Assistent" en de trek pont zijn we
der in dienst gesteld. Heden, Zater
dagavond. hoopt men de stoompont
weer in orde te hebben.
Het opruimingswerk van de voet
brug loopt ten einde. Denkelijk zal
dit heden opgeleverd woerden. De
aannemer is ongeveer 3 weken bin
nen den tijd klaar.
Oproepingsbrief.
Openbare vergadering van den ge
meenteraad van Velsen, op Dinsdag
19 Juni 1906, voormiddags 10 uur.
De agenda bevat de volgende pun
ten:
Ingekomen stukken.
Proces-verbaal van kasopname.
•Af- en overschrijvingen, suppletoire
begroeting, onvoorziene uitgaven der
gemeente, dienst 1905.
Af- en oversold jvingensuppletoire
begrooting armbesturen, dienst 1905.
Vaststelling rekening gemeentelijk
(pensioenfonds 1905.
Aankoop inschrijving grootboek
Nat. Weik. Sahuld.
Rioleering Santpoort.
Aanbesteding schoolbouw Velser-
oord.
Adres van de afd. Kennemerland
van den Bond van Ned. Onderwijzers
in zake de invoering van verplichte
gereglementeerde schoolvergaderin
gen, met een adres van adibaesi© van
de vrijzinnig democratische kiesver-
oeniging te IJmuiden.
Bezwaarschrift H. J. Burgers, in
zake de slagerij van C. Halff te Sant
poort.
Verslagen heithalingsomderwijs 1905
Regeling sdholen en jaarwedden
hoofden van soholen.
Straatnaam Santj>oort.
Bestemming huisje achter de voor
malige secretarie te Santpoort.
Benoeming onderwijzer IJmuiden.
Idem. lid der plaatselijke School
commissie.
Idem lid der commissie voor gas-
<en waterleiding.
Reclames vergunningsrecht en hoof-
delijken omslag.
Binnenland
Aanvaring van de „Piet Hein'1,
In i kleine, gezellige zij-zaaltje van
de Marine-club, waar zijn hoorders
diep geschoven zaten in de wijde, lage
fauteuils, achter de biertjes en soda-
whiskeys, vertelde de dokter van-eten
verschrikking snaClit, dien hij had
meegemaakt, zoo schrijft het „Alge
meen Handelsblad".
,,'k Was nog niet naar kooi ge
gaan', zed hij, „want ik had 's mid
dags een dutje gedaan, en ik wilde
juiist nog eens aan dek gaan, kijken,
toeni ik twee stookten op een stoom
fluit hoorde niet die onze, dlaar ken
de ik liet geluid van.
„Er moest er dus een dicht bij ons
wezen. Onmiddellijk volgden drie stoe
ten op onze fluit, 't sein van achter
uitslaan, en terwijl ik de trap opvlieg
voel ik den schok van liet eensklaps
terugwerken der machine, en te gc-
fijk een vreemd krakend geluid,
waarvan je haast niet kon onder
schei den of het een geluid was of
een gevoel. Toen ik aan dlek kwamen
het schip aan bakboord zag, was hij
al weer los, en m'n eerste indruk
was: o, 'tis goed afgeloopen! Maar
dadelijk daarop zag je dat het voor
schip zich niet meer oprichtte, 't zonk
weg, 't zonk weg, en 'twas al te
zien. dat 'tgauw gedaan zou zijn.
„Dadelijk loop ik naar beneden, om
mijn ziekenvader een paar instructies
te geven, want ik begreep, dat ze ons
noodig zouden krijgen. Ik kom hem
op de gang tegen, wissel twee woor
den mdt hem. haast me weer naar
boven maar 't schip was aL weg
't Moet binnen twee minuten zijn weg
geweest-
„Toen zag je een heelen tijd niets,
niets dan 't woelende water, en de
hooggaande golven, want er stond nu
*n flinke zee l Zoo'n liopeloos idéé was
het dat daar om je heen menschen
verdronken, waar je niets aan kon
doen. dat 'teen verademing was toen
plotseling de twee zoeklichten begon
nen te schijnen. Nu had je licht, nu
kon je handelen. En nu zag je ook
den rommel bovenkomen, wrakhout,
tonnetjes, baaltjes, sloepen, en hoorde
je degenen die ronddreven, schreeu
wen om hulp.
,,'n Ontzettend gehoor was dat
Ze schreeuwden niet hard. daarvoor
hadden ze te veel water binnenge
kregen, 'twas een vreeselijk, ker
mend gejammer, telkens overstemd
door het geruisch van het water, het
gieren van den wind door Ket want,
Van de Leestafel
Olmhoeve, door L. Pen
ning. Uitgave D. A. Daamen.
Rotterdam.
