RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (Deze raadsels behooren bij dien wedstrijd). 16. (Ingezonden door Dirk Boeré). Mijn geheel bestaat uit vijftien let ters. 12 13 14 15 ils eteto vloeistof. 3 10 12 8 is een dier. 12345678 maakt men van leer. 9 10 15 is eeai mensch. 11 10 6 1 is een zwemvogel. 17. (Ingezonden door Marietje de Jong). Ik bouw mij zelf een zijidien graf En spin mijn ledgen leven al. Dan neetm ilk uit dat graf de vlucht En fladder vroolijlk door de lucht In 't land gleef dik mijn jongen 't lie ven, En moet daarvoor liet mijne geven. 18. (Ingezonden door Johan Bou- man.) Wat maakt ge uit onderstaande let ters? Dte oplossing is een straat in Haarlem. Ihiararetmastov 19. (Ingezonden door Ja Ploeg). Zoeik uit onderstaandien zin een be graven dorpje. Hij hraik die nieuwe vaas en het beeldje. 20. (Ingezonden' dooi' Martinus van Waard). Mijn eerste gebruikt men op school. Mijn tweède is een boom. Mijn geheel is den stad in Zuid- Holland!. 21. (Ingezonden door Elizabeth, van der Poel). Ik ben een Letter van. beteekenis. Snijdt ge mij door dan krijgt ge ©en lengtemaat. Sndjidt ge me nog eens door dan-ben ik die naam van een vogel. 22. (Ingezonden door Louis de Lagh). Mijn geblete! is een weekblad en be staat uit twaalf letters. 4 5 12 is een boom. 12 3 is een lichaamsdeel. 13 11 3 13 5 is een familielid. 6 8 5 10 is een deel van een schip. 7 5 3 13 is eten geldstuk. 8 9 4 is niet jong. 23. (Ingezonden door Betsy en Trijn tje Frölich). Welke stad is in onderst aanden zin versaholen Hebt ge nog oesters en mosselen te bezorgen 24. (Ingezonden door Heiman Pope lier). Met z is het heel fijn. Met h is höt een lichaamsdeel. Met t is het onmisbaar. Met b houdt het te z am een. Met w vindt men in het to huis. Met 1 wordt ihiet bebouwd. 25. (Ingezonden door Dtoa. Vestecr). Mijn eerste kan de jeugd behagen Mijn tweede is soms zwaar te dra gen 1 En tegenwoordig hoort men veel Dat afgeschaft is mijn gehleel. 26. (Ingezonden door Jacob Frank fort). Welken; rtog dlraagt men nooit om deta vinger, maar is een plant, die in de lente bloeit 27. (Ingezonden door Adriaan van de Ven). Mijn geheel bestaat uit negen let ters en is een voorwerp, dat men da gelijks gebruikt. 6 8 9 ontploft gemakkelijk. Beta. 5 2 3 4 6 i!s niet vierkant. 1 8 9 is een kleedingstuk. 5 3 7 is koud. 2 3 6 8 is een meisjesnaam. 28. (Ingezonden door Alida de Bla zer). Twee maal r met s en b, Vier maal e met ment; Eén maal g, en één maal u, Welk 'n woord verkrijgt ge nu 29. (Ingezonden door Engeltoa van Waard). Ik ben een plaats, waarin men niet kan overnachten., Onthoofd ben ik een deugd, die ieder moet betrachten 30. (Ingezonden door Dirk Ber- schoeO. Zodk uit onderstaanden zin een be graven stadl In het veen dampt het erg. Onze Wedstrijd. Zooals je ®iet, vindt je to dit num mer van onze „Zaterdagavond" een vijftiental nieuwe raadsels voor onzen wedstrijd. Nu maar weer vlijtig aan 't oplossen Denk er aan de antwoor den goed te bewarenIs de vorige „Zaterdagavond" met de vijftien eer ste raadsels soms weggeraakt, dan kun je aan liet bureau van „Haar lem's Dagblad", Groote Houtstraat 55, een nieuw exemplaar krijgen. Ook meisjes en jongens, dli» graag nog medle willen doen aan dezen Wed strijd kunnen daar, als het nooddg >s, nog een .exemplaar van die vorige „Za terdagavond" krijgen, en vinden daar in dan meteen de voorwaarden