dankbare Now-Yorkers kozen hein i-
den Landdag van don staat New-York
en toen was het maar een klein spron
getje meer om lid van lid'. Congres
tier Yereenigde Staten te worden, Ta.
uei tu ceaiguc w
genwoordig is Patde hoogedele
a rrintMAl' \TomiirA 11.1 riüT
ixeer James Patrick Maguire, lid
Wetgevende Macht. Hij kan het
oog "tot lid van den Senaat brengen.
Het bewijs zijner liefde
Wat denkt ge er van, dokter?
vroeg de bedroefde echtgenoot ang-
SKig, toen hij den geneesheer u-tge-j
leide deed.
De ander aarzelde een o ogenblik,
en antwoordde toen op fluisterenden
toon
Houd moed, hes te vriend.
Is zij verloren? klonk het drin
gend.
E|i arts zweeg.
Dokter, «hield de alrane Jan aan,
ik eisch de volle waarheid.
Toen sprak de geneesheer op ern-
etigen toon: AatMm
Welnu, arme vriend, de dagen
uwer vrouw zijn geteld. Twee, drie,
vier dagen kan het misschien noS
duren, maar het eii^e der week
haalt ze niet. Verzacht zooveel ge
kunt. haar laatste oogenbhkken en
weiger haar geen enkele bede. wat
mij betreft, ik kan hier niets meer
d°Jan drukte den geneesheer de hand
en vergezelde hem tot aan de deur,
zonder goed te weten, wat hij deed.
Als vernietigd bleef hij daarna
staan op de donkere trap. V el was
het een harde beproeving voor hem,
eóó spoedig reeds zijn jonge vrouw te
moeten verliezen.
Onverwachts had de kwaaie die
sinds eenigen tijd Lina's krachten
sloopte, haar aangegrepen; ze had
koude gevat, was beginnen te noes-
ton en had, als zooveel anderen, eerst
tot den arts haar toevlucht genomen,
toen ze reeds onherroepelijk verlo
ren was.
Hoe vreeselij'kWas het dan mo
gelijk? Zou Lina, zijn Lina, sterven,
zou hij haar naar het kille graf moe
ten zien dragenhaar, die hij meer
dan zijn leven beminde
En toch, het was zoo. Geen macht
op aarde kon den voortgang der ziek
te meer stuiten.
Hij duizelde.
Wat moest er van hem worden, nu
hij alleen zou staan in de wereld
alleen ook in deze nederige woning,
die zij, ondanks hun armoede, altijd
zoo netjes in orde wist te houden
Janklonk op dit oogenblik
haar zwakke stem.
Hij trad de kamer binnen. Daar
lag zij uitgestrekt, met een gelaat
zoo wit als de lakens van het bed,
terwijl alleen de oogen nog van
eenig leven spraken.
Jan, wat heeft de dokter gezegd?
Hij beet zich op de lippen, omniet
in tranen uit te barsten, en ant
woordde
Hij zei, dat we maar goeden
moed moesten houden, liefste.
Een rauwe hoeat belette haar het
spreken en het was hartbrekend te
hooien, hoe zij terstond daarna op
hoopvoilen toon zeide
Hij heeft gelijk: ik voel me al
veel beter. Hoe blij zal ik zijn, Jan.
als we weer samen uit kunnen gaan!
De arme manHoe zou het haar
te moede zijn, als zij straks zich had
voor te bereiden op het sterfuur, dat
zij nog zoo ver verwijderd waande
Zeg Jan, klonk het wedr, als ik
beter ben. ga ik dadelijk sparen voor
een mooie bont van hermelijn. J e weet
wel, zoo een aas we laatst in den
winkel hebben zien liggen. De dokter
moet mij maar gauw weer beter ma
ken.
Zeker, kind, maar. je bent nu
al zoo lang ziek....
Haperend en haar gelaat bespie
dend, bracht Jan deze woorden uit.
De zieke keek haar man met groo
te oogen aan. Zij werd zoo mogelijk
nog bleeker dan zij reeds was, maar
een trek van alles-begrijpen ging
over haar gelaat en berustend sprak
ze met zachte stem
Het is zoo, Jan
Maar van den dokter en van beter
worden sprak ze niet meen-.
Toen Lina een oogenblik was inge
slapen, herinnerde Jan zich, dat hij
nog naar den apotheker moest; stak
zijn laatste 10 gulden bij zich en ver
liet het huis.
Voorbij een bontwinkel komend,
vroeg liij naar den prijs van het her
melijnen bont, dat in de étalage lag.
De bediende nam den eenvoudigen
burgerman van het hoofd tot de voe
ten op, en sprak op hoogen toon
Van 200 tot 300 gulden.
