RUBRIEK VOOR QINZR JEUGD.
Raadsels
(Deze raadsels zijn aliio inge
zonden door jongens en- meis
jes, dn© „Voor Onze Jeugd"
leizen. De namen van de Mn-
-detren, die mij vóór Donder
dagmorgen oplossingen zen-
dien,, worden in het volgend
(nummer bekend gemaakt)
1. (Ingezonden door Johaa Busé).
Mijn eerste drie idealen vormen sa
men den naam van een beroemd
Amerikaansdh ui-tvtader.
Mijn vtbeirdie deel dis dn dorp en stad.
Mijn geheel is een straat in Haar
lem.
2. (Ingezonden door Anna van
D aaien).
Welke raad is overbodig?
4. (Ingezonden idoor Truus Staal).
Mijn geheel is een gezellig spel e:
bestaat uit .tien letters.
1 2 3 7 iis een
4 9 5 lis geen land.
6 5 10 is een meisjesnaam.
In een 8 2 3 wordt gekookt.
5. (Ingezonden door Joh an Fairer).
Welke rivier in Spanje maakt g<
uit onderstaande letters?
gu q-aivi-rudliia'
6. (Inigezotolden d'oor AUhertus War
tig, diat je het boiek zoo mooi vindt
Is Sint ver,der ook nogal goed op je
1 >g?
Marie G r. Maar kind, wat heb
jij me bedorven! Daar krijg ik op
Sint Nieoiaasajvond zoo'n aan-dig pak
je. waar -met van die keurige, ik zou
liaast zeggen bekende lettertjes mijn
adres op staat en toen ik bet uit
pakte, kwam er een mooie, zelfge-
werkte vloeirol te voorschijn, die no-g
menigmaal -dienst zal doeni als ik aan
't briefjes beantwoorden ben, en die
voorloopdg al een mooi plaatsje op
mijn schrijftafel gevonden heeftDe
goede Sint bad 'het zeker te druk om
het pakje zelf te komen brengen-, en
heeft het daarom aan jo-u opgedra
gen Als je hem ziet, wil je hem d!an
heel hartelijk voor me bedanken, zeg,
dn wil je toean -dan ook vertellen, dat
ik er erg blij mee ben Nu heb je wel
gemerkt, dat -Sint goed! voor mij heeft
En nu- jij vertellenOok
veel pret gehad, en heeft Sint Nico-
laas zelf de -kleine nichtjes nog met
een bezoek vereerd En was Moeder
ir haar schik met het kleedje? Dat
mag ik nu zelcer wel vragen Ik
moest er oan l-achen toen ik hoorde,
dat de „Heldin" je zoo iin beslag ge
nomen had, dat je je parapluae liet
■staan Je hebt de „Heldin" op 5 De
cember toch niet nog eens gekregen
Dat zou toch wat al te veel van het
Wie van jullie kan mij het tegen
overgesteld© Keggen- van Theoloog
7. (Ingezonden door Martinus van
Waardij
Mijn geheel bestaat uit vier letter-
grepen.
Mijn eerste is een metaal vein drie
letters.
Mijn -tweede is het omgekeerde van
eeln muzieknoot.
Mijn «Derde en vierde vcfrnen sa
men een riviertje ih Gelderland.
Mijn geheel is een dorpje in Gro
ningen, bij de gemeente Baflo.
8. (Ingezonden door Diha Vestór).
Zo-ek uit onderstaand-en zin een be
graven- melsjiesnaaim'
Ik eet -niets meer.
9. (Ingezonden door Jo Ploeg).
Ik ben een dorpje in Friesland en
besta uit zes letters.
4 5 2 1 vindt men bij- den- mole
naar.
6 2 5 is een viervoetig Üli'er.
Yian 1 5 2 3 wordlön sternen ge
maakt,
10. (Ingezonden dioor Hendrik Bou-
m|an).
Wie was de vader van Abraham's
aoo-a
Raadseloplossingen
De oplossingen -van de raadsels der
vorige week zijn
1. Sint Nicoilaasfeest.
2. Potlood
3. Ik vinD IN Amsterdam- niet altij d
-den weg.
