St(io;« vaar t berichten
Marktnieuws
aan den Burgemeester toe te kennen
ihei reelit om de agenten terug te zet
ten in "hun salarissen een deel van het
recht tot salarieerinig, dat aan dien
Baad behoort, aan den Burgemeester
(wordt gegeven.
Eindelijk meent spreker, dia.t door
[het afhouden der boeten B. en W. vrij
kras in de bevoegdheid van den Raad
hebben ingegrepen. Dit college heeft
namelijk door dit inhouden van saln-
ais eeii mandei- salaris uitgekeerd dan
de Raad heeft bepaald.
Wanneer de Burgemeester de drie
gestelde vragen voldoende beant
woordt, zal spreker zijn motie intrek
ken. Is het antwoord echter niet vol
de ende, dan handhaaft hij zijn motie
en zal aan loet college van B. enW.
verzoeken hem inlichtingen te ver
schaffen hoe groot liet maximum be
draagt van de gelden door B. en W.
voor een boete op het salaris van een
agent van .politie gekort.
Als wotenschapp©lijken grond voor
zijn motie noemt spreker, dat de Bur
gemeesters gehouden zijn inlichtingen
te geven aan den Raad, ook over de
politie.
Deze stelling word; door alle bur
gemeesters in den lande gewraakt.
Spreker weet dit. Zoo heeft bijv. de
Haagsche burgemeester bij de Kro
ningsfeesten geen verantwoording
willen geven van de politiemaatrege
len, door hem hij deze gelegenheid
genomen.
Nimmer is er dan ook een Minister
van Binnenlandische Zaken geweest,
die den burgemeesters in hunne be
voegdheid heeft belemmerd, behal
ve Dr. Kuyper, die daarmede toonde
met evenveel gemak de grenzen zijner
bevoegdheid als de grenzen van het
land te overschrijden.
Vervolgens herinnert spreker aan
ihet geval, dat de LeMsehe burgemees
ter geweigerd heeft nadere inlichtin
gen te verschaffen over het ontslag
van een inspecteur van politie.
Toch ooi-deelt de Grondwet anders.
Spreker motiveert dit aldus
De Raad' is het hoofd der gemeente,
niet de burgemeesters zijn dit, als zij
wel eens meenen. Zoolang diit zoo. is.
moet de burgemeester de' inlichtingen
aan den Raad verschaffen. De heer
Van Idsinga schreef spreker, dat hij
alleen niet met dit denkbeeld mee kon
gaan, indien hem een dergelijke bepa
ling uit de wet werd voorgelegd, a.1
zou schrijver dan nog meen en, dat
deze bepaling ongrondwettig was.
Spreker heeft zich gewend tot alle
professoren in het Staatsrecht. Nu
bleek hem, dat .aüe hoogleer aren liet
met prof. Oppenheim eens zijn. Zoo
b.v. die heeren De Hartog en De Lou
ter. Professor Krabbé ging zelfs nog
verder en meende, dat het geheels
strafstelsel door den Raad behoort
vastgesteld te worden.
Spreker concludeert dus dat dêïiiee-
ning, dat de Burgemeester wel verant
woordelijk is een communis doctorum
opinio is.
De VOORZITTER wil hier niet na
der ingaan op de motie. Al zou spr.
willen aannemen, dat de meening van
den heer Th iel de publieke opinie is,
toch is spreker het daarmede niet
eons. Een discussie over deze quaestie
zou 'niet vruchtbaar zijn, we zijn hier
gekomen om praktisch werkzaam te
rijn.
Spreker is niet van oordeel, diat hij
van meenimg veranderd is. Spreker
citeert hierover twee der HaanLeünsclie
bladen, waaruit hij concludeert niet
•van meening veranderd te zijn.
Dat de lieer Thiel teleurgesteld was
geen antwoord op zijn vragen gekre
gen te [hebben, oordeelt spreker, dat
bet niet aangaat alle individueele vra
gen te beantwoorden. Nu de vragen
dcor mr. Thiel gestéld zijn, wi'1 spre
ker ze thans wel beantwoorden.
De maximum boete is een belang
rijk bedrag geweest, maar niet zóó
groot, als de straf zou zijn geweest,
die daan-oor in de plaats zou moeten
komen. W-at liet combineeren der
straffen betreft, zegt spreker, dat die
straffen moeten opgelegd worden, die
overeenkomen met den aard dei- mis
drijven.
Op de diende vraag van mr. Thiel,
over den aard der straffen, moet spr.
bet antwoord schuldig blijven.
De heer VAN STYRUM brengt hulde
aan liet geestig betoog des heeren
Thiel. Toch beeft deze redeneering
den, spreker verbaasd. Namelijk de
zinsnede i-n -de memorie van toelich
ting dier laatste motie vlam den heer
Thiel. Hieruit blijkt, dat de Burge
meester in tegenstelling niet de mee
ning van den heer Thiel, de door den
Raad gevraagde inlichtingen heeft
verstrekt-. Spreker sluit zich ten volle
aan hij Mr. Thiel. waar deze liulde
brengt' aam den Burgemeester voor de
gegeven inlichtingen.