De arme man haastte zich den win
kel te verlaten. Zelfs bij de grootste
spaarzaamheid zou hij zulk een som
nimmer bij elkander kunnen krijgen,
en Lina's ziekte had zijn weinige
spaarpenningen geheel verslonden.
Jan begaf zich naar de pastorie en
deelde den hoofdbewoner daarvan do
droeve tijding mede, dat Lina ster
ven moestde geestelijke hoorde
hem ernstig aan en beloofde, ter
stond te zullen komen.
Na zijn boodschap bij den apothe
ker gedaan te hebben, haastte Jan
zich naar de zieke terug te keeren,
jtjoecn (plotseling in één der hoofd
straten een schitterende uitstalling
zijn aandacht trok. Was het geen
gezichtsbedrog Een hermelijnen
bont voor 9 gulden En toch, neen,
het stond er wel degelijk, en een
prachtige was bet ook Imitatie na
tuurlijk, maar alleen aan den prijs
was dit te zien. Hij aarzelde niet zijn
laatste geid te besteden en g'ng
spoedig naar huis.
Lana was wakker. Een hevige
hoestbui schokte weer het arme li
chaam en Jan had de grootste moei
te, haar oenigszins tot rust te bren
gen.
Daarna maakte hij zich gereed
voor de komst van den geestelijke
en eentge oogenblikken later kwam
deze.
Toen de geestelijke vertrokken was,
rette Jan zich bij het ziekbed en zag
in het doodsbleeke, maar kalme ge
laat van zijn vrouw. In volkomen
onderwerping aan Gods wil, wachtte
zij het einde. Hij zag het aan den
vredige trok, die op haar gelaat
lag.
Lina, sprak hij tob haar, heb je
geen iuatsten wensch meer, dien ik
vervullen kan
Neen, Jan, klonk het met zwakke
stem, je hebt al dien tijd zoo goed
voor me gezorgd, ik heb alles, wat ik
verl ng. Maar zul je je niet te zeer
jaten neiardirukken, als dk er niet
meer ben
De arme han hadi groote moeite,
om niet in tranen u't te barsten. Hij
stond eveai op kwam terug met het
bont van hermelijn.
Zie eens, Lina, wat ik voor je
héb meegebracht, sprak hij.
Een gelukkige lach kwam op haar
gelaat.
Maar Jan, welk een dwaasheid
Wat zal ik daar nu nog aan hebben?
En hoe kom je aan zoo'n kostbaar
stuk Ons geld was toch haast op
Die dingen zijn zoo duur.
En toen hij zoo gauw niet wiét, wat
to antwoorden, vroeg ze verschrikt
Je hebt dat bont toch niet gesto
len, Jan
Hij durfde haar de waairheid niet
zeggen, dat het hem zijn laatste geld
had gekost, om aan Lina's wensch
te voldoen, mocht zij niet weten, en
werktuiglijk schudde hij dan ook
van neen, zonder verder te antwoor
den.
De zieke was tevreden gesteld
plotseling kreeg ze weer een hevige
hoestbui, die haar laatste krachten
verteerde.
Het moede hoofd viel achterover
op het kussen, een laatste blik uit de
brekende oogen op den armen echt
vriend, en met de hand op het laat
ste bewijs zijner liefde, stierrf zij.
SNEEUWSCHOENLOOPEN.
De Zwitsersche correspondent van
de „N. R. Ct." schrijft:
„Al weken lang zitten we stevig in
den winter, 't Begon met de dichte ne
vels, die, zwaar nog van kleffen na-
jaarsdamp, laag hingen over het vlak
ke land, de binnenhuizen onder de
overhangende daken en -achter kledne-
raampjes, bang voor ruwe winterkou,
in half-donker hielden tot vèr in den
voormiddag. Klaarde het scfiemerlidht
langzaam, dan bleef 't een droeve dag
met groote sombere plekken van vocht
op huizen-gevels, en snoeren van dik
ke, koude waterdroppels aan al wat
lijsten en kanten had. De zon trok het
gordijn van dampen op, weinige me
ters maar, tot boven de toppen der
boomen. En met het zinken van de
zonneschijf, die nauwelijks als een
bleeke, matte lichtkring door het ne
velfloers zichtbaar was, viel het win-
ter-donker weer over velden en wegen.
