BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN Of 10 CENT PER WEEK. Natuurhistorische Wandelingen Feuilleton. jle Verdwijning van Gerald Rathbone De Vuurtoren. 24ste Jaargang MAANDAG 3 DECEMBER 1908 Na. 7190 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTiËN DOELTREFFEND, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. ijl IN EN OM HAARLEM. CXjL. Zou er wel -eene plant zijn, zoo al- jèmeen bekend en ook zoo algemeen als liet Lelietje der dalen? Ja, lij de stadsmensclien is liet nog meer di lekend dan bij' de dorpsbewoners, de tomt echter het Lelietje der dalen ihier if daar op een buitenplaats, in een wandelpark, in wilde bosschen voor, ai an is bet ook daar algemeen bekend. 'Ufin wie bet plantje zelve niet kent, ;ent toch den naam., die wel eens een ;leine wijziging ondergaat als Mei- iloempjes, Meiklokjes, ofschoon dit aatste eigenlijk een germanisme is. laarivoor hebben dn de eerste plaats ie dichters gezorgd, die niet konden lalaten deze lieve verschijning te ver- leerlijken. Wie van hen ging bijv. een L ifzang houden op hondsdraf, op de loovenetei of op den brandnetel? Wie koos tot onderwerp van zijn iichterlijke uiting hyacinthen? Een mkele misschien. Velen daarentegen laaien het op voor de sneeuwklokjes, e lelies, en dan ons lieve plantje in westie. En bloem, èn blad" zijn dan lok allersierl-kst, ien geen wonder dan lv lok', dat de bloemisten zich beijveren min bijna alle maanden van het jaar nmne Manten, en vooral het bl-oemen- W ainnende publiek te kunnen voorzien. Sen bosje Lelietjes der dalen of kort weg Lelietjes geplukt, in de vrijie na- aur, in de maand Mei, als de geheel© [ingeving reeds ontwaakt is, tot zelfs Ie talmende eiken toe, is een h-eerlijk- ieid, en een dergelijk bosje medege- iomen naar huis en daar ten geschen- gegeven aan moeder of 'zuster, aan iruid of echtgenoote, is een geschenk, at ten allen tijde hoogst welkom is en iet teedere zorg wordt opgepast, tot- Ja fd-e verdroogde (bloempjes een weg- erpen noodzakelijk maken. ■1] En dan is 't Mei1, dan zijn er reeds u! iovele voorjaarskinderen verdwenen, l' o opgevolgd door anderen dan valt er reeds zooveel te genieten In 1 uin en hof, in bosch en veld. Hoeveel b grooter isjdan niet het genot, dat Hen van dat lieve plantje smaakt in e ie donkere dagen tusschen Kerstmis n Nieuwjaar, als buiten, öf de stren- [e wintervorst zijn zetel heeft opg-e- to lagen en alles hard deed; worden en Ik teeken van leven deed verstom- diien, als zelfs de groenblijvende An- jo: :uba, de Rhododendron, .de Klimop kouden (adem voelen en dieptreu- ot ig de (bladeren laten hangen, öf a|s ij! fgen en natte sneeuw elkaar -afwis- t] elen en de korte, nare,, droefgeestige ei lagen nog korter, nog naarder, nog roefgeestiger doen schijnen, zie, dan Lij zoo'n potje Lelietjes voor ieder een :i relkom geschenk. Hoe heerlijk, ver schoon is dan niet zoo'n osje van die plantjes, het ruwe, cmin i l inieer koude potje wat gemaskeerd [s oor een .papieren omhulsel, de aarde fat bedekt met een weinig mos, als >l(!as het om de natuur na te bootsen, bij 'die blanke reinhéidwat groen ]k an te brengen. li En niet lalleen het oog wordt ge- -doch ook ons reukorgaan ordt aangenaam aangedaan door lj| ra zacht en, welriekenden geur, die e; X) weet door te dringen, zonder te odlwelmen, zooals hyacinth of som- iige Leliesoorten dat vermogen, Daï lieve bloemstengeltje 'draagt (aar ihiet EngeJsch van Guy Thorrie). 