RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens 'en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen van de
kindéren, die mij vóór Donderdag
morgen oplossingen zenden, worden
in liet volgend nummer bekend ge
maakt).
1. (Ingezonden door Betsy en Trijn
tje Frölich.)
Mijn eerste is watermijn tweede
is meer; mijn! derde is min; mijn ge-
teel1 bestaat niet.
Sb (Ingezonden door Johan Bonman.)
Mijn geheel wordt door kinderen
gebruikt, en bestaat uit 11 letters.
Op 7 8 9 10 11 kan men zitten.
1 2 3 4 is geen groot mensch.
3 5 1 is een lichaamsdeel.
5 10 3 Is een getal.
4 6 2 5 is ook een getal.
1 2 5 11 is een kleedirigstuk.
8,' (Ingezonden door Ali Popeliér.)
Wat maakt ge uit onderstaande
letters
rrhmmeeelldaaie
4. (Ingezonden door Roelof Beineana)..
Mijn eerste is een verkorte meis
jesnaam.-
Mijn tweede draagt men in den
winter.
Mijn geheel is een stad in Italië..
5. (Ingezonden door Johan Busé)..
Zoek uit onderstaanden zin een
begraven stad.
Ik kan tien en twintig optellen.-
6. (Ingezonden door Adriaan Meyers)
Welke twee letters zijn de sterkste
van het alphabet
,7. (Ingezonden door Marie en Anna
van Zutfen).
Mijn geheel is een plaatsje in
Noord-Holland en bestaat uit negen
letters.
1 2 3 is een visch.
5 6 7 8 is een waterplas.
5 1 2 4 is een rivier.-
3 6 7 8 gebruikt de schoenmaker.
8.(Ingezonden door Marie Bijster.)
Als er niets op tafel staat, wat
moet men dan wegnemen om te ma
ken, 'dat er wel iets opstaat?
9. (Ingezonden door Dina Vesten
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven meisjesnaam.
Daar stonden kom en kan naast
elkander.
10. (Ingezonden door Nico Koomen).
Wat wordt een neger als hij- zich
roet koud zeepwater wascht
Raadseloplossingen
De oplossingen vlan de raadsels
dér vorige wéék zijn
1. Houthandelaar.
2. Er ging een vro/uW IN SCHO
TEN 'boodschappen doen.
3. Postpapier.'
4. Illuminatie,
5. Schagchelstraat.
6. Zijderups.
7. Krabbedijke.
8. De vlieg.
9. Lig je er lekker WARM ONDer,
ventje
10. Tolhek.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Age Beinema 9, Anna Groot 9, Hu-
ibertus Bank 9, Jan de Haan 8, Ge
rard Hekkelman 6, Gerda GxoeneveM
8, Johan Busé 6, Willem van den
Berg 6, Dirk Boeïré 8, Marie en Anna
van Zutfen 9, Lena Bos 5. Hendrik
Groeneveld 8, Agnes van den Berg 6.
Poes Mieke
Een kleine, zwarte poes riep eens
al hare vriendinnetjes uit de buurt
bijeen, en vertelde haar, dat zij het
.plan had. om ©ene groote reis tema
ken. Dat hadden ze nooit gedacht, en
ze hoorden het allen met ontzetting
aan.
Poes Mieke een groote reis maken
Het was toch zeker wel waar, want
poes zette zóo'n ernstig gezicht, toen
zij dit vertelde, dat poes Santje er
naai' van werd.
„Waar gaat de reis dan wel naar
toe, Mielce was de eierste vraag.
„Wel, dat weet ik zelf nog niet
dat moet ik nog eens zien. En nu
zeg ik jullie yoor 't laatst vaarwel,
want ik moet vanavond al weg."
„Zoo gauw al?" vroegen ze alle
maal tegelijk.
„Ja, lieve vriendinnetjes. Hoe eer
der, hoe liever. Ik wensch nog wat
meer ;te zien, dan de UËe-daagjes."
Diat was .een hartelijk afscheid!
Poes Santje kon van ontroering niets
"zeggen, terwijl de anderen een traan
niet konden weerhouden.