Maar daar waren ook dagen, dat
met liet rijzen der zon de machtige
Föhn kwam aangestormd met al de
blijdschap en onverschrokkenheid van
het zuidelijke bloed. Met een paar
kracht'ige streken jaagt hij de som
bere, grijze nevels voor zich uit, tot zij
vluchten over de gouwen van Reuss en
gevangen in de boog© stammen van
het Schwarzwald aan Duitschen oever
machteloos neerzinken. Op den dag
van zulk een triomf ligt er.blijdschap
en zonneglans over stad en dorp, over
velden en meren. Jonge moeders dra
gen haar kindje welverzorgd in koeste
renden zonneschijn; op het plein rond
om de school joelen de knapen en
meisjes wild van blijdeverrassing over
den mooien dag; en wie maar eenigs-
zins er uit kan breken, gaat naar bo
ven, naar het hooge heuvelland, waar
het panorama der sneeuwbergen zioh
uitbreidt naarmate de wandelaar
stijgt.
Doch de winter is hier in het vlakke
land arm aan heldere zonnige dagen.
En met weemoed en verlangen denkt
men terug aan de zomersche marschen
naar de 'hooge toppen, langs de hoc-
ge passen, dwars door de zonnige mat
ten, waar geen stofje, geen wolkje
hing «in de reine atmosfeer. De smach
tende blik dringt door het nevel-gor
dijn heen, ziet de toppen blikkerend-
wit in staal-blauwen hemelkoepel.
Doch de wegen en passen zijn volge-
sneeuwd; tien, twintig meters hoog
hebben de sneeuwmassa's zich opge
stapeld. Daarboven is het beloofde
land; doch om er te komen.
Bergdorpen liggen onder de sneeuw
begraven; een flauwe verhevenheid in
(het witte veld verraadt de plek, waar
de huizen staan. Hier en daar drijft
een rook-kronheling, dat is alles
wat men ziet van het dorpsche leven.
De gemeenschap tussonen de verschil
lende huizen-groepjes heeft opgehou
den; dalen en ravijnen zijn verrader
lijk d'idhtgedekt.
't Is nog geen tien jaren geledon, dat
dal- en 'bergbewoners, trots het trot-
sche lied van „den Zoon \er Bergen",
met handen en voeten aan het geweld
van den winter waren overgeleverd.
Wie beneden woonde, hem was de weg
naar boven afgesneden; wie boven zat,
bleef er zitten tot in het voorjaar, dat
Triet altijd op den kalenderdag pleegt
in te zetten, 't Is voorgekomen, dat
men alpenbewoners, die door lawi
nen bedreigd werden, niet kon berei
ken en geen hulp kon bieden.
Daar kwamen enkele jaren geleden
vreemde mannen naar d© Zwitsersche
hellingen en matten. Zij waren sterk
als boomstammen. Een warme muts
uit grove, witte wol geweven, een trui
van dezelfde stof strak om het boven
lijf en met een stevigen gordel over de
broek van lodenstof vastgegespt: de
been en tot de knieën omwonden met
banden van zwaar laken, en aan de
banden grove vuist-handschoenen.
Met behulp van een langen stok en
smalle planken, die zij zich onder de
lompe schoenen gespten, bestegen zij
de sneeuwhelling, suisden elders weer
omlaag, sneller dan de stormwind.
Frisch gleden ze ook over pas-geval
len sneeuw; over scheuren ging het
DE PLANEET MARS.
In de „Revue der Uitvindingen en
Ontdekkin^n" van December komt
eene wel aardige beschouwing voor
over de waterverhoudingen op de
planeet Mars.
Wij nemen haar in haar geheel
over
De bekende Amerikaansche astro
noom Lowell, heeft nu zijne beschou
wingen over de waterveahoudingm op
Mars tot één geheel afgebakend. In
tegenstelling met de aar die lijdt (vol
gens do Alg. wissensch. Ber.) de pla
neet Mars aan watergebrek en is ge
noodzaakt de water-reservoirs aan
hare Polen in gebruik te nemen. De
hypothetische Marsbewoners danken taal leiden!
heel gemakkelij k heen. Met liet geweer
over den schouder joegen zij het win-
terwild na tot op de hoogste toppen.
De knapen uit het dorp, waar de
Skandinaviërs zioh oefenden, en waar
spoedig een heele kolonie Engelschen
heen toog, sloegen een oud wijnvat
aan stukken en bonden zich de duigen
onder de schoenen. En toen was er
voor het Zwitsersche volk een nieuw
tijdperk begonnen.
De sneéuwschoen heeft een geheelen
ommekeer gebracht in het wintersche
land; wat dood was, is levend gewor
den; de zomer zal groen, de winter
wit zijn, maar daarmede houdt
voortaan het onderscheid op. Dê hotel
houders droomen al van een dubbel
seizoen. In vroegere jaren beperkte
zioh het winterkur-leven tot Davos,
Grindelwald, St. Moritz. In den laat
ste» tijd is er geen (hotel meer van
eenige beteekenis ergens op een beken-
de hoogte, dat 's winters de planken
voor do ramen spijkert. Cursussen in
het sneeuwsohoenloopen lokken de
menschen naar alle kanten, en wie te
genwoordig niet weet mee te praten
over een Telemark-draai en een Sta-
vanger-sprong, die is zijn tijd schrik
barend ten achter. Ik heb dat zelf on
dervonden. en kordaat voor den aan
staanden Rigicursus ingeschreven. Is
het eenmaal zoover en glijdt mijn
broze toekomst over de beroemde hel
lingen aan het meer der oer-kantons,
dan zal ik naar plicht en geweten voor
den lezer mijn aanteekeningen maken.
