BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
fl.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
DRUKKERIJ ZUIDER BÜITENSPAARNE 6.
Natuurhistorische
Wandelingen
Haarlemmer Halletjes
Oefeningen voor de Ro-
meinsche Wagenrennen.
ZATERDAG 9 JUNI.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
IN EN OM HAARLEM.
CXV.
Meikevers te koop, één cent per
stuk las ik ergens met e>eai jongens
hand geschreden op een vierkant
blaadje papier, dat aan cle binnenzij
de tegen de ruiten was bevestigd. Er
schuilt zeker een jonige koopman in
dat knaapje, die nu reiedis tracht zijn
zakcenten ie vermeerderen. Zoo zijn
er meer. even goed als er meer zijn,
die zich bezig houden mat het vangen
van meikevers, an die ze dan evenals
onze snuiter mat of zonder reclame
van de hand doen. Even goed als de
vleermuizen weten de jongens, dat de
meikevers vooral in den vooravond
beginnen te vliegen. Ook kennen die
jongens de plekjes, waar zij ze vinden
kunnen, die boomsoorten, waaraan ze
knagen, enz.
Op onze wandelingen zullen wij ze
af en toe. ook nog a! eens vinden, la
ten we er daarom hier eau weinig
van vertellen.
De meikevers dan leggen eitjes
evenals andere insecten, maai- zij
doen dat op of in den grond en liet
liefst daar waar de bodem met gras
begroeid is. Uit die eitjes komen spoe
dig diertjes te voorschijn, die in de
verste verte niets op meikevers gelij
ken Hoe klein ze ook zijn, ze hebben
geduchte kaken en heel wat planten-
worteltjes moeten liet spoedig ontgel
den. Tegen het najaar kruipen ze wat
dieper, verstijven daar, om het vol
gende voorjaar met nieuwe woede te
beginnen, steeds etende, steeds ver
nielende.
Eerst ais ze bet tweede of nog meer.
als ze het derde jaar bezig zijn, her
kent men ze als de zoo lastige enger
lingen, echt vieze beesten; eeneenigs-
zins gekromd lichaam, drie paar poo
ien en een harde kop. Deze kop is wat
bruin, overigens is hét geiheiele lichaam
vuil geelachtig wit, behalve het laat
ste lid, dat meer naar 't loodkleurige
zweemt, tengevolge van ophooping der
uitwerpselen. Aan de zijkanten ziét
men .duidelijk aan ieder lidi aan) weers
zij dien een opening, die voor de adem
haling dient.
Zoo vretende en vernielende bren
gen die dieren drie zomers in den bo
dem door. Dan zijn ze na tal van ver
vellingen begonnen met do laatste en
worden een pop. waaraan men al vrij
duidelijk het volwassen dier kan her
kennen. Nog vóór de winter intreedt,
eindigt deze poptoestand en ontwaakt
het volwassen insect, dat nog den
geheel en winter tot het volgende voor
jaar dus in den grond blijft en zich
dan naar boven werkt. Zoodoende
kan het gebeuren, da.t men in den
winter en in 't vroege voorjaar in den
grond spittende, kevers vindt. Dan
verwisselt het dier de donkere aarde
met de ijle lucht. De onderste twee
vleugels worden opgepompt, de harde
dekschilden wijken uiteen en vliegend
zoekt de meikever de lekkerste blade
ren van tal van boonten.
Eten en eieren leggen, ziedaar haar
hoofdtaak.
In o-ns vaderland komen enkele soor
ten meikevers voor, maar bij den mei
kever hier in Holland zijn ook nog
variëteiten, die in plaats van bruine
borstschilden en bruine dijen, deze
van wat zwartere kleur hebben ik
meen, dat de jongens ze koning en
koningin noemen en als echte naza
ten van een handeldrijvend volk den
prijs er van op 10 ets. bepalen.