Een paar uur Iater~ging Mieke op
stap, met een groote reistasch op den
rug. Zij sloeg den landweg in. Heel
laat kwam zij bij een paar huizen
aan. Daar ze'heei moe was- van het
reizen, zou ze gaarne wat willen
slapen. Doch.... waar? Dit was een
moeilijke vraag. Daar zag zij een
hooiberg. Ze liep ar naar toe, doch
eensklaps stoelt te zij haar neus te
gen een groot hek. Verschrikt bleef
poes staan. Ze sprong er evenwel
spoiedig over en liep verder. Zekiwam
al nader en nader. Plotseling sprong
een groote hond luid blaffend op
haar toe. Poes wist niet wat ze doen
moest. Dejhond wist hét echter zoo
veel te béter en beet haar in den
■rug- Toen wist -poes te ontsnappen.
Daar ze evenwel vreeselijke pijn had
en eng geschrokken was, had ze haar
e'stasch geheel vergeten. Daar kwam
ze weer aan 't hek; sprong erover
en vervolgde haar weg, doch niet zoo
spoedig als in 't begin.
Eindelijk meende ze in de verte een
tweeden hooiberg te zien. Ook daar
liep ze op af. Ze was dien evenwel nog
niet half genaderd of ze viel plotse
ling in een diepe sloot. Poes trachtte
natuurlijk zoo spoedig mogelijk
weer aan den wal te komen, doch
dit Was gauwer gezegd dan gedaan
Eindelijk stond ze weer aan land,
maar vol schrammen en bulten, die
ze gekregen had door een vaartuig
je, dat ook in de sloot lag. Wiat nu
te doen? Verder te reizen was voor
eerst voor haar onmogelijk, want
overal had ze vreeselijke pijn. Zoo
bleef ze dien nacht, die haar ja-ren
toescheen, liggen, 's Morgens was
ze weer iets heter en vervolgde ze
haar weg.
Daar kwamen eemige boerenwagens
aanrollen. Poes had ze evenwel niet
opgemerkt en terwijl ze langs den
grond, eten liep te zoeken (want ze
bad' groeten honger, daar zij haar
reistasch met eetwaren niet meer
had) rolden er twee wielen over haar
poot en staart. Een nieuwe ontstelte
nis en zeker niet eien van die gering
ste Poes viel half dood op den weg
neder. Toen ze weer iets heter wias,
kwam het verlangen hij haan op, om
weer naar haar kameraadjes terug
te koeren. Langzaam liep ze naar
den waterkant, niet ver daar van
daan. Poes ontwaarde hier éen
schuitje. Blijkbaar moest dit schuit
je naar het 'dorp, waar haar kame
raadjes woonden. Ze sprong er in,
en verschool zich -in een hoekje.
Daar kwam juist de schipper aan.
Zoo voeren ze weg. Dat poes wet een
beetje benauwd was, laat zich ge
makkelijk begrijpen.
Toen de boot dan ook stil lag,
moest ze even kijken. Gelukkig was
de schipper er juist afgegaan. Tot
haar blij>dschap zag ze> dat ze in
haar vorige verblijfplaats was. Spoe
dig was ze van de schuift af en stond
ze weer bij haar vriendinnetjes.
Ze moest natuurlijk de geheeie ge
schiedenis vertellen, zooais wij die
gehoord hebben, en besloot dit ver
haal door te zeggen, dat „poes Mieke
nooit meer op reis zou gaan."
TIP TOP.
In de School.
Speelgoed.
Dora heeft allerlei mooi speel
goed'. Daar speelt ze altijd mee, als
ze in huis is. Z>e zou hét ook graag
mee naar school nemen, maar Moe
zegt, dat mag niet. Zoo lang zonder
speelgoed dat houdt Dora niet u/it.
Ze weet raadae beeft 'griffels
dat kunnen de poppen zijn. De pop
pen gaan slapen in het vakde lei
lap is de deken. Ze heeft twee
handien met vingersdaar kan ze
een bruggetje van maken. Met één
vinger kan ze kringeltjes trekken op
de tafel. Dora heeft een kam
dien kan ze uit en in het baardoen.
