BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Natuurhistorische Feuilleton „lm wunderschönen Mooat Mai.' 24e Jaargang MAANDAG 23 JULI 1906. No. 7076. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Wandelingen IN EN OM HAARLEM. CXXI. 't Is een mooie zomeravond. De ion werpt hare stralen nog over het aardrijk, maar ze missen' reeds de kracht van vóór eenige uren. 't Is toch nog warm, ofschoon niet heet. We bevinden ons bij de spoorbrug over het Spaarne. Door de welwil lendheid van den wachter behoeven we niet te wachten voor de sluitboo- men, maar passeeren vlug hei viertal rails. Hoe is het landschap hier ver anderd sedert de slooping van den molen met bijbelioorende gebouwen en .de daarvoor in de plaats aange voerde zandmassa's, waarover spoe dig de treinen zullen voorbijsnellen. Wat is aan den Spaarnekant niet reeds een groote massa steen, ce ment, scheepzand, grint, zerksteen, graniet, enz. enz. aangevoerd, dooi de groote stoomkraan uit de schepen gelicht en langs de eenvoudige spoor, rails verder het terrein op vervoerd 't Is te hopen, dat alles even hecht wordt gebouwd, als die oude molen, waarmee men heel wat moeite gehad heeft, hem te sloop en. De brug over, merken we voor ons. in de lindeboomen een eigenaardige gele tint. Naderbij zien we, dat ze bloeit, ruiken we, dat ze bloeit, hoo- ren we aan 't gonzen der honigzoe- kende bijen, dat ze bloeit. De bloemp jes zijn openwat een meeldraden. De gele kleur is, zooals (we thans dui delijk zien, afkomstig van het schutblad, dat bij rijpheid der ronde vruchtjes den winid' wat groot er aan- gri j pingso pper vl ak biedt om de vruchten te verspreiden. De kastan jevruchten beginnen reeds te zwel len, de eerste periode, dat ze de jeugd inter ess eeren, is voorbij. Waren die kastanjes en andere heesters daar over de sloot niet dan zouden we van uit de verte den blik kunnen slaan op de schoone water lelies, die de firma Zocher en Co. op hare kweekeiij heeft. Hoe breed is net Spaarne hier, het is een en al nijverheid aan hare boorden, zoowel kleine als groote in richtingen staan hier broederlijk naast elkaar. Zwaluwen scheren 't watervlak, menig mugje en vliegje verschalkend. En naast de zwaluwen zijn het de meeuwen, die in vlugheid met haar wedijveren. Blijf eens een oogenblik je staan en let eens op zulk vliegen, nu links, dan rechts wendend, plotse- ling 't watervlak verlatend om, met sierlijke bocht ongeveer op 'tzelfde punt haar onderzoekingstocht weer aan te vangen, n.l. om te zien of er niet een vischje te verschalken is. 't Zijn een tweetal vogels, zoozeer uiteenloopend, maar die wat vliegen betreft, ongeveer op denzelfden trap van ontwikkeling staan. Vergelijk daarmede nu eens die roekis het zijn zwart pakje, zijn het die losse einden der slagpennen, of is de vlucht werkelijk zoo loom, zoo traag, als het ons toelijkt Wat een verschil. Daar zijp we de laatste gebouwen voorbij, en onwillekeurig verlaten we den weg. om langs den kant wat te vindende waterkant met zijn bazal- ten glooiing bood slechts hier en daar gelegenheid voor een plantje om te groeien en te bloeien. Tusschen 'het gras bloeit thans vol op het penningkruid, vooral wat dichter bij de sloot. Een eigenaardi ge naam na eenig zoeken vinden we gemakkelijk een liggenden stengel, waaraan de blaadjes links en rechts gezeten, zoo netjes zijn gerangschikt, als waren er werkelijk penningen, centen, naast elkaar uitgestald. We Een Verborgen Erfenis (Naar het Engelsen). 