4. Tot hij het niet meer drinken
•wdflide.
5. Ken-aupark.
6. Armband.
7. Geen een, ze blijven alle liggen.
8. Natuurboter.
9. O doorn.
10. Niets, iets, ets.
Goede oplossingen ontving ik deze
w-eek van
J. van den- Heuvel Reimders 10, Joh.
Jansen 8, Johan Dalman 5, Corneiis
Postma 7, Albertus W-agenaar 5 (van
de vorige week), Mari'e en Johanna
Bijster 6, Engelitna van Waard 8, Ja-
ccbus Verhagen 8, (van de vorige
week 6), Elizabeth van der Poel 7,
Hendrik en Gerda Groeneveld 9,
Gustaaf Waage 10, Marie en Anna
van Zutfen 9, Waan Germöraad' 10,
Johanna Lipmann 8, Gerrdt Zwert-
broek 9, Jacob Mok 10, Gretha Vallent-
goed 10, Theo Rozenheek 9, A-driaan
van de Vens 8, Betsie Kruithof 10,
Betsy en- Trijntje Frölich 10, Ger-ard
Hekkelm-an 10, EngeKna van Waard
7 Willem Gerstól 10, Anna Groot 8,
Dirk Herschoe 10, Johannes Mulder
8, Hubertus Bank 9, Dirk Boeré 7,
Leonard Germeraad 10, Willem An-to-
nijsen 9.
Brievenbus
(Brieven, aan de Redactie van
«De Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden- aan Mej.
M. C. van Doorn-, Sopiria-
straat no. 22, Haarlem).
Gas V. Wel, Gus, jongen, wat
heeft die Sint jou mooi bedacht met
dat prachtige vers 1 Het heeft dtus ook
al weer zijn nut gehad, om je huis
naar dien goeden man te noemenIk
vind, dat die buurjuffrouw mooie ge
dichten maken- kan, en i-k vind het
erg leuk, dat j-e een vers- gekregen
hebt, dat ook -nog wat met onzen
wedstrijd te maken heeft. Je wilt het
vers zeker wel graag -terug hebben,
dus ik zal het voor je bewaren dan
mag je het Woensdagmiddag tus-
ech-en 1 en 2 uur komen- halen. Pret
Geraden
Sint Nicolaas was al in die stad, Itna
vist het heel zeker. Zelf had ze al
twee m-aal zoo'n raar geluid in- den
schoorsteen gehoord'; en Oorrie, Ina's
vriendinnetje, had eergisterenmorgen
twee suikeren schoentjes in haar
eigen schoen gevonden.
„Moes", vroeg Ina, „hoe weet Stat-
Nicol-aas toch, w-at dieder kind graag
heeft
„O", zei Moe, „hij luistert aan deu
ren en vensters en schoorsteenen, en
dan hoort hij w'el eens iwaf. Nu, en
dan vindt -hij soms ©en briefje in een
schoen, dn daar staat het op, wat
Mietje of Pietje, ofCorri© of Ina,
graag heeftEn raden- dat hij kan.
daar i-s niemand zoo knap in als Stat.
Is 't nu goed, vraagstertje?"
En lachend liep Moed'er weg.
Maar Ina z-eite ©en ernstig gezicht-
jo, en dien avond lag ze, vóór ze in- j
sli©p, noig lang te dlenk-en aan den1
poppenwagen-, dien ze zoo dolgraag
van Sint Nicolaas hebben wou en
waar ze Sant toch niet om vragen
durfde. Neen-, ze durfde niet,
want-ze had er al een, Sint zou
haar erg begeetrig vinden. Twee
poppenwagens, dat vind jullie ook
be geerig. Maar j-e weet ook niet,
hoe oud en leelijk Ina's wagen was
Haar oudste -zus, die nu al „juffrouw"
genoemd werd, had- er ai mee gespeeld
toen ze nog een klein meisje was.
