St(io;« vaar t berichten Marktnieuws aan den Burgemeester toe te kennen ihei reelit om de agenten terug te zet ten in "hun salarissen een deel van het recht tot salarieerinig, dat aan dien Baad behoort, aan den Burgemeester (wordt gegeven. Eindelijk meent spreker, dia.t door [het afhouden der boeten B. en W. vrij kras in de bevoegdheid van den Raad hebben ingegrepen. Dit college heeft namelijk door dit inhouden van saln- ais eeii mandei- salaris uitgekeerd dan de Raad heeft bepaald. Wanneer de Burgemeester de drie gestelde vragen voldoende beant woordt, zal spreker zijn motie intrek ken. Is het antwoord echter niet vol de ende, dan handhaaft hij zijn motie en zal aan loet college van B. enW. verzoeken hem inlichtingen te ver schaffen hoe groot liet maximum be draagt van de gelden door B. en W. voor een boete op het salaris van een agent van .politie gekort. Als wotenschapp©lijken grond voor zijn motie noemt spreker, dat de Bur gemeesters gehouden zijn inlichtingen te geven aan den Raad, ook over de politie. Deze stelling word; door alle bur gemeesters in den lande gewraakt. Spreker weet dit. Zoo heeft bijv. de Haagsche burgemeester bij de Kro ningsfeesten geen verantwoording willen geven van de politiemaatrege len, door hem hij deze gelegenheid genomen. Nimmer is er dan ook een Minister van Binnenlandische Zaken geweest, die den burgemeesters in hunne be voegdheid heeft belemmerd, behal ve Dr. Kuyper, die daarmede toonde met evenveel gemak de grenzen zijner bevoegdheid als de grenzen van het land te overschrijden. Vervolgens herinnert spreker aan ihet geval, dat de LeMsehe burgemees ter geweigerd heeft nadere inlichtin gen te verschaffen over het ontslag van een inspecteur van politie. Toch ooi-deelt de Grondwet anders. Spreker motiveert dit aldus De Raad' is het hoofd der gemeente, niet de burgemeesters zijn dit, als zij wel eens meenen. Zoolang diit zoo. is. moet de burgemeester de' inlichtingen aan den Raad verschaffen. De heer Van Idsinga schreef spreker, dat hij alleen niet met dit denkbeeld mee kon gaan, indien hem een dergelijke bepa ling uit de wet werd voorgelegd, a.1 zou schrijver dan nog meen en, dat deze bepaling ongrondwettig was. Spreker heeft zich gewend tot alle professoren in het Staatsrecht. Nu bleek hem, dat .aüe hoogleer aren liet met prof. Oppenheim eens zijn. Zoo b.v. die heeren De Hartog en De Lou ter. Professor Krabbé ging zelfs nog verder en meende, dat het geheels strafstelsel door den Raad behoort vastgesteld te worden. Spreker concludeert dus dat dêïiiee- ning, dat de Burgemeester wel verant woordelijk is een communis doctorum opinio is. De VOORZITTER wil hier niet na der ingaan op de motie. Al zou spr. willen aannemen, dat de meening van den heer Th iel de publieke opinie is, toch is spreker het daarmede niet eons. Een discussie over deze quaestie zou 'niet vruchtbaar zijn, we zijn hier gekomen om praktisch werkzaam te rijn. Spreker is niet van oordeel, diat hij van meenimg veranderd is. Spreker citeert hierover twee der HaanLeünsclie bladen, waaruit hij concludeert niet •van meening veranderd te zijn. Dat de lieer Thiel teleurgesteld was geen antwoord op zijn vragen gekre gen te [hebben, oordeelt spreker, dat bet niet aangaat alle individueele vra gen te beantwoorden. Nu de vragen dcor mr. Thiel gestéld zijn, wi'1 spre ker ze thans wel beantwoorden. De maximum boete is een belang rijk bedrag geweest, maar niet zóó groot, als de straf zou zijn geweest, die daan-oor in de plaats zou moeten komen. W-at liet combineeren der straffen betreft, zegt spreker, dat die straffen moeten opgelegd worden, die overeenkomen met den aard dei- mis drijven. Op de diende vraag van mr. Thiel, over den aard der straffen, moet spr. bet antwoord schuldig blijven. De heer VAN STYRUM brengt hulde aan liet geestig betoog des heeren Thiel. Toch beeft deze