92) Toen hij den brief van Christal John Thompson zelf in handen gegeven had en naar huis terugwandelde, zag Mr. Wickham zich het voorwerp van veler nieuwsgierigheid. Terwijl hij peinzend verder wandelde, reed Cesar Malin- court 'hem op zijn fiets achterop, om zijn zusters te bezoekenhij zag hem en sprong van de fiets. Mag ik u vandaag eens even spre ken, mijnheer? vroeg de jonge man eerbiedig. Over hetzelfde onderwerp Ja. Ik ben in andere omstandig heden gekomen, waardoor u de zaak misschien anders zal inzien. Niets kan mij daartoe brengen. U komt toch zeker morgen ook hier, om bij het voorlezen van het testa ment tegenwoordig te zijarDe geheéle familie zal dan vereenigd zijn. Mr. en Mrs. Percirval zijn in liet hotel gelo geerd' en Mrs. Egerton en Miss Laura zullen cok tegenwoordig zijn. Mijn vader en moeder hierriep slaan links af, en kunnen aan de straat wel zien, dat hier geen drukke passage is, wat een planten tusschen de steenen. De laag gelegen, drassige weilan den zijn gemaaid en bieden weinig aan, maar toch daar in de sloot die massa groene, hoog opgeschoten sten gels met een bosje bruingekleurde bloemen ongeveer een voet van den top af, wat zou dat zijn 't Zijn bie zen, die vooral in moerassige streken zooveel voorkomen en dan nog wel driemaal zoo lang kunnen worden als deze. Giethoorn met zijn biezen- handel is bekend genoeg. Voor 't vlechten van gewone vloermatten, of meer nog voor 't maken van zittin gen in stoelen worden er jaarlijks heel wat gebruikt. Daar vinden we zoo waarlijk ook nog een bosje van die kleinere, meer bekend onder den naam van rus- schen. Het mooie merg, ondanks dat de plant in 't water staat, toch zoo droog, zou ons onder 't microscoop mooie cellen kunnen laten zien. Opnieuw wordt onze aandacht ge trokken, thans door een witte plek, 't zijn de bloem schelmen van het pijptorkruid, een hoogst eigenaardi ge moer asp l aait met bolle stengels, zelfs ©enigszins opgeblazen, dito bladstelen, en zoo goed als geen blad schijven. Een meer geelachtige plek wijst ons op een hoop afstervende planten van de blaartrekkende boter bloem, die zoo heel veel verschilt van hare verwante daar in de sloot, d;e witte wat er bo teu-bl oemmet have gele Vlekjes aan den voet der bloemblaad jes. Kikvorschen springen voor onze •voeten op, waternimfen, die haar jeugd in 't water doorbrachten, zwe ven over 't watervlak. Daar zijn we op de straat terug, nog meer planten zitten 'hier tusschen de straatsteenen. We kunnen hier duidelijk het ver schil opmerken tusschen een drietal paren planten, die nog al eens met elkaar worden verward. Ten eerste de reigershek en de ooievaarshek, onder meer verschillen zijn de gevinde blaadjes van den reigersbek een nooit falend herkenningsteek en. Wat lig gen die stengels vlak tegen de stee nen. Even gezocht, vinden we spoe dig de mooie vruchtjes, die zich in vijven splitsen. Houdt nu een zoo'n vruchtje eens vast, dan zult ge zien, hoe de lange punt zich spoedig kromt en daarna spiraalsgewijze oprolt, om onder den invloed1 van meer of min der vocht zich te ontrollen en o'p te rollen. Het tweede tweetal zijn een paar klaversoorten met kleine gele bloemknopjes. En de blaadjes, en de bloemen lijken zooveel op elkaar, dat we de steenklaver niet best kunnen onderscheiden van de hopperupskla- ver. Wel komt van de eerste een vorm voor met grootere bloemkopjes, maar een goed' duidelijk, nooit