RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die ,,Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Donderdag morgen oplossingen zenden, worden in tiet volgend nummer bekend ge maakt.) 1. (Ingezonden door Gretka Kuiper.) Met m ben ik een lichaamsdeel. Dat niemand missen kan Met z een werktuig, dat ge vindt Bij ied'ren timmerman. Met k wordt ik heel vaak geplant Om tuin of bouwland heen. Met w moet 'k aan het marktplein Kent gij mij, ja of neen? 2. (Ingezonden door Truus Staal.) Mijn geheel bestaat uit zeven let ters en is een plaats in Friesland. 2 3 4 is fijn. 1 6 7 is een boom. Met de 5 3 7 1 6 7 eet men. 3. (Ingezonden door Dirk Herschoe). Welke meisjesnaam van vier let ters blijft omgekeerd hetzelfde 4. (Ingezonden door Adriaan Mars.) Mijne eerste is een letter van het A. B. C. mijn tweede houdt het wa ter tegenmijn geheel is een stadje in Noord-Holland. 5. (Ingezonden door Cato Harkmans.) Wat er golft in de oceanen, Wat er vloeit in meer en vliet, Wat er neerdrupt langs de wangen Als de tolken van 't verdriet Wat er murmelt in het beekje, Wat er parelt in 't gebloemt, Heb ik met twee kleine woorden Nu vijf malen reeds genoemd. 6. (Ingezonden door Betsy en Trijn tje Frölich.) Als d'eersten in de laatste komen, Wordt 't leven haar weldra ontno men. 7. (Ingezonden door Age Beinema). Men klimt langs mij heel vlug en wel, Onthoofd, keer me om, dan loop ik snel. 8. (Ingezonden door Marie Sernée). Met welke gom kan men niet plak ken 9. (Ingezonden door Helena van der Putten.) ankodpvlre Welk park in Amsterdam kunt ge uit bovenstaande letters maken? 10. (Ingezonden door Gerard Hamer.) Zoek uit onderstaand/en zin een be graven stad. Laat gerust je portie liggen, als 't je te veel is. Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsel der vorige week zijn 1. De gelaarsde kat. 2. Koevorden. 3. Scheven 1NGEN, Scheveningen. 4. Piet Hein. 5. Parijs, Patrijs. 6. Spreeklokaal. 7. Pijnbank. 8. De nul. 9. De torenwachter. 10. Zonsverduistering. Wedstrijdinzend'ingen ontving ik deze week van Anthonie Jansen, een inzender zon der naam, Leo Pielage, Harry van der Horst, Nog een inzender zonder naam, Hans Pielage. Goede oplossingen ontving ik deze week van Hendrik en Gerda Groeneveld 8, Mien Uytendaal 7, Dirk Herschoe 10, Anna Groot 7. Cato Harkmans 9, Bet sy en Trijntje Frölich 9, een inzender zonder naam 8, nog een inzender zonder naam 8, Kniertje Stam 5, Ma rie en Anna van Zutphen 10, Johan na Vaster S. Johan van Hezel 9. Jan de Haan 8. Johannes Stoelman 5. Anna van der Horst 6, Marie en Jo hanna Bijster 7, Suze Schotrnagel 9, WiJhelmina Vroom, 7, Alida de Blazer Gerard Hekkelman 7. Een prettige Verrassing (Bekroond verhaaltje van Marie Groenewegen). Mevrouw Verduin zat met haar drie kinderen, Annie, Henk en Wïm, in de gezellige huiskamer. Het eten was juist afgeloopen en Vader was nog even uitgegaaïf om een boodschap te doen. Annie hielp met het afnemen van de tafel, *want ze was Moe's eenig dochtertje en een handig meisje. Henk ging zijn schoolwerk ha len en Wiin, die pas vijf jaar was en dus nog niet naar school ging, deed zijn geliefkoosd spelletje de spoor trein. Als iemand aan hem vroeg: „Wat word je, als jé groot bent, Wim antwoordde hij altijd „Wel, conducten r", op een toon alsof dat vanzelf sprak. „Ringeling, ging eensklaps de bel en zoo hard, dat Wim zei„Nu, we zijn heusch niet doof, hoorBen oogenblikje later kwam Rika, het dienstmeisje, binnen, sjeuwend met een verbazend groot pak. „Het moet hier