redeneering den, spreker verbaasd. Namelijk de zinsnede i-n -de memorie van toelich ting dier laatste motie vlam den heer Thiel. Hieruit blijkt, dat de Burge meester in tegenstelling niet de mee ning van den heer Thiel, de door den Raad gevraagde inlichtingen heeft verstrekt-. Spreker sluit zich ten volle aan hij Mr. Thiel. waar deze liulde brengt' aam den Burgemeester voor de gegeven inlichtingen. De heer THIEL weet nu hoe men komt aam het praatje, dat spreker al leen een dorre opsomming van straf fen heeft gewild. De zinsnede der laatste motie interpreteerde niet deze, maar de eerste motie. Spreker meent dat het niet aangaat om met zulke -dingen aan ie komen om de zaak te redden. Wil de Raad zich dankbaar maar niet voldaan toornen, dat is spreker goed. Maar iaat men nu toch niet zeggen, dat mén die inlichtingen gekregen heeft, dië men in de verga dering van 18 April verzocht heeft. Wanneer do heer Van Styrum dat nu zegt-, toont hij wel een scherpzin nig jurist, maar geen goed hoorder te zijn. Het spijt spreker, dat de Burge- mioester de vragen, door spreker ge steld, niet op die wij-ze heeft beant woord, dat spreker zijn- motie zal kun nen terugnemen, al zal de beslissing van dien Raad misschien niet zijn, als spreker zich die heeft voorgesteld. Spreker handhaaft derhalve zijn mo tie. Spreker wil niet verder discussiee ren, daar hij anders bang is uit den goeden toon te zullen geraken. De lieer- VAN STYRUM, antwoor dend op heit gezegde van mr. Thiel, omtrent het bewaren van den goeden toon, roept alle leden tot getuige, dat hi; niet uit den goeden toon geval len is. De heer THIELIk bedoelde mijn eigen toon! (Gelach). De heer VAN STYRUM, voortgaan de, betoogt, diat de geheele toelach Img, ear niet alleen liet eene zinnetje, straks d;oor spreker genoemd, er op vvijsit, dat d!o Raad alle inlichtingen heeft gekregen, die de Raad wenschte. De VOORZITTER meent, dat, wan neer hij niet in staat is geweest, de gewenschteinlichtiiigem te geven, hij verder ook niet in staat zal zijn mr. Thiel licht te verschaffen. Spreker handhaaft zijn meening, dal- mr. Thiel een opsomming wilde der straffen, al ontkent mr. Thiol dit nu. Wat de nadere vragen van mr. Thiel aangaat, het noemen van een maximum geeft geen zekerheid voor de toekomst- Zeide spreker nu dit is 100 geweest, dan zou de' Raad uitr a-oepen Wait een Russische straf 1 Maar spreker kan verzekeren, dat de agent in quaestie gesmeekt heeft om deze boete te mogen hebben, toen hem de keuze tusschen ontslag en de geldboete werd gelaten. Spreker geeft toe, dat- B. en W. ver gegaan zijn, toén zij de boeten va-n de salarissen afhielden. Hoeveel dat maximum nu is, zooals de heer Thiel vroeg, hierover kan spreker na mens B. en W. nog geen inlichtingen geven. Wat liem persoonlijk aangaat, zou spieker de inlichtingen wel wil len geven. Maar het geldt hier een ontnemen van eeia recht, waarom spr. de grootste voorzichtigheid zal be- tr achten. De heer THIEL zegt, diat, walt de heer Van Styrum ook uit de woorden van de toelichting der motie gehaald heeft, de bedoeling is geweest inlich tingen te vragen over loet systeem. De Burgemeester heeft eenigszms sma lend gesproken over het inhouden van salarissen. Spreker meent evenwel dat dit. een hoogst ernstige zaak ia Wan neer b.v. eens ƒ1000 werd afgehouden van het salaris van den directeur der gasfabriek, dan zou geheel Haarlem op zijn kop staan. Spreker conclu deert. dat B. en W. gehouden zijn zijn vraag te beantwoorden, hoeveel het maximum is van een boete, door B. en W. van de salarissen der politie agenten afgehouden. B. en W. zijn verplicht deze vraag te be-ant- woorden. De heer GROOT heeft uit- de stuk ken gezien, dat bij de politie stelsel loosheid heers ebt- wat het straffen aan gaat. De VOORZITTER zegt, dat de straf fen met meer ernst worden opgelegd, dan dé heer Groot