missend her- kenningsteeken is beter. Bij de echte klaversoorten nu, waartoe de steen klaver ook Behoort, blijft de afster vende kroon steeds om het rijpend vruchtje zitten, bij de hopklaver is dat niét het geval, daar valt de kroon zelfs vrij spoedig af, en kleurt het ge kroonde peultje zich spoedig groen en daarna zwart. Het derde tweetal behoort tot de grassen, ook hier tusschen de straat steenen aanwezig, n.l. het kweekgras met zijn bloempakjes dwars, dus met den platten kant tegen 'den stengel, en het raaigras met den smallen kant tegen den stengel. Een blik in 'het water doet ons zien, dat hier en daar een doode visch in het water drijftdaar ver der tegen den overkant van het ka naal, dat weer naar 't Spaarne voert, liggen ze bij honderden, blei en voorn in hoofdzaak. Wat zijn ze op geblazen, zeker vergiftigd. Nijvere maaiers slaan het hooge gras af, dat in dikke rollen over het land komt te liggen. Wie kuiert daar langs den water kant? Zie, de ooievaar, zoo van dichtbij te zien, vliegt op. Let goed I op houding van hals en pooten in de vlucht, zoo verschillend van die bij den reiger. De brug over. passeeren we een hoek hakhout, een speelplaats voor de talrijke kinderen uit het Schoter kwartier. Elzen en esschen hier loo- pen uit en brengen net zooveel voort, als de jeugd weer vernielt. Talrijke planten groeien hier tusschen en on der de boschjes. Heksenkruid en dui- zendguldenkruid noemen we als de voornaamste. De Schoterweg is spoe dig bereikt en we zijn weer in de stad terug. J. STURING. VRAGENBUS. Aan den Heer D. te H. Gaarne voldoe ik aan uw verzoek en deel bij gelegenheid eens een en ander mede over verschillende soorten van vis schen. In eenige winkels hiar ter ste- ste, Koningstraat, Paarlaarsteeg, Krocht enz., beeft men voor 't raam groote aquariums, waarin zoo af en toe nog al eens wat visschen voorko men snoek, zeelt, blei, voorn, kar per, paling enz. Aan Mej. II. te O. De door U bedoel de plant is C e 1 o si a plumnsa. een zusje van Celosia cristata, de eigenlijke hanekam. In navolging daarvan wordt deze wel plxiim-hane- kam genoemd. En werkelijk vertoont ze zoo af en toe ook een hanekamvor. mige verbreeding van de bloemsten gels. Aan Mevr. v. D. te Z. U vraagt me, hoe het komt, dat Margrieten zoo lang goed blijven in water. Dit is al zeer gemakkelijk te verklaren. Een Margriet is een verzameling van bloempjes, een bloeiwijzeevenals een tros bijv. bij den Gouden Regen. Bij zoo'n tros zorgt ieder bloempje voor zich, de schoone bloemkroon lokt de insecten," en nauwelijks is de bestuiving tot stand gebracht of de kroon verwelkt, terwijl zoo bloem voor bloem uitbloeit,, naar den top van den gemeenschappelijke!! bloem steel toe. Bij een Margriet daarente gen is de taak van het lokken opge dragen aan de buitenste bloempjes, terwijl het binnenste gele hartje be staat uit honderden bloempjes, die één voor één uitbloeien, van den leant naar het midden. Nu blijven d'e bui tenste lintjes even lang frisch, totdat alle bloempjes uitgebloeid zijn. Ook hij de samengesteld-bloemigen ko men echter wel gevallen voor, dat we te doen hebben met snel verwelken, echter bij die groote familie maar zeer weinig. J. STURING. Cesar verschrikt uit. Maar hij was te zeer van zijn eigen zaken vervuld, om zijn gedachten op een zijweg Ie laten dwalen. Als u alleen iets tegen mij heeft als verloofde van Miss Wickham, om dat .mijn inkomien -te gering is, dan kan ik u