dankbare Now-Yorkers kozen hein i- den Landdag van don staat New-York en toen was het maar een klein spron getje meer om lid van lid'. Congres tier Yereenigde Staten te worden, Ta. uei tu ceaiguc w genwoordig is Patde hoogedele a rrintMAl' \TomiirA 11.1 riüT ixeer James Patrick Maguire, lid Wetgevende Macht. Hij kan het oog "tot lid van den Senaat brengen. Het bewijs zijner liefde Wat denkt ge er van, dokter? vroeg de bedroefde echtgenoot ang- SKig, toen hij den geneesheer u-tge-j leide deed. De ander aarzelde een o ogenblik, en antwoordde toen op fluisterenden toon Houd moed, hes te vriend. Is zij verloren? klonk het drin gend. E|i arts zweeg. Dokter, «hield de alrane Jan aan, ik eisch de volle waarheid. Toen sprak de geneesheer op ern- etigen toon: AatMm Welnu, arme vriend, de dagen uwer vrouw zijn geteld. Twee, drie, vier dagen kan het misschien noS duren, maar het eii^e der week haalt ze niet. Verzacht zooveel ge kunt. haar laatste oogenbhkken en weiger haar geen enkele bede. wat mij betreft, ik kan hier niets meer d°Jan drukte den geneesheer de hand en vergezelde hem tot aan de deur, zonder goed te weten, wat hij deed. Als vernietigd bleef hij daarna staan op de donkere trap. V el was het een harde beproeving voor hem, eóó spoedig reeds zijn jonge vrouw te moeten verliezen. Onverwachts had de kwaaie die sinds eenigen tijd Lina's krachten sloopte, haar aangegrepen; ze had koude gevat, was beginnen te noes- ton en had, als zooveel anderen, eerst tot den arts haar toevlucht genomen, toen ze reeds onherroepelijk verlo ren was. Hoe vreeselij'kWas het dan mo gelijk? Zou Lina, zijn Lina, sterven, zou hij haar naar het kille graf moe ten zien dragenhaar, die hij meer dan zijn leven beminde En toch, het was zoo. Geen macht op aarde kon den voortgang der ziek te meer stuiten. Hij duizelde. Wat moest er van hem worden, nu hij alleen zou staan in de wereld alleen ook in deze nederige woning, die zij, ondanks hun armoede, altijd zoo netjes in orde wist te houden Janklonk op dit oogenblik haar zwakke stem. Hij trad de kamer binnen. Daar lag zij uitgestrekt, met een gelaat zoo wit als de lakens van het bed, terwijl alleen de oogen nog van eenig leven spraken. Jan, wat heeft de dokter gezegd? Hij beet zich op de lippen, omniet in tranen uit te barsten, en ant woordde Hij zei, dat we maar goeden moed moesten houden, liefste. Een rauwe hoeat belette haar het spreken en het was hartbrekend te hooien, hoe zij terstond daarna op hoopvoilen toon zeide Hij heeft gelijk: ik voel me al veel beter. Hoe blij zal ik zijn, Jan. als we weer samen uit kunnen gaan! De arme manHoe zou het haar te moede zijn, als zij straks zich had voor te bereiden op het sterfuur, dat zij nog zoo ver verwijderd waande Zeg Jan, klonk het wedr, als ik beter ben. ga ik dadelijk sparen voor een mooie bont van hermelijn. J e weet wel, zoo een aas we laatst in den winkel hebben zien liggen. De dokter moet mij maar gauw weer beter ma ken. Zeker, kind, maar. je bent nu al zoo lang ziek.... Haperend en haar gelaat bespie dend, bracht Jan deze woorden uit. De zieke keek haar man met groo te oogen aan. Zij werd zoo mogelijk nog bleeker dan zij reeds was, maar een trek van alles-begrijpen ging over haar gelaat en berustend sprak ze met zachte stem Het is zoo, Jan Maar van den dokter en van beter worden sprak ze niet meen-. Toen Lina een oogenblik was inge