BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Natuurhistorische Wandelingen Haarlemmer Halletjes Poste Restante. 24ste Jaargang MAANDAG 20 AUGUSTUS 1906. No. 7100. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMNKTRAT1E GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. IN 'EN OM HAARLEM. cxxv. 't Is middag ©ven gepasseerd', d.w.z. ongeveer 2 urn-. In icLe» wereld der ver makelijkheden: >vo onstefliliingieai^ muziek 'UÖitivto.&riTigein!) enz. noemt men dat nog' morgen, en veten m ©emend©, cUat dat d:e ware dagiindieieling Is, gaan met dite indle'eling mekte. De zon is dus et ven haiar hoogste standpunt gepasseerd' en woei er niet een stevige 'koelte, dan zou liet wer kelijk toet zijn, nu is 't lekker weer. We stappen ide Brouwersvaart op, hebben even nog- ooig voor de veel kleurige wolken die door het water •zweven, afkomstig van wasch- en •verfiurklhiting; die schutting aan de overzijde stuit onzen blik, tot we even door ihet ralvijn kunnen gluren, ge vormd dioor iden spoodd'ijik en hoornen en struiken .aan de1 overzijde met de reuEenMaJdlen van diet Gnoote Hoef blad!, 't moioi is1 er echter .af. Onder 'de viiaiclwct idoor, liet kwakeltj© over en het voetpad 'langs. Eén ding is imiaar jammer, diai die Brouweirsiviaart n.3. zoo reciht ;s, an ders toclh wais dit één van de mooiste wandelingen, zoo izeer vers'clhiililend naar den fdjld van iden dag, naar die aiicftiitóng van waar men komt. 't Is te uedb.t, eerst idlie rechte ihaag van haag doorn, later die vaai iep met dat ras terwerk er voor. De .overzijde is ech ter schoon, de- mooie waterlelies, de overhangende elzen, 'die riet,'hoopen, begroeilid met de haagwinde, die hare grooté, tr.eclliterviOTimiigewitte bloem kronen opent, en daarachter .die cub tuuirgeiwiassen belhiooremdie tot 'die „bol den", wat verder naar Overiveen tot de „vaste planten". Die bruggetjes, en eindelijk de lindelaan, daar zijn we bij .Oiverveen; dein grintweg volgend, staan we spoediiig voor de keuze: 't, Kiolkjie oif IK.raant'j.edeilv. De minder aangename fltejiegening bij de eicrste uitspanning, bet mulle zand voor we er izijn, doen ons al ras bestuiten, dloor te loopen. De regelmatig geplan te Cordons, „distel®"' zullen de. mees ten zeggen, links; (het kanaal naar de zanderij rechts, heit bruggetje over, slaan we eVen hét oog op 'de mooie woning met het eveneens mooü be groeide linrijtoiek en de stijgende oprij laan, links achter een muur de groen- Jtentuin, fus'sdhem hosschen idoor van. eik en spar, even wijken deze terug om een vrijlen blik te gunnen op het trotsclhe buiten en de stad in de ver te. Weer een even belommerde weg, EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. (Sprekende over Tteotuur heeft eeais' _een Frans chman gezegd, dat elk soort goed is, behalve het vervelende soo.it. Ik zal wiet zeggen, dat ilc d.eze uitspraak in. .al haar beslistheid zou willen omhelzen, maar ©en feit iis bet, diat er een. wet mloest worden gemaakt tegen vervelende lectuur. Wat kan er, in onzen wet/tienmaken.die-.i tijd, tegen zijn om te bepalen, dat ieder die ver velende lectuur uitgeeft 1 doet uilt- ■gieven, drukt of doet drukken, ver spreidt of Iaat verspreiden, dat cllie gestraft zal worden met eten boéte van minstens vijf tot hoogstens vijf hon derd gulden Met bepaalde uiteowde- rtng evenwel van de. openbare bestu ren, Rijk, provincie, en gemeente, die, zooals iedereen weet, eik uur van dien dag een nieuwe stroom van velweten de lectuur op de ongelukkige maat schappij loslaten. Werden zij onder het. verbod