zijn. Mevrouw." Rika legde het pak op de tafel en meteen was rij de kamer al weer uit. want ze had het nog druk vandaag. ,THe, MoëS". riep Annie uit, „van wie zou dat nu zijn, en.... maar Henk, kijk toch eens, er staat op Voor de kleine Verduintjes, en het komt uit, Den 1-Iaag. dus bepaald van Oom Theo, en het is voor ons Oom Theo woonde in Den Haag en was de liefste oom dotr kinderen. Dik wijls stuurde hij hun aardige ver rassingen, en nu weer zoo'n heerlijk groot pak „Hoera", riep Henk, „wat heerlijk, Moe, maakt u het gaulw open en van louter plezier nam hij Wim bij den arm en danste de kamer met hem rond, maar Meld plotseling stil. toen Moeder de schaar uit haar werkmandje haalde. Annie klom gauw op een stoel om toch ook goed te zién, want Henk en Wim haddén de beste plaatsjes al in genomen. Nu zette Moe de schaar in bet touw.... maar 'hield ineens op en zei plagend„Eigenlijk moesten we maar wachten tot Vader thuis is, vinden jullie niet?" „TIé, maar Moe", riepen ze alledrie uit met zulke teleurgestelde gezich ten, dat Moeder zei„Nu, vooruit dan maar", en knip, daar was het touwtje los. Natuurlijk was het pak toen in een oogwenk open En wat kwam er toen al niet uitHenk kreeg van Oom Theo een mooie too- veiiantaairn met grappige platen ex- bij. Toen kwam er een groote doos te voorschijn waar op stondVoor Annie, en toen ze hem opende zag ze er een beeldige pop in liggen met een snoezig gezichtje en blonde krul len. Of Annie in haar schik wasEn wat was Wim blij met zijn spoor, die op rails reed en waar heusch een station bij was. Hij kon maar niet begrijpen hoe Oom vist. dat hij daar juist zoo naar verlangd had. Toen Vader thuis kwam, liep het drietal hem al bij de deur tegemoet en vertelde zoo verward van alles, dat hij er eerst niets van begreep. Wat keek hij op, teen li ij al dat moois zag! „Hé, Moe", zei Annie, ..mag ik straks een schortje gaan maken voor mijn pop, om de mooie rose jurk schoon te houden .Neen, hoor", antwoordde Moe, la chend om haar opgewondenheid, „daar komt niets van in, het is haast bedtijd, maar morgen na schooltijd mag je beginnen." Vader hielp Wim om zijn spoor te laten rijden en den volgenden Zon dag zou Henk's tooverlantaara ver toond worden. „Nu is het pas Woens dag". zuchtte hii. „wat dxxurt dat nog lang Den volgenden dag schreef Va dei- een brief naar Oom, en de twee oud sten sloten er ieder ook één hij in. Zelfs Wim krabbelde iets dat letters moesten verbeelden. Nu, Oom Theo had ér heel veel ple zier van EEN VRAAG. Wie van de vriendjes ot vriendinne tjes van onze rubriek weet een tehuis voor een aardig klein poesje.' 'tls eén mooi Cypersch katje met een witte dras, witte pootjes en een wit snuitje. De eigenaar wil het gaarne over drie a vier weken afstaan-, heit. is dan zindelijk en kan alleen eten. Wie het weet mag het zeggen Brievenbus Brieven aan cle Redactie van <Je Kinder-Af deeding moeten gezonde® worden aan Mej. M. C. van Doom, Sopbia- straat. No. 22, Haarlem) M e j. A. B. Ik hoop hJermiede aa uw verzoek voldaan te hebben. U vindt het zeker wel goed, dat ik de vraag in het enkelvoud gesteld lxeb Komen er aanvragen bij mij in, dan zeurt ik U die natuurlijk op. Mijn' vrieiudelij- ken dank voor Uw belangstelling in onze rubriek Jo v. d. .0, We'd, Jo, wat vond ik hot jammer, dat je brief de vorige week te laat wasIk zal je nu maar gauw troosten en je vandaag het al lereerst een beurt gevendat is zeker wél naar je zin, is 'tniieit? Wat heb je een heerlijk reisje gemaakt, en wat heb