nu zeggen, dat 'bet veranderd is. Mr. Dampier heeft mij tot agent van zijn landgoederen gemaakt en Mr. Curzoin, die van plan is, bui- tenslaaxds te gaan, heeft hetzelfde ge daan. Ik kan nu rekenen op eefn inko men, dat mij die vrijmoedigheid geeft weer bij u aan te kloppen Het is nutteloos, viel Mr. Wick ham hem beslist in de réde. Uw ge ringe positie legde niet alleen gewacht in "de schaal bij mijrn weigering, er waren nog andere omstandigheden zooals n zich herinneren zal. Als u •voortgaat met om haar hand te din gen, kan u dat niet anders dan kwaad doen. Zij was als 't warn een dóchter voor den overledien Mr. Malinicourt, en het is niet meer dan natuurlijk, dat hij niet vergeten heeft voor haar te zorgen. Ik mag U wel zooveel vertel len, dJat in geval het verborgen geld niet gevonden wordt, mij een gewich tige opdracht is gedaan, en ik be- schouiw mij zelf als gerechtvaardigd u te vertellen, dat als u niet alle aanspraak op haar opgeeft, om haar voor nu en voor altijd tot vrouw te krijgen, dat ik dan mijn invloed zal aanwenden, cm u zoowel als haar uit Naar Anne Gele. De e eiste gouden stralen vaan de rij zende Piaikslerzon gluurden nieuws gierig door de witte gordijnen in Else Fëldflidim's hoekkamertje, terwijl ze plagend, als wilden zij haar wékken, de rosige wangen en blondle lokken vanb'de bekoorlijke slaapster omlijst ten, die nu ook werkelijk de zijden wimpers bewoog en droom erig in den jongen morgen rondkeek. Zij rekte welgevallig de slanke le dematen uit, terwijl ze de mooie ar men kruiste, die uit een met kant. ge- garneerdie niaöhtja.pon te voorschijn te 9luiten van eenig voordeel van het geld van Mr. Malincourt. Als u Gil lian Wickham wil trouwen, dan zal zij geen cent bezitten, en dan is voor u zelf ook alle kans afgesneden op een deel van het geld van uw oom. Natuurlijk heb ik het recht niet. in naam van Gillian te spreken, zeade Getear, en op mijn eigen verantwoor delijkheid af te zien van eenig deel, dat zij van hlet geld van mijn oom zon kunnen krijgen, maar, wat mij betreft, ik héb niets van hem noodig en verwacht ook niets van hem. Ik kan werken voor mijn vrouw en haar voorzien van alles, wat zij noodig heeft-, zonder de hulp van een ander. Als u ons wilde toestaan te zamen bij u te komen, opdat wij beiden vertel den, hoe wij over die zaak denken, dan zonden wij u misschien kunnen tevre den stellen. Geld heeft niets le maken met onze liefde. Ik 'neb een maand lang met haar in hetzelfde huis ge woond. Verhaast het u dan nog, dat ik haar beman, en dat voor mij GilMan Wickham zonder een cent meer waard is dan de gehéele wereld? Ik weet. dat ik niet half goed genoeg, voor haar ben, maar nu zij mij de eer heeft aan gedaan. mij aam te nemen, zooals 1_k ben. houdt u het mu voor mogelijk, dat iets ter wereld mij kan doetn wan kelen in mijn besluit haar vroeger of later te trouwen? Ik héb niets noodig van liet geld' vam MalincourtIk ben overtuigd, dat Gillian mij trouw zal kwameai, achter de prachtige blonde vlechten, die losjes op den rug hin gen. Hè de fijne neusvleugels bewo gen zich welk een heerlijke gein- drong door het geopende venster. Be neden' in dén tuin stonden de vrucht- boomen en de struiken in vollen bloei. Daar liet zich ook een zacht, wellui dend gefluit hooren het waren de bei de lijsterpaartjes, die achter de tralies van de kooitjes, die naast het hoek venster hingen, juichend den wondér- sohoon.cn morgen begroetten. Fluks