het geklop, zonder van zijn werk op te zien. De roode zomerhoed verscheen om de deur en het meisje trippelde naar hem toe, ging in een stoel tegenover hem zitten en streek met een vlugge handbeweging een i ge weerbarstige donkerbruine krullen naar achteren. Vind ik je alweer in die stoffige, droge napieren begraven, Chris lachte zij. Hij wierp zijn pen neer. Ik wist niet, dat jij het was, Edna, zei hij vroolijk. Het spijt me, dat ik zoo ruw was, maar ik ten zoo overladen met werk. dat ik zelf niet wist, waar ik Was. Zij vertrok een weinig hlaate be koorlijk gezichtje. Dat is jammer, zeide zij, omdat ik zoo gaarne wilde, dat je me mee naar het mijnwerlöersbal nam. Je weet dat liet het eerste is. dat in het kamp wordt gegeven en het zal juist zoo mooi worden. Hij aarzelde en er vertoonde zich een spijtige trek op iziyn feJaat- Ik ben bang, dat ik niet gaan kan, Edna, zeide hij. Je ziet, dat ik mijn handen op het oogenblik zoo vol heb, dat ik aan -geen genoegens kan denken. Zij stak pruilend haar lippen voor uit. Je denkt veel te veel aan werken, zei ze. Het is het eenige niet het leven. Ongelukkig is 'het juist een groot deel van het leven voor mij. ant woordde hij. Je weet, dat de maat schappij van plan is hier spoedig een groot kantoor te stichten en het ia van de allergrootste beteehenis voor mij, dat ik daar chef van wordt. Dan zal ik met mijnheer Walla ce gaan, zei zij. Een pijnlijke trek vertoonde zich op Julian's s-elaat, toen hij haar aan keek. Het spijt me Bdna, maar je moet weten, dat Wallace hedennacht naar Carbola moet rijden om goud van deze week weg te brengen. Je schijnt het er op aangelegd ie hebben om mij geen enkel plezier te gunnen, Chris, antwoordde ze ver drietig. Kan niet een ander in de plaats van mijnheer Wallace gaan Er is niemand, wien ik zoo'n ver antwoordelijkheid op de schouders sou kunnen leggen. Zij perste haar lippen on elkaar. Ik geloof niet. dat het goed is, om hem voor zoo'n expeditie uit te eenden, merkte zij op. Hij is met 200 goed bekend met den weg en Mc. Durmer en zijn bende hebben ge dreigd op den een of anderen dag de goudzending aan te houden. Maar het is zijn plicht. Edna, eei de jonge man. Het meisje stond van haaT stoel op, haar oo"©n fonkelden en haar stem beefde toen zij antwoordde Zijn plicht schijnt hem altijd bij de meest gevaarlijke baantjes te roe pen. En met dit onrechtvaardig verwijt op haar'lippen, verliet zij haastig het vertrek. n. Julian zag haar op het paar dstij- gen en door de lange rijen van ten ten galonpeeren. Toen ging hij weer zitten, en verzonk in gepeins. Het zou zeer gemakkelijk voor liem zijn om ook aan die genoegens deel te ne men, zoo gemakkeiiik, dat het hem bijna dwaas toescheen te weigeren, maar de ruwe school van het leven, -waarin hij was opgegroeid, had hem een ruw stoïcisme .ingeprent, dat in de eerste plaats arbeid boven alle an dere din pén voorschreef. En de Laat ste woorden van 't meisje deden hem gelooven, dat het werkelijk Wallace was, dien zij tot begeleider wilde hebben. Zijn gedachten gingen terug over de tien lange jaren, die waren ver- loopen sedert hij in het kamp was ge komen als een jongen met. vele iucht- kasteelen, en het hoofd vol van het romantische, onafscheidelijk verbon den aan het leven in de tenten en om het kampvuur. De fortuin had hem niet begunstigd en zijn luchikastee- len waren verdwenen als sneeuw voor de zon. Maar in die dagen van moe deloosheid: verscheen hem een la chend bruinharig meisje, de dochter van een mijnwerker, die met hare kinderlijke vertroostende woorden de wanhoop over zijn tegenspoed weg nam. Om haar had hij jfnet hand en tand tegen het noodlot gestreden, en toen er een nieuw bankiershuis werd geopend, werd hij aangewezen als de voorloopt ge bestuurder. Toen was Wallace uit de stad over gekomen om hem en zijn drukke be zigheden bij te staan, en Julian ge voelde dat zijn komst een schaduw tusschen hem en het m'edsje had ge worpen. Wallace had een vriendelijk voorkomen, was op en top een ste deling, iets