En haar tweede zus ook al. Maar ta
„Zal ik het gauw ©ven voor je onder
den schoorsteen roepen, Ina, i-k durf
wel,
„O, neen, neen", riep In-ai, en ze'trok
Corrie bij de jurk weer .in de venster
bank.
„.Zullen wie dan- samen een briefje
klaar maken, .als 't Mcht op is Dat
leg je van-avond in je schoen, en
dan
„Neen-, dat is (allemaal heusch
vragenWacht eens, nu weet ik
wat, ja, ja, ik weet wat
En Ina klapte van blijdschap- in de
(handen.
„Wat dan Toe, gauw vertellen",
riep Corrie, en ze kroop dd-cht tegen
Ina aan.
„Ik wil-fluisterde Ina, „ik wil
Sint een raadseltje opgeven. Moe zegt,
'hij- is zoo knap in het raden. Eu nn
moet je eens hoeren »k ieg het ge
haakte spreitje uit mijn poppenwagen
i-n mijn -schoen. Als Sint dan het
spreitje ziet, zal hij -misschien raden,
dat ik graag ee<n- poppenwagen wil
hebben, om er het spreitje i-n te leg- j
genDat i® toch geen vragen
„Neen, dat is geen vragen-, vond
Corrie ook. „Ja, ja, dat doen wehet
spreitje in den schoen
Zoo -gebeurde het. Tusschiem wat
Ihooi en- eten stuk brood voor 't paard
werd het wa-geuspreitj-e gelegd.
„N-u, zullen wie wakker blijv-en, Ina,
om te zien-, wat -er gebeurt?" had
Corrie gevraagd'.
„Ja, we doen Ide oogen half dicht",
't niet is om op te smullen, waar is
bet dan voor, wat moet ik er dan
mee?"
Sint draaide hiet spreitje' -nog eens
om en om, trok rimpels in het voor
hoofd, en legde den vinger aan zijn
neus
„Wacht eens", riep hij-, „zou 'took
een dekkleed voor Schimmels rug
moeten verbeelden?Maar' neen,
dat kan toch- ook niet, je -rug is te
breed voor zoo'n prulletje, hè, Schdm-
-meltje Of is 't misschien- een
presentje voor jou een lapje, om
er een slaapmuts voor je zwarten
krullebol v-an te maken" en voor
de grap spreidde Sint het kleedje
over het hoofd van zijn zwart knecht
je. „Neen, hoor, ik kan 't niet ra
den, we zullien het kleedje maar mee
nemen -en eens in een- winkel vra
gen."
Dat gebeurde. In den eersten de/n
besten speelgoedwinkel, waar Stat
kwam, liet hij het spreitje aan de/ win
keljuffrouw zien en vroeg
„Kijk -eens, juffrouw, -dit heb ik in
een schoen gevonden. Zijn hier ook
zulke dingetjes te koop
De winkeljuffrouw glimlachte
zei-dia
„Neen, Sint Nicolaas, die -zijn niet
in die winkels -te koop. Zulke kleedjes
-haken d!e kleine meisjes zelf voor
hun poppenwagen-, 't is een poppen-
spreitje, -da-t n daar hebt."
„O, zoo' is ihet -dat, is het dat!..."
Toen- dacht Sint een poosje na en
■al die jaren was de poppenwagen
oud en gebrekkig geworden. Hij hing
heelemaal scheef, en Ina's poppen-
kind had' al geklaagd, dat ze er zoo
dikwijls uitviel.
Den volgenden dag, Zondag, w-as
Corrie op visite bij Ina, op speel-, ©et
en slaap visite, zooaas Ina's Moed-er
zei. Ja. Corrie mocht ook bij Ina blij
ven slapen, en samen zouden ze dan
's morgens weer naar school gaan.
Den h-eelen dug speelden de meisjes
druk. Maar toen het begon te sche
meren, echoven ze stil bij elkaar i-n
-een gezellig hoekje van- de venster
bank, en -daar werd het een gebabbel
en gefluister! Waarover? Natuurlijk
over S'nt NicolaasZou hij ook op
school komenZou hij strooien
Zou hij al wat moois voor ben ge
kocht hebben
„O, Corrie", fluisterde Ina, „dk h'eb
toch zóó'n zin in een poppenwagen I
Maar vragen durf ik niet."