dit meende. De heer VAN DEN BERG antwoord! den heer Groot, dat rekening moet worden gehouden m<et de omstan-ddg- De heer GROOT is van oordeel, dat- gestraft kan worden ais bij de andere takken van dienst. De «lieer VAN DE KAMP heeft een geval onderzocht, waarbij een boete werd gesteld van 50. Deze som nu moet komen uit- de magen van vronw en kinderen. Spreker heeft met genoegen ge-zien, dat d'e Burgemeester in 't algemeen tegen het boetestelsel is. Maar door het nu aanhangige voorstel wordt nu -nog een maximum van ƒ100 toegela ten. Er zijn wel andere straffen, die de agenten alleen en niet hun huis gezin treffen. Spreker stelt, nu voor het maximum dor boete te verlagen tot drie gul den. De VOORZITTER i-s het niet eens miet den heer Van de Ivaimp, dat er andere zware straffen zijn. De heer VAN DE KAMP Verzwa ring van dienst De VOORZITTER zegt, dat de be palingen uit liet arbeidscontract hem op heit -denkbeeld van het voorgestelde maximum gebracht hebben. Spr. ge looft niet, diat het denkbeeld van dien heer Van de Ramp goed aal wer ken. De heer KLEIJNENBERG noemt het boetestelsel afschuwelijk. Daar de Voorzitter in principe is tégen liet boefestelsel, moet men vertrouwen hebben in den Burgemeester, dat deze geen te zware boete zal opleggen. Worden de boeten beperkt-, als de heer Van de Kamp wil, zullen de-agen ten spoediger achteruit ge-zet worden in rang en dus ook in salaris. (De heer Raseli komt ter vergade- ring). De heer DE BRAAL is het eens met- den heer Van de Kamp. De heer THIEL zegt., dat men in t wilde aan he-t redeneeren gaat, omdat men de opgelegde straffen niet kent. Deze discussie is het beste pleidooi voor het geven van inlichtingen, als -spreker met zijn motie wil. De VOORZITTER is juist van tegen overgestelde meening geworden. De wel wil deze discussie juist niet. De heer DE BRAAL zegt, dat in Rotterdam als maximum 21/2 boete gegeven worden. De heer GROOT herhaalt als zijn meening, dat bij de politie meer re gelmaat in het straffen kon heer- sch-eai. Wanneer d'e keuze blijft tus- .schen een zoo enorme zware boete en ontslag, is 't beste ontslag te geven. De moti ©-Thiel werd verworpen. Voor waren de heeren Kleynen- berg, v. d. Kamp, Thiel, Rinkema, Schram, Modoo, Stolp, Groot, Welse naar, De Braai en Van Rossum. De heer Rasch bleef buiten stem ming. De motie-Van de Kamp werd ver worpen. Vóór waren de heerenv. d. Kamp, Stolp, Thiel, Schram, Groot, Welse naar, De Braai en Van Rossum. Het voorstel van B. en W. werd goedgekeurd. Togen waren de heeren Kleynen- berg, v. d. Kamp, Stolp, Modoo, Groot, Rinkema, Do Braai en We'lse- naar. Buiten stemming waren de heeren Thiel en Schram. Daarna werd bij eindstemming het •geheele voorstel met 10 stemmen te gen aangenomen. Punt 9. Bij besluit van 22 April 1903 werden de crodieten voor -hef Slachthuis ver hoogd tot een totaal van f 612.750. Dit is evenwel 81.528.841/2 te laag ge bleken, zoodat B. en W. nog een toe staan van dit bedrog vragen. Aan dit voorstel verbinden B. en W. evenwel eenige «andere voorstellen van financieel beheer. Met de finan cieel© Commissie zijn B. en W. van oordeel, 'dat het wenschedijk is, dat de kosten voor den aankoop en van het ophoogen van het, met het oog op het oprichten van het Slachthuis, gekoch te terrein zijnde met de rente res pectievelijk i 37.212.471/2 en ƒ21.113.64 en te zamen 58.326.111/2 worden afgevoerd van de aanlegrekening van het Slachthuis en dat aan het Slacht huis jaariijks een zekere huur In re kening wordt gebracht, door B. enW. voorloopig bepaald op ƒ8000. Hét tekort van 81,528.841/2 vermin derd dus met 58.326.111/2, bedraagt derhalve 3.202.73. B. en W. vragen dan ook dit bedrag ter hunner beschikking te stellen, en de door hen voorgestelde wijzigingen ia het financieel beheer goed te keu- De heer STOLP zegt, dat geble ken is, dat het Slachthuis meer zal