van dezen wedstrijd. De eerste prijzen bestaan uit EEN PRIKSLEE OF EEN PAAR SCHAATSEN. en EEN SCHRHF-CASSETTE OF EEN FOTOGRAFIETOESTEL. En nu maar weer goed je best doen om' .te maken, dat je inzending zoo netjes en zoo goed mogelijk wordt Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Ktoder-Afdteeling moeten gezonden worden' aan Mtej. M. C. van Doom, Sophia- straat No. 22, Haarlem). J o en Beppie P. Vanavond zal ■ik beginnen met eten brief te schrijven aan twee van de trouwste vriendinne tjes van onze rubriek, en dat zijn Jo en Beppie. Ik vind diet prettig, dat het boek naar Jo's zin was, en ik hoop, dat je het nieuwe ook leuk zult vindenDe Kerstvertellingen die er iu staan moet je op Kerstdag maar eens lezen; dat komt-wel mooi uit, vind je niet? Ja, ik heb wel gezien, dat je op het vorige boek erg netjes geweest bent, ten daarom mag je ook nog heel dikwijls een boek ter leen hebbenIk hoop, dat wat Bep geloof de, uitgekomen is, en dat ze dus to de Kerstvacantie ook wat te lezen beeft! Zijn jullie al naar de fabriek van de „Union" geweest? Dag, zus jes, tot de volgende week Jausje Vermeer. Ik vind het, heet goed, dat je ook mee gaat doen, en ik hoop, dat bot met de raadsels goed! zal gaan en dat jie veel oplossin gen vinden zultMaar hoe oud beu ie Verte! je me dat ook eens The oi R. Je nieuwe raadsel vind ik heel goed, en ik zal het dus in on ze rubriek opnemen. Ik hoop, dat ik etr eens gauw een plaatsje voor heb! Gerard Dou was ©en bekend schilder. Kom je we! eens to Amsterdam Vraag dan' maar eens of je naar bet Rijks-Museum mag; daar hangen ook schilderijen van Gerard Dou een van de meest bekende heet „De Avond school". Goed ontbonden, hoor! Je doet toch ook mee aan den raadsel wedstrijd, is 't niet Theo Vind je de raadsels moeilijk? Jacoba S. O, wat hebben- jul- li'e veel pret gehad met den gooche laar Mochten julbte allemaal proe ven van den pannekoek? Die „Mijn heer Dirk" zal een knappe kok wor den, als hij nu al pannekoeken kan bakken in een hoedIs Dirk jonger dan jullie tweetjes, en heb je nog meer broertjes? Dat zal in Januari ook nog heel wat plezier geven met die twee verjaardagen van zeker twee tal Ei zal 't goied onthouden, en dan kom i'k je in onze rubriek heel deftig feliciteeren Vind je dat. goed Anna van D. Allereerst harte lijk gelukgewenscht op dezen grooteui dagDat treft prachtig, hè, dat onze Zaterdagavond" dezen keer juist op den 22sten komtNu komt mijn feli citatie toch eens precies op tijdAls je dit nu leest is eten groot gedeelte van dien' prettigeu dag al voorbij, en ik hoop dan ook, dat je heel veel plezier hebt gehad en nog zult heb ben O, kwam Sint Nicolaas zelf Ik Een bijzondere Oom. (Om te lezen op 29 December). Frans heeft een oom, waar hij bij zonder veel van houdt. Die oom is de oom van zijn Pa, dus 's het Frans' oudoom, 't Is dus ook -een bijzondere oom, waar Frans zoo veel van houdt. Dte oom. nu woont wel twee uur vani Frans vandaan. Maar hij komt heel dikwijls over met dien trein, on eet dan, en slaapt dan, dus logeert to Frans' huis. Nu ils Oom er ook weer, en nu is bet 'dubbel prettig, want 't is de laat ste week van 't jaar, en dat is zoo'n gezellige week. Vooral met Oom erbij. Oom bedenkt altijd allerlLe-i prettige dingen. En Oom kan altijd allies van Frans' Moe gedaan krijgen. Als het Oudejaarsdag is, moet Moe voor Oom Nieuwjaarskoeken bakken. Dan komt er een groot Ni-efuwjaarsijzer van den zolder. Daar staan de namen to van Frans' over-grootvader en over-groot- moieder. Als de ronde, platte koek gaar uit liet ijzer komt, staan aan de eten© zij-die de letters er to gedrukt, en a.an de andere zijde zijn er. aardige kleine ruitjes. 