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Het is in dien tegenwoordigen tijd
eoo moeilijk om aa.n gedd te komen,
maar het schijnt nog veel lastiger te
wezen om het te houden. Goedige
menschen, die weinig van de wereld
en hare bedriegelijkheden weten, ver
trouwen hun spaarduitjes maar toe
aan den eersten particulier, die een
mooi praatje over zich heeft en van
I wien ze overigens niets afweten. Ik
denk daarbij aan het kleine boekbin-
dertje, die zijn geldje ter kwader ure
I in handen had gegeven van een zoo-
I genaamden makelaar en commissio-
I naar in effecten, welke zakenman mid-
dén in zijn carrière door de justitie
in de doos gestopt is. De spaarcen
tjes van den armen boekbinder waren
I natuurlijk f o e t s c h of. zooals wij
i in onze prille jeugd dat noemden,
happa.
i. De Atlheners waren nog zoo mal
niet, toen zij de kinderen logica leer
den. Was onze boekbinder in die we
tenschap onderricht, dan zou hij do
kunst van vergelijken hebben ver
staan. Wie bij een financieele instel
ling geld komt leenen. moet voor-
eerst zelf een braaf man wezen en
daarbij nog twee andere brave men-
sohen in zijn familie of kennissen heb
ben. d'e bovendien bereid worden ge
vonden, zijn verplichtingen na te ko
men, wanneer hij dat zelf niet doet.
De geldgever verlangt dus waarboa-
gen. Heel verklaarbaar! Maar dan is
Dat de jongeais mannetjes en wijf
jes kunnen herkennen aan de langere
of kortere sprieten, spreekt van zelf,
jongens kennen veel meer bijzonder
heden dan men vermoedt, al kunnen
ze die ook niet altijd onder woorden
brengen, en opmerkelijk is het, hoe
die herinneringen uit do jeugd verlo
ren gaan, schijnbaar althans om bij
die latere bestudeering op wat meer
wetenschappelijke gronden plotseling
weer te voorschijn te komen.
Van de meikevers naar de planten
Is nu niet zoo'n groote sprong, och,
in de natuur hangt zoo goed als al
les samen en speelt iedere soort,, Leder
individu een noil. Men vraagt zich
vaak wel eens af, waartoe dient al
datontuig, a,l dat onkruid? Een vraag
uitgesproken op een toon, dat het
antwoord: „Niets" er reecis in ligt op
gesloten. En toch is zeker niets min
der waar dan dat, iéder diertje, ieder
plantje heeft zoo zijn ról te vervul
len. Die op te sporen, die te beslu-
deeren is niet altijd even gemakke
lijk.
Wie op dit oogenblik eens nadler
wil kennis maken met de duinflora, en
toch slechts weinig tijd heeft, vol ge
me naar O verveen. Even het spoor
over en links af den weg naar den
Watertoren. Biedt de schuine spoor-
helling ook heel wat plantenflora aan.
we voelen ons meer aangetrokken
rechts. Wel is het terrein afgerasterd,
toch groeit er bij en vóór die afraste
ring genoeg om de aandacht te trek
ken.
Een enkele blik op de laaghangende
takken van den eik overtuigt ons, dat
ze al heel wat verder zijn gekomen.
Hier en daar nog een verdroogd sluif-
meelkatje, terwijl de jonge eikeltjes
met de respectievelijke napjes zich
reeds aardig beginnen te ontwikke
len. Een eindje verder staat de ber
beris, reeds wat overbloeid. maai-toch
kunnen we de eigenaardige gevoelig
heid der meeldraden goed waarne
men.
Neem daartoe een trosje van die gele
bloempjes in de linkerhand on m de
rechterhand eene speld. De tegen d'e
bloemblaadjes aanliggende meel'dra-
dlen, aan den voet even geprikkeld
met de punt vam de speld, slaan ze
zich met kracht naar 't midden. Was
de punt der speld een poot van een
inisect geweest, dan naim het diertje
zeker een lading stuifmeel mede, om
dat elders aan dien stamper weer af
te geven, en het vruchtbeginsel in de
gelegenheid te stellen zich tot oen
rood besje te ontwikkelen.
