Assistent" en de trek pont zijn we der in dienst gesteld. Heden, Zater dagavond. hoopt men de stoompont weer in orde te hebben. Het opruimingswerk van de voet brug loopt ten einde. Denkelijk zal dit heden opgeleverd woerden. De aannemer is ongeveer 3 weken bin nen den tijd klaar. Oproepingsbrief. Openbare vergadering van den ge meenteraad van Velsen, op Dinsdag 19 Juni 1906, voormiddags 10 uur. De agenda bevat de volgende pun ten: Ingekomen stukken. Proces-verbaal van kasopname. •Af- en overschrijvingen, suppletoire begroeting, onvoorziene uitgaven der gemeente, dienst 1905. Af- en oversold jvingensuppletoire begrooting armbesturen, dienst 1905. Vaststelling rekening gemeentelijk (pensioenfonds 1905. Aankoop inschrijving grootboek Nat. Weik. Sahuld. Rioleering Santpoort. Aanbesteding schoolbouw Velser- oord. Adres van de afd. Kennemerland van den Bond van Ned. Onderwijzers in zake de invoering van verplichte gereglementeerde schoolvergaderin gen, met een adres van adibaesi© van de vrijzinnig democratische kiesver- oeniging te IJmuiden. Bezwaarschrift H. J. Burgers, in zake de slagerij van C. Halff te Sant poort. Verslagen heithalingsomderwijs 1905 Regeling sdholen en jaarwedden hoofden van soholen. Straatnaam Santj>oort. Bestemming huisje achter de voor malige secretarie te Santpoort. Benoeming onderwijzer IJmuiden. Idem. lid der plaatselijke School commissie. Idem lid der commissie voor gas- <en waterleiding. Reclames vergunningsrecht en hoof- delijken omslag. Binnenland Aanvaring van de „Piet Hein'1, In i kleine, gezellige zij-zaaltje van de Marine-club, waar zijn hoorders diep geschoven zaten in de wijde, lage fauteuils, achter de biertjes en soda- whiskeys, vertelde de dokter van-eten verschrikking snaClit, dien hij had meegemaakt, zoo schrijft het „Alge meen Handelsblad". ,,'k Was nog niet naar kooi ge gaan', zed hij, „want ik had 's mid dags een dutje gedaan, en ik wilde juiist nog eens aan dek gaan, kijken, toeni ik twee stookten op een stoom fluit hoorde niet die onze, dlaar ken de ik liet geluid van. „Er moest er dus een dicht bij ons wezen. Onmiddellijk volgden drie stoe ten op onze fluit, 't sein van achter uitslaan, en terwijl ik de trap opvlieg voel ik den schok van liet eensklaps terugwerken der machine, en te gc- fijk een vreemd krakend geluid, waarvan je haast niet kon onder schei den of het een geluid was of een gevoel. Toen ik aan dlek kwamen het schip aan bakboord zag, was hij al weer los, en m'n eerste indruk was: o, 'tis goed afgeloopen! Maar dadelijk daarop zag je dat het voor schip zich niet meer oprichtte, 't zonk weg, 't zonk weg, en 'twas al te zien. dat 'tgauw gedaan zou zijn. „Dadelijk loop ik naar beneden, om mijn ziekenvader een paar instructies te geven, want ik begreep, dat ze ons noodig zouden krijgen. Ik kom hem op de gang tegen, wissel twee woor den mdt hem. haast me weer naar boven maar 't schip was aL weg 't Moet binnen twee minuten zijn weg geweest- „Toen zag je een heelen tijd niets, niets dan 't woelende water, en de hooggaande golven, want er stond nu *n flinke zee l Zoo'n liopeloos idéé was het dat daar om je heen menschen verdronken, waar je niets aan kon doen. dat 'teen verademing was toen plotseling de twee zoeklichten begon nen te schijnen. Nu had je licht, nu kon je handelen. En nu zag je ook den rommel bovenkomen, wrakhout, tonnetjes, baaltjes, sloepen, en hoorde je degenen die ronddreven, schreeu wen om hulp. ,,'n Ontzettend gehoor was dat Ze schreeuwden niet hard. daarvoor hadden ze te veel water binnenge kregen, 'twas een vreeselijk, ker mend gejammer, telkens overstemd door het geruisch van het water, het gieren van den wind door Ket want, Van de Leestafel Olmhoeve, door L. Pen ning. Uitgave D. A. Daamen. Rotterdam. Dit boek is geen boek van hooge kunst, het heeft heelemaal geen pre tenties van kunst, maar is eenvoudig bet verhaal van een boerengezin, dat