't Is heel moeilijk de koeken heel uit het ijzer te krijgen, w.aot ze zijn zoo dun. Je kunt er haast doorheen kijken. Zus moet met een schaar voor zichtig de bruine randjes er afknip pen'. Dat geeft lekkere kruimeltjes. Frans en zijn zusjes krijgen ook een heetten koek om te proeven. Als 't Nieuwjaarsdag is, krijgen ze er zooveelDan moeten ze ook een kunstje doen met de dunne, heel dun ne koeken. Oom leert hun dat. Oom legt den koek to' die open linkerhand. „Ik wed, dat ik hem met den knok kel van mijn rechter wijsvinger to drie stukken zal slaan", zegt Oom. ,.Als er meer stukken zijn, m-sng jullie die opeten." 't Is een' heele kunst zoo'n broozen koek precies to dlrie stukken te slaan. Heel dikwijls mogen- de kinderen een stuk, dlat ter te veel is, opeten. Maar Oom mag nog meer stukken opeten, want Frans en zijn zusje slaan meest al niet voorzichtig genoeg. Nog een ander grapje weet Oom met den Nieuwjaarskoek. We moeten den koek tusschen de lippen nemen en dan, hem al ronddraaiend, opeten, zonder er met een hand aan te ra ken. Dat is zoo moeilijk, daar wordt braaf bij gelachen. Verleden jaar lie eft Oom Frans zoo mooi gefopt, 't Was de 29ste Decem ber. „Jongen", zei Oom, „vandaag is er een man op de Markt té ziten, die heeft net zooveel oogen to 't hoofd, als er dagen to 't jaar zijn." Nu, een man met 365 oogen in liet hoofd, dien man wou Frans wel eens zien. Hij ging naar de Markt, maar kon den mian miet die vele oogen ner gens ontdekken. Nu was Frans toch wel een beetje boos op Oom. ,,'t Is niet waar!" riep hij, toen- bij thuis kwam. „Oom heeft mij vergeefs laten loopen „J.a", zei Oom, „je hebt vergeefs ge- loopen, maar 't is toch wel waar wat ik gezegd heb." Frans schudde het hoofd. „Nu nog mooier", zei Oom. „Hier is iemand in de kamer, die zooveel oogen to> het hoofd heeft, als er dag-en in 't jaar zijn." Fraais begreep er niets van. „N-o-g", zei Moeder. „N o g riep Frans. „O, nu weetik liet, als er nog dagen in het jaar zijn. En 't is de 29ste, dus er zijn nog twee dagen in 't jaar, en de man heeft twee oogen." Nu kon Frans niet meer boos zijn. Maar hij liet zich- den volgenden dag niet weer beetnemen, toen Oom zei „Er staat een1 man op de Marlet met zc-oveel neuzen, als er dagen to het jaar zijn." Vandaag, 't is weer de 29ste De cember, wil Frans zijn vriendjes eent- foppen. Nog twee dagen dan gaat Moeder weer aan 't bakken met liet oude bvleuwjaarsljzer. Eil dan Kuuil ile vroolijke Nieuwjaarsmorgen.„Wat een pret, om Oom bet Nieuwe jaar af te winnen. Verleden jaar heeft Frans het verloren. Toen was Oom ook achter de deur gekropen. En dan het ontbijt met broodjes, zoo heet., dat je je er wel aan branden kunt. Ook al warme broodjes op Nieuwjaar, omdat dat mode was toen Ocm klein was. Oom w>l niets van nieuwe modes weten. En Moeder vindt be* zoo aardig, Oom to alles •dien zin te geven. Zoolang Frans' oud oompje leeft, zal Moe hem pleizier doen. „We hebben er ook miaar één", zegt Moeder. Nu, Frans vindt het niet naar, dat Dom een beetje verwend wordt. Hij beeft het ,er maai- heerlijk door. „En" zegt Frans, ,,'t