BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Natuurhistorische
Wandelingen
Haarlemmer Halletjes
Poste Restante.
24ste Jaargang
MAANDAG 20 AUGUSTUS 1906.
No. 7100.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMNKTRAT1E GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
IN 'EN OM HAARLEM.
cxxv.
't Is middag ©ven gepasseerd', d.w.z.
ongeveer 2 urn-. In icLe» wereld der ver
makelijkheden: >vo onstefliliingieai^ muziek
'UÖitivto.&riTigein!) enz. noemt men dat
nog' morgen, en veten m ©emend©, cUat
dat d:e ware dagiindieieling Is, gaan
met dite indle'eling mekte.
De zon is dus et ven haiar hoogste
standpunt gepasseerd' en woei er niet
een stevige 'koelte, dan zou liet wer
kelijk toet zijn, nu is 't lekker weer.
We stappen ide Brouwersvaart op,
hebben even nog- ooig voor de veel
kleurige wolken die door het water
•zweven, afkomstig van wasch- en
•verfiurklhiting; die schutting aan de
overzijde stuit onzen blik, tot we even
door ihet ralvijn kunnen gluren, ge
vormd dioor iden spoodd'ijik en hoornen
en struiken .aan de1 overzijde met de
reuEenMaJdlen van diet Gnoote Hoef
blad!, 't moioi is1 er echter .af. Onder
'de viiaiclwct idoor, liet kwakeltj© over
en het voetpad 'langs.
Eén ding is imiaar jammer, diai die
Brouweirsiviaart n.3. zoo reciht ;s, an
ders toclh wais dit één van de mooiste
wandelingen, zoo izeer vers'clhiililend
naar den fdjld van iden dag, naar die
aiicftiitóng van waar men komt. 't Is te
uedb.t, eerst idlie rechte ihaag van haag
doorn, later die vaai iep met dat ras
terwerk er voor. De .overzijde is ech
ter schoon, de- mooie waterlelies, de
overhangende elzen, 'die riet,'hoopen,
begroeilid met de haagwinde, die hare
grooté, tr.eclliterviOTimiigewitte bloem
kronen opent, en daarachter .die cub
tuuirgeiwiassen belhiooremdie tot 'die „bol
den", wat verder naar Overiveen tot de
„vaste planten". Die bruggetjes, en
eindelijk de lindelaan, daar zijn we
bij .Oiverveen; dein grintweg volgend,
staan we spoediiig voor de keuze: 't,
Kiolkjie oif IK.raant'j.edeilv. De minder
aangename fltejiegening bij de eicrste
uitspanning, bet mulle zand voor we
er izijn, doen ons al ras bestuiten,
dloor te loopen. De regelmatig geplan
te Cordons, „distel®"' zullen de. mees
ten zeggen, links; (het kanaal naar de
zanderij rechts, heit bruggetje over,
slaan we eVen hét oog op 'de mooie
woning met het eveneens mooü be
groeide linrijtoiek en de stijgende oprij
laan, links achter een muur de groen-
Jtentuin, fus'sdhem hosschen idoor van.
eik en spar, even wijken deze terug
om een vrijlen blik te gunnen op het
trotsclhe buiten en de stad in de ver
te. Weer een even belommerde weg,
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
(Sprekende over Tteotuur heeft eeais'
_een Frans chman gezegd, dat elk
soort goed is, behalve het vervelende
soo.it. Ik zal wiet zeggen, dat ilc d.eze
uitspraak in. .al haar beslistheid zou
willen omhelzen, maar ©en feit iis bet,
diat er een. wet mloest worden gemaakt
tegen vervelende lectuur. Wat kan er,
in onzen wet/tienmaken.die-.i tijd, tegen
zijn om te bepalen, dat ieder die ver
velende lectuur uitgeeft 1 doet uilt-
■gieven, drukt of doet drukken, ver
spreidt of Iaat verspreiden, dat cllie
gestraft zal worden met eten boéte van
minstens vijf tot hoogstens vijf hon
derd gulden Met bepaalde uiteowde-
rtng evenwel van de. openbare bestu
ren, Rijk, provincie, en gemeente, die,
zooals iedereen weet, eik uur van dien
dag een nieuwe stroom van velweten
de lectuur op de ongelukkige maat
schappij loslaten. Werden zij onder
het. verbod begrepen, dan mochten
Rijk. provincie en gemeente weil een
.zitneda-eteur aanschaffen, die tot taak
had de booten in te verdienen.
