RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
(Deze raadsels behooren bij dien
wedstrijd).
16. (Ingezonden door Dirk Boeré).
Mijn geheel bestaat uit vijftien let
ters.
12 13 14 15 ils eteto vloeistof.
3 10 12 8 is een dier.
12345678 maakt men van leer.
9 10 15 is eeai mensch.
11 10 6 1 is een zwemvogel.
17. (Ingezonden door Marietje de
Jong).
Ik bouw mij zelf een zijidien graf
En spin mijn ledgen leven al.
Dan neetm ilk uit dat graf de vlucht
En fladder vroolijlk door de lucht
In 't land gleef dik mijn jongen 't lie
ven,
En moet daarvoor liet mijne geven.
18. (Ingezonden door Johan Bou-
man.)
Wat maakt ge uit onderstaande let
ters? Dte oplossing is een straat in
Haarlem.
Ihiararetmastov
19. (Ingezonden door Ja Ploeg).
Zoeik uit onderstaandien zin een be
graven dorpje.
Hij hraik die nieuwe vaas en het
beeldje.
20. (Ingezonden' dooi' Martinus van
Waard).
Mijn eerste gebruikt men op school.
Mijn tweède is een boom.
Mijn geheel is den stad in Zuid-
Holland!.
21. (Ingezonden door Elizabeth, van
der Poel).
Ik ben een Letter van. beteekenis.
Snijdt ge mij door dan krijgt ge ©en
lengtemaat.
Sndjidt ge me nog eens door dan-ben
ik die naam van een vogel.
22. (Ingezonden door Louis de
Lagh).
Mijn geblete! is een weekblad en be
staat uit twaalf letters.
4 5 12 is een boom.
12 3 is een lichaamsdeel.
13 11 3 13 5 is een familielid.
6 8 5 10 is een deel van een schip.
7 5 3 13 is eten geldstuk.
8 9 4 is niet jong.
23. (Ingezonden door Betsy en Trijn
tje Frölich).
Welke stad is in onderst aanden zin
versaholen
Hebt ge nog oesters en mosselen te
bezorgen
24. (Ingezonden door Heiman Pope
lier).
Met z is het heel fijn.
Met h is höt een lichaamsdeel.
Met t is het onmisbaar.
Met b houdt het te z am een.
Met w vindt men in het to huis.
Met 1 wordt ihiet bebouwd.
25. (Ingezonden door Dtoa. Vestecr).
Mijn eerste kan de jeugd behagen
Mijn tweede is soms zwaar te dra
gen 1
En tegenwoordig hoort men veel
Dat afgeschaft is mijn gehleel.
26. (Ingezonden door Jacob Frank
fort).
Welken; rtog dlraagt men nooit om
deta vinger, maar is een plant, die in
de lente bloeit
27. (Ingezonden door Adriaan van
de Ven).
Mijn geheel bestaat uit negen let
ters en is een voorwerp, dat men da
gelijks gebruikt.
6 8 9 ontploft gemakkelijk.
Beta. 5 2 3 4 6 i!s niet vierkant.
1 8 9 is een kleedingstuk.
5 3 7 is koud.
2 3 6 8 is een meisjesnaam.
28. (Ingezonden door Alida de Bla
zer).
Twee maal r met s en b,
Vier maal e met ment;
Eén maal g, en één maal u,
Welk 'n woord verkrijgt ge nu
29. (Ingezonden door Engeltoa van
Waard).
Ik ben een plaats, waarin men niet
kan overnachten.,
Onthoofd ben ik een deugd, die ieder
moet betrachten
30. (Ingezonden door Dirk Ber-
schoeO.
Zodk uit onderstaanden zin een be
graven stadl
In het veen dampt het erg.
Onze Wedstrijd.
Zooals je ®iet, vindt je to dit num
mer van onze „Zaterdagavond" een
vijftiental nieuwe raadsels voor onzen
wedstrijd. Nu maar weer vlijtig aan
't oplossen Denk er aan de antwoor
den goed te bewarenIs de vorige
„Zaterdagavond" met de vijftien eer
ste raadsels soms weggeraakt, dan
kun je aan liet bureau van „Haar
lem's Dagblad", Groote Houtstraat 55,
een nieuw exemplaar krijgen.