je -veel gezien En wat waren de toekeningan in je brief aardig Ik zal je brief goed bewaren, want ik vind het leuk om je beschrijving van dien prettiigen dag la/ter nog eens over te lezen. En vond je dat op de boot naar Dordrecht, gaan niet plezierig? Ik wil wel gelooven, dat je heel erg moe was toen je 's avonds thuis kwam. ,1e slieo zeker heerlijk na al die pret, is 't niet Hoe is het met Annie: ga je nog vel eens naar Zandvoord, toe? Dag, Jo, veel groeten voor Móéder en voor je zelf. Ileb ik je nu geen langen brief geschreven Corri e, J o c w en de twee M's. Die Corrie zal blij zijn. dat de vacan tia begintAl dat werk is nu zeker goecl en wed afgemaakt, en Corrie heeft een heerlijk rustig gevoel over zich, of heb ik dat zoo mis De warm te maakte Joco en de twee M's zéker slaperig: 'tis maar leuk, dat dat drietal 'tzoo goed met elkaar kan vin den Die Joco zal ook een goede tijd hebben in de vacantie, dan mag hij zeker nogal eens mee uit Fiets en wandel maar prettig 11 e<n) d r i k en Gerda G r. De >ne week heeft Gerda liet druk, en de andere week Hendrik wat is het goed, dat de vacantie begint en dat jullie nu een beetje uit kunt rusten van al die drukteOf is het zoo erg nu nog niet met jullie Hebben jullie Woensdag plezierig gefietst Mooi dat je uu weer acht raadsels had<t flink too Mien U. Ja, Mien, liet spijt me van dat achtste raadsel, maar ik kan er heusch niets aan doen, hoor Be denk maar eens wat anders Wat ga je netjes schrijven, zeg Leuk, dat ik je dat eens even kan vertellen, hè Cato H. Wel, Catotje, zijn de voordrachten mooi gegaan, en heb je je geen enkele keer vergist En nu schoot ik er bijna bij in met den brief! Krijg ik nu van de week een dubbel lange brief van je, zeg? A u t li o n i e .1. - Wat kan jij prach tige brieven schrijven! Je kuinit gezel lig vertellen, hoorDe inzending van liet versje was best in orde. Wat zal dat een pret geven in Amersfoort Daax is liet zeker van 's morgens vroet tot 's avonds laat buiten spelen Weet je al waarneer je naar Amersfoort toe gaat Dag, lxoor, veel plezier Anna Gr. Ja, het was saai, dat je in Santpoort geen mooi weer trof, maar zoo héél erg vind ik h>et nu niet, want er komen nog een heeleboei mooie dagen, zullen we hopen, en als het nu nog vacantie ook is, dan hoef je niet te vragen of dat plezierig zal zijnIk ben erg benieuwd, of die dop erwtjes mooi opkamen. Kon je er nu maar zelf een maaltje doperwtjes van eten, hè? J o li a. li v a. n 11. Eigenlijk 'moest ik voor dezen brief hebben gezet „Aan eteni sergeant en een marketen ster". Zou je dan begrepen hebben w/ie ik bedoelde, zeg? Dat soldaatje spelen is een leuk spelletjeen wat leuk,"dat die 'twee kleine meisjes de looppas zoo mooi kennen Je raadsel vind ik niet, zoo erg geschikt,, bedenk maar eens watanders Nee, clat n aar Amsterdam gaan is nu niet voor je pleziermaar het zal wel meeval len, hoorEn zoo'n kranige sergeant is ook niet kleinzeerig, is 't wel Betsy en T r ij n t j e F r. Jullie treft liet dezen keer al heel slecht met de raadselsze hébben allebei al eens in onze rubriek gestaan. Dat is nu jammer, hè Stuur me maar weer eens een nieuw raadsel, maar nu zelf bedenken, hoor! Is het nieuwe hoek naar jullie zin •W5M2? L*i«l0iS&ÏS»gÉMiï Carel T. Of je al geschrapt was? Nee, gelukkig nog niet, maar ik was toch blij, dat ik weer eens een brief van je kreegOver kwalijk nemen denk ik niet, hoor, ik wil wel gelooven dat je het druk heb gehad Je raadsels zijn goed. Het plan vind ik ook heel goed, en