UaMftni noch in z'n dingen uit de verf schilderen ,maar alleen Qiiefrin waèr, dat hij' niet onwaar wil zijn, bewust is. Ik geloof in dit werk te zien een eerlijke ooging om te schildieren, maar meer er in zien kan ik niet. Bewijzen 3. Laat in 't najaarDe teekening der struiken 4 Pink te IJmuiden compositie? 8 Een buurtje te Velsen karakter- looze manier van boomteekenen. 9 idem. 10 Botters op zee Wat een vies groentjeIn 't licht zit geen zon. 11 Bij Dordrecht -. Och Jaap Malris 17 Stoombooten en stoomHet- is niets dan stoom.... zoo vast. De heer C. Breitenstein 'heeft nog .een groote verdienste, h'T doet Fran se hie modernen, bijv. Claude Monet na (zeer sterk in z'n manier van een strruik te teekenen). De verdienste zift. h'm niet in 't na doen. maar'in 't on- conventioneele. 't goddank eens wat anders e-even dan Hollandsche bin nenhuizen etc.. dus in 't niet nadoen van ie nauwste omgeving, maar in 't ruimer kijken. De heer C. Breitenstein zou een goed figuur maken op de Parüsdhe Salon des Indénendants hier in Holland moest ie liever stilleven siudeeren vóór te exposeeren... als, och hemel, zoo honderden anderen. CONRAD KIKKERT. Koloniën UIT MADOERA. Omtrent die eenige dagen geleden op den regent van Soemenép gepleegdien moordaanslag schrijft men het vol gende aan de „Java-Bode" Iel dien namiddag van Vrijdag, den 12den dezer, werd aan den hoofdin gang van den keboepaton te Soemenep een door hooge muren omsloten ruimte door eenige voorbijgaande beambten van den regent, een jonge, goed gekleede inlander waargenomen die, vrij achteloos op den grond ge zeten, een kris en piek bij zich droeg. Aangezien men meende te maken te hebben met een dessa-politiebeaanbte, die stukken van overtuiging kwam overbrengen, werd op hem weinig acht geslagen en bepaalde men zich er toe hem er opmerkzaam op te maken, dat de regentsschrijver redds huiswaarts was gekeerd en hij die overtuigingsstukken haar diens wo ning had te brengen'. Korten tijd later het voorplein der regentgwoniing was geheel ont volkt begaf genoemde inlander, nog steeds met kris en piek gewapend, 2ich naar de groote, open pendopo der kaboepaten, doorschreed deze, liep de gang over, die de pendopo met het bewoonde gedeelte der re gentswoning verbindt en plaatste zich, een strootje rookende, op een stoel, die zich ter zijde bij eén groot schut sel bevond, de piek naast zich tegen den muur plaatsende. Daar werd hij toevallig opgemerkt dcor een der familieleden van den regent, die mét anderen achter een hooge glazen deur bezig was, eenige kamers in te richten voor de ont vangst van gasten, die verwacht wer- 'den voor het feest, dat-, gelijk bepaald, den volgenden dag, ter gelegenheid van 's regents verheffing tot adipatr', 'gegeven zou worden. Opstaande en door eiew der ruiten maar buiten ziendel, werd die regent den indringer gewaar, die snel was opgestaan en, 'den regent bemerken de, kalm zijn kris trok en dezen voor zijn mond, met de punt in de richting van den régent, plaatste. Deze, on aangenaam aangedaan door zooveel brutaliteit, wilde daarop aanstonds de deur openen, om den indringer tege moet te gaan, in de uitvoering waar van hij echter door de vrouwelijke leden van zijn gezin, die een ongeluk voorzagen, verhinderd werd. Daarop begaf de regent zich, gewa pend met een politiestok een z.g. „Lebensretter" door een zijuitgang naar voren, den indringer te gemoet. Tusschentij'ds waren echter een twee- lal zonen vnn den regent op den in- cidnger toegeloopen, hem vragende wie en wat hij was, op welke vragen hij echter een ontwijkend antwoord gaf, waarna hem gelast werd onmid dellijk de kaboepoeten te verlaten. Men meende met een ongevaarlijken ontoerekenbare te maken te hebben. Aan dien last weigerde de man' per tinent te voldoen, om, toen de regent ten tooneele verscheen, onmiddellijk z'n kris te