen voor Zuid-Afrika. In Kaapstad
zullen weldra lijsten ter inschrijving
worden aangeboden, en, naar ik ver
meen, interesseert zich ook de heer
Jan Hofmeyr zeer veel voor deze zaak.
Naar men vermeent is bij de
Tweede Kamer ingediend een wets
ontwerp tot voorziening in den toe
stand van den spoorwegdam door
'den Bathpolder bij Rilland na den
jongsten watersnood in Zeeland.
INTERNATIONALE BAKKERIJ
TENTOONSTELLING.
Door het uitvoerend, comité der ten
toonstelling is besloten, voor collec
tieve inzendingen van de afdeelingen
van den Nederl. Brood-, Koek- en
Banketbakkei-s-Vereeniging kosteloos
plaatsruimte beschikbaar te stellen.
Reeds nu is het bedrag voor verhuur
de plaatsruimte hooger dan van de
vorige bakkerij-tentoonstellingen in
ons land.
In voorbereiding is een groote feest
avond Yoor leden van den Ned. Brood-
Koek- en Banketbakkersbond, welke,
ten tijde dat de tentoonstelling wordt
gehouden, het 25-jarig bestaan her
denken zal.
Reeds vele prijzen, zoowel kunst
voorwerpen als medailles, zijn door
tal van corporaties en particuliere
personen beschikbaar gesteldhet
comité heeft maatregelen getroffen
om hun, die alsnog medailles wen-
schen te schenken, gouden, verguld
zilveren, zilveren en bronzen medail
les te leveren, onderscheidenlijk
75, ƒ8.50, ƒ7 en ƒ2.50. De medailles
zullen worden vervaardigd bij de fir
ma Van Kempen te Voorschoten.
DE WATERSNOOD.
De Kaapstadsche correspondent der
N. R. Crt. schrijft
De berichten, per laatste en voor
laatste mail uit Nederland ontvangen
van den watersnood, welke een deel
des lands van 15 tot 17 Maart heeft
geteisterd, hebben zoowel op Afrika
ners als op Nederlanders en oud-Ne
derlanders alhier indruk gemaakt.
Geloofde men eerst nog, dat de ramp
van weinig beteekenis was, omdat
Reuters Agentschap niets daarom
trent naar Zuid-Afrika seinde, 7««.
ontvangst der mailberichten begrijpt
men hier maar al te goed, hoe Neder-
landsche en Vlaamsche stamverwan
ten onder die ramp lijden. Reeds
DE TWEEDE HAAGSCHE
VREDESCONFERENTIE.
De Engelsche bladen deeJen mede,
dat uitnoodi gingen tot deelneming
aan de tweede vredesconferentie
door de Russische regeering zijn
verzonden aan Oostenrijk-Hongarije,
België, Bulgarije, China, Denemar
ken, Frankrijk, Groot-Britannië,
Duitschland, Griekenland, Italië, Ja
pan, Luxemburg, Mexico, Montene
gro, Nederland. Noorwegen. Perzië,
Portugal, Roëm'enië, Servië. Siam,
Spanje, Zweden, Zwitserland, Tur
kije en de Vereemigde Staten verder
aan de volgende 21 staten die op de
eerste vredesconferentie niet verte
genwoordigd waren Argentina, Bo
livia, Brazilië, Chili. Columbia. Cos
ta Rica, Cuba, Dominikaansche re
publiek, Ecuador, Ethiopië (Abessi-
nië), Guatemala. Haïta, Honduras,
Korea, Nicaragua, Panama. Para
guay, Peru, San Salvador, Uruguay
en Venezuela. Panama heeft voorde
uitnoodiging bedankt, terwijl Korea,
Ecuador Nicaragua, Uruguay en
Venezuela nog niet geantwoord heb
ben.
De internationale vereeniging voor
scheidsrechterlijke regeling en vrede
heeft bij het Engelsche ministerie
van buitenlandsche zaken verzet
aangeteekend tegen de uitsluiting
van de staking of beperking van
krijgstoerustingen van het ambtelijk
program van de Russische regeering.
VERMOEDELIJKE
BRANDSTICHTING.
Men schrijft aan de Tel.
Bij de wed. II. te Munnekeburen
werd onlangs door de buren brand
ontdekt in het rieten dak van de
schuur. Het vuur kon nog gebluscht
worden. Bij onderzoek bleken op den
grond afgebrande lucifers te liggen,
zoodat men hier te doen had met
■brandstichting. Het vermoeden viel
op zekeren H. V. toen men hem
ging zoeken in zijne woning was hij
spoorloos verdwenen. Thans cir
ca 14 dagen na den brand is hij
laangehouden.
