RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens 'en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kindéren, die mij vóór Donderdag morgen oplossingen zenden, worden in liet volgend nummer bekend ge maakt). 1. (Ingezonden door Betsy en Trijn tje Frölich.) Mijn eerste is watermijn tweede is meer; mijn! derde is min; mijn ge- teel1 bestaat niet. Sb (Ingezonden door Johan Bonman.) Mijn geheel wordt door kinderen gebruikt, en bestaat uit 11 letters. Op 7 8 9 10 11 kan men zitten. 1 2 3 4 is geen groot mensch. 3 5 1 is een lichaamsdeel. 5 10 3 Is een getal. 4 6 2 5 is ook een getal. 1 2 5 11 is een kleedirigstuk. 8,' (Ingezonden door Ali Popeliér.) Wat maakt ge uit onderstaande letters rrhmmeeelldaaie 4. (Ingezonden door Roelof Beineana).. Mijn eerste is een verkorte meis jesnaam.- Mijn tweede draagt men in den winter. Mijn geheel is een stad in Italië.. 5. (Ingezonden door Johan Busé).. Zoek uit onderstaanden zin een begraven stad. Ik kan tien en twintig optellen.- 6. (Ingezonden door Adriaan Meyers) Welke twee letters zijn de sterkste van het alphabet ,7. (Ingezonden door Marie en Anna van Zutfen). Mijn geheel is een plaatsje in Noord-Holland en bestaat uit negen letters. 1 2 3 is een visch. 5 6 7 8 is een waterplas. 5 1 2 4 is een rivier.- 3 6 7 8 gebruikt de schoenmaker. 8.(Ingezonden door Marie Bijster.) Als er niets op tafel staat, wat moet men dan wegnemen om te ma ken, 'dat er wel iets opstaat? 9. (Ingezonden door Dina Vesten Zoek uit onderstaanden zin een be graven meisjesnaam. Daar stonden kom en kan naast elkander. 10. (Ingezonden door Nico Koomen). Wat wordt een neger als hij- zich roet koud zeepwater wascht Raadseloplossingen De oplossingen vlan de raadsels dér vorige wéék zijn 1. Houthandelaar. 2. Er ging een vro/uW IN SCHO TEN 'boodschappen doen. 3. Postpapier.' 4. Illuminatie, 5. Schagchelstraat. 6. Zijderups. 7. Krabbedijke. 8. De vlieg. 9. Lig je er lekker WARM ONDer, ventje 10. Tolhek. Goede oplossingen ontving ik deze week van Age Beinema 9, Anna Groot 9, Hu- ibertus Bank 9, Jan de Haan 8, Ge rard Hekkelman 6, Gerda GxoeneveM 8, Johan Busé 6, Willem van den Berg 6, Dirk Boeïré 8, Marie en Anna van Zutfen 9, Lena Bos 5. Hendrik Groeneveld 8, Agnes van den Berg 6. Poes Mieke Een kleine, zwarte poes riep eens al hare vriendinnetjes uit de buurt bijeen, en vertelde haar, dat zij het .plan had. om ©ene groote reis tema ken. Dat hadden ze nooit gedacht, en ze hoorden het allen met ontzetting aan. Poes Mieke een groote reis maken Het was toch zeker wel waar, want poes zette zóo'n ernstig gezicht, toen zij dit vertelde, dat poes Santje er naai' van werd. „Waar gaat de reis dan wel naar toe, Mielce was de eierste vraag. „Wel, dat weet ik zelf nog niet dat moet ik nog eens zien. En nu zeg ik jullie yoor 't laatst vaarwel, want ik moet vanavond al weg." „Zoo gauw al?" vroegen ze alle maal tegelijk. „Ja, lieve vriendinnetjes. Hoe eer der, hoe liever. Ik wensch nog wat meer ;te zien, dan de UËe-daagjes." Diat was .een hartelijk afscheid! Poes Santje kon van ontroering niets "zeggen, terwijl de anderen een traan niet konden weerhouden. Een paar uur Iater~ging Mieke op stap, met een groote reistasch op den rug. Zij