51 - Je weet heel goed, Go.uides- fougih', zei hij', dat ilk aan je ben 'ö'geleverd en alles doen moet wat mij in .redelijkheid vraagt. Maar ben.' mfiet van plan op het ooigenMik hen kant van de kwestie verder in gaan, alls iij er gieten lust in' hebt. ■5 :aarom kreeg ik het telegram Wel, zeilde Sir Williiam, terwijl den ander een sigaar presenteler- of schoon hij zelf niett rookt, er is mand, in wien ik zeer veel belang ■1. Tic ken hem rullet persoonlijk, of- aoon ik wel (hlet een en -ander van m weet, en ik wil alles weten wat van' hem ie weten valt. - Ik veronderstel, antwoordde Wliewood; dat (het je niet moeilijk Vallen alles te wetten' te komen, jjje wilt. lij zei dait met Iets spottends' in zijn - O, natuurlijk niet, antwoordde William maar in dit geval zou villen, dat je h'em eerst leerde trotsch de lieve bloempjes. Klokjes zijn het in den waren zin des wo-ords, han gend aan de korte steeltjes keert het vergroeide blo-emd-ek de zes tandjes naar omlaag, alles wit -als ongerepte pas gevallen sneeuw, en ieder bloem pje netjes in den oksel van een dito schutblaadje, niet te groot en ook •niet te klein, juist van pas om een harmonisch geheel te voltooien. En •a.ls was het om het onderste, kale sten geldeel wat te verbergen, is' dit heer netjes omgeven door eenige schubben, die aardig opgerold om den stengel met de punt in de hoogte staan. Is 't wat later in den tijd, dan zijn uit dienzelfden koker mede een paar wor- telbladen in .de hoogte gegroeid, die wel het type vertoonen van een eemzaadlobbige plant, maar van onde ren 'toch weer in een steel zijn ver smald. De top van het hoogste blad moet zoowat half weg den bloemtros reiken, terwijl het tweede blad nog min of meer kokervormig moet zijn opgerold en tevens wat lager staan. Komen de bladen hooger, dan valt ge woonlijk de tros minder in 't gezicht en is tevens de groene kleur wat don kerder ook, beide zaken, die in 't na deel zijn. Maar vroeg in den tijd is en blijft het toch een waar meester stuk om zorg te dragen, dat de Lelie tjes reeds waf bi ad toonen. Allerlei middelen zijn (daartoe reeds beproefd en .toch is 't niet mogen ge lukken met 'zekerheid, volkomen zeker heid mede te deelen, hoe men moet handelen. Hier iwordt wat kunstmest aanbevolen ;en wel het blad ontwikke lende salpeter, elders laat -men de neu zen vooraf ©enigen tij'dTin warm water liggen, zeker is het echter, dat een flinke, dosis koude, vorst, in dezen eigen, het meest helpt, maar dan is 't ook al weer later in -den tijd tevens. Ik sprak daaT juist van „neuzen, Wat dat zijn? Wel, heel -eenvoudig, dat zijn de dikke, flink ontwikkelde eind- knoppen', die in den nazomer reeds van alles voorzien zijn, van bloem en blad; -die dus needs vroeg kunnen bloeien ook. Dit bloeien bevordert de bloemist door -verhoogde temperatuur, gepaard met vochtigheid, en hij: be reikt dan in een week of vier wat an ders van November af bijna ©en half •jaar duurt. Heel wat omzettingen moeten er (wel nog plaats grijpen maar 't is op die manier zelfs mogelijk de Lelietjes weer in blo-ei te hebben tegen eind November, tegelijk met -de -Ro- meinsche hyacinthen, met de geheel witte Trotsnarcis. -En zoo duurt .dan bij den bloemist onafgebroken de bloei door, telkens worden er neuzen opge zet, telkens