kosten, dan oorspronkelijk was ge meend. O. a. ƒ3784 meer voor ophoo ging van grond, 3729 meer voor ge bouwen 11640 meeU' «voor biologi sche reiniging 15000 meer voor be strating en rioleering in verband met de biologische reiniging; machines en -inventaris 14000 meer. De Com missie van Bijstand meent, dat met deze bedragen de rekening ten einde zal zijn. De geschiedenis van het Slachthuis nagaande zegt spr., dat de Commis sie hot wenschelijk vindt, dat al leen de gronden, waarop de gebou wen staan en niet de bijliggende gronden, die met voor het Slachthuis gebruikt behoeven te worden, ten las te komen van de rekening van het Slachthuis. Daardoor kan deze reke ning met 58.000 worden verlaagd. De heer VAN ROSSUM heeft niet begrepen, waarom het Slachthuis in 't vervolg ƒ3000 huur zal te betalen hebben voor den qjrond, die nu aan de Gemeente behoort^ doch afgeschei den van het Slachthuis is. De heer H. D. KRUSEMAN zegt, dat de heer Van Rossum de zaak niet juist heeft opgevat. Het- voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Punt 10. B. en W. stéllen voor aan de Maat schappij tot Verbetering der huisves ting van onvermogenden te Haarlem door de Regeering ingevolge de Woningwet erkend -als eene vereeni- ging, welke uitsluitend werkzaam in het belang van de verbetering der volkshuisvesting krachtens artikel 30 der Woningwet een voorschot uit de gemeentekas te geven van 50.000. Door B. e<n W. zijn-, behalve de wet telijk geregelde bepalingen, de volgen de voorwaarden gesteld dat elk jaar 1000 wordt afgelost dat, indien in eenig jaar het aan dé aandeelhouders uit te koeren dividend méér dan 2 pCt. bedraagt, ook de gemeente die meerdere interest worde uitgekeerd dat de gemeente steeds een jaar verslag ontvangt meer in het bijzon der voor zoover betreft de aanwen ding van bovenbedoeld voorschot: dat B. en W. voor elke bestuurs- of gemeene vergadering schriftelijk worde uitgenoodigd om zich bij wijze van advi-seerend lid te doen vertegen woordigen. Voorts -is de som, waarvoor elk der leden aansprakelijk is (artikel 15 van het Koninklijk besluit van 28 Juli """OS) door B. en W. gesteld op ƒ100. De heer RINKEMA is van oordeel, dat het contract zoo zou moeten lui den, «dat het voorschot terstond te gen ontvangstbewijs zou moeten te ruggestort worden in de Gemeente kas, daar -anders de vereeniging de som niet zou behoeven terug te ge en. De heel- H. D. KRUSEMAN is het met den voorgaanden spreker eens. Het voorstel wordt nu gewijzigd zooals de heer Rinkema wilde. De 'heer Van STYRUM vindt het wat komisch, dat het geld weer dade lijk teruggestort moet worden. Deze komedie had vermeden kunnen wor den. Het voorstel van B. en XV. wordt nu aangenomen. De heeren Van Styrum en Dr. H. D. Kruseman blijven bui ten stemming. Punt 11, B. en W. stellen voor, in het Raadsbesluit van 29 Aug. 1906 No. 14 te lezen Sectie A no. 1929 in plaats van Sectie D no. 37. Wordt goedgekeurd. Punt 12. B. en W. stellen voor, aan de Afd. Haarlem der Nederl. Weerbaarheids- ve-reeniging des Woensdags- en Za terdagsmiddags van 1 tot 4 uur tegen eene vergoeding van 0.50 per mid dag aan den'bewaarder ten gebruik© af te staan de groote zaal in den Doe len voor een d-oor de afdeeling te houden cursus ter opleiding voor het- examen tot verkorten dienstplicht. Wordt goedgekeurd. •Punt 13. Bij Raadsbesluit van 8 Augustus werd bepaald, dat het aantal der Burgerscholen op 3 zou worden ge bracht, met opdracht aan B. en W. om voorstellen te doen, die tot de spoedigst mogelijke opening eenar derde Burgerschool zouden kunnen leiden. Dit kan volgens B. en W. niet eer der dan dat de Verordening op de Burgerscholen 1s gewijzigd, waarom zij dan ook een gewijzigde verorde ning ingediend hebben. Volgene deze zal de derde school zoowel voor jon gens als meisjes toegankelijk rijn, er wijl er hetzelfde onderwijs gege- 