UaMftni
noch in z'n dingen uit de verf
schilderen ,maar alleen Qiiefrin waèr,
dat hij' niet onwaar wil zijn, bewust
is. Ik geloof in dit werk te zien een
eerlijke ooging om te schildieren,
maar meer er in zien kan ik niet.
Bewijzen
3. Laat in 't najaarDe teekening
der struiken
4 Pink te IJmuiden compositie?
8 Een buurtje te Velsen karakter-
looze manier van boomteekenen.
9 idem.
10 Botters op zee Wat een vies
groentjeIn 't licht zit geen zon.
11 Bij Dordrecht -. Och Jaap Malris
17 Stoombooten en stoomHet- is
niets dan stoom.... zoo vast.
De heer C. Breitenstein 'heeft nog
.een groote verdienste, h'T doet Fran
se hie modernen, bijv. Claude Monet
na (zeer sterk in z'n manier van een
strruik te teekenen). De verdienste zift.
h'm niet in 't na doen. maar'in 't on-
conventioneele. 't goddank eens wat
anders e-even dan Hollandsche bin
nenhuizen etc.. dus in 't niet nadoen
van ie nauwste omgeving, maar in
't ruimer kijken.
De heer C. Breitenstein zou een goed
figuur maken op de Parüsdhe Salon
des Indénendants hier in Holland
moest ie liever stilleven siudeeren
vóór te exposeeren... als, och hemel,
zoo honderden anderen.
CONRAD KIKKERT.
Koloniën
UIT MADOERA.
Omtrent die eenige dagen geleden op
den regent van Soemenép gepleegdien
moordaanslag schrijft men het vol
gende aan de „Java-Bode"
Iel dien namiddag van Vrijdag, den
12den dezer, werd aan den hoofdin
gang van den keboepaton te Soemenep
een door hooge muren omsloten
ruimte door eenige voorbijgaande
beambten van den regent, een jonge,
goed gekleede inlander waargenomen
die, vrij achteloos op den grond ge
zeten, een kris en piek bij zich droeg.
Aangezien men meende te maken te
hebben met een dessa-politiebeaanbte,
die stukken van overtuiging kwam
overbrengen, werd op hem weinig
acht geslagen en bepaalde men zich
er toe hem er opmerkzaam op te
maken, dat de regentsschrijver redds
huiswaarts was gekeerd en hij die
overtuigingsstukken haar diens wo
ning had te brengen'.
Korten tijd later het voorplein
der regentgwoniing was geheel ont
volkt begaf genoemde inlander, nog
steeds met kris en piek gewapend,
2ich naar de groote, open pendopo
der kaboepaten, doorschreed deze,
liep de gang over, die de pendopo
met het bewoonde gedeelte der re
gentswoning verbindt en plaatste zich,
een strootje rookende, op een stoel,
die zich ter zijde bij eén groot schut
sel bevond, de piek naast zich tegen
den muur plaatsende.
Daar werd hij toevallig opgemerkt
dcor een der familieleden van den
regent, die mét anderen achter een
hooge glazen deur bezig was, eenige
kamers in te richten voor de ont
vangst van gasten, die verwacht wer-
'den voor het feest, dat-, gelijk bepaald,
den volgenden dag, ter gelegenheid
van 's regents verheffing tot adipatr',
'gegeven zou worden.
Opstaande en door eiew der ruiten
maar buiten ziendel, werd die regent
den indringer gewaar, die snel was
opgestaan en, 'den regent bemerken
de, kalm zijn kris trok en dezen voor
zijn mond, met de punt in de richting
van den régent, plaatste. Deze, on
aangenaam aangedaan door zooveel
brutaliteit, wilde daarop aanstonds de
deur openen, om den indringer tege
moet te gaan, in de uitvoering waar
van hij echter door de vrouwelijke
leden van zijn gezin, die een ongeluk
voorzagen, verhinderd werd.
Daarop begaf de regent zich, gewa
pend met een politiestok een z.g.
„Lebensretter" door een zijuitgang
naar voren, den indringer te gemoet.
Tusschentij'ds waren echter een twee-
lal zonen vnn den regent op den in-
cidnger toegeloopen, hem vragende
wie en wat hij was, op welke vragen
hij echter een ontwijkend antwoord
gaf, waarna hem gelast werd onmid
dellijk de kaboepoeten te verlaten.
Men meende met een ongevaarlijken
ontoerekenbare te maken te hebben.
Aan dien last weigerde de man' per
tinent te voldoen, om, toen de regent
ten tooneele verscheen, onmiddellijk
z'n kris te trekken, klaarblijkelijk met
de bedoeling dezen te lijf te gaan.