Eén haartje is ook aardig om aan te
trekken. Een pluisje of draadje
grappig om weg te blazen. Twee
sch'oribangen, die kun je mooi óm
den vinger winden. Het schort,
;h eerlijk om mee te meten, hoe
breed de tafel is. Een zakdoek
daar kan ze een bal van maken
Ja, ja, Dora is knap ïn 't spé
len. Leert Dora ook flink? Nu moet
ik lachen. Spelen en leeren te gelijk?
Als 't jaar om is, moet Döra nog
eens van voren af aan beginnen. Dat
spreekt vanzelf.
K. L.
Brievenbus
Mien U. Wel Mien, wat heb je
me een mooie briefkaart gestuurd.
Nu, pp die brug heb je, zeker wel
eens gestaan in Den Haag, 'biji 'diat
-grappige witte huisjeBen je nu
weer thuis, zeg, en heb je flink pret'
gemaakt? Ik verlang er al naar om
■een langen brief van je te krijgen,
waarin1 je over al je reisavonturen
verteltJe bent nu zeker blij, diat de
vacantie om is, en dat je wéér ied'e-
ren dag naar school kunt gaan, is't
niet?
Willem van den B. Zoo, gaan
jullie tweetjes ook weer meedoen
nu, dat vind ik best, hoor, ik was
blij, dat ik weer eens 'iets van jullie
boorde, want ik dacht heusch dat je
onze rubriek heelemaal ging verge
ten Tot 3 September vacantie Veel
te lang, jongen Wat zul je je die
laatste week gaan vervelen, of ben
je daar niet bang voor? 't Raadsel is
goed, maar je moet nog ©Ven geduld
hébben, want ik heb nog een hetelé
voorraad raadsels. Dat is niet erg,
vind je wel Dag Wim
Marie Gr. In Muiden geweest
en nu weer naar Velzen, jij, maakt
maar -pret, zegNu, je hebt gelijk
Ik denk dat die tien daagjes in Mui
den best naar je zin waren, en -dat
je toen niet veel zin hadt in brieven
schrijven nu, dat kan ik me ook
wel zoo'n beetje begrijpen I Weet je
nu ook wat er in dat slot van Mui
den gebeurd is? Je was gelukkig niet
te laat met je brief, en je bent zelfs
een van de> eersten,die antwoord
krijgt! Wat zeg je daar wel van?
Heeft Bamberg mooi gegoocheld, én
ken jij 't nu ook Ja, ik herinner me
wel, dat je niet zoo heel véél -van
teekenen houdtnu, ik hoop, dat éen
voilgenide wedstrijd weer meer naar
je zin isiedereen kan ook niet alle
wedstrijden even prettig vinden, dat
gaat jammer genoeg ni'etVerbeeld
je, wat zou dat gemakkelijk zijn, als
jullie allemaal denzelfden wedstrijd
het prettigst vondenDan hoefde ik
nooit wat nieuws te bedenken I Hè,
iiaft ben ik aan 't praten geraakt! En
nu hebben we 't nog ni'et eens even
over de kleine nichtjes en neefjes gé-
had Nu. dat bewaren we dan maar
tot de volgende week, goed?
Lena B. Ziezoo Lena, het Win-
scboten-raadsel heb ik goed gere
kend, dus dat is gelukkig ook al weer
in ordleNaar de vlek heb ik niet
gekeken, zusje had er zeker niét aan
gedacht d'at ze voorzichtig moest zijn
omdat zus Lena zat te schrijven.
Hóéveel zusjes en broertjes 'héb je
eigenlijk? Heb je me dat wel eens
verteld
Hendrik Gr. Ja, het was wel
jammer, dat hét de laatste dagen van
je vacantie te nat was om te fietsen,
maar och, je moet maar denkener
komen nog Woensdag- en Zaterdag
middagen genoeg, en als het dan
maar mooi weer is, Ifünnen Gerda en
jij er weer lustig op los trappen En
nu weer op school, met frisschen
moed begonnen, „een goed begin is
Wet ihallv.e werk Als ik aan den
spreekwoordenwedstrijd denk, dui
zelt het me nog van al die spreek
woorden, moet je weten Maak nu
maar, dat er, wanneer de volgende
vacantie begint, weer heel wat meer
wijsheid in jullie bolletjes in geko
men 1
Bets ie en To van W. Wel zus
jes, wat spetet het me, dat ik Woens
dagavond zoo weinig tijd had Als
jullie tusschen één en twee uur
Woensdag niet kunt komen, kom dan
maar even om zev.en ujir 's avond-s,
maaT dat is dan oolc alleen volor jul
lie tweetjes, hoor, en een erge uit
zondering, zul' je daar aan denken?