sloeg den landweg in. Heel laat kwam zij bij een paar huizen aan. Daar ze'heei moe was- van het reizen, zou ze gaarne wat willen slapen. Doch.... waar? Dit was een moeilijke vraag. Daar zag zij een hooiberg. Ze liep ar naar toe, doch eensklaps stoelt te zij haar neus te gen een groot hek. Verschrikt bleef poes staan. Ze sprong er evenwel spoiedig over en liep verder. Zekiwam al nader en nader. Plotseling sprong een groote hond luid blaffend op haar toe. Poes wist niet wat ze doen moest. Dejhond wist hét echter zoo veel te béter en beet haar in den ■rug- Toen wist -poes te ontsnappen. Daar ze evenwel vreeselijke pijn had en eng geschrokken was, had ze haar e'stasch geheel vergeten. Daar kwam ze weer aan 't hek; sprong erover en vervolgde haar weg, doch niet zoo spoedig als in 't begin. Eindelijk meende ze in de verte een tweeden hooiberg te zien. Ook daar liep ze op af. Ze was dien evenwel nog niet half genaderd of ze viel plotse ling in een diepe sloot. Poes trachtte natuurlijk zoo spoedig mogelijk weer aan den wal te komen, doch dit Was gauwer gezegd dan gedaan Eindelijk stond ze weer aan land, maar vol schrammen en bulten, die ze gekregen had door een vaartuig je, dat ook in de sloot lag. Wiat nu te doen? Verder te reizen was voor eerst voor haar onmogelijk, want overal had ze vreeselijke pijn. Zoo bleef ze dien nacht, die haar ja-ren toescheen, liggen, 's Morgens was ze weer iets heter en vervolgde ze haar weg. Daar kwamen eemige boerenwagens aanrollen. Poes had ze evenwel niet opgemerkt en terwijl ze langs den grond, eten liep te zoeken (want ze bad' groeten honger, daar zij haar reistasch met eetwaren niet meer had) rolden er twee wielen over haar poot en staart. Een nieuwe ontstelte nis en zeker niet eien van die gering ste Poes viel half dood op den weg neder. Toen ze weer iets heter wias, kwam het verlangen hij haan op, om weer naar haar kameraadjes terug te koeren. Langzaam liep ze naar den waterkant, niet ver daar van daan. Poes ontwaarde hier éen schuitje. Blijkbaar moest dit schuit je naar het 'dorp, waar haar kame raadjes woonden. Ze sprong er in, en verschool zich -in een hoekje. Daar kwam juist de schipper aan. Zoo voeren ze weg. Dat poes wet een beetje benauwd was, laat zich ge makkelijk begrijpen. Toen de boot dan ook stil lag, moest ze even kijken. Gelukkig was de schipper er juist afgegaan. Tot haar blij>dschap zag ze> dat ze in haar vorige verblijfplaats was. Spoe dig was ze van de schuift af en stond ze weer bij haar vriendinnetjes. Ze moest natuurlijk de geheeie ge schiedenis vertellen, zooais wij die gehoord hebben, en besloot dit ver haal door te zeggen, dat „poes Mieke nooit meer op reis zou gaan." TIP TOP. In de School. Speelgoed. Dora heeft allerlei mooi speel goed'. Daar speelt ze altijd mee, als ze in huis is. Z>e zou hét ook graag mee naar school nemen, maar Moe zegt, dat mag niet. Zoo lang zonder speelgoed dat houdt Dora niet u/it. Ze weet raadae beeft 'griffels dat kunnen de poppen zijn. De pop pen gaan slapen in het vakde lei lap is de deken. Ze heeft twee handien met vingersdaar kan ze een bruggetje van maken. Met één vinger kan ze kringeltjes trekken op de tafel. Dora heeft een kam dien kan ze uit en