„Doe het maar gerust, hoor", vond
Corrie, ik heb verleden jaar ook wei
om een paar bruine schoentjes ge
vraagd, en 'k had- toch el twee paar
schoenen. En Stat heeft ze ook ge
bracht."
„Ja, maar schoenen, die draag je,
dat is geen speelgoed".
zei' Iina, ,,-en (dan gluren we dóór de
gleufjes heen."
De oogen (kwamen- op een kiertje te
staan-. Maar Klaas Vaak was er ook
nog. Die kwam stil en zacht binnen
en deed de deurtjes heedeana-al dicht.
Sint kwam dien nacht, en Sint
vond Ina's vollen sch-oen.
„Komaan", dacht hij, „zoo mag ik
het zien, dat meisje heeft goed voor
mijn besten- sohimnrudl gezorgd."
Meteen nam hij vlug, want hij had
(haast, -allies uit den schoen en- liet er
een lekker stuk chocolade voor ta de
plaats glijden.
Schimmel hapt© eerst gretig toe,
te-en het zwarte knechtje hem 't lek
kere hapje uit In-a's schoen voor
hield. Maar daar schudde hij in
eens zijn kop, en uit zijn bek viel iets
wits op den grond.
't Knechtje nam het op, bekeek het
van alle kanten en bracht- het toen
aan zijn meester.
„Dit luist -hij niet(riep hij-, en- hij
lachte, -dat al zijn glinsterende witte
tanden te zien kwamen.
Sint nam het witte diing voorzichtig
bij één punt, en -nu lachte hij ook
„Of Schimmel gel-ijk heeft, diat >s
n-og droger dan hooi. Maar als
„Geraden 1" riep hij. „Juffrouw,
pak u dien mooi en poppenwagen
juist, dien met het groen loeren kapje
«ven voor me in. Ik ken een meisje,
dat heeft een heel ouden poppenwa-
genJa, ja, 't is al heel lang gele
den, dat ik er daar aan huis een
hraebtVragen om eeni nieuwen
durfde -ze nietJa, ja, en nu gaf ze
mij maar een raadseltje op 1 Zoo'n
guit 1"
Dein volgenden morgen, toen Ina en
Corrie wakker werden, waren het
hooi en 't brood en 't kleedje weg
Zou Sint
'tWerid 6 December. En 't eerste;
wat Ina zag, toen ze uit haar bed
k-eek, was een mooie nieuwe pop
penwagen, groen geverfd, met een
groen loeren kapje 1 't Spreitje lag er
netjes overheen.
„Geraden, geradenriep Ina, en ze
danste in 't rond van de pret. „Moes
wist het welSint is ©en baas in het
raden!"
De school begon dien Stat Nicolaas-
morgen pas om 10 uur, maar Ina
stond ial om 9 uur op -het school plein,
om Corrie op te wachten, dat be
grijp je!
H. D.
goed© zijnHeb je voor het kleinste
nichtje ook zoo'n mooi en bal gemaakt?