Voor de gemeente Haarlem is het
zeer zeker een geluk, dat dié wet op
dit oogeniblik nog .niét- bestaat, want
da.ni zou ze stellig vervolgd worden
wegens de uitgave van het gemeente
verslag over 1905. Ik heb in lang zul
ke saaie letterkunde nier onder de
oogen gehaid .Elk jaar wordt h.et boek
.meedoogewLoos .dikker en daarmee'
saaier. Als liet zoo doorgaat, aail er
een tijct komen, dat niemand meer in
.staat ils om het te lezen, zelfs die zes
menschen niet, .die daartoe tegenwoor
dig gedoemd, zijn, namelijk cte correc
tor, die .de drukproeven corrigeert en
de vijf journalisten© die het voor h.un
courant moeten uitwerken. De andere
-acht en zestig duizend, negen homdlerd
idie. (heuisdh niet behoeft ©wdter te Ü'oen
voor id© schoonste wegen in Zuid-Lim
burg, daar zijn we er. 't Is een oudei-
wetsche uLtspianndng, zoowel geschikt
oim ons .even neieir te vlijen als om er
©en gansclben middag idooir te bren
gen. -Kiezen we het laatste en nemen
we voorlooplg plaats aan een der vele
tafeJUj'es, om onder 'it genot van een
glaasljie bier iden omtrek eens te ver
kennen.
Van den guUntweg gescheiden cöoor
.een (klein bloemtuintje, waar Idé plan
ten wel wat .spilDig opgroeien, ligt de
■Woning. Daarvoor, ongeveer een me
ter of drie daarvan verwijderd, een
rij iepen, die Ihunne kruinen ver bo
ven het ihiuis verheffen, daarvoor weer
een rij andere hoornen, aan wier glad
de stammen we dadelijk de beuken
.herkennen, ofschoon die bldderen
(hoog in de lucht schuilevinkje spelen
tuiss'chen de iepeblaJdeirtn. Daarvoor,
.even voorbij .de wip ©n het weegtoe
stelvlak >aan iden weg „de booan"
van Kraantjelek, gewoonlijk nog na
der aangeduid' dloor de bijvoeging
„(holde". Hij' is idan ook niets meer
■dan Idle (biaistlaag, met een weinig hout
dlaar loimlheen. Zelfs is hier en daar d'e
teeltlaag naar binnen gegroeid en
heeft nok 'daar hout en ba.st gevormd.
D© ruimde daarbinnen is groot ge
noeg, om 6 personen te (heibergen,
maar .daar /het in- en uitwippen voor
al van 'de jongens en meisjes, .die hier
jaarlijks bij. duizenden komen spellen,
zeer schadelijk voor ons oudje zou
izijn, izijn (d'e openingen afgesloten
cloor stokken en prikkeldraad, 't Zijn
vooirnaanieilijk /twiee giroote' gaten, die
het vermoeden (dóen wettigen, d.at
daar .eens krachtige reuzen armen op
stonlden, en wel itaimelijk cDicht aan
dien, grond. Het (hoogste, dat we nog
met onze band bereiken kunnen,
heeft nieuw lieven gekregen; vlak op
den ranld. heeft tziich 'een knop ontwik-
'kieMi tot- een vrij awaren tak iee'dfe,
waaraan we tevens gemakkelijk kun
nen vaststellen, met welken haam
we onzen reus moeten bestempelen,
't dis eien k'uaikiep, die we. hier langs
den giiinitfwëg vaker zien, maar dan
steeds meer in iden vorm van struik.