door hoogmoed te gronde gaat, en dat een veel beter boek zou wezen, indien 't eenvoudige verhaal nu ook eenvou dig geschreven ware. De heer Penning heeft indertijd dooi' zijn populaire geschiedenis van ,,de(n) oorlog in Zuid-Afrika" naam gemaakt, hij schreef enkele Trans- vaal-verhalen, vervolgens een popu laire vaderlandsohe historie onder den naam „Ons Oude Nederland" welke boeken alle bij Daamen uit kwamen, en daarna historische ver halen, terwijl Olm hoeve zijn nieuwste genre blijkt. En tegelijk zijn slechtste. Het bekijkt niet alleen het landle ven, maar ook het zieleleven de ge schetste personen sechts aan de op pervlakte, en hoe uitnemend de strek king ook zij, ik zie niet in dat een hoek van 264 pagina's noodig is, om nog eens uiteen te zetten „«rat hoog moed voor den val komt." Bovendien is alles veel te mooi ge maakt, en sommige figuren zijn idea len van goedlheid, wier handelen met an het lawaai bij ons aan boord. Met het vreemde van dat Mie licht, dat een klein stukje van de blauwe, woe lende zee bescheen, was 't een toe stand die me nooit uit het gelfeugen zal gaan „Maar bij ons waren de mannetjes bij de handDrommels, wat hadden ze gauw die sloepen gestreken, en in minder dan geen tijd waren degenen die liet dichtst bij stonden, er in en roeiden ze tegen de hooge golven op. Dat was werken Ze roeiden zich lam, en nog sChoten ze haast niet op. Als ze vlak bij een drenkeling waren, je zou op een afstand gezegd liebbeu geen tien meter er van daan. dan duurde het nog wel een kwartier vóór ze item binnen haddon, want waren ze even mis, dan kwam er weer een golf die ze terug sloegJe moet er niet klein over denken, zoo'n drenke ling op te pikken in volle zee, als het water zoo hoog gaat „Om twaalf uur was'tgebeurd, en om kwart voor één kregen we pas eten eersten geredde aan boord. Veel langer had het bij de meesten niet moeten durenze waren heelemaal machtedoos van de kou, en vielen als een zak neer waar je ze neerzette. Da delijk liet ik ze naar den ziekenboeg brengen, waar ze uitgekleed en afge droogd en gewreven wei-den, entoen met goed van het slagverband aan naar de kombuis, om. ze te warman, met flink wat port om van binnen te helpen. Toen knapten ze al gauw weer wat op. „De kapitein was ai dood toen hij aan boord gebracht werd, waarschijn lijk al eerder, want hij hing sla-pover dén rand van eon half volgeloopen sloep toen ze hem oppikten. Anderhalf uur lang zijn we aan het werk ge weest om te trachten hem weer op te wékken, maar 't iiielp niet meer. ..Van de levenden was de bootsman er het ergst aan toe. Iets ingeven konden we hem niet, want hij zat vol water; 'tschuim stond op zijn mond. Met vijf spuitjes kamfer-ether lieb ik hem opgewekt en toen klaagde hij maar over de koude. Zijn voeten en zijn beenen hadden we heelemaal omringd met warme kruiken, en nog klaagde hij aldoor maar: „Oh. ray legs, my cold fe-et!" '(Was of or geen. warmte moer in hem te krijgen was. „Maar wat mij hot meest van alles getroffen heeft is de snöllheid waarmee alles aain boord te hulp kwam. Onder gewone omstandigheden kan 't strij ken van een sloop wel eens wat lam lendig gaan, maar nu vloog alles en in een oogenblik waren ze te water, niettegenstaande de hooge zee die er stond. 'tWas een wedstrijd wie er 't eerst in zou zijn. en toch was het een gevaarlijk baantje en hard werk \n die sloepen. Dat er met dat geweld van de zee niet meer ongelukken zijn gebeurd verbaast me eigenlijk. Slechts een paar ontvellingen kwamen voor. „Allemaal waren ze diep onderden indruk. Zoo'n kleine leerjongen, een echte straatjongen anders, hing ook mee over de verschansing en zeide maar„O, o, wat een ongelukIk denk dat-Ie ook bang was .voor z'n maats daar in de booten „Tot zes uur zijn we blijven rond varen, in de hoop nog iemand! te vin- Len, maai- we hebben niemand meer gezien, levend noch dood. Trouwens, we zouden toen tocih maar alleen