RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Kaadsels kfDEZE RAADSELS BEHOOREN BIJ M DEN WEDSTRIJD). 46. (Ingezonden door Gerrit Groene- iftld). •s Mijn geheel is oen land in Europa na bestaat uit zes letters. In een 2 3 4 wordt gekookt. >r 5 3 4 is een kleedingstuk. u Met een 2 6 4 schrijft men. 1 3 2 vindt men in de vrucht, 47. (Ingezonden door Marietje dö Aïng)- Wat blijft er over als men een ok kernoot van het buitenste ontdoet? ^18. (Ingezonden door Betsy een Trijn- ee Frölich). I_ WeQko ziekte heersCht in geen en- a»l land? n 49. (Ingezonden floor Marie Tim- Zoek uit ondeerstaanden zin een be- q raven stad in België, f- Houd den dief, klonk het, toen de i- ngen het pak opnam en er mee wes- e 50- 50. (Ingezonden door Johanna Iip- onn). Wie het bezit, mag zich beklagen. j Die het heeft, clie is gezond Wie het verzwijgt, kan ons mis schien veel zeggen, En wie helt zegt, houdt steeds zijn mond. De gierigaard wil 't gaarne ifcheii- ken; De verkwister is er een vijand van. Wie nimmer denkt, zal altijd er aan denken, En sloifhg is hij, die het vinden kan. t 51. (Ingezonden door Marie en Jo- t mna Bijster). Mijn eerste vindt (men bij vele wo- ngen. Mijn tweede vindt men in dorp en ad. Mijn geheel is een straat in Haar- n. 52. (Ingezonden door Jo Ploeg). Ik ben een stad in Frankrijk en sta uit zeven letters. 3 4 1 is een jongensnaam. 3 5 6 7 is een wapen. 3 2 1 is een prul. 3 4 3 is een meisjesnaam. >3. (Ingezonden door Jacobus Ver gen) P P P P P P Z> meren p p p p p p p 1. (Ingezonden dóór Betsy en Trijn- Frölth). rwintig vreemde gasten kwamen Lang, zeer lang geleden, samen tn deez' streken aan voor goed. [Jeen dier twintig had gebreken, Vlaar ntet één van heel dien stoet Was in Staat edn woord te spreken. Maar zes tolken, goed ter rede, Kwamen met de twintig mede, 3m behulpzaam hen te zijn En die zes, alom geprezen, IYotsch van toon of zacht en fijn, Hdbben zeer veel dienst bewezen. Met behulp van die zes tolken Leerden bijna alle volken ^an het and're twintigtal Alles wat de mensch moet weten, k Ben benieuwd wie radién zal Hoe die zes-etn-twintig heeten 55. (Ingezonden door Engelina van aard). Mijn eerste is eten letter van het B-C. Wijn tweede Tioudt het water tegen, dijn geheel is een plaatsje in Noord- Hand. 6. (Ingezonden door Age Beine- 0- k dien mijn meester trouw, zoo ig ik leef op aardontneemt ge mij t hoofd, dan ben ik met een 0 als ad geen penning waard. >7. (Ingezonden door Jo de Vries). Maak uit onderstaande letters den am van een jongen koning, a n k h o a. i8. (Ingezonden door Dirk Boeré). dijn eerste twee deelen vormen sa il een lichaamsdeel, dijn derde is een hoofddeksel. jl de "rij ze wolken Laag over de rune drevenhet oude relaat op kussen werd smaller en de lijnen •per, terwijl de dagen voorbijgm- i. Het scheen zelfs of haar vader i ouden droom had vergeten. - Laat mij slapen, kleintje, zei hij zij trachtte hem op te wekken »r over zijn werk te spreken. Ik i zoo afgemat, zoo moe. lindelij k verdwenen de winterwol- i en de duiven op de Piazza droog- i hare vleugels in den lentezonne- ïj<n. Venetië was weer vol van emdelingen en het geroep van de ideliers, als ze om de hoeken van kanalen voeren, kwam door het n venster in het vertrek, waar tro lae. ijne krachten hadden hem veria- en de vermagerde handen en pol- op het dek lagen, bijna doorsohij- id uit. >agen van arbeid en doorwaakte ïhten maaktein Malria bijna even ik en afgemat, als de man, die •r ter neer lag. let ergst was, dat de weinige lires, zij verdiende, elke week minder xien. De priester kwam nog wel, ar er waren zoovele armen en