RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die ,,Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen van de
kinderen, die mij vóór Donderdag
morgen oplossingen zenden, worden
in tiet volgend nummer bekend ge
maakt.)
1. (Ingezonden door Gretka Kuiper.)
Met m ben ik een lichaamsdeel.
Dat niemand missen kan
Met z een werktuig, dat ge vindt
Bij ied'ren timmerman.
Met k wordt ik heel vaak geplant
Om tuin of bouwland heen.
Met w moet 'k aan het marktplein
Kent gij mij, ja of neen?
2. (Ingezonden door Truus Staal.)
Mijn geheel bestaat uit zeven let
ters en is een plaats in Friesland.
2 3 4 is fijn.
1 6 7 is een boom.
Met de 5 3 7 1 6 7 eet men.
3. (Ingezonden door Dirk Herschoe).
Welke meisjesnaam van vier let
ters blijft omgekeerd hetzelfde
4. (Ingezonden door Adriaan Mars.)
Mijne eerste is een letter van het
A. B. C. mijn tweede houdt het wa
ter tegenmijn geheel is een stadje
in Noord-Holland.
5. (Ingezonden door Cato Harkmans.)
Wat er golft in de oceanen,
Wat er vloeit in meer en vliet,
Wat er neerdrupt langs de wangen
Als de tolken van 't verdriet
Wat er murmelt in het beekje,
Wat er parelt in 't gebloemt,
Heb ik met twee kleine woorden
Nu vijf malen reeds genoemd.
6. (Ingezonden door Betsy en Trijn
tje Frölich.)
Als d'eersten in de laatste komen,
Wordt 't leven haar weldra ontno
men.
7. (Ingezonden door Age Beinema).
Men klimt langs mij heel vlug en
wel,
Onthoofd, keer me om, dan loop ik
snel.
8. (Ingezonden door Marie Sernée).
Met welke gom kan men niet plak
ken
9. (Ingezonden door Helena van der
Putten.)
ankodpvlre
Welk park in Amsterdam kunt ge
uit bovenstaande letters maken?
10. (Ingezonden door Gerard Hamer.)
Zoek uit onderstaand/en zin een be
graven stad.
Laat gerust je portie liggen, als 't
je te veel is.
Raadseloplossingen
De oplossingen van de raadsel
der vorige week zijn
1. De gelaarsde kat.
2. Koevorden.
3. Scheven 1NGEN, Scheveningen.
4. Piet Hein.
5. Parijs, Patrijs.
6. Spreeklokaal.
7. Pijnbank.
8. De nul.
9. De torenwachter.
10. Zonsverduistering.
Wedstrijdinzend'ingen ontving ik
deze week van
Anthonie Jansen, een inzender zon
der naam, Leo Pielage, Harry van
der Horst, Nog een inzender zonder
naam, Hans Pielage.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Hendrik en Gerda Groeneveld 8,
Mien Uytendaal 7, Dirk Herschoe 10,
Anna Groot 7. Cato Harkmans 9, Bet
sy en Trijntje Frölich 9, een inzender
zonder naam 8, nog een inzender
zonder naam 8, Kniertje Stam 5, Ma
rie en Anna van Zutphen 10, Johan
na Vaster S. Johan van Hezel 9. Jan
de Haan 8. Johannes Stoelman 5.
Anna van der Horst 6, Marie en Jo
hanna Bijster 7, Suze Schotrnagel 9,
WiJhelmina Vroom, 7, Alida de Blazer
Gerard Hekkelman 7.
Een prettige Verrassing
(Bekroond verhaaltje van
Marie Groenewegen).
Mevrouw Verduin zat met haar drie
kinderen, Annie, Henk en Wïm, in de
gezellige huiskamer. Het eten was
juist afgeloopen en Vader was nog
even uitgegaaïf om een boodschap te
doen. Annie hielp met het afnemen
van de tafel, *want ze was Moe's
eenig dochtertje en een handig
meisje. Henk ging zijn schoolwerk ha
len en Wiin, die pas vijf jaar was en
dus nog niet naar school ging, deed
zijn geliefkoosd spelletje de spoor
trein. Als iemand aan hem vroeg:
„Wat word je, als jé groot bent,
Wim antwoordde hij altijd „Wel,
conducten r", op een toon alsof
dat vanzelf sprak.