in het baardoen. Eén haartje is ook aardig om aan te trekken. Een pluisje of draadje grappig om weg te blazen. Twee sch'oribangen, die kun je mooi óm den vinger winden. Het schort, ;h eerlijk om mee te meten, hoe breed de tafel is. Een zakdoek daar kan ze een bal van maken Ja, ja, Dora is knap ïn 't spé len. Leert Dora ook flink? Nu moet ik lachen. Spelen en leeren te gelijk? Als 't jaar om is, moet Döra nog eens van voren af aan beginnen. Dat spreekt vanzelf. K. L. Brievenbus Mien U. Wel Mien, wat heb je me een mooie briefkaart gestuurd. Nu, pp die brug heb je, zeker wel eens gestaan in Den Haag, 'biji 'diat -grappige witte huisjeBen je nu weer thuis, zeg, en heb je flink pret' gemaakt? Ik verlang er al naar om ■een langen brief van je te krijgen, waarin1 je over al je reisavonturen verteltJe bent nu zeker blij, diat de vacantie om is, en dat je wéér ied'e- ren dag naar school kunt gaan, is't niet? Willem van den B. Zoo, gaan jullie tweetjes ook weer meedoen nu, dat vind ik best, hoor, ik was blij, dat ik weer eens 'iets van jullie boorde, want ik dacht heusch dat je onze rubriek heelemaal ging verge ten Tot 3 September vacantie Veel te lang, jongen Wat zul je je die laatste week gaan vervelen, of ben je daar niet bang voor? 't Raadsel is goed, maar je moet nog ©Ven geduld hébben, want ik heb nog een hetelé voorraad raadsels. Dat is niet erg, vind je wel Dag Wim Marie Gr. In Muiden geweest en nu weer naar Velzen, jij, maakt maar -pret, zegNu, je hebt gelijk Ik denk dat die tien daagjes in Mui den best naar je zin waren, en -dat je toen niet veel zin hadt in brieven schrijven nu, dat kan ik me ook wel zoo'n beetje begrijpen I Weet je nu ook wat er in dat slot van Mui den gebeurd is? Je was gelukkig niet te laat met je brief, en je bent zelfs een van de> eersten,die antwoord krijgt! Wat zeg je daar wel van? Heeft Bamberg mooi gegoocheld, én ken jij 't nu ook Ja, ik herinner me wel, dat je niet zoo heel véél -van teekenen houdtnu, ik hoop, dat éen voilgenide wedstrijd weer meer naar je zin isiedereen kan ook niet alle wedstrijden even prettig vinden, dat gaat jammer genoeg ni'etVerbeeld je, wat zou dat gemakkelijk zijn, als jullie allemaal denzelfden wedstrijd het prettigst vondenDan hoefde ik nooit wat nieuws te bedenken I Hè, iiaft ben ik aan 't praten geraakt! En nu hebben we 't nog ni'et eens even over de kleine nichtjes en neefjes gé- had Nu. dat bewaren we dan maar tot de volgende week, goed? Lena B. Ziezoo Lena, het Win- scboten-raadsel heb ik goed gere kend, dus dat is gelukkig ook al weer in ordleNaar de vlek heb ik niet gekeken, zusje had er zeker niét aan gedacht d'at ze voorzichtig moest zijn omdat zus Lena zat te schrijven. Hóéveel zusjes en broertjes 'héb je eigenlijk? Heb je me dat wel eens verteld Hendrik Gr. Ja, het was wel jammer, dat hét de laatste dagen van je vacantie te nat was om te fietsen, maar och, je moet maar denkener komen nog Woensdag- en Zaterdag middagen genoeg, en als het dan maar mooi weer is, Ifünnen Gerda en jij er weer lustig op los trappen En nu weer op school, met frisschen moed begonnen, „een goed begin is Wet ihallv.e werk Als ik aan den spreekwoordenwedstrijd denk, dui zelt het me nog van al