De heer THIEL weet nu hoe men
komt aam het praatje, dat spreker al
leen een dorre opsomming van straf
fen heeft gewild. De zinsnede der
laatste motie interpreteerde niet deze,
maar de eerste motie. Spreker meent
dat het niet aangaat om met zulke
-dingen aan ie komen om de zaak te
redden. Wil de Raad zich dankbaar
maar niet voldaan toornen, dat is
spreker goed. Maar iaat men nu toch
niet zeggen, dat mén die inlichtingen
gekregen heeft, dië men in de verga
dering van 18 April verzocht heeft.
Wanneer do heer Van Styrum dat
nu zegt-, toont hij wel een scherpzin
nig jurist, maar geen goed hoorder te
zijn. Het spijt spreker, dat de Burge-
mioester de vragen, door spreker ge
steld, niet op die wij-ze heeft beant
woord, dat spreker zijn- motie zal kun
nen terugnemen, al zal de beslissing
van dien Raad misschien niet zijn,
als spreker zich die heeft voorgesteld.
Spreker handhaaft derhalve zijn mo
tie.
Spreker wil niet verder discussiee
ren, daar hij anders bang is uit den
goeden toon te zullen geraken.
De lieer- VAN STYRUM, antwoor
dend op heit gezegde van mr. Thiel,
omtrent het bewaren van den goeden
toon, roept alle leden tot getuige, dat
hi; niet uit den goeden toon geval
len is.
De heer THIELIk bedoelde mijn
eigen toon! (Gelach).
De heer VAN STYRUM, voortgaan
de, betoogt, diat de geheele toelach
Img, ear niet alleen liet eene zinnetje,
straks d;oor spreker genoemd, er op
vvijsit, dat d!o Raad alle inlichtingen
heeft gekregen, die de Raad wenschte.
De VOORZITTER meent, dat, wan
neer hij niet in staat is geweest, de
gewenschteinlichtiiigem te geven, hij
verder ook niet in staat zal zijn mr.
Thiel licht te verschaffen.
Spreker handhaaft zijn meening,
dal- mr. Thiel een opsomming wilde
der straffen, al ontkent mr. Thiol dit
nu. Wat de nadere vragen van mr.
Thiel aangaat, het noemen van een
maximum geeft geen zekerheid voor
de toekomst- Zeide spreker nu dit is
100 geweest, dan zou de' Raad uitr
a-oepen Wait een Russische straf 1
Maar spreker kan verzekeren, dat
de agent in quaestie gesmeekt heeft
om deze boete te mogen hebben, toen
hem de keuze tusschen ontslag en de
geldboete werd gelaten.
Spreker geeft toe, dat- B. en W.
ver gegaan zijn, toén zij de boeten
va-n de salarissen afhielden. Hoeveel
dat maximum nu is, zooals de heer
Thiel vroeg, hierover kan spreker na
mens B. en W. nog geen inlichtingen
geven. Wat liem persoonlijk aangaat,
zou spieker de inlichtingen wel wil
len geven. Maar het geldt hier een
ontnemen van eeia recht, waarom spr.
de grootste voorzichtigheid zal be-
tr achten.
De heer THIEL zegt, diat, walt de
heer Van Styrum ook uit de woorden
van de toelichting der motie gehaald
heeft, de bedoeling is geweest inlich
tingen te vragen over loet systeem. De
Burgemeester heeft eenigszms sma
lend gesproken over het inhouden van
salarissen. Spreker meent evenwel dat
dit. een hoogst ernstige zaak ia Wan
neer b.v. eens ƒ1000 werd afgehouden
van het salaris van den directeur der
gasfabriek, dan zou geheel Haarlem
op zijn kop staan. Spreker conclu
deert. dat B. en W. gehouden zijn zijn
vraag te beantwoorden, hoeveel het
maximum is van een boete, door B.
en W. van de salarissen der politie
agenten afgehouden. B. en W. zijn
verplicht deze vraag te be-ant-
woorden.
De heer GROOT heeft uit- de stuk
ken gezien, dat bij de politie stelsel
loosheid heers ebt- wat het straffen aan
gaat.
De VOORZITTER zegt, dat de straf
fen met meer ernst worden opgelegd,
dan dé heer Groot dit meende.
De heer VAN DEN BERG antwoord!
den heer Groot, dat rekening moet
worden gehouden m<et de omstan-ddg-
De heer GROOT is van oordeel, dat-
gestraft kan worden ais bij de andere
takken van dienst.
De «lieer VAN DE KAMP heeft een
geval onderzocht, waarbij een boete
werd gesteld van 50. Deze som nu
moet komen uit- de magen van vronw
en kinderen.