Ook meisjes en jongens, dli» graag
nog medle willen doen aan dezen Wed
strijd kunnen daar, als het nooddg >s,
nog een .exemplaar van die vorige „Za
terdagavond" krijgen, en vinden daar
in dan meteen de voorwaarden van
dezen wedstrijd.
De eerste prijzen bestaan uit
EEN PRIKSLEE OF EEN PAAR
SCHAATSEN.
en
EEN SCHRHF-CASSETTE OF
EEN FOTOGRAFIETOESTEL.
En nu maar weer goed je best doen
om' .te maken, dat je inzending zoo
netjes en zoo goed mogelijk wordt
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Ktoder-Afdteeling moeten
gezonden worden' aan Mtej.
M. C. van Doom, Sophia-
straat No. 22, Haarlem).
J o en Beppie P. Vanavond zal
■ik beginnen met eten brief te schrijven
aan twee van de trouwste vriendinne
tjes van onze rubriek, en dat zijn Jo
en Beppie. Ik vind diet prettig, dat
het boek naar Jo's zin was, en ik
hoop, dat je het nieuwe ook leuk zult
vindenDe Kerstvertellingen die er
iu staan moet je op Kerstdag maar
eens lezen; dat komt-wel mooi uit,
vind je niet? Ja, ik heb wel gezien,
dat je op het vorige boek erg netjes
geweest bent, ten daarom mag je ook
nog heel dikwijls een boek ter leen
hebbenIk hoop, dat wat Bep geloof
de, uitgekomen is, en dat ze dus to
de Kerstvacantie ook wat te lezen
beeft! Zijn jullie al naar de fabriek
van de „Union" geweest? Dag, zus
jes, tot de volgende week
Jausje Vermeer. Ik vind het,
heet goed, dat je ook mee gaat doen,
en ik hoop, dat bot met de raadsels
goed! zal gaan en dat jie veel oplossin
gen vinden zultMaar hoe oud beu
ie Verte! je me dat ook eens
The oi R. Je nieuwe raadsel vind
ik heel goed, en ik zal het dus in on
ze rubriek opnemen. Ik hoop, dat ik
etr eens gauw een plaatsje voor heb!
Gerard Dou was ©en bekend schilder.
Kom je we! eens to Amsterdam
Vraag dan' maar eens of je naar bet
Rijks-Museum mag; daar hangen ook
schilderijen van Gerard Dou een van
de meest bekende heet „De Avond
school". Goed ontbonden, hoor! Je
doet toch ook mee aan den raadsel
wedstrijd, is 't niet Theo Vind je de
raadsels moeilijk?
Jacoba S. O, wat hebben- jul-
li'e veel pret gehad met den gooche
laar Mochten julbte allemaal proe
ven van den pannekoek? Die „Mijn
heer Dirk" zal een knappe kok wor
den, als hij nu al pannekoeken kan
bakken in een hoedIs Dirk jonger
dan jullie tweetjes, en heb je nog
meer broertjes? Dat zal in Januari
ook nog heel wat plezier geven met
die twee verjaardagen van zeker twee
tal Ei zal 't goied onthouden, en dan
kom i'k je in onze rubriek heel deftig
feliciteeren Vind je dat. goed
Anna van D. Allereerst harte
lijk gelukgewenscht op dezen grooteui
dagDat treft prachtig, hè, dat onze
Zaterdagavond" dezen keer juist op
den 22sten komtNu komt mijn feli
citatie toch eens precies op tijdAls
je dit nu leest is eten groot gedeelte
van dien' prettigeu dag al voorbij, en
ik hoop dan ook, dat je heel veel
plezier hebt gehad en nog zult heb
ben O, kwam Sint Nicolaas zelf Ik
Een bijzondere Oom.
(Om te lezen op 29 December).
Frans heeft een oom, waar hij bij
zonder veel van houdt. Die oom is de
oom van zijn Pa, dus 's het Frans'
oudoom, 't Is dus ook -een bijzondere
oom, waar Frans zoo veel van houdt.
Dte oom. nu woont wel twee uur
vani Frans vandaan. Maar hij komt
heel dikwijls over met dien trein, on
eet dan, en slaapt dan, dus logeert
to Frans' huis.
Nu ils Oom er ook weer, en nu is
bet 'dubbel prettig, want 't is de laat
ste week van 't jaar, en dat is zoo'n
gezellige week. Vooral met Oom erbij.