Dit boek is geen boek van hooge
kunst, het heeft heelemaal geen pre
tenties van kunst, maar is eenvoudig
bet verhaal van een boerengezin, dat
door hoogmoed te gronde gaat, en dat
een veel beter boek zou wezen, indien
't eenvoudige verhaal nu ook eenvou
dig geschreven ware.
De heer Penning heeft indertijd dooi'
zijn populaire geschiedenis van
,,de(n) oorlog in Zuid-Afrika" naam
gemaakt, hij schreef enkele Trans-
vaal-verhalen, vervolgens een popu
laire vaderlandsohe historie onder
den naam „Ons Oude Nederland"
welke boeken alle bij Daamen uit
kwamen, en daarna historische ver
halen, terwijl Olm hoeve zijn
nieuwste genre blijkt. En tegelijk zijn
slechtste.
Het bekijkt niet alleen het landle
ven, maar ook het zieleleven de ge
schetste personen sechts aan de op
pervlakte, en hoe uitnemend de strek
king ook zij, ik zie niet in dat een
hoek van 264 pagina's noodig is, om
nog eens uiteen te zetten „«rat hoog
moed voor den val komt."
Bovendien is alles veel te mooi ge
maakt, en sommige figuren zijn idea
len van goedlheid, wier handelen met
an het lawaai bij ons aan boord. Met
het vreemde van dat Mie licht, dat
een klein stukje van de blauwe, woe
lende zee bescheen, was 't een toe
stand die me nooit uit het gelfeugen
zal gaan
„Maar bij ons waren de mannetjes
bij de handDrommels, wat hadden
ze gauw die sloepen gestreken, en in
minder dan geen tijd waren degenen
die liet dichtst bij stonden, er in en
roeiden ze tegen de hooge golven op.
Dat was werken Ze roeiden zich lam,
en nog sChoten ze haast niet op. Als
ze vlak bij een drenkeling waren, je
zou op een afstand gezegd liebbeu
geen tien meter er van daan. dan
duurde het nog wel een kwartier vóór
ze item binnen haddon, want waren
ze even mis, dan kwam er weer een
golf die ze terug sloegJe moet er
niet klein over denken, zoo'n drenke
ling op te pikken in volle zee, als het
water zoo hoog gaat
„Om twaalf uur was'tgebeurd, en
om kwart voor één kregen we pas
eten eersten geredde aan boord. Veel
langer had het bij de meesten niet
moeten durenze waren heelemaal
machtedoos van de kou, en vielen als
een zak neer waar je ze neerzette. Da
delijk liet ik ze naar den ziekenboeg
brengen, waar ze uitgekleed en afge
droogd en gewreven wei-den, entoen
met goed van het slagverband aan
naar de kombuis, om. ze te warman,
met flink wat port om van binnen te
helpen. Toen knapten ze al gauw
weer wat op.
„De kapitein was ai dood toen hij
aan boord gebracht werd, waarschijn
lijk al eerder, want hij hing sla-pover
dén rand van eon half volgeloopen
sloep toen ze hem oppikten. Anderhalf
uur lang zijn we aan het werk ge
weest om te trachten hem weer op te
wékken, maar 't iiielp niet meer.
..Van de levenden was de bootsman
er het ergst aan toe. Iets ingeven
konden we hem niet, want hij zat
vol water; 'tschuim stond op zijn
mond. Met vijf spuitjes kamfer-ether
lieb ik hem opgewekt en toen klaagde
hij maar over de koude. Zijn voeten
en zijn beenen hadden we heelemaal
omringd met warme kruiken, en nog
klaagde hij aldoor maar: „Oh. ray
legs, my cold fe-et!" '(Was of or geen.
warmte moer in hem te krijgen was.
„Maar wat mij hot meest van alles
getroffen heeft is de snöllheid waarmee
alles aain boord te hulp kwam. Onder
gewone omstandigheden kan 't strij
ken van een sloop wel eens wat lam
lendig gaan, maar nu vloog alles en
in een oogenblik waren ze te water,
niettegenstaande de hooge zee die er
stond. 'tWas een wedstrijd wie er 't
eerst in zou zijn. en toch was het een
gevaarlijk baantje en hard werk \n
die sloepen. Dat er met dat geweld
van de zee niet meer ongelukken zijn
gebeurd verbaast me eigenlijk. Slechts
een paar ontvellingen kwamen voor.
„Allemaal waren ze diep onderden
indruk. Zoo'n kleine leerjongen, een
echte straatjongen anders, hing ook
mee over de verschansing en zeide
maar„O, o, wat een ongelukIk
denk dat-Ie ook bang was .voor z'n
maats daar in de booten
„Tot zes uur zijn we blijven rond
varen, in de hoop nog iemand! te vin-
Len, maai- we hebben niemand meer
gezien, levend noch dood. Trouwens,
we zouden toen tocih maar alleen meer
dooden gevonden hebben. Als er nog
meer hebben rondgezwalkt daar in den
nacht, die door de mannén in de boo
ten niet zijn opgeviischt, eoi daar
vrees ik voor dam hebben ze 't toch
niet lang meer kunnen uithouden.