„Ringeling, ging eensklaps de bel
en zoo hard, dat Wim zei„Nu, we
zijn heusch niet doof, hoorBen
oogenblikje later kwam Rika, het
dienstmeisje, binnen, sjeuwend met
een verbazend groot pak. „Het moet
hier zijn. Mevrouw." Rika legde het
pak op de tafel en meteen was rij de
kamer al weer uit. want ze had het
nog druk vandaag.
,THe, MoëS". riep Annie uit, „van
wie zou dat nu zijn, en.... maar
Henk, kijk toch eens, er staat op
Voor de kleine Verduintjes, en het
komt uit, Den 1-Iaag. dus bepaald van
Oom Theo, en het is voor ons
Oom Theo woonde in Den Haag en
was de liefste oom dotr kinderen. Dik
wijls stuurde hij hun aardige ver
rassingen, en nu weer zoo'n heerlijk
groot pak
„Hoera", riep Henk, „wat heerlijk,
Moe, maakt u het gaulw open en
van louter plezier nam hij Wim bij
den arm en danste de kamer met
hem rond, maar Meld plotseling stil.
toen Moeder de schaar uit haar
werkmandje haalde.
Annie klom gauw op een stoel om
toch ook goed te zién, want Henk en
Wim haddén de beste plaatsjes al in
genomen. Nu zette Moe de schaar in
bet touw.... maar 'hield ineens op en
zei plagend„Eigenlijk moesten we
maar wachten tot Vader thuis is,
vinden jullie niet?"
„TIé, maar Moe", riepen ze alledrie
uit met zulke teleurgestelde gezich
ten, dat Moeder zei„Nu, vooruit
dan maar", en knip, daar was het
touwtje los. Natuurlijk was het pak
toen in een oogwenk open En wat
kwam er toen al niet uitHenk
kreeg van Oom Theo een mooie too-
veiiantaairn met grappige platen ex-
bij. Toen kwam er een groote doos
te voorschijn waar op stondVoor
Annie, en toen ze hem opende zag ze
er een beeldige pop in liggen met
een snoezig gezichtje en blonde krul
len.
Of Annie in haar schik wasEn
wat was Wim blij met zijn spoor,
die op rails reed en waar heusch een
station bij was. Hij kon maar niet
begrijpen hoe Oom vist. dat hij daar
juist zoo naar verlangd had.
Toen Vader thuis kwam, liep het
drietal hem al bij de deur tegemoet
en vertelde zoo verward van alles,
dat hij er eerst niets van begreep.
Wat keek hij op, teen li ij al dat moois
zag!
„Hé, Moe", zei Annie, ..mag ik
straks een schortje gaan maken voor
mijn pop, om de mooie rose jurk
schoon te houden
.Neen, hoor", antwoordde Moe, la
chend om haar opgewondenheid,
„daar komt niets van in, het is haast
bedtijd, maar morgen na schooltijd
mag je beginnen."
Vader hielp Wim om zijn spoor te
laten rijden en den volgenden Zon
dag zou Henk's tooverlantaara ver
toond worden. „Nu is het pas Woens
dag". zuchtte hii. „wat dxxurt dat
nog lang
Den volgenden dag schreef Va dei-
een brief naar Oom, en de twee oud
sten sloten er ieder ook één hij in.
Zelfs Wim krabbelde iets dat letters
moesten verbeelden.
Nu, Oom Theo had ér heel veel ple
zier van
EEN VRAAG.
Wie van de vriendjes ot vriendinne
tjes van onze rubriek weet een tehuis
voor een aardig klein poesje.'
'tls eén mooi Cypersch katje met een
witte dras, witte pootjes en een wit
snuitje. De eigenaar wil het gaarne
over drie a vier weken afstaan-, heit. is
dan zindelijk en kan alleen eten.
Wie het weet mag het zeggen
Brievenbus
Brieven aan cle Redactie van
<Je Kinder-Af deeding moeten
gezonde® worden aan Mej.