Oom bedenkt altijd allerlLe-i prettige
dingen. En Oom kan altijd allies van
Frans' Moe gedaan krijgen. Als het
Oudejaarsdag is, moet Moe voor Oom
Nieuwjaarskoeken bakken. Dan komt
er een groot Ni-efuwjaarsijzer van den
zolder. Daar staan de namen to van
Frans' over-grootvader en over-groot-
moieder. Als de ronde, platte koek
gaar uit liet ijzer komt, staan aan de
eten© zij-die de letters er to gedrukt, en
a.an de andere zijde zijn er. aardige
kleine ruitjes.
't Is heel moeilijk de koeken heel
uit het ijzer te krijgen, w.aot ze zijn
zoo dun. Je kunt er haast doorheen
kijken. Zus moet met een schaar voor
zichtig de bruine randjes er afknip
pen'. Dat geeft lekkere kruimeltjes.
Frans en zijn zusjes krijgen ook
een heetten koek om te proeven.
Als 't Nieuwjaarsdag is, krijgen ze
er zooveelDan moeten ze ook een
kunstje doen met de dunne, heel dun
ne koeken. Oom leert hun dat. Oom
legt den koek to' die open linkerhand.
„Ik wed, dat ik hem met den knok
kel van mijn rechter wijsvinger to
drie stukken zal slaan", zegt Oom.
,.Als er meer stukken zijn, m-sng jullie
die opeten."
't Is een' heele kunst zoo'n broozen
koek precies to dlrie stukken te slaan.
Heel dikwijls mogen- de kinderen een
stuk, dlat ter te veel is, opeten. Maar
Oom mag nog meer stukken opeten,
want Frans en zijn zusje slaan meest
al niet voorzichtig genoeg.
Nog een ander grapje weet Oom met
den Nieuwjaarskoek. We moeten den
koek tusschen de lippen nemen en
dan, hem al ronddraaiend, opeten,
zonder er met een hand aan te ra
ken. Dat is zoo moeilijk, daar wordt
braaf bij gelachen.
Verleden jaar lie eft Oom Frans zoo
mooi gefopt, 't Was de 29ste Decem
ber.
„Jongen", zei Oom, „vandaag is er
een man op de Markt té ziten, die heeft
net zooveel oogen to 't hoofd, als er
dagen to 't jaar zijn."
Nu, een man met 365 oogen in liet
hoofd, dien man wou Frans wel eens
zien. Hij ging naar de Markt, maar
kon den mian miet die vele oogen ner
gens ontdekken. Nu was Frans toch
wel een beetje boos op Oom.
,,'t Is niet waar!" riep hij, toen- bij
thuis kwam. „Oom heeft mij vergeefs
laten loopen
„J.a", zei Oom, „je hebt vergeefs ge-
loopen, maar 't is toch wel waar wat
ik gezegd heb."
Frans schudde het hoofd.
„Nu nog mooier", zei Oom. „Hier
is iemand in de kamer, die zooveel
oogen to> het hoofd heeft, als er dag-en
in 't jaar zijn."
Fraais begreep er niets van.
„N-o-g", zei Moeder.
„N o g riep Frans. „O, nu weetik
liet, als er nog dagen in het jaar
zijn. En 't is de 29ste, dus er zijn nog
twee dagen in 't jaar, en de man heeft
twee oogen."
Nu kon Frans niet meer boos zijn.
Maar hij liet zich- den volgenden dag
niet weer beetnemen, toen Oom zei
„Er staat een1 man op de Marlet met
zc-oveel neuzen, als er dagen to het
jaar zijn."
Vandaag, 't is weer de 29ste De
cember, wil Frans zijn vriendjes eent-
foppen.
Nog twee dagen dan gaat Moeder
weer aan 't bakken met liet oude
bvleuwjaarsljzer. Eil dan Kuuil ile
vroolijke Nieuwjaarsmorgen.„Wat een
pret, om Oom bet Nieuwe jaar af te
winnen. Verleden jaar heeft Frans het
verloren. Toen was Oom ook achter de
deur gekropen.