DE NAMEN DER GEREDDEN.
De namen der geredden zijn Char
les Rotse, tweede stuurman, Peter
Andersen, een Deen, roerganger;
Hands Siitterer, DuitscherJoseph
Verhaagen, A. J, Olsen, Noor, stokers
en machinisten van versclnllendie na
tionaliteit, kapitein Van Slembrouck,
ongehuwd, woonde te Ostende.
De dag der begrafenis te Den»Helder
is n-og niet vastgesteld.
De schipbreukelingen dreven bij de
ramp in terpentijn of andere scherpe
vloeistof, afkomstig van de lading va
ten. met liet gevolg, dat de kapitein
vocht naar binnen kreeg, waaraan hij
overleden is. De tweede stuurman
Rose heeft ernstige inwendige kwetsu
ren. M«n vreest voor een ernstige
longaandoening. Hij wordt verpleegd
in het marine-hospitaal.
Vrijdagochtend waren de geredden
in verhoor bij den Belgischen consul
te Den Helder. Daarbij waren ook
aanwezig vertegenwoordigers der fir
ma Adoüphe Doppe van Antwerpen,
eigenaars dér „Meuse".
De algemeene meening is, dat de
schuld bij de „Meuse" ligt, dat dit
stoomschip te weinig bemanning had.
Die moest wel 26 man zijn en. was 16.
De „Meuse" is getroffen bij de ma
chinekamer, waar geen waterschot
ten waren. De voorsteven zonk het
eerst. Toen kantelde het schip.
De „Piert. Hein" kon onmiddellijk
de werkelijkheid niets uitstaande
heeft.
Ik moet nog melden, dat Olmhoeve
is, wat mem noemt een „Christelijk'
boek. de meeste menschen die er
een m& of meer beteekenende rol in
spelen,"T>ehooren tot de geloovigen in
de gewone begrensde beteekemis van
dat woord. Het zal dus voornamelijk
wel lezers vinden in Christelijke krin
gen. Misschien ook bewonderaars. Ik
behoor tot dezulken niet. Ik aoht het
boek 'n vrijwel mislukte poging om 'n
Christel ijken roman te geven en meen
dat in deze richting iets beters kan
worden bereikt, en ook bereikt is. De
werken van Johanna Bree-
voort van wie voor eemi gen tijd
een karakterschets in de „Holl. Re
vue" verscheen, van Enk a en mej.
De Liefde, strekken daarvan ten be
wijze.
Een Liefdedroom in
1 7 9 5, door A. S. C. Wallis,
Uitg. H. D. Tjeenk Willink.
Haarlem.
't Is werkelijk een verfrissching
als je uit hert graf-oratorische van
een Penning, in het fijnpoëtische van
Wallis komt. Wallis, de schrijfster
van den grooten roman „Vorsten
gunst", die verscheidene drukken in
ons landje beleefde, heeft jarenlang
vertoevend in den vreemde, ge
zwegen. Maar dat de liefde voor haar
land en haar taal haar niet verliet,
daarvan getuigde haar onlangs in 't
pogingen tot redding beginnen, want
juist was de wacht afgelostdus was
er veel volk bij de» hand.
Nader saint men uit Nieuwediep
aan de „Tel."
Da vertegenwoordiger der firma
Deppe gaf mij als haar meening te
kermen, dat de,.Piert Hein" buitenge
woon snel gevaren moet hebben. Zij
is van plan zich in zake de aanva
ring tot de Nederlandsche autoritei
ten te wenden, alsook schadevergoe
ding te vragen. Het lijk van den ka
pitein zou wonden vertoonen, als ge
volg van beklemming tussclien wrak
hout. Het zal waarschijnlijk naar
Ostende vervoerd worden.
De „Petit Bleu" zegt, de kwestie
van de verantwoordelijkheid voor de
aanvaring van het Belgische stoom
schip „Meuse" door de ..Piet Hein"
besprekend
Men weel nog niets met zekerheid
omtrent de oorzaken van deze droe
vige ramp. Wel schijnt het. dat er op
het oogenblik der aanvaring een ster
ke mist hing. Het Belgische schip zou
dus plotseling door het pantserschip
verrast zijn.
Volgens een Hollands olie lezing, >s
de schuld voor de aanvaring te wijten
aan het Belgische vaartuig, dat een
verkeerde manoeuvre zou ltebbenuit
gevoerd en zich op den voorsteven
van de ..Piet Hein" zou hebben ge
worpen. toen het al te laat was voor
het oorlogsschip om een ramp te voor
komen door een snélle» ach terwa ari
sche beweging.