M. C. van Doom, Sopbia-
straat. No. 22, Haarlem)
M e j. A. B. Ik hoop hJermiede aa
uw verzoek voldaan te hebben. U vindt
het zeker wel goed, dat ik de vraag
in het enkelvoud gesteld lxeb Komen
er aanvragen bij mij in, dan zeurt ik
U die natuurlijk op. Mijn' vrieiudelij-
ken dank voor Uw belangstelling in
onze rubriek
Jo v. d. .0, We'd, Jo, wat vond ik
hot jammer, dat je brief de vorige
week te laat wasIk zal je nu maar
gauw troosten en je vandaag het al
lereerst een beurt gevendat is zeker
wél naar je zin, is 'tniieit? Wat heb je
een heerlijk reisje gemaakt, en wat
heb je -veel gezien En wat waren de
toekeningan in je brief aardig Ik zal
je brief goed bewaren, want ik vind
het leuk om je beschrijving van dien
prettiigen dag la/ter nog eens over te
lezen. En vond je dat op de boot naar
Dordrecht, gaan niet plezierig? Ik wil
wel gelooven, dat je heel erg moe was
toen je 's avonds thuis kwam. ,1e slieo
zeker heerlijk na al die pret, is 't niet
Hoe is het met Annie: ga je nog vel
eens naar Zandvoord, toe? Dag, Jo,
veel groeten voor Móéder en voor je
zelf. Ileb ik je nu geen langen brief
geschreven
Corri e, J o c w en de twee M's.
Die Corrie zal blij zijn. dat de vacan
tia begintAl dat werk is nu zeker
goecl en wed afgemaakt, en Corrie
heeft een heerlijk rustig gevoel over
zich, of heb ik dat zoo mis De warm
te maakte Joco en de twee M's zéker
slaperig: 'tis maar leuk, dat dat
drietal 'tzoo goed met elkaar kan vin
den Die Joco zal ook een goede tijd
hebben in de vacantie, dan mag hij
zeker nogal eens mee uit Fiets en
wandel maar prettig
11 e<n) d r i k en Gerda G r. De
>ne week heeft Gerda liet druk, en
de andere week Hendrik wat is het
goed, dat de vacantie begint en dat
jullie nu een beetje uit kunt rusten
van al die drukteOf is het zoo erg
nu nog niet met jullie Hebben jullie
Woensdag plezierig gefietst Mooi dat
je uu weer acht raadsels had<t flink
too
Mien U. Ja, Mien, liet spijt me
van dat achtste raadsel, maar ik kan
er heusch niets aan doen, hoor Be
denk maar eens wat anders Wat ga
je netjes schrijven, zeg Leuk, dat ik
je dat eens even kan vertellen, hè
Cato H. Wel, Catotje, zijn de
voordrachten mooi gegaan, en heb je
je geen enkele keer vergist En nu
schoot ik er bijna bij in met den brief!
Krijg ik nu van de week een dubbel
lange brief van je, zeg?
A u t li o n i e .1. - Wat kan jij prach
tige brieven schrijven! Je kuinit gezel
lig vertellen, hoorDe inzending van
liet versje was best in orde. Wat zal
dat een pret geven in Amersfoort
Daax is liet zeker van 's morgens vroet
tot 's avonds laat buiten spelen Weet
je al waarneer je naar Amersfoort
toe gaat Dag, lxoor, veel plezier
Anna Gr. Ja, het was saai, dat
je in Santpoort geen mooi weer trof,
maar zoo héél erg vind ik h>et nu niet,
want er komen nog een heeleboei
mooie dagen, zullen we hopen, en als
het nu nog vacantie ook is, dan hoef
je niet te vragen of dat plezierig zal
zijnIk ben erg benieuwd, of die dop
erwtjes mooi opkamen. Kon je er nu
maar zelf een maaltje doperwtjes van
eten, hè?
J o li a. li v a. n 11. Eigenlijk 'moest
ik voor dezen brief hebben gezet
„Aan eteni sergeant en een marketen
ster". Zou je dan begrepen hebben
w/ie ik bedoelde, zeg? Dat soldaatje
spelen is een leuk spelletjeen wat
leuk,"dat die 'twee kleine meisjes de
looppas zoo mooi kennen Je raadsel
vind ik niet, zoo erg geschikt,, bedenk
maar eens watanders Nee, clat n aar
Amsterdam gaan is nu niet voor
je pleziermaar het zal wel meeval
len, hoorEn zoo'n kranige sergeant
is ook niet kleinzeerig, is 't wel
Betsy en T r ij n t j e F r. Jullie
treft liet dezen keer al heel slecht met
de raadselsze hébben allebei al eens
in onze rubriek gestaan. Dat is nu
jammer, hè Stuur me maar weer
eens een nieuw raadsel, maar nu zelf
bedenken, hoor! Is het nieuwe hoek
naar jullie zin
•W5M2? L*i«l0iS&ÏS»gÉMiï
Carel T. Of je al geschrapt was?