trekken, klaarblijkelijk met de bedoeling dezen te lijf te gaan. Een slag van den regent met den Van de Leestafel Wereldblik", door W. Böl- sche. Uitg. W. J. Thieme en Co., Zutfen. Wilhelm Bölsche is de dichterlijke wijsgeer, wiens werken op natuur historisch gebied niet alleen m Duitschland, maar ook daar buiten, ook in ons land, door de vertalingen van de heeren drs. Snijders en Goud- smi>t groote populariteit hebben ver worven. Wat Flammarion voor de sterre- kunde deed, verrichtte Bölsche voor de natuurwetenschap in 't algemeen, en ook in dit opzicht kwamen overeen, dat beiden vaak voor on- omstootelijke waarheden aannemen, wat slechts hvnothese der weten schap is. En met allen eerbied voor deze wetenschappelijke onderstellin gen, komt men dan toch, nu en dan, bij op die onderstellingen gebouwde, buitengewoon stoute beweringen tot een twijfeLend hoofdschudden, een vragen Is dat nu wel waar Eni hoe wéét de schrijver dat? Darwin en Haeckel zijn de gelee: schrijvers, op wier theorieën Bölsche zijn poëtisch geschreven beschouwin gen grondt, aan het „datt" in de theo rie van Darwin bestaat voor hem niet den minsten twijfel (Zie pag. 1°5). Hier blijkt ook, dat Bölsche met zijn tijd meèeaat. in dit verband noemt hij ook „dé subtiele nieuwere defeni- 4ies van het begrip variëteit, door (Prof. dr. Hugo) de Vries". Wie echter meen en mocht, dat „We reldblik" enkel voor den natuurvor- echer een belangwekkend boek is, vergist zich zeer. De schrijver toch behandelt in dit werk ook onderwer pen als de vraag ,,of natuuronder zoek en dichtkunst elkaar benadee- Lebensretter'' miste zijn doel, waar na eenige toegeschoten oppassers en 's regents zonen door wel toegebrach te stokslagen op het hoofd en de men van den indringer dezen weer loos maakten. Dat 'de slagen goed waren aangekomen', bleek daaruit, dat de man na die worsteling tijde lijk naar 't ziekengesticlit moest wor den overgebracht. Bij het onmiddel lijk daarop ingestelde onderzoek kon slechts worden uitgemaakt, dat indringer een inwoner was van i der noordwestelijk gelegen dessa's van het aan Pamekasan grenzex district Baratdaja, dat hij in het bezit was van ruöni f 10 aan zilver, ter wijl hij, volgens sommigen, zich uit gelaten zou hebben, dat hij op last van anderen gehandeld had. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. 4 30 Gent per Regeü. Eerste lederlendsciii Fabriik m Kunstbliemsn, P. L. ENGELENBERG Barteljsrisstraat 23. Groote keuze fraais Gelll. Prijscouranten gratis verkrijgbaar. Kerk en School ACADEMISCHE EXAMENS. Utrecht. Cand. Rechten.H. Kolk man en W. A. P. Smit. Gand. Nederlandse lie Letterén G. A. Brands. Groningen. Doctoraal examen 2de ïdeelte in de rechtswetenschap de ïeer H. Frima. Arts-examen 2e ge deelte de heer J. H. Haverwate. TROUWEN GEEN ONTSLAG AANVRAAG. De„St-Ct." bevat een Koninklijk be sluit van dén 9den Nov. (Staatsblad 280) tot vernietiging van het be sluit vain dén Raad der gem et Rlbeden, d.d. 9 Februaii 1906, voor zoover daaTbij is bepaald, dat eetn eventueel door mej. A. Landweer aan te gaan huwelijk zal wordén be schouwd als eene aanvrage om ont slag uit liare betrekking van onder wijzeres aan die openbare lagere school no. 2 te Velp. Het Koninklijk beslm't is gegrond op de volgende overwegingen dat volgens artikel 30 in verband met artikel 13 der wet tot regeling van het lager onderwijs aan onder den", bij welke vraag hij tot de conclusie komt, dat de kunstbeel den op de lijn van den natuuronder zoeker toekomstbeelden zijn, voorts: het vers in het dra in a, waarbij hij den draak Steekt met de theorie, dat in hét drama dé versvorm zou hebben afgedaan, en in zijn laatste hoofdstuk geeft hij een serie „Gedachten over de School". Mag men 't in veel met Bölsche niet eens zijn, men leest hem graag, omdat zijn werk tot flanken opwekt. Het hoek is keurig uitgegeven. „Kleine