meer dooden gevonden hebben. Als er nog meer hebben rondgezwalkt daar in den nacht, die door de mannén in de boo ten niet zijn opgeviischt, eoi daar vrees ik voor dam hebben ze 't toch niet lang meer kunnen uithouden. DE NAMEN DER GEREDDEN. De namen der geredden zijn Char les Rotse, tweede stuurman, Peter Andersen, een Deen, roerganger; Hands Siitterer, DuitscherJoseph Verhaagen, A. J, Olsen, Noor, stokers en machinisten van versclnllendie na tionaliteit, kapitein Van Slembrouck, ongehuwd, woonde te Ostende. De dag der begrafenis te Den»Helder is n-og niet vastgesteld. De schipbreukelingen dreven bij de ramp in terpentijn of andere scherpe vloeistof, afkomstig van de lading va ten. met liet gevolg, dat de kapitein vocht naar binnen kreeg, waaraan hij overleden is. De tweede stuurman Rose heeft ernstige inwendige kwetsu ren. M«n vreest voor een ernstige longaandoening. Hij wordt verpleegd in het marine-hospitaal. Vrijdagochtend waren de geredden in verhoor bij den Belgischen consul te Den Helder. Daarbij waren ook aanwezig vertegenwoordigers der fir ma Adoüphe Doppe van Antwerpen, eigenaars dér „Meuse". De algemeene meening is, dat de schuld bij de „Meuse" ligt, dat dit stoomschip te weinig bemanning had. Die moest wel 26 man zijn en. was 16. De „Meuse" is getroffen bij de ma chinekamer, waar geen waterschot ten waren. De voorsteven zonk het eerst. Toen kantelde het schip. De „Piert. Hein" kon onmiddellijk de werkelijkheid niets uitstaande heeft. Ik moet nog melden, dat Olmhoeve is, wat mem noemt een „Christelijk' boek. de meeste menschen die er een m& of meer beteekenende rol in spelen,"T>ehooren tot de geloovigen in de gewone begrensde beteekemis van dat woord. Het zal dus voornamelijk wel lezers vinden in Christelijke krin gen. Misschien ook bewonderaars. Ik behoor tot dezulken niet. Ik aoht het boek 'n vrijwel mislukte poging om 'n Christel ijken roman te geven en meen dat in deze richting iets beters kan worden bereikt, en ook bereikt is. De werken van Johanna Bree- voort van wie voor eemi gen tijd een karakterschets in de „Holl. Re vue" verscheen, van Enk a en mej. De Liefde, strekken daarvan ten be wijze. Een Liefdedroom in 1 7 9 5, door A. S. C. Wallis, Uitg. H. D. Tjeenk Willink. Haarlem. 't Is werkelijk een verfrissching als je uit hert graf-oratorische van een Penning, in het fijnpoëtische van Wallis komt. Wallis, de schrijfster van den grooten roman „Vorsten gunst", die verscheidene drukken in ons landje beleefde, heeft jarenlang vertoevend in den vreemde, ge zwegen. Maar dat de liefde voor haar land en haar taal haar niet verliet, daarvan getuigde haar onlangs in 't pogingen tot redding beginnen, want juist was de wacht afgelostdus was er veel volk bij de» hand. Nader saint men uit Nieuwediep aan de „Tel." Da vertegenwoordiger der firma Deppe gaf mij als haar meening te kermen, dat de,.Piert Hein" buitenge woon snel gevaren moet hebben. Zij is van plan zich in zake de aanva ring tot de Nederlandsche autoritei ten te wenden, alsook schadevergoe ding te vragen. Het lijk van den ka pitein zou wonden vertoonen, als ge volg van beklemming tussclien wrak hout. Het zal waarschijnlijk naar Ostende vervoerd worden. De „Petit Bleu" zegt, de kwestie van de verantwoordelijkheid voor de aanvaring van het Belgische stoom schip „Meuse" door de ..Piet Hein" besprekend Men weel nog niets met zekerheid omtrent de oorzaken van deze droe vige ramp. Wel schijnt het. dat er op het oogenblik der aanvaring een ster ke mist hing. Het Belgische schip zou dus plotseling door het pantserschip verrast zijn. Volgens een Hollands olie lezing, >s de schuld voor de aanvaring te wijten aan het Belgische vaartuig, dat een verkeerde manoeuvre zou ltebbenuit gevoerd en zich op den voorsteven van de ..Piet Hein" zou hebben ge worpen. toen het al te laat was voor het oorlogsschip om een ramp te voor komen door een snélle» ach terwa