Hier is 't een boom. Voegen we in
onze gedachten die reuzenarmen er
weer bij, naar 't miodel van diieu
eeneU/ 'die nog istiaat, !dia.n hebben we
een type. van een iep, zoaals er luier
ien daar rzoO veel zijn, die evengodd
(beschouwd kuwnlen worden als
besta,'ainldle uit drie afzonderlijk©
bloomer, .ate e.en enkelen boom
mei, drie fors'chie itiakleeai.
De naam kuirlktep vinden we ver
klaard', ais we anaar even de jongere,
twee tot driejarige takken nader be
schouwen.
een en. negentig inwoners van Haar
lem (tel ze maar nalezen hot niet,
bladeren liet bij ontvangst eveai door,
schrikken en zetten het op de plank.
YViel ;te verstaan die tonder d, of daar
omtrent, dlie het toegezonden krijgen,
de .overige aoht dn zestig duizend,
acht honderd een en negentig zielen
krijgen liét ze/lfs niet onder de oogen
Waarom is nu dat gemeenteverslag
zoo saaii Omdat het over ernstige za
ken loopt, zullen de samenstellers
zeggen, maar dat betwist ik. De. fout
ligt, dunkt me, hierin, dal iedieir, dlie
er een stu'lc van maken moet, het ge
wicht van zijn taak gevóélt niet al
leen, maar ook de deftig' h ei d'. Wij
Hollanders zijn graag deftig, „iedere
Hollander", heb ik eens spottend hoo-
ren zeggen, „is van deftig© familie."
En zoodr.a we op ©enige "manier annex
raken aan een openbaar bestuur, dan
worden we pas recht deftig. Het def
tige soort, nu (ik .spreek natuurlijk
van lectuur) as ook het vervelende
.soort, wat ik u gemaklceil ijk kan be
wijzen.
„Zijn deftig maar geestig verslag
wekte algemeen ie toejuiching de
voorzitter dankte den secretaris voor
zijn. deftig en boeiend overzicht van
'i afgeloopen jaar de spreker lier-
imierde a-an 't giraf van dén gestorven
vriend aan zijn deftig, maar geestig
woord"zijn volzinnen, tile nog
nooit iemiaaiid ergens geteteen 'heeft en
ook nooit iemand lezen zal. Deftig iS
dus onafscheidelijk van saaii. En ons
gemeenteveitelag is deftig.
Ik zoneter den heea' J. D. Rutgers
van den1 Loeff, onzen stedeilijken bi-
Maothecaris, met nadruk uit. Hij beeft
hier en .daar humor gelegd in zijn
verslag, hoewel weinigen zoovéél ge
vaar loopen van te verdeftli'gen als
hijin een omgeving van zooveel ge
leerdheid', geborgen in zulke dikke fo
lianten. Des te grooter .de eer voor
hern, dat. hij daaraan weerstond1 heeft
Tamelijk dikke kurkvoivningen toch
géven die taMcen iets eigenaar digs.
Oniwillekeunig glijden onze gedachten
•terug naar 't grijs verledien, toien dit
gebroken oruldtje, dn gezelschap van an-
dere, (voor e.en honldiadd jaar B/tonldeni
hiea* nog 'dirie zulke reuzen)) aan den
voet dier duinen, beschut voorde hie'eir-
se/hende wiihiden, groeiiden len fleurden
in jeugdige schoonheid', toen dé val-
sche rukiwlhden over d'eir duinen top
nog te ivehgelefs aan loroon en takken
rukten; tioenja, toft hoever klimt
Üe 'jeugd van zoo'n boom wel op. La
ten we den oantirelk van zijn stam eens
éven opnemen, dan hebben we ten
minstie toch ©en maatstaf ter vergelij
king. Ruim ze© mieter, dat is meer
dan iw.e zoo op 't oog ha'dden durveD
veimoieden. Zouden we dat nu gaan
vergelijken anet iden dikte groei van
de jonge ie'pen langs straten en grach
ten, dan zou dat ©en valséhe maat
staf zijn, dlaar toch 'de diiktiegroeii in
id'e jieuigtd veel grooter is .dan op rijpe
ren 'leeftijd. Laten we daarom liever
die hulp van anidéren, van meer be
voegden inroepen, en dan, dan zegt
een schatting zoo ongeveer vijf eeu
wen, vijf/honderd jaar. Geslachten oip
geslachten izijn dus heengegaan <m-
'dleü'. die tukken van dezen reus, wat
zou (hij kunnen verhalen uit die da
gen van vroeger.