Spreker heeft met genoegen ge-zien,
dat d'e Burgemeester in 't algemeen
tegen het boetestelsel is. Maar door
het nu aanhangige voorstel wordt nu
-nog een maximum van ƒ100 toegela
ten. Er zijn wel andere straffen, die
de agenten alleen en niet hun huis
gezin treffen.
Spreker stelt, nu voor het maximum
dor boete te verlagen tot drie gul
den.
De VOORZITTER i-s het niet eens
miet den heer Van de Ivaimp, dat er
andere zware straffen zijn.
De heer VAN DE KAMP Verzwa
ring van dienst
De VOORZITTER zegt, dat de be
palingen uit liet arbeidscontract hem
op heit -denkbeeld van het voorgestelde
maximum gebracht hebben. Spr. ge
looft niet, diat het denkbeeld van dien
heer Van de Ramp goed aal wer
ken.
De heer KLEIJNENBERG noemt
het boetestelsel afschuwelijk. Daar de
Voorzitter in principe is tégen liet
boefestelsel, moet men vertrouwen
hebben in den Burgemeester, dat deze
geen te zware boete zal opleggen.
Worden de boeten beperkt-, als de
heer Van de Kamp wil, zullen de-agen
ten spoediger achteruit ge-zet worden
in rang en dus ook in salaris.
(De heer Raseli komt ter vergade-
ring).
De heer DE BRAAL is het eens met-
den heer Van de Kamp.
De heer THIEL zegt., dat men in t
wilde aan he-t redeneeren gaat, omdat
men de opgelegde straffen niet kent.
Deze discussie is het beste pleidooi
voor het geven van inlichtingen, als
-spreker met zijn motie wil.
De VOORZITTER is juist van tegen
overgestelde meening geworden. De
wel wil deze discussie juist niet.
De heer DE BRAAL zegt, dat in
Rotterdam als maximum 21/2 boete
gegeven worden.
De heer GROOT herhaalt als zijn
meening, dat bij de politie meer re
gelmaat in het straffen kon heer-
sch-eai. Wanneer d'e keuze blijft tus-
.schen een zoo enorme zware boete en
ontslag, is 't beste ontslag te geven.
De moti ©-Thiel werd verworpen.
Voor waren de heeren Kleynen-
berg, v. d. Kamp, Thiel, Rinkema,
Schram, Modoo, Stolp, Groot, Welse
naar, De Braai en Van Rossum.
De heer Rasch bleef buiten stem
ming.
De motie-Van de Kamp werd ver
worpen.
Vóór waren de heerenv. d. Kamp,
Stolp, Thiel, Schram, Groot, Welse
naar, De Braai en Van Rossum.
Het voorstel van B. en W. werd
goedgekeurd.
Togen waren de heeren Kleynen-
berg, v. d. Kamp, Stolp, Modoo,
Groot, Rinkema, Do Braai en We'lse-
naar.
Buiten stemming waren de heeren
Thiel en Schram.
Daarna werd bij eindstemming het
•geheele voorstel met 10 stemmen te
gen aangenomen.
Punt 9.
Bij besluit van 22 April 1903 werden
de crodieten voor -hef Slachthuis ver
hoogd tot een totaal van f 612.750. Dit
is evenwel 81.528.841/2 te laag ge
bleken, zoodat B. en W. nog een toe
staan van dit bedrog vragen.
Aan dit voorstel verbinden B. en
W. evenwel eenige «andere voorstellen
van financieel beheer. Met de finan
cieel© Commissie zijn B. en W. van
oordeel, 'dat het wenschedijk is, dat de
kosten voor den aankoop en van het
ophoogen van het, met het oog op het
oprichten van het Slachthuis, gekoch
te terrein zijnde met de rente res
pectievelijk i 37.212.471/2 en ƒ21.113.64
en te zamen 58.326.111/2 worden
afgevoerd van de aanlegrekening van
het Slachthuis en dat aan het Slacht
huis jaariijks een zekere huur In re
kening wordt gebracht, door B. enW.
voorloopig bepaald op ƒ8000.
Hét tekort van 81,528.841/2 vermin
derd dus met 58.326.111/2, bedraagt
derhalve 3.202.73.
B. en W. vragen dan ook dit bedrag
ter hunner beschikking te stellen, en
de door hen voorgestelde wijzigingen
ia het financieel beheer goed te keu-
De heer STOLP zegt, dat geble
ken is, dat het Slachthuis meer zal
kosten, dan oorspronkelijk was ge
meend. O. a. ƒ3784 meer voor ophoo
ging van grond, 3729 meer voor ge
bouwen 11640 meeU' «voor biologi
sche reiniging 15000 meer voor be
strating en rioleering in verband met
de biologische reiniging; machines
en -inventaris 14000 meer. De Com
missie van Bijstand meent, dat met
deze bedragen de rekening ten einde
zal zijn.