begrepen, dan mochten Rijk. provincie en gemeente weil een .zitneda-eteur aanschaffen, die tot taak had de booten in te verdienen. Voor de gemeente Haarlem is het zeer zeker een geluk, dat dié wet op dit oogeniblik nog .niét- bestaat, want da.ni zou ze stellig vervolgd worden wegens de uitgave van het gemeente verslag over 1905. Ik heb in lang zul ke saaie letterkunde nier onder de oogen gehaid .Elk jaar wordt h.et boek .meedoogewLoos .dikker en daarmee' saaier. Als liet zoo doorgaat, aail er een tijct komen, dat niemand meer in .staat ils om het te lezen, zelfs die zes menschen niet, .die daartoe tegenwoor dig gedoemd, zijn, namelijk cte correc tor, die .de drukproeven corrigeert en de vijf journalisten© die het voor h.un courant moeten uitwerken. De andere -acht en zestig duizend, negen homdlerd idie. (heuisdh niet behoeft ©wdter te Ü'oen voor id© schoonste wegen in Zuid-Lim burg, daar zijn we er. 't Is een oudei- wetsche uLtspianndng, zoowel geschikt oim ons .even neieir te vlijen als om er ©en gansclben middag idooir te bren gen. -Kiezen we het laatste en nemen we voorlooplg plaats aan een der vele tafeJUj'es, om onder 'it genot van een glaasljie bier iden omtrek eens te ver kennen. Van den guUntweg gescheiden cöoor .een (klein bloemtuintje, waar Idé plan ten wel wat .spilDig opgroeien, ligt de ■Woning. Daarvoor, ongeveer een me ter of drie daarvan verwijderd, een rij iepen, die Ihunne kruinen ver bo ven het ihiuis verheffen, daarvoor weer een rij andere hoornen, aan wier glad de stammen we dadelijk de beuken .herkennen, ofschoon die bldderen (hoog in de lucht schuilevinkje spelen tuiss'chen de iepeblaJdeirtn. Daarvoor, .even voorbij .de wip ©n het weegtoe stelvlak >aan iden weg „de booan" van Kraantjelek, gewoonlijk nog na der aangeduid' dloor de bijvoeging „(holde". Hij' is idan ook niets meer ■dan Idle (biaistlaag, met een weinig hout dlaar loimlheen. Zelfs is hier en daar d'e teeltlaag naar binnen gegroeid en heeft nok 'daar hout en ba.st gevormd. D© ruimde daarbinnen is groot ge noeg, om 6 personen te (heibergen, maar .daar /het in- en uitwippen voor al van 'de jongens en meisjes, .die hier jaarlijks bij. duizenden komen spellen, zeer schadelijk voor ons oudje zou izijn, izijn (d'e openingen afgesloten cloor stokken en prikkeldraad, 't Zijn vooirnaanieilijk /twiee giroote' gaten, die het vermoeden (dóen wettigen, d.at daar .eens krachtige reuzen armen op stonlden, en wel itaimelijk cDicht aan dien, grond. Het (hoogste, dat we nog met onze band bereiken kunnen, heeft nieuw lieven gekregen; vlak op den ranld. heeft tziich 'een knop ontwik- 'kieMi tot- een vrij awaren tak iee'dfe, waaraan we tevens gemakkelijk kun nen vaststellen, met welken haam we onzen reus moeten bestempelen, 't dis eien k'uaikiep, die we. hier langs den giiinitfwëg vaker zien, maar dan steeds meer in iden vorm van struik. Hier is 't een boom. Voegen we in onze gedachten die reuzenarmen er weer bij, naar 't miodel van diieu eeneU/ 'die nog istiaat, !dia.n hebben we een type. van een iep, zoaals er luier ien daar rzoO veel zijn, die evengodd (beschouwd kuwnlen worden als besta,'ainldle uit drie afzonderlijk© bloomer, .ate e.en enkelen boom mei, drie fors'chie itiakleeai. De naam kuirlktep vinden we ver klaard', ais we anaar even de jongere, twee tot driejarige takken nader be schouwen. een en. negentig inwoners van Haar lem (tel ze maar nalezen hot niet, bladeren liet bij ontvangst eveai door, schrikken en zetten het op de plank. YViel ;te verstaan die tonder d, of daar omtrent, dlie