Maar zien we vender, daar achter
idiiien .schioimlinel met een boog tot aan
'den duii-nvoiejt tal van „withlnd" po
pels; waaihij de dionlkergroene boven
vlakte tenoavn afsteekt t.egen den grijs-
witten onderkant. Daarachter weer
Vele haagldloorn9, waaraan toch wel
heel 'wat bloieimien moeten zijn blijven
zitten wat we zien aan de vele vruch
ten.
•Zoo waar lis hier o'ok een linde ver
dwaald 'tuSsdhm al die andere boo-
•raen. De lindebloesem, 'is voorbij; uit
die bloempjes ontstonden de ronde
vruchtje©. En daarnaast weer awarbe-
popel©, die zlich in het duinzand
steeds zoo goéd' thuis gevoelen. -Nu
eerst zien we goed dién zanldsbeug.
Vrij steil galat (liet .die hoogte in. Bij'
eiken voetstap schuift hét zand on
deruit, en honderden klimmen hier
jaarlijks '0.m/h'oo'g, dus -tot ligt vooi
de hand, dat o:ok izonder hulp v.an den
w'inldi .en het reigenlwater 'dat zand on-
:deiriu)ut moet gaan. Ziien we niaar de
stammen cler hoornen aan den voet
van de ihélling of naar de onderein
den (dier palen, waaraan sctommel
■of ringen kunnen worden opgehangen
■dan izien iwe dat daar diiit voorjaar
heel wat zanld is afgegravien.
De kléine gele 'zandkorreltjes blij
ken bij nadere beschouwing kleine
'kiezeüsiteentjes :te zijn; düe Meahe witte
stipjes daartusschen zijn deeltjes be-
weten te bieden..
Toch gaat het hem niet naar dén
Vleie&che. Ais ambténaar, wel te ver
staan. Hij had zóó gehoopt, diait de
bibliotheek mettertijd ook de besehik-
kiing' zou hebben over dé gehcole be
nedenverdieping van 't Prinsenhof,
maar helaas, B. en W. hebben ver
klaard, dat ze die voor de hoofdad-
ministraitie der gemeénte noódiig zul
len hebben. De bibliothecaris 'berust
daarin, maar doet opmerken, dat dén
00 k de bibliotheek in de toekomst niet
in het. Prinsenhof gevestigd zal kun
nen blijven, en hoopt, dat binnen.niet
te ,ver verwijidieavlle jaren „de munci-
paliteyt dlër stad' Haarlean, in achitdng'
genomen hebbende (dat, door ddenli'öt
zogenaamde Prtnceaihof, thans de
plaat© .alwaar de Stads-Bibliotheek
bewaard' wordlt, merklyke vera.ndleo'in-
)gen en vertiimaniea-inigen staat te on
dergaan, alzo het tot buys der ge
meente staat igeapproprtéerd te wor
den, het ten hoogste nodig was na
een bekwaam, locaal om te zien, al
waar die Biialioitlheek, inplaats van in
bet zogenaamde Praincênihof, bij ve.r-
volg belhooriijk konde geborgen wor
den Heeft, na deliberatie goedgevon
den. en verstaan, tot berging ctórzelve
Bibliotheek to d'espicieeren zeker ge-
deelit& van. een huys
Waa,roan komt de heer Van der
Loeff liiea- eensklaps anet zoo'n ourï-
Hollandschen volzin voo-r dién dag
Hij heeft, dien .gavonden in het Me
moriaal van de Munidipaldteyt vaai
Haarleun va.n den 14 Juli 1798 tot den
1 i October 1799, (Raadsiiotulen. zou
den: we tegenwoordig zeggen) waar
uit dus blij let, dat dé geschiedenis
ziéh herhaalt.