er J zoo weinig te geven, p een avond dat haar vader sliep, liet Maria het huis. De gedachte i bij haar opgekomen, dut zij kon ?en. In verbeelding zag zij 'zelve al terugkomen met allerlei 'iernijen, die de kleur op haar va- 3 gezicht zouden terugbrengen, ij stapte in de gondel en roeide r het groote kanaal. Duizenden tjes bewogen zich over het wa- want het was een feestnacht voor Jetië. elach en gezang, het gelubd van ndolines en het geroep van de dellers maakten haar verlegen, oe kon zij zich verstaanbaar ma- Mijn geneei georuikt de naaister. 59. (Ingezonden door Co ba Smit). De maaier sleept zijn zeis tot hij blonk in de zon. Zoek uit hovenstaanden zin een be graven plaats. 60. (Ingezonden door Anna Copray;. Mijn geheel bestaat uit twintig let ters en is een droog gemalen meer. 1234567 is een hoofdstad van een provincie. 6 7 8 9 10 gebruikt men om water in te dragen. 11 12 13 14 is een waterplas. 2 3 4 18 2 15 15 6 5 is t sn knol gewas. 8 9 10 6 5 is een vogel die prachtig fluit. 15 16 17 18 19 20 is een drooggema len meer. Onze Wedstrijd In dit nummer van onze rubriek vind je de vijftien laatste raadsels ■van onzen wedstrijd. Onze wedstrijd ia nu dus geheel compleet, en ik zal je nog even den tijd laten, om nog eens extra je best te doen op de raad sels, die je nog niet hebt gevonden, en om verder alles netjes voor je in zending in orde te maken. Je weet het nog wel, de gebonden oplossingen worden netjes onder el kaar op een flink vel papier geschre ven, iedere oplossing op een nieu wen regel, en roet het nummer van het raadsel er voor. Schrijf dan duidelijk onder je werk je naam, je leeftijd en je woon plaats, en een mededeehng, of het werk alleen gemaakt is. Voor Donderdag 17 Januari moeten alle inzendingen in mijn bezit zijn. Doe nu nog maar eens goed je best, en maak je inzending zoo netjes mo gelijk De St. Nicolasswsdstrijd (Ingezonden door Nelly de Mum/nik). De Sint Nicolaas-wedstrijd, ja, Is 't, waar ik van vertellen ga. 't Is zeker en gewis een prettige tijd, Die met dezen wedstrijd wordt voor bereid. Veefl kinderen verlangen er naar En toen die wedstrijd was weer daar, Gingen veel kinderen wait maken; Hier was 't plakken daar was 't haken En and're kinderen knipten weer Elk deed zijn best, om dezen keer, Ai kostte hét ook wat veel gepeuter, Iets moois te maken voor een kleuter. Die arme kind'rien zijn dan zoo blii Ze springen vroolijk, frisch en wij En juichend roept dan ieder kind „Hoera, voor onzen goeden Sint!" En Sint, de vriend van groot en klein. Denkt„T Zal een ware feestdag zijn, Maar als ik zooveed hulp niet had, Dan kwain 'k nooit klaar in deze stad De verstandige Leeuw (Ingezonden door „Knol"). Er was eens een mooie, groote leieaiw, die, toen hi] nog zeer jong was, door een jager, welke hem ge vangen had, aan een dierentuin ca deau was gédaan. Zoo zat hij nu reeds tien jaar in een hok, en ofschoon hij het zeer naar zijn zin had, wilde hij toch graag weer vrij zijn. Toen hij dus op zekeren dag de jas en pet van zijn oppasser bij zijn kooi aan een spijker zag hangen, nam hij zijn kans waar. Hij wist namelijk, dat die sleutel van zijn kooi rich in den zak van de 1 jas van den oppasser bevond, en het duurde niet lang, of hij had zich die toegeëigend. Na eenige moeite draaide hij het slot om, schoof de deur van zijn ge vangenis open, trok de groene jas aan, zette de blauwe pet op, die bei den van den oppasser waren, en ver trok. Zoo leek hij waarlijk wel wat op een Bngelschman ken tusschen al deze lachende en pratende mensehen Zij bemerkte nu, dat alle gondels zich in dezelfde richting langzaam