het toegezonden krijgen, de .overige aoht dn zestig duizend, acht honderd een en negentig zielen krijgen liét ze/lfs niet onder de oogen Waarom is nu dat gemeenteverslag zoo saaii Omdat het over ernstige za ken loopt, zullen de samenstellers zeggen, maar dat betwist ik. De. fout ligt, dunkt me, hierin, dal iedieir, dlie er een stu'lc van maken moet, het ge wicht van zijn taak gevóélt niet al leen, maar ook de deftig' h ei d'. Wij Hollanders zijn graag deftig, „iedere Hollander", heb ik eens spottend hoo- ren zeggen, „is van deftig© familie." En zoodr.a we op ©enige "manier annex raken aan een openbaar bestuur, dan worden we pas recht deftig. Het def tige soort, nu (ik .spreek natuurlijk van lectuur) as ook het vervelende .soort, wat ik u gemaklceil ijk kan be wijzen. „Zijn deftig maar geestig verslag wekte algemeen ie toejuiching de voorzitter dankte den secretaris voor zijn. deftig en boeiend overzicht van 'i afgeloopen jaar de spreker lier- imierde a-an 't giraf van dén gestorven vriend aan zijn deftig, maar geestig woord"zijn volzinnen, tile nog nooit iemiaaiid ergens geteteen 'heeft en ook nooit iemand lezen zal. Deftig iS dus onafscheidelijk van saaii. En ons gemeenteveitelag is deftig. Ik zoneter den heea' J. D. Rutgers van den1 Loeff, onzen stedeilijken bi- Maothecaris, met nadruk uit. Hij beeft hier en .daar humor gelegd in zijn verslag, hoewel weinigen zoovéél ge vaar loopen van te verdeftli'gen als hijin een omgeving van zooveel ge leerdheid', geborgen in zulke dikke fo lianten. Des te grooter .de eer voor hern, dat. hij daaraan weerstond1 heeft Tamelijk dikke kurkvoivningen toch géven die taMcen iets eigenaar digs. Oniwillekeunig glijden onze gedachten •terug naar 't grijs verledien, toien dit gebroken oruldtje, dn gezelschap van an- dere, (voor e.en honldiadd jaar B/tonldeni hiea* nog 'dirie zulke reuzen)) aan den voet dier duinen, beschut voorde hie'eir- se/hende wiihiden, groeiiden len fleurden in jeugdige schoonheid', toen dé val- sche rukiwlhden over d'eir duinen top nog te ivehgelefs aan loroon en takken rukten; tioenja, toft hoever klimt Üe 'jeugd van zoo'n boom wel op. La ten we den oantirelk van zijn stam eens éven opnemen, dan hebben we ten minstie toch ©en maatstaf ter vergelij king. Ruim ze© mieter, dat is meer dan iw.e zoo op 't oog ha'dden durveD veimoieden. Zouden we dat nu gaan vergelijken anet iden dikte groei van de jonge ie'pen langs straten en grach ten, dan zou dat ©en valséhe maat staf zijn, dlaar toch 'de diiktiegroeii in id'e jieuigtd veel grooter is .dan op rijpe ren 'leeftijd. Laten we daarom liever die hulp van anidéren, van meer be voegden inroepen, en dan, dan zegt een schatting zoo ongeveer vijf eeu wen, vijf/honderd jaar. Geslachten oip geslachten izijn dus heengegaan <m- 'dleü'. die tukken van dezen reus, wat zou (hij kunnen verhalen uit die da gen van vroeger. Maar zien we vender, daar achter idiiien .schioimlinel met een boog tot aan 'den duii-nvoiejt tal van „withlnd" po pels; waaihij de dionlkergroene boven vlakte tenoavn afsteekt t.egen den grijs- witten onderkant. Daarachter weer Vele haagldloorn9, waaraan toch wel heel 'wat bloieimien moeten zijn blijven zitten wat we zien aan de vele vruch ten. •Zoo waar lis hier o'ok een linde ver dwaald 'tuSsdhm al die andere boo- •raen. De lindebloesem, 'is voorbij; uit die bloempjes ontstonden de ronde vruchtje©. En daarnaast weer awarbe- popel©, die zlich in het duinzand steeds zoo goéd' thuis gevoelen. -Nu eerst zien we goed dién zanldsbeug. Vrij steil galat (liet .die