Een slag van den regent met den
Van de Leestafel
Wereldblik", door W. Böl-
sche. Uitg. W. J. Thieme
en Co., Zutfen.
Wilhelm Bölsche is de dichterlijke
wijsgeer, wiens werken op natuur
historisch gebied niet alleen m
Duitschland, maar ook daar buiten,
ook in ons land, door de vertalingen
van de heeren drs. Snijders en Goud-
smi>t groote populariteit hebben ver
worven.
Wat Flammarion voor de sterre-
kunde deed, verrichtte Bölsche voor
de natuurwetenschap in 't algemeen,
en ook in dit opzicht kwamen
overeen, dat beiden vaak voor on-
omstootelijke waarheden aannemen,
wat slechts hvnothese der weten
schap is. En met allen eerbied voor
deze wetenschappelijke onderstellin
gen, komt men dan toch, nu en dan,
bij op die onderstellingen gebouwde,
buitengewoon stoute beweringen tot
een twijfeLend hoofdschudden, een
vragen Is dat nu wel waar Eni hoe
wéét de schrijver dat?
Darwin en Haeckel zijn de gelee:
schrijvers, op wier theorieën Bölsche
zijn poëtisch geschreven beschouwin
gen grondt, aan het „datt" in de theo
rie van Darwin bestaat voor hem niet
den minsten twijfel (Zie pag. 1°5).
Hier blijkt ook, dat Bölsche met zijn
tijd meèeaat. in dit verband noemt
hij ook „dé subtiele nieuwere defeni-
4ies van het begrip variëteit, door
(Prof. dr. Hugo) de Vries".
Wie echter meen en mocht, dat „We
reldblik" enkel voor den natuurvor-
echer een belangwekkend boek is,
vergist zich zeer. De schrijver toch
behandelt in dit werk ook onderwer
pen als de vraag ,,of natuuronder
zoek en dichtkunst elkaar benadee-
Lebensretter'' miste zijn doel, waar
na eenige toegeschoten oppassers en
's regents zonen door wel toegebrach
te stokslagen op het hoofd en de
men van den indringer dezen weer
loos maakten. Dat 'de slagen goed
waren aangekomen', bleek daaruit,
dat de man na die worsteling tijde
lijk naar 't ziekengesticlit moest wor
den overgebracht. Bij het onmiddel
lijk daarop ingestelde onderzoek kon
slechts worden uitgemaakt, dat
indringer een inwoner was van i
der noordwestelijk gelegen dessa's
van het aan Pamekasan grenzex
district Baratdaja, dat hij in het
bezit was van ruöni f 10 aan zilver, ter
wijl hij, volgens sommigen, zich uit
gelaten zou hebben, dat hij op last
van anderen gehandeld had.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
4 30 Gent per Regeü.
Eerste lederlendsciii
Fabriik m Kunstbliemsn,
P. L. ENGELENBERG
Barteljsrisstraat 23.
Groote keuze fraais
Gelll. Prijscouranten
gratis verkrijgbaar.
Kerk en School
ACADEMISCHE EXAMENS.
Utrecht. Cand. Rechten.H. Kolk
man en W. A. P. Smit.
Gand. Nederlandse lie Letterén G.
A. Brands.
Groningen. Doctoraal examen 2de
ïdeelte in de rechtswetenschap de
ïeer H. Frima. Arts-examen 2e ge
deelte de heer J. H. Haverwate.
TROUWEN GEEN ONTSLAG
AANVRAAG.
De„St-Ct." bevat een Koninklijk be
sluit van dén 9den Nov. (Staatsblad
280) tot vernietiging van het be
sluit vain dén Raad der gem et
Rlbeden, d.d. 9 Februaii 1906, voor
zoover daaTbij is bepaald, dat eetn
eventueel door mej. A. Landweer aan
te gaan huwelijk zal wordén be
schouwd als eene aanvrage om ont
slag uit liare betrekking van onder
wijzeres aan die openbare lagere
school no. 2 te Velp.
Het Koninklijk beslm't is gegrond
op de volgende overwegingen
dat volgens artikel 30 in verband
met artikel 13 der wet tot regeling
van het lager onderwijs aan onder
den", bij welke vraag hij tot de
conclusie komt, dat de kunstbeel
den op de lijn van den natuuronder
zoeker toekomstbeelden zijn,
voorts: het vers in het dra
in a, waarbij hij den draak Steekt
met de theorie, dat in hét drama dé
versvorm zou hebben afgedaan, en in
zijn laatste hoofdstuk geeft hij een
serie „Gedachten over de School".
Mag men 't in veel met Bölsche
niet eens zijn, men leest hem graag,
omdat zijn werk tot flanken opwekt.
Het hoek is keurig uitgegeven.