ouder dan Julian, hoewel niet Van 'zooveel ondervinding en werkkracht. Hij was van een zwakke, beweeg lijke natuur, maar had op een onver klaarbare manier door riin zelfge noegzaam optreden het meisje voor zich gewonnen. Het leven op de straat van denaar het kamp terugkeerende mijnwerkers deed Julian met hernieuwden ijver va ziin parv-eren verdiepen, toen ér op de deur werd geklopt en er een tele gram werd hinnengeworpen. Hij maakte het vlug open en zar meteen oogopslag dart het van het hoofdkan toor te Cabarlng kwam. het luidde: Neem heden snecïal© voorzorgen bij de goudverzending. McDurmer's bende moet zich in den omtrek schuil houden. De woorden van het meisje klonken hem nog in zijn ooren. toen hij het telegram op tafel wierp. Haar onge rustheid voor de veiligheid van Wal lace had hem dwaas toegeschenen, maar nu dreigde er werkelijk gevaar hij het t.ransporteeren van het goud over de hergen: Mc Durmer was een stoutmoedige gewetenlooze bandiet, die het reeds lang met' de politie aan den stok had. Er was misschien een hinderlaag. Een schot in den rug en een paard zonder berijder, van zijn ■goudlost ontdaan, was aan de gena de van de aanvallers overgeleverd. De gedachte kwam bii hem op. dat, in dien er iets met Wallace mocht ge beuren. het moisio hem ongetwiifeld daarover verwïitingen zou doen. Haar laatst© verwijt deed hem nog pijn. Eensklaps hoorde hij luide stoppen op de waranda en zijn collega ver scheen in de deur. Het paard is gezadeld eu wacht Ligt het goud klaar? Het was een jonge man van om streeks 28 jaar met zachte, vrouwe lijke trekken. Julian keek van zijne papieren op en zag hem aan. Alles is klaar Wallace maar je behoeft deze week niet te gaan. Waarom niet, vroeg de ander, terwijl zijn gelaat van vreugde op helderde. Ik ga zelf. Maar je hebt het nu toch zoo erg druk. niet waar Ja, tamelijk druk, antwoordde Julian, maar het is van belang, dat ik vannacht zelf naar CabaMag ga- Het scheen Wallace toe. dat door een bijzondere beschikking zijn vu rigste weusch vervuld zou worden. Hij had gedacht zich dien nacht op een eenzaam bergpad te bevinden, terwijl Julian en het meisje samen dansten in het verlichte gemeente huis zijn gezicht kon zijne vreugde daarover niet verbergen. En bovendien Wallace, zeide zijn chef, toen hij het vertrek wildie verla ten, ik zou gaarne willen, dat je Miss Machray naar het mijnwerkers bal vergezelde, ik geloof, dat je haar daar een groot plezier mee zoudt doen. Wallace stemde direct toe en was buiten z5ch zei ven van verwonde^ ring. III. Een uur later, toen de schemering zich over de vlakte uitspreidde, ver bet Julian heimelijk het kamp en volgde het lange, donkere pad, dat naar de heuvels leidde. Het was een rit van 40 mijlen door een ruwe en rotsachtige streek, op sommige plaat sen nauwelijks begaanbaar voor een geitmaar zijn pa and was een onver moeide b'ergponny, die stevig op haar pooten stond en zoo vlug was als de wind. Het beest nam korte, vlugge sprongen terwijl het den kop voor uitstak en met de hoeven die steenen op deed vliegen. Na een snellen rit van 10 mijlen over het steile pad' bereikte hij een plek in het gebergte, hoog boven het kamp gelegen. Ver benedien hem ge leken de dicht aaneengesloten rij'e.-n tenten een groep bieeke sterren, en Julian hoorde in zijn verbeelding het schuifelen van dansende voeten op den gladden vloer van de zaal en de zeurige muziek van de hasrmonica. Hij zag verder Edna, wier gezicht gloeide van opwinding, de zaal rond zwevende in Wallace's armen, glim lachend naar hem opziende. Hij verbande echter al deze droevi ge gedachten en reed gestadig voort. Hij verdween in het donkere geberg te en hij hoorde niets dan het scher pe. korte geluid der paardenhoeven op den harden granietrots en het zachte gekreun van den wind door de gom- en mirtenboomen. Het gewicht van den ruiler en van de leeren zakken begon het paard te vermoeien en de adem kwam er hor tend en stootena uit. t oen twee spit se bergtoppen op eienïgen afstand zichtbaar