De geschiedenis van het Slachthuis
nagaande zegt spr., dat de Commis
sie hot wenschelijk vindt, dat al
leen de gronden, waarop de gebou
wen staan en niet de bijliggende
gronden, die met voor het Slachthuis
gebruikt behoeven te worden, ten las
te komen van de rekening van het
Slachthuis. Daardoor kan deze reke
ning met 58.000 worden verlaagd.
De heer VAN ROSSUM heeft niet
begrepen, waarom het Slachthuis in
't vervolg ƒ3000 huur zal te betalen
hebben voor den qjrond, die nu aan
de Gemeente behoort^ doch afgeschei
den van het Slachthuis is.
De heer H. D. KRUSEMAN zegt,
dat de heer Van Rossum de zaak
niet juist heeft opgevat.
Het- voorstel van B. en W. wordt
aangenomen.
Punt 10.
B. en W. stéllen voor aan de Maat
schappij tot Verbetering der huisves
ting van onvermogenden te Haarlem
door de Regeering ingevolge de
Woningwet erkend -als eene vereeni-
ging, welke uitsluitend werkzaam
in het belang van de verbetering der
volkshuisvesting krachtens artikel
30 der Woningwet een voorschot uit
de gemeentekas te geven van 50.000.
Door B. e<n W. zijn-, behalve de wet
telijk geregelde bepalingen, de volgen
de voorwaarden gesteld
dat elk jaar 1000 wordt afgelost
dat, indien in eenig jaar het aan dé
aandeelhouders uit te koeren dividend
méér dan 2 pCt. bedraagt, ook
de gemeente die meerdere interest
worde uitgekeerd
dat de gemeente steeds een jaar
verslag ontvangt meer in het bijzon
der voor zoover betreft de aanwen
ding van bovenbedoeld voorschot:
dat B. en W. voor elke bestuurs- of
gemeene vergadering schriftelijk
worde uitgenoodigd om zich bij wijze
van advi-seerend lid te doen vertegen
woordigen.
Voorts -is de som, waarvoor elk der
leden aansprakelijk is (artikel 15 van
het Koninklijk besluit van 28 Juli
"""OS) door B. en W. gesteld op ƒ100.
De heer RINKEMA is van oordeel,
dat het contract zoo zou moeten lui
den, «dat het voorschot terstond te
gen ontvangstbewijs zou moeten te
ruggestort worden in de Gemeente
kas, daar -anders de vereeniging de
som niet zou behoeven terug te ge
en.
De heel- H. D. KRUSEMAN is het
met den voorgaanden spreker eens.
Het voorstel wordt nu gewijzigd
zooals de heer Rinkema wilde.
De 'heer Van STYRUM vindt het
wat komisch, dat het geld weer dade
lijk teruggestort moet worden. Deze
komedie had vermeden kunnen wor
den.
Het voorstel van B. en XV. wordt nu
aangenomen. De heeren Van Styrum
en Dr. H. D. Kruseman blijven bui
ten stemming.
Punt 11,
B. en W. stellen voor, in het
Raadsbesluit van 29 Aug. 1906 No. 14
te lezen Sectie A no. 1929 in plaats
van Sectie D no. 37.
Wordt goedgekeurd.
Punt 12.
B. en W. stellen voor, aan de Afd.
Haarlem der Nederl. Weerbaarheids-
ve-reeniging des Woensdags- en Za
terdagsmiddags van 1 tot 4 uur tegen
eene vergoeding van 0.50 per mid
dag aan den'bewaarder ten gebruik©
af te staan de groote zaal in den Doe
len voor een d-oor de afdeeling te
houden cursus ter opleiding voor het-
examen tot verkorten dienstplicht.
Wordt goedgekeurd.
•Punt 13.
Bij Raadsbesluit van 8 Augustus
werd bepaald, dat het aantal der
Burgerscholen op 3 zou worden ge
bracht, met opdracht aan B. en W.
om voorstellen te doen, die tot de
spoedigst mogelijke opening eenar
derde Burgerschool zouden kunnen
leiden.
Dit kan volgens B. en W. niet eer
der dan dat de Verordening op de
Burgerscholen 1s gewijzigd, waarom
zij dan ook een gewijzigde verorde
ning ingediend hebben. Volgene deze
zal de derde school zoowel voor jon
gens als meisjes toegankelijk rijn,
er wijl er hetzelfde onderwijs gege-
'Ven zal worden als op de twee be
staande scholen. Zij zal onderge
bracht worden in een nieuw te stich
ten gebouw aan de Botermarkt, welk
terrem daarvoor q^eeds bij besluit
van 27 Aug. 1902 was aangewezen.
