RUBRIEK VOOR QINZR JEUGD. Raadsels (Deze raadsels zijn aliio inge zonden door jongens en- meis jes, dn© „Voor Onze Jeugd" leizen. De namen van de Mn- -detren, die mij vóór Donder dagmorgen oplossingen zen- dien,, worden in het volgend (nummer bekend gemaakt) 1. (Ingezonden door Johaa Busé). Mijn eerste drie idealen vormen sa men den naam van een beroemd Amerikaansdh ui-tvtader. Mijn vtbeirdie deel dis dn dorp en stad. Mijn geheel is een straat in Haar lem. 2. (Ingezonden door Anna van D aaien). Welke raad is overbodig? 4. (Ingezonden idoor Truus Staal). Mijn geheel is een gezellig spel e: bestaat uit .tien letters. 1 2 3 7 iis een 4 9 5 lis geen land. 6 5 10 is een meisjesnaam. In een 8 2 3 wordt gekookt. 5. (Ingezonden door Joh an Fairer). Welke rivier in Spanje maakt g< uit onderstaande letters? gu q-aivi-rudliia' 6. (Inigezotolden d'oor AUhertus War tig, diat je het boiek zoo mooi vindt Is Sint ver,der ook nogal goed op je 1 >g? Marie G r. Maar kind, wat heb jij me bedorven! Daar krijg ik op Sint Nieoiaasajvond zoo'n aan-dig pak je. waar -met van die keurige, ik zou liaast zeggen bekende lettertjes mijn adres op staat en toen ik bet uit pakte, kwam er een mooie, zelfge- werkte vloeirol te voorschijn, die no-g menigmaal -dienst zal doeni als ik aan 't briefjes beantwoorden ben, en die voorloopdg al een mooi plaatsje op mijn schrijftafel gevonden heeftDe goede Sint bad 'het zeker te druk om het pakje zelf te komen brengen-, en heeft het daarom aan jo-u opgedra gen Als je hem ziet, wil je hem d!an heel hartelijk voor me bedanken, zeg, dn wil je toean -dan ook vertellen, dat ik er erg blij mee ben Nu heb je wel gemerkt, dat -Sint goed! voor mij heeft En nu- jij vertellenOok veel pret gehad, en heeft Sint Nico- laas zelf de -kleine nichtjes nog met een bezoek vereerd En was Moeder ir haar schik met het kleedje? Dat mag ik nu zelcer wel vragen Ik moest er oan l-achen toen ik hoorde, dat de „Heldin" je zoo iin beslag ge nomen had, dat je je parapluae liet ■staan Je hebt de „Heldin" op 5 De cember toch niet nog eens gekregen Dat zou toch wat al te veel van het Wie van jullie kan mij het tegen overgesteld© Keggen- van Theoloog 7. (Ingezonden door Martinus van Waardij Mijn geheel bestaat uit vier letter- grepen. Mijn eerste is een metaal vein drie letters. Mijn -tweede is het omgekeerde van eeln muzieknoot. Mijn «Derde en vierde vcfrnen sa men een riviertje ih Gelderland. Mijn geheel is een dorpje in Gro ningen, bij de gemeente Baflo. 8. (Ingezonden door Diha Vestór). Zo-ek uit onderstaand-en zin een be graven- melsjiesnaaim' Ik eet -niets meer. 9. (Ingezonden door Jo Ploeg). Ik ben een dorpje in Friesland en besta uit zes letters. 4 5 2 1 vindt men bij- den- mole naar. 6 2 5 is een viervoetig Üli'er. Yian 1 5 2 3 wordlön sternen ge maakt, 10. (Ingezonden dioor Hendrik Bou- m|an). Wie was de vader van Abraham's aoo-a Raadseloplossingen De oplossingen -van de raadsels der vorige week zijn 1. Sint Nicoilaasfeest. 2. Potlood 3. Ik vinD IN Amsterdam- niet altij d -den weg. 4. Tot hij het niet meer drinken •wdflide. 5. Ken-aupark. 6. Armband. 7. Geen een, ze blijven alle liggen. 8. Natuurboter. 9. O doorn. 