Daar aam den voet nieuwe bladen
van den naaktvaren, ook wel boom
varen genoemd. De oude van het vo
rige jaar zijn thans verdOrd. Boom
varen, zou die dan een stam vormen
Need, dat niet, ze groeit in ons va
derland zeer graag op die koppen van
kustwilgen. enz. De sporenvonning
aan de rugzijde is bij deze jonge bla
den nog niet begonnen.
Daar, zie eens wat mooi gebogen
stengels, de bladeren afwisselend naar
links en rechts en de bloempjes, han
gend daar beneden verborgen, 't Is
de Salomonszegel, zoo genoemd om
die eigenaardige indrukken in den
wortelstokeen grootere, gekweekte
soort heeft wel stengels van 1 Meter
lengte. Zoo waar nog een lelieachtige
n.l. asperge. Asperge En dat is een
groenteZeker, eten groente, die met
twee. soorten in onze duinen voor
komt, een met rechtopstaande, een
met neérliggende takken, en dan met
wat meer blauwgroene kleur.
De rechtopstaande nu is de groente.
In Beverwijk en hier en diaar elders
't- ook logisch, dat in 't andere geval,
wanneer namelijk een particulier geld
geeft aan een financieele instelling,
hij dat niet zonder zekerheid doet.
Borgen geeft de instelling eenmaal
ntet, maar haar naam, haar reputa
tie, als ze een naamlooze vennoot
schap is, haar kapitaal en resultaten,
moeten voor de menschen, die haar
hun geld toevertrouwen, tot vervan
ging van borgen strekken.
't Is dus niet logisch, dat aan den
een en kant zekerheid van terugbeta
ling wordt gegeven en aan den an-
dei-en kant niet. Waarom gaat nu
zoo'n man met zijn kapitaaltje naar
zoo'n obscuur kantoor? Ik denk uit
gebrek aan levenservaring en omdat
hij wat bang is voor de „deftigheid"
van de groote kantoren. Zoo'n instel
ling, denkt hij, waar den hoeden dag
duizenden door de loketten rollen, is
op mijn honderd of wat guldentjes
niet gesteld. Natuurlijk een verkeerd
idéé, maar 't zit er bij de meuschen
eenmaal in en krijg liet er maar eens
litOns boekbindiertje wedt nu wed
beter, maar inmiddels is hij doorzijn
leverancier tot betaling aangesproken
en zat -in last, daar het beroep op d'en
ontrouwen makelaar door de Recht
bank is afgewezen. Do moraal van de
historie is dus dezegeef uw geld
niet aan iemand, van wien ge niets
anders wedt, dan dat hij zoo'n aar
dige" man is
Wat heb je aan al die „aardigheid"
.3 iemands handelingen het licht niet
kunnen zien Neen. dan hulde aan de
worden de jonge stengels in 't wild
ook wel gestoken, dus vóór dat
nog boven den grond komen, daar de
koppen anders groen gekleurd worden
door het licht. Zie, deze bloeit zoo
waar ook reöds en aan de kleine min
of meer blokvormige bloempjes zien
we hare verwantschap met de lelie-
achtigem.
Nog een derde, ook op zandgronden
thuis behoorende, maar meer in bos-
schen groeiende, namelijk het lelietje
der dalen, is een verwante, 't Zijn alle
drie lelieachtigen en ook niet, want
ten eerste hebben de lelieachtigen een
bol onder den grond on deze een wor
telstok, en .ten t weede wordt de vrucht
een besterwijl die van de andere
Mieac'htigen, zooals van tulp, hya
cinth. lélie enz., alle driehokkige doos
vruchten leveren.