„Kleine Trott", door André
Lichtenberger. Uitg. Maas
en Van Suchtelen, Am
sterdam.
„Kleine Trott" is, enkele onwaar-
schijnlijkheidj.es uitgezonderd, een
zeldzaam fijn boekje, waann de
schrijver de gedachten en gevoelens
van een kleinen jongen naspeurt ont
leedt, -en. ze voor den lezer blootlegt,
niet 'in een afgetrokken, wel belang
rijke maar droge beschouwing, doen
in een levendig boekje,
waarin we den „Kleinen Trott vol
gen van stap tot stap en zijn daden
zien groeien uit zijn kinderlijke^ over
wegingen. Tegelijkertijd treft de
schrijver ons door de tegenstelling
tusschen die eenvoudig-reine kinder-
gedachten, zonder bijbedoelingen, en
het weloverwogen onwezenliike in t
g ro ote-menschen-hedrij fAl zijn er
ook niet weinige onwaarschijnlijkhe
den in, het is toch alleen paedado-
eisch, niet alleen aestheüsch, maar
ook ethisch een mooi boekje, dat te
recht verdiende door de Académie
Frangaise te worden bekroond. Van
de Fransche éditie werden in korten
tijd 20,000 exemplaren verkocht.
De Köpenicker in Amster-
dam". Uitg. Schwartz en
Co., Amsterdam.
Het gesol met het Köpenïcker-geval
wijzeréssen, aan lagere gemeente
scholen verbonden, die niet aan het
hoofd eoner school' zijn geplaatst, ont
slag wordt verleend, hetzij recht
streeks overeenkomstig eigen verzoek,
hetzij op voordracht van burgemees
ter en wethouders of van den arron-
dissementssChool opziener
dat het aangaan van een huwelijk
niet kan word-en beschouwd als het
indienen van een verzoek om ontslag
en derhalve bij voormeld Raadsbe
sluit een door cue wet niet toegelaten
wijze van ontslag, wordt mogelijk
maakt;
dat immers met die ivoorden „eigen
verzoek", in djat -artikel gebezigd,
wordt bedoeld eene daad), die niet het
gevolg is van de uiït een vooraf ge
stelde voorwaardé voortvlo edende ver
plichting, noch. kan woTden veronder
steld stilzwijgend té hebben plaats
gehad
diat derhalve voormieMie bepaling is
in strijd met artikel 30 der wet tot re
geling v.an het lager onderwijs.
Voorts bevat de „Staatscourant'
een Koninklijk besluit van den 9den
November (Staatsblad No. 281), waar
bij een dergelijk besluit van 31 Maart
1906, door diezelfde gemeente geno
men betreffende mej. F. van Altena,
op gelijke gronden vernietigd wordt.
Rechtszaken
MISHANDELING DEN DOOD TEN
GEVOLGE HEBBENDE.
Voor de Rechtbank te Rotterdam
had zich Donderdagmiddag te verant
woorden de houdster van een sigaren-
wiinkiel, een v.an dat soort, die in ver
hand mat de nieuwe Dramlkwieit in de
groote steden' 'als paddestoelen zijn
uit den grond verrezen. Aan beklaag
de is bij dagvaarding ten laste ge
legd), als zoude zij op 20 September
1906 moedwillig en gewelddadig Bas-
tiaan Willem Hedndijk met een hard
voorwerp tegen het hoofd hebben g<
slagen, tengevolge waarvan de man
op 21 Sept. is overleden.
Béklaagde, door den president on
dervraagd, erkent den slag te hebben
toegebracht, maar niet zoo als gezegd
wordt met een ploerten do odier, maar
met een rugleuning van een stoel,
en welk stuk zij uit een kast had ge
haald, omdat de verslagene bij haar
binnen drong en zij bang voor hem
was an zaéh wilde verdedigen. Ze weet
echter niet waar ze hem geraakt
heeft.
Vers chili endé getuigen werden gé
hoord'.
De officier van justitie gaf een uit
eenzetting van hetgeen in den winkel
van beklaagde is voorgevallen, wat
trouwens reiecls uit de betoenténis1 van
beklaagde is gebleken.
Het feit, zooals het in dé dagvaar
ding is omschreven en beklaagcle ten
laste gelegd is z. i. wettig en overtui
gend bewezen. Hij vraagt veroordeel
ling tot een gevangenisstraf van acht
maanden.
Beklaagde, die in lievig snikken
uitbarst, kan op dit requisitoir geen
woord uitbrengen. De uitspraak werd
bepaald op aanstaanden Donderdag.
■MISHANDELING MET DOODELIJ-
KEN AFLOOP.
Donderdag, 15 November jl., behan
delde de rechtbank te 's-Hertogen-
bosch de zaak van het O..M. contra P.