die spreek woorden, moet je weten Maak nu maar, dat er, wanneer de volgende vacantie begint, weer heel wat meer wijsheid in jullie bolletjes in geko men 1 Bets ie en To van W. Wel zus jes, wat spetet het me, dat ik Woens dagavond zoo weinig tijd had Als jullie tusschen één en twee uur Woensdag niet kunt komen, kom dan maar even om zev.en ujir 's avond-s, maaT dat is dan oolc alleen volor jul lie tweetjes, hoor, en een erge uit zondering, zul' je daar aan denken? Dan zall ik Bots méteen een nieuw boek gevenNu, die vacantie is toch nog echt gezellig uitgevallen, hè Die week in Santpoort was, ge loof ik, ook nog eeü echte verras sing Maak ja ook een teekening. van de kermis, of moet je daar eerst nog eens over denken? Veel groejten voo-r jullie tweetjes I Dina V. Bijna vijfhonderd spreek woorden Nee, zooveel had geen van de kinderen er gevonden, want die zouden anders zeker wel met den prijs zijn gaan strijkenNee, Dien- tje, je hadt ze niet allemaal goed;ik heb er verschillende moeten schrap pen, maar eigenlijk was er ook geen onkel kind bij, dat alle spreekwoor den goed Tiad. Op den Wagenweg kun je me dien Zaterdagavond niet geziien hebben, want ik} was toen uit de stad. Goed dat je maar niet naar die juffrouw (dié je dacht diat ik wias) bent 'toegegaan, hè Vond Moe der het tasc'hje mooi Dank je wel voor de briefkaarten, ze zijn erg aardig „Tip top". Nu Je zelf zoo'n mooien schuilnaam bedacht hebt om te schrijven, zal ik je daar ook maar onder antwoorden. Je ziet, dat je ■bijdrage welkom wasik heb er een paar kleinigheden in veranderd, maar dat zul je zeker wel niet heel eng vindenis 't wel De raadsels heb ik ook in mijn verzameling op genomen en zullen, naar ik hoop, ook nog wel eens aan de beurt ko men. Heb je veel pret gehad toen je uit d'e stad was, en wanneer komt Cor weer terug „Knol". Nog iemand, die onder een schuilnaam schrijft, ditmaal een jonge dame, die wel bedankt woirdt voor ide aardige briefkaart. Hoe gaat het er mee De briefkaart was wel een teeken van leven maar ik wil toch graag nog wat meer van je hoo- ren Zullen we dan maar zeggen ,,tot de volgende week?" Dag Knol" 1 Marie en A n n a van Z. Of de letterraadsels nog niet op zijn Nee, nog niet, nu zie je eens wat een voorraad er nog was, hè Beginnen ze jullje érg te vervelen Nu, die doos postpapier was welkom, geloof ikDat is toch een heel ander ge voel, als je op je eigen postpapier schrijft, vind je niet? Wat voor nieu we boeken werden ar op school gege ven? Je raadsel is goed heb je wel 'gezien dat or vandaag een van jullie in d© courant staat? Dirk B. Wel Dirk, werd je niet moe van het dragen van de stelten, en zijn ze heelhuids thuis gekomen Iu mijn verbeelding zie ik je er al op rondwandelen en allérlei mooie toeren uithalen I Voorzichtig maar, hoorVertel me maar eens of 'tgoed gaat en of je blij bent met je prijs Dag vent Gatharina K. Jij bent nu nog eens een verstandig meisje„Lui heid' is des duivels oorkussen", om bij de spreekwoorden te blijven Heeft goédWe zijn nu weer aan de zui nigheid met vlijt toe, die huizen als kasteelen 'bouwtWat Ik ben erg benieuwd waar je toe besluiten zult met den "nieuwen wedstrijd, maar 't is waar je hebt nog tijd genoeg. Haastige