Nee, gelukkig nog niet, maar ik was
toch blij, dat ik weer eens een brief
van je kreegOver kwalijk nemen
denk ik niet, hoor, ik wil wel gelooven
dat je het druk heb gehad Je raadsels
zijn goed. Het plan vind ik ook heel
goed, en ik wil ze graag zien, tenmin
ste als je ze zelf gemaakt, hebt an
ders kan ik ze natuurlijk niet gébrui
ken. En geheimhouden Nu. bedenk
maar een mooien naam, dan zul je
eens zien wat een geheimzinnige ge
schiedenis dat wordt I Ben je nu te-'
vrede® gesteld?
\V i 1 h e 1 m i n a V r. -- Je best ge
daan? Nu, dat moet ook, wat zeg jij;
maar ik vind het toch flink, dat je al
vast zoo'n mooi begin gemaakt hebt
Wat vind je nu eigenlijk prettiger,
raadsels oplossen of brieven schrij
ven Vertel je me dat eens
Johannes Si. Spreekwoorden
die met ,,'tls" beginnen, mag je reke
nen voor de H (omdat het eigenlijk
„Het is" moet zijn), of met I, omdat
als je ,,'t Is" schrijft de I de eerste
hoofdletter is. Heb je "tnu goed be
grepen
ret ha. K. Ja, mijn vriendin
netje Neflly is wel een beetje grooter
dan jij bent, en hoe ze verder heette,
heb je ook goed geraden. Was dit
raadsel ook van den scheurkalender.
Greet je'? Ik zal het in de courant
zetten, hoor! Ja zeker, mag je ook een
versje schrijvendenk je, dat. je dat
beter kent dan spreekwoorden beden
ken?
II ubertus B. Of je ook mee
mag doen? Ja zeker, dat. vind ik heel
goed Ik ben blij, dat je goed je best
wilt doen en veel van raadsels oplos
sen houdt. Ik hoop, dat je een trouw
vriendje van onze rubriek zult wor
den. Heb ik je nu geen mooien brief
geschreven
Ca t, har in a K. - Is de vacantie
nu al begonnen, Catrientje? Vacan
tie vacantie, ik hoor over niets an
ders meer dan over vacantieDan
krijg je ook mooi den tijd om je zak
doekjes af te maken, hè Wat zal dat
een geduldwerkje zijn Schiet je ai
goed op? Ik hoop, dat je nog tijd
kunt vinden om aan den wedstrijd
mede te doien En vendér tot de
volgende week
M a r i e en
om de beurt
zou een beetj
je gelijk in
uvu eons een
Johan, Suze,
samen Wat
Wat jammer,
gaat liet nu
A n'n a v a li Z. Nee,
een lettertje schrijven
e te lastig zijn, daar heb
Verbeeld je, clat ik daar
brief kreeg van Gerd.a,
Marie en Anna allemaal
zou dat grappig zijn
dat je hondje ziek !s
veer wat heter
Suze Scli. Nu, jij kunt ook:
mooie dubbele brieven schrijven, zeg 1
Maar ik wil ook wel gelooven, dat je
op zoo'n- storinachtige® dag zin in
schrijven krijgt! Gelukkig, dat er nog
heel wa;t mooie dagen zijn ook en dat
het. mi et altijd te koud is om naar het
strand te gaan. Ja, Suze, schrijf maar
eens een veis je voor me op, dat vind
ik bestMoet Gerda je een boek te
rug brengen Maar dat kan toch zeker
wel wachten tot je weer in. Haarlem
bent, is 'tniet? Ja, het raadsels oplos
sen doe je voor je plezier, vind je clat
Met goed'?
Jan de H. Of ik het goed vind,
dat je weer mee gaat doen aan wed
strijden en raadseloplossingen? Jaze
ker, ik vind liet uitstekend. Ik ben
blij, dai het boek naar je zin was
Dat spreekwoorden zoeken is note zoo
gemakkelijk niet als 'twel lijkt," hè,
Jan? Gaat. Frits ook weer mee doen
of weet je dat nog niet?