Zi'e eens hief, wat klei/ne vlinder-
bloempjes, 't is een wikkesoort, daar
die groote koekoeksbloemen en wel de
witte, de. a v o nidko ekoefcsbloemdie
pas tegen den avond op zijn mooist
wordt. Aan den niet wijd uitstaanden
kelk zien we duidelijk, dat we hier
de mannelijke plant met meeldraad-
bloemen hebben. Daar bloeien de bra
men ook reecis en zoowaar de groo
tere duin-roosjes eveneens. Een eigen
aardig roosje met die kleine blaadjes,
met 7 of 9 lot een grooter blad ver
eenigd. en dan die véle stekels, waar
mede de stengel dicht bezet is, en
niet het minst de lieve bloempjes zel
ve. Naast de takken van .Meidoorn,
waarvan de struiken zelve, jammer
genoeg, zoo erbarmelijk worden ver
nield, is dit een van de planten, die
va-ak uit de duinen worden medege
voerd, om er thuis nog een poosje
van te genieten.
Ziedaar, zoo waarlijk reseda, en on
willekeurig brengt men zoo'n takje
naar zijn reukorgaan, maar mis, hier
geen zweem zeJfs van odeuir. De muur
peper begint ook alweer aardig te
worden, nog een veertien dagen,
ook dat is in vollen bloei.
Wat is dat voor een wifcwollige
plant Wat eigenaardige bloemen,
bruin van kleur, 't Is die honds tong.
een dier vele leden van de familie der
iruwbladigen, die, dank zij de beha
ring, in de duinen thuis beltooaven. De
haren toch, denk maar eens aan Ver-
geet-niij-naet, honds tong, ossetong. ak
kerkromhals, slangenkruid' enz. enz.,
maken, dat die verdamping niet zoo
sterk is, dan toch zou het verlies aan
water te groot worden en de plant
stenven, vooral omdat de opname ge
ring is, en toch nemen ze nog meer
op, dan men. zoo oppervlakkig wel
zou denken, want de wortel is over 't
algemeen nogaJ goed ontwikkeld.
Een ander middel om de verdam
ping te doen verminderen, bestaat in
verkleining van 't oppervlak van het
blad, een eigenaardigheid, die we bij
tal van duinplanten kunnen opmer
ken.
Doch keere-n we tot onze hoadstong
terug en bezien we even een uitge
bloeide bloem, dan gaat ons meteen
een licht op, want we herkennen de
vier vruchtjes, duidelijk met haken
bezet, die zoo vaak aan onze klieren
zijn blijven hangen.
En de duinviooltjes, gemengd met
het wit der hoombloeinen, de bijna
in bloei zijnde stengels van een paar
soorten walstroo en tal van andere
planten meer.
We hebben thans geen tijd meer,
ofschoon we anders nog wel hét geluk
konden hebben eens een echte duin
bewoner te ontmoeten, namelijk den
duinkever, mooi gemarmerd en wat
grooter dan zijn verwant, de nieike-
ELectrische Spoorweg Maatschappij,
dfie alles doet wat ze kan om haar
dienst dtoor het meest mogelijke licht
te doen beschijnen Of heeft zij niet-
pas proeven genomen met, nieuwe
electrische lichten aan de wagenstus-
schien Amsterdam en Haarlem, die
een grooten lichtbundel werpen tot op
verren afstand vóór de wagens?
Dat zij dit doet, ter-verzekering van
de veiligheid van de reizigers en van
't verkeer op den weg, vind ik des te
lofwaardiger, omdat zij eigenlijk niet
meer behoeft te doen, dan een klein
tocht voeren aan haar wagens, vol
doende om anderen van haar nade
ring te verwittigen. De plicht om dien
weg behoorlijk te verlichten, behoort
bij de gemeentebesturen. Hoe deze
zich van die taak kwijten, moet de
belangstellende lezer maar eens langs
de Amsterdamse he Vaart gaan kij
ken. 'tls er overal donkere duisternis.
Vroeger, toen do tram er nog niet
was, kwam dat er minder op aan.