Wat ben ik weer aan 't praten! Maar
nu houd ik ook gauw opHeel veel
groeten, en nog eens hartelijk be
dankt
Henidrik en Gerda Gr. Ik
zal jullie vandaag maar een van do
eerste beurten geven, anders mocht ik
soms eens niet aan je brief toeko
men, en schrijven wil ik je toch Een
Brievenbus en geen brief aan jullie,
dat is haast iets ondenkbaars, en
voor een tweede maal mag dat niet
gebeuren Nu heb je dezen keer zeker
wel heel veel te vertellen. De laatste
brief was zoo in de haast geschreven-,
er- toen verlangde je zoo naar Woens
dagavond, dat j-e eigenlijk niets an
ders wist te schrijvenZou de pen
dezen keer wat gewilliger zijn, zeg
Anna Gr. En- ook Anna had zoo
een groote verlangflijst, dat ik heusch
wel graag wil weten-, welke van je
wenschen Stat Nicolaas verhoord
heeftAls je dit leest ben j-e zeker al
naar het groot© feest toe geweest, of
moet het no-g beginnen! Je hebt een
lev-entje, hoorEerst Woensdagavond
zco'n pret en nu Zaterdagavond al
weer Daar staat onze „Zaterdag
avond" versteld van, wil je dat wel
gelooven. Annaitje
Hubertus B. En- (hloie üs 't met
onze kleta© Hubertus Heelemaal
geen tandpijn meer, en heb je lekker
chocolade en banket kunnen smul
len Ik vind het prettig, -dat je eens
gauw bij me komt, hoorMaar dan
moet j-e zelf alles vragen wat je weten
wilt, zul je dat do©n? Ja. ik wil heel
graag weten, wat j-e van Sint Nico
laas gekregen hebtJe hebt -mooie
plannen voor later, maar ik hoop
toch, dat je eerst nog een paar jaar
tjes aan onze rubriek meedoet, jij ook
niet? Ook veel groeten aan Moeder
en aan je zuster. Dag, vent
Nell y de M. Vóór ik verder ga
moet -ik mijn vriendinnetje Nel eerst
eens even bedanken voor de aardige
verrassing op 6 December. Ik kon
wel zoo'-n beetje raden van wi© dat
keurige matje, waar mijn naam zoo
mooi op prijkte, -en- dat aardige
fleschje eau d-e cologne kwam- en dat
vind je zeker ook -niet heel erg dom
van me, is 't wel? Wat heb je dat
leuk gedaan, en wat mooi bedacht om
mijn naam daar -zoo netjes in te
vlechtenI-k ben eaig aan 't bewonde-
- ren geweest, en ik zie heusch geen
kans om -het j-e zoo mooi na te doen!
Nog wel bedankt. Nel
Th©o R. Prettig, -dat je ook mee
gaat doen, Theo, en raadsels wil ik
ook graag van je hebben, als je er
alsjeblieft het antwoord maar bij
schrijft, want ik ben zelf zoo v-reese-
lijk dom ta 't rad-en 1 En hoe oud1 ben
je? Vertel je me dat ook eens? En
stuur ome dan dat raadsel van van
daag nog maar een9, met het ant
woord er bij, dan zal -ik toet plaat
sen
Eliz abeth v. d. P.Ik vind je
raadsel heel aardig, en heel graag
wil ik het ta onze rubriek opnemen.
Wat vind je nu eigenlijk prettiger,
zelf raadsels raden of raadsels be-
idenken? En ga je ook meedoen aan
den nieuwen wedstrijd
Jacobus V. Of ik het goed
vind, dat je v-an de we©k maar ©en
dubbelen brief schreef? Wel, ik vind
het uitstekend, en daarom zal ik ook
maar zorgen, dat je -een lang ant
woord vindtPrettig, dat j-e zoo in je
schik bent met het boek, dat hoor ik
altijd graag! De oteuw© wedstrijd
wordt die volgende week bekend ge
maakt, maar wat het is, vertel ik nu
nog niet, idat zie je vandaag overeen
w-eek welJa, het speelgoed is ai uit
gedeald; d© kinderen waren -dol en
dolblij, maar daar vertel ilk je later
nog wel meer vanJ© hebt het druk
als je- 's avonds nog altijd) bezig bent
ook I Ik wil wel gelooven, dat er dan
niet veel tij d' meer overblijftHoe "s
't met Treesje, ©n hoe oud is dat klei
ne ding eigenlijk? Veel groeten voor
haar, ©n ook voor j-e zelf
Engelina van W. Je-brief
kwam de vorige week, jammer genoeg,
te 'laat lom nog te (beantwoorden, maar
nu zullen we toch zorgen, dat j-e van
daag niet weer tevergeefs kijkt! Ik wil
je heel graag ook eens -een boek lee-
nen; kom dan Woensdag tusscJheu een
en twee uur maar, dan zal ik wat
moois voor je uitzoeken! Ik vind het
zoo -leuk -dat ik je -dan meteen -eens zie!