I.s dat/ niet aardig te pas gebracht,
evenals het rijmpje, dat de bibliothe
caris neerschrijft over dé slechte ge
woonte, om geleende boeken niet te
rug te geven
staanidé .uit kalk. De zandkorrels be
hoorden vroeger zeker tot de graniet-
rotsen in Zwitserland, dat- kalk tot
het ee<n of anldér kalksteen-gebergte.
Het afs'trooantenldé,.zteh zeewaarts
'Spoédehdie. water bracht ze beide naar
'zee, waar idle aandkorreilitjies bezonken,
itenwijl de kalle iin opgeloisteai toestanld
werd opgenémen dé 01* 'het een of an
der schelpdier, om na den dooid vain
tot idler -weer verbrokkeld te worden
,en naast het zand neer te zinken. En
eb .en vlo.edi, en zon .en win'di, braöhten
bedde omhoog, steeds verder bi«nen-
wnarts.
Mé-ar stijgeni we oonhoog, stap voor
stap; dat haastig voorwaarts spoeden
doielt hier niét het ©erst den top beirei-
k'en. Langzaam anaar zeker stij'gen
we; halverwege toud'en we even halt
om onze versneMie ademhaling tot
rust te brengen. Van dat oogenblik
trekken we partij olm neer te zien op
Idlalt huisje daar 'aan dien voet, op de
zwarte poipullderen, waarin zich nu
reeds héifsttinten beginnen te vertoo-
nen. Hier en daar ziien we ook reeds
boomwortels te voorschijn komen.
Kom nu verder. We naideren die
izwairte /hagen, die zeker dlienen oim
het boivenste zand' tegen te ihoudén.
Naderbij gekomen, zien we. dat het
Üioobe struiken 'Zijn, .dié hiér telkens
weer worden dtogestokeini. Het dJaartus-
scheii vastgeraakte zand deed tal van
planten 'ontkiemen .en groeten, vooral
dlie imeit worltielstokken voielen zich
hier wieidira thuis.
Daar hebt ge de duimbraam, voor
zichtig, want '.er naast en er tussc-aen
staan brahdhetels welig te groeien .en
een aaruraQdng- zou een kleine bloed
vergiftiging ten gevolge hebben, die
ge als een .'hinderlijk jeuken een paar
uurtjes- zoudt kunnen voelen, omdat
er 'dadelijk .geen ammoniak bij de
hand is. En dan de bramen zelf met
hare stekels. Wel bloemen, maar
geen vruchten. .Omvnllekeurig komt
ons een klein versje uit ohze jeugd in
iden zin:
Eerst zoo wit als was,
iDian zoo groen als gras,
Dan tzoo rood- als bloéd,
Dan izoo zwart 'als roet.
,Een raadseltje .dus, waarin ac.hter-
eenvoüigens de /kleur der bloem, der
onrijpe, rijipenide en irijipe vrucfliten
eeai aanwijizing is om t.e komen tolt de
braambes, evenals ide vrucht van de
framboo(S een vruaht, samengesteld
uli't tal van (kleine 'bessen of liever
steenviriualrtijes, .allie uit één bloem af-
kolmlsltig. iDie lange, forsoh© sdlieutén,
mét een sierlijken bocht ovehhangend
leveren Ide vru'clhl/talkk'en voor 't vol-
jaar. Nu dat al Jieu wat ui'tge-
Geleendie bc-eken terug te geven.
Wordt vaak verzuimd door jong en
ouden,
Want lichter valt. 't, de boeken zelf,
Dan wat er 'in .staat vast te- hou
den.