is ook een bijzondere Oomb ons Oudoompje." KI I K. L. wil wel gelooven, dat je toen een heel klein beetje schrikte, maai- Sant is andiers toch eigenlijk geen man om bang voor te zijn, vind je wed Veel groeten, ook voor Moeder en Annie Hendrik G r. Ik vind je raad sel mooi bedacht, ten ik wil liét graag plaatsen. Ik hoop nog to dteze-n wed strijd Hoe heet dat kleine broertje van je ook weer, dat nu twee jaar wordt,? Het, is immers e»en broertje? Je schreef mijnzonder in te vul len of het een zusje of een broertje was, en daardoor raakte ik een beetje to de warVind je het erg dom van me? Of van jezelf? Ik zal je er maar niet mee plagendag, Htendrdk Jo van den O. Nu is Jo aan de beurt. Het speet me zoo, dat je brief dte vorige week te laat was om nog te beantwoorden, maar ik bon er toch heusch. niets aan doemBen je weer hteelemaal beter, Jo Blijft de kiespijn nu weer weg? Je bent zeker blij, dat dte Kerstvac-antie begonnen is, en Annie ookVind je het verhaaltje dat vandaag to onze rubriek staat, ook niet aardig? He vond het prettig te hoorein, dat Stot jullie goed bedacht heeftHeb je op school ook een mooien prijs gekregen? Dag, Jo, veel rgoeten, ook voor Moèd'etr en An-ni'e Ada'iaan van de V. Je hebt zeker wel gezien, dat je de vorige wieek 8 raadsels goed hadt. Jammer genoeg kwamen ze te laat om je naam nog in de courant te vermel den En door den- wedstrijd kreeg ik natuurlijk van dte week geen oplos singen vaini je. Je doet toch zeker ook aan den wedstrijd mee, is 't, nitet? Gaat liet raden goed Gretha K. O, Gretha, wat heb ja me ©em prachtig lang raadsel ge stuurd Ik hoop, diat ik bet voor onz-au wedstrijd nog gebruiken kan Ik vdtad dat Moeder heen-lijk voor je gezorgd heeft om je zoo'n praclitige doos post papier te geven daar heb je voor eerst genoeg aan, hè? Nee, je hoeft me nu iedere week geen raadselop lossingen te sturen; dat lcomt later aülemaal tegelijkVtod je het nieuwe beek mooi? Anna Gr. Wat zullen die pop pen van jou mooie krullen hebben Naai je ook dikwijls kleertjes voorde pappenkin der en Dat is juist een mooi werkje voor je, en vooral voor die Kerstvacantiie, of heb je htet dan te druk met andere ditogen? Doe je best maar met den raadselwedstrijd, dan vind je zeker veel oplossingen Johan- van H. Zoo, jij bent zeker van plan eten ijverige baas in de aardrijkskunde te wordenOf houd je toch eigenlijk meen1 van ge schiedenis Ik vtod liet heel goed, dat je het boek nog een poosje houdt, en dat Moeder het dan ook lee:1k. Ik hoop dat Moedert- bet even mooi zal vinden als jij Ik geloof, dat de juffrouw van Louis© eten grappenmaakster is, en Louie© zelf is een klein bij-de-handje, als ik bet niet mis heb Of Loui-se mij ook eens ©en brief mag schrijven Ze ker, dat vind ik best, ten dan zal ik baar ook alleen antwoordenVeel groeten voor jullie tweetjes GerdaGr. Zoo, vind je mij stoutJ© bent een brutaaltje, hoor, wat durf jij wel te bewerönJij zou zeker wel wiMen, dat ik mie eens flink vergiste, en vandaag alle oplossingen in de courant zettemaar dat gebeurt nietWat hetenlijk, d-at Hendrik een fox-terrier heeft gekregenHoe noe men jullie hem Fox Ik ben van daag maar eens goed op jullie ge weest, en heb je miaar weer eens iedter een aparten brief geschreven. Is het nogal naar je zin-? E1 ii z abet h v an derP. Ik ben blij. dat het raden je meevalt, en ik lioop dan ook, dat ik een mooie wed