voortbewogen. Nu zij eenmaal tus schen al die booten was, moest zij wel m»e varen. Zoo roeide zij voort, uitziende naar eene geschikte gele genheid om in een van de donkere kanalen uit te wijken. Ten laatste hielden de booten stil. zóó opeengepakt, dat iemand best droogvoets van de eene zijne naar den anderen kant van het kanaal had kunnen loopen. De gondeliers schreeuwden en vloekten als de strijdbijlvormige boe gen tegen elkander stieten en Maria zag nu, dat zij zich vlak voor den grooten schouwburg bevond, waarde heer en en dames in avondtoilet op de breede trappen stonden opéénge- pakt. Zij ging op den overdekten voor steven van hare gondel staan, om beter te kunnen zien. Daar, opeens, een geroep, een on verwachte stoot van eene gondel, wel ke tegen de hare stootte, en toen plot seling een gevoel van koude. Zij zonk v>*g in het koude water, en toen zij hare hand langzaam ophief, voelde zij boven haar hoofd de gondel. „De booten zijn boven mijdacht ze toen werd zij bewusteloos. Nog eens dacht zij, dal zij zich in de kleine gondel buiten op de lagune bevond. Haar vader speelde „Het lied van de zee", him beider lieve lingslied. Zij volgde het noot voor noot. Maar de muziek scheen zoo ver weg en het was zoo donker als in maanlooze nachten. De muziek hield op en toen hoorde zij het ge juich en handgeklap van duizenden menschen. Zij opende de oogen en keek verwe- Dood op zijn gemak wandelde Zeer op zijn gemak wandelde „mijnheer- de leeuw" de stad door naar de haven, waar de booten voor Transvaal vertrokken, ging naar het loket, legde eenig geld neer, en kreeg an den beambte een hutkaartje. Dat deze mompelde: „Dat is zeker weer «•li nieuw soort modegekhoorde hij gelukkig niet. Aan boord gekomen, gedroeg hij zich precies zooals de andere passa- giersdan lag hij op zijn grootste gemak in een dekstoel en dikwijls keek hij uit over de verschansing. Eindelijk kwam de boot aan. „Mijnheer de leeuw" stapte aan land en holde als een razende van vreugde, dat hij weder in zijn ge boorteland was aangekomen, de we gen langs, tot de gróótste verbazing der Boeren, die niet wisten, wat ze daar wel zagen. Eindelijk kwam de leeuw in de woestijn. Hoe verwonderd de andere wilde dieren wareta, kunt ge u zeker bes! 'voorstellen, toen onze leeuw zoo kalm, als niaar eenigszms mogelijk was, op zijn achtei-ste pooten kwam aangewandeld. De kennis was even wel spoedig gemaakt en sedert dien tijd schijnt hij ook zijn jas en pet verlordn te hebben, want na dien tijd heb ik nooit weer een aangdfcleede leeuw gezien. Gij soms? Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sophia- straiat no. 22. Haarlem). Gerard H. Als van ouds zullen we vandaag weer eens eerst een brief aan Gerard schrijven. Dat mag wel weer eens, vind je niet? Ja, hoor. ik hoop ook, dat we elkaar in 1907 nog heel veel brieven zullen schrij ven.En nu begin ik alweer over dat raadsel; je zult wel denken: de juf frouw wordt een zeurkousOf denk je niet zoo oneerbiedig? Kijk, ik wil de graag, dat je me nog even de op lossingen van de onderdeektn van liet raadsel schreefik weet ook niet, welke woorden je er mee bedoeilt, en als je het mij even schrijft, kan ik ze er bij in die courant zetten. Dag. Ge rard Ook groeten voor Moeder Marie Gr. Wat heb je me een prachtige briefkaart gestuurdIk vond het zoo'n alleraardigst kijkje, en vind je dat niet grappig? het was de eerste nieuwjaarswensch die ik kreegIk wil best gelooven, dat er met de Kerstdagen niets van brieven schrij ven gekomen is. Tot hoe lang heb je vacantia, of ben je ai- weer aan het werk gegaan? Het wordt dch/t leuk, nu Corrie en de