de bijna bloeiende exem plaren wat koudeT geplaatst om ze af te harden, en daardoor den bloeitijd te verlengen. Hiermede gaat men gestadig voort tot den bloeitijd buiten in Mei, af en toe zijn de hoeveelheden wat grooter bijv. tegen St. Niooiaas, tegen Kerst mis, tegen Nieuwjaar, en-z. En hoe groot is wel het totale aantal, dat zoo .ieder jaar wordt in bloei getrokken? Dut laat zich gemakkelijk bepalen, als we weten, dat hier in Haarlem bloe misten zijn, die vóór Nieuwjaar reeds meer dan 5000 neuzen getrokken heb ben. En of ze van de hand gaan? (Zeker, vliegensvlug: Toch is zoo'n potje nog al prijzig. Geen wonder. De eigenlijke kweek-er heeft voor dat al les wel "den meesten tijd noodig. Op bedden geplant,moet hij wieden en kennen. Jij kunt dait gemakkelijk ais ja wilt; je hebt zeker wiel wederzijid- scbe kennissen. Als je hem leert. ken. nen, maak je dan zoo aangenaam mo gelijk tegenover hem en niemand heeft daar zooveel slag van als jij- zeüf, be-ste jonigen. Wordt zoo moge lijk zijn intiemste vriend', en- laait mij zooveel mogelijk te weten komen om trent zijn gewoontieni. Je moet in dat opzicht geen kosten ontzien en nat/uur- lijk kun je mij all es in rekening bren gen. GbarÜiewood keek peinzend na-ar de witte a-sch aan zijn sigaar. Hoe1 heet hij vroeg hij, zonder zijn blik op te slaan. Hij beet, zeide Sir William luch tig, Rathbone zekere Mr. Gerald Rathbone. Hij is advocaat en; heeft kamers in de Temple. Een jonge man vaaï omstreeks zeven-en-twiht-ig jaar. Bij het hooiren van 'doen naam scheen Gbarl-ie/wood even te schrik ken. Er kwam een minder aangena me glimlach om zijn lippten. Gouldesbrough zag hlet, blo"osd9 even en bewoog zich onrustig, met bet gevoel, dait, ofschoon deze man zijn ondergeschikte wias, dat er toch naidleelen aan waren ve/rbondten hem te gebruiken en idlat hij h'em kon grie ven als hij dat wilde. Dadelijk toen Sir William den! naam nöiemJdie van den persoon, wiens han delingen hij wenschte bespionneerd te zien, kendle Chia-ri'iewood de reden-. Da- schoonhouden, mesten en wat dekken en dan is het hem pas mogelijk in een jaar of drie bloeibare neuizen te kwee-, ken* Ofschoon ons vaderland er heel wat oplevert, staat .toch' de kwaliteit der -Duitsche neuzen hooger. De omstreken van Hamburg -en Berlijn leveren ze jaarlijks bij millio-enen. Die worden door de bloemisten gekocht en nogal tamelijk duurbetaald, terwijl het hem tevens heel wat aan brandstof en ar beidsloon kost, om ze in den winter in bloei te hebben. Met wat moeite en zorg valt het den echten liefhebber gemakkelijk ze zelve in bloei te brengen, door -ze -eerst te wat mos te pakken en dan bij de war me kachel ze voortdurend warm en vochtig te houden, totdat de bloemen zich vertoonen. Dan in potjes opge plant, en. voortdurend met wat lauw water besproeid zal men ze zelve wel kunnen kweeken. Om ook den overigen tijd van het jaar, van MeLtet November te de be hoefte aan Lelietjes te kunnen voor zien, maakt~men gebruik van bevrie zing. /In ijskelders worden ze -dan be waard en ai en toe boven gebracht en langzaam in bloei gebracht. J. STURING. D e n Heer v. D. te TI. U maakt de opmerking, of het strooien van broodkruimpje-s enz. niet tengevolge heeft, dat men daardoor de volgels lokt, en zoo in 't voorjaar bij zaaiin; van 't een of .ander zaad de beestjes in den waan brengt, dat 'ook dat voor hen