10. Niets, iets, ets. Goede oplossingen ontving ik deze w-eek van J. van den- Heuvel Reimders 10, Joh. Jansen 8, Johan Dalman 5, Corneiis Postma 7, Albertus W-agenaar 5 (van de vorige week), Mari'e en Johanna Bijster 6, Engelitna van Waard 8, Ja- ccbus Verhagen 8, (van de vorige week 6), Elizabeth van der Poel 7, Hendrik en Gerda Groeneveld 9, Gustaaf Waage 10, Marie en Anna van Zutfen 9, Waan Germöraad' 10, Johanna Lipmann 8, Gerrdt Zwert- broek 9, Jacob Mok 10, Gretha Vallent- goed 10, Theo Rozenheek 9, A-driaan van de Vens 8, Betsie Kruithof 10, Betsy en- Trijntje Frölich 10, Ger-ard Hekkelm-an 10, EngeKna van Waard 7 Willem Gerstól 10, Anna Groot 8, Dirk Herschoe 10, Johannes Mulder 8, Hubertus Bank 9, Dirk Boeré 7, Leonard Germeraad 10, Willem An-to- nijsen 9. Brievenbus (Brieven, aan de Redactie van «De Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden- aan Mej. M. C. van Doorn-, Sopiria- straat no. 22, Haarlem). Gas V. Wel, Gus, jongen, wat heeft die Sint jou mooi bedacht met dat prachtige vers 1 Het heeft dtus ook al weer zijn nut gehad, om je huis naar dien goeden man te noemenIk vind, dat die buurjuffrouw mooie ge dichten maken- kan, en i-k vind het erg leuk, dat j-e een vers- gekregen hebt, dat ook -nog wat met onzen wedstrijd te maken heeft. Je wilt het vers zeker wel graag -terug hebben, dus ik zal het voor je bewaren dan mag je het Woensdagmiddag tus- ech-en 1 en 2 uur komen- halen. Pret Geraden Sint Nicolaas was al in die stad, Itna vist het heel zeker. Zelf had ze al twee m-aal zoo'n raar geluid in- den schoorsteen gehoord'; en Oorrie, Ina's vriendinnetje, had eergisterenmorgen twee suikeren schoentjes in haar eigen schoen gevonden. „Moes", vroeg Ina, „hoe weet Stat- Nicol-aas toch, w-at dieder kind graag heeft „O", zei Moe, „hij luistert aan deu ren en vensters en schoorsteenen, en dan hoort hij w'el eens iwaf. Nu, en dan vindt -hij soms ©en briefje in een schoen, dn daar staat het op, wat Mietje of Pietje, ofCorri© of Ina, graag heeftEn raden- dat hij kan. daar i-s niemand zoo knap in als Stat. Is 't nu goed, vraagstertje?" En lachend liep Moed'er weg. Maar Ina z-eite ©en ernstig gezicht- jo, en dien avond lag ze, vóór ze in- j sli©p, noig lang te dlenk-en aan den1 poppenwagen-, dien ze zoo dolgraag van Sint Nicolaas hebben wou en waar ze Sant toch niet om vragen durfde. Neen-, ze durfde niet, want-ze had er al een, Sint zou haar erg begeetrig vinden. Twee poppenwagens, dat vind jullie ook be geerig. Maar j-e weet ook niet, hoe oud en leelijk Ina's wagen was Haar oudste -zus, die nu al „juffrouw" genoemd werd, had- er ai mee gespeeld toen ze nog een klein meisje was. En haar tweede zus ook al. Maar ta „Zal ik het gauw ©ven voor je onder den schoorsteen roepen, Ina, i-k durf wel, „O, neen, neen", riep In-ai, en ze'trok Corrie bij de jurk weer .in de venster bank. „.Zullen wie dan- samen een briefje klaar maken, .als 't Mcht op is Dat leg je van-avond in je schoen, en dan „Neen-, dat is (allemaal heusch vragenWacht eens, nu weet ik wat, ja, ja, ik weet wat En Ina klapte van blijdschap- in de (handen. „Wat dan Toe, gauw vertellen", riep Corrie, en ze kroop dd-cht tegen Ina aan. „Ik wil-fluisterde Ina, „ik wil Sint een raadseltje opgeven. Moe zegt, 'hij- is zoo knap in het raden. Eu nn moet je eens hoeren »k ieg het ge haakte spreitje uit mijn poppenwagen i-n mijn -schoen. Als Sint dan het spreitje ziet, zal hij -misschien raden, dat ik graag ee<n- poppenwagen wil hebben, om er het spreitje i-n te leg- j genDat i® toch geen vragen „Neen, dat is geen vragen-, vond Corrie ook. „Ja, ja, dat doen wehet spreitje in den schoen Zoo -gebeurde het. Tusschiem wat Ihooi en- eten stuk brood voor 't paard werd het wa-geuspreitj-e gelegd. „N-u, zullen wie wakker blijv-en, Ina, om te zien-, wat -er gebeurt?" had Corrie gevraagd'. „Ja, we doen Ide oogen half dicht", 't niet is om op te smullen, waar is bet dan voor, wat moet ik er dan mee?" Sint