nicht jes zooveel grooter wordiein, hè? Het v/as zeker weer een ideftige visite Vandaag Verpraat ik mijn tijd niet, hoor, ik heb veel te veel te doen om mijn tijd te verpraten J o en Betsy P. Ook wel be dankt voor jullie goede wdnschen, zusjes 'Ik beu erg blij, dat jullie plan bobt nog heel lang mee te doenik zou zulke trouwe vriendinnetjes niet graag gauw verliezen Als je dit leest is de school dus al weer begonnen en zijn jullie weer dapper aan 't werk. Nu maar goed oppassen, Ben Wel, Jo, ik zou zeggen, doe dezen keer voor 't laatst nog maar eens met de afdeeling van de kleintjes mee bij den wedstrijdOf hoor je bepaald liever bij de afdeeling van de groo ten? Die elfdie Januari zal een heer lijken dag voor jullie zijn Ik wensch je nu al vast heel veel pleirier toe Verlang je niet erg naai* dien grooten dag, Jo? Hendrik en Gërda Gr. Zoo, is Hendrik aan het schaatsenrijden 1 geweestnu, dat beviel je zeker best, wat 't Is eigenlijk maai- goed, dat het ijs weg is, nu de vacantie om is anders zouden jullie veel meer aan schaatsenrijden denken dan aan lee-- ren Ben je daar niet bang voor Gerda is zeker tevreden, dat er van daag weer een brief voor jullie in de courant staat. Wat een aardige brief kaart kreeg ik van jullie Wel be dankt, en ook voor de felicitatie! Dag, tweetal 1 zen rond. Zij lag in een pelsjas ge wikkeld op .eene rustbank en eene jonge vrouw bukte zich over haar heen. Het gejuich was werkelijkheid. Weer speelden zij „Het lied van de zee", haars vaders lied, en zij greep den arm van de vrouw, totdat op nieuw het gejuich aanving. Gauw, daar is vaderIk wil naar hem toe riep zij. Kalm, kalm, kindje, zei de vrouw. Ik zal trachten hem ie vinden. Maria deed moeite om op te staan. Laat mij gaan. Hij is daar in de zaal, ze juichen hem toe. Rus'tig zijn. kindje Waar is hij Misschien kan ik hem bii je brengen. Daar. daar in de zaalHij com poneerde die muziek O, laat mij toch gaan Arm schepseltje, ze ijltzei de vrouw zachtjes. Geen wonder, ze riet er zoo moe en afgetobd uit Laat mij toch gaan Hij is daar, zeg ik u, en ze bekransen hiem met bloemen, mooie witte bloemen O laat mij toch naar hem toe gaan JaA kindje, natuurlijk is hij daar en hij zal spoedig komenmaar nu ben je nog te opgewonden. Wacht dus nog een oogenblikje. Herinner je je. dat je in het water bent gevallen Zo brachten je geheel bewusteloos hier maar nu zal je spoedig weer de oude zijn, heel spoedig. Maria sloot de oogen en trachtte na te denken. Ze herinnerde z'ch nu, dat zo ha ren vader, in het kleine vertrek thuis had verlaten. Hij moest daar nu ge heel alleen zijnmisschien zou hij om haar roepen. En toch had zij zijne muziek ge hoord. Wat kon dat te beduiden heb ben Zij luisterde wedermaar nu speelden zij niet haars vaders mu ziek. Nelly de M. Nu ga ik eens gauw een brief aan Nel schrijven. Je hebt me dezen keer ook al zoo goed bedacht met je brief en je kaartjeIk ben blij, dat de verandering, die je versje had ondergaan, naar je am wasWait leuk, dai je van al de Za terdagavonden, waai* een Kinderru briek instaat, een verzameling hebt gemaaktJe hebt ze prachtig gere geld, veel mooier dan ik tenminste, want ik heb ze maai- gewoon alle maal op elkaar gelegd, en ik heb er niet zooveel als jij meer ook; ik ge loof toch niet, dat je ze allemaal nog hebt, want 1 Februari bestaat onze rubriek drie jaar, en dan moeten er dus 156 couranten zi jn En als ik het niet mis heb, hetb jij er dan 151. Ik zal maar niet hardop zeggen, wat jij van Marie's naaien zegt; ze mocht anders eens pedant wordenHoe is 't met je sprei Ben je al bijna klaar? Boos ben ik heelemaal