W. 'C. Lauor, -Oiiil 09 j0.0,1-, 'orgaldraaior
geboren te Anspacli, thans gedetineerd
beklaagd van op den lOen Sept. jl. een
revolverschot te hebben gelost op H.
A. Looijmans, te Best, tengevolge
waaraan deze enkele dagen daarna
is overleden.
T,er terechtzitting bleek, dat hij. na
eerst zich te hebben schuilgehouden,
zich vrijwillig bij de politie te Maas
tricht heeft aangemeld, waarschijnlijk
omdat hij als Duitsdh deserteur het
eraden zal hebben gevonden niet
naar Duitschland uit te wijken, en om
andere, ook nog al gewichtige rede
nen, eveneens België liever meed.
•Het O. M., qualificeerende het 'feit
als zware mishandeling, den dood ten
gevolge gehad hebbende, eischte een
gevangenisstraf van zes jaren.
Mr. Holleman, die beklaagde als
raadsman ter zij" de stond, het opzet
•van zijn cliënt niet bewezen achtende,
concludeerde tot diens vrijspraak.
De rechtbank, in deze zaak uit
spraak doende, veroordeelde Lauer tot
zes jaren gevangenisstraf met aftrek
van de voorloopige hechtenis.
DOODSCHIETEN VAN EEN HOND.
De justitie te Arnhem heeft termen
gevonden een strafvervolging in te
stellen tegen -dien rijksveldwachter
R., te Miilingen, wegens het dood
schieten van een hond. R. is tegen 1
December gedagvaard.
is mij in hooge mate onsympathiek.
Aan de eene zijde vergeet men, dat
de dader een in zeker opzicht bekla
genswaardig man is. die van de eene
naar de andere plaats -verjaagd, tot
oneerlijke practijken haastgedwon
gen werd, anderzijds, dat hij toch on
getwijfeld een" ernstig misdrijf pleeg
de. Het geval is dus minder een grap
dan een tragedie.
Moge men op 't eerste opzicht ook
al meer oog hebben voor de komische
zijde van die gebeurtenissen, men
doet daarna wel, baaT maar te ver
geten. Daairom vind ik Köpenicker-
bitter en Köpenicker-aschbakjes mal
ligheid. Maar nog er^er is het met
de Köpenicker geestigheid, die ons in
het boekje van de firma Schwartz
wordt geboden. Zelfs de wel aardige
prentjes van Jan Rinke kunnen de
onbeduidendheid van dit prulletje
niet verbengen.
Winterkoninkj e"door Hen.
ri Dekking, schrijver van
„Getroffen". Uitg. Vincent
Lo osjes, Haarlem.
De heer Dekking is een in goeden
stijl schrijvend journalist, die in zijn
vele schetsen uit zijn 'geboorte- en
woonplaats, Rotterdam, getoond heeft
humor, smaak en geest te bezitten. In
„Getroffenen", zijn vorigen roman, en
in dit ziin nieuwe boek ..Winterko
ninkje" doet hij zich kennen als psy
chologisch romancier van goede
kwaliteit. Wil men beginnen vrede te
nemen met het feit, dat wij weinig
blijde literatuur hebben in de Neder-
landsche letterkunde van heden, dat
haar onderwerpen over 't gemeen op
de dlroeve zijde van het leven gericht
zijn, dan moet men erkennen, dat
een boek van weemoedige droefheid
als dit boek „Winterkoninkje" toch
is, een weldadige uitzondering istus-
MISHANDELING VAN EEN KIND
In de civiele zitting der Rechtbank
te Arnhem werden Donderdag plei
dooien gevoerd in de zaak van een
inwoner van Groesbeek contra de
„Gelderlander". Het betrof hier
eisch tot schadevergoeding, tegen de
„Gelderlander" ingesteld wegens
smaadschrift, op grond van het op
nemen in Juli 1905 van berichten,
waarin melding wérd gemaakt van
mishandeling vtan het dochtertje door
den eisch er en zijn vrouw. Deze be
richten deden destijds de rondie in
de geheel e pers.
Voor de beleedigde partij trad1 op
mr. v. d. Goes uit Nijmegen, die be
toogde, dat de inhoud der berichten
onjuist was en dat daarin een be
paalde persoon was aangevallen. PI.
eischte schadevergoeding tot een door
de Rechtbank te bepalen bedrag.
Mr. J. F. A. M. Wierdels, die voor
de „Gelderlander" pleitte, achttg de
opzettelijke aanranding van eer en
goeden naam niet bewezen. Niet aan
getoond is, dat er schade werd gele
den. PI. haalde tal van verklaringen
aan van oersonen, dié hem me<Ledee-
liugen deden omtrent de mishande
lingen van het meisje.