Heb j-e -ook een pTettigen Sint Nico-
laasdag gehad, Engelientje? 'En is
Martinus d© oudste van het vijf-tal?
De raadsels zijn goed.
Gerri-t Zw. ,Zoo Gerrit, ga je
ook meedoen? Wel, ik vind het uitste
kend, en -ik hoop, dat je nog heel -dik
wijls mee zult doen voortaan. Vind je
brieven schrijven ook een prettig
werkje? -Of je -oo'k eens -een -prijs ver
dienen zult hangt natuurlijk van je i
zelf af, maar dat (begrijp je zeker wel.
We zullen het hopen, vind je niet?
Voor vandaag vast de groeten!
iMarie en-Annavan Z. Jullie
raadsel is heel goed! Ja, de kinderen
waren verschrikkelijk blij met het
speelgoed, en met de lekkere chocola-
de niet minder! Je hadt -al die geluk
kige gezichtjes eens moeten zien! Zoo
Annatje, ben jij een ijveriger sctirijf-
stertje dan (Marietje? Maar daarvoor
ben je ook de oudste, is 't niet? Heb
je veel pleizier gehad op 5 December?
Cornells P. Wel, daar vertelt
Cornells me, dat hij op 5 December ja
rig is "ook! Dat vertel je me nu eigen
lijk een beetje te laat, vent! Als je het
wat eerder geschreven hadt, dan had1
ik je tenminste behoorlijk op tijd kun
nen gelukwenschenNu ben ik te laat,
maar toch hoop ik, dat je een geluk
kig jaar zultlhetoben! Dat was een dub
bele feestdag voor j-e, hé? En dol veel
pleizier gehad, wed ik? Je hebt zeker
kleine broertjes en zusjes, is 't niet?
En kan je raden Waarom ik da-t denk?
Dina V. Vandaag zullen we
Dientje niet weer vergeten! Ik vind het
prettig, dat het boek zoo naar je zin
is, en dat vader -en moeder het ook
mooi vinden! Kleine vraag-al! Over die
-nieuwen wedstrijd izou je nu al wel
graag alles willen weten, is 't niet?
Nog een' weekje geduld, hoor! Nu, ik
wil wel gelooven, dat Sint (N-icolaas
je een beetje in het (hoofd zat! Die beste
man heeft heel wat op rijn geweten,
vind'je niet?
-GeraTtTiH. Van-daag over een
week komt de nieuwe wedstrijd -in de
courant, dus nog -even -wachten, Ge
rard! t Zal wel weer iets naar je zin
zijn, wed ik! Ik vind het erg jammer,
dat ik je Sint -Nicolaasveithaaltjes niet
kan opnemen; ze zijn wel goed! ver
teld, maar dat soort v-an -Sint Nico-
laasveilhalen hebben we al zoo erg
d-ikwijls gehoord, -en ik denk dat de
jongens en meisjes een Sint (Nicolaas-
verhaal als vandaag in de courant
staat, -toch- wel aardiger vinden, jij
ook niet? En nu zou fk wel zeggen:
dan plaatsen we het de volgende week,
maar -dan komt de -nieuwe wedstrijd,
en daarna wordFhet vooreen Sint Ni-
colaasvertiaal toch wel wat al te -laat,
vind je ook niet? Nu niet al te teleurge
steld -zijn, hoor! Een volgenden keer
beter, zullen we maar zeggen! Dag
Gerard!
J o en B e pp i e P. Prettig dat je
de „Hulde aan de Union" leuk vond,
en dat je toen zoo'n -echt pleizi-erigen
avond -hadt! En Woensdag hebben -jul
lie zeker -ook (heel veel pret gehad, als
Sint stoute 'Bep tenminste niet mee
naar Spanje genomen heeft! -Maar Ik'
denk -dat het -met „de nu zoete Bep"
wel goed afgeloopen zal zijn. Heb je
(beterschap (beloofd, klein ding? Wat je
©ver die andere firma schreef vind
-ik natuurlijk ook erg 1-euk. Wil je
'Sin-t Nicolaas ook de groeten terug
doen, zeg?