ik wil ze graag zien, tenmin ste als je ze zelf gemaakt, hebt an ders kan ik ze natuurlijk niet gébrui ken. En geheimhouden Nu. bedenk maar een mooien naam, dan zul je eens zien wat een geheimzinnige ge schiedenis dat wordt I Ben je nu te-' vrede® gesteld? \V i 1 h e 1 m i n a V r. -- Je best ge daan? Nu, dat moet ook, wat zeg jij; maar ik vind het toch flink, dat je al vast zoo'n mooi begin gemaakt hebt Wat vind je nu eigenlijk prettiger, raadsels oplossen of brieven schrij ven Vertel je me dat eens Johannes Si. Spreekwoorden die met ,,'tls" beginnen, mag je reke nen voor de H (omdat het eigenlijk „Het is" moet zijn), of met I, omdat als je ,,'t Is" schrijft de I de eerste hoofdletter is. Heb je "tnu goed be grepen ret ha. K. Ja, mijn vriendin netje Neflly is wel een beetje grooter dan jij bent, en hoe ze verder heette, heb je ook goed geraden. Was dit raadsel ook van den scheurkalender. Greet je'? Ik zal het in de courant zetten, hoor! Ja zeker, mag je ook een versje schrijvendenk je, dat. je dat beter kent dan spreekwoorden beden ken? II ubertus B. Of je ook mee mag doen? Ja zeker, dat. vind ik heel goed Ik ben blij, dat je goed je best wilt doen en veel van raadsels oplos sen houdt. Ik hoop, dat je een trouw vriendje van onze rubriek zult wor den. Heb ik je nu geen mooien brief geschreven Ca t, har in a K. - Is de vacantie nu al begonnen, Catrientje? Vacan tie vacantie, ik hoor over niets an ders meer dan over vacantieDan krijg je ook mooi den tijd om je zak doekjes af te maken, hè Wat zal dat een geduldwerkje zijn Schiet je ai goed op? Ik hoop, dat je nog tijd kunt vinden om aan den wedstrijd mede te doien En vendér tot de volgende week M a r i e en om de beurt zou een beetj je gelijk in uvu eons een Johan, Suze, samen Wat Wat jammer, gaat liet nu A n'n a v a li Z. Nee, een lettertje schrijven e te lastig zijn, daar heb Verbeeld je, clat ik daar brief kreeg van Gerd.a, Marie en Anna allemaal zou dat grappig zijn dat je hondje ziek !s veer wat heter Suze Scli. Nu, jij kunt ook: mooie dubbele brieven schrijven, zeg 1 Maar ik wil ook wel gelooven, dat je op zoo'n- storinachtige® dag zin in schrijven krijgt! Gelukkig, dat er nog heel wa;t mooie dagen zijn ook en dat het. mi et altijd te koud is om naar het strand te gaan. Ja, Suze, schrijf maar eens een veis je voor me op, dat vind ik bestMoet Gerda je een boek te rug brengen Maar dat kan toch zeker wel wachten tot je weer in. Haarlem bent, is 'tniet? Ja, het raadsels oplos sen doe je voor je plezier, vind je clat Met goed'? Jan de H. Of ik het goed vind, dat je weer mee gaat doen aan wed strijden en raadseloplossingen? Jaze ker, ik vind liet uitstekend. Ik ben blij, dai het boek naar je zin was Dat spreekwoorden zoeken is note zoo gemakkelijk niet als 'twel lijkt," hè, Jan? Gaat. Frits ook weer mee doen of weet je dat nog niet? J oh an na V. Durfde je niet in te sturen? O, Jo, laat jc niet uitla chen! Is daar nu zoo'n moed voor noodig, zeg Je hadt dezen keer knap opgelost, hoor, maar heusch. als je voor je zelf kunt zeggen: „Ik heb mijn best gedaan", dan hoef jc je toch nooit te schamen, ook al vind je er eens niet véélIs 't nu goed Adriaan M. Zoo. was dut een vergissing van die wedstrijdinzendiner; wat dom van me, hè? Ik vind het best Jansje ook mee gaat doen. Wat heb je me een mooi versje gestuurd Ik vond het erg aardig Telde dit nu voor wedstrijdinzending of heb ik 't nu weer mis? Veel groeten voorJnlis je en voor jou Marie Gr. Marietje is van de week een van