Trott", door André Lichtenberger. Uitg. Maas en Van Suchtelen, Am sterdam. „Kleine Trott" is, enkele onwaar- schijnlijkheidj.es uitgezonderd, een zeldzaam fijn boekje, waann de schrijver de gedachten en gevoelens van een kleinen jongen naspeurt ont leedt, -en. ze voor den lezer blootlegt, niet 'in een afgetrokken, wel belang rijke maar droge beschouwing, doen in een levendig boekje, waarin we den „Kleinen Trott vol gen van stap tot stap en zijn daden zien groeien uit zijn kinderlijke^ over wegingen. Tegelijkertijd treft de schrijver ons door de tegenstelling tusschen die eenvoudig-reine kinder- gedachten, zonder bijbedoelingen, en het weloverwogen onwezenliike in t g ro ote-menschen-hedrij fAl zijn er ook niet weinige onwaarschijnlijkhe den in, het is toch alleen paedado- eisch, niet alleen aestheüsch, maar ook ethisch een mooi boekje, dat te recht verdiende door de Académie Frangaise te worden bekroond. Van de Fransche éditie werden in korten tijd 20,000 exemplaren verkocht. De Köpenicker in Amster- dam". Uitg. Schwartz en Co., Amsterdam. Het gesol met het Köpenïcker-geval wijzeréssen, aan lagere gemeente scholen verbonden, die niet aan het hoofd eoner school' zijn geplaatst, ont slag wordt verleend, hetzij recht streeks overeenkomstig eigen verzoek, hetzij op voordracht van burgemees ter en wethouders of van den arron- dissementssChool opziener dat het aangaan van een huwelijk niet kan word-en beschouwd als het indienen van een verzoek om ontslag en derhalve bij voormeld Raadsbe sluit een door cue wet niet toegelaten wijze van ontslag, wordt mogelijk maakt; dat immers met die ivoorden „eigen verzoek", in djat -artikel gebezigd, wordt bedoeld eene daad), die niet het gevolg is van de uiït een vooraf ge stelde voorwaardé voortvlo edende ver plichting, noch. kan woTden veronder steld stilzwijgend té hebben plaats gehad diat derhalve voormieMie bepaling is in strijd met artikel 30 der wet tot re geling v.an het lager onderwijs. Voorts bevat de „Staatscourant' een Koninklijk besluit van den 9den November (Staatsblad No. 281), waar bij een dergelijk besluit van 31 Maart 1906, door diezelfde gemeente geno men betreffende mej. F. van Altena, op gelijke gronden vernietigd wordt. Rechtszaken MISHANDELING DEN DOOD TEN GEVOLGE HEBBENDE. Voor de Rechtbank te Rotterdam had zich Donderdagmiddag te verant woorden de houdster van een sigaren- wiinkiel, een v.an dat soort, die in ver hand mat de nieuwe Dramlkwieit in de groote steden' 'als paddestoelen zijn uit den grond verrezen. Aan beklaag de is bij dagvaarding ten laste ge legd), als zoude zij op 20 September 1906 moedwillig en gewelddadig Bas- tiaan Willem Hedndijk met een hard voorwerp tegen het hoofd hebben g< slagen, tengevolge waarvan de man op 21 Sept. is overleden. Béklaagde, door den president on dervraagd, erkent den slag te hebben toegebracht, maar niet zoo als gezegd wordt met een ploerten do odier, maar met een rugleuning van een stoel, en welk stuk zij uit een kast had ge haald, omdat de verslagene bij haar binnen drong en zij bang voor hem was an zaéh wilde verdedigen. Ze weet echter niet waar ze hem geraakt heeft. Vers chili endé getuigen werden gé hoord'. De officier van justitie gaf een uit eenzetting van hetgeen in den winkel van beklaagde is voorgevallen, wat trouwens reiecls uit de betoenténis1 van beklaagde is gebleken. Het feit, zooals het in dé dagvaar ding is omschreven en beklaagcle ten laste gelegd is z. i. wettig en overtui gend bewezen. Hij vraagt veroordeel ling tot een gevangenisstraf van acht maanden. Beklaagde, die in lievig snikken uitbarst, kan op dit requisitoir geen woord uitbrengen. De uitspraak werd bepaald op aanstaanden Donderdag. ■MISHANDELING MET DOODELIJ- KEN AFLOOP. Donderdag, 15 November jl., behan delde de rechtbank te 's-Hertogen- bosch de zaak van het O..M. contra P. W. 