spoed is zelden goed en be zint eer ge begintJa, dat komt van zoo'n spreekwoorden-wedstrijd Wat. lach je er om Ook -al goed, lach jij maarWie het laatst lacht, lacht 'het bestl Gerda Gr. Gerda zullen we al lereerst eens even bedanken voor de briefkaart uit Amsterdam Wat rijdt die electrische tram daar deftig, hè Vond je het zoo naar, d:at er g< briefje was? Ja, dat kon ik toch- heusch ook niet hielpen We zulten nu maar weer afspreken, dat we voortaan weer trouw iedere wieek aan elkaar zullen schrijven. Goed? Dag hoor, veel groeten Gerard H. Of al die spreekwoor den van Dina V. in de courant ko men te staan Nee Gerard, dat zul len we nu maar niet doen. het zou zoo erg veel plaats innemenMaar ik heb wel nog iets anders bedacht met spreekwoorden, maar wat dat is vertel ik je nog niet dat blijft een verrassingNu heb ik je zeker eng nieuwsgierig gemaakt, is 't niet? Ik wed, dat je al vast aan 't raden gaat! Zeg Moeder maar eens voor me •goeien dag en jezelf ook! Nelly de M. Wat vond ik dat jamm'er, Nel, dat ik Dinsdagmiddag niet thuis was, toen je me kwam op zoeken Het spijt me erg, maar wat er aan te doen,' hè Schrijf volgen den keer vooruit wanneer je toomt, want ik ben zoo zelden thuis, en 't is zoo Vervelend om voor niets te komen Wat heerlijk om nu ook eens naar Zandvoort te gaan, hè? Ja, ik vind dat je een heele massa brief kaarten en plaatjes hebt. Zoo'n groo te verzameling is zoo echt gezellig, vind! je niet? Nee, dat verhaaltje over dat schip had ik niet zelf ge maakt. Maak jij nog wel eens ver haaltjes, of doe je dat tegenwoordig niet meer? Of schrijf je tegenwoor dig een dagboek, zooals Willem Fre- derik -deed Wat is mijn brief weer lang gewordenmaar nu houd. ik ook gaiivv óp 1 Dag Nel II u b e r t u s B. Of ik het goed vind, dat je eens op een ander keer tje komt? Wel, ik vind het best.i (Woensdagmiddag lusscten een en twee uur ben ik altijd thuis, dus-dan weet je dat je ane kunt vindenToen ik verleden week thuis kwam, hoordé ik dat het hier zoo geregend had, Ben je ook nat geworden, zeg? Nu hoop ik maar, dat je me de Volgen de week kunt .schrijven, (dat je over gegaan bent. Wat zou dat heerlijk' zijnDan roepen \we allemaal „Hiep, hiep, hoera F voor Hubertus 1 't Raadsel is goed. Corrie de H. Corrie, Joco en de poesjes zijn gelukkig ook weer pre sent. Ik geloof anders, dat jij flink aan liet pretmaken geweest bent, of heb ik dat zoo mis Dié ondeugende zwarte poes Wat stout van haar om al liet vleesch op te eten Het is wel jammer, dat hij nu weg moet, maar, hij verdient het wel Boontje komt om zijn loontje Wat héb jij ver schrikkelijk lang vacantie, zegl Jij1 treft het maarEn ben je tot slot nu nog eens in Haarlem aan het plezier, maken Agnes van den B. Ik was blij, dut ik weer eéns een brief van ja kreeg, al was het dan ook „omdat .hét toch vacantie was" Je raadsel is'Ii'eel goed, ik zal het in onze ru briek zetten als je nu maar nieft al te ongeduldig bentIs dé nieuwe wedstrijd naar je zin, en heb je al een mooi plan gemaakt? Ik verlang er nu al naar, om te zien wat voor mooie teekeningen jullie zult makent Wel prettig dat je er de laatste we ken van de vacantie juist nog aan' werken kunt, hè? Age B. Met de brief aan Age