draaide hiet spreitje' -nog eens om en om, trok rimpels in het voor hoofd, en legde den vinger aan zijn neus „Wacht eens", riep hij-, „zou 'took een dekkleed voor Schimmels rug moeten verbeelden?Maar' neen, dat kan toch- ook niet, je -rug is te breed voor zoo'n prulletje, hè, Schdm- -meltje Of is 't misschien- een presentje voor jou een lapje, om er een slaapmuts voor je zwarten krullebol v-an te maken" en voor de grap spreidde Sint het kleedje over het hoofd van zijn zwart knecht je. „Neen, hoor, ik kan 't niet ra den, we zullien het kleedje maar mee nemen -en eens in een- winkel vra gen." Dat gebeurde. In den eersten de/n besten speelgoedwinkel, waar Stat kwam, liet hij het spreitje aan de/ win keljuffrouw zien en vroeg „Kijk -eens, juffrouw, -dit heb ik in een schoen gevonden. Zijn hier ook zulke dingetjes te koop De winkeljuffrouw glimlachte zei-dia „Neen, Sint Nicolaas, die -zijn niet in die winkels -te koop. Zulke kleedjes -haken d!e kleine meisjes zelf voor hun poppenwagen-, 't is een poppen- spreitje, -da-t n daar hebt." „O, zoo' is ihet -dat, is het dat!..." Toen- dacht Sint een poosje na en ■al die jaren was de poppenwagen oud en gebrekkig geworden. Hij hing heelemaal scheef, en Ina's poppen- kind had' al geklaagd, dat ze er zoo dikwijls uitviel. Den volgenden dag, Zondag, w-as Corrie op visite bij Ina, op speel-, ©et en slaap visite, zooaas Ina's Moed-er zei. Ja. Corrie mocht ook bij Ina blij ven slapen, en samen zouden ze dan 's morgens weer naar school gaan. Den h-eelen dug speelden de meisjes druk. Maar toen het begon te sche meren, echoven ze stil bij elkaar i-n -een gezellig hoekje van- de venster bank, en -daar werd het een gebabbel en gefluister! Waarover? Natuurlijk over S'nt NicolaasZou hij ook op school komenZou hij strooien Zou hij al wat moois voor ben ge kocht hebben „O, Corrie", fluisterde Ina, „dk h'eb toch zóó'n zin in een poppenwagen I Maar vragen durf ik niet." „Doe het maar gerust, hoor", vond Corrie, ik heb verleden jaar ook wei om een paar bruine schoentjes ge vraagd, en 'k had- toch el twee paar schoenen. En Stat heeft ze ook ge bracht." „Ja, maar schoenen, die draag je, dat is geen speelgoed". zei' Iina, ,,-en (dan gluren we dóór de gleufjes heen." De oogen (kwamen- op een kiertje te staan-. Maar Klaas Vaak was er ook nog. Die kwam stil en zacht binnen en deed de deurtjes heedeana-al dicht. Sint kwam dien nacht, en Sint vond Ina's vollen sch-oen. „Komaan", dacht hij, „zoo mag ik het zien, dat meisje heeft goed voor mijn besten- sohimnrudl gezorgd." Meteen nam hij vlug, want hij had (haast, -allies uit den schoen en- liet er een lekker stuk chocolade voor ta de plaats glijden. Schimmel hapt© eerst gretig toe, te-en het zwarte knechtje hem 't lek kere hapje uit In-a's schoen voor hield. Maar daar schudde hij in eens zijn kop, en uit zijn bek viel iets wits op den grond. 't Knechtje nam het op, bekeek het van alle kanten en bracht- het toen aan zijn meester. „Dit luist -hij niet(riep hij-, en- hij lachte, -dat al zijn glinsterende witte tanden te zien kwamen. Sint nam het witte diing voorzichtig bij één punt, en -nu lachte hij ook „Of Schimmel gel-ijk heeft, diat >s n-og droger dan hooi. Maar als „Geraden 1" riep hij. „Juffrouw, pak u dien mooi en poppenwagen juist, dien met het groen loeren kapje «ven voor me in. Ik ken een meisje, dat heeft een heel ouden poppenwa- genJa, ja, 't is al heel lang gele den, dat ik er daar aan huis een hraebtVragen om eeni nieuwen durfde -ze nietJa, ja, en nu gaf ze mij maar een raadseltje op 1 Zoo'n guit 1" Dein