bestemd is. Hier i-s wel iets van aan, maar toch is dit gevaar geheel te ont wijken. Ten eerste toch gaan -die troe lpen diertjes, 'die den winter gezel li doorbrachten, lief en leed met -elkaar deelden, misschien af en toe wel eens vochten, tegen het voorjaar uit elkaar.. Er wachten hun andere bezigheden en -vooral -de musschen zijn er spoedig bij- met 'den nestbouw te beginnen. Ten tweede is het zeer gemakkelijk het gezaaide tegen -eiken aanval to be schermen, -door het spannen van dun ne, -zwarte draden. Hoe dunner dat garen is, hoe heter, ze merken ze dan in 't geheel ui-et op -en zijn ze nu een c.M. of 5, 6 boven de aarde gespan nen, dan maken ze er pas kennis me de, wanneer op -den grond komen. Dar delijk gaan ze op de vlucht. Aan me ij. v. K. te H. U doet het verstandigst de vlinderpopjes onge stoord, ni-et al te droog en niet al te warm te bewaren. Onaangeroerd, lig gende -in wat droog izand, blijven ze het beste over, om in 't voorjaar te ont waken. J. STURING. De oude Klaas Groot en- zijn buur man). Bister J-ansen, stonden aan die kust ear keken, terwijl' ze met de rechterhand hun oogen voor de felle zonnestralen- beschermden, over de verre zee. Rustig lag de oneindig© vlakte, spiegelglad'niet liet kleinste golfje was te z/ien. Geen- wolkje be zoedelde dien blauw,en hemel, geen windzuchtje bewoog die h'eete, zware luobtmassa. Wij krijgen vuil wieerdie wind stilte voorspelt niet veel goeds, brom de Klaas. Tegen zes uur komt het los, vul de de ander aan, met de zekerheid van den ouden zeeman, dien de on- •denvindiiing tot een weerprofeet ge maakt heeft. delijk begreep hij waarom Sir Wil liam Gouldesbrough zooveel belang stelde in Mr. Gerald Rathbone, den advocaat. De beroemde geleterlde, die zoo lang ongevoelig was gebleven voor die a-an- trekkelij kheden van de andere sekse, en voor den hartstocht der lief-die, li-ad zich eenige maanden geleden ver loofd. Welgesteld, gedistingeerd, knap en aantrekkelijk dn zijn manderen als hij was, waren er niet weinig dames; die gaarne lief en leed met hem. gedieeld hadden. Zooals menig ander onge trouwd' man in deze begeerlijke posi tie, was -de geleerde in vele salons min of meier vervolgd. Onlangs echter had' men die vervolging gestaakt. Be- geeralge moeders -en tro-uwlustige doch ters schenen tot de overtuiging geko men te zijn, dat het eeto citadel was, die zij niet kondien veroveren.. Daar om was men zeis maanden geiteden niet weinig Verbaasd te hoor en, dat Silr William verloofd was met Miss Marjoriie Poole, die eenige dochter van de oude Lady Boole, vain Curz'on Street. Marjorie Poole was dte dochter van een onvermogemden baron; die eieni- g© jiaren geiteden' gestorven was, waarna de titel overging op een neef. Lady Pool© bleef .achter met eenhute in Curzon Street en een voldoend in- kometn, om eenvoudig rond te komen, maar dat was bok alles. En onder alle Klaas kmKLb. 't Is te hopen, dat -alle visschers binnen zijn v;.ur -hlet weer los komt. Het zal er spannen. Op -dlat oogteublik wee-s 'de oude man naar het strandi, vanwaar juist ee-n Mean© boot afstak. - Sapperloot, wie vaart er n-u weg, juist voor zulk weer? Pleiter keek met inspanning naar de boot. - He-t is Hans Olse-n. Hij gaat waarschijnlijk slechts naar Petersen, op -d'en vuurtoren. Die twee zijn beste vrienden. Klaas meesmuilde r Ik hlad' wel kunnen deinken, dat Olsen vandaag niet hier blijft, van daag, nu de Meteoor terug veaiwacht wordt. 