'C. Lauor, -Oiiil 09 j0.0,1-, 'orgaldraaior geboren te Anspacli, thans gedetineerd beklaagd van op den lOen Sept. jl. een revolverschot te hebben gelost op H. A. Looijmans, te Best, tengevolge waaraan deze enkele dagen daarna is overleden. T,er terechtzitting bleek, dat hij. na eerst zich te hebben schuilgehouden, zich vrijwillig bij de politie te Maas tricht heeft aangemeld, waarschijnlijk omdat hij als Duitsdh deserteur het eraden zal hebben gevonden niet naar Duitschland uit te wijken, en om andere, ook nog al gewichtige rede nen, eveneens België liever meed. •Het O. M., qualificeerende het 'feit als zware mishandeling, den dood ten gevolge gehad hebbende, eischte een gevangenisstraf van zes jaren. Mr. Holleman, die beklaagde als raadsman ter zij" de stond, het opzet •van zijn cliënt niet bewezen achtende, concludeerde tot diens vrijspraak. De rechtbank, in deze zaak uit spraak doende, veroordeelde Lauer tot zes jaren gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. DOODSCHIETEN VAN EEN HOND. De justitie te Arnhem heeft termen gevonden een strafvervolging in te stellen tegen -dien rijksveldwachter R., te Miilingen, wegens het dood schieten van een hond. R. is tegen 1 December gedagvaard. is mij in hooge mate onsympathiek. Aan de eene zijde vergeet men, dat de dader een in zeker opzicht bekla genswaardig man is. die van de eene naar de andere plaats -verjaagd, tot oneerlijke practijken haastgedwon gen werd, anderzijds, dat hij toch on getwijfeld een" ernstig misdrijf pleeg de. Het geval is dus minder een grap dan een tragedie. Moge men op 't eerste opzicht ook al meer oog hebben voor de komische zijde van die gebeurtenissen, men doet daarna wel, baaT maar te ver geten. Daairom vind ik Köpenicker- bitter en Köpenicker-aschbakjes mal ligheid. Maar nog er^er is het met de Köpenicker geestigheid, die ons in het boekje van de firma Schwartz wordt geboden. Zelfs de wel aardige prentjes van Jan Rinke kunnen de onbeduidendheid van dit prulletje niet verbengen. Winterkoninkj e"door Hen. ri Dekking, schrijver van „Getroffen". Uitg. Vincent Lo osjes, Haarlem. De heer Dekking is een in goeden stijl schrijvend journalist, die in zijn vele schetsen uit zijn 'geboorte- en woonplaats, Rotterdam, getoond heeft humor, smaak en geest te bezitten. In „Getroffenen", zijn vorigen roman, en in dit ziin nieuwe boek ..Winterko ninkje" doet hij zich kennen als psy chologisch romancier van goede kwaliteit. Wil men beginnen vrede te nemen met het feit, dat wij weinig blijde literatuur hebben in de Neder- landsche letterkunde van heden, dat haar onderwerpen over 't gemeen op de dlroeve zijde van het leven gericht zijn, dan moet men erkennen, dat een boek van weemoedige droefheid als dit boek „Winterkoninkje" toch is, een weldadige uitzondering istus- MISHANDELING VAN EEN KIND In de civiele zitting der Rechtbank te Arnhem werden Donderdag plei dooien gevoerd in de zaak van een inwoner van Groesbeek contra de „Gelderlander". Het betrof hier eisch tot schadevergoeding, tegen de „Gelderlander" ingesteld wegens smaadschrift, op grond van het op nemen in Juli 1905 van berichten, waarin melding wérd gemaakt van mishandeling vtan het dochtertje door den eisch er en zijn vrouw. Deze be richten deden destijds de rondie in de geheel e pers. Voor de beleedigde partij trad1 op mr. v. d. Goes uit Nijmegen, die be toogde, dat de inhoud der berichten onjuist was en dat daarin een be paalde persoon was aangevallen. PI. eischte schadevergoeding tot een door de Rechtbank te bepalen bedrag. Mr. J. F. A. M. Wierdels, die voor de „Gelderlander" pleitte, achttg de opzettelijke aanranding van eer en goeden naam niet bewezen. Niet aan getoond is, dat er schade werd gele den. PI. haalde tal van verklaringen aan van oersonen, dié hem me<Ledee- liugen deden omtrent de mishande