Dan zall ik Bots méteen een nieuw
boek gevenNu, die vacantie is
toch nog echt gezellig uitgevallen,
hè Die week in Santpoort was, ge
loof ik, ook nog eeü echte verras
sing Maak ja ook een teekening.
van de kermis, of moet je daar eerst
nog eens over denken? Veel groejten
voo-r jullie tweetjes I
Dina V. Bijna vijfhonderd spreek
woorden Nee, zooveel had geen van
de kinderen er gevonden, want die
zouden anders zeker wel met den
prijs zijn gaan strijkenNee, Dien-
tje, je hadt ze niet allemaal goed;ik
heb er verschillende moeten schrap
pen, maar eigenlijk was er ook geen
onkel kind bij, dat alle spreekwoor
den goed Tiad. Op den Wagenweg
kun je me dien Zaterdagavond niet
geziien hebben, want ik} was toen uit
de stad. Goed dat je maar niet naar
die juffrouw (dié je dacht diat ik
wias) bent 'toegegaan, hè Vond Moe
der het tasc'hje mooi Dank je wel
voor de briefkaarten, ze zijn erg
aardig
„Tip top". Nu Je zelf zoo'n mooien
schuilnaam bedacht hebt om te
schrijven, zal ik je daar ook maar
onder antwoorden. Je ziet, dat je
■bijdrage welkom wasik heb er een
paar kleinigheden in veranderd,
maar dat zul je zeker wel niet heel
eng vindenis 't wel De raadsels
heb ik ook in mijn verzameling op
genomen en zullen, naar ik hoop,
ook nog wel eens aan de beurt ko
men. Heb je veel pret gehad toen je
uit d'e stad was, en wanneer komt
Cor weer terug
„Knol". Nog iemand, die onder
een schuilnaam schrijft, ditmaal een
jonge dame, die wel bedankt woirdt
voor ide aardige briefkaart. Hoe gaat
het er mee De briefkaart was wel
een teeken van leven maar ik wil
toch graag nog wat meer van je hoo-
ren Zullen we dan maar zeggen
,,tot de volgende week?" Dag
Knol" 1
Marie en A n n a van Z. Of de
letterraadsels nog niet op zijn Nee,
nog niet, nu zie je eens wat een
voorraad er nog was, hè Beginnen
ze jullje érg te vervelen Nu, die
doos postpapier was welkom, geloof
ikDat is toch een heel ander ge
voel, als je op je eigen postpapier
schrijft, vind je niet? Wat voor nieu
we boeken werden ar op school gege
ven? Je raadsel is goed heb je wel
'gezien dat or vandaag een van jullie
in d© courant staat?
Dirk B. Wel Dirk, werd je niet
moe van het dragen van de stelten,
en zijn ze heelhuids thuis gekomen
Iu mijn verbeelding zie ik je er
al op rondwandelen en allérlei mooie
toeren uithalen I Voorzichtig maar,
hoorVertel me maar eens of 'tgoed
gaat en of je blij bent met je prijs
Dag vent
Gatharina K. Jij bent nu nog
eens een verstandig meisje„Lui
heid' is des duivels oorkussen", om
bij de spreekwoorden te blijven Heeft
goédWe zijn nu weer aan de zui
nigheid met vlijt toe, die huizen als
kasteelen 'bouwtWat Ik ben erg
benieuwd waar je toe besluiten zult
met den "nieuwen wedstrijd, maar
't is waar je hebt nog tijd genoeg.