strijd inzending van je krijg! Doe vandaag maar weea- goed je best, want er zijn een paar moeilijke raad- •seis bij, dat wil ik je vooruit toch wel vertellenJo imag zelf ook wel een raadsel inzenden. Heb je al een mooi bediacht Hillego-nda S. Ja, de vorige wedstrijd was hetel mooi; ik vind' het zoo leuk, dat jullie er nog dikwijls samien over praatBen j.e ook naar den goochelaar geweest, Hilda? En ga je in dè KersDvacantio ook flink pret maken Het doet ime pledtzaer, dat je den raadselwedstrijd zoo prettig vindt! Gta vanavond maar weer dap per aan het raden Jansjo Scli. Volgens mijn boekje hteb je nog van mij ter leen „Hélène's Gelofte", dat ik je op 7 No vember al gafZou je dat eens terug willen brengen, want er zijn meer jongens en meisjes, die htet graag le zen willen Maakt Suusje het goed? De groeten voor jullie beidjes Rika van E. Ja, ik weet. nog wel. dat je ook op onze tentoonstel ling geweekt bent. Ik weet ook nog, dat je „Rik" in het schrift schreef, en dat je er later nog ganw een a bij hebt geschreven; weet je dat ook nog? Nu ik je diit verteld heb, weet je zeker meteen wel, wie ik was, is 't niet? Zit Neéltje Bonman bij je to de klas Wat heb je al veel plaatjes in 't album Heb je er al weer meer bijge- krtegen Ik hoop, dat je volgenden britef nu eens heel erg netjes is, dan kan ik ook zien, dat je mooi kunt schrijven Zul je je best doen? Jan A. Ik vind het heel goed, dat je weer mee gaat doen, JanBen je de begraven stedien vergeten- Ik zal je een voorbeeld geven. Er waren zes plaatsen to den WAGEN INGENomeu. D begraven stad to dezen zin is War gentogen, het zijn de op elkaar vol gende letters van verschillende woor den. Begrijp je het nu weer? Doe maar goed je best. Jan, en schrijf me nog eens hoe oud je bent, want dat weet ik nitet meer T o en Betsievan W, Ik dacht heusch, dat jullie tweetjes onze heel© Kinderrubriek vergatHeb je het zoo drulc gelvad? Ik 'hoop, dat je me nu niet weer in den stetek zult laten O, het vierde raadsel is wel moeilijk, maai- 't is toch- wel te raden Probeer het nog maar eens goedOf de kin- cjieren blij waren met de cadeautjes? Ze waren verruktIk wed zeker, dat ze nu wel net zoo'n' prettigen Stot N-icolaasdag hebben gehad! als jullie Ook al hebben ze ieder nog niét half zooveel gekregen! Leert To goed, en vindt ze liet niet erg- naar om' va cant ie te hebben? Marie B. Graag zou ik nu „Klimop", liet boek, dat ik je op 17 November leende, weer terug willen hebben. Zou je het eens willen bren gen Maakt Jo het ook goed, en zijn jullie nu weer allebei in Haarlem Cato B. Ja, er is net nog een piaatsje over om je te schrijven, en ik zal je dan ook maar gauw ver tellen, dat ik het uitstekend vind, dat je mee gaat 'doem. Wat leuk, dlat je vijf broertjes -hebtWordt je nitet al te erg dloor ze geplaagd En ben jij de oudste van het troepje? Je raadsel is goed; ik zal hiei to onze rubriek opnemen. Heb je al veel oplossingen gevonden M. C. VAN DOORN. keer paarden had afgehaald, ver dween hij eenvoudig en was twee we ken achtereen beschonken. Daarna was hij den ganschen tijd een -leeg- looper faij maakte voor een paar borrels de kroegen schoon en in den winter lag hij 's nachts achter de kachels in die kroegen... Arme Georg... want in den grond van zijn hart was hij toch een aardige goedhartige, maar zoo vreeselijk zwakke jongen zoo werd hij ten slotte ziek. En -toen, toen