J oh an na V. Durfde je niet in
te sturen? O, Jo, laat jc niet uitla
chen! Is daar nu zoo'n moed voor
noodig, zeg Je hadt dezen keer knap
opgelost, hoor, maar heusch. als je
voor je zelf kunt zeggen: „Ik heb
mijn best gedaan", dan hoef jc je toch
nooit te schamen, ook al vind je er
eens niet véélIs 't nu goed
Adriaan M. Zoo. was dut een
vergissing van die wedstrijdinzendiner;
wat dom van me, hè? Ik vind het best
Jansje ook mee gaat doen. Wat
heb je me een mooi versje gestuurd
Ik vond het erg aardig Telde dit nu
voor wedstrijdinzending of heb ik 't
nu weer mis? Veel groeten voorJnlis
je en voor jou
Marie Gr. Marietje is van de
week een van de laatste®, maar ge
lukkig weet ik wel, dat je daar niet
boos om zult kijken En nu moet ik
eerst eens beginnen met je te feliciteo-
ren met je kleine nichtje. Wat heer
lijk, hè Hoe moeten de twee kleine
Mien tj es nu genoemd worden, om ze
uit elkaar te houden Kleine Lena
zal wél erg blij zijn met zoo'n aardig
speelkameraadje, al is 't speelkame
raadje vooreerst wel wat ie klein om
te spelen. En nu je verhaaltje
Wel, daar hoef ik je al niet meer op
te antwoorden. Staat liet niet goed
zoo Ik hoop, dat ik ook eens een
soort van dagboek-verhaa'ltje over een
van de kleintjes van je krijg, of heb
je daar vooreerst nog geen moed toe
Harry en Anna v. d. 1-1. Pret
tig, d-at ik jo spreekwoorden al kreeg
't is een heele rij geworden, hè En
een heel werkje om ze allemaal netjes
op te schrijven En Anna gaat naar
Leiden toe? Jongens, wat prettig; Ik
wil best gelooven, dat je daar blij
mee bentAls het zoo regent, is riet
niet prettig, om zoo'n lange wande
ling te gaan maken, hè Ik hoop, dat
het de volgende week mooi weer is als
je den brief gaat wegbrengen
Gerard II Je raadsel is goed,
Gerard Ga je ook braaf pret maken
in die drie vakantieweken Zeker
flink wandelen en buiten spelen, en
aan plezier geen gebrek! Je was nog
precies op tijd met je briefje, maar
't had heusch niet veel gescheeld. Ge
lukkig maar, dn.t je nog net niet al te
laat was, hè
Jolia. nna en Mar ie B. Wel,
wél, wat een mooie verzameling raad
sels Ik za.l eens nazien wat ik daar
van gebruiken kan! Wat zijn je nicht
je en neefje daar aardig aan liet wip
pen Lijkt het portret goed .fa, de
brief zag er dezen keer heel netjes
uit; maar zoo moet het toch eigenlijk
altijd zijn; hen je dat niet met me
eens? En Jo is dus klaar om aan 't
lecren te gaan. Wat zal er met die
vreemde talen pen geleerdheid in je
bol komen
M. C. VAN" DOORN.
e i houd daarvan ik houd niet van
oude schuld. En -dan -blijven we ook
goede vrienden, niet waar?
Een uur later moest Trui aan ta
fel voor drie personen dekken. Eiken
dag steeds drie.
Na verloop wam ©enige maanden
hoorde men onder de paartjes, die
zich in het 'huwelijk zouden begeven
o. a. den heer Armand Baluchet en
Charlotte Chapoulot.
En papa vertelde aan iedereen die
't hooren wilde:
Als je een huwbare dochter
hebt, o huisvaders leent dan nooit,
geld van een jongmensch dat moet
je veel te duur betalen. Ik heb eens
41 sous geleend en heb ze terug-be
taald met... mijn dochter en een
bruidschat van tachtigduizend
francs
Ook een Patiënt.
Uit het Deensch van
PETER NANSEN.
De chef-arts kon uit het geval niet
wijs worden.
Recruut No. 13 van de 3de kompag-
nie was wegens een zwakte in het
linkerbeen naar het hospitaal ge
stuurd. Hij kon er niet op staan. Het
was alsof hem al het merg uit zijn
knoken gedroogd was zooals hij
het in zijn Kopenhaagsche jargon
uitdrukte. Hij was van zijn beroep
schrijnwerkersknecht en van aanzien
een buitengewoon hupsche jongen.
„Allemaal larie 1" bromde de chef-
arts tegen zijnen assistent, nadat hij
het been van No. 13 de eerste maai
had onderzocht. „De kerel houdt ons
eenvoudig voor het lapje. Hem man
keert -niets. Maar gelukkig hebben wij
hier bij den troep er wel een mid
deltje voor, om met zoo'n snuiter
klaar te komen. Wij zullen hem wel
kureeren 1"
Inderdaad zag het been van No.