De deugd der voorzichtigheid, die
men in maritieme kringen gewoon
was aan kapitein Van Slembroeck toe
te kennen, maakt deze lezing, zooals
ze ons hier wordt aangeboden. zegt
de „Tel.", tamelijk onwaarschijnlijk.
Wij hellen eerder over tot de meening
dat de „Meuse" zal zijn „opgegeten"
door de „Piet HeSm'', toen de bewolkte
lucht den beiden kapiteins niet heeft
veroorloofd, elkaar tijdig genoeg te
zien om nog te kunnen wijken.
De ramp zou dus enkel en alleen te
wijten zijn aan hét toeival dier zee.
NIJVERHEIDS-TENTOONSTELLING
TE LEEUWARDEN.
Nu de aangifte voor de inzendin
gen reeds eenigen tijd gesloten is en
het dus mogelijk is geworden een
globaal overzicht te krijgen van wat
al zoo in Juli en Augustus te Leeu
warden zal worden geëxposeerd,
blijkt, dat het aantal inzendingen
zeer groot is en dat deze van rijke
verscheidenheid zijn, zoodat de voor
naamste factoren aanwezig zijn voor
het welslagen dezer tentoonstelling.
DE NIEUWE BURGEMEESTER TE
DORDRECHT.
Omtrent den heer H. J. Wichers,
die als opvolger van oir. A. R. Zim
merman tot burgemeester van Dor
drecht is benoemd, schrijft de,,Nieu-
w.e Winschot er Couirant" het vol
gende
„De heer Wichers werd geboren 3
April 1859 te Loppersum en trad in
den zeedienst in 1875 'als adelborst
derde klasse. September 1878 werd
hij bevorderd tot luitenant ter zee 2e
klasse. In deze kwaliteit deed hij een
eskaderreis naar Oost-Indië en ver
bleef daar drie jaar. Een eervol ont
slag uit den dienst werd hem ver
leend in Februari 1884. In Augustus
1884 werd hij benoemd tot burgemees
ter te Winschoten. Daar was hij zeer
gezien en hoog geacht. Onder zijn be
stuur werd veel tot stand gebracht.
Ook was hij voorzitter van 'het colle
ge van regenten over de gevangenis,
voorzitter der commissie van toezicht
■op het M. 0„ terwijl hij dezelfde
functie bekleedde in 'het college van
curatoren van liet gymnasium.
Voorts was hij nog voorzitter van
den voogdijraad te Winschoten,
schoolopziener in het arrondissement
Sloóhteren, voorzitter der vereeni-
ging van burgemeesters en lid der
commissie van beheer over het Gro
ninger universiteitsfonds. In den zee
dienst verwierf hij het earekruis
voor belangrijke krijgsverrichtingen,
terwijl hij in 1892 werd benoemd tot
ridder in de Oranje-Nassau-orde'
BRUTALE INBRAAK.
De 72-jarige M. K„ ©enige bewoner
van de afgelegen staande woning
„htet Molleaihol" te Rhaon, werd in
den afgeloopen nacht, omstreeks half
twee uur, gewekt door twee personen,
die door verbreking van een raam. i
zich den toegar- tort zijn slaapver
trek verschaft hadden.
Volgens K.'s verklaring, moest hij
toezien, dat kasten en laden werden
over hoop gehaald, daarbij werd ech
ter geen geld, waarom het. te doen
bleek, gevonden. Door mishandeling
en bedreiging met een mes trachtte
men den man te dwingen de berg
plaats van zijn geld aan te wijzen.
licht gekomen sohepping. Een Hon-
gaarsdhe samenzwering, en dat zij
nog dezelfde bleef, die zij vroeger
was, begaafd schrijfster, wier levens
wijsheid zich steeds in fijne woorden
uit, dat Mij'ki uit dat fijne werkje:
Een liefdesdroom in 1795.
Hoe eenvoudig en sober is de con
ceptie van dit boek. Geen eigenlijke
roman, geen hoog-dnamatische ont
wikkeling, geen forsche tragedie,
maan de rustig-fijne teekening eener
jeugd-liefde in de dagen van de eerste
republiek, de dagen van het Revolu
tiejaar 17%. En zoo wonder-mooi heeft
Wallis de liefde van den jeugdigen
officier der Republiek voor Madeleine
geweven in de even hooge liefde van
den jongen man voor de idealen den
Republiek, dat men vaak niet weet,
waar dé eene, waarde andere zich
uat.