zal ik beginnen mat liem eens ©ven _te bedanken voor de aardige briefkaart' van de Noord-Brabant" niet de ge kleurde ballons. Wil je Roelof ook wel bedanken voor zijn briefkaart uit Den Haag Het zal thuis een heele opluchting geweest zijn, toeai die lastige jongens voor een poosje de deur uit waren, of maken 'jullie het zoo erg niet? Je mag wel ande re teekeningen inzenden als je niet op de kermis geweest hen, maar dan geen oude teekeningen. Alleen maar teekeningen-drié Je speciaal voor de zen wedstrijd gemaakt 'hebt Anna Gr. Nu, dat handwerk- mandje en 't lcopje en schoteltje ett de ketting en de nougat waren heer lijke verrassingen, toen je thuis kwamDat had je zetoar niet ge dacht, is 't wel De briefkaart uit Purmerend vond ik erg aardig. Heb je er in de Peperrstraaft gelogeerd Het déet me plezier, dat je er zoo veel pret geh'act hebtDag Annia, tot de volgende week 1 M. C. VAN DOORN. Ga heen... ito 'heb een zoon. Ik stond beweegloios. - Ik begrijp u niet, bracht ito uit. Ga heen, herhaalde hij, vlug Toen' begreep ik hem. Ik greep zijn hand en zegdeGod zegene u 1 zeg mij' uw na,a.m. Steinkopf. Maar ga heen, vlug. Ik snelde weg, het bosch in, als in éen droom.- Ik had' no'oiït gedacht een Pruis te ontmoeten met een goed hart en ik bad God -met tranen indé oogeto, dat hij monsieur Steinkopf mocht zegenen, tem1 ien zijn zoon. Ik kwam bij mijn kameraden en ver haalde hun alles. En nu, zegde ik, ais ge iets voor mij over hebt, dan zult go dien Pruis sparen, als ge hem mocht ontmoe ten.- En de brave kerels beloofden het, want ook zij! hadidien toinidieren.i Wij waren dus wrij wat opgeruim der toen vrouw Bec dén volgenden 'dag kwam.- De 'kleine is veel beter en za' wel herstellen, zegde zij, o, het is een wonder, w-ant wij' weten -allés. Maar die Pruis, die u binnen gela ten Heeft, die is gevangen genomen én 'biji zal vanavond! worde-i doodge schoten. Zijn kolonel is, woecU id. Ik werd bleek, rik Sidderde over a-1 mijn leden. Ik had) er in hot geheel niet aan gedacht, dat hij; oaulg ge vaar liep. Ik dacht en streed' met mij zelf. Maar wat' zou een eerlijk Franscbman doen? Et was m§aréén antwoord. Een uur later was ik aan het hoofdkwartier van den kolonel. Ik werd gevat ,en voér hém ge bracht.... neen, zijn' naam wil ik niet noemen, laat alles vergeten zijnl Een kleine iriah, met Vaflsche oogeU en een wreeden glimlach!. Ik zag da delijk, dat hij geen medelijden kén de, Ik verhaafde tem waarom ik ge komen wias. Sergeant Steinkopf heeft een nobele daad gedaan. Als iemand daarvoor lijden mó&t, dan moet ik het zijn. Ik bied mij in zijn plaats aan. De 'kerel lachte ruw. Ge zult krijgen wat ge verdient en Steinkopf ook, zegde, hij,, ge zijjt een even grooten domoor als een schurk I Een krijgsraad werd samengesteld' en hoorde mij. Zij waren met allen van 't slag als de kolonel, en luis terden naar hetgeen ik zegde. Ik pleitte voor mijzelf, maar meervoor Steinkopf en sommige officieren wa ren ontroerd. Maalr zij hadden te gehoorzamen.- Ik zou gefusileerd worden en Steinkopf ook.