Schuin tegenover mij woont een win
keiier in Alpine-benoodigdheden. Hij
heeft er al heel wat zien vertrekken,
die nooit meer teruggekomen zijn
niet op sneeuwschoenen wel te ver
staan. Daarom is hij voor ons een
man van gezag; je licht je hoedje, als
hij breed in de deuropening van zijn
alpen-museum staat.
Hoor eens, mijnheer heeft'hij mij
gezegd, met de hand vertrouwelijk op
mijn schouder als u in uw jongen
tijd een goed schaatsenrijder was, dan
leert u 't gauw. Dezelfde beweging op
de planken als op de ijzers. Alleen niet
naar op-zij uitslaan. Voila tout! Naar
beneden gaat 't vanzelf. "Én dan zult u
eens zien, mijnheer, wat 'n pleizier n
■daaraan beleeft: zoo'n sport!
Op zijn aanraden nam dk black
woods. Je ziet in de snellig'neid beter;
je eigen streek."
laatste slechts met behulp van kunst
matige inrichtingen kan plaats heb
ben, meent Lowell met zekerheid te
moeten aannemen, want het water
neemt 'n loop, welke door de natuur
lijke gesteldheid der oppervlakte niet
oorgeschreven zou zijn; het vloeit
om zoo te zeggen bergopwaarts.
De Marsbewoners zouden dus vol
gens deze beschouwingswijze niet al
leen in staat zijn geweest, groote ka
nalen van meerdere duizenden mijlen
lengte aan te leggen, doch deze ook
van waterbouwwerken hebben voor
zien, welke uit 'n technisch oogpunt
zeker niet op eenvoudige wijze zijn
uit te voeren.
MARS EN AARDE.
In het maandschrift van het Fransch
Sterrekundig Genootschap brengt Ca-
mille Flammarion een verschijnsel
ter sprake, dat aan het Marconi-sta
tion op het eiland Cape Clear aan ie
Zuidpunt van Ierland is waargeno
men. Vele nachten achtereen tus
schen 12 en 1 uur werd daar steeds
een gelijk siamenstel van teekens op
gevangen dat men tot dusver niet
heeft weten te ontcijferen. Het vermoe
den is nu geuit, dat men te doen zou
hebben met een bericht van onze na
buur in de hemelruimte, de planeet
Mars. Dit nu adht Flammarion al heel
onwaarschijnlijk. Reeds daarom wijl
dit jaar voor zulk een poging om met
de Aarde zich in verbinding te stellen,
ad zeer ongeschikt is. Mars bevindt
zich namelijk aan de andere zijde van
de zon, op haar grootsten afstand van
de aarde; in Mei 1905 was zij 't dichtst
bij ons genaderd en dat zal in Juli
1907 weer het geval zijn. Bovendien
was het uur na middernacht al zeer
zonderling gekozen, omdat Mars dan
niet boven den horizon van Cape
Clear staat, maar juist bij het tegen
gestelde zenitlh.
Volgens de berichten zonden de tee
kens uit drie punten bestaan, die in
het Marconi-alphabet met S gelijk
staan. Bekend is het, dat ook op de
Morsetoestellen een liooger spanning
der atmospherische electrioiteit soms
zich door punten te kennen geeft, zoo
dat die reden vermoedelijk ook nu m
het spel is geweest. Opmerkelijk blijft
echter het gestadig verschijnen van
de punten.
Wat de pogingen betreft om met an
dere hemellichamen in verbinding te
komen, herinnert Flammarion dat
reeds omstreeks 1840 een Duitsch ge
leerde liet denkbeeld aan de hand had
gedaan om te onderzoeken of onze
maan door beschaafde schepselen be
woond is. Hij vilde daartoe een alge
meen wetenschappelijke taal gebrui
ken: een of andere meetkundige fi
guur, zooals het theorema van Pytha
goras. Op een uitgestrekt terrein zou
men door spiegels, die het zonnelicGft
weerkaatsten, die figuur moeten voor
stellen, welke dan door de maanbewo
ners, als die er waren, kon worden
waargenomen en op gelijksoortige wij
ze beantwoord. Dat kon dan tot een
gemeenschappelijke aarde- en niaan-
het voortduren van hun bestaan aan
het smelten van de sneeuw hunner
poolgebieden, en liet afleiden der wa
termassa's naar de meer aequatoriale
streken door middel van een tot dit
doel aangelegd stelsel van kanalen.