Maai' dit is dan ook dé eenige hu
mor, dien ik in het lijivige gemeente
verslag heb kunnen ontdekken. Op
zettelijke huiniofr namelijk. Ongewilde,
toevallige humor is hier en daar nog
wel te vinden.
„De toöfden der scholen ontzien
geen moeite", zoo lees ik in bijlage C
over bet lager onderwijs, „om t© zor
gen, dat de gewenscbit© reinheid (nn
de lokalen) worden betracht, maarte
énkele scholen llaat de schoonmaak
te wenschen over.
De .eigenaardige verhouding tus-
schen schoolhoofd ,en concierge
scliijnt aldaar niet bevorderlijk voor
de goede zaak.
Terwijl de ©eiste v er ai it woordelijk
is voor die iinlichting 'in haar geheel,
is hij toch niet de onniriddéillijke clic'f
van dien concierge.
Dit komt liet sterkst utt wanneer
dooi" ons aanmerkingen.moeten wor
den gemaakt betreffende reiniging her
lokalen, .Het hoofd cler school wij.st
ons er dan op, diat zijn concierge ndet
aan hem ondérgesohikt is."
Tot zoover tot verslag. Stellen we
ons dezen toestand nu eens goed
voor. "Het. .hoofd van de school zegt
tot den conciieage„Goncieige, de
lokalen zijn niet rein genoeg", waar
op "éCé concierge antwoordt„ik vünld
ze rein genoeg". Wait nu Dilemma.
Reinheid, is een zaak van waardee
ring, wat de een nog vuil vindt,
schijnt den ander de reinheid zelf.
Er m 0 e t. op dit stuk verschil wezen
tusschen d e opvaitftingen van een help
ster in een bewaarschool en een juf
frouw op een' hofje,
loopen paadje door. Daar 'zoowaar cp
den Ihéek .een forsdhe Vlierstruik,
wier bloem/tuilen oak ree'ds veran
derd zijn in vruchten.
Maar walt scheanent daar voor scbav-
1 alten rood door ït groen aan de over
zijde. Zou 't o'cüa een vlierstruik zijn?
Neen, dat ilcan niet. Didhteibij zien
we izoovvaai" ihuer 50 M. boven de wa
terspiegel een plant, die langs x.ci
Spaa'me bijv. zeer algemeen ns, nl.
(hét bitterzoet, .rék op, toe langen- hóe
'liejver, 'kwailsteitout enz. alle naanem
voor een Solanuni-soort, waarvan de
stengels in stukjes gesneden en ge
droogd in >de geneeskunde wordén
gehi-uikt. Dit schijnen de pla.ttel'an'ds-
jongens ook te weten; bij verkoudheid
of aandoeningen van de keel, soms
o:ok iwiedj 'zonlder ©enig ongemak wor
den .dé stengeils gekauwd, die dan
eerst bitter .eai idaaama zoet smaken.
D,e namen 'sclhiobhoitt, 'ho.e langer hoe
ILefver enz. hebben befreiltking op den
sneil'liein gaioei van ctezen hadfkeester,
die tegen den wintea" bijna gebee'l a.f-
siterft.
Hoe dlie twiee: de vlier en ,'het bitlter-
zoelt idiaiar komen? ,o;clb, zeflter op cle-
zetlfdle wijize, waarop ze belde wel
Woaidleai aangetroffen op knotwilgen,
nl. door icte vogels.
Noch tal van andere bijzonderheden
zouden we bier boven vinden, maar
•nog .even een blik over diie bossclhen
en de Stialdl te .de verte lokt ons n.aair
huis. (AJcHjuus, 'eenvoudig lustoord., tot
weerziens.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Aan mevr. L. te H. Zeker, cte
oorwormen zijn 'lastig© dieren. Dat
men ;ze zoo vaak in buis- ook ziét,
(komlt daaddoor, «Lalt ze niet bloemen
enz. haar binnen world'en gebracht.
Ze kruipen gaarne tusscllien .de bloeün-
'blaadjes en voo-rall bij Dahlia's enz.