'Hij heeft bepaald geen. lust, den man van Anne Mar-iie te ontmoe ten. 'tBootj-e vloog over den- zeespiegel voort in de richting van den vuur toren, die ver naar voren1, op een klein rotspunt, als- een reusachtige donkere naald zich verhief. Thans, nu liet dag wias, was het vuur gedoofd, (dat den ganschien nacht, van 'het begin der schemering af, als eten r-euzenoog op de wijde vlakte uitkeek, een oog, dat den.terug keerenden vdisschers en zeelieden de nabijheid der gastvrije haven verkon digde en hun dten weg aanwees door de zandbanken en de ondiepten. Petersen-, de vuurtorenwachter, lag -uitgestrekt op het kleine terrasvormi ge uitbouwsel, dait naar d)e landzijde tegen den toren zat ten wiaarop -hij d'e uren van den dag placht do'or te bren gen;, die hij ni'et versliep. Want des nachts, als -anderen rustten-, moest hij waken, uitkijken op de zee en zorgen voor de lampen, waarvan het weige- iren of uitdlooven gelijk zou gestaian hebben met den ondergang der nade rende schiepen. Welke schatten aan geld en goted en men-schenl-©Vens Mn-gien er van af, dat die karig bezoldigde m-an, diei hiiler, ver verwijderd van alle mensc'helijk gezelschap, met de nauwgezethteiid van een machine zijn dienst verrichtte De boot met Olsen er in kwam na derbij. Petersen stond op en liep met loomen stap naar de pl-aats, waar een boot kon aanleggen, echter alleen bij goed weer. Als ier een bries v-an ook maar gemiddelde kracht -woei, was het bereiken van den vuurtorieh. onmoge lijk. Iedere boot, die dan Zou naderen zou zeker verpletterd zijn. Dan was Petersen v-an de werelid afgesloten en al waren ie-r duizend meniSCheni-eve-ns mee gemoeid geweest, niemand had- hem kunnen1 herteiken. Hij stapte met zijn zware zeelaarzen dapper iin 'het water, trok de boot naar zich toe en met Olsen's hrulp hoog op h-et .strand, waar zij ze aan- eten dik ken, ihgeimetselldielni, ijzeren r-iïilg vast legden. Daarop stapten zij. naar de woning •Van den vuurtorenwachter. Het is goed van je, dat je van daag gekomen bent; zeide Pettersen, 'het zal vannacht spoken en dan kam. ik best een- helper gebruiken. 01 seal antwoordde niet. Hij was in het kamertje gaan z-itten en staarde ove-r de wij-de' vlakte. Petersen viel 't vreemde -doen van zijn vriend riüet op. In zijn eenzaamheid was hij natuur lijk geen mensdi-enkenner geworden. Ook v-an de geruchten, die ginds ih het dorp het onderwerp der gesprek ken v-ormiden, wias niets tot hem doorgedrongen. Hij ging d'us door met babbelen, blij, da-t er weer een levend wezen bij (hem was, dat hij zijn tong kon roeren en zijn ©dgeh stem h-oo- ,reu. De visschers zullen wel tijdig te rug zijn. Maar ook de „Meteoor" wordt verwacht. Te Weet wiel, het schl'p van den rijken Jacobson, waare-p Jur- gen als stuurman dient. Olsten sprong bij dleze woorden op. Zijn kna-p gelaat vertrok. Woede en wanhoop waren er op te lezen, zoo duidelijk, da/t zelfs zijn flegmatieke vrouwen-, die in gezelschap kwamen om een echtgenoot voor hun dochters te zoeken, evenals een visseber hen- t- naar forellen, was de weiduw-e een der meest in 't oog vallenden. M-en zei, dat zij naar Sir. William had gehengeld met een otnvermoeidten ijver, die eindelijk met succès was be kroond. Zachtzinniger menschen en hoofdzakelijk zij, idfie Miss Poole