Lowell zegt namelijk, waargenomen
te hebben, dat het water bij de jaar
lijks intredende smelting der sneeuw
van de Zuidpool uit door talrijke ka
nalen afvloeit en zich tengevolge daar
van de plantengroei op de Mars-op
pervlakte ontwikkelt.
Aan de vrijwording van zulk eene
atermassa meent Lowell ten minste
die verduistering der Mars-oppervlakte
te moeten toeschrijven, welke qan de
In onze dagen hebben de ontdekkin
gen in de hemelruimte met de groote
kijkers-der sterrewachten gedaan, me
nigeen op de gedachte gebracht of het
mogelijk ware met de planeet Mars in
verbinding te komen. Men neemt dan
aan, dat de"beschaving op die planeet
een zeer hoog peil heeft bereikt en
daar wellicht al tientallen eeuwen
lang getracht is zich voor onze Aarde
verstaanbaar te maken, waar de ei
genlijke wetenschappelijke ontwikke
ling nog maar een paar eeuwen oud
is. Hebben de Mars-bewoners zoo iets
grens der groote sneeuwvelden van; en dan te vergeefs beproefd, dan zul-
haar Zuidpoolgebied' begint en zich j len zij van onze ontwikkeling geen
steeds meer uitbreidt, naarmate het hoogen dunlk hebben gekregen. Men
werkelijk op Mars vaak licht-
ring, de omstandigheid, dat laatstgo- j Punten waargenomen, die aan signa-
noemde onmiddellijk op het smelten len konden doen denken, maar die bij
der sneeuw- volgt en later weder ver-j nauwkeurige waarneming gebleken
dwijnt, versterken Lowell in z'n
móeden.
De sterkst gekleurde plaatsen wij
zen volgens zijn opvatting op de stre
ken der grootste waterdiepte; dat
echter deze diepte nergens zeer aan
zienlijk is, volgt uit het feit, der later
volgende, volledige verdwijning der
verduistering.Laatstbedoelde beschou
wing schijnt éénorzijds diaarop te wij
zen, dat er op Mars behalve boven
genoemde kanalen geen water-reser
voirs van belangrijken omvang be
staan. Anderzijds dringt zich de
vraag op, waar het water heenvloeit, POLITIEK PER BRIEFKAART,
wanneer een verheldering der opper- r Een firma te Belgrado (Servië) n
vlakte valt w aar te nemen. Deze komt een bekende horlogefabriek In het
zeer geleidelijk tot stand doordat.Koninkrijk Saksen, hebben onlangs
eenige plaatsen n blauw achtig-groen i eene allerliefste correspondentie ge-
andere 'n gele verkleuring vertoo- voerd pei. briefkaart.
zijn verlichte bergtoppen of wolken te
wezen. Men heeft echter in de laatste
kwarteeuw zooveel nieuws op Mars
kunnen ^waarnemen, dat de hoop op
meer verrassingen geenszins is uitge
sloten. Dat opent het uitzicht, voor
■een zeer verre toekomst wellicht, dat
de aardbewoners nog .eens zich met de
bevolking van andere hemellichamen
op nuttige en aangename wijze kun
nen onderhouden.
nen.
Lowell komt nu tot liet besluit, dat
die blauwachtig-groenje verkleuring:
dcor liet ontkiemeai eener plantenwe-j
refid wordt te voorschijn geroepen,
wefike 'n gedeelte van het toegevloeide
water bindt, zonder dat dit voor ons
waarneembaar wordt. Dat het groen
van dien plantengroei zonder meer
in geel kan overgaan, ligt voor de
hand.
Daarmdde is ook de aanwezigheid
der verschillende kleurtinten op de
Mars-oppervlakte opgehelderd, welke
dus middellijk aan de aanwezigheid
van water en onmiddellijk aan het
voorhanden zijn eener flora is toe te
schrijven.
Ook van onze aarde zou, volgens
Lowell, van 'n vogelperspectief-stand
punt beschouwd, 'n kleur wisseling
zijn te consiateerengedurende be
paalde jaargetijden zou men waarne
men, dat 'n groenachtig waas zich
van de aequatoriale gebieden uit;
naair de Polen toe uitbreidde. j
Het voortgaan dezer verkleuring
vclgt hier echter in tegenovergestel-
den zin van die op de planeet Mars.