De weg werd toen alleen gebruikt door
een enkelen wandelaar en verder
door wat rijtuigen, eenige vrachtwa
gens en kannen. die met matige snel
heid langs dón wieg schoven; Boven
dien was de ruimte om uit te wijken
toen grooter, daar er nog geen raiils
lagen. Maar tegenwoordig, nu de weg
druk bereden wordt door de tram,
door automobielen en fietsen, behoor
de er flinke openbare straatverlichting
te wezen.
De gemeenten kunnen er niet af door
te zeggen, dat ze geen geld hebben,
wie van moderne vervoermiddelen de
lusten geniet, moet er ook de lasten
ver. Tot latei-, om dan eens alleen
wat meer liet oog te houden op de
dierenwereld.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Den Heer II. Ie E. a/R. Het
deed me waarlijk genoegen, dat zelfs
over de grenzen mijn wandelingen
ftaire lezers vinden. Het door U opge
geven middel is een van de vele om
de bladluizen te vernietigen. Ik geef
hiet hier terug
60 gram tabak.
60 gram peper.
Handvol absinth.
250 graan groene zeep.
En hiervan een afkooksel, om het
daarna een weinig te verdunnen en
dan met een hloemenspuitje over de
planten te brengen, 't Is echter de
vraag, of een niet te duur verkrijg
baar middel als iusectencider, enz.
niet voor onis nog goed-kooper is.
Aan Mevr. II. te H. Het
plantje, waarvan li den naam weWScht
te weten, is „Saxifraga Umbroso". af
komstig uit de Pyreneeën, 't Is een
dankbaar ding. dat zich zelfs met
slechten grond en weinig licht tevre
den stelt. Vooral de laatste eigen
schap maakt, dat men het gemakke
lijk gebruiken kan voor randen, waar
zelfs het gras niet meer groeien kan.
Het is algemeen bekend als: Hoe lan
ger hoe liever, Schildersverdriet, Por-
celeinbloempje, Menistenzusjes, enz.
Zelfs komen er nog l>ont-gekleurde
variëteiten van voor. 't Beste is, datU
ze tegen dien nazomer laat planten,
dan kunnen ze tegen den winter nog
aanworteflen.
Den Heer N. te V. De door U
bedoelde 1 rees ter. die .hier en daar te
Velsen voorkomt, is de Boksdoorn,
„Lycium barbarum", een wel eens
voor heggen aangeplante heester, die
behoort tot de familie der Soüameeën.
J. STURING.
De redacteur van de rubriek „On
der de menschen" schreef dezer da
gen in de N. R. Ct. 'het volgende
over bovenstaand onderwerp.
Een van de studenten nam zelf de
leidsels over van den koetsier,
klikte de groote, zwarte stalhouders
pa arden aan tot een driesten galop
zwaaide zwierig de slagzweep. En de
Utrechtsche menschen werden uit
hun professorale verstrooidheid ge
schrikt, keken eerst kwaad naar den
landauer, om z'n overmoedige
vaart bedachten dan dat 't ook
weer Lustrum ging worden en zagen
ons vriendelijk na. Want 't wasvoor
de feesten dat 't nieuwe vertier weer
begon, 't ratelend gerij en geros
Oefen de stijf oude Bisschopstad
heeft 't zoo noodig, dat de jonkheid
er weer eens wat dartelheid inbrengt.
Anders versuft ze zoowaar, en wordt
er nog kindsch van zóo deftige verve
ling met een ijzegrimmig gezicht.
Maar hij hield ze wat fier en wat
stevig in de hand, de verbouwereerd
galoppeerende Utrechtsche rossen,
die nog enkel in stap voor den lan
dauer uitgaan en dan op Zon
dag met oude kneutjes uit toeren, om
't van siekeneurigheid bijkans te be
sterven.