En dan het ontbijt met broodjes,
zoo heet., dat je je er wel aan branden
kunt. Ook al warme broodjes op
Nieuwjaar, omdat dat mode was toen
Ocm klein was. Oom w>l niets van
nieuwe modes weten. En Moeder
vindt be* zoo aardig, Oom to alles
•dien zin te geven. Zoolang Frans' oud
oompje leeft, zal Moe hem pleizier
doen.
„We hebben er ook miaar één", zegt
Moeder.
Nu, Frans vindt het niet naar, dat
Dom een beetje verwend wordt. Hij
beeft het ,er maai- heerlijk door.
„En" zegt Frans, ,,'t is ook een
bijzondere Oomb ons Oudoompje."
KI I K. L.
wil wel gelooven, dat je toen een
heel klein beetje schrikte, maai- Sant
is andiers toch eigenlijk geen man om
bang voor te zijn, vind je wed Veel
groeten, ook voor Moeder en Annie
Hendrik G r. Ik vind je raad
sel mooi bedacht, ten ik wil liét graag
plaatsen. Ik hoop nog to dteze-n wed
strijd Hoe heet dat kleine broertje
van je ook weer, dat nu twee jaar
wordt,? Het, is immers e»en broertje?
Je schreef mijnzonder in te vul
len of het een zusje of een broertje
was, en daardoor raakte ik een beetje
to de warVind je het erg dom van
me? Of van jezelf? Ik zal je er maar
niet mee plagendag, Htendrdk
Jo van den O. Nu is Jo aan de
beurt. Het speet me zoo, dat je brief
dte vorige week te laat was om nog te
beantwoorden, maar ik bon er toch
heusch. niets aan doemBen je weer
hteelemaal beter, Jo Blijft de kiespijn
nu weer weg? Je bent zeker blij, dat
dte Kerstvac-antie begonnen is, en
Annie ookVind je het verhaaltje dat
vandaag to onze rubriek staat, ook
niet aardig? He vond het prettig te
hoorein, dat Stot jullie goed bedacht
heeftHeb je op school ook een
mooien prijs gekregen? Dag, Jo, veel
rgoeten, ook voor Moèd'etr en An-ni'e
Ada'iaan van de V. Je hebt
zeker wel gezien, dat je de vorige
wieek 8 raadsels goed hadt. Jammer
genoeg kwamen ze te laat om je
naam nog in de courant te vermel
den En door den- wedstrijd kreeg
ik natuurlijk van dte week geen oplos
singen vaini je. Je doet toch zeker ook
aan den wedstrijd mee, is 't, nitet?
Gaat liet raden goed
Gretha K. O, Gretha, wat heb
ja me ©em prachtig lang raadsel ge
stuurd Ik hoop, diat ik bet voor onz-au
wedstrijd nog gebruiken kan Ik vdtad
dat Moeder heen-lijk voor je gezorgd
heeft om je zoo'n praclitige doos post
papier te geven daar heb je voor
eerst genoeg aan, hè? Nee, je hoeft
me nu iedere week geen raadselop
lossingen te sturen; dat lcomt later
aülemaal tegelijkVtod je het nieuwe
beek mooi?
Anna Gr. Wat zullen die pop
pen van jou mooie krullen hebben
Naai je ook dikwijls kleertjes voorde
pappenkin der en Dat is juist een
mooi werkje voor je, en vooral voor
die Kerstvacantiie, of heb je htet dan
te druk met andere ditogen? Doe je
best maar met den raadselwedstrijd,
dan vind je zeker veel oplossingen
Johan- van H. Zoo, jij bent
zeker van plan eten ijverige baas in
de aardrijkskunde te wordenOf
houd je toch eigenlijk meen1 van ge
schiedenis Ik vtod liet heel goed, dat
je het boek nog een poosje houdt, en
dat Moeder het dan ook lee:1k. Ik hoop
dat Moedert- bet even mooi zal vinden
als jij Ik geloof, dat de juffrouw van
Louis© eten grappenmaakster is, en
Louie© zelf is een klein bij-de-handje,
als ik bet niet mis heb Of Loui-se mij
ook eens ©en brief mag schrijven Ze
ker, dat vind ik best, ten dan zal ik
baar ook alleen antwoordenVeel
groeten voor jullie tweetjes
GerdaGr. Zoo, vind je mij
stoutJ© bent een brutaaltje, hoor,
wat durf jij wel te bewerönJij zou
zeker wel wiMen, dat ik mie eens flink
vergiste, en vandaag alle oplossingen
in de courant zettemaar dat gebeurt
nietWat hetenlijk, d-at Hendrik een
fox-terrier heeft gekregenHoe noe
men jullie hem Fox Ik ben van
daag maar eens goed op jullie ge
weest, en heb je miaar weer eens iedter
een aparten brief geschreven. Is het
nogal naar je zin-?