hoogte in. Bij' eiken voetstap schuift hét zand on deruit, en honderden klimmen hier jaarlijks '0.m/h'oo'g, dus -tot ligt vooi de hand, dat o:ok izonder hulp v.an den w'inldi .en het reigenlwater 'dat zand on- :deiriu)ut moet gaan. Ziien we niaar de stammen cler hoornen aan den voet van de ihélling of naar de onderein den (dier palen, waaraan sctommel ■of ringen kunnen worden opgehangen ■dan izien iwe dat daar diiit voorjaar heel wat zanld is afgegravien. De kléine gele 'zandkorreltjes blij ken bij nadere beschouwing kleine 'kiezeüsiteentjes :te zijn; düe Meahe witte stipjes daartusschen zijn deeltjes be- weten te bieden.. Toch gaat het hem niet naar dén Vleie&che. Ais ambténaar, wel te ver staan. Hij had zóó gehoopt, diait de bibliotheek mettertijd ook de besehik- kiing' zou hebben over dé gehcole be nedenverdieping van 't Prinsenhof, maar helaas, B. en W. hebben ver klaard, dat ze die voor de hoofdad- ministraitie der gemeénte noódiig zul len hebben. De bibliothecaris 'berust daarin, maar doet opmerken, dat dén 00 k de bibliotheek in de toekomst niet in het. Prinsenhof gevestigd zal kun nen blijven, en hoopt, dat binnen.niet te ,ver verwijidieavlle jaren „de munci- paliteyt dlër stad' Haarlean, in achitdng' genomen hebbende (dat, door ddenli'öt zogenaamde Prtnceaihof, thans de plaat© .alwaar de Stads-Bibliotheek bewaard' wordlt, merklyke vera.ndleo'in- )gen en vertiimaniea-inigen staat te on dergaan, alzo het tot buys der ge meente staat igeapproprtéerd te wor den, het ten hoogste nodig was na een bekwaam, locaal om te zien, al waar die Biialioitlheek, inplaats van in bet zogenaamde Praincênihof, bij ve.r- volg belhooriijk konde geborgen wor den Heeft, na deliberatie goedgevon den. en verstaan, tot berging ctórzelve Bibliotheek to d'espicieeren zeker ge- deelit& van. een huys Waa,roan komt de heer Van der Loeff liiea- eensklaps anet zoo'n ourï- Hollandschen volzin voo-r dién dag Hij heeft, dien .gavonden in het Me moriaal van de Munidipaldteyt vaai Haarleun va.n den 14 Juli 1798 tot den 1 i October 1799, (Raadsiiotulen. zou den: we tegenwoordig zeggen) waar uit dus blij let, dat dé geschiedenis ziéh herhaalt. I.s dat/ niet aardig te pas gebracht, evenals het rijmpje, dat de bibliothe caris neerschrijft over dé slechte ge woonte, om geleende boeken niet te rug te geven staanidé .uit kalk. De zandkorrels be hoorden vroeger zeker tot de graniet- rotsen in Zwitserland, dat- kalk tot het ee<n of anldér kalksteen-gebergte. Het afs'trooantenldé,.zteh zeewaarts 'Spoédehdie. water bracht ze beide naar 'zee, waar idle aandkorreilitjies bezonken, itenwijl de kalle iin opgeloisteai toestanld werd opgenémen dé 01* 'het een of an der schelpdier, om na den dooid vain tot idler -weer verbrokkeld te worden ,en naast het zand neer te zinken. En eb .en vlo.edi, en zon .en win'di, braöhten bedde omhoog, steeds verder bi«nen- wnarts. Mé-ar stijgeni we oonhoog, stap voor stap; dat haastig voorwaarts spoeden doielt hier niét het ©erst den top beirei- k'en. Langzaam anaar zeker stij'gen we; halverwege toud'en we even halt om onze versneMie ademhaling tot rust te brengen. Van dat oogenblik trekken we partij olm neer te zien op Idlalt huisje daar 'aan dien voet, op de zwarte poipullderen, waarin zich nu reeds héifsttinten beginnen te vertoo- nen. Hier en daar ziien we ook reeds boomwortels te voorschijn komen. Kom nu verder. We naideren die izwairte /hagen, die zeker dlienen oim het boivenste zand' tegen te ihoudén. Naderbij gekomen, zien we. dat het Üioobe struiken 'Zijn, .dié hiér