13 er ook alles behalve ziek uit. Het-
was een van de meest-welgevormde
beenen, die men zich denken kan
feitelijk klassiek, direct om te model
leer en.
Evenwel sloeg de chef-arts den bal
mis, wat betrof zijn vertrouwen op
de snelle werking van de militaire
genees-methode. Én toch werd deze
in haren vellen omvang en zoo kracht
dadig mogelijk op No. 13 toegepast.
Zij begon met koorts-diëet en eene
Spaansc'he vlieg. Daarop kwam die
electriseér-rnacMne op de proppen
eerst de kleine en toen de groote.
Het was overigens de moeite waard
om te zien, als No. 13 geëleclriseerd
werd. Hij -presenteerde bij de kolos
sale electrische ontladingen eene in
derdaad bijzonder mooie werking
van de menschelijke spieren.
Overigens bleef No. 13 onbui;
zaam. Hij kromde zich onder d-e
executie en stiet af en toe een niet
meer te bedwingen schreeuw van pijn
uitmaar het been was en bleef
krachteloos. Voor en na. elke electri
sche behandeling, d/ie de chef-arts
met eigene, geoefende hand aanwend
de, werd No. 13 naast zijn bed opge
steld. Hij zakte oogenbli-kkelijk aan
de linkerzijde ineen. Het been kon
hem niet dragen.
Op de electrische kuur volgde de
waterkuur. Eiken morgen en eiken
avond kreeg No. 13 stort- en stra,af
baden. De temperatuur van deze dou
che werd tot het laagst geoorloofde
minimum gebracht. No. 13 vei-klaar
de dat hij klappertandde als een
hond. Maar „dat wilde hij wel ver
dragen als het maar hielp."
Het hielp echter niet en de be
handeling werd voortgezet. No. 13
was bij de zieken-oppassers geen po
pulaire patiënt. Tweemaal daags
moesten zij hem op eene burrie naar
het wasch- en badhuis dragen. En
gedurende het had zelf hadden zij de
grootste moeite om hem rechtop te
houden. Hij viel telkens naar links
om.
Daargelaten nu, dat men hem ver
dacht van simuleeren en dat hij aan
de oppassers veel extra moeite ver
oorzaakte, moest men toegeven dat
No. 13 een voorbeeldige patiënt was.
Hij gedroeg zich altoos zeer beleefd
en vriendelijk bijna beschaafd
en nooit verried hij door een woord
of gebaar eenig misnoegen over de
krasse behandeling, die hem werd
aangedaan. Integendeel. Hij scheen
buitengewoon dankbaar voor de
moeite, die de chef-arts zich voor
hem getroostte. Dat men hem voor
een bedrieger hield en 'hem al-s zoo
danig tracteerde, daarvan scheen hij
zélf, ondanks de zeer duidelijke wen
ken, niet het flauwste vermoeden te
hebben.
Van lieverlede dwong hij zelfs den
chef-arts bijna bewondering af.
enden welstand, op het koorts-diëet
enden welstand, op het koorts-diëet
van wittebrood, melk en thee geteerd
bod, zei de de chef-arts tot -hem
„Je moest nu toch eens p robeeren,
je heen zoetjes aan wat m beweging
te zetten, zoodat wij je iets stevigers
te eten zouden kunnen geven. Want
je begrijpt wel, dat wij een patiënt
met zulk een zwakkelijk beengestel
niet met zwaren kost kunnen voede
ren. Verlang je niet eens naar een
go eden biefstuk
No. 13 keek den chef-arts met roe
rende dankbaarheid aan en zeide
„Neen hartelijk diank, dok-ter
maar ik verlang naar niets. I-k ben
méér dan tevreden met het eten dat
ik krijg."
„Verduivelde kerelbromde de
chef-arts. terwijl hij naar de andere
kamer ging. „Dat is, zoo waar als
ik leef. de halsstaa-iigste schurk,
dien ik nog ooit ontmoet heb
Op dezen dag werd bevolen, -dat No.
13 zou gewogen worden. In de daar
opvolgende week, nadat hij weder
acht dagen op koorts-diëet geleefd
had, werd hij wederom gewogen. Hij
bleek drie pond zwaarder te zijn ge
worden.