lingen van het meisje. Het kind leefde geheel geïsoleerd, mocht geen omgang met andere kin deren hebben. In Nijmegen werd zij niet naar school gezonden, maar kreeg één uur per dag 's morgens van 78 uur les van een onderwijzer aan huis. Zij werd opgesloten gehouden op haar kamer, waar een scherm voor het raam was geplaatst om haar het uitzicht te benemen. Tijdens verblijf der familie in een hotel te Kleef is het meisje in een hotelkamer opgesloten gehouden. Toen in 1904 de familie in een pension te De Steeg was. werden het dochtertie alle ge noegens ontzegd. Ook toen kwamen er klachten in over mishandeling. De dienstbode, met wie het meisje in Juli 1905 do won ins- heeft verlaten, deelde pl. mede, line het kind, dat een opgezwollen, bloedende onderlip had. ten gevolge van mishandeling, haar smeekend vroeg, haar weg te brengen naar Arnhem. Het dienstper soneel was het kind zeer genegen. Eens was het brood zoo zout en nat, dat het oneetbaar was. Het perso neel kreeg een bus beschuit, maar. het dochtertje werd gedwongen dat voed sel 'tie gebruiken. Het gevolg was, dat zij onpasselijk werdde dienstbode bracht haar 's avonds in 't geheim een boterham. Eens, toen de familie zou overko men', mocht hét kind buiten wande len, en werd door de ouders vriende lijk toegesproken. Op een dag, dat het bard regende, werden do hónden binnengehaald, maar het kind moest in dlien stortregen blijven staan. In de vijf maanden, dat deze dienstbode hij dé familie was, is het kind niiét van het buitengoed geweest. Een andere dienstbode beeft pleiter medegedeeld', hoe liét kind soms ge slagen is met een hondenzweep, hoe men het 's winters dwong in een kou de karner te zitten. T Do 'eigenares van een hotel te Kleef, waar m 1903 de familie ver toefde, bemerkte de mishandeling van hét kind en heeft dit aan de ouder1 gezegd, die toen zijn vertrokken. Een andere mededeeling werd plei ter gedaan' door een Duitsche vrouw die verklaarde, dot het kind den in druk maakte als werd het mishan deld zij was erg schuw. Het scheen als wilden de ouders het kind lang zaam vergiftigen. Volgens verklaring van het hoofd dier school te Rheden, waar het meis je van 12 April tot 27 Augustus 1904 schoolging, deélden de ouders hean niets dan slechts over haar mede. Daarvan bleek niets waar te zijn, het meisje wias op school gehoorzaam en gewillig. De ouders deden moeite de onderwijzers telgen het kiind in te ne men. Pleiter merkt op, dat het eenige waarmee het meisje kon worden straft was, als ze niet naar school mocht. Eens heeft de vader tegen een onderwijzer gezegdals ze niet goéd wil, moet ge ze met de zweep geven. In 1903, op een snikheeten zomer dag, heeft het kind een geheel-en mid dag moeten pompen, tot er slechts zand meer uit de pomp kwam: daar na begoten de ouders het kind met ijskoud, water. En dit kind was een lief, meegaand kind. Is het instellén van deze actie niet een psychisch- raadsel? vraagt plei ter. Menscken van beschaafden stand ei. levende in wedde en overvloed, be handelen hun kind barder dan een hond. Waren do bij-omstandigheden in het bericht onjuist, de hoofdfeiten zijn waar. Pleiter zou de personen, die hem schriftelijke verklaringen ven, als getuigen wtilLen zien ge hoord. Mr. v. d. Goes noemde' de f ei-ten omtrent de opsluiting genoemd, on wiaar. De moeder heeft den omgang van de dochter met andere kinderen bevorderd. Verder sprak het kind on waarheid. De verklaringen, dloor de dienstbo den afgelegd', acht pleiter gevaarlijk en hij sluii.t zich aan bij liet verzoek, om de genoemde personen a-ls getui gen te hooremmen kan dan tot een ander resultaat komen. Gemengd Nieuws schen veel werk van erof-reëelen, en in den kwaden zin des woords realis- tïschen aard, waarin veel-gezoelite lectuur van het oogenblik schijnt te moeten verloopen. Het ii-s hier weer de oude geschie