Niet echter het verhaal zelve, het
uiterlijk-gebeurenmaar de taal,
waarin dit alles geschreven is, lijkt
mij de bekoring van dit boek te zijn,
en de groote waarde er van. „De we
reld is als een schouwburg, waarvoor
't leven groote drama's schrijft, maar
waarin de heldenrollen vaak door
odh zoo kleine menschen werden ge
speeld," zegt de dagboek-schrijver,
die de hoofdfiguur is in dit boek, en
die zelf 't verhaal van zijn lotgevallen
en zijn liefde geeft. (pag. 151). En zijn
leven, zijn strijd tusschen de liefde
voor Madeleine, en zijn plicht als of-
doch daaraan werd door K. niet vol
daan. Van bed gelicht, werd zijne
slaapplaats geheel uitgehaald, doch
daarbij ook geen doel bereikt. Ont
vreemd werden pl.m. vier gulden,
een nikkelen, horloge, twee sleutels en
ruim twintig eieren.
Omtrent de inbrekers kon K. weinig
meer opgeven, dan dat het tweo ke
rels waren, één van flinke lengte, de
andere middelmatig van gestalte, met
donker uiterlijk en zwarten knevel.
De politie heeft de zaak in onder
zoek.
DE TOESTAND IN ZEELAND.
Men schrijft uit Zeeuwsoli-Vlaan.de-
ren O. D.:
Nog een paar dagen en al liet land,
idoor den watervloed van 12 Maart jl.
overstroomd, zal droog liggen. In de
WLihelmuspolder bij Walsoorden
staat aileen nog zeewater, dat, nu de
doorbraak gedicht is, door de zeeslui
zen wegvloeit.
Natuurlijk Is deze polder voor dit
jaar geheel ongeschikt ter bebouwing;
■dit is ook het geval met den Van Al-
ateinpolder onder Graauw. Wat den
Zande- en den Massapolder betreft,
.daarvan zal de opbrengst zeer gering
zijn. De meeste landbouwers hebben
hun akkers onbebouwd laten liggen en
alleen met de egge een weinig be
werkt. Enkelen hebben een proef ge
nomen met het zaaien van haver en
hert planten van aardappelen.
In den Kruispolder, die dooi' over-
'storting uit den Wilhelmuspolder
voor een groot gedeelte onder water
gestaan heeft, staan de gewassen
goed. De ha.ver, gerst en de tarwe, ja
zelfs het vlas en de beetwortelen be
loven op vele perceelen een ruime
ppbrngst. Op sechts enkele perceelen
-zal de oogst mislukken of ver beneden
het middelmatige zijn.
NAT VEREENIGING TOT STEUN
AAN MILICIENS.
Van bovenstaande vereeniging is
eene afdeeling te Leiden opgericht.
NADENKEN VAN POEDELS.
Den 6on dezer werd per stoomboot
van Den Helder naar Rotterdam eeD
koningspoedel verzonden, die daal
den 7en arriveerde en in handen van
zijn nieuwen meester werd gesteld,
die demzelfden dag een wandeling
met hem maakte, 's Avonds sprong
hert. dier op een onbewaakt oogenblik
uit het raam, waarschijnlijk om zijn
ouden baas te zoeken, doolde rond en
kwam. den 9en, dus na 2 dagen, we
der terecht te Rotterdam aan het
adres waar hij wias afgeleverd. (Mid-
deflfliaridiplein).
Aan zijn halsband sart een eind
touw, waarvan hij zioh had losgerukt.
Zijn oorspronJkelijiken mieester niet
kunnende vinden1, heeft 't hem zeker
hert geschiktst toegelieken, zich maar
,t© wenden tot zijn nieuwen meester,
die hem toescheen toch niet te ver-
'smaden te zijn, afgaande op de vrien
delijke ontvangst. (N. v. d.D.)
OPSPORING VERZOCHT.
Namens den vader verzoekt cfe com-
inissaris van politie in die 5e sectie,
alhier, de opsporing van Willhelmitna
Erfman, 18 jaren, klein, haar en
Vvenkbrauwen denker blond, blauwe
oogen, wipneus, kleine mond, rond
aangezicht, gezonde gelaatskleur; ge
kleed met liclhrtroode-, dorikerroode-,
of grijze reformjapon, lichte Mouse,
en is vooralen van een valies, en viool
in zwarte kist.
Zij heeft tegen den wil van haar
ouders omgang met Hendrik Buur
man, 20 jaren, lang en slank, donker
blond haar. Hij was als milicien in
dienst, mankeert bij zijn korps, zoo
dat men vermoedt dat zij zioh te za-
rnen hebben verwijderd.
EEN AANVARING.
Donderdagnamiddag had in het
open havenfront bij de Schreierstoren
te Amsterdam een aanvaring plaats
fcussdhen hert met steenen beladen aak-
schip „Verwisseling" (schipper Jan
sen) en het naar Edaim vertrekkende
vracht- en passagiersbootje „Wilhel-
mina" (schipper Wagenmaker).