ken den, zeiden, dat -het mteisje zich. nooit tot een dergelijk plan van haatr moe der zou hebben kunnen leenen, tenzij zij -den' man, met wien zij verloofd was, oprecht lief had. Er was eerst veel over dezie verloving ge-praat en men bad voorspellingen gedaan, voor spellingen, d-ie op haar beurt weer vv-aren uitgestorven, (en die die laatste, wek-en door zekere gebeurtenissen weer waren herleefd. Eustace Gh-arid'ewood, wienis geh'eele leven en werken bestond in het ver zamelen -en weer overbrengen van ge- zeischapspraatjes, wist heel goed, waarom d:e menschten hunne hoofden weer bij elkaar staken, en -dit of dat te vertellen, hadden over heit engage- ment van Gouldesbrough. Mr. Gerald Rathbone, eten j-ong' advocaat van goede familie, (maar ndet zee-r gefortuneerd, was op het tooneel verschenen. Men- had Mr. Rathbone verscheidene malen met Mdss Poole zien schaatsenrijden. Op een der bals Sir William Gouldesbrough ging nooit naar bals bad Rathbon-e een vriend er verwonderd van opkeek. W-at scheelt je toch. Hans AJLs een leeuw in zijn lcooi liep dte jonge man de Meine kamer op en neer. Petersen wachtte geduldig. Hij had .eienmaall gevraagd, ten' tweeden mad-el vragen was overbodig... Wilde de ander praten, dan zou hij het toch wel doen. Die vuurtorenwachter stop te kakn zijn pijp. En nu brak Olsen los. Alles, wat hij zoo lang met zich h-ad omgedra gen, zonder het iemand te lmnasin toe vertrouwen, kwam nu in heftige woor den tot uiting. - Ik houd 't niet uit, Petersen, ik overleef het niet. Ik wist luet zelf niet, hoeveel ik van haai" houd. Bij dien be- rn-eil, nooit hteb ik er een slechte ge dachte bij gehad, als ik dag aan dag naar haai" toe hen gegaan om den avond met haar door te praten, mij was het telkens zoo wel te moe, als ik hij haar was, en het werk ging mij dubbel gemakkelijk af, als ik aan de babbeluurtjes 'dacht, die mij 's-avonds wiachtten. Dat duius-de weken achter een. En toen kwam de avond, waarop zij tot mij op haar gew-one, kalme manier zeide„Niöean mij ni'et kwa lijk, Han-s, maai- je mag hier des avonds niet meer komen. Ik b,en een jonge vrouw, wier man sedert weken ion maanden' v-eir Weg is, en de men schen in 'liet doop spreken kwaad over onze onschuldige babbeluurtje-s. De wereld is zoo slecht. Eh jte ziet toch Zelf wel in, dlat ik diie praatjes moet voorkomen. Wie weet, wat er uit zou voortvloeien, laüs Jurgen er_ na zijn terugkomst vaar hoorde. Hij is zoo_ ja- loersch en zoo driftig." Ik reikte haar de hanid ten ginig heen. Maar sedert dien d-ag was (het gedaan- met mijn rust. Ik moest aan haar dlenken, onafgebrokenzij verscheen mij in mijn" idroocmen en nu eerst is miij in gevallen, ho-e het zijn kon,_ els Jurgen niet haar man' was, als zij hem nooit gezien had Petersen nam dte' pijp uit zijn mond ten spuwde voor zich uit. Gekkepraat, jongen, bromde hij. ■Alsals.maar het is niet zoo, en Jurgen is haar man- en jij bent een eeaüijke kerel en dlaarom moet jij haar, Anne Marie bedoel ik, uit het hoofd ze-ttten. De vuurtorenwachter ademde ver licht op, toen hij d'e'ze lange redevoe ring van stapel had laten loopen. Hij vermoedde niets -Van de stormen van hartstocht, die 'n mtenschenhart kun nen beroteren. Hij stond' daar stevig en onwrikbaar als de toren-, (dien hij bewaakte, en zoo-als deze die golven der zee, trotseerde hij de golven- van dten hartstocht, die