ari sche beweging. De deugd der voorzichtigheid, die men in maritieme kringen gewoon was aan kapitein Van Slembroeck toe te kennen, maakt deze lezing, zooals ze ons hier wordt aangeboden. zegt de „Tel.", tamelijk onwaarschijnlijk. Wij hellen eerder over tot de meening dat de „Meuse" zal zijn „opgegeten" door de „Piet HeSm'', toen de bewolkte lucht den beiden kapiteins niet heeft veroorloofd, elkaar tijdig genoeg te zien om nog te kunnen wijken. De ramp zou dus enkel en alleen te wijten zijn aan hét toeival dier zee. NIJVERHEIDS-TENTOONSTELLING TE LEEUWARDEN. Nu de aangifte voor de inzendin gen reeds eenigen tijd gesloten is en het dus mogelijk is geworden een globaal overzicht te krijgen van wat al zoo in Juli en Augustus te Leeu warden zal worden geëxposeerd, blijkt, dat het aantal inzendingen zeer groot is en dat deze van rijke verscheidenheid zijn, zoodat de voor naamste factoren aanwezig zijn voor het welslagen dezer tentoonstelling. DE NIEUWE BURGEMEESTER TE DORDRECHT. Omtrent den heer H. J. Wichers, die als opvolger van oir. A. R. Zim merman tot burgemeester van Dor drecht is benoemd, schrijft de,,Nieu- w.e Winschot er Couirant" het vol gende „De heer Wichers werd geboren 3 April 1859 te Loppersum en trad in den zeedienst in 1875 'als adelborst derde klasse. September 1878 werd hij bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse. In deze kwaliteit deed hij een eskaderreis naar Oost-Indië en ver bleef daar drie jaar. Een eervol ont slag uit den dienst werd hem ver leend in Februari 1884. In Augustus 1884 werd hij benoemd tot burgemees ter te Winschoten. Daar was hij zeer gezien en hoog geacht. Onder zijn be stuur werd veel tot stand gebracht. Ook was hij voorzitter van 'het colle ge van regenten over de gevangenis, voorzitter der commissie van toezicht ■op het M. 0„ terwijl hij dezelfde functie bekleedde in 'het college van curatoren van liet gymnasium. Voorts was hij nog voorzitter van den voogdijraad te Winschoten, schoolopziener in het arrondissement Sloóhteren, voorzitter der vereeni- ging van burgemeesters en lid der commissie van beheer over het Gro ninger universiteitsfonds. In den zee dienst verwierf hij het earekruis voor belangrijke krijgsverrichtingen, terwijl hij in 1892 werd benoemd tot ridder in de Oranje-Nassau-orde' BRUTALE INBRAAK. De 72-jarige M. K„ ©enige bewoner van de afgelegen staande woning „htet Molleaihol" te Rhaon, werd in den afgeloopen nacht, omstreeks half twee uur, gewekt door twee personen, die door verbreking van een raam. i zich den toegar- tort zijn slaapver trek verschaft hadden. Volgens K.'s verklaring, moest hij toezien, dat kasten en laden werden over hoop gehaald, daarbij werd ech ter geen geld, waarom het. te doen bleek, gevonden. Door mishandeling en bedreiging met een mes trachtte men den man te dwingen de berg plaats van zijn geld aan te wijzen. licht gekomen sohepping. Een Hon- gaarsdhe samenzwering, en dat zij nog dezelfde bleef, die zij vroeger was, begaafd schrijfster, wier levens wijsheid zich steeds in fijne woorden uit, dat Mij'ki uit dat fijne werkje: Een liefdesdroom in 1795. Hoe eenvoudig en sober is de con ceptie van dit boek. Geen eigenlijke roman, geen hoog-dnamatische ont wikkeling, geen forsche tragedie, maan de rustig-fijne teekening eener jeugd-liefde in de dagen van de eerste republiek, de dagen van het Revolu tiejaar 17%. En zoo wonder-mooi heeft Wallis de liefde van den jeugdigen officier der Republiek voor Madeleine geweven in de even hooge liefde van den jongen man voor de idealen den Republiek, dat men vaak niet weet, waar dé eene, waarde andere zich uat. Niet echter het verhaal zelve, het uiterlijk-gebeurenmaar de taal, waarin dit alles geschreven is, lijkt mij de bekoring van dit boek te zijn, en de groote waarde er van. „De we reld is als een schouwburg, waarvoor 't leven groote drama's schrijft, maar waarin de heldenrollen