Dit verschijnsel zou, volgens Lowell,
'n gevolg zijn van de veschillende
verhoudingen op de planeten. Het ont
waken van den plantengroei op Mars
moet aan de Polen beginnen, omdat
het smelten der sneeuw en de af
vloeiing van het water in de richting
van den aequator de noodzakelijke
voorwaarden daarvoor zijn. Dat het
October schreef d'e Servische fir
ma aan de horlogefabriek, dat ze ge
negen was, handelsverbindingen aan
te knoopen.
Vier dagen later kwam het ant
woord
„Naar 't land, waar konings-
moordenaars ongestraft rond-
„loopen, leveren wrij niets 1"
Drie dagen later weder antwoord
„In een land, waar müitai-
„ren, gendarmes, politie, bur
gemeester en stadsraad door
'n schoenmaker-kapitein in het
„ootje kunnen worden genomen,
„moet men noodig de toestan-
„den in een ander land beoor-
deel en
„Wat gaan u overigens de
„koningsmoordenaars aan?
„Uw antwoord bewijst slechts,
„dat 't uurwerk in uw boven
kamer niet erg juist loopt.
„Hoe moet 't dan wel zijn mot
„de horloges, die ge maakt en
„verkoopt! Wij zien natuurlijk
„af van een fabrikaat van. zulk
„twijfelachtig gebafltel"
Twee November weer 'n Briefkaart
uit Saksen
„De brutale schoenmaker
„gepakt, en wordt gestraft. Bij
,,u zou men hem minister heb-
„ben gemaakt."
Uit Belgrado 5 November
„Ge moogt u er heusch niet
op beroemen, dat uw land op
„dat gebied er beter voor staat.
„Bij u is de varkemsfokker
verin oot van. de firma Tippels-
„kirch en Co. oom .,Po<r'
„nog stedds laoidbouwminis-
„ter."
Tot 20 November pauze.
Toen schreef de horlogefabriek
„Oom Pod is niet meer
„functie. Toch hebben we steeds
„gemeend, dat „Pod" juist als
„varkensfokker allen Serviërs
„dierbaar behoorde te zijn. Ver-
„dier heriimdren we u er aan,
„dat bij u alles bij bet oudie Is
„gebleven, ook uw wonderlijke
„kroonprins is geenszins
„anderd".
Drie dagen latei* al kwam bet ant
woord
„Wal ge betreffende onzen
.kroonprins gelezen liebt,
„kwaadaardig geklets. Daaren-
tegen is de geschiedenis van
„uw kroonprinses van a tot 5
„wtaar."
Saksen schreef toen
„Zoo, is allee, writ men aan-
„gaande uw land leest geklets?
„Dat betwijfelen wij ten sterk-
„ste. Wij bebbetn in ons land op
„die verbeven plaats geen on-
.waardige geduld. Maar nu zijn
„er genoeg lieflijkheden gewis-
,,seld. Wij sluiten de correspon-
„tie."
Maar op 5 December kwam Belgra
do nog eens
„Nu wij de wondeplek hebben
„aangeroerd, schreeuwt ge balt!
„Niet verder. Neeta, dat gaat
„niet zoo. Wij hebben 't eerste
„woord gehad en willen ook 't
„laatste hebben.
„Niet de kroonprinses is 't, die
grien niet langer in Saksen
„wenscht te duiden, 't Omge-
„keerde is 't geval. Ze heeft T
„in een land, waar zooveel stel
letjes hersenen voorkomen, als
„die van u, ednvoudig weg niet
„.langer kunnen uithouden.
„Daarom is ze er van door ge-
„gaan. Uw dienaar, mijne-
„heeren
De „Tel." ontleent 't bovenstaande
aan de „Frankfurter Zeitung".
TAMME ZWALUWEN.
In een artikel over tamme zwalu
wen. voor het maandblad „De Na
tuur bewerkt door J. Hk. van Balen,
ontleent deze het volgende aan de
Buil. de la Soc. Nat. d'Acclimatation
de France"
Een vogelvriendin, mejuffrouw L.
Reyen, heeft sinds tien jaren met
haar vader zwaluwen opgekweekt en
ze in kooien gehouden in hun be
scheiden kamer, midden in Parijs.
Elk jaar kweekt zij uit het nest eeni
ge jongen op met een voeder, dat uit
vleesch, beschuit, zaden enz. bestaat.
Alles wordt goed door elkaar ge>-
raengd en geheel droog gegeven. Als
noodzakelijk toevoegsel worden le
vende insecten gegeven, zooals rij te
krijgen zijn, b. v. muggen, vliegen,
vlinders, kleine kevers, meelwor-
men, en vooral spinnen. Volgens de
meening van mejuffrouw Reyen zijn
voor alle insecten-etende vogels spin
nen onontbeerlijk, omdat zij hen niet
alleen voedsel, maar ook als genees
middel dienen. Een vogel dien men,
vooral in het voorjaar, 2 3 spinnen
per dag kan geven, blijft goed ge
zond. Behalve het voedsel moet men
den insecten-eters ook drinken ge
ven. Onder het voeder mengt zij
versck fijn maanzaad en alle 1-4 da
gen geeft zij hun water te drinken,
waarin lijnzaad is geweekt. Deze
drank bekomt ook nachtegalen, kwik
staartjes, enz. het best, terwijl de
grasmusschen mét honing aange
mengd water de voorkeur geven.