werden, sprong Mj uit den zadel eu leidde het paard over het rotsachtig pad. Het was de berucM© Turonpas, een smal geitenpad tusschen twee reus achtige granietmassa's en hij wist, dat dit de plaats zou zijn, waar Mc. Durmer in een hinderlaag zou liggen, indien hb van plan was, hem te over vallen. Hij meende zich te herinne ren, dat hij wel eens had hooren spre ken over een kronkelend rijpad over het gebergte, waardoor de pas ver meden kon worden 'en hij dacht het wel te kunnen vinden. Voor zichzelf was hij niet. hang, maar hij had on der zijn berusting de zuur verdiende spaarpenningen van vele mijnwer kers. en dit nojdzaakte hem om voor zichtig te zijn. Gedeeltelijk klimmen de. gedeeltelijk kruipende van het eene bosje gras naar het. andere, leidde hii zijn ponny over de bijna loodrechte hellingen, zoo nu en dan stilhoudend om te luisteren, terwijl al zijn zenuwen op het hoogst ge spannen waren. Maar de duisternis rondom hem scheen een afgesloten ruimte, waarin slechts zijn eigen schreden op den rotsbodem klonken als de trillingen van een stemvork. Hij had den top bereikt en stond stil om op adem te komen, toen. een zacht gefluit weerklonk van een rots tegenover hem gelegen. Op hetzelfde oogenblik doemden drie gestalten naast hem op en hij hoorde een ruwe stem uitroepen Geef u over, vreemdeling Zijn hand greep naar de revolver aan zijn zijde en 'hij schoot vanaf zijn heup biina. op *t zelfde oogenblik wa ren drie vurige tongen in de duistei- n-i's zichtbaar met een flikkering en een geknal en hii wankelde naar zijn paatd. Hii had nog voldoende kracht om in den zadel te klimmen en zijn paard aan te zetten tot éen woester» galop het bergpad af. Er weerklonk een tweede oorver- dPovend salvo en hij keerde zich een wrin-i.sr in dep zadel om. toen hij een minlijken schok gevoelde. De ponny nam een razenden galop' aan. IV. Het bal was geëindigd. "Wallace en Edna sloegen den hoek om. waar het kantoor stond, welks grauwe om trekken zich donker afteeken den te gen den achtergrond van de witte ten ten. Er .scheen eenig rumoer in de nabijheid van het gebouw te heer- schen. De deur stond open, en een helder schijnsel kwam uit een klein vertrek achter het kantoor. Een zes tal miinworkers stonden buiten fluis terend te spreken en aan de omhei ning was een paard met trillende flanken en geheel overdekt met schuim. Het meisje zag, dat het Julian's paard was aan de witte bles aan het voorhoofd en haar gezicht werd plot seling bleek. Wat is er gebeurd riep zij uit. Een van de mijnwerkers, die haar bemerkte wendde zich om en aarzeb de te antwoorden, toen hij haaramg- stigen blik zag. Tk ben bang, dat het heel egg is. zei hij. Die Mc Durmer moet den ar men Julian opgewacht hebben en heeft hem een ernstige wonde toege bracht, de dokter geeft niet veel hoop. Haar lippen beefden en een doode- lijke bleekheid verspreidde zich over haar lief gelaat. Eenige oogenblikken ïater knielde zij neer in de kleine kamer, waar het gele licht van een flikkerende kaars een onzeker licht verspreidde, naast het. bed, waarop de gewonide man lag uitgestrekt. Chris, 0 Chris, snikte zij, 0 Chris, ze" to oh wat tegen me. Hij wendde zijn gezicht naar haar toe en trachtte de uitdrukking van pijn, die er op lag voor haar te ver bergen. Dus jij bent het werkelijk, Ed na? zei hi i met een glimlach, ik dacht wel, dat ie zou komen, zoodra je het hoorde. Maar waarom ben je gegaan riep zij op bartstocMelijkên toon uit. Hij aarzelde een oogenblik en een flauwe glimlach gleed over zijn ge zicht. Ik hoorde dat Mc Durmer ineen hinderlaag lag en het zou laf geweest zijn, wanneer ik Wallace in de val had laten loopen. Zij boog zich teeder over hem heen, haar bruine haar streelde licht zijn wangen. Zij zagen elkaar diep in de oogen en toen, in algeheele overgave, boog zij het trotsche hoofd en kustte hem. Den volgenden dag kwam de dok ter met stralend gezicht uit de zieken kamer en wendde zich tot de menig te belangstellende mijnwerkers, die voor de deur stonden. Ik begrijp er geen steek