E1 ii z abet h v an derP. Ik ben
blij. dat het raden je meevalt, en ik
lioop dan ook, dat ik een mooie wed
strijd inzending van je krijg! Doe
vandaag maar weea- goed je best,
want er zijn een paar moeilijke raad-
•seis bij, dat wil ik je vooruit toch wel
vertellenJo imag zelf ook wel een
raadsel inzenden. Heb je al een mooi
bediacht
Hillego-nda S. Ja, de vorige
wedstrijd was hetel mooi; ik vind' het
zoo leuk, dat jullie er nog dikwijls
samien over praatBen j.e ook naar
den goochelaar geweest, Hilda? En
ga je in dè KersDvacantio ook flink
pret maken Het doet ime pledtzaer, dat
je den raadselwedstrijd zoo prettig
vindt! Gta vanavond maar weer dap
per aan het raden
Jansjo Scli. Volgens mijn
boekje hteb je nog van mij ter leen
„Hélène's Gelofte", dat ik je op 7 No
vember al gafZou je dat eens terug
willen brengen, want er zijn meer
jongens en meisjes, die htet graag le
zen willen Maakt Suusje het goed?
De groeten voor jullie beidjes
Rika van E. Ja, ik weet. nog
wel. dat je ook op onze tentoonstel
ling geweekt bent. Ik weet ook nog,
dat je „Rik" in het schrift schreef, en
dat je er later nog ganw een a bij
hebt geschreven; weet je dat ook nog?
Nu ik je diit verteld heb, weet je zeker
meteen wel, wie ik was, is 't niet?
Zit Neéltje Bonman bij je to de
klas Wat heb je al veel plaatjes in 't
album Heb je er al weer meer bijge-
krtegen Ik hoop, dat je volgenden
britef nu eens heel erg netjes is, dan
kan ik ook zien, dat je mooi kunt
schrijven Zul je je best doen?
Jan A. Ik vind het heel goed, dat
je weer mee gaat doen, JanBen je
de begraven stedien vergeten- Ik zal
je een voorbeeld geven. Er waren zes
plaatsen to den WAGEN INGENomeu.
D begraven stad to dezen zin is War
gentogen, het zijn de op elkaar vol
gende letters van verschillende woor
den. Begrijp je het nu weer? Doe maar
goed je best. Jan, en schrijf me nog
eens hoe oud je bent, want dat weet
ik nitet meer
T o en Betsievan W, Ik dacht
heusch, dat jullie tweetjes onze heel©
Kinderrubriek vergatHeb je het zoo
drulc gelvad? Ik 'hoop, dat je me nu
niet weer in den stetek zult laten O,
het vierde raadsel is wel moeilijk,
maai- 't is toch- wel te raden Probeer
het nog maar eens goedOf de kin-
cjieren blij waren met de cadeautjes?
Ze waren verruktIk wed zeker, dat
ze nu wel net zoo'n' prettigen Stot
N-icolaasdag hebben gehad! als jullie
Ook al hebben ze ieder nog niét half
zooveel gekregen! Leert To goed, en
vindt ze liet niet erg- naar om' va
cant ie te hebben?
Marie B. Graag zou ik nu
„Klimop", liet boek, dat ik je op 17
November leende, weer terug willen
hebben. Zou je het eens willen bren
gen Maakt Jo het ook goed, en zijn
jullie nu weer allebei in Haarlem
Cato B. Ja, er is net nog een
piaatsje over om je te schrijven, en
ik zal je dan ook maar gauw ver
tellen, dat ik het uitstekend vind, dat
je mee gaat 'doem. Wat leuk, dlat je
vijf broertjes -hebtWordt je nitet al
te erg dloor ze geplaagd En ben jij
de oudste van het troepje? Je raadsel
is goed; ik zal hiei to onze rubriek
opnemen. Heb je al veel oplossingen
gevonden
M. C. VAN DOORN.
keer paarden had afgehaald, ver
dween hij eenvoudig en was twee we
ken achtereen beschonken. Daarna
was hij den ganschen tijd een -leeg-
looper faij maakte voor een paar
borrels de kroegen schoon en in den
winter lag hij 's nachts achter de
kachels in die kroegen...