EEN STAARTJE VAN
EEN STUDENTENFU1F.
Na de ontgroening der nieuwe le
den va.u het Delftsch Studentencorps
in 1901 werd, zooals gebruikelijk is,
een gemeenschappelijke uitgaans
avond gehouden, toen naar het cir
cus Pflagang te Rotterdam. Daar
ontstond dien avond een nog al he
vige twist tusschen de studenten en
het overige publiek waarbij de poli
tie handelend' moest optreden.
Feuilleton.
Een Verborgen Erfenis
(Naar het Enge sch.)
22)
Ja, natuurlijk natuurlijk
zei Ivan, niet latende merken wat
een voldoening die opmerking hem
gaf. Nu, als hij weg is, dan valt er
niet veel meer over te zéggen en ik
zal stellig uw kamera bij mijn vriend
recommandeeren. Goede morgen en
vriendelijk bedankt I
Hoe vruchteloos zijn onderzoeking
ook in éen opzicht geweest was, u't
een under oogpunt was zij ruet zon
der succes. Lambert was een be
diende. Een bediende van wien? Van
wien anders dan van den overleden
Mr. Malincourt?
Mr. Wickham was bang voor hem
vreesde hem zoozeer, dat hij hem
uit den weg wilde houden, totdat
het bewuste jaar voorbij was.
Ivan haakte naar iets. dat hem
wat meer zou doen te weten komen
over de Gillian, van wie hij zich
den slaaf voelde.
Alle belangstellingen in het leven
tot nu toe zoo groot, verzonk in 't
niet. vergeleken bij de vizioenen die
nu voor hem verrezen waren.
Niet alleen rijkdom, maar ook het
bezit van die schoonheid, die zoo
zeer aan zijn begeerten voldeed, zou
voortaan het doel van zijn leven
zijn.
Hij was nu overtuigd, dat 'het ge
heim tusschen Wickliam en Gillian
betrekking had op het testament.
Lambert moest opgespoord worden.
Maar eerst was er nog iets anders
voor hem te doen. Het testament van
Poter Malincourt, dat natuurlijk nog
niet uigevoerd kon worden, lag op
Somerset ITause, en er zou wvel kans
zijn het te zien en goed te onder
zoeken.
Met dat doel reed hij dervv aarts en
vroeg vergunning het te zien.
Het was niet zoo zeer het testament
zelf dan. wel de onderteekening, die
hem interesseerde. Hij keek eerst
naar die van den erflater en zag in
duidelijk handschrift staan..Peter
Malincourt". Toen keek hij naar de
handteekeningen der getuigen. Hu-
bert Wickham kon geen getuige zijn
omdat hij bij testamentaire beschik
king een lijfrente had gekregen,
maar de twee anderen prentte hij
vast in zijn geheugen. Het waren de
namen van Hubert Wickham's doch
ter en van George Lambert.
Hij keerde nu naar Potter's Road
en zei tot de hospita, dat ziin vriend
besloten was de kamers te huren,
waarom hij een week huur vooruit
betaalde. Zijn vriend zou waar
schijnlijk pas over een paar dagen
komen, vertelde hijmaar omdat zij
beiden zich zeer ongerust maakten
over Mr. Smith verzocht hij haarfe
schrijven aan een adres, dat hij ach
terliet. zoodra eenig nieuws van hem
haar bereikte of als een ander iets
kwam vragen over haar vroegeren
commensaal. Toen dat afgeloopen
was, richtte hij zijn schreden huis
waarts.
Zijn assistent Dayne had'de infor
maties gekregen, waarop hij uitge
stuurd was. Op een klein stukje pa
pier, dat op zijn schrijftafel lag,
was het geschreven. Rayne zelf, die
zat te schrijven toen zijn meester
binnen kwam, hief zijn hoofd niet op.
Ivan nam het stukje papier en las:
„Oaichurst, vijftien mijlen van
..Londen af aan de hoofdlijn. Op
„den eersten December werd de
..éigenaar meerderjarig (vijf en
„twintig jaar). Hij kwam terug.
..om op zijn landgoed te gaanwo-
..nen. Zijn naam is Bertram Cur-
„zon."
Het fortuin scheen hean zoo te be
gunstigen, dat hij er bijna ongerust
over werd. De eenige minder gunstige
wending was het verdwijnen van
Lambert. Maar dié moeilijkheid zou
ook wel overwonnen wordenhij zou
Payne er op uit sturen. De man had
bewezen, geschikt te zijn voor zulk
werk.