Haastige spoed is zelden goed en be
zint eer ge begintJa, dat komt van
zoo'n spreekwoorden-wedstrijd Wat.
lach je er om Ook -al goed, lach jij
maarWie het laatst lacht, lacht
'het bestl
Gerda Gr. Gerda zullen we al
lereerst eens even bedanken voor de
briefkaart uit Amsterdam Wat rijdt
die electrische tram daar deftig, hè
Vond je het zoo naar, d:at er g<
briefje was? Ja, dat kon ik toch-
heusch ook niet hielpen We zulten
nu maar weer afspreken, dat we
voortaan weer trouw iedere wieek
aan elkaar zullen schrijven. Goed?
Dag hoor, veel groeten
Gerard H. Of al die spreekwoor
den van Dina V. in de courant ko
men te staan Nee Gerard, dat zul
len we nu maar niet doen. het zou
zoo erg veel plaats innemenMaar
ik heb wel nog iets anders bedacht
met spreekwoorden, maar wat dat is
vertel ik je nog niet dat blijft een
verrassingNu heb ik je zeker eng
nieuwsgierig gemaakt, is 't niet? Ik
wed, dat je al vast aan 't raden gaat!
Zeg Moeder maar eens voor me
•goeien dag en jezelf ook!
Nelly de M. Wat vond ik dat
jamm'er, Nel, dat ik Dinsdagmiddag
niet thuis was, toen je me kwam op
zoeken Het spijt me erg, maar wat
er aan te doen,' hè Schrijf volgen
den keer vooruit wanneer je toomt,
want ik ben zoo zelden thuis, en 't
is zoo Vervelend om voor niets te
komen Wat heerlijk om nu ook eens
naar Zandvoort te gaan, hè? Ja, ik
vind dat je een heele massa brief
kaarten en plaatjes hebt. Zoo'n groo
te verzameling is zoo echt gezellig,
vind! je niet? Nee, dat verhaaltje
over dat schip had ik niet zelf ge
maakt. Maak jij nog wel eens ver
haaltjes, of doe je dat tegenwoordig
niet meer? Of schrijf je tegenwoor
dig een dagboek, zooals Willem Fre-
derik -deed Wat is mijn brief weer
lang gewordenmaar nu houd. ik
ook gaiivv óp 1 Dag Nel
II u b e r t u s B. Of ik het goed
vind, dat je eens op een ander keer
tje komt? Wel, ik vind het best.i
(Woensdagmiddag lusscten een en
twee uur ben ik altijd thuis, dus-dan
weet je dat je ane kunt vindenToen
ik verleden week thuis kwam, hoordé
ik dat het hier zoo geregend had,
Ben je ook nat geworden, zeg? Nu
hoop ik maar, dat je me de Volgen
de week kunt .schrijven, (dat je over
gegaan bent. Wat zou dat heerlijk'
zijnDan roepen \we allemaal
„Hiep, hiep, hoera F voor Hubertus 1
't Raadsel is goed.
Corrie de H. Corrie, Joco en de
poesjes zijn gelukkig ook weer pre
sent. Ik geloof anders, dat jij flink
aan liet pretmaken geweest bent, of
heb ik dat zoo mis Dié ondeugende
zwarte poes Wat stout van haar om
al liet vleesch op te eten Het is wel
jammer, dat hij nu weg moet, maar,
hij verdient het wel Boontje komt
om zijn loontje Wat héb jij ver
schrikkelijk lang vacantie, zegl Jij1
treft het maarEn ben je tot slot nu
nog eens in Haarlem aan het plezier,
maken
Agnes van den B. Ik was blij,
dut ik weer eéns een brief van ja
kreeg, al was het dan ook „omdat
.hét toch vacantie was" Je raadsel
is'Ii'eel goed, ik zal het in onze ru
briek zetten als je nu maar nieft al
te ongeduldig bentIs dé nieuwe
wedstrijd naar je zin, en heb je al
een mooi plan gemaakt? Ik verlang
er nu al naar, om te zien wat voor
mooie teekeningen jullie zult makent
Wel prettig dat je er de laatste we
ken van de vacantie juist nog aan'
werken kunt, hè?