hij zijn ein de voelde naderen, had hij hem, den landgenoot, van uit het hospitaal daarvan kennis doen geven. Hij had gehoord, dat hij naar het vaderland "wilde reizen. Ja, dat kon niet ontkend worden. Bewijs mij dan een dienst van naar vader en moeder te gaan. Bij- deze woorden had (hij zich in zijn bed opgericht. Groet hen. Beloof mij dat. Zeg hun, dat ik aan hen heb gedacht toen ik stierf. Ja, groet vooral moeder; ze heeft om -mij geleden ach, welk een ellendeling ben ik toch geweestl Geen enkelen keer heb ik naar huis ge schreven in al de vijf jaar, dat ik hier was och, wat had ik moeten schrij ven... Beloof mij dus, moeder te groe ten... En toen begon hij te snikken en kreeg een hoestbui -en nog dienzelf den nacht stierf Georg. Maar hij zelf had beloofd naar Georgs ouders te gaan, kreeg het adres en nu stond hij hier voor de deur hunner woning. De vreemdeling liep (heen en weer en trok hevig aan zijn sigaar. Daar ginds bij de jacht naar fortuin had hij ge leerd kalm en vastberaden te wezen, maar thans, in zoo'n doodnuchtere omgeving, was hij van streek. Deze opdracht kwelde hem, zoo vaak hij er zich aan wilde onttrekken. Als Georg nog tenminste maar leefde neen, hij moest in elk geval doen wat hij be loofd had. Hij wierp de sigaar weg en ging haastig do gang van het huis binnen. De mehschen woonden drie trappen hoog, hij ging zeer langzaam naar boven. Bij een venster bleef hij staan; hij zag een met asphalt bestraat plein, waarop een menigte kinderen, armoe dig gekleed, met elkaar speelden. Drie trappen; daar was de deur E. Ol son. Hij belde. Een bleek, mager jong meisje open de de deur. Ze zag er uit, alsof ze niet veel slaap kreeg. Ik kom uit Amerika... Het meisje sloeg de handen ineen en snelde de kamer weer in. Hij hoorde haar roepen: Papa, een lieer uit Amerika; (hij brengt groeten van Georg! De vreemdeling trad binnen en sloot de deur. Bet was heelemaal don ker in de corridor en het rook er on aangenaam, als naar medicijnen. Hij werd akelig te moede en bij wenschte, dat hij zijn boodschap reeds gedaan had en weer heen kon gaan. 't Beste was, alles maar heel kort te zeggen, dacht -hij. 'Maar op welke wijze? Georg had immers nooit geschreven! Ver achter in de corridor werd een deur geopend en een klein, kaalhoof dig man in een kamerjapon werd zichtbaar. Hij kwam steeds buigende nader en glimlachte daarbij half wel willend, half onderdanig, nam den bezoeker niettegenstaande diens pro test de overjas af en hing die met den hoed langzaam aan een haak. Onder- tusschen zei hij half luide, alsof hdj zich voor zijn bezoeker schaamde: Allereerst moet ik u verzoeken mij niet kwalijk te nemen, dat ik zoo gekleed ben; ga als 't u blieft gauw binnen; zoo, zoo, laat Georg eindelijk van zich hooren och, lieve hemel, ja, mijn vrouw is ziek, het is een el lende, het is spoedig met haar gedaan hier ziet het or zoo bedroefd uit; neem het niet kwalijk, het arme meis je moet alles doen, wees voor alles zoo goed... De vreemde gevoelde zich hoe langer hoe meer verlegen. Hij begreep van dien woordenstroom eigenlijk niets anders dan dat de vrouw, de moeder, op sterven lag hoe zou hij nu zijn boodschap doen? Ik moet het hun voorzichtig~mededeelen, zoo stuk voor stuk, overlegde hiji. Er on voorbereid dat (hij een aan grijpende scène aan het ziekbed zou moeten zien, volgde hij den ouden man in de kamer. Tot