Zoodra de jonge zwaluwen het nest
beginnen te verlaten, zet zij zö bij
het voederen vlak bij de voedernap
en op die wijze gewennen rij er spoe
dig aan zelf het voedsel te nemen. Als
zij volwassen zijn, worden rij in vrij
heid gesteld of verder in kooien ge
houden. Vocw tamme zwaluwen vindt
juffrouw Reyen te Parijs onder hare
vrienden steeds grage afnemers. Zij
zelf heeft jarenlang zwaluwen ge
kweekt, en sinds zeven jaren houdt
zij een boerenzwaluw in de kooi. In
1897 vond zij het arme dier in het
Luxembourg in handen van een koet
sier, die het diertje met de zweep uit
de lucht geslagen had. Gedurende
eenige dagen, terwijl het gekwetste
d'ertje verbonden werd, werd het ge
stopt later nam het zelf zijn voed
sel uit een napje. Deze zwaluw kan
niet meer vliegen, maar zij schijnt
toch met haar toestand tevreden,
daar zij, uitgenomen in den ruitijd,
bet geheele jaar door haaf lief ge
kweel laat hooren. De zwaluwen rui
en in den winter en juffrouw Reyen
komt haar lievelingen gedurende de
zen tijd te hulp door krachtig voed
sel en eenige droppels van een ver
sterkenden drank.
Juffrouw Reyen heeft het nog niet
zoo ver kunnen brengen, dat nare
zwaluwen in gevangenschap voort
planten, omdat zij nog geen enkelen
keer gedurende den broeitijd beide
•geslachten heeft gehad. Zij is echter
overtuigd, dut het haar gelukken zal
ze tot broeden te brengen, omdat zwa
luwen zeeo* tam worden en onder el
kander alleen onverdraagzaam «rjn,
als zij niet paarsgewijze worden ge
houden.
Een groot aantal der zwaluwen,
welke zij heeft opgekweekt, is weder
teruggekomen en drie jaren lang
heeft zij de door haar gemerkte vo
gels weer in hetzelfde nest zien broe
den.
dat men in een geval van er&
Genickstarre volkomen generinj
reikt had, dank zij der uitvinding
dr. Kolle, sedert eenigen tijd ber^
aan de universiteit van Bern,
hij gezondheidsleer en bacteric|
doceert. Het serum moet een w, f
schappelijke Samenstelling zijnjL
werkt door prof. Kolle en prof. l£j
semmnn, beiden leerlingen vanji
beroemden prof.' Koch. [u<
Het geval droeg zich toe al,s vioi
In Sdh \va rzenbo urg bij iBern stierf
kind onder verdachte (omstandir®
den. Bij een analyse in het Ins
zur Erforschung der infekt;^.
(Krankiheiten bleek dat de dood
meningitis was veroorzaakt. Een(\\
later werd een ander kind doojN
ziekte aangegrepen, en nu ikon fcl
nog tijdig om hulp naar de bacter^
Toenr1
M
DE GENICKSTARRE
OVERWONNEN?
De briefschrijver van 't „Hbld." te
Genève meldt:
„Onder dezen titel wordt in een
Berner correspondentie een en ander
medegedeeld over het nieuwe serum,
of beter over den uitvinder en een der
jongste gevallen, waarin het middel
met gunstig gevolg toegepast werd.
Al hoeft nog niet te worden aangeno
men, dat hier het onfeilbare middel
ontdekt is, er heeft ridh een geval van
volslagen genezing voorgedaan, waar
aan naar het schijnt andere gevallen
voorafgingen, met een gunstig ge
volg. Ik laat nu het woord aan den
berichtgever.