Hij klapte z'n zweep dat 't zoo
van op zich nemen. Te meer omdat
een1 flinke straatverlichting veel beter
cle veiligheid waarborgt, dan sterke
verlichting van de vervoermiddelen
zelf, dae tegenkomende voetgangers,
rijtuigbestuurdérs en fietsers gauw
verblindt.
Ik zeg diushulde aan de E. S. M.
voor haar streven, maar de taak is
feitelijk die van een ander. Er behoor
de langs den geheelen straatweg be
hoorlijk electrisch licht te branden.
Misschien kan, natuurlijk tegen be
hoorlijke vergoeding, de E. S. M. dat
zelf wél leveren. Komaan, durft de
Raad van Haarlemmerliede en
Spaarnwoude eens in den zak tasten
Van in den zak tasten gesproken:
dat zal de Rotterdamsche combinatie
ook moeten doen, die rondgaat met
het denkbeeld, om een electrische
tram of spoor te maken van Haarlem
naar Leiden. Heel duidelijk zijn. deze
plannen voorloopig n<og niet- Er is
door de firma Bos c. s. concessie ge
vraagd aan den Minister, langs den
zelfden weg. die tegenwoordig door die
Noord-Zui'dhollandsche Stoomtram ge
nomen wordt. Ik weet niet, of de
stoomtram een uitsluitende concessie
heeft, maar laten we eens aannemen
van niet, dan zal er toch nooit langs
dienzelfden weg een tweede concessie
voor eetn electrische tram worden ge
geven. De wegen, die toch al niet te
breed zijn, zouden dan voor het ove
rige verkeer heelemaal geen ruimte
meer opleveren.
Derhalve zal de nieuwe combinatie
knalde in die doodsaaie straat! Dei wordt. Caesar, den machtiger» gast-
mutsebollen verschoten er van ach- heer, wordt aan den overkant der are-
ter gluur-diclite ondergordijntjes, j na een weidsche loge gebouwd. De
Maar boven voor de open ramen, baan, nu. die 160 meter zal strek
ken. bij een breedte van 12, r-ok. in
de bochten, wordt veerende gecon
strueerd uit een vlaklaag. daarop
een puinlaag, dan 2 c.M ingerolde
klei. met een oppervlak van Arn-
hemsch zand. In het midden verheft
zich, als sierlijk pièce de milieu, de
spina, die honderd dertig meterlang
wordt en 1.20 M. hoog. opgeluisterd
met gestileerde vazen en omslingerd
door festoenen en guirlanden van
levende bloemen.
Ter linkerzijde van de tribune,
waar ee.n brug wordt geslagen om
tot het renperk toegang te geven,
zullen de vierspannige Romeinsche
wagens, door de renners reeds aan
stonds in galop gedreven, te voor
schijn jagen achter zware gordijnen
vandaan. En wel twee aan twee,
naast elkander om te kampen. Ach
ter dit voorhangsel wachten zij hun
beurten af. ieder op zijn ren wagen
staande, die 2.40 meter breed is. in
een houten boks, met nog maar 25
c.M. wijdere ruimte. Wat dus reeds
groote behendigheid eischt om ifier
binnen te mennen met vier vurige
paarden Waarschijnlijk maken zij
dan telkens drie of vier keer de baan,
totdat ten slotte de overwinnaar van
alle winners uit iedere ren de zego
behaalt.
En er hebben zich acht wagenren
ners uit de studenten opgeworpen.
Maar vóór de spannende kamp-
strijd begint, zal de optocht van Cae-
sar's stoet de tribune langs trok
ken. Daarna defileeren de renners op
hun wagens, twee blauwe, tweeroo-
de, twee groene en twee witte, eersti
in stap, dan in draf, voorbij Hare
Majesteit de Koningin en Prins Hen
drik.
Van de oude Romeinsche wagen
rennen, zooals die hartstochtelijk
gingen, vindt men in Ben Hur een
beschrijving.