meer van. ze; hij. Wanneer ooit iemand overeenkomstig de voorschriften der wetenschap had moeten sterven, is het Julian, maar hij is er bovenop en hij zal wel spoedig weer beter zijn. Ik begrijp niet wat de reden daarvan kan zijn. Maar de man en het meisje wisten het beiden. Ais Plaatsvervanger Door Maxiimo AuJdlouin. Ik moeit zeggen, mijn goede va der hefeft me daar eau eigenaardige opdracht gegeven, riep André d'Ornay terwijl ihij den brief van zijn papa op die tafel wierp. Ik moet hiem een juf frouw van gezelschap bezorgen', die zooveel defugden bezit, dat je er ge woonweg van duizeltWaar moet ik zoo'n witte raaf vinden? Nu, mis schien met wat overleg en goedlen ■wil D' Ornay stak een sigarette aan, liet zich in zijn stoel vallen en begon d'j advertenties te lezen; maar geen enkele er van trok zijne bijzondere opmerkzaamheid. Hij wilde reeds met lezen ophouden, toen zijn oog op de volgende regels viel „Een jong meisje, 24 jaar oud, „liefderijk van gemoed, van goe- ,,de familie, zou gaarne met een ,,rijk heer, zelfs wanneer hij oud „of ziekelijk is, willen trouwen, „ter wille van haar vader. Ze is „ook bereid buiten te wonen. Brie- ven. cim miej. g. a., adres uoll „portier Rue des Arènes No. 7." De eenvoudigheid van deze annon ce maakte op d' Ornay een levendigen indruk. Hij maakte er uit op, dat de persoon, welke ze had opgegeven, ,een eerlijk, oprecht karakter moest heb ben. Bij opmerkzaam nalezen werd die- ze eerste indruk nog versterkt en. on der den droefgieestigen invloed van dr schemering liet hij zijn gedachten naar 't verleden teruggaan. Daar zag hij in het halfdonker eeh gestalte voor zich, die langzamerhand de trekken van een andere onbekende aannam, welke eens met hem in aan raking was gekomen, 't Was een ar me muziek- of taal onderwijzeres, die drieanaal per week in het huis kwam, waar ze bij de huurders op de boven ste verdieping les gaf. Verscheidene keéren had ihïj haar op de trap ont moet- Door haar schoonheid en nog meer door de zachte en edele uitdrukking van haar gelaat getroffen, had hij een steeds grooter wordende gene genheid voor haar gevoeld. Daarbij wilde een eigenaardig toeval, dat hij baar telkens tegenkwam. Hij groette; zij beantwoordde zijn groet, en, ver heugde hij zich over déze ontmoeting, het meisje scheen ook volstrekt niet boos over de oplettendheid, welke hij haar betoonde. Maar toen waren plotseling haar lessen opgehouden en wijl hij haar adres niet kende, was hiun verkeer tot deze weinige ontmoetingen beperkt gebleven. Maar thans kwam plotseling hiet beeld van de arme muriekoraderwij-ze- res naast dat van juffrouw S. A. voor zijn geest. Welk een droeven roman van ellende doorleefde dit jon ge meisje, dat ze zich op haar jaren :ot voorwerp van zulk een handel wil de maken. Alleen om haar vader in zijn laatste dagen tot steun te zijn, wilde ze haar bloeiende jeugd aan een oud man wijden. En ze ging daar niet lichtzinnig op in. Op haar leef tijd weet men wat men dJoet; haar offer was wel overwogen en over legd. Ze wist wel, wat ze 'achterliet, en welke plichten haar wachtten. Om trent haar voorkomen was er niets medegedeelddat verried gepaste be scheidenheid, waardoor het boven dien reeds roerende beeld der onbe kende nog vollediger werd gemaakt. Als ze maar niet leelijk is Maar neen D' Ornay kwam tot de overtuiging, dat ze niet leelijk kon zijn. De „andere" was immers ook verrukkelijk geweest En hoe Icon men rich zoo'n fijnge voelige ziel in een misvormd lichaam voorstellen 1 Nu, me dunkt, dat zou iets voor papa rijn; ja, waarom niet? Laat me eens overleggenNaar alles te oordeelen, heeft juffrouw S. A. aan de mogelijkheid van zulk eem huwe lijk blijkbaar gedacht 'als aan een laatste redmiddel en zou zéker harte lijk blij rijn, als het haar bespaard bleef. En wat wordt er nu eigenlijk geëischt Ze moet een oud) soldaat, die aan irh-eumatiek lijdt, wat opvroo- lijkenNu, juffrouw S. A. kan haar vader meenemen, hij kan dicht bij het kasteel wonen, en ik rie niet in, waarom alles op