niet, hoor, Nel, hoe kom je er bij? Je teekeningen vind ik prachtig HubertusB. En nu zullen we Iluheirtus eens even beter maker.' Zoo, was je in je schik met den lan gen brief? Of ik vergeten ben, wat je me vragen wilde Nee, hoor, ik weet het nog best! Wat zal het heerlijk zijn als je van die juffrouw les krijgt! Ie zult dan zeker wel prachtig piano loeren spelen Wat of ik deed, als ik eens heel veel tijd had? Nu, dan kwam ik stellig eens hij je, maar nu kan daar jammer genoeg niets van irkomen. Ik vrees, dat er dan Zater dags geen Brievenbus in de courant zou staan, en dat zou toch ook wel jammer zijn, vind je niet Wat heb ie me een prachtig kaartje gestuurd Erg aardig, hooi*Het kwam geluk kig mooi op tijdHad je zoo graag willen gaan schaatsenrijden Nu, misschien komt er >nog wel ijs. We zullen het maar hopen, vind je niet J o D. Dank je wel voor je gezel- li gen biief, Jo, en voor je geluk wen- schen. Vóóir alles wil ik hopen, dat je dit jaar maar heel weinig riek zult zijn Ik ben blij, dat je tenminste weer Ln den tuin creweest bent; dat is het begin van de beterschap Wat zal het Leuk rijn, als je weer in. je eigen kamertje rit te schrijven met al die gezellige dingen op je tafelBen je altijd nog druk aan het verhaaltjes en versjes maken? Veel groeten en tot ziens Jan en Frits de H. Wat vdnd ilv jullie kaart ook prachtigIk was blij, dat ik weer eens wat van jullie hoorde, en 't deed me veel pleirier te hooren, dat het boek zoo naar jullie zin isZoo, hebben jullie in den raadselwedstrijd niet veel zin? Nu, dan moet je niet meedoen, ik hoop, dat ik liet met den nieuwen "wed strijd beter tref, en dat ik dan weer eene flinke inzending van jullie krijg! Bevalt het je, dat die school weer begonnen is Gretha K. Zoo druk gehad, Gretha? Ik wil het best gelooven, met de Kerstdagen kwam je er ook niet toe om daar deftig aan het brieven schrijven te gaan Je raadsel vind ik heel mooi. Ik ben blij, dat je mijne vermmeQi'ng raadsels altijd zoo flink hielpt aanvullen Je kaartje met „Ge lukkig Nieuwjaar" vond ilv erg aar dig Heb je het nieuwe boek al uit, Gretha Joh a n B. Ook Johan's raadsel ij goed; alleen en nu vind je me misschien wel erg dom weet ik niet, waar dat plaatsje ligt. Wil je het me eens vertelldn? Prettig, datje ook meedoet aan den raadselwed strijd Zoo, hoop je, dat we elkaar in het jaar 1907 nog veel brieven zui len schrijven? Nu, daar ben ik het .natuurlijk dadelijk mee eens. Ik hoop ook, dat je mooi piano zult leetren spelen is dat geen goede wensch Engel in a van W. Dank je wed voor je kaartje, en ook een gelukkig nieuwjaarDat schoolboe ken in orde brengen is wel een pret tig werkje, hè 't Is zoo leuk, als je weer op school komt en alles ziet er zoo netjes uitDa.t je toen vergat het boek te komen brengen is wel naar, maar ik weet toch geen beteren raad, aan dlat je nu dezen Woensdag weer komt! Jammer genoeg kan ik je raadsel niet plaatsen, want nieuwe letterraadsels worden niet meer op genomen, omdat de kinderen ze zoo naar vonden. De oude letterraadsels worden nog geplaatst, maar dan is liet ofgeloopen. Bedenk maar eens iets anders M a r i el T. Zoo, was je nogal te vreden over het plaatsen van je raad sel Ik heb al verschillende klachten gehoord, dat het zoo moeilijk was, dus dat doet je zeker wel veel pleirier Wdl bedankt voor je gelukwenschen. en ik wensch Barbara en jou ook een goed jaar toe D i n a V. Ook Dina kom ik eens even bedanken voor haar gelukwen- schen Wel kind, wat kreeg ik een deftige felicitatiebrief van jeNu, ik hoop, dat jij in 1907 ook veel prettige dagen zult hebben, en dat je nog heel