Door ontlasting van enkele klassen
der Tweede Burgerschool zal, totdat
het gebouw gereed is, deze Derde
Burgerschool tijdelijk gehouden wor
den in enkele lokalen van Weten en
Werken.
Het schoolgeld der 1ste Burger
school zal bedragen voor 1 leerling
26, voor 2 leerlingen uit één gezin
23 per leerling en voor 3 leerlingen
of meer 20 per leerbng. Het school
geld der Tweede en Derde Burger
school is gelijk n.l. voor 1 leerling
15, voor 2 leerlingen uit éen gezin
12.50 per leerling en voor 3 of meer
leerlingen ƒ10 per leerling.
De leerlingen uit éen gezin behoe
ven niet éénzelfde Burgerschool te
De heer KLEIJNBN-BERG deelt me
de, dat in .de Comm.. van L. O. her-
haakMijk is gewezen op 'het eigen
aardige feit, diat op d'e scholen, waar
hetzelfde onderwijs wordt gegeven,
verschillend; schoo-lgeld geheven
wordt. Dit is 'alleen om een klein
standverschil te behouden. Het gaat
niet aan om ditzelfde nu ook weer op
«deze burgerscholen te gaan doen.
Spreker stelt een wijziging van het
voorstal van B. en W. voor in den
geest 'dis hij heeft uiteengezet.
De heer MODOO is het met den heer
Kleynenberg eens. Spreker begrijpt
niet, waarom iB. en W. nu weer terug
zijn gekeerd! van de -mieen-ing in Janu
ari door heit «college gedeeld-, om e«en
uniform «schoolgeld te heffen.
De heer VAN DE KAMP vraagt hoe
veel het voorstel—Kleynenberg de ge
meentekas zal kosten.
De heer DE HAAN HUGENHOLTZ
zegt, 'dat «de schade 3000 per jaar
«zal zijn. Overigens is spr. van mee
ning, -dat de nu voorgestelde -regeling
eenigszins progressief is.
De Sieer KLEIJNENBERG is het met
deze laatste bewering in 't geheel
niet eens. Progressief schoolgeld ver
schilt naai' de draagkracht bij de
leerlingen van dezelfde school, maar
op de verschillende scholen waar het
zelfde onderwijs wordt gegeven, moet
hetzelfde isohoolgedd geheven worden.
Een som van 15 per «kind «en «per jiaar
vindt spr. niet overdreven.
De heer SCHRAM gaat de geschie-
mis aan hei heffen der schoolgel
den na en komt tot de conclusie, dat
die gemeente moet verdeeld worden in
wijken en diat er geen standsverschil
dient geschapen te wordien. Spreker
verklaart, dat hij dl© aanneming van
het voorstelKleynenberg gaarne zal
zien.
De heer DE HAAN HUGENHOLTZ
zegt, dat er altijd menschen zijn. die
door grootere inkomens zich eenigs
zins verheven gevoelen' boven hun
medemienschen en daarom, gaarne
een grooter schoolgeld willen betalen.
Den heer Schram beantwoordende,
zegt spr., dat lioi misschien eens in de
25 jaren is voorgekomen, dat een ad-
spirant-leerling, van de 2de Burger
school naar d© 1ste Burgerschool is
verwezen.
Die heer -SCHRAM protesteert, dat
Men1 als een uitzo'n'dering wordt ge
steld, wat herhaaldelijk in «da laai Mb
jaren is voorgekomen. Voorts meent
spr. diat het niet -aangaat hét stands
verschil in de hand te werken. Hoe de
wetlhoudier van onderwijs zoo ineens
kwam aan een vermindering van
3000 in ontvangst der schoolgelden?
(Gelach).
De heer KLEYNENBERG zegt, dat
dit nogal eenvoudig is. Er zijn 300 kin
dleren; het schoolgeld wordt met 10
Pr kind verminderd en 300 -maal 10
is 3000. '(Gelach).
De lieer GROOT protesteert even
eens tegen het voorgesteld,© -omtrent
het sahoolgeld'verschiil.
Het amendfeanen-t—Kleynenfljei'g (ƒ15
schoolgeld per 'leerling) wordt nu ver
worpen. Vóór waren de heeren Rleij-
nenberg, van de Kamp, Thiel, Rinke
ma, Schram, Modoo, Groot en de
Braai.
Ingediend is een amendement
Groot om het schoolgeld 'te bereke
nen per week lom te voorkomen, dat
tosscWen-tij'dis uit die Gemeente ver
trekkende ambtenaren dubbel moeten
betalen.
De beer DE HAAN HUGENHOLTZ
vindt «dit denkbeeld wat kruimelig.
Nergens anders wordt een dergelijk
systeem gevolgd.
De heer GROOT zegt, «dat hij -het
een «ongelukkige politiek vindt om te
gaan zeggen: „Dit gebeurt ergens an
ders -ook niet". «Het is niet zoo krui
melig als de wethouder «denkt, dat
■spr. -dit beier weetNkomt misschien,
omdat spr. komt uit een kring waar
die kruimpjes meer gevoeld worden.