de laatste®, maar ge lukkig weet ik wel, dat je daar niet boos om zult kijken En nu moet ik eerst eens beginnen met je te feliciteo- ren met je kleine nichtje. Wat heer lijk, hè Hoe moeten de twee kleine Mien tj es nu genoemd worden, om ze uit elkaar te houden Kleine Lena zal wél erg blij zijn met zoo'n aardig speelkameraadje, al is 't speelkame raadje vooreerst wel wat ie klein om te spelen. En nu je verhaaltje Wel, daar hoef ik je al niet meer op te antwoorden. Staat liet niet goed zoo Ik hoop, dat ik ook eens een soort van dagboek-verhaa'ltje over een van de kleintjes van je krijg, of heb je daar vooreerst nog geen moed toe Harry en Anna v. d. 1-1. Pret tig, d-at ik jo spreekwoorden al kreeg 't is een heele rij geworden, hè En een heel werkje om ze allemaal netjes op te schrijven En Anna gaat naar Leiden toe? Jongens, wat prettig; Ik wil best gelooven, dat je daar blij mee bentAls het zoo regent, is riet niet prettig, om zoo'n lange wande ling te gaan maken, hè Ik hoop, dat het de volgende week mooi weer is als je den brief gaat wegbrengen Gerard II Je raadsel is goed, Gerard Ga je ook braaf pret maken in die drie vakantieweken Zeker flink wandelen en buiten spelen, en aan plezier geen gebrek! Je was nog precies op tijd met je briefje, maar 't had heusch niet veel gescheeld. Ge lukkig maar, dn.t je nog net niet al te laat was, hè Jolia. nna en Mar ie B. Wel, wél, wat een mooie verzameling raad sels Ik za.l eens nazien wat ik daar van gebruiken kan! Wat zijn je nicht je en neefje daar aardig aan liet wip pen Lijkt het portret goed .fa, de brief zag er dezen keer heel netjes uit; maar zoo moet het toch eigenlijk altijd zijn; hen je dat niet met me eens? En Jo is dus klaar om aan 't lecren te gaan. Wat zal er met die vreemde talen pen geleerdheid in je bol komen M. C. VAN" DOORN. e i houd daarvan ik houd niet van oude schuld. En -dan -blijven we ook goede vrienden, niet waar? Een uur later moest Trui aan ta fel voor drie personen dekken. Eiken dag steeds drie. Na verloop wam ©enige maanden hoorde men onder de paartjes, die zich in het 'huwelijk zouden begeven o. a. den heer Armand Baluchet en Charlotte Chapoulot. En papa vertelde aan iedereen die 't hooren wilde: Als je een huwbare dochter hebt, o huisvaders leent dan nooit, geld van een jongmensch dat moet je veel te duur betalen. Ik heb eens 41 sous geleend en heb ze terug-be taald met... mijn dochter en een bruidschat van tachtigduizend francs Ook een Patiënt. Uit het Deensch van PETER NANSEN. De chef-arts kon uit het geval niet wijs worden. Recruut No. 13 van de 3de kompag- nie was wegens een zwakte in het linkerbeen naar het hospitaal ge stuurd. Hij kon er niet op staan. Het was alsof hem al het merg uit zijn knoken gedroogd was zooals hij het in zijn Kopenhaagsche jargon uitdrukte. Hij was van zijn beroep schrijnwerkersknecht en van aanzien een buitengewoon hupsche jongen. „Allemaal larie 1" bromde de chef- arts tegen zijnen assistent, nadat hij het been van No. 13 de eerste maai had onderzocht. „De kerel houdt ons eenvoudig voor het lapje. Hem man keert -niets. Maar gelukkig hebben wij hier bij den troep er wel een mid deltje voor, om met zoo'n snuiter klaar te komen. Wij zullen hem wel kureeren 1" Inderdaad zag het been van No. 13 er ook alles behalve ziek uit. Het- was een van de meest-welgevormde beenen, die men zich denken kan feitelijk klassiek, direct om te model leer en. Evenwel sloeg de chef-arts den bal mis, wat betrof zijn vertrouwen op de snelle