volgenden morgen, toen Ina en Corrie wakker werden, waren het hooi en 't brood en 't kleedje weg Zou Sint 'tWerid 6 December. En 't eerste; wat Ina zag, toen ze uit haar bed k-eek, was een mooie nieuwe pop penwagen, groen geverfd, met een groen loeren kapje 1 't Spreitje lag er netjes overheen. „Geraden, geradenriep Ina, en ze danste in 't rond van de pret. „Moes wist het welSint is ©en baas in het raden!" De school begon dien Stat Nicolaas- morgen pas om 10 uur, maar Ina stond ial om 9 uur op -het school plein, om Corrie op te wachten, dat be grijp je! H. D. goed© zijnHeb je voor het kleinste nichtje ook zoo'n mooi en bal gemaakt? Wat ben ik weer aan 't praten! Maar nu houd ik ook gauw opHeel veel groeten, en nog eens hartelijk be dankt Henidrik en Gerda Gr. Ik zal jullie vandaag maar een van do eerste beurten geven, anders mocht ik soms eens niet aan je brief toeko men, en schrijven wil ik je toch Een Brievenbus en geen brief aan jullie, dat is haast iets ondenkbaars, en voor een tweede maal mag dat niet gebeuren Nu heb je dezen keer zeker wel heel veel te vertellen. De laatste brief was zoo in de haast geschreven-, er- toen verlangde je zoo naar Woens dagavond, dat j-e eigenlijk niets an ders wist te schrijvenZou de pen dezen keer wat gewilliger zijn, zeg Anna Gr. En- ook Anna had zoo een groote verlangflijst, dat ik heusch wel graag wil weten-, welke van je wenschen Stat Nicolaas verhoord heeftAls je dit leest ben j-e zeker al naar het groot© feest toe geweest, of moet het no-g beginnen! Je hebt een lev-entje, hoorEerst Woensdagavond zco'n pret en nu Zaterdagavond al weer Daar staat onze „Zaterdag avond" versteld van, wil je dat wel gelooven. Annaitje Hubertus B. En- (hloie üs 't met onze kleta© Hubertus Heelemaal geen tandpijn meer, en heb je lekker chocolade en banket kunnen smul len Ik vind het prettig, -dat je eens gauw bij me komt, hoorMaar dan moet j-e zelf alles vragen wat je weten wilt, zul je dat do©n? Ja. ik wil heel graag weten, wat j-e van Sint Nico laas gekregen hebtJe hebt -mooie plannen voor later, maar ik hoop toch, dat je eerst nog een paar jaar tjes aan onze rubriek meedoet, jij ook niet? Ook veel groeten aan Moeder en aan je zuster. Dag, vent Nell y de M. Vóór ik verder ga moet -ik mijn vriendinnetje Nel eerst eens even bedanken voor de aardige verrassing op 6 December. Ik kon wel zoo'-n beetje raden van wi© dat keurige matje, waar mijn naam zoo mooi op prijkte, -en- dat aardige fleschje eau d-e cologne kwam- en dat vind je zeker ook -niet heel erg dom van me, is 't wel? Wat heb je dat leuk gedaan, en wat mooi bedacht om mijn naam daar -zoo netjes in te vlechtenI-k ben eaig aan 't bewonde- - ren geweest, en ik zie heusch geen kans om -het j-e zoo mooi na te doen! Nog wel bedankt. Nel Th©o R. Prettig, -dat je ook mee gaat doen, Theo, en raadsels wil ik ook graag van je hebben, als je er alsjeblieft het antwoord maar bij schrijft, want ik ben zelf zoo v-reese- lijk dom ta 't rad-en 1 En hoe oud1 ben je? Vertel je me dat ook eens? En stuur ome dan dat raadsel van van daag nog maar een9, met het ant woord er bij, dan zal -ik toet plaat sen Eliz abeth v. d. P.Ik vind je raadsel heel aardig, en heel graag wil ik het ta onze rubriek opnemen. Wat vind je nu eigenlijk prettiger, zelf raadsels raden of raadsels be- idenken? En ga je ook meedoen aan den nieuwen wedstrijd Jacobus V. Of ik het goed vind, dat je v-an de we©k maar ©en dubbelen brief schreef? Wel, ik vind het uitstekend, en daarom zal ik ook maar zorgen, dat je -een lang ant woord vindtPrettig, dat j-e