Het kind leefde geheel geïsoleerd,
mocht geen omgang met andere kin
deren hebben. In Nijmegen werd zij
niet naar school gezonden, maar
kreeg één uur per dag 's morgens van
78 uur les van een onderwijzer aan
huis. Zij werd opgesloten gehouden
op haar kamer, waar een scherm
voor het raam was geplaatst om haar
het uitzicht te benemen. Tijdens
verblijf der familie in een hotel te
Kleef is het meisje in een hotelkamer
opgesloten gehouden. Toen in 1904 de
familie in een pension te De Steeg
was. werden het dochtertie alle ge
noegens ontzegd. Ook toen kwamen
er klachten in over mishandeling.
De dienstbode, met wie het meisje
in Juli 1905 do won ins- heeft verlaten,
deelde pl. mede, line het kind, dat
een opgezwollen, bloedende onderlip
had. ten gevolge van mishandeling,
haar smeekend vroeg, haar weg te
brengen naar Arnhem. Het dienstper
soneel was het kind zeer genegen.
Eens was het brood zoo zout en nat,
dat het oneetbaar was. Het perso
neel kreeg een bus beschuit, maar. het
dochtertje werd gedwongen dat voed
sel 'tie gebruiken. Het gevolg was, dat
zij onpasselijk werdde dienstbode
bracht haar 's avonds in 't geheim
een boterham.
Eens, toen de familie zou overko
men', mocht hét kind buiten wande
len, en werd door de ouders vriende
lijk toegesproken. Op een dag, dat
het bard regende, werden do hónden
binnengehaald, maar het kind moest
in dlien stortregen blijven staan. In
de vijf maanden, dat deze dienstbode
hij dé familie was, is het kind niiét
van het buitengoed geweest.
Een andere dienstbode beeft pleiter
medegedeeld', hoe liét kind soms ge
slagen is met een hondenzweep, hoe
men het 's winters dwong in een kou
de karner te zitten.
T Do 'eigenares van een hotel te
Kleef, waar m 1903 de familie ver
toefde, bemerkte de mishandeling van
hét kind en heeft dit aan de ouder1
gezegd, die toen zijn vertrokken.
Een andere mededeeling werd plei
ter gedaan' door een Duitsche vrouw
die verklaarde, dot het kind den in
druk maakte als werd het mishan
deld zij was erg schuw. Het scheen
als wilden de ouders het kind lang
zaam vergiftigen.
Volgens verklaring van het hoofd
dier school te Rheden, waar het meis
je van 12 April tot 27 Augustus 1904
schoolging, deélden de ouders hean
niets dan slechts over haar mede.
Daarvan bleek niets waar te zijn, het
meisje wias op school gehoorzaam en
gewillig. De ouders deden moeite de
onderwijzers telgen het kiind in te ne
men.
Pleiter merkt op, dat het eenige
waarmee het meisje kon worden
straft was, als ze niet naar school
mocht. Eens heeft de vader tegen een
onderwijzer gezegdals ze niet goéd
wil, moet ge ze met de zweep geven.
In 1903, op een snikheeten zomer
dag, heeft het kind een geheel-en mid
dag moeten pompen, tot er slechts
zand meer uit de pomp kwam: daar
na begoten de ouders het kind met
ijskoud, water.
En dit kind was een lief, meegaand
kind.
Is het instellén van deze actie niet
een psychisch- raadsel? vraagt plei
ter. Menscken van beschaafden stand
ei. levende in wedde en overvloed, be
handelen hun kind barder dan een
hond. Waren do bij-omstandigheden
in het bericht onjuist, de hoofdfeiten
zijn waar. Pleiter zou de personen,
die hem schriftelijke verklaringen
ven, als getuigen wtilLen zien ge
hoord.
Mr. v. d. Goes noemde' de f ei-ten
omtrent de opsluiting genoemd, on
wiaar. De moeder heeft den omgang
van de dochter met andere kinderen
bevorderd. Verder sprak het kind on
waarheid.
De verklaringen, dloor de dienstbo
den afgelegd', acht pleiter gevaarlijk
en hij sluii.t zich aan bij liet verzoek,
om de genoemde personen a-ls getui
gen te hooremmen kan dan tot een
ander resultaat komen.
Gemengd Nieuws
schen veel werk van erof-reëelen, en
in den kwaden zin des woords realis-
tïschen aard, waarin veel-gezoelite
lectuur van het oogenblik schijnt te
moeten verloopen.