Age B. Met de brief aan Age zal
ik beginnen mat liem eens ©ven _te
bedanken voor de aardige briefkaart'
van de Noord-Brabant" niet de ge
kleurde ballons. Wil je Roelof ook
wel bedanken voor zijn briefkaart
uit Den Haag Het zal thuis een
heele opluchting geweest zijn, toeai
die lastige jongens voor een poosje
de deur uit waren, of maken 'jullie
het zoo erg niet? Je mag wel ande
re teekeningen inzenden als je niet
op de kermis geweest hen, maar dan
geen oude teekeningen. Alleen maar
teekeningen-drié Je speciaal voor de
zen wedstrijd gemaakt 'hebt
Anna Gr. Nu, dat handwerk-
mandje en 't lcopje en schoteltje ett
de ketting en de nougat waren heer
lijke verrassingen, toen je thuis
kwamDat had je zetoar niet ge
dacht, is 't wel De briefkaart uit
Purmerend vond ik erg aardig. Heb
je er in de Peperrstraaft gelogeerd
Het déet me plezier, dat je er zoo
veel pret geh'act hebtDag Annia, tot
de volgende week 1
M. C. VAN DOORN.
Ga heen... ito 'heb een zoon.
Ik stond beweegloios.
- Ik begrijp u niet, bracht ito uit.
Ga heen, herhaalde hij, vlug
Toen' begreep ik hem. Ik greep zijn
hand en zegdeGod zegene u 1 zeg mij'
uw na,a.m.
Steinkopf. Maar ga heen, vlug.
Ik snelde weg, het bosch in, als in
éen droom.- Ik had' no'oiït gedacht een
Pruis te ontmoeten met een goed
hart en ik bad God -met tranen indé
oogeto, dat hij monsieur Steinkopf
mocht zegenen, tem1 ien zijn zoon. Ik
kwam bij mijn kameraden en ver
haalde hun alles.
En nu, zegde ik, ais ge iets voor
mij over hebt, dan zult go dien Pruis
sparen, als ge hem mocht ontmoe
ten.-
En de brave kerels beloofden het,
want ook zij! hadidien toinidieren.i
Wij waren dus wrij wat opgeruim
der toen vrouw Bec dén volgenden
'dag kwam.-
De 'kleine is veel beter en za'
wel herstellen, zegde zij, o, het is
een wonder, w-ant wij' weten -allés.
Maar die Pruis, die u binnen gela
ten Heeft, die is gevangen genomen
én 'biji zal vanavond! worde-i doodge
schoten. Zijn kolonel is, woecU id.
Ik werd bleek, rik Sidderde over a-1
mijn leden. Ik had) er in hot geheel
niet aan gedacht, dat hij; oaulg ge
vaar liep. Ik dacht en streed' met mij
zelf. Maar wat' zou een eerlijk
Franscbman doen? Et was m§aréén
antwoord.
Een uur later was ik aan het
hoofdkwartier van den kolonel.
Ik werd gevat ,en voér hém ge
bracht.... neen, zijn' naam wil ik
niet noemen, laat alles vergeten zijnl
Een kleine iriah, met Vaflsche oogeU
en een wreeden glimlach!. Ik zag da
delijk, dat hij geen medelijden kén
de, Ik verhaafde tem waarom ik ge
komen wias.
Sergeant Steinkopf heeft een
nobele daad gedaan. Als iemand
daarvoor lijden mó&t, dan moet ik
het zijn. Ik bied mij in zijn plaats
aan.
De 'kerel lachte ruw.
Ge zult krijgen wat ge verdient
en Steinkopf ook, zegde, hij,, ge zijjt
een even grooten domoor als een
schurk I
Een krijgsraad werd samengesteld'
en hoorde mij. Zij waren met allen
van 't slag als de kolonel, en luis
terden naar hetgeen ik zegde. Ik
pleitte voor mijzelf, maar meervoor
Steinkopf en sommige officieren wa
ren ontroerd. Maalr zij hadden te
gehoorzamen.-
Ik zou gefusileerd worden en
Steinkopf ook.-
Om vijf uur, beval de kolonel,
het moet vóór dien donker afgeloopen
zijn.
Ik vroeg verlof afscheid: te nemen
van vrouw en kind, maar dat weiger
de mij de schurk.