'Ven zal worden als op de twee be staande scholen. Zij zal onderge bracht worden in een nieuw te stich ten gebouw aan de Botermarkt, welk terrem daarvoor q^eeds bij besluit van 27 Aug. 1902 was aangewezen. Door ontlasting van enkele klassen der Tweede Burgerschool zal, totdat het gebouw gereed is, deze Derde Burgerschool tijdelijk gehouden wor den in enkele lokalen van Weten en Werken. Het schoolgeld der 1ste Burger school zal bedragen voor 1 leerling 26, voor 2 leerlingen uit één gezin 23 per leerling en voor 3 leerlingen of meer 20 per leerbng. Het school geld der Tweede en Derde Burger school is gelijk n.l. voor 1 leerling 15, voor 2 leerlingen uit éen gezin 12.50 per leerling en voor 3 of meer leerlingen ƒ10 per leerling. De leerlingen uit éen gezin behoe ven niet éénzelfde Burgerschool te De heer KLEIJNBN-BERG deelt me de, dat in .de Comm.. van L. O. her- haakMijk is gewezen op 'het eigen aardige feit, diat op d'e scholen, waar hetzelfde onderwijs wordt gegeven, verschillend; schoo-lgeld geheven wordt. Dit is 'alleen om een klein standverschil te behouden. Het gaat niet aan om ditzelfde nu ook weer op «deze burgerscholen te gaan doen. Spreker stelt een wijziging van het voorstal van B. en W. voor in den geest 'dis hij heeft uiteengezet. De heer MODOO is het met den heer Kleynenberg eens. Spreker begrijpt niet, waarom iB. en W. nu weer terug zijn gekeerd! van de -mieen-ing in Janu ari door heit «college gedeeld-, om e«en uniform «schoolgeld te heffen. De heer VAN DE KAMP vraagt hoe veel het voorstel—Kleynenberg de ge meentekas zal kosten. De heer DE HAAN HUGENHOLTZ zegt, 'dat «de schade 3000 per jaar «zal zijn. Overigens is spr. van mee ning, -dat de nu voorgestelde -regeling eenigszins progressief is. De Sieer KLEIJNENBERG is het met deze laatste bewering in 't geheel niet eens. Progressief schoolgeld ver schilt naai' de draagkracht bij de leerlingen van dezelfde school, maar op de verschillende scholen waar het zelfde onderwijs wordt gegeven, moet hetzelfde isohoolgedd geheven worden. Een som van 15 per «kind «en «per jiaar vindt spr. niet overdreven. De heer SCHRAM gaat de geschie- mis aan hei heffen der schoolgel den na en komt tot de conclusie, dat die gemeente moet verdeeld worden in wijken en diat er geen standsverschil dient geschapen te wordien. Spreker verklaart, dat hij dl© aanneming van het voorstelKleynenberg gaarne zal zien. De heer DE HAAN HUGENHOLTZ zegt, dat er altijd menschen zijn. die door grootere inkomens zich eenigs zins verheven gevoelen' boven hun medemienschen en daarom, gaarne een grooter schoolgeld willen betalen. Den heer Schram beantwoordende, zegt spr., dat lioi misschien eens in de 25 jaren is voorgekomen, dat een ad- spirant-leerling, van de 2de Burger school naar d© 1ste Burgerschool is verwezen. Die heer -SCHRAM protesteert, dat Men1 als een uitzo'n'dering wordt ge steld, wat herhaaldelijk in «da laai Mb jaren is voorgekomen. Voorts meent spr. diat het niet -aangaat hét stands verschil in de hand te werken. Hoe de wetlhoudier van onderwijs zoo ineens kwam aan een vermindering van 3000 in ontvangst der schoolgelden? (Gelach). De heer KLEYNENBERG zegt, dat dit nogal eenvoudig is. Er zijn 300 kin dleren; het schoolgeld wordt met 10 Pr kind verminderd en 300 -maal 10 is 3000. '(Gelach). De lieer GROOT protesteert even eens tegen het voorgesteld,© -omtrent het sahoolgeld'verschiil. Het amendfeanen-t—Kleynenfljei'g (ƒ15 schoolgeld per 'leerling) wordt nu ver worpen. Vóór waren de heeren Rleij- nenberg, van de Kamp, Thiel, Rinke ma, Schram, Modoo, Groot en de Braai. Ingediend is een amendement Groot om het schoolgeld 'te bereke nen per week lom te voorkomen, dat tosscWen-tij'dis uit die Gemeente ver trekkende ambtenaren dubbel moeten betalen. De beer DE HAAN HUGENHOLTZ vindt «dit denkbeeld wat kruimelig. Nergens anders wordt een dergelijk systeem gevolgd. De heer GROOT zegt, «dat hij -het een «ongelukkige politiek vindt om te gaan zeggen: „Dit gebeurt ergens an ders -ook niet". «Het is niet zoo krui melig als de wethouder «denkt, dat ■spr. -dit beier weetNkomt misschien, omdat spr. komt uit een kring waar die kruimpjes meer gevoeld worden. De heer «MODOO meent, dat de amb tenaren, die verhuizen willen «de kin deren den laatsten tij«d thuis houden, als «zij ,het gehe'ele kwartaal moeten «betalen, ondanks den leerplicht. Het betoog ,,'t Gefoeuri nergens!", gaat niet op. 