werking van de militaire genees-methode. Én toch werd deze in haren vellen omvang en zoo kracht dadig mogelijk op No. 13 toegepast. Zij begon met koorts-diëet en eene Spaansc'he vlieg. Daarop kwam die electriseér-rnacMne op de proppen eerst de kleine en toen de groote. Het was overigens de moeite waard om te zien, als No. 13 geëleclriseerd werd. Hij -presenteerde bij de kolos sale electrische ontladingen eene in derdaad bijzonder mooie werking van de menschelijke spieren. Overigens bleef No. 13 onbui; zaam. Hij kromde zich onder d-e executie en stiet af en toe een niet meer te bedwingen schreeuw van pijn uitmaar het been was en bleef krachteloos. Voor en na. elke electri sche behandeling, d/ie de chef-arts met eigene, geoefende hand aanwend de, werd No. 13 naast zijn bed opge steld. Hij zakte oogenbli-kkelijk aan de linkerzijde ineen. Het been kon hem niet dragen. Op de electrische kuur volgde de waterkuur. Eiken morgen en eiken avond kreeg No. 13 stort- en stra,af baden. De temperatuur van deze dou che werd tot het laagst geoorloofde minimum gebracht. No. 13 vei-klaar de dat hij klappertandde als een hond. Maar „dat wilde hij wel ver dragen als het maar hielp." Het hielp echter niet en de be handeling werd voortgezet. No. 13 was bij de zieken-oppassers geen po pulaire patiënt. Tweemaal daags moesten zij hem op eene burrie naar het wasch- en badhuis dragen. En gedurende het had zelf hadden zij de grootste moeite om hem rechtop te houden. Hij viel telkens naar links om. Daargelaten nu, dat men hem ver dacht van simuleeren en dat hij aan de oppassers veel extra moeite ver oorzaakte, moest men toegeven dat No. 13 een voorbeeldige patiënt was. Hij gedroeg zich altoos zeer beleefd en vriendelijk bijna beschaafd en nooit verried hij door een woord of gebaar eenig misnoegen over de krasse behandeling, die hem werd aangedaan. Integendeel. Hij scheen buitengewoon dankbaar voor de moeite, die de chef-arts zich voor hem getroostte. Dat men hem voor een bedrieger hield en 'hem al-s zoo danig tracteerde, daarvan scheen hij zélf, ondanks de zeer duidelijke wen ken, niet het flauwste vermoeden te hebben. Van lieverlede dwong hij zelfs den chef-arts bijna bewondering af. enden welstand, op het koorts-diëet enden welstand, op het koorts-diëet van wittebrood, melk en thee geteerd bod, zei de de chef-arts tot -hem „Je moest nu toch eens p robeeren, je heen zoetjes aan wat m beweging te zetten, zoodat wij je iets stevigers te eten zouden kunnen geven. Want je begrijpt wel, dat wij een patiënt met zulk een zwakkelijk beengestel niet met zwaren kost kunnen voede ren. Verlang je niet eens naar een go eden biefstuk No. 13 keek den chef-arts met roe rende dankbaarheid aan en zeide „Neen hartelijk diank, dok-ter maar ik verlang naar niets. I-k ben méér dan tevreden met het eten dat ik krijg." „Verduivelde kerelbromde de chef-arts. terwijl hij naar de andere kamer ging. „Dat is, zoo waar als ik leef. de halsstaa-iigste schurk, dien ik nog ooit ontmoet heb Op dezen dag werd bevolen, -dat No. 13 zou gewogen worden. In de daar opvolgende week, nadat hij weder acht dagen op koorts-diëet geleefd had, werd hij wederom gewogen. Hij bleek drie pond zwaarder te zijn ge worden. Van nu af was het hart van den chef-arts vol gerechte sympathie met No. 13. „Natuurlijk 'houdt hij ons voor den gek zeide hij „maar desniettemin is het kranig. Dat de vent nog naar eene strafkolonie ver zeilt, daar twijfel ik niet. aan. Maar ik zou hem gaarne iets beters gun