Tegen vijf uur, Weid ik naar den
tuin van den Mate gebracht, waar
Sitei'nkopf reeds was. Hij: was een
dapper man, rechtop en trotsch stond
hij' daar onbevreesd'. Maar toen hij
mij Zag, zégde, hijGek, gij' zijt gek!
Ik vatte zwijgend zijn hand en wij
stonden naast elkander. Aan dé
mannen, die op ons moésten vuren,
zag ik ho,e hun dit tegen de borst
stuitte. SteinJEopf was bij hen be
mind, heft was een ruwe kerel, -maar
met een hart als goud.
Zoo stonden wij te wachten tot de
kolonel zou gekomen zijn, toen eens
klaps op den weg gerucht werd ge
hoord en iemand' riep
Zijne Hoogheid, de Kroonprins!
Juist kwam de kolonel aan. Toen
hij dien uitroep hoorde, werd hij
•vuurrood.
Daar kwam de Prins, éen Duit-
seller, maar een edelmanO, zijn
soldaten hadden hem liieft I Ik begreep
dat later, toen ik hoorde, daft een
van Steinkopfs: mannen éen bericht'
naar hem had getorachjt, om gratie
te vragen voor hunnen onderoffi
cier.
Ernstig beantwoordde hij- het sa
luut van dén kolonel en zegde toen
kortaf
Wat is 'hier te doen, kolonel?
Spionnen, uwe hoogheid! ant
woordde 'hij;.
En toen barstte ik los. Ik ver
wachtte voor mijzelf geen genade. Ik
was een franc-tireur, maar -die bra
ve Steinkopf zou niet sterven Ik
knielde neder.
O, teoir mij aan, prin3riep ik.
De kolonel wilde mij Weg laften
sleepen, maar de prins wenkte mij
•met rust te laten.
In een woordenstroom verhaalde ik
h'em zóó snel, dat hij mij in de rede
viel en mij zegde, dat ik kalm moest
zijln.
't' Is niet voor mij-zelf I riep ito
gij Pruisen beschouwt toch een man
die voor zijn vaderland vecht, als
een worm. Maar voor Steintoopf! O,
spaar 'hem want hdjl heeft ook een
zoon'
De prins antwoordde mij nieft,
maalr lieft Steinkopf voortreden.
Is dat waar vroeg hij ernstig.
Ja,, uwe hoogheid, antwoordde
dé sergeant kortaf.
Is het de plicht van een Duitsch
soldaat om zijn vijanden te laten
ontsnappen
Een goed soldaat blijft mensch,
antwoordde hij',
Goéd gezégd', Steinkopf, goed ge
zegd, kerel, hernam de prins, terwijl
hij hem steak aanzag, éen goed! sol
daat is boven aides mienlsch.
En toen legdé hij zijn hand op
•Steinkopfs' schouder en zetidé
Eén man, idiie den dood onder 'de
o,ogen ziet, omdat hij mJenscbelijkiteid
betracht hééft, dlie verdient eerbewijs,
is lilet nriét zoo, kolonel
Hij nam een' kruis van zijn borst en
speïdé'het op Steimfcopfs bonst vast.
Zoo zal' uw zoon noblit vergeten, dat
zijn v.ader eten braaf man wais, zedlde
hij. En gij, Vervolgde hij tot mij, ge
zijt vrij, op voorwaarde, dait ge óf.
naai' uw huis gaat, öf bij de gerégdl-
de troepen dienst neemt. Wij kennen
geen' frahc-trireurs. Bet zijn dikwijls
niets anders dan moordenaars.
Maar toch móet ik u danken, wiant
ge hebt mij laten zien, wiat een van
mijn mannen waard i<?. Ge kunt gaan.
Vindt gij het vreemd', dat ik zijn
hand' kuste
O, die prins, hij was een Pruis,
maar een edelman
Een maai' had eén koe gestolen en
wend daaatvo'or veroordeeld op de
kaak te worden gesteld. Een vriend
zag hem in dien treurigen toestanden
vroieg hém waft hij ge'dlaan had.
Niéts, zei de man', 'k Vond een
oud stuk touw op den weg liggen en
héb hét opgeraapt.
Is 't mogelijkri$p de vriend uit.