't Goede of 't kwade moet eens voor 't eerst komen. De heer H. D. KRUSEMAN zegt, dat het -amendement-G ro ot onbillijk zal werken tegenover kinderen, die door «ziekte da school niet kunnen be zoeken, De Iheer GROOT ontkent dit, doch bereid zijn amendement eenigs zins te wijzigen. Het anten-itena entGroot om liet schoolgeld per week te berekenen, wordt verworpen. Voo.r «de heeren Loo-me-ijer, Kleynenberg, v. dl Kamp, Thiel, Rinkema, Schram, Modoo, Groot, Welsenaar, de Braai. v. d. Berg en v. Rossuun. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Punt 14. B. en W. stellen voor, af te wijzen het verzoek van P. en D. van Gel der, om vergunning tot het maken van een tijdelijk lichtraam in den Noordelijken zijgevel van hun werk plaats in de Van Zompelstraat 3. B. en W. gronden hun bezwaar op bet feit, dat dit raam lager is ontwor pen dan art. 694 van het Bairgerlijk Wetboek toestaat De Queer 'MODOO is «er voer, -om d«e gevraagde vergunning te verieenen tot wederopz-eggens toe, B. en W. houden «dan altijd nog het heft in handen, daar heit raam er maar tijde lijk is. De heer DE BREUK zegt, dat adressanten nu reed's op de derde manier een 'diergelijk verzoek hebben ingediend. Tiet zou een «ongewiens-cht antecedent zijn. Bovendien zou een adsplrant-koopécr van Se omliggend terreinen afgeschrikt kunnen worden door de aanwezigheid van een raam. Ten slotte meent spr., diat wanneer op 24- M. ud't den grond een raam ge maakt wordt, rij dit doien kunnen. Het toestaan «der vergunning zou den adressanten alleen last «bezorgen. De heer MODOO iheeft gdhoord, dat de heer De Breuk uit louter welwil lendheid tegen de adressanten de vergunning wil weigeren. Is men bang eventueel© koopers van de om liggende gronden af te schrikken, dan moet men er io«en bord bij zetten met het opschrift: „Dit raam is hier tot wedenopzeggens toe". De heer VAN STYRUM meent, dat de gemeente «dit nadeel zou kunnen ondieivindiem, idiat bij opzegging der vergunning (misschien het Gerecht in den arm genomen moest wonden. Het voorstel van B. en XV. wordt aangenomen. Tegen wairen de heeren Thijsseci, Van de Kamp, Thiel, Rin kema, Modoo, Groot, Welsenaar, De Braai, Van Rossum en Leupen. Hieaanede ver-valt het amend,ement- Modoo. Punt 15. B. en W. stellen voor, het onlangs aangekochte perceel Spaairniwouder- straat 152, ter bevordering van den algemeenen welstand, te eloopen, en bet vrijkomende terrein met een !iou- ten hek af te schei dien van dien open- banen weg. Wiordt goedgekeurd. Punt 16. B. en W. stellen voor, toe te staan, dat T. Hoenderdos bij den bouw van een woonhuis aan de noordfeijde der Zomervaart afwijkt van artikel 7 der Bouwverordening, zoodat hem ver gunning wordt verleend tot dezen bouw op zoodanige ,wijze, dat tus- schen liet huis en den openbaren weg een ruimte vian meer dan 10 M. (n.l. 22 M.) overblijft. Aldus wordt besloten. Punt 17. B. en W. stellen voor, op den staat, bedoeld bij artikel 1 van het Werkliedenreglement te plaatsen het personeel-van «het Openbaar Slacht huis. Voorts om den term machine drijvers bij de Lichtfabrieken te ver vangen door machiniste^ waardoor voor het -machin©personeel overeen stemming? in benaming en positie wordt verkregen met andere takken van dienst. Van de werklieden aan het Slacht huis zijn de volgende op den staat gebrachtmachinisten, stokers en personeel belast met hal-, Stal- en terreindienst. Wordt goedgekeurd. Punt 18. Door dien heer W. Stolp is thans het volgende voorstel ingediend: De Raad enz. van oordeel het aan de Zuidzijde dér Tömpelierstfraat gemaakte trottoir van tijd «tof tijld een belemmering is voor het gebruik van wagens en rij tuigen in die straat, spreekt als zijn meening uit, dat döt trottoir weder moet worden venwijiderd. Van een 15tal bewoners dier straat is een adres -ingekomen, verzoekende het -trottoir te mogen heQiouden. De hr. 