De heer «MODOO meent, dat de amb
tenaren, die verhuizen willen «de kin
deren den laatsten tij«d thuis houden,
als «zij ,het gehe'ele kwartaal moeten
«betalen, ondanks den leerplicht.
Het betoog ,,'t Gefoeuri nergens!",
gaat niet op. 't Goede of 't kwade
moet eens voor 't eerst komen.
De heer H. D. KRUSEMAN zegt,
dat het -amendement-G ro ot onbillijk
zal werken tegenover kinderen, die
door «ziekte da school niet kunnen be
zoeken,
De Iheer GROOT ontkent dit, doch
bereid zijn amendement eenigs
zins te wijzigen.
Het anten-itena entGroot om liet
schoolgeld per week te berekenen,
wordt verworpen. Voo.r «de heeren
Loo-me-ijer, Kleynenberg, v. dl Kamp,
Thiel, Rinkema, Schram, Modoo,
Groot, Welsenaar, de Braai. v. d.
Berg en v. Rossuun.
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen.
Punt 14.
B. en W. stellen voor, af te wijzen
het verzoek van P. en D. van Gel
der, om vergunning tot het maken
van een tijdelijk lichtraam in den
Noordelijken zijgevel van hun werk
plaats in de Van Zompelstraat 3. B.
en W. gronden hun bezwaar op bet
feit, dat dit raam lager is ontwor
pen dan art. 694 van het Bairgerlijk
Wetboek toestaat
De Queer 'MODOO is «er voer, -om d«e
gevraagde vergunning te verieenen
tot wederopz-eggens toe, B. en W.
houden «dan altijd nog het heft in
handen, daar heit raam er maar tijde
lijk is.
De heer DE BREUK zegt, dat
adressanten nu reed's op de derde
manier een 'diergelijk verzoek hebben
ingediend. Tiet zou een «ongewiens-cht
antecedent zijn. Bovendien zou een
adsplrant-koopécr van Se omliggend
terreinen afgeschrikt kunnen worden
door de aanwezigheid van een raam.
Ten slotte meent spr., diat wanneer
op 24- M. ud't den grond een raam ge
maakt wordt, rij dit doien kunnen.
Het toestaan «der vergunning zou
den adressanten alleen last «bezorgen.
De heer MODOO iheeft gdhoord, dat
de heer De Breuk uit louter welwil
lendheid tegen de adressanten de
vergunning wil weigeren. Is men
bang eventueel© koopers van de om
liggende gronden af te schrikken,
dan moet men er io«en bord bij zetten
met het opschrift: „Dit raam is hier
tot wedenopzeggens toe".
De heer VAN STYRUM meent, dat
de gemeente «dit nadeel zou kunnen
ondieivindiem, idiat bij opzegging der
vergunning (misschien het Gerecht in
den arm genomen moest wonden.
Het voorstel van B. en XV. wordt
aangenomen. Tegen wairen de heeren
Thijsseci, Van de Kamp, Thiel, Rin
kema, Modoo, Groot, Welsenaar, De
Braai, Van Rossum en Leupen.
Hieaanede ver-valt het amend,ement-
Modoo.
Punt 15.
B. en W. stellen voor, het onlangs
aangekochte perceel Spaairniwouder-
straat 152, ter bevordering van den
algemeenen welstand, te eloopen, en
bet vrijkomende terrein met een !iou-
ten hek af te schei dien van dien open-
banen weg.
Wiordt goedgekeurd.
Punt 16.
B. en W. stellen voor, toe te staan,
dat T. Hoenderdos bij den bouw van
een woonhuis aan de noordfeijde der
Zomervaart afwijkt van artikel 7 der
Bouwverordening, zoodat hem ver
gunning wordt verleend tot dezen
bouw op zoodanige ,wijze, dat tus-
schen liet huis en den openbaren weg
een ruimte vian meer dan 10 M. (n.l.
22 M.) overblijft.
Aldus wordt besloten.
Punt 17.
B. en W. stellen voor, op den
staat, bedoeld bij artikel 1 van het
Werkliedenreglement te plaatsen het
personeel-van «het Openbaar Slacht
huis. Voorts om den term machine
drijvers bij de Lichtfabrieken te ver
vangen door machiniste^ waardoor
voor het -machin©personeel overeen
stemming? in benaming en positie
wordt verkregen met andere takken
van dienst.
Van de werklieden aan het Slacht
huis zijn de volgende op den staat
gebrachtmachinisten, stokers en
personeel belast met hal-, Stal- en
terreindienst.
Wordt goedgekeurd.
Punt 18.