vaak door odh zoo kleine menschen werden ge speeld," zegt de dagboek-schrijver, die de hoofdfiguur is in dit boek, en die zelf 't verhaal van zijn lotgevallen en zijn liefde geeft. (pag. 151). En zijn leven, zijn strijd tusschen de liefde voor Madeleine, en zijn plicht als of- doch daaraan werd door K. niet vol daan. Van bed gelicht, werd zijne slaapplaats geheel uitgehaald, doch daarbij ook geen doel bereikt. Ont vreemd werden pl.m. vier gulden, een nikkelen, horloge, twee sleutels en ruim twintig eieren. Omtrent de inbrekers kon K. weinig meer opgeven, dan dat het tweo ke rels waren, één van flinke lengte, de andere middelmatig van gestalte, met donker uiterlijk en zwarten knevel. De politie heeft de zaak in onder zoek. DE TOESTAND IN ZEELAND. Men schrijft uit Zeeuwsoli-Vlaan.de- ren O. D.: Nog een paar dagen en al liet land, idoor den watervloed van 12 Maart jl. overstroomd, zal droog liggen. In de WLihelmuspolder bij Walsoorden staat aileen nog zeewater, dat, nu de doorbraak gedicht is, door de zeeslui zen wegvloeit. Natuurlijk Is deze polder voor dit jaar geheel ongeschikt ter bebouwing; ■dit is ook het geval met den Van Al- ateinpolder onder Graauw. Wat den Zande- en den Massapolder betreft, .daarvan zal de opbrengst zeer gering zijn. De meeste landbouwers hebben hun akkers onbebouwd laten liggen en alleen met de egge een weinig be werkt. Enkelen hebben een proef ge nomen met het zaaien van haver en hert planten van aardappelen. In den Kruispolder, die dooi' over- 'storting uit den Wilhelmuspolder voor een groot gedeelte onder water gestaan heeft, staan de gewassen goed. De ha.ver, gerst en de tarwe, ja zelfs het vlas en de beetwortelen be loven op vele perceelen een ruime ppbrngst. Op sechts enkele perceelen -zal de oogst mislukken of ver beneden het middelmatige zijn. NAT VEREENIGING TOT STEUN AAN MILICIENS. Van bovenstaande vereeniging is eene afdeeling te Leiden opgericht. NADENKEN VAN POEDELS. Den 6on dezer werd per stoomboot van Den Helder naar Rotterdam eeD koningspoedel verzonden, die daal den 7en arriveerde en in handen van zijn nieuwen meester werd gesteld, die demzelfden dag een wandeling met hem maakte, 's Avonds sprong hert. dier op een onbewaakt oogenblik uit het raam, waarschijnlijk om zijn ouden baas te zoeken, doolde rond en kwam. den 9en, dus na 2 dagen, we der terecht te Rotterdam aan het adres waar hij wias afgeleverd. (Mid- deflfliaridiplein). Aan zijn halsband sart een eind touw, waarvan hij zioh had losgerukt. Zijn oorspronJkelijiken mieester niet kunnende vinden1, heeft 't hem zeker hert geschiktst toegelieken, zich maar ,t© wenden tot zijn nieuwen meester, die hem toescheen toch niet te ver- 'smaden te zijn, afgaande op de vrien delijke ontvangst. (N. v. d.D.) OPSPORING VERZOCHT. Namens den vader verzoekt cfe com- inissaris van politie in die 5e sectie, alhier, de opsporing van Willhelmitna Erfman, 18 jaren, klein, haar en Vvenkbrauwen denker blond, blauwe oogen, wipneus, kleine mond, rond aangezicht, gezonde gelaatskleur; ge kleed met liclhrtroode-, dorikerroode-, of grijze reformjapon, lichte Mouse, en is vooralen van een valies, en viool in zwarte kist. Zij heeft tegen den wil van haar ouders omgang met Hendrik Buur man, 20 jaren, lang en slank, donker blond haar. Hij was als milicien in dienst, mankeert bij zijn korps, zoo dat men vermoedt dat zij zioh te za- rnen hebben verwijderd. EEN AANVARING. Donderdagnamiddag had in het open havenfront bij de Schreierstoren te Amsterdam een aanvaring plaats fcussdhen hert met steenen beladen aak- schip „Verwisseling" (schipper Jan sen) en het naar Edaim vertrekkende vracht- en passagiersbootje „Wilhel- mina" (schipper Wagenmaker). Door de boegspriet van de „Verwis seling" werd van de „Wiihelmïna" de reeling over 10 meter verbrijzeld, benevens de stuurstoel, terwijl de ke- t.telkast en stoomketel zoo!damig wer- fioier der Republiek, i