- Payne, zei Ivan, luister eens even
goed naar mij.
De man keek op van zijn werk.
Ik ga eenigen tijd weg mis
schien voor een week. Als ik afwezig
ben moet je het adres zien te weten
komen van een man, genaamd
George Lambert, bekend onder den
naam van G. Smith. Waarschijnlijk
is bij als lij,fbediende in dienst ge
weest bij mijn overleden oom, Peter
Malincourt. Hij was een van de ge
tuigen van zijn testament. Tot van
morgen had hij kamers Potter's Road
21, Bow, maar verliet die weer onge
veer op hetzelfde oogenblik, dat ik in
Londen aankwam. Ik heb deze ka
mers voor een week gehuurd en be
volen, dat ieder nieuws over liein, dat
zij daar mochten ontvangen, aan uw
adres zal worden gezonden. Ik mag
in die zaak niet meer genoemd wor
den en wensch er geheel buiten gela
ten te worden. Begrepen
Payne gaf zijn gewoon antwoord,
zonder zijn meester aan te kijken.
Begrepen, zei hij.
Ivan, overtuigd dat zijn factotum
véél meer aanleg voor detective had
dan hij zelf, vermoeide zich niet met
nog meer aanwijzingen. Hij was be
sloten om naar Rye land te gaan, met
het doel zijn beloofde visite aan Hu
bert Wickham te brengen.
Op weg daarheen stapte hij uit aan
het station Oakhurst, van waar uit
hij niet langs andere lijn naar Rye-
land kon komen. Hij verlangde er
naar om den eigenaar van het land
goed te zien, opdat hij hem bij voor
komende gelegenheden weer zou ken
nen. Zijn onveranderlijk goed ge
sternte \erliet hem ook hier niet.
want toen hij even bij den hoofdin
gang stond rond te kijken, liep een
jonge man hem voorbij, die het hok'
opende.
Ivan ging naar hem toe.
Mogen hiér vreemdelingen toege
laten worden? vroeg hij. Misschien ;s
u een vriend van den eigenaar
Omdat ik zélf de eigenaar ben,
antwoordde dé jonge man, kan ik da
delijk uw twijfel opheffen. U is zeer
welkom als u lust heeft hier eens te
komen kijken. Er is echter niets te
zien. De velden en bosschen verkee-
ren niet in goeden staat en bet huis
moet verbouwd worden, maar u heeft
vrijheid om alles te bekijken.
Dank u, ik wil er graag gevolg
aan geven, zei Ivan, terwijl hij het
hek doorging, dat Mr. Curzon voor
hem open hield.
Hij keek nieuwsgierig naar den
jongen man, door Mr. Wickham zoo
zeer gevreesd. Hij zag er zeer knap
uit, was goed gekleed, weldoorvoed,
en zag er uit als een echt man van de
•wereld. Hij scheen wel geneigd zich
met den niouwaangekomene in te la
ten.
- Ik had geen idéé, zei hij, dat
Ookhurst een plaats was, die iemand
graag zou willen bekijken. Het komt
mij bepaald zeer onverwacht. U is
juist met den trein aangekomen, niet
waar Mag ik vragen, of u hier kwam
met het doel om Oakhurst te zien?
Neen. volstrekt niet, zei Ivan,
zijn glimlach beantwoordend. Eigen
lijk had ik een kleinigheid in het dorp
af te handelen en wilde nu voor tijd
verdrijf hier wat binnengaan. Voor
een Londenaar is alles buiten hoogst
interessant.
U volgt mijn stelregel, merk ik,
en laat het genoegen, vóór het werk
gaan. De volgende trein vertrekt over
een uur.
Dat weet ik, maar ik moet een
half uur wachten vóór dat diegeen,
dien ik moet spreken, mij kan ont
vangen.
Zij verhaastten hun schreden, en
Ivan dacht, dat zijn nieuwe kennis
niets over zich had van de slaperig
heid, die hij onwillekeurig bij dorps-
menschen verwachtte. Hij voelde hem
nu op een andere manier aan de
tand.
Welke andere huizen zijn hier
dichtbij ik bedoel natuurlijk zulke
huizen als Oakhurst, bohoorende aan
menschen van uwe klasse in de maat
schappij
Dat scheen vroolijke gedachten bij
Mr. Curzon op te wekken.
1 Wordt vervolgd.)