En sedert eenige weken zijn da
beeren nu vrijwel dagelijks aan 't
oefenen. Daarvoor reed ik vervol
gens met een paar van de renners
mee naar de voorloopige baan. Jan
Looijen, de zoon van een aanzienlij
ken boer in De Bildt, had zóó'n aar
digheid gekregen in het plan van de
studenten" met al die paarden, dat
hij aanstonds een wei in het Buur-
veld afstond aan den Bunnikschen-
weg, en terrein voor de stallen.
En in Cole vonden de heeren bij
geluk den man, die 'hen zelf en do
ponnies heel naar den eisch kon
trainen, als waarempel nog oud-
Romeinsch wagenrenner van Bar-
num en Baily. Een paardeman van
je beste uit het land, opgevoed in
het Amerikaansche wereld-c! reus.
Als Hollandsche jongen is hij aan
't zwerven geslagen, een leven zoo
avontuurlijk als een boek van
Aimard, cow-bov, beren-jachten,
jockey, pikeur, bij Buffalo-Bill, ge
weldige tochten door prairieën, woes
tijnen. en doorkneed in de paarden-
dressuur. van den eersten lasso
worp af tot op de racebaan.
Cole, die zich nu in de Bildt aan
't verzorgen van renpaarden wijdt,
en die bijvoorbeeld bij de Groning-
sche Lustrum-feesten nog de hard
draverij op de baan van 5500 meter
won met Hirrey van den heerStork,
dat ze 'm om z'n record van 1.40 M.
waar ze aan 't schoonmaken waren,
staken de dienstmeisjes haar blo
zende snoetjes gelukzalig naar bui
ten en wuifden verholen hun stof
doeken toe voor de kushanden uit't
rijtuig Goddank, de studenten
werden weer uit hun winterslaap
wakker waar hadden ze zoolang
toch gezeten? Met den lust en de
liefde scheen 't wel heelemaal uit.
Van geen vierspan hoorde je ooit
meer de bellen. De jonge deerntjes
verbleekten van spijtigheid. En de
paarden op stal werden stijf in de
beenen Dat noemde zich rij
academie „En vrij-academie
snibde chagrijnig een bedaagde'
maagd, die nu kamers verhuurt aan
theologen.
Maar 't is aardig, zooals ze nu uit
hun geknies weer opgefleurd worden
door de beweging, die de Maskerade
voorafgaat. Omdat Utrecht toch echt
nog een academiestad: is. die mee
leeft in zulke dagen met de studen
ten. 'n Iedereen doet 't zijne, in al
lerlei kringen om voor Caesars tri
omfeerenden intocht z'n bloemetje
bij te brengen, zij 't een klaproos of
een tak orchideeën
Heusch. zooals in een familie voor
een bruilofspartij, hebben ze 't nu
druk in de stad, van groot tot klein,
van heel hoog en heel deftig, tot
laat ik noemenManus den monica-
speler, om allemaal maar bezig te
wezen voor het lustrum-feest. Want
waarlijk, 't is een reuze-bestier
't alles te organiseeren en te regelen,
zoo dat er niets wordt vergeten om
de festijnen glorieuselijk te laten
.marcheeren.
In 't rijtuig al hoorde ik van die
problemen, waar op den vroegen
morgen 'n mensch z'n nog slaperige
'kop van gaat draaien. Alleen reeds
de Romeinsche wagenrennen, wat
een kwesties zich daarbij verwikke
len, tot van publiekrechtelijken, bip-
pischen, van fiscalen, van paarde-
markt-rechtelijken, oud-historischen,
klassiek-ceremonieelen, internationa
len, kaufm&nnischen, en weet ik al
wat voor anderen aiiud. Maar van
aJle' kanten duikt meteen achter iede
re kwestie een deskundige oplosser
op, en zoo slaan ze er zich door
heen met den lust van ons landauer-
span, dat zich op eenmaal weer rad
galoppeerde. In no-time bracht 'tons
op de grens van de woestijn.