Door de boegspriet van de „Verwis
seling" werd van de „Wiihelmïna"
de reeling over 10 meter verbrijzeld,
benevens de stuurstoel, terwijl de ke-
t.telkast en stoomketel zoo!damig wer-
fioier der Republiek, i s een levens
drama, maar dat, weinig oorspron
kelijk als het thema is, zeker minder
boeien zou, als het niet in zoo voor
treffelijke taal1 gegeven ware.
Modern is dit werk absoluut niet.
Maar het heeft toch een frischheid
van klank, die buitengewoon bekoor
lijk is, de woorden gaan over je
heen als 't melodieus gedruppel van
zacht rui schend en Meiregen. Hoor
dat begin al: „Wat tikken die drop
pels radeloos eentonig tegen de rui
ten, wat duren mij de dagen hier
lang!" Maar meer nog dan de frisch
heid van klank is het de frischheid
der gedachten, die zoo fijn zijn en in
zoo juiste beeldspraak worden gege
ven. Is een zin als deze niet poëzie:
„Ik weet niet wat ik droomde, ik
geloof dat het mij was als iemand,
dii© uit een vreemde, roezige herberg
komend, heel van verre het klokgelui
der kerk van zijn geboorteplaats hoort
en vergeet, dat hij al» lang een onge-
loovige werd."? Fijn ook is hier en
daar de humor, on kostelijk de le
venswijsheid, die bijna elke bladzij
biedt, en waarbij alleen de vraag
rijst: Hebben alle personen, die hier
handelen en spreken zulk een diep in
zicht in den loop der dingen, dat zij
in staat zijn zulke levend ware woor
den te zeggen, zulke juiste beelden te
gebruiken? Naturiijik neen, we voe
len .heel goed dat liet Wallis is, die
hiér spreekt. En Is het naar voren
den ontzet, dat eenige stoompijpen
afbraken en de stoom ontsnapte.
De machinist, die zioh in de ma
chinekamer bevond, wist zich met
moeite te redden.
De „Wolhelmina" kon door het on
geval zijn reis niet vervolgen, terwijl
van de „Verwisseling" de boegspriet
werd afgebroken en de voorsteven
een weinig beschadigd.
EEN WOESTELING.
Op een avond omstreeks 10 uur
liep een meisje R. J. in de Rijn
straat te Arnhem per ongeluk tegeil
een jongen aan. die daarop een mes
uit zijn zak trok en daarmede dit
meisje een diepe wonde toebracht
aan den arm. zoodat zij zich op het
politiebureau moest laten verbinden.
De dader wist te ontsnappen.
WONINGNOOD IN
SCHOTERLAND.
Veleren jaar werden door den Raad
van Schoterland 26 krotten onbe
woonbaar verklaard in de dorpen
Hoornsterzwaag, Jubbega, Oudehorne
en Katlijk. Toen de tijd van ontrui
ming daar was. hadden de in die
woningen gevestigde gezinnen geen
onderdak en vTt-igerden zij hun wo
ningen te verlaten. De Gemeente
raad besloot daarop machtiging aan
Gedeputeerde Staten te vragen om
den termijn met 6 maanden te ver
lengen. we life machtiging werd ver
leend. Die verleende* termijn is nu
verstreken, de toestand in die dor
pen is precies dezelfde gebleven en
ontruiming zal nog niet gaan.' De
Raad zal zich nu weer tot Gedep.
Staten wenden om ufi.slêl en zeer
waarschijnlijk zal dit nog wel ©eni
ge malen moeten geschieden, tenzij
de opgerichte Bouwvereeniging met
spoed daar nieuwe woningen sticht.
DE FEESTEN VAN
DEN A. N. W. B.
De Vereeniging tot bevordering
van den bloei van Dordrecht en Om
streken (Vreemdelingenverkeer) heeft
gemeend, dat harerzijds ook iets
aa.ii den A. N. W. B. op diens jaar-
lijksch feest moest worden aangebo
den. Ze wilde eens iets extra's ge
ven, iets geheel nieuws en we mee-
n'en, dat ze daarin is geslaagd.
Na ampele onderhandelingen heb
ben nl. de Cyclisten Amateurs Bruxel-
lois zich op haar uitnoodigïng bereid
verklaard. Zaterdag 21 Juli aan den
Bondstocht, deel te nemen.
Wat die C. A. B. voor menschen
zijn Deze vereeniging, uit ruim 40
personen bestaande, voTmt een ge
zelschap fietsende muzikanten, een
volledig orlcest. Dit zal voor den
grooten stoet, die dien Zaterdagmor
gen den Bondstocht naar Oud-
Beijierland onderneemt, worden opge
steld en door zijn opwekkende tonen
de stemming der feestvierende fiet
sers veraangenamen.
Ook neemt het gezelschap 's avonds
deel aan 'den boottocht, gedurende
welken het op een der booten zal spe
len en misschien geeft het ook een
nummertje zaalrijden, want behalve
het zich wijden aan de instrumentale
kunst, beoefenen de C. A. B. ook die
van het sierlijk wenden en draaien
op het stalen ros.