Arme Georg... want in den grond
van zijn hart was hij toch een aardige
goedhartige, maar zoo vreeselijk
zwakke jongen zoo werd hij ten
slotte ziek. En -toen, toen hij zijn ein
de voelde naderen, had hij hem, den
landgenoot, van uit het hospitaal
daarvan kennis doen geven. Hij had
gehoord, dat hij naar het vaderland
"wilde reizen.
Ja, dat kon niet ontkend worden.
Bewijs mij dan een dienst van
naar vader en moeder te gaan.
Bij- deze woorden had (hij zich in
zijn bed opgericht.
Groet hen. Beloof mij dat. Zeg
hun, dat ik aan hen heb gedacht toen
ik stierf. Ja, groet vooral moeder; ze
heeft om -mij geleden ach, welk een
ellendeling ben ik toch geweestl Geen
enkelen keer heb ik naar huis ge
schreven in al de vijf jaar, dat ik hier
was och, wat had ik moeten schrij
ven... Beloof mij dus, moeder te groe
ten...
En toen begon hij te snikken en
kreeg een hoestbui -en nog dienzelf
den nacht stierf Georg. Maar hij
zelf had beloofd naar Georgs ouders
te gaan, kreeg het adres en nu stond
hij hier voor de deur hunner woning.
De vreemdeling liep (heen en weer en
trok hevig aan zijn sigaar. Daar ginds
bij de jacht naar fortuin had hij ge
leerd kalm en vastberaden te wezen,
maar thans, in zoo'n doodnuchtere
omgeving, was hij van streek. Deze
opdracht kwelde hem, zoo vaak hij er
zich aan wilde onttrekken. Als Georg
nog tenminste maar leefde neen, hij
moest in elk geval doen wat hij be
loofd had. Hij wierp de sigaar weg en
ging haastig do gang van het huis
binnen.
De mehschen woonden drie trappen
hoog, hij ging zeer langzaam naar
boven. Bij een venster bleef hij staan;
hij zag een met asphalt bestraat plein,
waarop een menigte kinderen, armoe
dig gekleed, met elkaar speelden. Drie
trappen; daar was de deur E. Ol
son. Hij belde.
Een bleek, mager jong meisje open
de de deur. Ze zag er uit, alsof ze niet
veel slaap kreeg.
Ik kom uit Amerika...
Het meisje sloeg de handen ineen en
snelde de kamer weer in. Hij hoorde
haar roepen:
Papa, een lieer uit Amerika; (hij
brengt groeten van Georg!
De vreemdeling trad binnen en
sloot de deur. Bet was heelemaal don
ker in de corridor en het rook er on
aangenaam, als naar medicijnen. Hij
werd akelig te moede en bij wenschte,
dat hij zijn boodschap reeds gedaan
had en weer heen kon gaan. 't Beste
was, alles maar heel kort te zeggen,
dacht -hij. 'Maar op welke wijze? Georg
had immers nooit geschreven!
Ver achter in de corridor werd een
deur geopend en een klein, kaalhoof
dig man in een kamerjapon werd
zichtbaar. Hij kwam steeds buigende
nader en glimlachte daarbij half wel
willend, half onderdanig, nam den
bezoeker niettegenstaande diens pro
test de overjas af en hing die met den
hoed langzaam aan een haak. Onder-
tusschen zei hij half luide, alsof hdj
zich voor zijn bezoeker schaamde:
Allereerst moet ik u verzoeken
mij niet kwalijk te nemen, dat ik zoo
gekleed ben; ga als 't u blieft gauw
binnen; zoo, zoo, laat Georg eindelijk
van zich hooren och, lieve hemel,
ja, mijn vrouw is ziek, het is een el
lende, het is spoedig met haar gedaan
hier ziet het or zoo bedroefd uit;
neem het niet kwalijk, het arme meis
je moet alles doen, wees voor alles zoo
goed...
De vreemde gevoelde zich hoe langer
hoe meer verlegen. Hij begreep van
dien woordenstroom eigenlijk niets
anders dan dat de vrouw, de moeder,
op sterven lag hoe zou hij nu zijn
boodschap doen? Ik moet het hun
voorzichtig~mededeelen, zoo stuk voor
stuk, overlegde hiji.