deeze wijze niet uit stekend geschikt zou kunnen worden. Na deze monoloog eindigde André zijn overwegingen met de woorden Waarlijk, men kan het dn elk ge val eens probeerenik ga morgen naar de Rue d' Arènes 1 Links op de vijfde verdieping, had de portier gezegd. Op de deur was een. kaart gespijkerd, welke een tweeledig opschrift droeg: Felix Saint Aubin, gep. esc aiirons-chef Mejuffr. Amélia Saint Aubin', onderwijzeres in het Fnamsch, het Engelsch en het pianospel. D' Ornay drukte op het knopje van da eleotriisclie belbijna op hetzelfde oogenblik werd de deSur geopend, en een jong meisje werd zichtbaar. U? D' Ornay had een uitroep van blijde verrassing niet kunnen onderdrukken toten hij in. de onbekende de jonge on derwijzeres voor zich zag, wélker ver dwijnen een veel dieper indruk op hem had gemaakt dian hij zich zelven •wilde bekennen. Het van de trap komende licht viel op een gelaat \%n zeldzame» reinheid, dat door een diadeem, van dik, kas tanjebruin' haar nog schooner werd gemaakt. Ook het jonge meisje had den be zoeker herkend1, en ofschoon ze haar verrassing niet zoo duidelijk liet blij ken als hij, kon ze toch ook een ze kere gemoedsbeweging niet onder drukken. U herhaalde hij, u bent juf frouw S.A. En toén hij nu om die gunst van een privaat onderhoud had verzocht, vroeg ze verlof haar vader te mogen waarschuwen, maar kwam na een poosje terug en noodigde hem uit, om haar te volgen. Ze ging hem voor naar een kleinen salon, waar dé wei nige meubels zoo gerangschikt wa ren, dat ze een goeden indruk xnaak- Itl een armstoel bij het venster zat een grijsaard mét een -witten knevel, levendige oogen en het gezicht vau een soldaat. Hij droeg een Griéksche muts en een kamerj apon, las een cou rant en rookte daarbij uit eéne lange Lieve papa, zei het jonge meisje. De bezoeker trad nader. Sta me toe, majoor, mij aan u voor te stéllen André d' Ornay, audi teur bij den Raad van State. D' Ornay riep de majoor, ter wijl hij beproefde op te staan, wat hem echter niet gelukte. Au, drom mels dié vervloekte jicht! Neem me niet kwalijk, meneer, maar bet is niet mijn schuld, dat ik u zittend moet ontvangenD'Ornay, zei u... Bent ji misschien verwant met den generaal, die zoo heet? Ik ben zijn zoon. Zijn zoondan is er tusschen ons beiden geen lange voorstelling noodig. Uw hand, meneerIk heb onder uw vader gediendeen flink sol daat, dien ik van ganscher harte lief heb. De majoor stak dien jongen man de hand toe, welke deze stevig drukte. Ja, hij heeft mij nog als onder luitenant gekend en ik werd juist ritmeester toen men hem pensionneer- de. Ik wist, dat hij nog leefde, want we zenden elkander op Nieuwjaar een kaartjemaar 'ik ben blij, dat ik van u wat naders boor. Hoe gaat het den generaaL toch 7 Och, het gaat hem met zijn rfïeu- matiek niet veel betér dan u met uw jicht, majoor. Jicht en rheumatiek zijn broer tje en zusje; ©en heel akelige fami lieOch, 't is zoo jiammerik 'heb aan het hoofd van. .zoo'n mooi es- cadron gestaan en nu moet ik hier stijf in mijn stoed zitten-. Nu, men kan niet alles hebben'; het is nog een ge luk, wanneer zachte vrouwenhanden iemand die laatste dagen gemakkelij ker maken. Terwijl hij ©en blik vol liefde op zijn dochter wierp, vervolgde de oude heer Haar liefde verzacht veel bitter heid en dat 'heeft de generaal zeker ook gedacht, daar hij weer trouwen wil. Weer trouWen riep d' Ornay verbaasd. Wel zeker, zei de majoor met de hem eigen openhartigheidkomt u dan niet op Lilly's advertentie? Zeker Welnu dan, als u niet in eigen aangelegenheden komt, dan kan het toch alleen maar voor den generaal rijn. Die gevolgtrekking was volkomen logisch. Maar de jonge man was erin het eerste» oogenblik toch wat ver bluft door. Hij had de wending, wel ke het gesprek zoo spoedig nam, niet voorzien. Hoe zou hij nu die waar heid zeggen zonder dezen vader bit ter té krenken, wanneer hij -hem het eigenlijke doei van zijn bezoek mede deelde. Kon en mocht hij hem beken nen, dat. hij er slechts aan had ge dacht om het jonge