We gelooven niet te veel te bewe
ren, als we zeggen, dat de ..Bloei
van Dordt" door de medewerking te
verzekeren van deze vroolijke muzi
kale wielrijders, veel tot verhooging
der feestvreugde zal bijdragen.
(Dordtr. Ct.)
HERINGA STATE.
Heringa State, te Marssum bij
Leëuwarden. eene der weinige stan
sen in Friesland nog aanwezig, zal
in zijn vroegeren toestand worden te
ruggebracht. Aan den Haagschen ar
chitect Frowein. wien reeds meerma
len restauratie van merkwaardige-
oude bouwwerken werd toevertrouwd
is ook deze restauratie opgedragen.
De laatste eigenaar, dr. Popta. zoo
schrijft men aan „De Nieuwe Ct.",
oudste advocaat voor den hove
Friesland, kocht in 1687 Heringa
State van de erfgenamen der fami
lie Van Eysinga en bewoonde tot
zijn dood in 1712 liet gebouw.
Bij testamentaire beschikking ver
maakte hij Heringa State en al zijn
bezittingen aan het Arme Vrouwen
Gasthuis te Marssum, door hem in
zijn laatste levensjaren gesticht.
Sinds dien was Heringa State tot op
heden in gebruik bij de heeren voog
den van genoemd Gasthuis, maar be
kend onder den naam van het Popta-
Gasthuis.
Ofschoon Heeringa State uitwen
dig in den loop der tijden veranderd
is, bleef het inwendige vrij goed be
komen van den auteur in dramatisch
werk altijd storend, hier voelen we
dwie storing niet, omdat de dramati
sche inkleeding. slechts het uiterlijk
gewaad tis, waarin de auteur haar
levenswijze woorden kleedt. Van die
woorden geniet men voortdurend,
tiert boek staart vol aphorism en, ge
dachten, die 't bewaren in:öns geheu
gen meer dan waard zijn..
En wat nu do intrige betreft, de
teekening moge misschien dan niet
enkel om haar zelve gegeven zijn, zij
biedt ons toch een uiterst-fijn beeld
van de gedachte-strooimingen ten tijde
der Fransahe omwenteling. We heb
ben in 't algemeen daarvan slechts
de ruwe buitenkant gezien, en veroor
deeld; dit boek geeft kiik op het ideëel
innerlijk van die beweging, en het
leert ons waardeeren.
Ook daarom is hert een kostelijk
werk, dat ik in veler handen wensch.
De uiterste diag, door
Jens Johannes Jörgemsen, vert,
door Kees Meekel. Uitg. C. L.
v. Langerihuysen, Amsterdam.
Uit 't „voorwoord" dat de vertaler
geeft, blijkt, - dart de Deen Jörgensen
een „bekeerling" is, vermoedelijk een
voormalig atheïst, die tot de Roomscöi-
Kafcholieke kerk overging. Ook uit het
boek, waarin de strijd van zulk een,
of eigenlijk het onbevredigend leven
•van zulk eem man, die ten slotte al
leen in de erbarming Gods troost
waard, waarvan de fraaie eikeube-
timmeringen en meubels, rijk met
fraai uitgevoerd snijwerk voorzien,
alsmede de nog - aanwezige oudé
•schouwen getuigen.
Bekend is de aan de stichting be-
hoorende zoogenaamde Popta-Schart,
thans in bruikleen afgestaan aan het
museum van het Friesch Genoot
schap te Leeuwarden, bestaande uit
prachtig gedreven zilverwerk, onder
welk een groote schotel, waarvoor te
vergeefs een som van f 100,000 gebo
den werd.
Heringa State-wordt jaarlijks door
vele vreemdelingen bezocht.
GERAAMTEN.
Aan de zeedijken van de polders
van Oud-Vossemeer wordt voor de
dijksverhoogingen en verzwaringen
veel grond weggegraven en daarbij
heeft men in de laatste dagen op en
kele plaatsen gestuit op doodsbeen
deren ,die afkomstig zouden zijn .van
aldaar begraven Spanjaarden, welke
ten getale van honderden zouden ge
sneuveld zijn in 1588 bij een misluk
ten overtocht over de Eendracht naar
het eiland Tholen.
DE TWEEDE KAMER
heeft gisteren de lijst barer werk
zaamheden in openbare zitting aan
gevuld met eenge ontwerpen vange-
ringeren omvang en met een interpel
late van den heer Verhey over de ge
bleken onzeewaardigheid van vis-
scheTsschepen.
Zij kwam* niet gereed met de be
handeling van het voorstel van wet
om ƒ250.000 subsidie te geven als bij
drage in de kosten van herstel en
versterking van de bedijking van den
Eersten Bathpolder. in Zeeland noo
dig geworden door de welbekende
overstroomingen in Maart j.l.