hem nauwelijks even had-den aangeraakt. Het w-erd stil in het Meine vertrek. Olsen zat aan het venster en staarde, in gepeins verzonken, voor zich uit. Petersen trok aan zijn pijp, waarvan de inhoud lichter ten vuriger schoon te -gloeien, naarmate hlet donkerder w-end. Het is tijd om- d'e lampen aan te steken. Met zwaren tred verhef hij. (dte ka mer en Mom 'die krakende, steiflie wen teltrap op, die naar het bovenste pl-at-. form! leidde, waar d'e laimpen zich bevonden. Olsen bemerkte nauwelijks, dat zijn vriend was heengegaan. Plotseling wekte een dof gebons hem uit zijn ge peins. Daarop hoorde hij een© luide verwenischliing ,en na -eenige o ogenblik ken stilte w-eerMönk, half steunend', half boos, zijn naam Hans Hij snelde de krap op. Daar lag Petersen en raasde, omdat hij- uitge gleden was en zijn voet had verstuikt, zooda-t hij ni'et kooi opstaan. Ga naar boven, Hans, en steek de lampen aamDadielijk zal d'e bui los breken-En de „Meteoor" is op komstEen geluk, dlat jij bier bent Hans klom naar het platform. Bij-na had' de storm hem over dte borstwe ring geslingerd, toen hij zoo plotse ling in -de open lucht kwam. Hij had er niets van- bemerkt, dat sedea't ge ruimen tijd! een zwarte wolkeiimuur in biet- oosten; was opgetrokken. Thans na der dte het onweer met groote snel heid. Donkere wolkenmassa's ver slonden de schemering. Overal was dikke duisternis. Alleen liet woedend' bruisen -der ■zee steeg naar boven en vermengde zich met het huilen van- den storm tot een schrikwekkend ju bellied der vernietigendte elementien, die op slachtoffers loerden Terwijl hij zich met de rechterhand aan de 'leuning vastklampte, staarde hij in de -duisternis. Wie daar thans buiten was, alleen door ©en wand van planken gescheiden Van de schui mende offers opaiseliende zee, dien. mocht de hemel genadig zijn. Ee-n© vaste hand moet het stu-ur houden, als luet schip bij zulk weer den weg naar dte luaven vimden zal. En Jurgen heeft zulk 'n vaste li-and JurgenAls hij -niet terugkeerde, als 'hij dlaarbudten verzonk in de on metelijke diepte, -dan, ja, dan zou Olsen gelukkig kunneai wordenhij; en Anne Marie. Zij bemJihde hem en moest haar leven treurend' doorbren gen aan de -zijde van -den ruwen Mant. Maar zelfs Jurgen zou den ingang van de haven niet vinden, als liet- licht van dien vuurtoren hem den Weg ni-et wees tusschen zandbanken- en langs ondiepten. Olsen stond onbeweeglijk en staar de in dte duisttenniiis. Hij hoorde niet h-et angstig geroep van den vuurto renwachter, die van beneden steun- d Hans, heb je -de lampelu aange stoken' De booze machten juichten in de lucht en brulden u-iit de diepte -naar omhoog een wild' triomflied, omdati het hun- gelukt was eten menschen- h-art tie bemachtigen. Plotseling -werden ver weg op zee (Lichten zichtbaar. Nu eens verdwijnen zij, dan Wtee-r duiken zij op, m-aar langzaam -komen zij voortdurend na der. Het zijn die lichtten van de „Me teoor". De wo-lkanmuur scheurt en in stated- men valt zijn inhoud naar omlaag. Het koude nat zweept Olsen in het -gezicht en wekt. hem uit zijne ver- doovihg. -Hij strijkt mtet de band over het voorhoofd, adsof hij de booze ge dachten wil wegvegen, ten dan snelt hij naar de lantarens. Woedend w-eapt zich de wind op hem, om de vlam uit te blazen, maar de mtensch blijft overwinnaar. Dte een na den under beginnen de lampen