•tussc/heai dé- laifizonlderlijike' bloempjes,
KO'OdJait ze zoodloenld© meiclegehomen
warden. Dat ze ook vliegen kunnen,
daadaan he/bt u zeker nooit gedhdit.
D.en .H'eer K. te Z. Die bessen
boompjes op .starn worden verschil-
lenldl geikweeikt. Of ze worden van een
stek opgeikwe/e-kt, door telkéns die on
derste zijis'cheultcn weg- te nemen en
alleen de bovenste te laten door
groeien en vertakken, of men kweekt
van ©en andere krachtig groeiend©
xib;e«-iSoort sterke scheuten, waarop
men' «dan aal- of kruisbessen oculeert
of op landére manier overbrengt.
J. STURING.
„Jaag clén vént weg, als bij dien
boel niét schoonhoudt", raadt een
kort aangebonden 'lezer. Maar een
de concierge zelf cle lokalen schoon-
cli'O maar niet ontslagen kan worden,
omdat bij zijn werk mlinidlar goed'doet.
Eerst wanneer in hoogste instantie
wél "en 'deugdelijk iis bewezen, dat hij
zijn vader en, moeder vennoord heeft,
kan van zoo iets sprake wezen.
„Maar is d'an". zoo vraagt een- an
der, „de moreel© invloed van het
schoolhoofd niiet voldoende om hem
tot zijn plicht te brengen I-Ialt.Een
©ogenblik. Vóór dat we cle hoofden
beschuldigen van gebrek aan over
wicht, dienen we een andere zaak on
der de oogen 'te zien. Zou, dunkt u
.e concierge zelf de lokalen schoon
maken of het toezicht daarop hou
den? Neen, niet waar. Maar wie dan?
Ja, de lézer aarzelt. WeUnu, ik aarzel
ook. Maar nu ik dan toch eenmaal de
zaak ter sprake tob gebracht, ito et'k
voortgaan tot 'het bittere eind. De
vrouw van den concierge is het zon
der twijfel, 'die óf zelf voor cle schoon
maak zorgt, óf daarop toeziet. En nu
wordt alles duideLijk, nietwaar? Nu
begrijpt .'ieder, waarom cle concierge
de boel wèl schoon vindt, als hét hoofd
meent van niét. De concierge weet,
dat bet niet raadzaam, is, cte opteiie
van 't hoofd te doelen. Hij houdt van
vrede in huis.
Het verslag van 't lager ondenvijs
is cteuhaih© niet geflieél volledig. Er
had .iets moeten staan als volgtTer-
wijl tot schoollxoofd verantwoorde
lijk is voor 'de inrtchting in haar ge
heel, is hij toch niet de onmiddellijke
chief van de vrouw van den concierge.
Dit kamt het .sterkst uit, wanneer
dloor ons aanmerkingen moeten wor
dén gemaakt betreffende reiniging-dier
lokalen. Het hoofd der school wijst
ons er dian op, dal de vrouw van zijn
concierge niet aan hem onderge
schikt is.
Voor het loket van bet. spoorweg
postkantoor, waar de brieven worden
afgegeven, cllie poste-restante zijn ver
zenden, ikomt oen uiterst elegant -lueer
vu or ge veer dertig jiaar van hét
iic i.fd tot cte voeten h.et type van den
•voornamen, geblasec-.rden man van de
wereld Zender eten jongen, blonden
beambte achter ,'het lolket raampje ook
maar met ©en enkelen blik te verwaar
d'gen, ver'ongt hij dat iiem icte brt'>
ven onder de letters F. II. 25 suilen
overhandigd wonden. Vluaiitïg (ziet do
beambte naar hem op, miisscaien door
(den be'velendien toon, dn zijn stean
-daartoe gedwongen en gedurende
eenliige seconden Stijgt hem het bloeit
na,ar het voorhoofd. Maar zonder iets
te an'twootrd'en begeeft hij 'zné'h. naar
hét vak met do letter F. en neemt
diaau- ©en 'dfflk pak brieven en 'brief
kaarten uit. Hij. heeft wat veel- tijidi
gebruikt oan hef rechte vak te vinden
waant hij is nog een nieuweling op
idil kantoor. Pas ac/ht dagen geledon
'is hij uit een ahd'eae provincie naar
kteir verpdaatst en ö'en dienst bij het
iloket heeft hij eerst sedert, gisteren.'