Door dien heer W. Stolp is thans het
volgende voorstel ingediend:
De Raad enz.
van oordeel het aan de Zuidzijde
dér Tömpelierstfraat gemaakte trottoir
van tijd «tof tijld een belemmering is
voor het gebruik van wagens en rij
tuigen in die straat, spreekt als zijn
meening uit, dat döt trottoir weder
moet worden venwijiderd.
Van een 15tal bewoners dier straat
is een adres -ingekomen, verzoekende
het -trottoir te mogen heQiouden.
De hr. 'STOLP heeft nog vaak de toe
stand van de straat in oogenschouw
genomen. Daaruit is hem gebleken,
dat de toestand' niet in overeenstem
ming is met het algemeen belang.
Wanneer B. en W. de zaak nog eens
onder ihet oog wilden zien, wanneer
sprekers motie verworpen wordt,
hetgeen «spr. wel gelooft kan hij
zich tevreden gevoelen over -den -uit
slag zijner pogingen.
•De heer THIEL heeft 't trottoir ge
zien en vindt het er goed liggen. Het
heeft spreker echter getroffen, dat
de Tempelierstraat één rangeerter
rein is geworden. Aan deze quaestie
wil «spr. een opmerking- verbinden.
Hij zoiu n-'l. B. en W. willen verzoe
ken om zooveel mogelijk de commis
sie van Bij-stand te raadplegen, wan
neer een straat of plein gehieel anders
wordt gemaakt.
Was aan de Commissie hekend ge
weest, «diat in de Tempelier straat ©en
trottoir gemaakt zou worden, «dan
hiaddien fce misschien «anders geoor
deeld over het leggen «der vier stel
rails.
Ook heeft spreker vernomen, dat cle
C.< mmissie niet gekend is in de veran
dering van de Groote Markt.
De lieer DE BREUK erkent, dat de
Tempelier straat een groot rangeerter
rein a«s geworden, miaar hij vestigt er
de aandacht op, dat de tram daar de
gehieiede zaak heeft aangelegd1 als ran
geerterrein. De woningen zijn later
gekomen. Juist door de tram zijn de
gronden in waarde gestegen. Reden
tot Magen bestaat dus niet. Overigens
acht spreker het trottoir in het belang
van de aanwonenden en van het pu
bliek.
Spreken' ontkent, dat het aan het
college van B. en W. aan'den noodi-
gen eerbied' ontbreekt voor de Com
missie van bijstand.
Het voorstel-Stolp wordt verworpen.
Vóór de heeren Kleijnenberg, Van
Lynden, Stolp en Rinkema.
Punt 19.
Benoeming vaste commissiën.
De Commissies worden samenge
steld als volgt:
Commissie van- voorbereiding v-óor
de oprichting van een openbaar
slachthuis
de heeren W. Stolp, voorzitter, Dr.
H. D. Kruseman, H. van den Berg,
J H. Welsenaar cn J. Leupen.
Commissie tot het herzien en ont
werpen van verordeningen, tegen
wier overtreding straf is bedreigd
(art. 166 Gemeentewet)
de heeren Jhr. Mr. F. W. van Sty
rum, Mr. F. A. Bijvoet, M-r. J. Spoor
en Mr. C. M. Rasch.
Commissie van bijstand in het be
heer der gemeente-financiën
de heeren G. L. van Lennep, Mr. J.
N. J. E. Thïjssen, J. Sabelis en F. M.
Baron Van Lynden.
Commissie van bijstand in het be
heer der openbare werken
de heeren W. Stolp, J. H. Welse
naar, L. Modoo en A. Rinkema.
Commissie van bijstand in het be
heer der gemeente-bedrijven
de heeren J. Sabelis, G. L. van
Lennep. A. Rinkema. J. J. Sneltjes,
XV. Stolp, XV. A. J. van de Kamp, C.
6. Loomeijer Jr. en J. L. E. I. Breda
Kleynenberg.
Commissie van' bij,standi in het be
heer en het onderhoud; van den Hout
en de plantsoenen
de heeren J. WinMer «en G. L. «van
Lennep.
Commissie van bijstand in zake het
verte enen van pensioen en onder
stand
de heeren J. Sabelis en Modoo.
Benoeming Comissarissen Stads-
Apotheek
de Heeren C. G. Loomeijer Jr. en
J. "WinMer.
Punt 20.
'Benoeming «van een commissaris j
der iBank van Leeaiing, in «de vacature
van «den heer oir. C. M. Rasdh.
Benoemd wordt mar. Spoor.
Punt 21.
Benoeming van twee commlsaris-
sen «der Stads-Apotheek, in de vaca
tures van id© hoenetn J. Winkler en C.
G. Loomeyar J«r.
De aftredenden worden herbenoemd,-
Punt 22.
Wegens splitsing der 2e klasse der,
H. B. S. met 5-jarigen cursus in vijf
afdeel-ingeu, door uitbreldiing van hét
aantal leerlingen, is tijdelijke aan
stelling van een leeraar of 1 eerar.es
in de Enge-lsche taal noodig.