Want over dit ontwerp bestond
nog al velschil van gevoelen.
De heer Lucasse achtte het werk
Aoornamelijk in het spoorwegbelang,
dus Rijkszaak en kon er in komen,
dat de provincie geen subsidie gaf.
De eigenaren, door een ramp ge
troffen, konden ook niet aansprake
lijk worden gesteld. Dat waren de
heeren Van Foreest en Van Kol niet
met hean eens. Eenige heeren hadden
een vennootschap gevormd om de
gronden van den polder over te ne
men en zij vonden, dart de Staart geen
reden had om aan de speculatie een
cadeau van 21/2 ton toe te voegen,
te minder nu voor inundatie geen
gevaar meer bestond na dé verzwa-
ring van den reeds a an beste eden
spoorwegdam. Beide heeren hadden
nagenoeg dezelfde argumenten, maar
ieder zei het natuurlijk op zijn wij
ze dei heer Van Foreest bedaard, de
heer Van Kol scherp. Deze achtte de
getroffen .maatregelen verkeerdhet
hier aangewende geld kon beter be
steed worden.
Ook de heer Lely betoogde, dat dit
ontwerp iudruischte tegen ons wa-
te,rstaatsrechtde Provincie h'ad de
verbeteringen aan te brengen, maar
zij toonde zicli niet op dé hoogte van
haar plicht. Voor Staatsinmenging
ware reden geweest, om de wet te
doen eerbiedigen n'et voor een sub
sidie. Met de an deren adviseerde ook
de heer Hennequin tot verwerping
.van het wetsvoorstel, terwijl de heer
De Waal Malefijt het betoog van'
den heer Lely steunde, doch t wets
voorstel verdediging vond bij den
heer Fruytier.
Daarna: werd het in bescherming
.genomen door Minister Veegens. De
ze betoogde, dat onmiddellijk na de
ramp van 12 Maart gewerkt moest
worden, niet met papier en pr-oces-
cen, maar met dijkmateriaal en spe
cie. Men la warn dius overeen om de
spoorwegdaan te veranderen, doch
daarnaast bleef, om liet gevaar van
inundatie. dijkversterking noodig.
Daarvoor nu moest het subsidie die
nen men kreeg dan rijkstoezicht op
de uitvoering, wat om het spoorweg-
belang gewenscht was. Rechtens
achtte de Minister de voordracht ook
juisthij wist geen andere oplos
sing waarmede het belang "dër zaak
beter zou zijn gediend.
Dinsdag 11 uur voortzetting.
BRANDEN.
Te Lienden is de landbouwerswo
ning van A. Verkuil door het in
brand raken van een petroleumtoe-
stel in asch gelegd. De inboedélwerit
gedeeltelijk gered. Alles was verze
kerd.
Woensdagnacht heeft een hevige
brand gewoed te Zwammerda.m. Om
twee uur brak ten gevolge van het
omvallen eener lamp brand uit in het
perceel van den bakker L„ midden
in het dorp gelegen. Snel grepen de
vlammen om zich heen, zoodat niet
alleen het huis van den bakker zelf,
vindt, wordt besdhreveu, blijkt dit
eetndgszms. „Onder den indruk die<a
ik ontving, zoowel voor zijn machti
ge pei'Soonlijüuheid als van zijn nobele
'denkwijze, ben (ik deze vertaling be
gonnen, om tevens daardoor iets bij
'te dragen tot oneerdere kennis
name b ij mijin iandgenooten, van
de hoogstaande werken van dien
Deansöhen schrijver". Aldus de heer
Kees Meekel, dóe m. d. zijn dankbaar
heid had bahooren te rtoonen in beter
Nederlandsoh dan hij 'hier geeft
Want even slordig als dit „woord
vooraf" is het boek zelf, met een voort
durend, onmachtig, pogen om mo-
dern-Nederlaindsch te geven. Dit
jammer. Want zelfs uit dit slecfit-ge-
sdhreven boek blijkt, dat het origineel
inderdaad een „hoogstaand" werk
moet wezen, dat ook literair verdien
sten heeft.
Daarom zal de lezing van „De uiter
ste Dag", waarmee „de laatste", of
„de oordeelsdag" bedoeld is. niet te-
teleurstellen, tenzij dan dat men be
hoort tot hen, die alleen boeken lezen,
waarmee ze 't van a tot z eens kun
nen zijn.
Dat het Nederlandsch slordig is, zal
ik maar .niet gaan bewijzen. Wie 't
leest zal 't zelf ziecn:, wie 't niet leesrtf,
zal 't niet .liimderen, evenmin als \xexn
de slechte correctie hinderen zal. De
uitgever had da arop wel mogen let
ten.
DRIESTAR.