Er on voorbereid dat (hij een aan
grijpende scène aan het ziekbed zou
moeten zien, volgde hij den ouden
man in de kamer.
Tot zijn groote geruststelling kon
hij echter constateeren, dat de zieke
in een ander vertrek moest liggen,
waarvan de deuren zeker gesloten wa
ren. De kamer, waarin men hem ver
zocht plaats te nemen, was een tus-
schenscheiding tusschen -een salon
en een woonkamer en goed, zelfs e©
nigszins overvloedig gemeubileerd.
De wachtmeester wist blijkbaar niet
recht, hoe hij met zijn vragen zou be
ginnen; misschien verwachtte hij wel
onaangename mededeelingen.Hij ging
naar een oude kast en opende die.
Mag ik zoo vrij zijn, u een glaas
je cognac te presenteeren? vroeg hij
en glimlachte' nog altijd. Het is fijne
waar, inderdaad hij knipoogde lis
tig ik heb ze van een kennis ten
geschenke gekregen.
Bang den wachtmeester door een
weigering te beleedigen, en thans
dankbaar voor elk uitstel, dat verlich
ting schonk, liet de vreemdeling zijn
gastheer twee glazen vullen. Het jon
ge meisje opende juist de slaapkamer
deur en kwam op de teenen binnen
sluipen.
Olsen vervolgde:
Als 't u blieft, meneer... meneer.
Pierson, vulde de ander aan.
Als *t u blieft, meneer Pierson
neem de suikerschaal weg, Marie.
Meneer Pierson is misschien ook dok
ter; mijn jongen studeerde immers
voor dokter, ja, ja!... Hoe gaat het met
moeder, Marie?
Ze slaapt, antwoordde het meis
je, dat den vreemdeling onophoudelijk
met groote, fonkelende oogen aanzag.
Stel je voor, hoe ze zich zal ver
heugen, als ze wakker wordt; 't is toch
merkwaardig, mijn vrouw heeft altijd
gedacht, zelfs nog in (haar ziekte, dat
we -een brief van onzen jongen zou
den krijgen. Ik ben er zoo zeker van,
Emil, placht ze te zeggen, Georg
hrengtjhet nog tot i-ets en dan schrijft
hij mij. Ja, ja nog een glaasje, me
neer Pierson? 'En nu zal ze die vreug
de nog beleven!
Het meisje begon te snikken en me
neer Pierson bekeek de oude kast met
gespannen opmerkzaamheid. Hij
wenschte dat hij op de effectenbeurs
was of op een andere plaats, waar
veel drukte heerschte, waar het dan
ook mocht zijn, maar niet daar, waar
nij zich nu bevond. Ik moet alles bij
elkaar liegen, zei hij tot zich zelven
en dan uit Amerika soft rij ven. Hij be
proefde te glimlachen en begon:
Kom, kom, we willen het beste
hopen. Neen, neen, ik ben geen dok
ter ik ben een man van zaken.
Weet u, George hij sprak den naam
op 't Engelseh uit is langen tijd
ziek geweest, miss Olsen; het gaat
hem thans beter. Ja, (hij is werkelijk
buiten alle gevaar; zeker, dat is hij...
Ja, gedurende de eerste jaren had hij
het zeer moeilijk, dat is waar; daarom,
dat begrijpt u, wilde hij niet schrij
ven. Maar thans heeft hij het uitste
kend; hij is... (hij is veearts. Bn hij
verdient flink geld en hij zal spoe
dig schrijven, als hij wat sterker is.
Hij verzocht mij, u allen veelmaals te
groeten en vooral natuurlijk juffrouw
Olsen.