- Om vijf uur, beval de kolonel, het moet vóór dien donker afgeloopen zijn. Ik vroeg verlof afscheid: te nemen van vrouw en kind, maar dat weiger de mij de schurk. Tegen vijf uur, Weid ik naar den tuin van den Mate gebracht, waar Sitei'nkopf reeds was. Hij: was een dapper man, rechtop en trotsch stond hij' daar onbevreesd'. Maar toen hij mij Zag, zégde, hijGek, gij' zijt gek! Ik vatte zwijgend zijn hand en wij stonden naast elkander. Aan dé mannen, die op ons moésten vuren, zag ik ho,e hun dit tegen de borst stuitte. SteinJEopf was bij hen be mind, heft was een ruwe kerel, -maar met een hart als goud. Zoo stonden wij te wachten tot de kolonel zou gekomen zijn, toen eens klaps op den weg gerucht werd ge hoord en iemand' riep Zijne Hoogheid, de Kroonprins! Juist kwam de kolonel aan. Toen hij dien uitroep hoorde, werd hij •vuurrood. Daar kwam de Prins, éen Duit- seller, maar een edelmanO, zijn soldaten hadden hem liieft I Ik begreep dat later, toen ik hoorde, daft een van Steinkopfs: mannen éen bericht' naar hem had getorachjt, om gratie te vragen voor hunnen onderoffi cier. Ernstig beantwoordde hij- het sa luut van dén kolonel en zegde toen kortaf Wat is 'hier te doen, kolonel? Spionnen, uwe hoogheid! ant woordde 'hij;. En toen barstte ik los. Ik ver wachtte voor mijzelf geen genade. Ik was een franc-tireur, maar -die bra ve Steinkopf zou niet sterven Ik knielde neder. O, teoir mij aan, prin3riep ik. De kolonel wilde mij Weg laften sleepen, maar de prins wenkte mij •met rust te laten. In een woordenstroom verhaalde ik h'em zóó snel, dat hij mij in de rede viel en mij zegde, dat ik kalm moest zijln. 't' Is niet voor mij-zelf I riep ito gij Pruisen beschouwt toch een man die voor zijn vaderland vecht, als een worm. Maar voor Steintoopf! O, spaar 'hem want hdjl heeft ook een zoon' De prins antwoordde mij nieft, maalr lieft Steinkopf voortreden. Is dat waar vroeg hij ernstig. Ja,, uwe hoogheid, antwoordde dé sergeant kortaf. Is het de plicht van een Duitsch soldaat om zijn vijanden te laten ontsnappen Een goed soldaat blijft mensch, antwoordde hij', Goéd gezégd', Steinkopf, goed ge zegd, kerel, hernam de prins, terwijl hij hem steak aanzag, éen goed! sol daat is boven aides mienlsch. En toen legdé hij zijn hand op •Steinkopfs' schouder en zetidé Eén man, idiie den dood onder 'de o,ogen ziet, omdat hij mJenscbelijkiteid betracht hééft, dlie verdient eerbewijs, is lilet nriét zoo, kolonel Hij nam een' kruis van zijn borst en speïdé'het op Steimfcopfs bonst vast. Zoo zal' uw zoon noblit vergeten, dat zijn v.ader eten braaf man wais, zedlde hij. En gij, Vervolgde hij tot mij, ge zijt vrij, op voorwaarde, dait ge óf. naai' uw huis gaat, öf bij de gerégdl- de troepen dienst neemt. Wij kennen geen' frahc-trireurs. Bet zijn dikwijls niets anders dan moordenaars. Maar toch móet ik u danken, wiant ge hebt mij laten zien, wiat een van mijn mannen waard i<?. Ge kunt gaan. Vindt gij het vreemd', dat ik zijn hand' kuste O, die prins, hij was een Pruis, maar een edelman Een maai' had eén koe gestolen en wend daaatvo'or veroordeeld op de kaak te worden gesteld. Een vriend zag hem in dien treurigen toestanden vroieg hém waft hij ge'dlaan had. Niéts, zei de man', 'k Vond een oud stuk touw op den weg liggen en héb hét opgeraapt. Is 't mogelijkri$p de vriend uit. Heoft méui u zoo streng géstnaft om eén oud stuk touw - Ja, ziet