lang een vrtendinnetje van me zult blijven dat hoop ik ook Dan doe je stellig nog dikwijls aan de weel- strijden meeHoe is 't met je raad sels-inzending Hdb je al veel oplos singen gevonden Age B. Ik ben blij, dat je weer aan den wedstrijd meedoet, en ik ver tel je daarom meteen maar, dat het 39ste raadsel DEURSO is; ik hoop. dat het er nu duidelijker staat, zoo dat je het goed kunt lezen. Erg aar dig, dat jullie me ook een kaartje stuurde op 1 Januaa-i Wil je de an dere drie ook voor mij bedanken Ca to B. Nu kijk je zeker weer gauw in de Brievenbus, of er ook antwoord voor je dn staatIk heb je niet vergeten, zooals je ziet, en be dank je ook wel voor je nieuwjaars - wenschen! Jammer, dat die prettige Decembermaand alweer voorbij is, hè? Nu. wie weet hoeveel pledzier je in Januari nog hebt! Vooral als die prijs, dien je in gedachten al verdiend hebt, echt komtMaar verheug je er nog maar niet al te erg op, want je weet, er zijn een heeleboel inzendin gen Het raadsel is goed. 't Lijkt mij wel moeilijk om te raden, jou ook niet? Veel groeten, ook voor Moe der J o F. Ik had er pret om, dat je fcet weer „echt uit een boek" vondt. maar toch vind ik, dat je gelijk hadt, 't waren prachtige Kerstdagen! Zoo, en je hebt dus nog echt Kerstmis ge vierd ookWat heen-lijk, dat je zoö'n mooi boek gekregen hebtHeb je het ai uitgelezen? En nu komt waar >k eigenlijk mee had moeten beginnen mijn hartelijke gelu.kwenschen met je twaalfden verjaardagIk hoop, dat het een heel goed jaar voor je zal wordenGelukkig, dat je raadsel 22 nog gevonden hebtZijn er van de wéék weer zulke moeilijke? Wat? Durf je te zeggen, dat je geen brieven kunt schrijven J© brief was prach tig Dag, Jo DirkB. Je raadsels wil ik graag plaatsen, maar in den wedstrijd kun nen ze niet meer konten. DirkI k vend het erg leuk, dat ik op 1 Januari ook een kaartje van jou vond'! Ik wensch je ook een prettig jaar toe Ben je al een einid op streek met ;e wecLstri j d&nzending Anna G. Zoo, heeft dat raadsel er al eens meer in gestaan Nu, dat tref je dan, dan weet je er al weer een Je nieuwe raadsel was voor deze week te laat, maar als er eens gele- gurvheid voor is, zal ik het plaatsen. Heb ik je eerste raadsel nog niét ge plaatst? Ilc zal eens kijken, of het el gauw aan de beurt is Wel bedankt voor je gelukwensclim J a.n sje V. Kijk, nu hen ik net twee dagen te vroeg om je met je verjaardag te feliciteeren Nu, dat is niets; ik wensch ie toch. een prettig en dag toe. Je verlangt zeker erg naar den 7dfen, is 't niet? Ik hoop,"dat dit twaalfde jaar een heel gelukkig voor je zal zijn Gërard en Lucia van S. Ik vind het heel goed, dat jullie ook mee gaat doen met onze kinderrubriek, maar nu zal ik beginnen met je eens wat te vertelleta. Je hoeft niet zoo n lang antwoord van de raadsels te makenéén woord of één zin, ik be doel alléén de oplossing is voldoende, ei' dan zet je het nummer er maar voor. En als jullie aan. den wedstrijd mee wilt doen, wil ik ook graag de oplossingen van de twee vorige Za terdagavonden van je hebben, en ook die van vandaag Wie van jullie tweetjes had dien keurigen brief ge schreven, zeg? To en Betsy van W. Zoo, zus jes, hoe maken jullie liet? Goed deed me pleizier. dat ik weer eens wat van jullie hoordeOver raadsel 39 moet je het briefje aan Age B. maar eens lezen, dan weet je het ook Is To blij, dat de school woetr begonnen is, en is ze weer dapper aan het loe ren gegaan En houd je nog zooveel van lezen. Bels? Jan A. Waren er een paai* moei lijke bij, Jan'? Xu, dat is wel c«ns goed voor je; veel l>eter ten minste dan dat je alle raadsels in een kwar tiertje