'STOLP heeft nog vaak de toe stand van de straat in oogenschouw genomen. Daaruit is hem gebleken, dat de toestand' niet in overeenstem ming is met het algemeen belang. Wanneer B. en W. de zaak nog eens onder ihet oog wilden zien, wanneer sprekers motie verworpen wordt, hetgeen «spr. wel gelooft kan hij zich tevreden gevoelen over -den -uit slag zijner pogingen. •De heer THIEL heeft 't trottoir ge zien en vindt het er goed liggen. Het heeft spreker echter getroffen, dat de Tempelierstraat één rangeerter rein is geworden. Aan deze quaestie wil «spr. een opmerking- verbinden. Hij zoiu n-'l. B. en W. willen verzoe ken om zooveel mogelijk de commis sie van Bij-stand te raadplegen, wan neer een straat of plein gehieel anders wordt gemaakt. Was aan de Commissie hekend ge weest, «diat in de Tempelier straat ©en trottoir gemaakt zou worden, «dan hiaddien fce misschien «anders geoor deeld over het leggen «der vier stel rails. Ook heeft spreker vernomen, dat cle C.< mmissie niet gekend is in de veran dering van de Groote Markt. De lieer DE BREUK erkent, dat de Tempelier straat een groot rangeerter rein a«s geworden, miaar hij vestigt er de aandacht op, dat de tram daar de gehieiede zaak heeft aangelegd1 als ran geerterrein. De woningen zijn later gekomen. Juist door de tram zijn de gronden in waarde gestegen. Reden tot Magen bestaat dus niet. Overigens acht spreker het trottoir in het belang van de aanwonenden en van het pu bliek. Spreken' ontkent, dat het aan het college van B. en W. aan'den noodi- gen eerbied' ontbreekt voor de Com missie van bijstand. Het voorstel-Stolp wordt verworpen. Vóór de heeren Kleijnenberg, Van Lynden, Stolp en Rinkema. Punt 19. Benoeming vaste commissiën. De Commissies worden samenge steld als volgt: Commissie van- voorbereiding v-óor de oprichting van een openbaar slachthuis de heeren W. Stolp, voorzitter, Dr. H. D. Kruseman, H. van den Berg, J H. Welsenaar cn J. Leupen. Commissie tot het herzien en ont werpen van verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd (art. 166 Gemeentewet) de heeren Jhr. Mr. F. W. van Sty rum, Mr. F. A. Bijvoet, M-r. J. Spoor en Mr. C. M. Rasch. Commissie van bijstand in het be heer der gemeente-financiën de heeren G. L. van Lennep, Mr. J. N. J. E. Thïjssen, J. Sabelis en F. M. Baron Van Lynden. Commissie van bijstand in het be heer der openbare werken de heeren W. Stolp, J. H. Welse naar, L. Modoo en A. Rinkema. Commissie van bijstand in het be heer der gemeente-bedrijven de heeren J. Sabelis, G. L. van Lennep. A. Rinkema. J. J. Sneltjes, XV. Stolp, XV. A. J. van de Kamp, C. 6. Loomeijer Jr. en J. L. E. I. Breda Kleynenberg. Commissie van' bij,standi in het be heer en het onderhoud; van den Hout en de plantsoenen de heeren J. WinMer «en G. L. «van Lennep. Commissie van bijstand in zake het verte enen van pensioen en onder stand de heeren J. Sabelis en Modoo. Benoeming Comissarissen Stads- Apotheek de Heeren C. G. Loomeijer Jr. en J. "WinMer. Punt 20. 