meisje als zieken verpleegster, als een soort dienstbode voor zijn vader te winnen, maar heo- lemaal -niet als ©chtgenoote Intusschen had1 juffrouw Saint Au bin op een wenk van blaar vader dé kamer verlaten en de oude heer ver volgde op mededeélzamem toon Ik begrijp allesdé généraal heeft u als éclaireur vooruitgezonden, om het terrein eens te verkennen Ja, ja, wij arme menschen vallen maar al té vaak in handen van "'-n- trlgante menschen. Beken 't maar, ik heb alles geraden en dat is het ge heime doel van uw bezoek. Dé jonge man knikte half werktuig lijk met het hoofd. Welnu danu hebt Lilly en u hebt mij gezien; wij zijn brave men schen, maar ook niets meer. Ik heb mijn pensioen en mijn ridderkruisen, dat is alles. Lilly heeft om mij zelfs haar lessen moeten opgeven, daar we geen dienstmeisje meer kunnen houden. Daar we buitendien nog schulden hebben, komen we niet best uit en moeten aan de toekomst den ken. Wat moet er van mijn arm kind worden, als ik plotseling sterf? En zoo heeft het brave kind dan beslo ten rich op te offeren en wil iedereen trouwen, die haar maar hebben wil... haar en mij. Want ze wil niet van mij scheidenMaar zooveel kan ik u wél zeggen, de man, die haar krijgt is goed afwant Lilly is een braaf meisje, dat haar echtgenoot door te>e- dere zórg honderd maal zal vergoe den, wat hij misschien tegen zijn zin voor haarvader doetIk zou haar niet aan iedereen geven, maar ik ken den generaal en ben overtuigd, dat ze bij hem niet ongelukkig zal wor den want in hem zou ze ten minste zoo geen echtgenoot, dan toch een tweeden vader vinden. Ziezoo, me neer d: Ornay, dat kunt u uw vader zeggenhet is nu zijn zaak om een besluit te nemen. Stemt hij toe, dan brengt u mij zijn antwoordzoo niet, aan is een brief voldoende om de on derhandelingen iai te breken. Het j'onge meisje, dat door haar vader werd geroepen, verscheen weer in 't salon. In dén blik, welken ze op den bezoeker wierp, lag tegelijk me delijden en angst. André -ging deze blak -zeer ter harte, maar hij nam afscheid en -reed nog denzelfdien avond naar hét kasteel d' Ornay, Twee daigem later versoheen André weer bij dien majoor. Drommelsriep dleze lachend, u brengt me spoedig het 'antwoord van uw papa. Dit antwoord, majoor, berust op den indruk, welken ik bij mijn be zoek vara eergisteren héb ontvangen, en als er in uw beschikkingen niets veranderd is, heb ik de eer u officieel om de hand van mejuffrouw Saint Aubin té vragen. Ze is u toegestaan, meneer d' Or nayals ik zoo zeg ,,u", dan is dat natuurlijk maar bij mander van sprekenU bent de generaal, dien u, zooals men dat noemt, per procu re, vertegenwoordigt. Ja zeker, per procura, en ik ver zoek u mijn papa niet kwalijk te nemen, dat hij niet hier kan kornan zijn gezondheidstoestand veroorlooft hem -dat niet. Ach ja, die vervloekte rheuma tiek, dat begrijp ik Hij -heeft mij daarom ook volle dige volmacht gegeven om de voorbe reidende maatregelen te nemen, en als u zelf mij het afdoen der gebrui kelijke formaliteiten wilt toevertrou wen, ben ik g-aarue tot uw dienst. U behoeft me dan alleen maar de noo- döge stukken té geven. Natuux'lijku ziet, het is met mij even treurig gesteld als met den bra ven generaal en mijn brave dochter heeft absoluut geen idlée van dé voor schriften der wetWeet u wél, dat u een, heel beminnelijk ien voorko mend! schoonzoon per procura bent? Wait nu de toatériëele belangen van mejuffrouw Sairat Aubin be treft O, riep de majoor, laten we, als 't u belieft, daarover niet spreken. Als mij maar wordt toegestaan niet al té ver van mijn dochter te leven zonder iemand té hinderen U zult niet van elkaar worden gescheidenIk behoef wel nieit uit drukkelijk te verklaren, dat de toe komst van mevrouw d' Ornay in elk opricht wordt verzekerd. Men had' nu nog maar afspraken te maken omtrent de huwelijksvoltrek king an kwam overeen, om die over een maand op 't kasteel Ornay te doen plaats hebben. Tot zoolang zou een in Parijs wonende tante van den gene raal zich beschikbaar stellen, om het