W i 11 e m G. Wat schrijft die Wil
lem al prachtige -brieven! Je kunt het
'handig, hoor! Prettig dat je ook al
-meer raadsels had opgelost! Waar g.a
je op school, zeg, -en waar heb je zoo
netjes schrijven geleerd?
Gr etha K. Wel Gretha, heb je
mooie pakjes gekregen? Vertel mij er
maar eens alles van, hoor! Pas nu de
zen keer maar op dat je de courant
niet weer verliest! Je raadsel heeft al
eens in -onze rubriek gestaan, dat is
jammer, hè? Prettig, dat moeder het
boek ook zog mooi vindt. Wees er nu-
maar heel voorzichtig mee! -Dag
-Greetje!
Dirk B. Het tweede raadsel is
goed, het eerste had al eens in onze
rubriek gestaan, Dirk! Hoe is 't er
mee? Ook een prettige Sint Nicolaas
gehad? Veel groeten!
Guust-aaf*W. Tot slot nog een
briefje aan dezen jongenheer. Zoo,
is Ferdinand niet -bang voor -Sinter
klaas. Nu, hij is -een flinke jongen,
maar bang hoef je toch voor Sinter
klaas niet te -zijn, vind je ook niet? Het
is zoo'n beste man! Was de tooverlan-
taarn mooi? Dat was ook al een pret
tige avond, hè Guus? Tot de volgende
week!
De briefjes van Johannes (Mulder,
Marie Bijster, (Jacob -Mok, Johanna
Bijster, Dirk Herschoe, Trijntje en
B-etsy -Frölich, Willem -Antonijsen,
Gretha Vall-entgoed, Adriaan van de
Ven -en Johanna Lipmann, zullen in
het volgend nummer (het eerst beant
woord' worden.
M. C. VAN DOORN.
kielen, d. w. -z. houten bladen -die bij
het transport tegen den buitenwand
worden vastgehouden, -doch wanneer
de booFte water gaat, 'opengeslagen
kunnen worden, zoodat zij horizontaal
op het water k-omen te liggen en zoo
doende de veiligheid van het vaartuig
je aanmerkelijk vermeerderen.
Aan -den bovenkant der zijwanden
bevinden -zich lussen van touw, die,
met eenige ringen aan vóór- en ach
terzijde en een houten richel langs de
lange zijd-en, het bootje gemakkelijk
te hanteeren maken.
Om het niet zware bootje te trans-
porieeren, wordt gebruik gemaakt
van het ra&erstel der -bekend© patro-on-
raderbaar: een ijzeren baar, steunend
op twee door een -gebogen ijzeren staaf
verbonden hooge wielen. Die baar kan
gébruikt worden met de gebogen staaf
raar boven of naar ben-eden gekeerd.
In het eerste geval hangt h-et bootje in
de baar; is -de baar gekanteld en komt
de boogopening van de staaf naar -be
neden, dan rust het bootje er bovenop.
Het voordeel van dit bootje is nu,
dat men in polderland of land, dat
zoo als onze provincie in alle richtin
gen door mta of meer breede slooten,
rivier-en, 'kanal-en wordt doorsneden,
met behulp van het vaartuigje man
schappen kan vervoeren, overal, wel
ke hindernissen zich ook mogen voor
do-en. Het hootj© wordt op zijn -wielen-
stel voortgetrokken, totdat -men aan
water komt. Is het een smalle sloot,
dan wordt het van de raderbaar ge
licht en naar den overkant geschoven.
-Een paar manschappen Ioopen door
de boot naar de overzijde, taten haar
diaar -kantelen en over den naar bo
ven gelegden bodem, die een brug
vormt, volgen de anderen en wordt
eveneens de raderbaar naar de over
zijde gereden.
Is de sloot breed, dan laat men boot
en raderbaar aan elkaar vastgehecht
te water. -(De -boot er bovenop). Al
thans men k-an dit doen. De manschap
pen maken van hunne korte schoppen
gebruik van roeispaan. Is het water
diep, dan -draagt de boot de raderen;
is het water laag, zoodat de wielen
grond voelen, dan draagt de rader
baar de boot. In dit geval wordt het
vaartuig voortgeboomd. Bij een zeer
breed water kan, met behulp van ijze
ren ringen, een soort van pontv-eer
worden ingesteld, doordat de eerste
ploeg, di© al roeiende overgestoken is,
een touw spant van oever tot oever.