denis, ieen heel lief meisje, uit een gore omgeving, verlangend naar wat weêr-liefde, naar wat genoegen pleiziér, en dat, och ja, willens wetens, maar biet te weerhouden toch:, te gronde gaait. En naast haar do figuur van den voor schoolmeester studeerenden jongen, met zijn sym pathie, die bijna liefde is, die graag wat anders zou zien in zijn „Winter koninkje" dan het plezier-méisje, dat zijn liefde niet of ternauwernood, op merkt, omdat hij te stil, te veel een blokker, in haar oog eén geleerde is. Deze twee krijgen mekaar niet. Dat je dit 't heele boek door vóórvoelt, geeft het weemoedige aan dezen ro man, die daardoor van eéne zachte innigheid is, alleen verstoord door bladzijden vol banaal gesprek, ruw vloeken, waarvoor geen enkele reden, dan modezucht en eén kwa- lijk-beneden realiteits-stokpaardje, aanwezig is. Er -is bovendien nog wat onwaar schijnlijks in den vorm va-n dezen roman, die h,em m. i. als kunstwerk veroordeelt. De roman is -in den ,,Ik"- vorm geschreven, en de verhaler, dus de schrijver, is, voor den lezer, de jonkman, die voor zijn onderwijzers examen zakt. Toch, desniettegen staande, een literair talent dus? 't Kan, maar de schrijver hééft dat nergens aannemelijk gemaakt. Zoo zijn er nog enkele dingen, van geringer beteekenis. Winterkonink je" noemde Dekking zijn roman, en op zijn titelblad -staat d i t motto van Jac. P. Thysse: „Dit vogeltje is de lust van onze Hollandsche winters. Iedereen verbaast er zich over, dat DE ONTPLOFFING BIJ ANNEN. De eerste belichten over de gewel dige ramp, die Woensdagavond tus schen Witten en Annen, twee fa brieksplaatsen aan de spoorlijn van Dortmund naar Hagen is gebeurd, zijn nog scbaarsch. Zij zijn verzon den in den loop van den nacht toen het nog niet- mogelijk was het too- neel van de verwoesting te overzien. Eerst bij liet aanbreken van den dag- zal men een vollediger overzicht va-n het, gebeurde li ebben gekregen. Heit roburiet is ©en van de o.nbe- trouwbare hedendaagsehe ontplofba re stoffen die door plotselinge zelf ontleding of zelfontbranding op een maal de gevaarlijkste ontploffingen kunnen veroorzaken. Bij de ramp van de Mi'kasa heeft het Japansche ont- iljloïfingsmiddel sjimose (aldus ge noemd naar den Japanschen uitvin der van dien naam) vermoedelijk zulk een noodlottige rol gespeeld. Lyddiet, meliniet en hoe de andere brisante ontplofbare stoffen van den tegenwo0rdii-gen tijd mogen heeten, soliijnen even verraderlijk te zijn. Het blijft intusschen mogelijk dat er een andere oorzaak is geweest voor de ontploffing, die de tusschen Wit ten en Annen alleen staande robu- rietfabriek van den grond wegge vaagd. en het stadje Annen zoo zwaar geteisterd heeft. De brisante 'Ontplofbare stof robu riet die haren naam ontleent aan het Latijiische woord robur, is kracht, bestaat uit 10 dee-len dinitrochloro- 'benzol -e<n 90 deelen salpeterzure am monium. In plaats van benzol kan ook phenol en naphthaline gebruikt worden. Soms voegt men ook zwavel toe, om de ontploffing te vertragen en de ontbranding gemakkelijker te maken. Het roburiet wordt in water dichte patronen toegepastop zichzelf is het tamelijk ongevaarlijk en onge voelig voor een slag of een stoot, en het verbrandt in de open lucht zonder te ontploffen. Het kan zijn. dat de ro- buriétfabriek zich vooral bezighield met heit vervaardigen van roburietpa- tronen, ten gebruik© van de mijnnij- verhedd in den omtrek. Het stadje Annen ligt in den kreits Horde van het Pruisische regeerings- dist-rict Arnsberg aan de rotsachtige helling va.n het A-rdey-gebergte. Hoe- wei net, 111 1900 rtjwdö een kleine 11.000 inwoners telde, is 't op de nieuwste kaarten nog niet te vinden. Het heeft een protestantsöhe en een roomsche kerk, twee stations, vijf scholen, een zieken- en weeshuis en de werkende stand verdient er meest ziin brood in twee steenkolenmijnen, twee glasbla zerijen, een fabriek van vuurvaste waren, een steenbakkerij en verschei dene steengroeven. De Kolnische Ztg. van Donderdag ochtend bevat de volgende berichten over de ontploffing Witten. 