Het ii-s hier weer de oude geschie
denis, ieen heel lief meisje, uit een
gore omgeving, verlangend naar wat
weêr-liefde, naar wat genoegen
pleiziér, en dat, och ja, willens
wetens, maar biet te weerhouden
toch:, te gronde gaait. En naast haar
do figuur van den voor schoolmeester
studeerenden jongen, met zijn sym
pathie, die bijna liefde is, die graag
wat anders zou zien in zijn „Winter
koninkje" dan het plezier-méisje, dat
zijn liefde niet of ternauwernood, op
merkt, omdat hij te stil, te veel een
blokker, in haar oog eén geleerde is.
Deze twee krijgen mekaar niet. Dat
je dit 't heele boek door vóórvoelt,
geeft het weemoedige aan dezen ro
man, die daardoor van eéne zachte
innigheid is, alleen verstoord door
bladzijden vol banaal gesprek,
ruw vloeken, waarvoor geen enkele
reden, dan modezucht en eén kwa-
lijk-beneden realiteits-stokpaardje,
aanwezig is.
Er -is bovendien nog wat onwaar
schijnlijks in den vorm va-n dezen
roman, die h,em m. i. als kunstwerk
veroordeelt. De roman is -in den ,,Ik"-
vorm geschreven, en de verhaler, dus
de schrijver, is, voor den lezer, de
jonkman, die voor zijn onderwijzers
examen zakt. Toch, desniettegen
staande, een literair talent dus? 't
Kan, maar de schrijver hééft dat
nergens aannemelijk gemaakt.
Zoo zijn er nog enkele dingen, van
geringer beteekenis. Winterkonink
je" noemde Dekking zijn roman, en
op zijn titelblad -staat d i t motto van
Jac. P. Thysse: „Dit vogeltje is de
lust van onze Hollandsche winters.
Iedereen verbaast er zich over, dat
DE ONTPLOFFING BIJ ANNEN.
De eerste belichten over de gewel
dige ramp, die Woensdagavond tus
schen Witten en Annen, twee fa
brieksplaatsen aan de spoorlijn van
Dortmund naar Hagen is gebeurd,
zijn nog scbaarsch. Zij zijn verzon
den in den loop van den nacht toen
het nog niet- mogelijk was het too-
neel van de verwoesting te overzien.
Eerst bij liet aanbreken van den dag-
zal men een vollediger overzicht va-n
het, gebeurde li ebben gekregen.
Heit roburiet is ©en van de o.nbe-
trouwbare hedendaagsehe ontplofba
re stoffen die door plotselinge zelf
ontleding of zelfontbranding op een
maal de gevaarlijkste ontploffingen
kunnen veroorzaken. Bij de ramp van
de Mi'kasa heeft het Japansche ont-
iljloïfingsmiddel sjimose (aldus ge
noemd naar den Japanschen uitvin
der van dien naam) vermoedelijk
zulk een noodlottige rol gespeeld.
Lyddiet, meliniet en hoe de andere
brisante ontplofbare stoffen van den
tegenwo0rdii-gen tijd mogen heeten,
soliijnen even verraderlijk te zijn.
Het blijft intusschen mogelijk dat er
een andere oorzaak is geweest voor
de ontploffing, die de tusschen Wit
ten en Annen alleen staande robu-
rietfabriek van den grond wegge
vaagd. en het stadje Annen zoo zwaar
geteisterd heeft.
De brisante 'Ontplofbare stof robu
riet die haren naam ontleent aan het
Latijiische woord robur, is kracht,
bestaat uit 10 dee-len dinitrochloro-
'benzol -e<n 90 deelen salpeterzure am
monium. In plaats van benzol kan
ook phenol en naphthaline gebruikt
worden. Soms voegt men ook zwavel
toe, om de ontploffing te vertragen
en de ontbranding gemakkelijker te
maken. Het roburiet wordt in water
dichte patronen toegepastop zichzelf
is het tamelijk ongevaarlijk en onge
voelig voor een slag of een stoot, en
het verbrandt in de open lucht zonder
te ontploffen. Het kan zijn. dat de ro-
buriétfabriek zich vooral bezighield
met heit vervaardigen van roburietpa-
tronen, ten gebruik© van de mijnnij-
verhedd in den omtrek.
Het stadje Annen ligt in den kreits
Horde van het Pruisische regeerings-
dist-rict Arnsberg aan de rotsachtige
helling va.n het A-rdey-gebergte. Hoe-
wei net, 111 1900 rtjwdö een kleine 11.000
inwoners telde, is 't op de nieuwste
kaarten nog niet te vinden. Het heeft
een protestantsöhe en een roomsche
kerk, twee stations, vijf scholen, een
zieken- en weeshuis en de werkende
stand verdient er meest ziin brood in
twee steenkolenmijnen, twee glasbla
zerijen, een fabriek van vuurvaste
waren, een steenbakkerij en verschei
dene steengroeven.