'Benoeming «van een commissaris j der iBank van Leeaiing, in «de vacature van «den heer oir. C. M. Rasdh. Benoemd wordt mar. Spoor. Punt 21. Benoeming van twee commlsaris- sen «der Stads-Apotheek, in de vaca tures van id© hoenetn J. Winkler en C. G. Loomeyar J«r. De aftredenden worden herbenoemd,- Punt 22. Wegens splitsing der 2e klasse der, H. B. S. met 5-jarigen cursus in vijf afdeel-ingeu, door uitbreldiing van hét aantal leerlingen, is tijdelijke aan stelling van een leeraar of 1 eerar.es in de Enge-lsche taal noodig. B. en W. dragen vöor le. de heer P. M. de Raadt te Gouda 2e. mej. A. N. H. W. van der Lin den te Haarlem. De belooning, voor 8 lesuren per week, bedraagt ƒ800 per jaar. Benoemd- wordt miej. Van der Linden niet 24 st. D«e heer De Raadt kreeg 2 .st. «Punt 23. De volgende voordracht is opge maakt ter voorziening in de vacature van den beer J. Zijlstra., vroeger on derwijzer aan de Derde Tusschen- school 1. G. C. A. de Braai, te Zandvoort, ƒ700 2. XV. P. van Munster, te Heemste de. ƒ800; 3. D. van Geijn, te Hoorn, 750. Benoemd wordt de heer De Braai. Punt 24. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzeraan- die Opleidings school voor jongens (vacature J. T. Hillenius) 1. J. Smits, te Scheveningen, ƒ700. 2. W. G. G. P. Lubbers, te Haarlem, 600; 3. A. Pot, te Zutphen, ƒ725. Benoemd wordt de heer Smits. Punt 25. B. en W. stellen voor, den heer J. Jansen te benoemen tot makelaar in assurantiën en hypotheken in deze gemeente. Aldus wordt besloten. Punt 26. Trekking der afdeeliugen van den Raad. De afdeeliugen werden samenge steld als volgt In d'e Eerste Afdeeling de heeren Loomeyer, Kleynenberg, Loosjes, Van Lynden, Bijvoet. Hugenholtz, Wink ler. Rinkema, Spoor en het I'd, dat in de vacature-Pahud de Mortan- ges zal worden gekozen. Tweede Afdeeling, de heeren Thyssen, Van Styrum, Van de Kamp, Thiol, Modoo, D-'e Braai, Sneltjes, Van Linden Toll, Kruseman en Leupen. Derde Afdeeling, de heeren Sabe lis, Rasch, Van Lennep, Seignette, Stolp, Schram, Groot, Welsenaar, Van Rossum, en De Breuk. De Burgemeester is voorzitter van de eerste, de heer De Haan Hugen holtz van de tweede, de heer H. D. Kruseman van de derde Afdeeling. RONDVRAAG. De heer RINKEMA, sprekende over de m'euwe bestrating van de Groot© Markt, klaagt over de passage bij de Vleeschhal, die te nauw is voor het groote verkeer daar. Spr. wil e©n ronding van 5 M. van bet trottoir af nemen. Overigens meent spr., dat de straten op de Markt niet breed ge noeg zijn. De heer GROOT brengt in bespre king. dat de inspecteur Van der Laan bij bet informeeren naar een werkman den patroon beeft gezegd, dat hij niet begrijpen kon, dat deze zulk een man nog in zijn dienst wil de hebben. Dit was, omdat de man anarchist was. Dit mag volgens spr. n-tet voorko men. De heer VAN DE KAMP vraagt om «d«e politie nauwlettend toe te willen laten zien op de snelheid van auto's. Wanneer spr. verleden week niet vlug geweest was, zou hij ver pletterd geworden zijn. Misschien kunnen als in Utrecht waarschuwingsborden worden ge plaatst. Hierop wordt de vergadering om half zes gesloten. Het stoomlschip Nieuw Amsterdam vertrok 19 September van Ne-w-Vorb naar Rottendam. Het stoomschip Sihdoro, van Java naar Rotterdam, passeerde 18 Sept. Sagres. Het stoomschip Wilis, van Java naar Rotterdam, vertrok 19 Sept. van Batavia. Het stoomschip Ophir, van Rotter dam naar Java, vertrok 19 Sept. van Soiutihiaimpton. Heit stoomschip Bogor arriveerde 19 S©ptearihe«r van Batavia te Rotter dam. Het stoomschip Koning Willem I, van Batavia naar Amsterdam, ver trok 17 Sept. van Sabang. Het stoomschip Koningin Regentes, van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 18 Sept. te Genua. Het stoomschip Oranje, van- Batavia naar Amsterdam, vertrok 19 Sept. van. Po«r-t Said. Het stoomschip Malang, van Rotter dam na-ar Java, passeerde 16 Sept. Malta. Veemarkt. Koeien: aangevoerd ©n verkocht 9 stuks, 230—210 per stuk. Vaarsen: 1 stuk. Nuchter© kalveren: Aangevoerd en verkocht 15 stuks, f 18f 16. Schapen: -aangevoerd 21 stuks en verkocht 6 stuks, 23—19. •P-aarden: 1 stuks.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 6