Die zandvlakte ligt aan den Leid
schen straatweg, en in minder Ro
meinsche perioden is 't oefen-terrein
voor „de veld", waar volgens een
van de heeren, die hier ook 't vader
land voor z'n nummer gediend heeft»
al menigvuldige wintervoeten af-
geëxerceerd'zijn in de sneeuw. Nu is
een leger van grondwerkers er be
zig, om den zandbodem af te gra
ven. hier en daar meer dan een me
ter diep. voor de bedding waarin de
historische renbaan komt te liggen.
En van de tribune staat het houten
karkas er pas overeind, terwijl
toch al veel meer dan de helft van
haar ruim vijfduizend plaatsen met
bijzondere animo is besproken, en de
stroom van aanvragers dagelijks
zwelt.
Zij ligt in het front van de baan,
waar ook het paviljoen voor de ko
ninklijke gasten met statie Ingericht
de .stoomtram moeten koopen. Alles
is te koop, zeggen de Amerikanen,
hangt maar af van den prijs, dien
men geven wil. En of de Noord-Zuid-
hollandsche stoomtram, die tegen
woordig in de tweede hand gekomen
is, zoodat het kapitaal zeer vermin
derd is en een behoorli jk dividend ge
geven kan worden, of die Maatschap
pij haar onderneming met een klein
winstje zal willen overdoen, ben ik zoo
vrij te betwijfelen. In die streek zelf,
waar men liever een electrische dan
een stoomtram hebben zou, wordt ge
sproken over een verlenging van con
cessie, die de Minister a.1 of niet aan
de stoomtram geven zou, maar dat
berust, meen ik, op een vergissing.
De Noord-Zuidhollandschie heeft nog
tot 1935 concessie en kon dus op haar
gemak afwachten de dingen die komen
zullen.
'tls anders wel een aanlokkelijk
plan. Vooral voor ons, Haarlemmer-
Want 't ligt niet in de bedoeling van
de ontwerpers, om met hun electri
sche tram in den Hout aan te komen,
ze wenscheh een eindpunt aan 't sta
tion van de Hollandsche Spoor en,
wanneer dat niet kan, op de Groote
Markt, door de Kleine Houtstraat
heen. Hoe ze dat precies willen doen,
zullen we ter zijner tijd wel hooren.
Van 't Klokhuisplein af, dwars door
de kronkelende Voorstraat en de druk
ke en smalle Kleine Houtstraat
Of, wat nog erger zou wezen, van
't midden van de Groote Markt af,
tusschen do paaltjes door, de War
moesstraat in, met een scherpen hoek
van heb ik jou daar, den Anegangin
en met een dito dito bocht de Kleine
Houtstraat in? Onze Raad durft wei
wat aan, zooals gebleken isT" toen de
Ceintuurbaan door de Damstraat is
geleid, maar ik geloof toch niiet, dat
hij concessie zou geven vopr lijnen,
zooals ik zo hierboven schetste.
Veel verstandiger zou het dan we
zen, de nieuwe tram te laten loopen
over de lijn, die de heer Grippe ling
namens de Hollandsche Spoor heeft
aangevraagd van liet Blauwbruggetje
naar de Hollandsche Spoor. Dan krij
gen we ten minste te Haarlem geen
rails méér, dan er al zijn. Want hoe
beminnelijk moderne vervoermiddelen
ook mogen wezen, men kan zelfs van
't goede te veel krijgen.
Er wordt in de wereld zoo van alles
en nog wat gestolen. Tal van men
schen hebben nu eenmaal lange vin-
j, die ze niet thuis kunnen hou
den. Maar hoe ter wereld iemand',
zonder ontdekt te worden», een rieten
leunstoel gappen kan, zal velen met
mij wel een raadsel wefcen I
Waarom niét liever een heel ameu-
hlement?
De man, die dat kunststuk op den
Kampersingel volvoerde, Is een held
in zijn vak. Jammer maar, dat hij zijn
knapheid niet aan betere dingen be
steedt
FIDELIO.