ge, er was e'en jonge koe aan vast Ben koerier zou gewichtige brieven overbrengen 'en kréég bevél, een paard, te huren en spoed te maken. Eeuigé Voorbijgangers ontmoetten hém op dén weg te vo'et en zijn paard voot zich uitdrijvende. Toen zij h'em daarover hun verwondering te ken-: nén gaven, antwoordde dé man Ik heb nagedacht en ben tot de slotsom gekomen, dat wij sneller zouden vooruitkomen op zes voeten dan op vier. Een zéér zenuwachtig geleerde had, tot zijn ongeluk, een woning, gelegen tusschén de' werkplaats van een smid ©n dié vaan een ketellapper. Het ge raak dat- de belde werklieden maak ten, dééd hem bijna heft. verstand)Ver liezen, ien hij zei eens tot een zijner vrienden, diat hij hun, wanneer zij zouden verhuizen', eeln goed' diner zou betalen. O.p zekéren dag kwaimén -de twee buren hem opzoeken en zeidien hem, dalt ziji van zijn belofte hadden ge hoofd en hem kwamen aankondigen, diaft zij giinlgen verhuizen. De geleerd© boödi hun een kostelijk feéstmaal aan 'en hij het dessert vroieg hij hun waar zij gingen wonen. Wij verwisselen van huis, sprak de keftélïapper; dé smlid neemt mijn huis en ik het zijne BRUSSELSCHE ZEDEN Dezer dagen is te ELsene eene maat schappij gesticht vanverlaten echitgenootien. Talrijke bijtredens had den den oproep beantwoord. Heft déél der maatschappij isalle wéken bij een te komien en -elkander té troosten als het noodig is. Op de eerste vergadering is goed gelachen en voiorai goéd gedronken, zooidat de onderling© troostrai'ddölén eigenlijk niet nloodig waren. Volgens dé standregelen wordt ieder Md, diat naar zijne vrouw terugkeert of her trouwt, buiten 'dé maatschappij ge sloten. („Hbld.' v. Antwerpen".) OP ZIJN PLAATS GEZET. Een Schotlanden, die veel had ge zien en over alles zeer aangenaam en in goed Hollamdscb kon verhalen, werd ih een gezelschap door éen bab belaar, die het verveelde, dat hij niet aan! hét woord kon komen, én die juist tegenover hem zat, de vraag ge daan Zeg mij eens, mijnheer, gij, (die zooveel weet, wat verschil is er tuls- sohlen „Schot" en „Zot"? De breedte van deze tafel1, ant woordde de verstandige Schot. („Pétiit Bleu"). GRIEZELIGE VONDST. Nabij de Béale-kaap, op liét eiland Vancouver, verging onlangs dé „Va lencia" met meer dan 100 personen. Thans is, volgens een bericht uit Britsch Columbia, niet ver van daar, een rotsspleet een sloep van dat schip gevonden, waarin acht geraam ten lagen. DOOR TIJGERS VERSLONDEN. Een Frans ch officier, luitenant Gauttier, is bij Ph anti es (Indo-China) door tijgers verslonden. EEN JAAR VAN VERSCHRIK KINGEN. De „Münchenér Aligemedne Zel- tung" geeft de Volgjende verhezen aan mensohenleivens voor die aardbevin gen, idic in den loop van dit jaar zijn voorgekomen31 Januari tot Febru ari vloeglof en aardbeving in Colum- bië en Ecuador, 300 doodlen; 21 Fe bruari nieuwe aardbeving en vloed golf in Columbië, 2000 dooden; 17 Maart aardbeving op Formosa, 1228 dooden3 April, aardbeving ©n uit barsting van den Vesuvius, 600 doo den; 14 April niéuw© aardbeving op Formosa, 200 dooden; 18 April aard beving te San Francisco, 400 dooden 16 tot 20 Augustus, aardbeving ih Chili, duizenden dooden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11