Dezer dagen vertelde mij iemand,
giscihe 'inrichting sturen,
kind ingespoten werd, was het ïw
bewusteloos. (Den volgenden mor,
was de temperatuur van 39.7 op:
gevallen, 't Kind was gered. M
Uit de mededeel ingen die prof. ei
le dezer dagen in het medische gp'
schap van Bern heeft gedaan, b|f"
dat Ihij vroeger in DuitschioiKT5
proeven genomen (heeft. Prof. KoliU
een geboren Berlijner, bevoorr^
leerling van prof. Koch, en nu coin
leerde die zelf reeds ep een aaij(
volgelingen wijzen kan. Hij beÉ
deerde met zijn 'beroemden mee,^
de cholera en de runderpest in
ka. Op last van de Engelsch-Egyn,
söhe regeering stelde ihij in Centr^
en Oost-Afriïïa een zelfde onden^
in -R
De -correspondent stelt dr. (Rs
voor als een nog jongen man, k
van persoon mei levendige geborP
met een onfeilbaar geloof in de E
komst van zijn middel. Een iman h
een passie Iheeft voor het weten.schg
pelij konderzoek, en die behalve Gi(\
belangrijke studiën aan het BertD
instituut, tijd weet te vinden voor
drukke wetenschappelijke correspj.
dentie, 't zij met prof. Koch, diei>
het oogenblik aan het Victoria NyC
za-Meer de slaapziekte bestudeert,^
zij met enkele zijner eigen leerling^
die in dienst van het Amerikaans^
gouvernement studiën maken op
Philippijnen. M
Ook prof. Koch moet belangrijke j
sultaten verkregen hebben in d-
Strijd tegen deze gevreesde ziels'
waarvan men Hangen tijd geloof<fe
dat er geen kruiden voor ge\vas%
waren.
NEW-YORKSCHE MILLIOXNAIR#
In de 5e Avenue te New-York efi
ruim 8 kilometer lange straat \\D
nen in eene reeks van prachtige ,pP
leizen fje rijkste millionnairs der \\i
reld.
Een der allerkostbaarste paleizen),
het groote steenen gebouw op d%|
hoek van de 5e Avenue en de 57 stra4
het verblijf van het hoofd der famii
Vanderbilt. Dat gebouw alleen heé
12 millioen gulden gekost en de
wendige inrichting 6 millioen.
Niet ver vaai daar is de vorstelijk
woning van James Astor, die eef
jaarlijksch inkomen van 12 millioel
gulden geniet. Zijn paleis is naar 8i|
model van het slot Qhambord
bouwd. Het heeft minstens 6 miilioer
gekost. Driehonderd man hebben 4
2 1/2 jaar aan gewerkt. Daarbij konfE
dan nog de prachtige inrichting. Mefi
vindt schilderijen van bijna onsc'har
bare waarde en o.a. ook een goudif
servies, dat minstens f 120.000 waan,
Niet ver van daar is het huis vajj
Commodore Gherry, dat er van buite^
eenvoudiger uitziet, maar aan welka
bouw toch ook ontzaglijke sommei
rijn besteed. Zoo is er o.a. eene traj
van sneeuwwit marmer, waarvan e*
ke trede, naar men verzekert. 6000 gii
den m-öet hebben gekost. Onderaai'
staan twee levensgroote gepantserdt
beelden als wachters en de leuning Jij
met goud ingelegd. I
Ook het huis van Oharles Yerke.1
ziet er eenvoudig uit; maar het zou
voor 12 millioen gulden niet te koof
zijn. Het gebouw zelf heeft „maar"
millioen gekost, doch het bevat kunst
schatten van hooge waarde. Voort
vindt men er o.a. een ledikant,
24.000 heeft gekost en eene badka
nier, aan welker inrichting f 72.000 1
besteed.
De ..Koperkoning" Clarke woont ii
een paleis van graniet, dat ook aller
lei kostbare voorwerpen uit allerié
landen bevat. Er i's daar o.a.
Turksche kamer, welke f 180.000 ge
kost heeft.
BEVOLKINGSZORGEN.
Onlangs is de officieele statistiek
van geboorten, huwelijken, echtschei
dingen en sterfgevallen over het jaai
1905 in Frankrijk bekend gemaakt. Es
de Fransche burger heeft weer all<
reden om zich bezorgd te maken ovei
de toekomst van zijn vaderland. He
beeld, dat deze door Jacques Bertil
Ion gerangschikte cijfers geven,
zeker ernstig genoeg.
Want weer valt in het afgeloopet
jaar i/n het aanttal geboorten een ach
teruitgang te constateerenhet be
droeg 807.291 tegen 818.229 in 1904 ei
816.246 in het daaraan voorafgaande
jaar. Daarnaast staat tegelijk als
merkwaardig verschijnsel, dat he!
aantal huwelijken eenieszins is toe
genomen van 298.621 tot 302.623 ge
stegen. Dat ook het aantal echtschei
dingen is toegenomen legt in ver
hand met dit betoog weinig gewichl|
in de schaal.
Een zeer ernstig verschijnsel blijft
liet achteruitgaande geboortecijfer,
en in het laatste jaar is het zóó laag
geweest als in geen honderd jaar.
Alle jammerklachten van de vrien
den van Frankrijk, alle waarschuwin
gen, premies, propaganda, niet