meisje bij de inkoopen behulpzaam te zijn. Daarop trok zich Aradré, vergezeld van zijn aanstaande stiefmoeder te rug. Toen hij bij de trap -afscheid wilde nemen, vroeg hij op zaöhtem toon Is alles overeenkomstig uwen weusch geregeld, juffrouw? Het jonge meisje werd bleek; men kon zien, dat ze rildehaar oogen werdén dof en- haar mond vertrok zich krampachtigze wendde het hoofdi af, om met -zachte stem te ant woorden] Ja, meneer, het I's alles goed zoo; ik dank u Nu zed hij op zonderlingen toon O, u verdient gélukkig té worden e~i voor zoover het van mij afhangt, zal mevrouw d' Ornay het worden ook. Toen de deur weer dicht was ge- paan, had! juffrouw Saint Aubin moei- om rich op de been te houden. Mijn hemel, smeekte ze, heb me delij-den met mijgeef mij moed; voor 't oog van allen, maar vooral vcor mijn vader moet ik gelukkig zijn. Het rollen van een rijtuig op het voorplein verkondigd© de aankomst van dén majoor en zijn dochter, die den vorigen avond bij vrienden van d' Ornay waren afgestapt, en nu, ge kleed voor de plechtigheid, den brui degom op zijn kasteel opzochten. Op dén drempel van den grooten ontvangsalon stond de genei-aal in gala-uniform, met al zijn ridderorden op do borst, leunend© op den arm van zijn zoon, om 't jonge meisje te ontvangen, dat over eenige oogen blikken zijn roemrijken -naam zou dragen. Zé kwam eindelijk, bekoorlijk schoon i-n haar wit bruidsgewaad, het gelaat witter -dian haar sluier, maar met vasten tred' en ©en glimlach, op de lippen nader. Zich oprichtende was de generaal haar tegemoet gegaan, zoo vlug zijne kwaal hem dat veroorloofde. Galant kuste hij haar de hand, beschouwde haar m-et ontroering era beworadiaring en zei Mijn lief kind, mijn zoon heeft me niet bedrogen, eln daar je glorie rijk een proef hebt doorstaan, waar aan ik je met opzet heb onderworpen, rie ik, dat je even dapper als schoon bent, en aanspraak hebt op al het ge luk, dat, naar ik Loop, van nu af je deel zal worden Ik ben zeer oud en jij zeer jong, daarom mag -ik me niet vleien, dat je dit geluk aan mijn zijde zult vin den. Maar ik weet, een ander zal met vreugde de verantwoordelijkheid op zich nemen en daarom vraag ik ver lof, om die op hem te mogen over dragen. Dien „ander" ken je ookhij wa9 mijn afgezant bij jeDaar hij reeds je bruidegom per procura was, zul je zoo goed moeten zijn te ver oorloven, dat ik hem de rol laat be houden, die hij tot dusver, voor zoo ver ik weet, tot ons aller tevreden heid heeft gespeeld Hij opende rijn armeen. Mijn dochter 1 Daarop nam hij haar hand, legde deze in die van André en voegde er bij: Je zult bij dien ruil niets verlie zen Wait? riep dé majoor verbaasd. De generaal keerde rich om, en klopte hem vertrouwelijk op den schouder Jij, oude jongen, hebt geen stem in 't kapittel. De eene schoonzoon is immers evenveel waard als de ande reEn geloof me, in het huwelijk is een generaal nog maar een stum per tegenover een reserve-luiten an vara 27 jaar 1 Maar, generaal Wel, wat heb je er tegen in t brengen Spreek op Wat ik in te brengen heb Ja 1 Heelecmaal nietsmaar dé papi< ren, de afkondiging, kortom, alle foi malitéitera? Dat is -alles in -orde, best© vrierw wat- bekommer jij je daaromHi ha, daar sta je verbaasd van te ki ken? Ja, ja, je had je eigenlijk nw nis een récruut in het ootje moete laten nemen, en dat nog wel doo zoo'n misdadiger van ©ear a.uditeui die van jouw onwetendheid gébruil heeft gemaakt, om alle jrapierén- i zijn voordeel te veranderenJ« ja, je bent er rnooii ingelooipen Mae je behoeft je er niét over te ergeretn kijk ons bruidspaar maar ©eras aam Bij deze woordien wees dé gearerao met zijn st-ok naar de jongelui. André stond bij zijn bruid, cile tham met blozende wangen en glimlachen den mond naar hem luisterde. Be den stonden hand in hand en oog - oog, en leefden reeds in den drooi van geluk, die voor hen begon. Wel, hoe is het, kinderen, zulle we maar raiet gaan? zei de generaa met rijn zware commandostem. D burgemeester zou ongeduldig woi den dus. voorwaarts