B. en W. dragen vöor
le. de heer P. M. de Raadt te
Gouda
2e. mej. A. N. H. W. van der Lin
den te Haarlem.
De belooning, voor 8 lesuren per
week, bedraagt ƒ800 per jaar.
Benoemd- wordt miej. Van der
Linden niet 24 st. D«e heer De Raadt
kreeg 2 .st.
«Punt 23.
De volgende voordracht is opge
maakt ter voorziening in de vacature
van den beer J. Zijlstra., vroeger on
derwijzer aan de Derde Tusschen-
school
1. G. C. A. de Braai, te Zandvoort,
ƒ700
2. XV. P. van Munster, te Heemste
de. ƒ800;
3. D. van Geijn, te Hoorn, 750.
Benoemd wordt de heer De Braai.
Punt 24.
Voordracht voor de benoeming van
een onderwijzeraan- die Opleidings
school voor jongens (vacature J. T.
Hillenius)
1. J. Smits, te Scheveningen, ƒ700.
2. W. G. G. P. Lubbers, te Haarlem,
600;
3. A. Pot, te Zutphen, ƒ725.
Benoemd wordt de heer Smits.
Punt 25.
B. en W. stellen voor, den heer J.
Jansen te benoemen tot makelaar in
assurantiën en hypotheken in deze
gemeente.
Aldus wordt besloten.
Punt 26.
Trekking der afdeeliugen van den
Raad.
De afdeeliugen werden samenge
steld als volgt
In d'e Eerste Afdeeling de heeren
Loomeyer, Kleynenberg, Loosjes, Van
Lynden, Bijvoet. Hugenholtz, Wink
ler. Rinkema, Spoor en het I'd,
dat in de vacature-Pahud de Mortan-
ges zal worden gekozen.
Tweede Afdeeling, de heeren
Thyssen, Van Styrum, Van de Kamp,
Thiol, Modoo, D-'e Braai, Sneltjes, Van
Linden Toll, Kruseman en Leupen.
Derde Afdeeling, de heeren Sabe
lis, Rasch, Van Lennep, Seignette,
Stolp, Schram, Groot, Welsenaar,
Van Rossum, en De Breuk.
De Burgemeester is voorzitter van
de eerste, de heer De Haan Hugen
holtz van de tweede, de heer H. D.
Kruseman van de derde Afdeeling.
RONDVRAAG.
De heer RINKEMA, sprekende over
de m'euwe bestrating van de Groot©
Markt, klaagt over de passage bij de
Vleeschhal, die te nauw is voor het
groote verkeer daar. Spr. wil e©n
ronding van 5 M. van bet trottoir af
nemen. Overigens meent spr., dat de
straten op de Markt niet breed ge
noeg zijn.
De heer GROOT brengt in bespre
king. dat de inspecteur Van der
Laan bij bet informeeren naar een
werkman den patroon beeft gezegd,
dat hij niet begrijpen kon, dat deze
zulk een man nog in zijn dienst wil
de hebben. Dit was, omdat de man
anarchist was.
Dit mag volgens spr. n-tet voorko
men.
De heer VAN DE KAMP vraagt
om «d«e politie nauwlettend toe te
willen laten zien op de snelheid van
auto's. Wanneer spr. verleden week
niet vlug geweest was, zou hij ver
pletterd geworden zijn.
Misschien kunnen als in Utrecht
waarschuwingsborden worden ge
plaatst.
Hierop wordt de vergadering om
half zes gesloten.
Het stoomlschip Nieuw Amsterdam
vertrok 19 September van Ne-w-Vorb
naar Rottendam.
Het stoomschip Sihdoro, van Java
naar Rotterdam, passeerde 18 Sept.
Sagres.
Het stoomschip Wilis, van Java
naar Rotterdam, vertrok 19 Sept. van
Batavia.
Het stoomschip Ophir, van Rotter
dam naar Java, vertrok 19 Sept. van
Soiutihiaimpton.
Heit stoomschip Bogor arriveerde 19
S©ptearihe«r van Batavia te Rotter
dam.
Het stoomschip Koning Willem I,
van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 17 Sept. van Sabang.
Het stoomschip Koningin Regentes,
van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 18 Sept. te Genua.
Het stoomschip Oranje, van- Batavia
naar Amsterdam, vertrok 19 Sept. van.
Po«r-t Said.
Het stoomschip Malang, van Rotter
dam na-ar Java, passeerde 16 Sept.
Malta.
Veemarkt.
Koeien: aangevoerd ©n verkocht 9
stuks, 230—210 per stuk. Vaarsen:
1 stuk.
Nuchter© kalveren: Aangevoerd en
verkocht 15 stuks, f 18f 16.
Schapen: -aangevoerd 21 stuks en
verkocht 6 stuks, 23—19.
•P-aarden: 1 stuks.