hebt! Nu, ik geloof, dat ik het je van de week niet al te moeilijk heb gemaaktJe kaartje was erg leuk, ik hoop, dat het jaar 1907 voor jou ook heel gelukkig zal zijnHeb je in do vacantie nog schaatsen treden, Jan? GriotjedeB. Grietje verlang de zeker ook al naar onze rubriek, om gauw te kijken of er een brief in staatIk vind dat je een flink begin hebt gemaakt met dadelijk raadsels in te zenden, en ik wil ze ook graag plaatsen. Wat Leuk, dat je nu net nog aan den wedstrijd mee kunt doen, vind je niet? Woon je al lang in Haarlem? Ik vind het een goed plan, om nog veel brieven te schrijven"; dat ij de beste manier om elkaar gauw t-* loeren kennen, vind je ook niet? Dag, Grietje! Corn el is B Ik vind liet uitste kend, dat je ook weer meedoet aan den raadselwedstrijd, en ik vind ook heelemaal niet, dat je te oud bent! Er zijn er nog wol meer, die zoo oud zijn als jij. en die zich zelf nog niet to oud vinden! Bestaat jullie club nog, en komen er nog leden bij Ik geloof eigenlijk, dat ik nu goen „club" mag zeggen, 't moet „veroeni- ging" zijn, is 't niet? Johanna S. Ik vind hot pret- t;g, (lat je me trouw iedere week wilt schrijven. En je moet altijd maargoed tiaar de raadseloplossingen kijken, dan begrijp je die raadsels ook wel. wed ik! Ja, je gaat langzamerhand veel netter schrijven, dat is waarJe verlangt zeker erg naar jo verjaar dag, is 't niet. Wat zal dat een pret tige. dag zijn! A n na v an D. Dat zijn hecfl wat pleizierige daagjes geweest, hè, An nie? Moedec's verjaardag, en het Kerstfeest, waai* ie zoo'n mooi boek kreeg-, en de vacantieEn nu je dit leest, is de school wedr begonnen, eu nu ga je Maandag weer aan 'tbreien ook. Nu, doe maar weer flink je best Wat stuurden Nelly on jij mij aller aardigste kaartjesWil je Nelly ook hartelijk voor ir-" KodfamkenEn dan voor jullie allebei veel groeten A d a* i a.an v a n dl e V. en; M i o n U. Ook jullie kom ik nog oven voorde mooie briefkaarten bedanken, cn Herman en Ali P. en Gerrit en Hen drik Gr. hebben ook al zoo goed voor mij gezorgd met hun mooie kaartjes Wol bedankt allemaal Aan nog een lieoleboel jongens en meisjes. Ik kan jullie niet nog al lemaal apart schrijven, maar toch vind ik het aardig, dat ik op Nieuw jaarsdag zooveel goede wenschen kreegAan alle jongens en meisjes, diie aan onze rubriek meedoen, kom ik op mijn beurt een heel gelukkig jaar toewenschen. met veel prettige dagen en heel vod vroolijke uurtjes Ik hoop, dat jullie in het jaar 1907 nog dikwijls win onze wedstrijden zult meedoen, en dat je onze Kinder rubriek niét zult vergeten M. C. VAN DOORN. ^TSr-w"-" Eindelijk opende zij- de oogen weer eu vroeg Wie solireef deze opera? O, nu ben je veel beter, zei de vrouw glimlachende. Wie schreef haar herhaalde Ma ria dringend. Wel, de groote Tellino. Ik dacht, dat iedereen in Venetië dat wei wist. Niet waarMijn vaderMaria herstelde zich. Wilt gij den heer Tel lino zeggen, dat ik hem spreken moei? Wel zeker, natuurlijk wil ik dat De vrouw sprak weder op den zelfden kalmeerenden toon. Ik ben niet ziek. en weet heel goed, wat ik zeg, zei Maria. Ik weet zeker, dat vader dit lied heeft gecom poneerd, en als gij den heer Tellino niet wilt vragen om hier te komen, zal ik buiten op de trap wachten, en net zoo lang vragen, totdat ik hem vind. De muziek had opgehouden en de menschen begonnen hert, gebouw te verlaten. Een man verscheen in de deur van1 de kleedkamer en zeide De heer Tellino laat vragen, hoe bet met de kleine drenkeling is. Marie vertelde hem haar verhaal. Toen de man terue ging, bracht hij een vreemd verhaal aan den grooten componist, die zich dadelijk