nen. Hij is er te goed voor." De „wetenschappelijke martelku- r6n". zooals de chef-arts zich uit drukte, werden niettemin geregeld voortgezet. Hoofdzakelijk om het principe. Want feitelijk had de chef- arts de hoop opgegeven, dat No. 13 zou klein te krijgen zijn en hij be gon reeds te spa-eken van de moge lijkheid om hem voor het gerecht te stellen. Daar geviel het op een zekeren dag dat de chef-arts erg slecht gehu meurd was. En toien hij nu bij No. 13 kwam, tracteerde hij hem op zulk eene krachtige portie electriciteit, als de ai-me kerel nog nooit gekregen had. Rondom het bed, waarop het slachtoffer zich kronkelde, stonden de assistent-arts, de korporaals do oppassers en de verpLeegster. juf frouw Svingstrup, de jongste van de hospitaal-dames, ,,de schoonheid", zooals zij werd genoemd eene groo te zwartoogige jonkwouw van tus- schen de dertig en veertig. Plotseling stiet No. 13 een luiden schreeuw uit en op hetzelfde oogén- blik, barstte juffrouw Svingstrup los in een krampachtig snikken. Meteen liep zij de zaal uit en wierp zich in haar slaapkamertje op haar bed. De chef-arts hield even op. „Ga eens heen en giet haar eene kan water over haar hoofd", zeide hij tot den assistent. Daarop diende hij aan No. 13 opzettelijk nog een paar solide ontladingen toe. Toen hij echter na een poosje met den assistent buiten op de trap stond, zeide hij „Hebt u, waarde collega, ooit de ervaring opgedaan, dat juffrouw Svingstrup sentimenteel van aard is „Neen nooit, om u de waarheid te zeggen." „Ilc ook niet Hoe denkt dan de jonge moderne wetenschap over het gevalletje v-a-n daareven „Hm, hm. geachte chef. Ik ver moed dus dat hare zonderlinge hou ding van daareven misschien het ge volg was van eene nerveus© over spanning, die „Waarde collega permitteer mij de opmerking, dat u geen menschen- kenner bent. Mijne meening is, dat wij nu voor de oplossing van het raadsel staan." „Van welk raadsel?" „Het raadsel van No. 13.... Hoor eens, beste dokter, doe nu eens pre cies wat ik u zeg. Vanmiddag ver klaart u uit mijn naam, dat juffrouw Svingstrup wordt overgeplaatst naar de zaal voor kliergezwellijders en dat het, wegens het gevaar van be smetting, aan den oppasser en de verpleegster uit die zaal verboden is, met. iemand anders in het hospitaal te verkeereu. Met andere woorden zij heeft voorloopig kamer-arrest. Daarop verdeelt u juffrouw Sving- strup's patiënten zóó, dat n het doel matigst oordeelf. Maar No. 13 trans porteert u naar den anderen vleugel, naar de Xantippe mevrouw Morten- senBegrepen?" „U vermoedt dus, mijnheer. De assistent glimlachte oolij-k. „Juist. Doe maar eens net zooals ik u gezegd heb." No. 13 had twee dagen bij me vrouw Mortensen gelegen en dezelf de zorgvuldige behandeling, met koortsdiëet, baden en electriciteit, was hem toegediend geworden. Toen op den derden dag de chef arts bij zijn ziekbed stond en hem naar zijn bevinden vroeg, antwoord de de patiënt „Wel, meneer de chef-arts. nu ge loof ik toch, dat het zachtjes aan be gint te beteren. Ik heb zoo een gevoel alsof ik in het zieke been w.eea- wat kracht begin te krijgen." „Den hemel zij lof en dank 1" riep de chef-arts. „Dacht ik het niet, dat de electrische kuur je helpen zou? Je zult eens zien, met nog een dag of tien exfcra-eleclriciteit, dan hebben wij je weer op de been als een braaf soldaat Waarop hij No. 13 terstond de por tie toediende, als hem voor den dag toereikend scheen. De verwachting van den chef-arts werd schitterend verwezenlijkt. De week was