sprong liet jonge meisje uit. het be-d, en gluurde door dé gordij nen. Och, wat was het buiten toch mooi. Op alle grassprietjes en bloe sems glinsterden dauwdruppels. Het was immers nog zoo vroeg, nog zoo stil daarbuiten. Kwart vóór vijf wees de klok. Af en toe ging een dorpsbe woner lDeit huis voorbii en overal, zoo ver ze kon zien, voor alle deuren van de» boerderijen prijkten groene mei- struiken. Hoe schoon was het Pink sterfeest toch op het land Wat zou liet nu imi het bosch prach tig zijn. Plotseling stond' haar be sluit vast. Zij wilde vroeg opstaan, den wonderschoon en Pinkstermorgen thans ook volop geniet en en alleen ongestoord. Hier op het land kon dat immers, voorheen' in de stad ging het niet. Doch nu hare moeder, eene ma joorsweduwe, nood gedwongen, doch niet uit eigen aandrift, terwille van •haar zoons, om ,,gezomdhed.dsrebeneri' •voor een paar jaar maar Westerbostel was Verhuisd, kon Else 'het wij doen. Ze Jegd'e snel het weelderige blonde haar in een wrong en trok, daar toi- letaakem onmondig was, ©en wijd morgenkleed vaai licht blauw linnen aam, dat echter juist door zijn eeai- voud, die slanke, gracieus© li jaren van het fraai gevormde lichaam op het voordeeligst deed uitkomen. Nu nog dien grooteh, met margarie- tear verslanden tuinhoed te voor-schijn gehaald en vervolgens sloop zij zacht jes, om niet die in het aangrenzende vertrek slapende moeder te wekken, de trap af, door dén tuin naar de dorpsstraat. Slechts Erdimann, de krompootige kleine taks, had zich vertrouwelijk te gen Ihaar aan gevledld', ofschoon hij min of meier verslapen uit zijn mand •te voorschijn, kwam, terwijl hij de wandeling we'l wat aJl te vroeg vond. Even buitien het dorp begon het uit gestrekte kloosterbosch en Else sloeg al hèed spocldag een der goed onder houden wegen in. Ze haalde diep acllem. O, wat was het hier toch heerlijk Welk een ver rukkelijke geur van vochtig gras, van jong hout, vam dennen en woudbloe men. De morgenzon scheen goudglan- zig door het groene bladerdak va.n de hóuken, terwijl een zaCht koeltje met dear ritselenden, bruidssluier van me- jonkwrouwe berk speelde, waarvan de witte stammen vroolijk blonken. En dan dat duizendvoudig jubel lied, dat juichen vaai d'e kleine zan gers boven in de toppen. Vol melodie zong de goudanerél haar morgenlied. Else stond aandachtig te luisteren. Welk een wonderbaarlijk klamkge- luid school er dn deze kleine borst. Ver weg, ergens in het diepst van het woud, jubelde de nachtegaal. Overal in den omtrek vroolijk kV en en beweging. De vinken floten, de dui ven kirden, terwijl vlak naast haar een slanke bruine ree door het onder hout. kroop, de groote oogen verwon derd op haar gericht. Ja, hot was hier toch schoon, juist zoo als oom Ohristiaan geschreven had, die reeds verscheidene jaren pre dikant dn Westerhostel was. Hij had gelijk, het was hier uit te houden. Maar 's winters, zou het dan niet vveeselijk eenzaam zijn? En iets dat klonk als een bange zucht volgde. In dén beginne had ze. wanneer er sprake van was naar buiten te) trek ken, zicli voorgesteld gedoemd te wor den tot een troostelooze verbanning. zijn. Ik vraag u uit naam der gerech tigheid, ons samen bij u te laten ko men, zoodiat zij haar keus doen kan in uw tegenwoordigheid. Goed, antwoordde Mr. Wickham. Ik neem uw voorwaarde aan. Woens dag is de dag van het voorlezen van het testamentdien dag zaJ Gillian op Ryelands komen en dan zult ge el kaar