te. schijnen en werpen een feilen Lldh-t- kegel, Idle ver weg zichtbaar is, in de duisternis uit. Moeilijk -ademhalend gaat Olsen de trap af. De isto-rm is gaan liggen de nacht is voorbij. Met krachtige riemslagen drijft Olsen de boot de haven in, waarin in Veilige rust de „Meteoor" schommelt. Het -gelaat van den jon gen nuan is strak, in zijn borst- is hef, of e-r iets gestorven is. M-aar hij moet hulp en een vervanger halten voor den gekwetsten vuurtorenwachter. Aan het strand staan Klaas Groot ©n Pletter Jansen -mtet, den kapitein van de „Meteoor" te praten. In het voorbijgaan hoort hij den laatste zeg gen Een geluk, dat tor rechter tijd 't' lich/t van den vuurtoren heigon tte schijnen, anders -zouden wij n-u allen -op den bo-diem der zee liggen, eve-nala drie arme Jurgen. Hans blijft staan en- staart den spre ker in het gelaat. Jurgeau? Wat is er met Jurgen gebeurd Hij Is tijdens iden overtocht aan' typhus gestorven. Sedert eergisteren slaapt hij beneden -in de zee den 'eeuwigen slaap. De bernlel zij zijne ziel genadig groot deel van den avonld mtet Miss Poole gedanst. Mteuig ijverzuchtig en valsch oog had hen reeds eenige weken bespied, en iin de clubs begon men- er over te spreken, dat R-aflibctoe bezig was den geleerde bij den neus te nemen-. Dd-t w-as oorzaak van den spo-tten- dten glimlach >op het gelaat van Char iiewood en het v-erheugde hem in den ondoorgrondelijken man, die hem zoo sterk ondier zijn miach-t hield, elen memschelijke zwakheid als jaloezie te ontdekken. Nu, het is goed, zei Chlarldtewo.od eindelijk; ik zal doen- wat je wenscM. Je bent een beste vent, antwoord de Sir Willi'am, vriendelijk gliimla/- chend, waaadoor zijn geheele gelaat aantrekkelijk en als met licht ©ver tegen werdje bent altijd een goede vriend voor mij geweest, Chariie wood'. - Ik heb weinig contanten op het oogeriblik, ging de ander voort. Dan zal ifk dadelijk teen ohèque voor je schrijven, antwoordde Sir William, van zijn stoel opstaande, o-m naar eten' schrijftafel te gaan in een hoek van de kamer. Het gelaat van Ghiarliewood hel der die op. Toen merkte hij, dlat zijn si gaar totaal scheef opgebrand was. Hij legde haar op eten -aschbakje en stak zijn hand in den zak van zijn overjas om een sigaret te krijgen. Hij haalde er een gewoon zilveren sigaretterikokea-tje uitdaarbij viel zijn oog toevallig op het wapen, dat e-" bui-ten op stond. Hij ontstelde, en keek nog eens, het zoo draaiende, dat het licht er op viel Het wapen van de familie Cbarlié- wiood was een hand met ©en strijdbijl en het- motto „Ne Morare", dat wa pen -stond op zijn eigen- sigaretten koker. Maar dit was het wapen der familie Chai'litewood niet. Het was een leeuw op een schild en-, het motto be stond uit hief enkele woord „Gard-es". Hij loon een uitroep Van verbazing riet onderdrukken. W-at is er vroeg Sir William, zich omkeerend. Ik -heb den sigarettenkoker van een ander in mij-n zak, -antwoordde Chariiewood', vol verbazing luet be wuste voorwerp openmakend. Er w-as nog maar één si-gairiet in, maar aan den anderen leant zaten verscheidene visitekaartjes, en-boven dien was de naam van den eigenaar aan de binnenzijde Van luet deksel ge graveerd. De koker viel uit de hand-en van Cha.rlitewood, ten hij werd bleek van schrik. Wat is er? vroeg zijn gastheer 'eea\ (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 19