Heoft méui u zoo streng géstnaft om
eén oud stuk touw
- Ja, ziet ge, er was e'en jonge koe
aan vast
Ben koerier zou gewichtige brieven
overbrengen 'en kréég bevél, een paard,
te huren en spoed te maken.
Eeuigé Voorbijgangers ontmoetten
hém op dén weg te vo'et en zijn paard
voot zich uitdrijvende. Toen zij h'em
daarover hun verwondering te ken-:
nén gaven, antwoordde dé man
Ik heb nagedacht en ben tot de
slotsom gekomen, dat wij sneller
zouden vooruitkomen op zes voeten
dan op vier.
Een zéér zenuwachtig geleerde had,
tot zijn ongeluk, een woning, gelegen
tusschén de' werkplaats van een smid
©n dié vaan een ketellapper. Het ge
raak dat- de belde werklieden maak
ten, dééd hem bijna heft. verstand)Ver
liezen, ien hij zei eens tot een zijner
vrienden, diat hij hun, wanneer zij
zouden verhuizen', eeln goed' diner zou
betalen.
O.p zekéren dag kwaimén -de twee
buren hem opzoeken en zeidien hem,
dalt ziji van zijn belofte hadden ge
hoofd en hem kwamen aankondigen,
diaft zij giinlgen verhuizen. De geleerd©
boödi hun een kostelijk feéstmaal aan
'en hij het dessert vroieg hij hun waar
zij gingen wonen.
Wij verwisselen van huis, sprak
de keftélïapper; dé smlid neemt mijn
huis en ik het zijne
BRUSSELSCHE ZEDEN
Dezer dagen is te ELsene eene maat
schappij gesticht vanverlaten
echitgenootien. Talrijke bijtredens had
den den oproep beantwoord. Heft déél
der maatschappij isalle wéken bij
een te komien en -elkander té troosten
als het noodig is.
Op de eerste vergadering is goed
gelachen en voiorai goéd gedronken,
zooidat de onderling© troostrai'ddölén
eigenlijk niet nloodig waren. Volgens
dé standregelen wordt ieder Md, diat
naar zijne vrouw terugkeert of her
trouwt, buiten 'dé maatschappij ge
sloten.
(„Hbld.' v. Antwerpen".)
OP ZIJN PLAATS GEZET.
Een Schotlanden, die veel had ge
zien en over alles zeer aangenaam en
in goed Hollamdscb kon verhalen,
werd ih een gezelschap door éen bab
belaar, die het verveelde, dat hij niet
aan! hét woord kon komen, én die juist
tegenover hem zat, de vraag ge
daan
Zeg mij eens, mijnheer, gij, (die
zooveel weet, wat verschil is er tuls-
sohlen „Schot" en „Zot"?
De breedte van deze tafel1, ant
woordde de verstandige Schot.
(„Pétiit Bleu").
GRIEZELIGE VONDST.
Nabij de Béale-kaap, op liét eiland
Vancouver, verging onlangs dé „Va
lencia" met meer dan 100 personen.
Thans is, volgens een bericht uit
Britsch Columbia, niet ver van daar,
een rotsspleet een sloep van dat
schip gevonden, waarin acht geraam
ten lagen.
DOOR TIJGERS VERSLONDEN.
Een Frans ch officier, luitenant
Gauttier, is bij Ph anti es (Indo-China)
door tijgers verslonden.
EEN JAAR VAN VERSCHRIK
KINGEN.
De „Münchenér Aligemedne Zel-
tung" geeft de Volgjende verhezen aan
mensohenleivens voor die aardbevin
gen, idic in den loop van dit jaar zijn
voorgekomen31 Januari tot Febru
ari vloeglof en aardbeving in Colum-
bië en Ecuador, 300 doodlen; 21 Fe
bruari nieuwe aardbeving en vloed
golf in Columbië, 2000 dooden; 17
Maart aardbeving op Formosa, 1228
dooden3 April, aardbeving ©n uit
barsting van den Vesuvius, 600 doo
den; 14 April niéuw© aardbeving op
Formosa, 200 dooden; 18 April aard
beving te San Francisco, 400 dooden
16 tot 20 Augustus, aardbeving ih
Chili, duizenden dooden.