ontmoeten in mijn tegenwoordig- lmid. Wanneer kan ik u op Ryelands verwachten De zaken van mijn zuster moeten geregeld worden, zei Cesar, en en ik denk mijn vader en moeder te gaan opzoeken, als zij hier zijn. Ik zal dat nu dadelijk doen, en dan naar Rve- 1 finds komen, om d'aar te blijven tot alles afgeloopen is. Mag ik zoo vrij zijn u mijn dank te betuigen voor uw vriendelijkheid Zeg voor 't oogeniblik nog ma.or niets, viel Mr. Wickham. hem in d'e reden, hem met zijn hand edn vaarwel toewuivende. Alles is nog niet voor hij HOOFDSTUK XXXIII. Met een kloppend hart- vol van al lerlei tegenstrijdige gewaarwordingen keerde Cesar Malincourt naar het dorp terug. Niemand behalve Bertram Cur- zon wist van zijn engagement, daar dé identiteit van Miss Wickham niet publiek bekend was, maar hij had niemand1 noodig, die met hem in zijn vreugde kon deel en; In zuik een eenzaam bosclulorp te wonen, stond gelijk met afscheid le' nemen vari alle bekoorlijkheden van1 eene groote stad, van de vriendinnen en de amusante flirt, in een woojxI, liet leven vaarwel ie zeggen en in j doodsche eenzaamheid ie versuffen, en te verboeren onder mensehen, die nooit, in hun leven iets van tennis en lancier hadden gehoord. Als niet het logceren bij familie of vriend innen als troost in het vooruit zicht was gesteld, zou ze al bij de ge dachte alleen hebben gewanhoopt. E<*r hare broêrs, de beide kadetten en de student, op eigen beenen konden staan en zij uit iiare ballingschap naar de stad kon terugkeeren. was ze immers reeds lang als slachtoffer van deze broers eene suffe, oxide jongejuffrouw- geworden Ze moest even stilletjes bij cle ge dachte lachen. Neen, zoo snel ging het oxide jongejuffrouw worden, go de zij danlk, toch nog nietVan zeventien jaar tot dértig was nog een reusachti ge tijd dan kon ze reeds lang me vrouw zijn. Maar ze zuchtte op nieuw wie zou haar in deze een zaamheid, als prins Charmant koanen opdagenWat meetelde was, voor zoover ze ixi die weinige dagen, die ze hier woonde bad vernomen, weinig beneden de zestig en goed van vrou wen voorzien. Zoo dwaalde zij, nu eiens vroolijk, dan weer ernstig philosopheerend. door het bosch. Daar drongen plotseling menschel ij - lce stemmen tot haar door. Het sche nen knapen te zijn, die in een der zij lanen levendig met elkander spraken. Wa.cht maai-, hoorde' Else den een juist zeggen, ik klim er eenvoudig in, en breek boven den kruin af, die is het mooist De struiken der berken ruischlen en bogen zich en daar stond zij eens klaps voor hen. Het waren twee jeug dige gymnasiasten, die naar bet scheen' uit de naburige hoofdstad, per fiets een vroegen pinksterloöh| in het, bosch van Westerbostel hadden onder- nomen, terwijl ze juist van plan wa nen meistruiken te plukken, en een dier jonge berken den kroon a.f te bre ken. Halt 1 Wat dloiemi jullie daar? riep Else heai dapper toe. Dat moogt ge niet dóen ge behoort te weten, dat zoo -iets streng verbodlen is. De een kroop dan ook dadelijk be schaamd heen; die amdlere echter, of schoon hij ook van zijn voornemen af zag, scheen het aan zijne mannelijke waardigheid verplicht te acbtën, zich niet te laten overbluffen, en riep haar toe Zoo, 'is u misschien de opper houtvester Else, die niet op lxaar mondje was gevallen, antwoordde zonder dralen Dat niet, maar wel zijn vrouw. Ik zal jullie dus aanklagen; Toen ze dieze woord en h ad uitgespro ken, was ze toch zelve min of me ei- ontsteld. Maar