zijn groote geruststelling kon hij echter constateeren, dat de zieke in een ander vertrek moest liggen, waarvan de deuren zeker gesloten wa ren. De kamer, waarin men hem ver zocht plaats te nemen, was een tus- schenscheiding tusschen -een salon en een woonkamer en goed, zelfs e© nigszins overvloedig gemeubileerd. De wachtmeester wist blijkbaar niet recht, hoe hij met zijn vragen zou be ginnen; misschien verwachtte hij wel onaangename mededeelingen.Hij ging naar een oude kast en opende die. Mag ik zoo vrij zijn, u een glaas je cognac te presenteeren? vroeg hij en glimlachte' nog altijd. Het is fijne waar, inderdaad hij knipoogde lis tig ik heb ze van een kennis ten geschenke gekregen. Bang den wachtmeester door een weigering te beleedigen, en thans dankbaar voor elk uitstel, dat verlich ting schonk, liet de vreemdeling zijn gastheer twee glazen vullen. Het jon ge meisje opende juist de slaapkamer deur en kwam op de teenen binnen sluipen. Olsen vervolgde: Als 't u blieft, meneer... meneer. Pierson, vulde de ander aan. Als *t u blieft, meneer Pierson neem de suikerschaal weg, Marie. Meneer Pierson is misschien ook dok ter; mijn jongen studeerde immers voor dokter, ja, ja!... Hoe gaat het met moeder, Marie? Ze slaapt, antwoordde het meis je, dat den vreemdeling onophoudelijk met groote, fonkelende oogen aanzag. Stel je voor, hoe ze zich zal ver heugen, als ze wakker wordt; 't is toch merkwaardig, mijn vrouw heeft altijd gedacht, zelfs nog in (haar ziekte, dat we -een brief van onzen jongen zou den krijgen. Ik ben er zoo zeker van, Emil, placht ze te zeggen, Georg hrengtjhet nog tot i-ets en dan schrijft hij mij. Ja, ja nog een glaasje, me neer Pierson? 'En nu zal ze die vreug de nog beleven! Het meisje begon te snikken en me neer Pierson bekeek de oude kast met gespannen opmerkzaamheid. Hij wenschte dat hij op de effectenbeurs was of op een andere plaats, waar veel drukte heerschte, waar het dan ook mocht zijn, maar niet daar, waar nij zich nu bevond. Ik moet alles bij elkaar liegen, zei hij tot zich zelven en dan uit Amerika soft rij ven. Hij be proefde te glimlachen en begon: Kom, kom, we willen het beste hopen. Neen, neen, ik ben geen dok ter ik ben een man van zaken. Weet u, George hij sprak den naam op 't Engelseh uit is langen tijd ziek geweest, miss Olsen; het gaat hem thans beter. Ja, (hij is werkelijk buiten alle gevaar; zeker, dat is hij... Ja, gedurende de eerste jaren had hij het zeer moeilijk, dat is waar; daarom, dat begrijpt u, wilde hij niet schrij ven. Maar thans heeft hij het uitste kend; hij is... (hij is veearts. Bn hij verdient flink geld en hij zal spoe dig schrijven, als hij wat sterker is. Hij verzocht mij, u allen veelmaals te groeten en vooral natuurlijk juffrouw Olsen. Meneer Pierson wendde het gezicht van de kast af. Hij zag de gelukkige, bijna trotsche uitdrukking op het ge laat van den vader, de roerende en daarbij schitterende blik van de zus- lei- Moge de hemel mij vergeven, wat :k doe, zei (hij onwillekeurig In zich zel ven, terwijl (hij opstond en de hand in den zak stak. Hij nam het étui met het horloge er uit en legde het op de ta fel, Hier is een geschenk van Georg, zei hij haastig. Hij heeft mij opgedra gen het u te brengen, Juffrouw Olsen, en De oude wachtmeester opende het étui roet bevende (handen Thans zag meneer Pierson, dat -hij weende. Hij wilde het jonge