nog niet om, of liet been van No. 13 was weder perfect in orde. Op -den dag dat hij uit het hospi taal zou worden ontslagen, werd hij bij den chef-arts in diens spreekka mer ontboden. Met de uniformpet op het hoofd trad de oude heer hem tegemoet. „Ik zou je in het eachot kunnen la ten stoppen, No. 13. Weet je dat wel?" „Jawel, meneer de chef-arts." „En dat doe ik misschien ook nog. Want wèl beschouwd is het mijn plicht Voor den drommel, kerel, waarom zeg je geen woord Heb je niets tot je verontschuldiging aan te voeren „Ja wat zal ik u zeggen, meneer de chef-arts? Zij was de knapste meid, die ik ooit van mijn leven ben tegengekomen." „Hoe kende je haar dan „Ik zag haar eens hier in het hos pitaal, toexf ik een zieken kameraad bezocht. „En toen?" „Ja toen verliefde, ik op haar -— eax zij op mij. Dat kan zoo gebeuren, meneer de chef-arts. Wat zal men daartegen doen?" „En verder.?" „En verder Ja. ziet u, toen spraken we af dat ik mij ziek zou melden." „Waarom „Wel om bij mekaar te kunnen zijn." „Jou schobbejakIk stop je tóch nog in het cachot „Ja. dat heb ik wel verdiend, me neer de chef-arts. Maar het ligt er nu eenmaal toe en het heeft zoo moeten wezen." „Hoor eens ik zal je eens wat zeggen. Jij trouwt nu dat meisje, hoor „Niets liever, rneneér de chef-arts. Het is. evenals ik u zeg, de knapste meid, die ik' ooit van mijn leven ben tegengekomen en dat zij goed van koken is, dat heb ik ondervonden." De chef-arts krabde zijn hoofd on der zijn pet. Plotseling smeet hij dit insigne van zijne waardigheid op de tafel en riep „Jou leepe schavuit! Je dacht mij bij den neus te hebben, hè Zie daar ik zal je niet rapporteei*en. Maar een man een man, een woord een woord I Je trouwt dat meisje, hooren ik zal peet staan voor je eerste -kind. Dat is wel het min ste wat ik van je verlangen kan. En als het een meisje is, dan laat je het Elektxine doopen. Voor mijn part kan je den naam dan afkorten tot Trine. Heb je mij goed verstaan „Tot uwe orders, meneer de chef- arts." DE STRIJD TEGEN HEI ALCOHOLISME. Men zal aan een referendum van kiezers uit het Zwitsersch-e kanton Thurgau een uiterst streng wetsont werp tegen het alcoholisme voorleg gen. Het voorstel is door den Staats raad van dit kanton opgesteld en wil de verplichte overbrenging van aan den drank verslaafde personen naar een „Trinker-Heilanstalt". in richting voor genezing van dronk aards. Zijn ze ongeneeslijk, dan wor den ze in een asyl opgesloten Verscheidene Zwitsersche. kantons hebben reeds sanatox^a voor dronk aards opgericht, doch het verblijf daarin was nimmer verplicht. DE TERUGKEER VAN TWEE GLOBE-TROTTERS. Van de vale globe-tx-otters, die ztcü voornemen een reis om de wereld te doen, zijn er zoo^weinig, die slagen, dat het geval van" het echtpaar De Geuard wel de vermelding waardie. 17 Mei 1896 uit Parijs vertrokken met tien stuivers op zag, gingen ze de weddenschap van hun reis om de we reld aan. Tien jaar labffzijn ze van land tot land getrokken, levende van de opbrengst van geschilderde porse leinen bordjes, of op verschillende plaatsen van hun vischvangst; In Marokko waren ze gedurende acht dagen gevangenen van den pre tendent te Oesjda, (24 Dec. 1905—4 Januari 1906). Dezer dagen ai-rTVeerde het moedi ge echtpaar in België, te Bohan (Se- moy) komende uit Nouzon, waar ze een nacht in het bosch moesten door brengen. Den eersten September gaan ze 'naar Parijs om voordrachten te hou den over hun wedervaren. r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11