s een levens drama, maar dat, weinig oorspron kelijk als het thema is, zeker minder boeien zou, als het niet in zoo voor treffelijke taal1 gegeven ware. Modern is dit werk absoluut niet. Maar het heeft toch een frischheid van klank, die buitengewoon bekoor lijk is, de woorden gaan over je heen als 't melodieus gedruppel van zacht rui schend en Meiregen. Hoor dat begin al: „Wat tikken die drop pels radeloos eentonig tegen de rui ten, wat duren mij de dagen hier lang!" Maar meer nog dan de frisch heid van klank is het de frischheid der gedachten, die zoo fijn zijn en in zoo juiste beeldspraak worden gege ven. Is een zin als deze niet poëzie: „Ik weet niet wat ik droomde, ik geloof dat het mij was als iemand, dii© uit een vreemde, roezige herberg komend, heel van verre het klokgelui der kerk van zijn geboorteplaats hoort en vergeet, dat hij al» lang een onge- loovige werd."? Fijn ook is hier en daar de humor, on kostelijk de le venswijsheid, die bijna elke bladzij biedt, en waarbij alleen de vraag rijst: Hebben alle personen, die hier handelen en spreken zulk een diep in zicht in den loop der dingen, dat zij in staat zijn zulke levend ware woor den te zeggen, zulke juiste beelden te gebruiken? Naturiijik neen, we voe len .heel goed dat liet Wallis is, die hiér spreekt. En Is het naar voren den ontzet, dat eenige stoompijpen afbraken en de stoom ontsnapte. De machinist, die zioh in de ma chinekamer bevond, wist zich met moeite te redden. De „Wolhelmina" kon door het on geval zijn reis niet vervolgen, terwijl van de „Verwisseling" de boegspriet werd afgebroken en de voorsteven een weinig beschadigd. EEN WOESTELING. Op een avond omstreeks 10 uur liep een meisje R. J. in de Rijn straat te Arnhem per ongeluk tegeil een jongen aan. die daarop een mes uit zijn zak trok en daarmede dit meisje een diepe wonde toebracht aan den arm. zoodat zij zich op het politiebureau moest laten verbinden. De dader wist te ontsnappen. WONINGNOOD IN SCHOTERLAND. Veleren jaar werden door den Raad van Schoterland 26 krotten onbe woonbaar verklaard in de dorpen Hoornsterzwaag, Jubbega, Oudehorne en Katlijk. Toen de tijd van ontrui ming daar was. hadden de in die woningen gevestigde gezinnen geen onderdak en vTt-igerden zij hun wo ningen te verlaten. De Gemeente raad besloot daarop machtiging aan Gedeputeerde Staten te vragen om den termijn met 6 maanden te ver lengen. we life machtiging werd ver leend. Die verleende* termijn is nu verstreken, de toestand in die dor pen is precies dezelfde gebleven en ontruiming zal nog niet gaan.' De Raad zal zich nu weer tot Gedep. Staten wenden om ufi.slêl en zeer waarschijnlijk zal dit nog wel ©eni ge malen moeten geschieden, tenzij de opgerichte Bouwvereeniging met spoed daar nieuwe woningen sticht. DE FEESTEN VAN DEN A. N. W. B. De Vereeniging tot bevordering van den bloei van Dordrecht en Om streken (Vreemdelingenverkeer) heeft gemeend, dat harerzijds ook iets aa.ii den A. N. W. B. op diens jaar- lijksch feest moest worden aangebo den. Ze wilde eens iets extra's ge ven, iets geheel nieuws en we mee- n'en, dat ze daarin is geslaagd. Na ampele onderhandelingen heb ben nl. de Cyclisten Amateurs Bruxel- lois zich op haar uitnoodigïng bereid verklaard. Zaterdag 21 Juli aan den Bondstocht, deel te nemen. Wat die C. A. B. voor menschen zijn Deze vereeniging, uit ruim 40 personen bestaande, voTmt een ge zelschap fietsende muzikanten, een volledig orlcest. Dit zal voor den grooten stoet, die dien Zaterdagmor gen den Bondstocht naar Oud- Beijierland onderneemt, worden opge steld en door zijn opwekkende tonen de stemming der feestvierende fiet sers veraangenamen. Ook neemt het gezelschap 's avonds deel aan 'den boottocht, gedurende welken het op een der booten zal spe len en misschien geeft het ook een nummertje zaalrijden, want behalve het zich wijden aan de instrumentale kunst, beoefenen de C. A. B. ook