De Kolnische Ztg. van Donderdag
ochtend bevat de volgende berichten
over de ontploffing
Witten. 28 N-ovembör. De roburiet-
fabriek tusschen Annen en Witten is
vanavond om 8 uur 20 met een vree-
seiijken knal in de lucht gevlogen.
De fabriek is van -de oppervlakte ver
dwenen. De ontploffingen -houden
aan. Naar het heet, zijn véle mem-
schen omgekomen. Te Annen .zijn ve
le ruiten verbrijzeld en daken wegge
slingerd. Men is nog bang voor ern
stige onderaardsche ontploffingen.
Dortmund, 29 November, 2 uur
's ochtends. Het ongeluk te Annen is
ontzettend. Mén kent het aantal doo-
dien en -gewonden niethet is voors
hands onmogelijk, zich in de nabij
heid van de roburietfabriek te wa
gen, daar nieuwe ontploffingen op
handen zijn. De gebeele bevolking
gco'n kledn diter ssoo luid, zoo zuiver ^o-verre namelijk, dat hij blijkbaar
en zoo lang kan zingen,"
Afgezién nu nog van de overweging,
dat deze uitspraak niet i-n haar" ge
heel past op luet meisje, dat hoofd
persoon van 'den roman is, is hét toch
in hooge imaté onwaarschijnlijk, dat
men hét meisje bij dién naam noe
men zal. Misschien in 'n enkel ver
trouwelijk oogenbliilk, miaar niet in
bijzijn van anderen. Dekking heelt
hier te veel aam zijn titel geofferd.
„Schetsen van Samuel Falk
land" (Herm. Heyermans
Jr.) Uitgave H. J. W.
Beoht, Amsterdam.
De tiende ibuindel van den veel-
schrijvenden HeyermansGelukkig
behoort Heyermans tot de auteurs,
die, niettegenstaande hun veelsoorti-
gen en veelvuldigen arbeid, toch
frisch kunnen blijven, en geen of
weinig, maakwerk leveren. Deze tien
de bundel bewijst dat.
„De Kroon", door Laureds
Bruun. (Uitg. H. J. W.
Bocht, Amsterdam).
„De Kroon", de romian van eieni ko
ning, is een boek van philosofie, en
daaro-m geen lectuur voor iedereen.
In vorm episch, is de inh-oud de
belijdenis van een mensch, die over
de bestemming des menschen, over
de oorzaken en dé gevolgen zijner da-
dén, én over die onvolkomenheid van
dogmata en systema heeft nage
dacht, en ze wankelend bevonden
heeft. Zeker niet zonder vooroordeel
hier en daar. Het schij'nt vaak, of
Laureds Bruun eens wil afrekenen
met het Christendom, of eigenlijk
met een soort van Christenen, die
onder huichelochtigen schijn slechts
onedele strevers zijn, maar daar hij
de tegenstelling niet zuiver geeft,
„i;;v Klii VK
'vlucht; vele vluchtelingen hebben in.
naburige plaatsen een toevlucht ge
zocht. Talrijke huizen zijn ingestort,
daken weggerukt, schoorsteenen om
gevallen. De dag van "vreen zal pas
•den geheel en omvang van de ramp
aan liet licht brengen."
MUITERIJ.
Zestig stokers van het pantserschip
Louisiana, aan. boord waarvan Roo
sevelt de reis naar Panama heeft ge
maakt, ziin Maandag aan 't muiten
geslagen toen de president door den
commandant bevel liet geven gedu
rende eenige u-ren de vuren aan te
zetten. De muiters zijn in hechtenis
genomen.
.lie:
„DE DOODE ZWIER".
De correspondent der „N. R. Ct
Antwerpen- schrijft
Zóó luidt de zeier-Belga-sche venta
ling van h-et overigens raadselachti
ge, romantische én veelbelovende oip.
schrift „Le tourhillon de la mort",
dat, op schel gekleurde, geïllustreer
de affiche-s, dezer diagen de menschen
op straat alhier staan Meld.
Afgebeeld' was daarop een soort
circus of schouwburgzaal, volgepropt
met toeschouwen-s, die alLetn, blakend
van nieuwsgierigheid, zaten te .glarie-
oogen naar die halsbrekende vertoo
ning, die in dé lucht gegeven werd;
Een jonge dame, luisterende naar
den welluidend en naam van Gabriel-
le de Lissy, en wier gelaatstrekken,
als geknipt ter versiering van siga
renkistjes, ook allersierlijkst op de
affiche geconterfeit stonden, heeft
plaats genomen, in -een kleine auto
mobiel, die op ©en stéil afdalende,
dwars door de zaal hangende rijbaan
glijdt. Die zwevende baan wordt be
neden, na een schielijke kromming,
afgebroken. Do automobiel snort it
duizelingwekkende vaart die baan
langs, wordlt aan de kromming op
waarts gesmetenbeschrijft dan in
lucht -een gewéldiiige sailto morïtale,
komt, nia den tuiinélaar, eénige r
ters verder op een eindje baan
recht
Natuurlijk zit de dame altijd in
automobielbij den luchtsprong der
machine vliegt zij medé de ruimte "n,
alles 't onderste boven, haar hoott
omlaag dus.