Van nu af was het hart van den
chef-arts vol gerechte sympathie met
No. 13. „Natuurlijk 'houdt hij ons
voor den gek zeide hij „maar
desniettemin is het kranig. Dat de
vent nog naar eene strafkolonie ver
zeilt, daar twijfel ik niet. aan. Maar
ik zou hem gaarne iets beters gun
nen. Hij is er te goed voor."
De „wetenschappelijke martelku-
r6n". zooals de chef-arts zich uit
drukte, werden niettemin geregeld
voortgezet. Hoofdzakelijk om het
principe. Want feitelijk had de chef-
arts de hoop opgegeven, dat No. 13
zou klein te krijgen zijn en hij be
gon reeds te spa-eken van de moge
lijkheid om hem voor het gerecht te
stellen.
Daar geviel het op een zekeren dag
dat de chef-arts erg slecht gehu
meurd was. En toien hij nu bij No.
13 kwam, tracteerde hij hem op zulk
eene krachtige portie electriciteit, als
de ai-me kerel nog nooit gekregen
had. Rondom het bed, waarop het
slachtoffer zich kronkelde, stonden
de assistent-arts, de korporaals do
oppassers en de verpLeegster. juf
frouw Svingstrup, de jongste van de
hospitaal-dames, ,,de schoonheid",
zooals zij werd genoemd eene groo
te zwartoogige jonkwouw van tus-
schen de dertig en veertig.
Plotseling stiet No. 13 een luiden
schreeuw uit en op hetzelfde oogén-
blik, barstte juffrouw Svingstrup los
in een krampachtig snikken. Meteen
liep zij de zaal uit en wierp zich in
haar slaapkamertje op haar bed.
De chef-arts hield even op.
„Ga eens heen en giet haar eene
kan water over haar hoofd", zeide
hij tot den assistent. Daarop diende
hij aan No. 13 opzettelijk nog een
paar solide ontladingen toe.
Toen hij echter na een poosje met
den assistent buiten op de trap
stond, zeide hij
„Hebt u, waarde collega, ooit de
ervaring opgedaan, dat juffrouw
Svingstrup sentimenteel van aard
is
„Neen nooit, om u de waarheid
te zeggen."
„Ilc ook niet Hoe denkt dan de
jonge moderne wetenschap over het
gevalletje v-a-n daareven
„Hm, hm. geachte chef. Ik ver
moed dus dat hare zonderlinge hou
ding van daareven misschien het ge
volg was van eene nerveus© over
spanning, die
„Waarde collega permitteer mij
de opmerking, dat u geen menschen-
kenner bent. Mijne meening is, dat
wij nu voor de oplossing van het
raadsel staan."
„Van welk raadsel?"
„Het raadsel van No. 13.... Hoor
eens, beste dokter, doe nu eens pre
cies wat ik u zeg. Vanmiddag ver
klaart u uit mijn naam, dat juffrouw
Svingstrup wordt overgeplaatst naar
de zaal voor kliergezwellijders en
dat het, wegens het gevaar van be
smetting, aan den oppasser en de
verpleegster uit die zaal verboden is,
met. iemand anders in het hospitaal
te verkeereu. Met andere woorden
zij heeft voorloopig kamer-arrest.
Daarop verdeelt u juffrouw Sving-
strup's patiënten zóó, dat n het doel
matigst oordeelf. Maar No. 13 trans
porteert u naar den anderen vleugel,
naar de Xantippe mevrouw Morten-
senBegrepen?"
„U vermoedt dus, mijnheer.
De assistent glimlachte oolij-k.
„Juist. Doe maar eens net zooals
ik u gezegd heb."
No. 13 had twee dagen bij me
vrouw Mortensen gelegen en dezelf
de zorgvuldige behandeling, met
koortsdiëet, baden en electriciteit,
was hem toegediend geworden.
Toen op den derden dag de chef
arts bij zijn ziekbed stond en hem
naar zijn bevinden vroeg, antwoord
de de patiënt
„Wel, meneer de chef-arts. nu ge
loof ik toch, dat het zachtjes aan be
gint te beteren. Ik heb zoo een gevoel
alsof ik in het zieke been w.eea- wat
kracht begin te krijgen."
„Den hemel zij lof en dank 1" riep
de chef-arts. „Dacht ik het niet, dat
de electrische kuur je helpen zou?
Je zult eens zien, met nog een dag of
tien exfcra-eleclriciteit, dan hebben
wij je weer op de been als een braaf
soldaat
Waarop hij No. 13 terstond de por
tie toediende, als hem voor den dag
toereikend scheen.