28 N-ovembör. De roburiet- fabriek tusschen Annen en Witten is vanavond om 8 uur 20 met een vree- seiijken knal in de lucht gevlogen. De fabriek is van -de oppervlakte ver dwenen. De ontploffingen -houden aan. Naar het heet, zijn véle mem- schen omgekomen. Te Annen .zijn ve le ruiten verbrijzeld en daken wegge slingerd. Men is nog bang voor ern stige onderaardsche ontploffingen. Dortmund, 29 November, 2 uur 's ochtends. Het ongeluk te Annen is ontzettend. Mén kent het aantal doo- dien en -gewonden niethet is voors hands onmogelijk, zich in de nabij heid van de roburietfabriek te wa gen, daar nieuwe ontploffingen op handen zijn. De gebeele bevolking gco'n kledn diter ssoo luid, zoo zuiver ^o-verre namelijk, dat hij blijkbaar en zoo lang kan zingen," Afgezién nu nog van de overweging, dat deze uitspraak niet i-n haar" ge heel past op luet meisje, dat hoofd persoon van 'den roman is, is hét toch in hooge imaté onwaarschijnlijk, dat men hét meisje bij dién naam noe men zal. Misschien in 'n enkel ver trouwelijk oogenbliilk, miaar niet in bijzijn van anderen. Dekking heelt hier te veel aam zijn titel geofferd. „Schetsen van Samuel Falk land" (Herm. Heyermans Jr.) Uitgave H. J. W. Beoht, Amsterdam. De tiende ibuindel van den veel- schrijvenden HeyermansGelukkig behoort Heyermans tot de auteurs, die, niettegenstaande hun veelsoorti- gen en veelvuldigen arbeid, toch frisch kunnen blijven, en geen of weinig, maakwerk leveren. Deze tien de bundel bewijst dat. „De Kroon", door Laureds Bruun. (Uitg. H. J. W. Bocht, Amsterdam). „De Kroon", de romian van eieni ko ning, is een boek van philosofie, en daaro-m geen lectuur voor iedereen. In vorm episch, is de inh-oud de belijdenis van een mensch, die over de bestemming des menschen, over de oorzaken en dé gevolgen zijner da- dén, én over die onvolkomenheid van dogmata en systema heeft nage dacht, en ze wankelend bevonden heeft. Zeker niet zonder vooroordeel hier en daar. Het schij'nt vaak, of Laureds Bruun eens wil afrekenen met het Christendom, of eigenlijk met een soort van Christenen, die onder huichelochtigen schijn slechts onedele strevers zijn, maar daar hij de tegenstelling niet zuiver geeft, „i;;v Klii VK 'vlucht; vele vluchtelingen hebben in. naburige plaatsen een toevlucht ge zocht. Talrijke huizen zijn ingestort, daken weggerukt, schoorsteenen om gevallen. De dag van "vreen zal pas •den geheel en omvang van de ramp aan liet licht brengen." MUITERIJ. Zestig stokers van het pantserschip Louisiana, aan. boord waarvan Roo sevelt de reis naar Panama heeft ge maakt, ziin Maandag aan 't muiten geslagen toen de president door den commandant bevel liet geven gedu rende eenige u-ren de vuren aan te zetten. De muiters zijn in hechtenis genomen. .lie: „DE DOODE ZWIER". De correspondent der „N. R. Ct Antwerpen- schrijft Zóó luidt de zeier-Belga-sche venta ling van h-et overigens raadselachti ge, romantische én veelbelovende oip. schrift „Le tourhillon de la mort", dat, op schel gekleurde, geïllustreer de affiche-s, dezer diagen de menschen op straat alhier staan Meld. Afgebeeld' was daarop een soort circus of schouwburgzaal, volgepropt met toeschouwen-s, die alLetn, blakend van nieuwsgierigheid, zaten te .glarie- oogen naar die halsbrekende vertoo ning, die in dé lucht gegeven werd; Een jonge dame, luisterende naar den welluidend en naam van Gabriel- le de Lissy, en wier gelaatstrekken, als geknipt ter versiering van siga renkistjes, ook allersierlijkst op de affiche geconterfeit stonden, heeft plaats genomen, in -een kleine auto mobiel, die op ©en stéil afdalende, dwars door de zaal hangende rijbaan glijdt. Die