zoo in je schik bent met het boek, dat hoor ik altijd graag! De oteuw© wedstrijd wordt die volgende week bekend ge maakt, maar wat het is, vertel ik nu nog niet, idat zie je vandaag overeen w-eek welJa, het speelgoed is ai uit gedeald; d© kinderen waren -dol en dolblij, maar daar vertel ilk je later nog wel meer vanJ© hebt het druk als je- 's avonds nog altijd) bezig bent ook I Ik wil wel gelooven, dat er dan niet veel tij d' meer overblijftHoe "s 't met Treesje, ©n hoe oud is dat klei ne ding eigenlijk? Veel groeten voor haar, ©n ook voor j-e zelf Engelina van W. Je-brief kwam de vorige week, jammer genoeg, te 'laat lom nog te (beantwoorden, maar nu zullen we toch zorgen, dat j-e van daag niet weer tevergeefs kijkt! Ik wil je heel graag ook eens -een boek lee- nen; kom dan Woensdag tusscJheu een en twee uur maar, dan zal ik wat moois voor je uitzoeken! Ik vind het zoo -leuk -dat ik je -dan meteen -eens zie! Heb j-e -ook een pTettigen Sint Nico- laasdag gehad, Engelientje? 'En is Martinus d© oudste van het vijf-tal? De raadsels zijn goed. Gerri-t Zw. ,Zoo Gerrit, ga je ook meedoen? Wel, ik vind het uitste kend, en -ik hoop, dat je nog heel -dik wijls mee zult doen voortaan. Vind je brieven schrijven ook een prettig werkje? -Of je -oo'k eens -een -prijs ver dienen zult hangt natuurlijk van je i zelf af, maar dat (begrijp je zeker wel. We zullen het hopen, vind je niet? Voor vandaag vast de groeten! iMarie en-Annavan Z. Jullie raadsel is heel goed! Ja, de kinderen waren verschrikkelijk blij met het speelgoed, en met de lekkere chocola- de niet minder! Je hadt -al die geluk kige gezichtjes eens moeten zien! Zoo Annatje, ben jij een ijveriger sctirijf- stertje dan (Marietje? Maar daarvoor ben je ook de oudste, is 't niet? Heb je veel pleizier gehad op 5 December? Cornells P. Wel, daar vertelt Cornells me, dat hij op 5 December ja rig is "ook! Dat vertel je me nu eigen lijk een beetje te laat, vent! Als je het wat eerder geschreven hadt, dan had1 ik je tenminste behoorlijk op tijd kun nen gelukwenschenNu ben ik te laat, maar toch hoop ik, dat je een geluk kig jaar zultlhetoben! Dat was een dub bele feestdag voor j-e, hé? En dol veel pleizier gehad, wed ik? Je hebt zeker kleine broertjes en zusjes, is 't niet? En kan je raden Waarom ik da-t denk? Dina V. Vandaag zullen we Dientje niet weer vergeten! Ik vind het prettig, dat het boek zoo naar je zin is, en dat vader -en moeder het ook mooi vinden! Kleine vraag-al! Over die -nieuwen wedstrijd izou je nu al wel graag alles willen weten, is 't niet? Nog een' weekje geduld, hoor! Nu, ik wil wel gelooven, dat Sint (N-icolaas je een beetje in het (hoofd zat! Die beste man heeft heel wat op rijn geweten, vind'je niet? -GeraTtTiH. Van-daag over een week komt de nieuwe wedstrijd -in de courant, dus nog -even -wachten, Ge rard! t Zal wel weer iets naar je zin zijn, wed ik! Ik vind het erg jammer, dat ik je Sint -Nicolaasveithaaltjes niet kan opnemen; ze zijn wel goed! ver teld, maar dat soort v-an -Sint Nico- laasveilhalen hebben we al zoo erg d-ikwijls gehoord, -en ik denk dat de jongens en meisjes een Sint (Nicolaas- verhaal als vandaag in de courant staat, -toch- wel aardiger vinden, jij ook niet? En nu zou fk wel zeggen: dan plaatsen we het de volgende week, maar -dan komt de -nieuwe wedstrijd, en daarna wordFhet vooreen Sint Ni- colaasvertiaal toch wel wat al te -laat, vind je ook niet? Nu niet al te teleurge steld -zijn, hoor! Een volgenden keer beter, zullen we maar zeggen! Dag Gerard! J o en B e pp i e P. Prettig dat je de „Hulde aan