De groote puzzle is nu of
moedige meisje" er het léven inder
daad afbrengt?
Men vraagt zich af, waarover nne®
zich hierbij het meest verbazen moet
over de mentaliteit van het ménsehe-
lijk wezen, dat voor zulk een waan
zinnig doel, zijn leven waagt in era
toer, dié oerder eeni zelfmoord
mogen hieétemover die van dén
pa'éssario, dlite diergelijke stuitende on
derneming uitvoertof, ten slotte,
over de botheid, die afgestomptheic
der zoniuwén van de plebejers, die zich
tot hot gaan genieten van zulk eeiw
barbaarschhedid genoopt voelen
Het beklagenswaardige meisje,
zich tot deze idiote en weerzinwékken
de sport heeft geleend, moest het dat
ook bekoopen. Gabrielle Meitens -
zooals baar zeer Antwerpsche wan
naam luidt is hij de derde vertoo
riing Zaterdag j.l. erg gekwetst ge
wordenhaar hoofdi is terechtgeko
men op hét stuur van -de machine,
met het gevolg dat haar néus werd
gebroken en haar voorhoofd -en wans
eén 8 c.M. lange wonde opdeden.
Een dagblad beschrijft bef toonee
als volgt
Dé muzikanten, die van liét onge
luk niets afwisten, begonnen' de Bra-
hangonne af te geven-, en hef publM
dat ook geen vermoeden bad van he;
gebeurde, juichte op oorverdoovendi
wijze dé heldendaad toe. Maar to®
dé barnuims rond het wagentje dtron
gen, waar het meisje bewusteloos la?
begon de menigte ruw fe dringen, 011
ook dat niet te missén. De politir
had. het druk om de Rubens-zaal t
dc-en ontruimen. Zij slaagde daar al
leen in door het licht uit te draaien.
Buiten stonden zij in compacte groe
pen te redekavelen over dén noodlot
tigen afloop. Ondertusschen werd hei
meisje door ee-n geneesheer onder
zocht de wonden zijn niét doodsgc-
vaarlijik, v-erklaarde deze, maar zi
zijn diep, en er is alle kans, dat lM
aengczte.ht voor altijd, geschonden is.
Opmerkelijk is 't, dat reeds bij d«
tweede vertooming de „-artiste" hei
bewustzijn had verloren. Toch wen
de vertooning miei verboden. Mén zegt
daifc er géén verordening bestaat
waarbij zulke barbaarschheden belet
kunnen wordén Wie zou dit geloo
ven Men make er dan spoedig een
Er zijn er zoovele, die nutteloos zijn
Maar dit. zal dan een nuttig regiémeDl
geen -ander dan dlit pseudo-Christeiv
d-om kent, komt zijn oordeel den op
merkzameu lezer soms onbillijk voor
Doch later verzoent hij zich mei
Brum's teekening, als hij den sterk'
sten zijner figuren ziet worden eet
arm, zwak menscbenki-nd, ook dooi
do kracht van zijn eigen, kradhtif
schijnend systeem niét- behoed. Dit a
maakt dezen roman' tot een boek, da.
aandachtigverdient te worden g
zen, waartoe de buitengewoon-mooli
teekening van de vorstelijke omgf
ving, én de kracht-, waarmee A
9Öhrïjver aantoont, dat ieder indi
vidu de gevolgen zijner daden vroo?
of laat te dragen heeft, medewerker-
Maar éen boek voor iédeaéen. en voor
al voor jeugdigen, is „De Kroon'
niet.
„Wandelen en Waarna
men", door E. Heimans.
Uitg. Van Holkeana
Warendorf Amsterdam.
In dit boek zijn eén aantal opstel
len van den bekenden natuurvriend
E. Heimans verzameld-. Welk ©e
zellig verteller is hij, als hij met zoo
veel liefde en euthousiosmé over df
heerlijkheden -der natuur spreekt!
Het boekje ds geïllustreerddé to*
keningen zijn eenvoudig maar dui
delijk, voor 't afdrukken.' van foto-
zinco's is Ihet nogal ruwé papfé1
minder geschikt.
Overigens een mooi boekje voO?
iongelui, dié van bloemen en diere"
xouden.