meisje niet aanzien en ging daarom zachtjes naar de deur Neen, maar u denkt toch niet aan heen gaan? riep de oude man, die plotseling bemerkte wat zijn bezoeker van plan was. U moet een ouden, dwa zen vader verontschuldigen zoo'n jongen u moet vanavond bij ons blijven, meneer Pierson. Marie, haast je en koop... Daar hij er zich van overtuigd hield dat een meer vertrouwelijke omgang aanleiding zou geven tot nog veel meer vragen, haastte hij zich te zeg gen: Onmogelijk... onmogelijk... beste meneer Olsen! Ik... ik moet over een paar uur weer vertrekken. Ja, totaal onmogelijk —'ja zeker zal ik Georg groeten. Neen, geen cognac meer... dank u, dank u, miss Olsen. Ze volgde hem naar de corridor en Olsen hielp h-em in zijn overjas. - Dat is mijn werk zoo'n jon gen!... Zeg, Marie, als mama nu wak ker wordt! Maar dat we u niet op een klein soupeetje bij' ons kunnen hou den... Een bijna onhoorbaar geluid uit de ■ziekenkamer deed de dochter op schrikken. Ze snelde naar binnen en meneer -Pierson zag, (hoe ze in de sa lon haastig het étui van de tafel greep en het mee In de slaapkamer nam. Hij gevoelde Iets als een duizeling in zijn hoofd dat moest -de cognac wezen, dacht hij. Maar ik zal schrijven, als ik weer to Amerika ben; een weinig geld zou ik ook kunnen zenden; mis schien maakt dat de zaak was geloof waardiger. Groeten... Georg... gelukkige reis, schrijven... Zoo stond hij eindelijk weer in het portaal en begon de trappen af te gaan. Door een venster zag hij de kleine, vuile kinderen nog altijd op het binnenplein spelen en keek ver wonderd naar hen waren bet vijf minuten of vijf uren, die ihij daar bin nen had doorgebracht? Een nieuw verontrustend gevoel maakte zich van hem meester. Hij was blij en toch ook beklemd van ge moed. Ais hij zich dat niet reeds lang had afgewend, zou hij het liefst zijn gaan schreien. Maar nu stelde hij zich tevreden met zachtjes door de tanden te fluiten... DE BEWAKING IN HET LOUVRE. In verband; roet -de verschillende diefstallen in het Louvre waren door d-e regeering maatregelen toegezegd, die het voortaan onmogelijk zouden maken. Inderdaad is het bewakings personeel sterk uitgebreid. Dat Je be waking daardoor niet is verscherpt is door een journalist proefan-dervto- d'elijk aangetoond. Onder de oogein van het nersoneel nam hij een zeer kostbaar beel-dje weg en bracni, daf aan den minister, wien hij verhaalde op welke eenvoudige wijze hij het had weggenomen. Terstond zijn nu nieuwe maatregelen getroffen, 't Is te hopen, dat die afdoende zullen rito want de welgelukte diefstal van deu journalist zou een verlokkend: voor beeld kunnen worden. EEN GESCHENK VAN CARNEGIE. De heer Carnegie heeft aan de Uni versiteit van Princeton een meer cadeau gedaan; dat hij in de buurt der stad heeft laten graven. Hei „Carn-egie-meer',' is ruim 5 K.M. lang, en van 125 tot 350 M. breed. Het voor dit doel aangekochte terrein kostte den schenker 103.000 dollar. In de toespraak, waarbij het meer aan de Universiteit werd overgedra gen, zeide d-e heer Carnegie, dat h-ii door deze schenking die roeisporf wenschte aan te moedigen, liefst ten koste van het voetbal Over dezen tak van sport liét de heer Carnegie zich min vleiend uit, en heeft d-aardoor dè gevoelens van dankbaarheid to die harten zijner hoorders voor een groot deed vr«er weggewischt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11