Nu laat. hij ,clie brieven en briefkaar
ten één voor een dóór dé vingers glij
den, volgens het reglement, zóó, clat
hij-, die bulten staaf, geen ixl'ik op liet
'adres kan werpen. Het schijnt, dat
hij zeer zorgvuldig te werk gaat, want
hij heeft bijzonder fviéei tijd noodlig
en 'de 'ëHegaut© llieor is roods begonnooi
met 'de w.eil'venzorgde nagel© op het
plankje vow tot loket te trommelen,
al? li ij e 1 cc 'k cloor 'I, geopende
raumpj'e antwioord1 krijgt
Onder deze letters is nlefs aan-
gei omen.
De beer stoot een kreet van ver ras-
ste uit, waarin tevens ongeloof en
kr c rrigheid ligt opgesloten.
Ho-elomaal niieits'? B-enlt u ook vol
komen zéker van uw zaaflc? Helt is,
dunkt me haast onmogelijk.
Neen, er is niéts.
Dan verzoiek ik u oim een. telo-
gramformuld'er.
Twee mirufen latei" oiverlhaudligde
hij Iret vlug beschreven papier en do
jonge posfibeaintoie las;
Juffrouw Frid'a Hasteldt in M...
Waarom geen tijding? Wiegbl'ijlven
onbegi-ijpelijik. Verzoék onanaddleflJijk
bericht, hotel Briste!
BodO'1.
De beambte telt die wiooiicteoy, regis
treert. liet (bericht en onlbv angt tot be
drag der onkosten. Terwijl hij, die het
telegram opgaf, de met goud meer
dan gevulde beurs weer in den zak
laai glijlden, vraagt hij nog eenmaal:
Ik sprak daar van humor. Welk
©en prachtige gelegenltoM heeft die
steller van 't verslag van 't lager ou
derwijs voorbij 'laten gaan, om hier te
schetsdn de gezagsquaestie tussclrcn
schodlhoofcl, concierge en vrouw van
cien concierge. Hier kon men niet zeg
gen,, dat cle stof zich er ndet toe
leende.
Ei' is nog wel meer toevallige hu
mor. Ouder andere clebel angweldcende
modecledling op pag. 231Commissaën
voor het examineer en van varenslie
den, voor landverhuizers, voor cte
Rijnvaart enz. zijn hier .niet geves
tigd.
Broodzetting bestaat m cteze ge
meente niet.
Heit is niet -voor den eersten ke,ar,
dat ik er op wij.zen wil, d;at wau-
nieen" alles 'in 't geaneérutevea'slag koant
te staan wat luier niet is, ihet boek
licht nog tweemaal zoo dik worden
kan. De doodstraf bestaat hiea- ook
niet en- een ideate bestrating' óók
niet
Maar, 'tis waar, -er bestaat een an
dere mogelijkheid. Misschien wal tot
gemeentebestuur de aandacht vesti
gen op tot feil., dat deze Commission
wiet bestaan on daarmee als "t ware
de burgerij uiltnoodligen, ze toch ein
delijk op te richten. In dat gdvai tob
ilc de boodschap overgebracht. Kom
aan, wie hoeft or lust? Er zijn nog
geen Commissies genoeg in Haarlem,
er kunnen er 'altijd tog meer bij
Maar waartoe clan de opmerking
moet dienen over 'de broodzetting,
die or niet is, begrijp ik in het geheel
niet. Want broodzetting wil zeggen
broodbolasting. Eu d/ie zou toch zeker
geen sterveling 'meer -in. 't teven ge
roepen willen zien
FIDELIO.