Vandaar dat de manschappen, die de
boot begeleiden, voorzien zijn van ster
ke en lange touwen.
Een gesloten hek is voor bet trans
port van bet bootje geen bezwaar. Het
vaartuig wordt op zijn raderbaar zoo
ver mogelijk tegen het hek opgereden;
de kleinste helft bevindt zich dan
reeds over de hek-hoogte; men laat bet
bootje een wipplankbeweging volbren
gen en in het volgend oogenblik is het
reeds -door een paar manschappen aan
de overzijde neergelegd, gereed om op
nieuw op d-e raderbaar geplaatst te
worden, die door eenige paren stevige
Armen over het hek heen wordt getild.
Dit is een korte beschrijving van de-
re nieuwe uitvinding op militair ge
bied, gegeven nadat we in de buurt
onzer stad den uitvinder m-et eenige
rijner manschappen bezig zagen
met proefnemingen. Wellicht is hier
de oplossing gevonden van eene moei
lijkheid, die zich In lage waterlanden
bij de militair© oefeningen herhaalde
lijk deed gevoelen.
C,Leeuw. Crt.")
NAPOLEONS BOEKERIJ.
In „Atlantic Monthly" worden be
langrijke bijzonderheden medegedeeld
over de boeken v-an keizer Napoleon I,
die van jongsaf een boékenversltader
was. Men bezit nog een instructie, die
hij ta 1808 aan zijn bibliothecaris Bar
bier gaf over de vorming van de reis-
biblio-thieek. Deze moest uit 1000 doe
len bestaan, met duidelijke l-etters ge
drukt, zonder randen (om ruimt© te
vinnen) en gebonden ta marokijn. Zij
-moesten geborgen worden- telkens 00
in een loeren koffer, gevoerd met
groen fluweel. Telkens 40 moesten
godsdienstige onderwerpen, episch©
gedichten en tooneelstukken bevatten;
telkens 60 -andere gedichten, geschie
denis ©n romans-de overige enkel ge
denkschriften van manxuen van betee-
kenis.
Zoo vaak d© keizer een grootsch
plan ta zijn hoofd h-ad', verzamelde hij
daarover een aantal boeken.
Toen hij d-e Engelsch© heerschappij
in Indië wilde treffen, gaf hij Barbier
bev-eS van de Grieken en Romeinen af
alle berichten over tochten naar het
Oosten te verzamelen en daarvoor
kaarten- te laten maken. Hij vroeg
zelfs naar een Perzische geschiedenr-s
over d© veldtochten van Alexander den
Groote.
In 1811 bevatten de koffers d©r reis-
hibWotheek een aantal werken over
Lithauen, Koerland-, Lijfland, Polen,
de veldtochten van den Zweedschen
-koning Karei XII. De keizer verlang
de allerlei bijzonderheden o-ver de Bal-
tisch© provinciën. Een diplom#,a-t zou,
indien -hij er kennis v-an had gekre
gen, den veldtocht van 1812 hebben
kunnen voorspellen.
EEN BRAND MET VREESELIJKE
GEVOLGEN.
In het laboratorium van het Mercy-
hiospitaal te Pittsburg brak, tengevol
ge eener ontploffing, brand uit. De
brandweer drong naar binnen, er»
richtte ondier de flesschen en- tubes
groote verwoestingen aan. In deze tu
bes werden dertien verschillende ba
cillen gekweekt, o.a. van builenpest,
gele koorts en cholera. Men kan zich
d-e ontzetting van den commandant
voorstellen, toen hem dit werd mede-
Mens chen, paarden, slangen, alles
werd ontsmet.
I De brandweermainnen bevinden zi'ch
thans ta -afzonderlijke kamertjes,
waar ze streng geobserveerd worden.