telkens weer worden dtogestokeini. Het dJaartus- scheii vastgeraakte zand deed tal van planten 'ontkiemen .en groeten, vooral dlie imeit worltielstokken voielen zich hier wieidira thuis. Daar hebt ge de duimbraam, voor zichtig, want '.er naast en er tussc-aen staan brahdhetels welig te groeien .en een aaruraQdng- zou een kleine bloed vergiftiging ten gevolge hebben, die ge als een .'hinderlijk jeuken een paar uurtjes- zoudt kunnen voelen, omdat er 'dadelijk .geen ammoniak bij de hand is. En dan de bramen zelf met hare stekels. Wel bloemen, maar geen vruchten. .Omvnllekeurig komt ons een klein versje uit ohze jeugd in iden zin: Eerst zoo wit als was, iDian zoo groen als gras, Dan tzoo rood- als bloéd, Dan izoo zwart 'als roet. ,Een raadseltje .dus, waarin ac.hter- eenvoüigens de /kleur der bloem, der onrijpe, rijipenide en irijipe vrucfliten eeai aanwijizing is om t.e komen tolt de braambes, evenals ide vrucht van de framboo(S een vruaht, samengesteld uli't tal van (kleine 'bessen of liever steenviriualrtijes, .allie uit één bloem af- kolmlsltig. iDie lange, forsoh© sdlieutén, mét een sierlijken bocht ovehhangend leveren Ide vru'clhl/talkk'en voor 't vol- jaar. Nu dat al Jieu wat ui'tge- Geleendie bc-eken terug te geven. Wordt vaak verzuimd door jong en ouden, Want lichter valt. 't, de boeken zelf, Dan wat er 'in .staat vast te- hou den. Maai' dit is dan ook dé eenige hu mor, dien ik in het lijivige gemeente verslag heb kunnen ontdekken. Op zettelijke huiniofr namelijk. Ongewilde, toevallige humor is hier en daar nog wel te vinden. „De toöfden der scholen ontzien geen moeite", zoo lees ik in bijlage C over bet lager onderwijs, „om t© zor gen, dat de gewenscbit© reinheid (nn de lokalen) worden betracht, maarte énkele scholen llaat de schoonmaak te wenschen over. De .eigenaardige verhouding tus- schen schoolhoofd ,en concierge scliijnt aldaar niet bevorderlijk voor de goede zaak. Terwijl de ©eiste v er ai it woordelijk is voor die iinlichting 'in haar geheel, is hij toch niet de onniriddéillijke clic'f van dien concierge. Dit komt liet sterkst utt wanneer dooi" ons aanmerkingen.moeten wor den gemaakt betreffende reiniging her lokalen, .Het hoofd cler school wij.st ons er dan op, diat zijn concierge ndet aan hem ondérgesohikt is." Tot zoover tot verslag. Stellen we ons dezen toestand nu eens goed voor. "Het. .hoofd van de school zegt tot den conciieage„Goncieige, de lokalen zijn niet rein genoeg", waar op "éCé concierge antwoordt„ik vünld ze rein genoeg". Wait nu Dilemma. Reinheid, is een zaak van waardee ring, wat de een nog vuil vindt, schijnt den ander de reinheid zelf. Er m 0 e t. op dit stuk verschil wezen tusschen d e opvaitftingen van een help ster in een bewaarschool en een juf frouw op een' hofje, loopen paadje door. Daar 'zoowaar cp den Ihéek .een forsdhe Vlierstruik, wier bloem/tuilen oak ree'ds veran derd zijn in vruchten. Maar walt scheanent daar voor scbav- 1 alten rood door ït groen aan de over zijde. Zou 't o'cüa een vlierstruik zijn? Neen, dat ilcan niet. Didhteibij zien we izoovvaai" ihuer 50 M. boven de wa terspiegel een plant, die langs x.ci Spaa'me bijv. zeer algemeen ns, nl. (hét bitterzoet, .rék op, toe langen- hóe 'liejver, 'kwailsteitout enz. alle naanem voor een Solanuni-soort, waarvan de stengels in stukjes gesneden en ge droogd in >de geneeskunde wordén gehi-uikt. Dit schijnen de pla.ttel'an'ds- jongens ook te weten; bij verkoudheid of aandoeningen van de keel, soms o:ok iwiedj 'zonlder ©enig ongemak wor den .dé stengeils gekauwd, die