de Union" leuk vond, en dat je toen zoo'n -echt pleizi-erigen avond -hadt! En Woensdag hebben -jul lie zeker -ook (heel veel pret gehad, als Sint stoute 'Bep tenminste niet mee naar Spanje genomen heeft! -Maar Ik' denk -dat het -met „de nu zoete Bep" wel goed afgeloopen zal zijn. Heb je (beterschap (beloofd, klein ding? Wat je ©ver die andere firma schreef vind -ik natuurlijk ook erg 1-euk. Wil je 'Sin-t Nicolaas ook de groeten terug doen, zeg? W i 11 e m G. Wat schrijft die Wil lem al prachtige -brieven! Je kunt het 'handig, hoor! Prettig dat je ook al -meer raadsels had opgelost! Waar g.a je op school, zeg, -en waar heb je zoo netjes schrijven geleerd? Gr etha K. Wel Gretha, heb je mooie pakjes gekregen? Vertel mij er maar eens alles van, hoor! Pas nu de zen keer maar op dat je de courant niet weer verliest! Je raadsel heeft al eens in -onze rubriek gestaan, dat is jammer, hè? Prettig, dat moeder het boek ook zog mooi vindt. Wees er nu- maar heel voorzichtig mee! -Dag -Greetje! Dirk B. Het tweede raadsel is goed, het eerste had al eens in onze rubriek gestaan, Dirk! Hoe is 't er mee? Ook een prettige Sint Nicolaas gehad? Veel groeten! Guust-aaf*W. Tot slot nog een briefje aan dezen jongenheer. Zoo, is Ferdinand niet -bang voor -Sinter klaas. Nu, hij is -een flinke jongen, maar bang hoef je toch voor Sinter klaas niet te -zijn, vind je ook niet? Het is zoo'n beste man! Was de tooverlan- taarn mooi? Dat was ook al een pret tige avond, hè Guus? Tot de volgende week! De briefjes van Johannes (Mulder, Marie Bijster, (Jacob -Mok, Johanna Bijster, Dirk Herschoe, Trijntje en B-etsy -Frölich, Willem -Antonijsen, Gretha Vall-entgoed, Adriaan van de Ven -en Johanna Lipmann, zullen in het volgend nummer (het eerst beant woord' worden. M. C. VAN DOORN. kielen, d. w. -z. houten bladen -die bij het transport tegen den buitenwand worden vastgehouden, -doch wanneer de booFte water gaat, 'opengeslagen kunnen worden, zoodat zij horizontaal op het water k-omen te liggen en zoo doende de veiligheid van het vaartuig je aanmerkelijk vermeerderen. Aan -den bovenkant der zijwanden bevinden -zich lussen van touw, die, met eenige ringen aan vóór- en ach terzijde en een houten richel langs de lange zijd-en, het bootje gemakkelijk te hanteeren maken. Om het niet zware bootje te trans- porieeren, wordt gebruik gemaakt van het ra&erstel der -bekend© patro-on- raderbaar: een ijzeren baar, steunend op twee door een -gebogen ijzeren staaf verbonden hooge wielen. Die baar kan gébruikt worden met de gebogen staaf raar boven of naar ben-eden gekeerd. In het eerste geval hangt h-et bootje in de baar; is -de baar gekanteld en komt de boogopening van de staaf naar -be neden, dan rust het bootje er bovenop. Het voordeel van dit bootje is nu, dat men in polderland of land, dat zoo als onze provincie in alle richtin gen door mta of meer breede slooten, rivier-en, 'kanal-en wordt doorsneden, met behulp van het vaartuigje man schappen kan vervoeren, overal, wel ke hindernissen zich ook mogen voor do-en. Het hootj© wordt op zijn -wielen- stel voortgetrokken, totdat -men aan water komt. Is het een smalle sloot, dan wordt het van de raderbaar ge licht en naar den overkant geschoven. -Een paar manschappen Ioopen door de boot naar de overzijde, taten haar diaar -kantelen en over den naar bo ven gelegden bodem, die een brug vormt, volgen de anderen en wordt eveneens de raderbaar naar de over zijde gereden. Is de sloot breed, dan laat men boot en raderbaar aan elkaar vastgehecht te water. -(De -boot er bovenop). Al thans