wat deeid het er toe. De jongens waren ha.ar volkomen vreemd eai dat deze den opper-h-out- vester en dieais vrouw zoomin kenden als zij, bleek hieruit, dat ze eensklaps beiden oan vergiffenis vroegen, en zich daarop uit de voeten maakten. Ze ging nu eveneens haar weg. ter wijl ze stil voor zich heen lachte. Dat was nu nog eens een grappig avon tuurtje hier in dé eenzaamheid. Ze voelde zich nu niet weinig trotsch. op haar inxpulsieven inval en ook niet weinig gestreeld, dat deze brutale, kleine deugnieten haar als mevrouw die opper-houtvester in ernst opgeno men hadden. Hoe zou deze er in vverkelijkhe:d wel uitzien En d'aai lxaar man Want er moest beslist zoo iemand hier er gens wonen. Ze had gisteren nog twee bosch werkers over den ouden opper houtvester'' hooren spreken. Ze had hom nu duidelijk voor den geest forsc.li, breedgeschouderd, natuurlijk met langen, grijzen baard, en een verbrand gezicht en zijne vrouw wel vermoedelijk, eene innemende oude dame, tamelijk korpulent, met een vriendelijk gezicht. Wat zou de oude heer echter oogen opzetten ale hij haar gehoord had. Nu, in elk ge val zou hij haar dankbaar zijn ge weest, pat ze zoo flink voor zijne hoo rnen had gezorgd. Plotseling zag ze tot hare verwonde ring, dat Erdniau gezelschap had ge kregen. Een j-osbruine kleine- taks. die ongemerkt va.n onder de struiken was gekomen, wisselde juist, de gebruike lijke begroetingen en toen ze zich dien tengevolge onwillekeurig omkeerde, om te zien of ook de eigenaar van den hond in aantocht was, zag ze vlak achter zich uit een van d'e vele nauwe zijwegen een lieer in een grijs-groen linnen pak aankomen. Een slanke, maar krachtige, impo- neeremde verschijning was bel ver moedelijk ook dé een of andere na- tuxir-dweper en eenzame Pinkster toerist. De vieoiwieling groette baar met onberispelijke beleefdheid en sprak haar aan, zoodra. hij in hare nabijheid was. Ik verzoek u mij wel te willen verontschuldigen, mevrouw. doch ik hoorde zoo even, dat, hol toeval mij de eer gunt, kennis te maken met me vrouw de opper-houtvester, mag ik dus do eer hebben xi te verzoeken mij den weg naar de opper-houbvestevij te wij zen ik zou gaarne mijnheer xnv echt genoot willen spreken. Else, die luaaa- hoed aan den arm droeg, was vam schrik vuurrood ge worden. Wat ter wereld zou ze ant woorden? Eerlijk de waarheid beken nen? Maar ze zou zicih tegenover dezen vreemden jongen man, die d'aar zoo hoffelijk maar toch, ook met eem eigenaardige uitdrukking van spot zucht op het lachend gelaat, doode- lijk geschaamd hebben over haar scherts. Van den anderen kant zich doodleuk aJls mevrouw die opper-hout vester laten, gelden, diaarhij te moeten bekennen, diat ze n»iet eens haar 'huis kon terugvinden' Dat ging éérst, recht niet. Dxxs dat is die vloek van de booze daad, zoo ging het haar door het hoofd koelbloedig kalm vorder blijven jokken de vreemdeling ken de gelukkig noch haar, noch de om standigheden ihii'er en dan ter juis ter tijd. eenvoudig rechtsomkeert ge maakt. Zoo kwam er dam een schuchter „heel gaarne" uit, waarop de vreem deling voortging Mevrouw opnieuw went ze verlegen, ofschoon d'e eigenaardige positie eene prikkelende bekoring op haar begon uit te oefenen mevrouw schijnt overigens wel van vroeg op staan te houden, dat zij reeds zoo voor dag en dauw op weg is, zeker om den womdersc'hoonen Pinkstermorgen tn de eenzaamheid te genieten liet ver wondert mij slechts, dat. mijnheer