De verwachting van den chef-arts
werd schitterend verwezenlijkt. De
week was nog niet om, of liet been
van No. 13 was weder perfect in orde.
Op -den dag dat hij uit het hospi
taal zou worden ontslagen, werd hij
bij den chef-arts in diens spreekka
mer ontboden.
Met de uniformpet op het hoofd
trad de oude heer hem tegemoet.
„Ik zou je in het eachot kunnen la
ten stoppen, No. 13. Weet je dat wel?"
„Jawel, meneer de chef-arts."
„En dat doe ik misschien ook nog.
Want wèl beschouwd is het mijn
plicht Voor den drommel, kerel,
waarom zeg je geen woord Heb je
niets tot je verontschuldiging aan te
voeren
„Ja wat zal ik u zeggen, meneer
de chef-arts? Zij was de knapste
meid, die ik ooit van mijn leven ben
tegengekomen."
„Hoe kende je haar dan
„Ik zag haar eens hier in het hos
pitaal, toexf ik een zieken kameraad
bezocht.
„En toen?"
„Ja toen verliefde, ik op haar -—
eax zij op mij. Dat kan zoo gebeuren,
meneer de chef-arts. Wat zal men
daartegen doen?"
„En verder.?"
„En verder Ja. ziet u, toen
spraken we af dat ik mij ziek zou
melden."
„Waarom
„Wel om bij mekaar te kunnen
zijn."
„Jou schobbejakIk stop je tóch
nog in het cachot
„Ja. dat heb ik wel verdiend, me
neer de chef-arts. Maar het ligt er
nu eenmaal toe en het heeft zoo
moeten wezen."
„Hoor eens ik zal je eens wat
zeggen. Jij trouwt nu dat meisje,
hoor
„Niets liever, rneneér de chef-arts.
Het is. evenals ik u zeg, de knapste
meid, die ik' ooit van mijn leven ben
tegengekomen en dat zij goed van
koken is, dat heb ik ondervonden."
De chef-arts krabde zijn hoofd on
der zijn pet. Plotseling smeet hij dit
insigne van zijne waardigheid op de
tafel en riep
„Jou leepe schavuit! Je dacht mij
bij den neus te hebben, hè Zie
daar ik zal je niet rapporteei*en.
Maar een man een man, een woord
een woord I Je trouwt dat meisje,
hooren ik zal peet staan voor
je eerste -kind. Dat is wel het min
ste wat ik van je verlangen kan. En
als het een meisje is, dan laat je het
Elektxine doopen. Voor mijn part
kan je den naam dan afkorten tot
Trine. Heb je mij goed verstaan
„Tot uwe orders, meneer de chef-
arts."
DE STRIJD TEGEN HEI
ALCOHOLISME.
Men zal aan een referendum van
kiezers uit het Zwitsersch-e kanton
Thurgau een uiterst streng wetsont
werp tegen het alcoholisme voorleg
gen. Het voorstel is door den Staats
raad van dit kanton opgesteld en wil
de verplichte overbrenging van
aan den drank verslaafde personen
naar een „Trinker-Heilanstalt". in
richting voor genezing van dronk
aards. Zijn ze ongeneeslijk, dan wor
den ze in een asyl opgesloten
Verscheidene Zwitsersche. kantons
hebben reeds sanatox^a voor dronk
aards opgericht, doch het verblijf
daarin was nimmer verplicht.
DE TERUGKEER VAN TWEE
GLOBE-TROTTERS.
Van de vale globe-tx-otters, die ztcü
voornemen een reis om de wereld te
doen, zijn er zoo^weinig, die slagen,
dat het geval van" het echtpaar De
Geuard wel de vermelding waardie.
17 Mei 1896 uit Parijs vertrokken met
tien stuivers op zag, gingen ze de
weddenschap van hun reis om de we
reld aan. Tien jaar labffzijn ze van
land tot land getrokken, levende van
de opbrengst van geschilderde porse
leinen bordjes, of op verschillende
plaatsen van hun vischvangst;
In Marokko waren ze gedurende
acht dagen gevangenen van den pre
tendent te Oesjda, (24 Dec. 1905—4
Januari 1906).
Dezer dagen ai-rTVeerde het moedi
ge echtpaar in België, te Bohan (Se-
moy) komende uit Nouzon, waar ze
een nacht in het bosch moesten door
brengen.
Den eersten September gaan ze
'naar Parijs om voordrachten te hou
den over hun wedervaren.
r