men k-an dit doen. De manschap pen maken van hunne korte schoppen gebruik van roeispaan. Is het water diep, dan -draagt de boot de raderen; is het water laag, zoodat de wielen grond voelen, dan draagt de rader baar de boot. In dit geval wordt het vaartuig voortgeboomd. Bij een zeer breed water kan, met behulp van ijze ren ringen, een soort van pontv-eer worden ingesteld, doordat de eerste ploeg, di© al roeiende overgestoken is, een touw spant van oever tot oever. Vandaar dat de manschappen, die de boot begeleiden, voorzien zijn van ster ke en lange touwen. Een gesloten hek is voor bet trans port van bet bootje geen bezwaar. Het vaartuig wordt op zijn raderbaar zoo ver mogelijk tegen het hek opgereden; de kleinste helft bevindt zich dan reeds over de hek-hoogte; men laat bet bootje een wipplankbeweging volbren gen en in het volgend oogenblik is het reeds -door een paar manschappen aan de overzijde neergelegd, gereed om op nieuw op d-e raderbaar geplaatst te worden, die door eenige paren stevige Armen over het hek heen wordt getild. Dit is een korte beschrijving van de- re nieuwe uitvinding op militair ge bied, gegeven nadat we in de buurt onzer stad den uitvinder m-et eenige rijner manschappen bezig zagen met proefnemingen. Wellicht is hier de oplossing gevonden van eene moei lijkheid, die zich In lage waterlanden bij de militair© oefeningen herhaalde lijk deed gevoelen. C,Leeuw. Crt.") NAPOLEONS BOEKERIJ. In „Atlantic Monthly" worden be langrijke bijzonderheden medegedeeld over de boeken v-an keizer Napoleon I, die van jongsaf een boékenversltader was. Men bezit nog een instructie, die hij ta 1808 aan zijn bibliothecaris Bar bier gaf over de vorming van de reis- biblio-thieek. Deze moest uit 1000 doe len bestaan, met duidelijke l-etters ge drukt, zonder randen (om ruimt© te vinnen) en gebonden ta marokijn. Zij -moesten geborgen worden- telkens 00 in een loeren koffer, gevoerd met groen fluweel. Telkens 40 moesten godsdienstige onderwerpen, episch© gedichten en tooneelstukken bevatten; telkens 60 -andere gedichten, geschie denis ©n romans-de overige enkel ge denkschriften van manxuen van betee- kenis. Zoo vaak d© keizer een grootsch plan ta zijn hoofd h-ad', verzamelde hij daarover een aantal boeken. Toen hij d-e Engelsch© heerschappij in Indië wilde treffen, gaf hij Barbier bev-eS van de Grieken en Romeinen af alle berichten over tochten naar het Oosten te verzamelen en daarvoor kaarten- te laten maken. Hij vroeg zelfs naar een Perzische geschiedenr-s over d© veldtochten van Alexander den Groote. In 1811 bevatten de koffers d©r reis- hibWotheek een aantal werken over Lithauen, Koerland-, Lijfland, Polen, de veldtochten van den Zweedschen -koning Karei XII. De keizer verlang de allerlei bijzonderheden o-ver de Bal- tisch© provinciën. Een diplom#,a-t zou, indien -hij er kennis v-an had gekre gen, den veldtocht van 1812 hebben kunnen voorspellen. EEN BRAND MET VREESELIJKE GEVOLGEN. In het laboratorium van het Mercy- hiospitaal te Pittsburg brak, tengevol ge eener ontploffing, brand uit. De brandweer drong naar binnen, er» richtte ondier de flesschen en- tubes groote verwoestingen aan. In deze tu bes werden dertien verschillende ba cillen gekweekt, o.a. van builenpest, gele koorts en cholera. Men kan zich d-e ontzetting van den commandant voorstellen, toen hem dit werd mede- Mens chen, paarden, slangen, alles werd ontsmet. I De brandweermainnen bevinden zi'ch thans ta -afzonderlijke kamertjes, waar ze streng geobserveerd worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11