haar echtgenoot zijne jonge vrouw op zulk een heerlijken morgen niet ver- Als het hem toegestaan werd haav te ontmoeten, dan twijfelde hij niet aan den xiitslag. Opgewekt trad hij het hotel binnen en vroeg Mr. en Mrs. Percival Malincourt te spréken. Wachtzei hij, toen de kelim er van plan was naar boven te gaan, ik zal zelf naar de kamers van mijn va der gaan, zonder dat mijn bezoek wordt aangekondigd. Zoo sprekende snelde hij de trap op en na op de hem aangewezen deur ge klopt te hebben, trad hij binnen. Mrs. Malincourt zat met een ernstig bedroefd gelaat bij het venster. Of schoon zij zonder protest had toege stemd ixx de verbanning van haar kin deren, was zij hien toch op den duur beginnen te missenzij voelde zich zoo éénzaam, vooral ook na het ver trek van Nancy. Bij het binnenkomen van Cesar keek zij ontsteld op, droogde haar tranen, sprong op en stak de handen naar hém uit. O, Gesar, mijn beste jongenriep zij. Beste jongen, ik ben zoo blij je te zienGa z'tten en laat ik je eens goed. aankijken. Nu, ik moet zeggen, je bent er niet op achteiuit gegaan Ik had geen idéé, dat je zoo knap was. Dat is vroolijk nieuws voor u. moeder zei haar zoon lachend. U ziet er lang zoo goed niet uit als 'vroeger. Neem mijn raad aan en laten wij al len weer naar huis gaan. Waar is O oh - - ze werd opnfieu \v vuur rood em keek angstig maar haar voe ten, mijn mijn mam, diie .Slaapt graag wat lang, en daar... Wel, viel hij vroolijk in, in het algeméén behoort het lang slapen nu jxxist niet tot de eigenschappen der houtvesterij, doch er zijn natuurlijk xxitzonderingem op den regelMag ik xi echter vragen, mevroxxw, of het revier zeer groot is en of u reeds lang te Westea-bostel woont Maardat is immers niet. mogelijk! zeide hij, een bewonderenden blik werpende) op de jeugdige verschijning. JaNeen. Dat wil zeggen stamelde zij opnieuw ja, het revier is, naa.r ik meen, tamelijk uitgestrekt, maar véél weet ik er niet van. Nu, u zult, naar Lk vertrouw, den weg uit uw bosch naar de opper-hout- vesterij wel terugvinden Het sclxeon mij toe bij instinct natuurlijk als liepen wij verkeerd, en zoxiden wij dezen weg hier moeten nemen. Else stond één oogen blik radeloos, vader Hij is een paar minuten geleden uitgegaan. Je moet hier niet lang blij ven, beste Cesar, anders komt hij terug en zal je hier vinden. Ik wou ook wel, dat ik je zusters kon laten halen, maar dat is onmogelijk. Hij zal Violet nooit vergevexi en hij is Ixeel boos op Nancy. Dat is nonsens Wij zijn uw kin deren even goed als de zijne. Wat mij betreft, ik ben van plan te wachten tot hij texug komt en het met hem in het reine te brengen. U moet beginnen met u voor te stellen, moedier, dat uw kin deren volwassen zijn en niet langer [behandeld kunnen worden als kinde ren zonder wil. Ik heb nooit mijn eigen wil door kunnen zetten, zei Mts. Malincourt, haar zoon nadenkend aamkijkend. En toen Violet met Anthony Egerton trouwde en jij de wijde wereld inging, toen voélden je vader en ik dat scherp. Maar dat is nu alles voorbij, tob daar nu niet meer over, zeide Cesar vriendelijk. De tranen in de stem zijner moeder ontroerden hem en zijn eigen geluk stemde zijn hart zachter. Naast zijn moeder zittende, met haar hand in de zijne, vertelde hij haar vam zijn schit terende vooruitzichten en het succès, 1 dat hij zeker hebbeox zoxi met de hulp 'van zijn vriend Bertram Curzon. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9