dan eerst bitter .eai idaaama zoet smaken. D,e namen 'sclhiobhoitt, 'ho.e langer hoe ILefver enz. hebben befreiltking op den sneil'liein gaioei van ctezen hadfkeester, die tegen den wintea" bijna gebee'l a.f- siterft. Hoe dlie twiee: de vlier en ,'het bitlter- zoelt idiaiar komen? ,o;clb, zeflter op cle- zetlfdle wijize, waarop ze belde wel Woaidleai aangetroffen op knotwilgen, nl. door icte vogels. Noch tal van andere bijzonderheden zouden we bier boven vinden, maar •nog .even een blik over diie bossclhen en de Stialdl te .de verte lokt ons n.aair huis. (AJcHjuus, 'eenvoudig lustoord., tot weerziens. J. STURING. VRAGENBUS. Aan mevr. L. te H. Zeker, cte oorwormen zijn 'lastig© dieren. Dat men ;ze zoo vaak in buis- ook ziét, (komlt daaddoor, «Lalt ze niet bloemen enz. haar binnen world'en gebracht. Ze kruipen gaarne tusscllien .de bloeün- 'blaadjes en voo-rall bij Dahlia's enz. •tussc/heai dé- laifizonlderlijike' bloempjes, KO'OdJait ze zoodloenld© meiclegehomen warden. Dat ze ook vliegen kunnen, daadaan he/bt u zeker nooit gedhdit. D.en .H'eer K. te Z. Die bessen boompjes op .starn worden verschil- lenldl geikweeikt. Of ze worden van een stek opgeikwe/e-kt, door telkéns die on derste zijis'cheultcn weg- te nemen en alleen de bovenste te laten door groeien en vertakken, of men kweekt van ©en andere krachtig groeiend© xib;e«-iSoort sterke scheuten, waarop men' «dan aal- of kruisbessen oculeert of op landére manier overbrengt. J. STURING. „Jaag clén vént weg, als bij dien boel niét schoonhoudt", raadt een kort aangebonden 'lezer. Maar een de concierge zelf cle lokalen schoon- cli'O maar niet ontslagen kan worden, omdat bij zijn werk mlinidlar goed'doet. Eerst wanneer in hoogste instantie wél "en 'deugdelijk iis bewezen, dat hij zijn vader en, moeder vennoord heeft, kan van zoo iets sprake wezen. „Maar is d'an". zoo vraagt een- an der, „de moreel© invloed van het schoolhoofd niiet voldoende om hem tot zijn plicht te brengen I-Ialt.Een ©ogenblik. Vóór dat we cle hoofden beschuldigen van gebrek aan over wicht, dienen we een andere zaak on der de oogen 'te zien. Zou, dunkt u .e concierge zelf de lokalen schoon maken of het toezicht daarop hou den? Neen, niet waar. Maar wie dan? Ja, de lézer aarzelt. WeUnu, ik aarzel ook. Maar nu ik dan toch eenmaal de zaak ter sprake tob gebracht, ito et'k voortgaan tot 'het bittere eind. De vrouw van den concierge is het zon der twijfel, 'die óf zelf voor cle schoon maak zorgt, óf daarop toeziet. En nu wordt alles duideLijk, nietwaar? Nu begrijpt .'ieder, waarom cle concierge de boel wèl schoon vindt, als hét hoofd meent van niét. De concierge weet, dat bet niet raadzaam, is, cte opteiie van 't hoofd te doelen. Hij houdt van vrede in huis. Het verslag van 't lager ondenvijs is cteuhaih© niet geflieél volledig. Er had .iets moeten staan als volgtTer- wijl tot schoollxoofd verantwoorde lijk is voor 'de inrtchting in haar ge heel, is hij toch niet de onmiddellijke chief van de vrouw van den concierge. Dit kamt het .sterkst uit, wanneer dloor ons aanmerkingen moeten wor dén gemaakt betreffende reiniging-dier lokalen. Het hoofd der school wijst ons er dian op, dal de vrouw van zijn concierge niet aan hem onderge schikt is. Voor het loket van bet. spoorweg postkantoor, waar de brieven worden afgegeven, cllie poste-restante zijn ver zenden, ikomt oen uiterst elegant -lueer vu or ge veer dertig jiaar van hét iic i.fd tot cte voeten h.et type van den •voornamen, geblasec-.rden man van de wereld Zender eten jongen, blonden beambte achter ,'het lolket raampje ook maar met ©en enkelen blik te verwaar d'gen, ver'ongt hij dat iiem icte brt'> ven onder de letters F. II. 25 suilen overhandigd wonden. Vluaiitïg (ziet do beambte naar hem op, miisscaien door (den be'velendien toon, dn zijn stean -daartoe gedwongen en gedurende eenliige seconden Stijgt hem het bloeit na,ar het voorhoofd. Maar zonder iets te an'twootrd'en begeeft hij 'zné'h. naar hét vak met do letter F. en neemt diaau- ©en 'dfflk pak brieven en 'brief kaarten uit. Hij. heeft wat veel- tijidi gebruikt oan hef rechte vak te vinden waant hij is nog een nieuweling op idil kantoor. Pas ac/ht dagen geledon 'is hij uit een ahd'eae provincie naar kteir verpdaatst en ö'en dienst bij het iloket heeft hij eerst sedert, gisteren.' Nu laat. hij ,clie brieven en briefkaar ten één voor een dóór dé vingers glij den, volgens het reglement, zóó, clat hij-, die bulten staaf, geen ixl'ik op liet 'adres kan werpen. Het schijnt, dat hij zeer zorgvuldig te werk gaat, want hij heeft bijzonder fviéei tijd noodlig en 'de 'ëHegaut© llieor is roods begonnooi met 'de w.eil'venzorgde nagel© op het plankje vow tot loket te trommelen, al? li ij e 1 cc 'k cloor 'I, geopende raumpj'e antwioord1 krijgt Onder deze letters is nlefs aan- gei omen. De beer stoot een kreet van ver ras- ste uit, waarin tevens ongeloof en kr c rrigheid ligt opgesloten. Ho-elomaal niieits'? B-enlt u ook vol komen zéker van uw zaaflc? Helt is, dunkt me haast onmogelijk. Neen, er is niéts. Dan verzoiek ik u oim een. telo- gramformuld'er. Twee mirufen latei" oiverlhaudligde hij Iret vlug beschreven papier en do jonge posfibeaintoie las; Juffrouw Frid'a Hasteldt in M... Waarom geen tijding? Wiegbl'ijlven onbegi-ijpelijik. Verzoék onanaddleflJijk bericht, hotel Briste! BodO'1. De beambte telt die wiooiicteoy, regis treert. liet (bericht en onlbv angt tot be drag der onkosten. Terwijl hij, die het telegram opgaf, de met goud meer dan gevulde beurs weer in den zak laai glijlden, vraagt hij nog eenmaal: Ik sprak daar van humor. Welk ©en prachtige gelegenltoM heeft die steller van 't verslag van 't lager ou derwijs voorbij 'laten gaan, om hier te schetsdn de gezagsquaestie tussclrcn schodlhoofcl, concierge en vrouw van cien concierge. Hier kon men niet zeg gen,, dat cle stof zich er ndet toe leende. Ei' is nog wel meer toevallige hu mor. Ouder andere clebel angweldcende modecledling op pag. 231Commissaën voor het examineer en van varenslie den, voor landverhuizers, voor cte Rijnvaart enz. zijn hier .niet geves tigd. Broodzetting bestaat m cteze ge meente niet. Heit is niet -voor den eersten ke,ar, dat ik er op wij.zen wil, d;at wau- nieen" alles 'in 't geaneérutevea'slag koant te staan wat luier niet is, ihet boek licht nog tweemaal zoo dik worden kan. De doodstraf bestaat hiea- ook niet en- een ideate bestrating' óók niet Maar, 'tis waar, -er bestaat een an dere mogelijkheid. Misschien wal tot gemeentebestuur de aandacht vesti gen op tot feil., dat deze Commission wiet bestaan on daarmee als "t ware de burgerij uiltnoodligen, ze toch ein delijk op te richten. In dat gdvai tob ilc de boodschap overgebracht. Kom aan, wie hoeft or lust? Er zijn nog geen Commissies genoeg in Haarlem, er kunnen er 'altijd tog meer bij Maar waartoe clan de opmerking moet dienen over 'de broodzetting, die or niet is, begrijp ik in het geheel niet. Want broodzetting wil zeggen broodbolasting. Eu d/ie zou toch zeker geen sterveling 'meer -in. 't teven ge roepen willen zien FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9