daarop naar de kleedkamer begaf. Een half uur later, toen de meeste gondels verdwenen en de kanalen al weer verlaten waren, werd Maria naar huis geroeid. Naast haar zat de heer Tellino. Zoo traden zij samen bet kleine vertrek binnen, waar Pietro ntet gesloten oogen lag. Hij ontwaakte! toen Tellino aan zijn bed stond, en vloog eensklaps met fcnkelende oogen overeind, terwijl hij gilde: Een diefEen dief De groote componist nam Pietro's hand in de zijne. Ja, een dief, zedde hij zacht; maar een, die komt om te herstellen, wat hij onwetend heeft misdreven, misschien is mijn naam u bekend Tellino. Pietro's oogen antwoordden beves tigend. Ja, vervolgde Tellino, ik heb uw lied gestolen; uw „Lied van de zee" maar ik wist het niet. Toen ik verle den jaar hier in Venetië was, vertel de men mij van de geheimzinnige muziek bij nacht, op de lagune. Ik ging er heen en hoorde zemaar 'k zag niets. Ik verbeeldde mij, geloof ik, dat de Goden ze mij gezonden haddien. Ik hoorde nooit te voren iets, wat daarmee te vergelijken was. Het was den Goden waard. Hij hield op en Pietro glimlachte. Zoo heb ik gestolen zonder het te weten, eindigde Tellino. Pietro lag met gesloten oogen. De dag brak reeds aan. toen hij ze weder opensloeg, en nog steeds zat de mees ter naast zijn bed. Den volgenden avond was de groote menigte toehoorders zeer verwon derd, toen, op hun geroep om Tellino, deze te voorschijn trad in gezelsclrap van een ouden man. Toen er ten slotte eene stilte was ingetreden, hoorden zij hoe Tellino, terwijl hij een van de vele kransen, die op liet tooneel lagen, Pietro aan bood, zeide Niet mij, maar hem komt de eer toe 1 Vóór de zen ten tweeden male op ging over de lagune, vouwden kleine Marie en Tellino de verstijfde handen van Pietro over het kruis op zijne borst. Beiden wierpen nog een langen blik op het smalle, fijn besneden gelaat met de diepe lijnen, terwijl de priester de gebeden mompelde bij het kleine, zwarte kruis aan het voeteneind. C. EEN POS1DULF. Een merkwaardig verhaal van een postduif vermeldt 'Jules Ci ar et ie in de Temps" van gisteren. Bekend is het gebruik, dat tijdens den Franscfh- Duitschen oorlog van duiven is ge maakt om berichten uit en naar het belegerd Parijs te verzenden. De Duit- sohe troepen vingen een dier gevleu gelde boden en prins Frederik Karei zond den vogel aan zijn moeder te Berlijn, waar het dier veel bekijk had. Vier jaar laier wist het te ontsnappen en vloog trouw terug naar zijn beken de til in de rue de Cliohy te Parija De duif werd daarna met veel zorg ver pleegd in den Parijschen Planten- en Dierentuin en stierf in 1878. PROF. KOCH S MIDDEL TEGEN DE SLAAPZIEKTE. De uitvoerige med*:dee3 ingen van- professor Koch over de bestrijdingder slaapziekte in Oost-Afrika zijn ambte lijk verschenen. Er blijkt uit, dat een arsenicum-verbmding atoxil ge naamd die reeds 5 jaren voor de behandeling van huid-, bloed- en ze nuwziekten gebruikt werd, een proef houdend middel tegen de slaapziekte is. Koc-h zegt „Atoxil schijnt een even specifiek middel tegen de slaapziekte te zijn al» kinine tegen malaria". Koch hoopt nog de behandeling in hert groot op duizenden zieke inboor lingen zonder bezwaren toe te passen. Niettegenstaande de tot dusver ver kregen zeer gunstige uitkomsten, wil Koch natuurlijk eerst nog de doorhem genezen zieken langen lijd waarne- n<en met het oog op een mogelijk in storten. Buitendien onderzoekt de ge leerde op dit oogenblik, of kaaiman- ren ook eenige rol spelen bij de over- 'brenglncr van de ziektekiemen door de wapen vliegen. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 11