Meneer Pierson wendde het gezicht
van de kast af. Hij zag de gelukkige,
bijna trotsche uitdrukking op het ge
laat van den vader, de roerende en
daarbij schitterende blik van de zus-
lei-
Moge de hemel mij vergeven, wat :k
doe, zei (hij onwillekeurig In zich zel
ven, terwijl (hij opstond en de hand in
den zak stak. Hij nam het étui met het
horloge er uit en legde het op de ta
fel,
Hier is een geschenk van Georg,
zei hij haastig. Hij heeft mij opgedra
gen het u te brengen, Juffrouw Olsen,
en
De oude wachtmeester opende het
étui roet bevende (handen Thans zag
meneer Pierson, dat -hij weende. Hij
wilde het jonge meisje niet aanzien en
ging daarom zachtjes naar de deur
Neen, maar u denkt toch niet aan
heen gaan? riep de oude man, die
plotseling bemerkte wat zijn bezoeker
van plan was. U moet een ouden, dwa
zen vader verontschuldigen zoo'n
jongen u moet vanavond bij ons
blijven, meneer Pierson. Marie, haast
je en koop...
Daar hij er zich van overtuigd hield
dat een meer vertrouwelijke omgang
aanleiding zou geven tot nog veel
meer vragen, haastte hij zich te zeg
gen:
Onmogelijk... onmogelijk... beste
meneer Olsen! Ik... ik moet over een
paar uur weer vertrekken. Ja, totaal
onmogelijk —'ja zeker zal ik Georg
groeten. Neen, geen cognac meer...
dank u, dank u, miss Olsen.
Ze volgde hem naar de corridor en
Olsen hielp h-em in zijn overjas.
- Dat is mijn werk zoo'n jon
gen!... Zeg, Marie, als mama nu wak
ker wordt! Maar dat we u niet op een
klein soupeetje bij' ons kunnen hou
den...
Een bijna onhoorbaar geluid uit de
■ziekenkamer deed de dochter op
schrikken. Ze snelde naar binnen en
meneer -Pierson zag, (hoe ze in de sa
lon haastig het étui van de tafel greep
en het mee In de slaapkamer nam. Hij
gevoelde Iets als een duizeling in zijn
hoofd dat moest -de cognac wezen,
dacht hij. Maar ik zal schrijven, als
ik weer to Amerika ben; een weinig
geld zou ik ook kunnen zenden; mis
schien maakt dat de zaak was geloof
waardiger.
Groeten... Georg... gelukkige reis,
schrijven...
Zoo stond hij eindelijk weer in het
portaal en begon de trappen af te
gaan. Door een venster zag hij de
kleine, vuile kinderen nog altijd op
het binnenplein spelen en keek ver
wonderd naar hen waren bet vijf
minuten of vijf uren, die ihij daar bin
nen had doorgebracht?
Een nieuw verontrustend gevoel
maakte zich van hem meester. Hij
was blij en toch ook beklemd van ge
moed. Ais hij zich dat niet reeds lang
had afgewend, zou hij het liefst zijn
gaan schreien. Maar nu stelde hij
zich tevreden met zachtjes door de
tanden te fluiten...
DE BEWAKING IN HET LOUVRE.
In verband; roet -de verschillende
diefstallen in het Louvre waren door
d-e regeering maatregelen toegezegd,
die het voortaan onmogelijk zouden
maken. Inderdaad is het bewakings
personeel sterk uitgebreid. Dat Je be
waking daardoor niet is verscherpt
is door een journalist proefan-dervto-
d'elijk aangetoond. Onder de oogein
van het nersoneel nam hij een zeer
kostbaar beel-dje weg en bracni, daf
aan den minister, wien hij verhaalde
op welke eenvoudige wijze hij het
had weggenomen. Terstond zijn nu
nieuwe maatregelen getroffen, 't Is
te hopen, dat die afdoende zullen rito
want de welgelukte diefstal van deu
journalist zou een verlokkend: voor
beeld kunnen worden.
EEN GESCHENK VAN CARNEGIE.
De heer Carnegie heeft aan de Uni
versiteit van Princeton een meer
cadeau gedaan; dat hij in de buurt
der stad heeft laten graven. Hei
„Carn-egie-meer',' is ruim 5 K.M. lang,
en van 125 tot 350 M. breed. Het voor
dit doel aangekochte terrein kostte
den schenker 103.000 dollar.
In de toespraak, waarbij het meer
aan de Universiteit werd overgedra
gen, zeide d-e heer Carnegie, dat h-ii
door deze schenking die roeisporf
wenschte aan te moedigen, liefst ten
koste van het voetbal
Over dezen tak van sport liét de
heer Carnegie zich min vleiend uit,
en heeft d-aardoor dè gevoelens van
dankbaarheid to die harten zijner
hoorders voor een groot deed vr«er
weggewischt.