zwevende baan wordt be neden, na een schielijke kromming, afgebroken. Do automobiel snort it duizelingwekkende vaart die baan langs, wordlt aan de kromming op waarts gesmetenbeschrijft dan in lucht -een gewéldiiige sailto morïtale, komt, nia den tuiinélaar, eénige r ters verder op een eindje baan recht Natuurlijk zit de dame altijd in automobielbij den luchtsprong der machine vliegt zij medé de ruimte "n, alles 't onderste boven, haar hoott omlaag dus. De groote puzzle is nu of moedige meisje" er het léven inder daad afbrengt? Men vraagt zich af, waarover nne® zich hierbij het meest verbazen moet over de mentaliteit van het ménsehe- lijk wezen, dat voor zulk een waan zinnig doel, zijn leven waagt in era toer, dié oerder eeni zelfmoord mogen hieétemover die van dén pa'éssario, dlite diergelijke stuitende on derneming uitvoertof, ten slotte, over de botheid, die afgestomptheic der zoniuwén van de plebejers, die zich tot hot gaan genieten van zulk eeiw barbaarschhedid genoopt voelen Het beklagenswaardige meisje, zich tot deze idiote en weerzinwékken de sport heeft geleend, moest het dat ook bekoopen. Gabrielle Meitens - zooals baar zeer Antwerpsche wan naam luidt is hij de derde vertoo riing Zaterdag j.l. erg gekwetst ge wordenhaar hoofdi is terechtgeko men op hét stuur van -de machine, met het gevolg dat haar néus werd gebroken en haar voorhoofd -en wans eén 8 c.M. lange wonde opdeden. Een dagblad beschrijft bef toonee als volgt Dé muzikanten, die van liét onge luk niets afwisten, begonnen' de Bra- hangonne af te geven-, en hef publM dat ook geen vermoeden bad van he; gebeurde, juichte op oorverdoovendi wijze dé heldendaad toe. Maar to® dé barnuims rond het wagentje dtron gen, waar het meisje bewusteloos la? begon de menigte ruw fe dringen, 011 ook dat niet te missén. De politir had. het druk om de Rubens-zaal t dc-en ontruimen. Zij slaagde daar al leen in door het licht uit te draaien. Buiten stonden zij in compacte groe pen te redekavelen over dén noodlot tigen afloop. Ondertusschen werd hei meisje door ee-n geneesheer onder zocht de wonden zijn niét doodsgc- vaarlijik, v-erklaarde deze, maar zi zijn diep, en er is alle kans, dat lM aengczte.ht voor altijd, geschonden is. Opmerkelijk is 't, dat reeds bij d« tweede vertooming de „-artiste" hei bewustzijn had verloren. Toch wen de vertooning miei verboden. Mén zegt daifc er géén verordening bestaat waarbij zulke barbaarschheden belet kunnen wordén Wie zou dit geloo ven Men make er dan spoedig een Er zijn er zoovele, die nutteloos zijn Maar dit. zal dan een nuttig regiémeDl geen -ander dan dlit pseudo-Christeiv d-om kent, komt zijn oordeel den op merkzameu lezer soms onbillijk voor Doch later verzoent hij zich mei Brum's teekening, als hij den sterk' sten zijner figuren ziet worden eet arm, zwak menscbenki-nd, ook dooi do kracht van zijn eigen, kradhtif schijnend systeem niét- behoed. Dit a maakt dezen roman' tot een boek, da. aandachtigverdient te worden g zen, waartoe de buitengewoon-mooli teekening van de vorstelijke omgf ving, én de kracht-, waarmee A 9Öhrïjver aantoont, dat ieder indi vidu de gevolgen zijner daden vroo? of laat te dragen heeft, medewerker- Maar éen boek voor iédeaéen. en voor al voor jeugdigen, is „De Kroon' niet. „Wandelen en Waarna men", door E. Heimans. Uitg. Van Holkeana Warendorf Amsterdam. In dit boek zijn eén aantal opstel len van den bekenden natuurvriend E. Heimans verzameld-. Welk ©e zellig verteller is hij, als hij met zoo veel liefde en euthousiosmé over df heerlijkheden -der natuur spreekt! Het boekje ds geïllustreerddé to* keningen zijn eenvoudig maar dui delijk, voor 't afdrukken.' van foto- zinco's is Ihet nogal ruwé papfé1 minder geschikt. Overigens een mooi boekje voO? iongelui, dié van bloemen en diere" xouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 10