marsch- André boog zich tot zijne toekom stige vrouw voorover, en fluisterd haar toe Vergeef me het dubbelzinnig spel, dat ik heb gespeeld Hij kon meer dan vergiffenis leze in dén blik, waarmee ze op deze - op zijn zachtst genomen overbodig vraag antwoordde Een Grost Uit 't Zweedsch door 'MARTA OFFEP De eiectrische tram stond stil ei een lang, mager heer met een bril op met kortgeknipt haar, bruinen knev« en scherpe gelaatstrekken stapte ei uit. Hij bleef besluiteloos op de straa staan en keek den tramwagen achtei na, die langzaam verdween. De plot selinge besluiteloosheid vormde eei scherp contrast met .het uiterlijk vai den man; het scheen dat hij het zei voelde en er verlegen door werd. E 'lag iets buitenlandsch in zijn doei en in zijn kleeding, zelfs zijn g-a.-n; scheen die vara een buitenlander. Eei geoefend oog zag, dat de hoed, de pa letot en het schoenwerk van moden Engelsch fatsoen waren. Hij stak eet sigarette aan en begon langzaam doo de straat te loopen. Nogmaals herdacht hij de pleizier reis, welke hij van uit -Amerika, he: land zijner werkzaamheid, had onder nomen, de groote steden, welke hi had bezocht en bekeken, de aangena me en nuttige kennismakingen, wei •ke hij had kunnen aanknoopen, di handelsverbindingen, welke 't hen gelukt was gedurende de rede te slui ten. Ja, alles te zamen was heel goei gegaan volgens een verstandig opge maakt plan ©n dank zij een goed voor ziene beurs. Maar thans bleven hen nog een paai- dingen te -doen over, di( hij dwaas noemde, omdat hij ze -over bodig achtte, die absoluut geen voor deel voor hem opleverden en strikt ge nomen ook v-oox niemand anders. Nu ja, -de eene taak wilde hij nu da delijk verrichten hij was van pi ai geweest zijn oude kindermeid te be zoeken, -die, zooals hij wast, hier ge trouwd was. Dat zou volstrekt nie: zoon onaangenaam bezoek worden hij had in New-York een dameshorlo ge gekocht met -een kleine briljant e: in; dat zou ze mooi vinden en het koi haar meteen bewijzen, wat een „ke rel" de vroegere „jongen" gewordei was. Hij faad het étui in den zak - o, het kon heel aardig worden, zooi babbeluurtje over herinneringen ui de kindsheid; zij was de eenige noj levende van degenen, die hij uit riji kinderjaren kende, en het was nu vij en twintig jaren geleden, dat hij haai voor de laatste maal had gezien Maar eerst moest hij nog naar wild vreemde menschen om hun een groei over te brengen. Die groet, ja dat was het dwaz/ en onaangename. Hij had alle senti mentaliteit van zich afgeschud; het le ven had reeds lang met harde hari in zijn lot ingegrepen -en hij was ei aan gewoon geraakt om met gelijk! munt te betalen. Maar wanneer 't iel» feeders en onverstandigs betrof, weit hij twijfelend; hij fcon zich d-ara nan welijks uitdrukken en handelde 01 overlegd. Zoo moest hij ook wel in e& goed, zwak uur geweest zijn, toen bi dit op zich genomen had: den gro» van een doode over te brengen e wel van een doode, die in zulk een el lende was gestorven als de arme, vei loopen en door drank verongelukt Georg. Reeds toen Georg in Amoril kwam, was hij onmogelijk en de los bondigheid, welke men hier thuis rei moerlelijk als zelfstandigheid had gt prezen, kon hij nooit kwijtraken. Hoe was 't ook weer o ja, hij tv dokter worden, en zijn vader, di wachtmeester of zoo iets was. rond' volstrekt niet pl-edzïerig, dat hij voc veearts ging studeeren hij was nS melijk vara 6tudi.e veranderd. Mafi zelfs tot veearts kon hij het niet brei gen de hemel weet welke dingen hi (hier had uitgehaald; in elk geval, ii was in rijn geboorteplaats onmogelij geworden en daarom bracht men hl laatste bijeen en zond hem naar Am» rika. Ja, ja, maar het gelukt niet a! tijd het daar tot -iets te brengen! Toen Georg in de zaak kwam, waai' in hij zelf deelhebber was, had rrtf* hem het opzicht over de paarden tofr vertrouwd, daar hij een soort intei dant voor de gansche transporta.fd« ling was. Nu bleek Georg's on dan! baarheid: nadat hij voor den eerst*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 10