die van het sierlijk wenden en draaien op het stalen ros. We gelooven niet te veel te bewe ren, als we zeggen, dat de ..Bloei van Dordt" door de medewerking te verzekeren van deze vroolijke muzi kale wielrijders, veel tot verhooging der feestvreugde zal bijdragen. (Dordtr. Ct.) HERINGA STATE. Heringa State, te Marssum bij Leëuwarden. eene der weinige stan sen in Friesland nog aanwezig, zal in zijn vroegeren toestand worden te ruggebracht. Aan den Haagschen ar chitect Frowein. wien reeds meerma len restauratie van merkwaardige- oude bouwwerken werd toevertrouwd is ook deze restauratie opgedragen. De laatste eigenaar, dr. Popta. zoo schrijft men aan „De Nieuwe Ct.", oudste advocaat voor den hove Friesland, kocht in 1687 Heringa State van de erfgenamen der fami lie Van Eysinga en bewoonde tot zijn dood in 1712 liet gebouw. Bij testamentaire beschikking ver maakte hij Heringa State en al zijn bezittingen aan het Arme Vrouwen Gasthuis te Marssum, door hem in zijn laatste levensjaren gesticht. Sinds dien was Heringa State tot op heden in gebruik bij de heeren voog den van genoemd Gasthuis, maar be kend onder den naam van het Popta- Gasthuis. Ofschoon Heeringa State uitwen dig in den loop der tijden veranderd is, bleef het inwendige vrij goed be komen van den auteur in dramatisch werk altijd storend, hier voelen we dwie storing niet, omdat de dramati sche inkleeding. slechts het uiterlijk gewaad tis, waarin de auteur haar levenswijze woorden kleedt. Van die woorden geniet men voortdurend, tiert boek staart vol aphorism en, ge dachten, die 't bewaren in:öns geheu gen meer dan waard zijn.. En wat nu do intrige betreft, de teekening moge misschien dan niet enkel om haar zelve gegeven zijn, zij biedt ons toch een uiterst-fijn beeld van de gedachte-strooimingen ten tijde der Fransahe omwenteling. We heb ben in 't algemeen daarvan slechts de ruwe buitenkant gezien, en veroor deeld; dit boek geeft kiik op het ideëel innerlijk van die beweging, en het leert ons waardeeren. Ook daarom is hert een kostelijk werk, dat ik in veler handen wensch. De uiterste diag, door Jens Johannes Jörgemsen, vert, door Kees Meekel. Uitg. C. L. v. Langerihuysen, Amsterdam. Uit 't „voorwoord" dat de vertaler geeft, blijkt, - dart de Deen Jörgensen een „bekeerling" is, vermoedelijk een voormalig atheïst, die tot de Roomscöi- Kafcholieke kerk overging. Ook uit het boek, waarin de strijd van zulk een, of eigenlijk het onbevredigend leven •van zulk eem man, die ten slotte al leen in de erbarming Gods troost waard, waarvan de fraaie eikeube- timmeringen en meubels, rijk met fraai uitgevoerd snijwerk voorzien, alsmede de nog - aanwezige oudé •schouwen getuigen. Bekend is de aan de stichting be- hoorende zoogenaamde Popta-Schart, thans in bruikleen afgestaan aan het museum van het Friesch Genoot schap te Leeuwarden, bestaande uit prachtig gedreven zilverwerk, onder welk een groote schotel, waarvoor te vergeefs een som van f 100,000 gebo den werd. Heringa State-wordt jaarlijks door vele vreemdelingen bezocht. GERAAMTEN. Aan de zeedijken van de polders van Oud-Vossemeer wordt voor de dijksverhoogingen en verzwaringen veel grond weggegraven en daarbij heeft men in de laatste dagen op en kele plaatsen gestuit op doodsbeen deren ,die afkomstig zouden zijn .van aldaar begraven Spanjaarden, welke ten getale van honderden zouden ge sneuveld zijn in 1588 bij een misluk ten overtocht over de Eendracht naar het eiland Tholen. DE TWEEDE KAMER heeft gisteren de lijst barer werk zaamheden in openbare zitting aan gevuld met eenge ontwerpen vange- ringeren omvang en met een interpel late van den heer Verhey over de ge bleken onzeewaardigheid van vis- scheTsschepen. Zij kwam* niet gereed met de be handeling van het voorstel van wet om ƒ250.000 subsidie te geven als bij drage in de kosten van herstel en versterking van de bedijking van den Eersten Bathpolder. in Zeeland noo dig geworden door de welbekende overstroomingen in Maart j.l. Want over dit ontwerp bestond nog al velschil van gevoelen. De heer Lucasse achtte het werk Aoornamelijk in het spoorwegbelang, dus Rijkszaak en kon er in komen, dat de provincie geen subsidie gaf. De eigenaren, door een ramp ge troffen, konden ook niet aansprake lijk worden gesteld. Dat waren de heeren Van Foreest en Van Kol niet met hean eens. Eenige heeren hadden een vennootschap gevormd om de gronden van den polder over te ne men en zij vonden, dart de Staart geen reden had om aan de speculatie een cadeau van 21/2 ton toe te voegen, te minder nu voor inundatie geen gevaar meer bestond na dé verzwa- ring van den reeds a an beste eden spoorwegdam. Beide heeren hadden nagenoeg dezelfde argumenten, maar ieder zei het natuurlijk op zijn wij ze dei heer Van Foreest bedaard, de heer Van Kol scherp. Deze achtte de getroffen .maatregelen verkeerdhet hier aangewende geld kon beter be steed worden. Ook de heer Lely betoogde, dat dit ontwerp iudruischte tegen ons wa- te,rstaatsrechtde Provincie h'ad de verbeteringen aan te brengen, maar zij toonde zicli niet op dé hoogte van haar plicht. Voor Staatsinmenging ware reden geweest, om de wet te doen eerbiedigen n'et voor een sub sidie. Met de an deren adviseerde ook de heer Hennequin tot verwerping .van het wetsvoorstel, terwijl de heer De Waal Malefijt het betoog van' den heer Lely steunde, doch t wets voorstel verdediging vond bij den heer Fruytier. Daarna: werd het in bescherming .genomen door Minister Veegens. De ze betoogde, dat onmiddellijk na de ramp van 12 Maart gewerkt moest worden, niet met papier en pr-oces- cen, maar met dijkmateriaal en spe cie. Men la warn dius overeen om de spoorwegdaan te veranderen, doch daarnaast bleef, om liet gevaar van inundatie. dijkversterking noodig. Daarvoor nu moest het subsidie die nen men kreeg dan rijkstoezicht op de uitvoering, wat om het spoorweg- belang gewenscht was. Rechtens achtte de Minister de voordracht ook juisthij wist geen andere oplos sing waarmede het belang "dër zaak beter zou zijn gediend. Dinsdag 11 uur voortzetting. BRANDEN. Te Lienden is de landbouwerswo ning van A. Verkuil door het in brand raken van een petroleumtoe- stel in asch gelegd. De inboedélwerit gedeeltelijk gered. Alles was verze kerd. Woensdagnacht heeft een hevige brand gewoed te Zwammerda.m. Om twee uur brak ten gevolge van het omvallen eener lamp brand uit in het perceel van den bakker L„ midden in het dorp gelegen. Snel grepen de vlammen om zich heen, zoodat niet alleen het huis van den bakker zelf, vindt, wordt besdhreveu, blijkt dit eetndgszms. „Onder den indruk die<a ik ontving, zoowel voor zijn machti ge pei'Soonlijüuheid als van zijn nobele 'denkwijze, ben (ik deze vertaling be gonnen, om tevens daardoor iets bij 'te dragen tot oneerdere kennis name b ij mijin iandgenooten, van de hoogstaande werken van dien Deansöhen schrijver". Aldus de heer Kees Meekel, dóe m. d. zijn dankbaar heid had bahooren te rtoonen in beter Nederlandsoh dan hij 'hier geeft Want even slordig als dit „woord vooraf" is het boek zelf, met een voort durend, onmachtig, pogen om mo- dern-Nederlaindsch te geven. Dit jammer. Want zelfs uit dit slecfit-ge- sdhreven boek blijkt, dat het origineel inderdaad een „hoogstaand" werk moet wezen, dat ook literair verdien sten heeft. Daarom zal de lezing van „De uiter ste Dag", waarmee „de laatste", of „de oordeelsdag" bedoeld is. niet te- teleurstellen, tenzij dan dat men be hoort tot hen, die alleen boeken lezen, waarmee ze 't van a tot z eens kun nen zijn. Dat het Nederlandsch slordig is, zal ik maar .niet gaan bewijzen. Wie 't leest zal 't zelf ziecn:, wie 't niet leesrtf, zal 't niet .liimderen, evenmin als \xexn de slechte correctie hinderen zal. De uitgever had da arop wel mogen let ten. DRIESTAR.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 6