slapen, herinnerde Jan zich, dat hij nog naar den apotheker moest; stak zijn laatste 10 gulden bij zich en ver liet het huis. Voorbij een bontwinkel komend, vroeg liij naar den prijs van het her melijnen bont, dat in de étalage lag. De bediende nam den eenvoudigen burgerman van het hoofd tot de voe ten op, en sprak op hoogen toon Van 200 tot 300 gulden. De arme man haastte zich den win kel te verlaten. Zelfs bij de grootste spaarzaamheid zou hij zulk een som nimmer bij elkander kunnen krijgen, en Lina's ziekte had zijn weinige spaarpenningen geheel verslonden. Jan begaf zich naar de pastorie en deelde den hoofdbewoner daarvan do droeve tijding mede, dat Lina ster ven moestde geestelijke hoorde hem ernstig aan en beloofde, ter stond te zullen komen. Na zijn boodschap bij den apothe ker gedaan te hebben, haastte Jan zich naar de zieke terug te keeren, jtjoecn (plotseling in één der hoofd straten een schitterende uitstalling zijn aandacht trok. Was het geen gezichtsbedrog Een hermelijnen bont voor 9 gulden En toch, neen, het stond er wel degelijk, en een prachtige was bet ook Imitatie na tuurlijk, maar alleen aan den prijs was dit te zien. Hij aarzelde niet zijn laatste geid te besteden en g'ng spoedig naar huis. Lana was wakker. Een hevige hoestbui schokte weer het arme li chaam en Jan had de grootste moei te, haar oenigszins tot rust te bren gen. Daarna maakte hij zich gereed voor de komst van den geestelijke en eentge oogenblikken later kwam deze. Toen de geestelijke vertrokken was, rette Jan zich bij het ziekbed en zag in het doodsbleeke, maar kalme ge laat van zijn vrouw. In volkomen onderwerping aan Gods wil, wachtte zij het einde. Hij zag het aan den vredige trok, die op haar gelaat lag. Lina, sprak hij tob haar, heb je geen iuatsten wensch meer, dien ik vervullen kan Neen, Jan, klonk het met zwakke stem, je hebt al dien tijd zoo goed voor me gezorgd, ik heb alles, wat ik verl ng. Maar zul je je niet te zeer jaten neiardirukken, als dk er niet meer ben De arme han hadi groote moeite, om niet in tranen u't te barsten. Hij stond eveai op kwam terug met het bont van hermelijn. Zie eens, Lina, wat ik voor je héb meegebracht, sprak hij. Een gelukkige lach kwam op haar gelaat. Maar Jan, welk een dwaasheid Wat zal ik daar nu nog aan hebben? En hoe kom je aan zoo'n kostbaar stuk Ons geld was toch haast op Die dingen zijn zoo duur. En toen hij zoo gauw niet wiét, wat to antwoorden, vroeg ze verschrikt Je hebt dat bont toch niet gesto len, Jan Hij durfde haar de waairheid niet zeggen, dat het hem zijn laatste geld had gekost, om aan Lina's wensch te voldoen, mocht zij niet weten, en werktuiglijk schudde hij dan ook van neen, zonder verder te antwoor den. De zieke was tevreden gesteld plotseling kreeg ze weer een hevige hoestbui, die haar laatste krachten verteerde. Het moede hoofd viel achterover op het kussen, een laatste blik uit de brekende oogen op den armen echt vriend, en met de hand op het laat ste bewijs zijner liefde, stierrf zij. SNEEUWSCHOENLOOPEN. De Zwitsersche correspondent van de „N. R. Ct." schrijft: „Al weken lang zitten we stevig in den winter, 't Begon met de dichte ne vels, die, zwaar nog van kleffen na- jaarsdamp, laag hingen over het vlak ke land, de binnenhuizen onder de overhangende daken en -achter kledne- raampjes, bang voor ruwe winterkou, in half-donker hielden tot vèr in den voormiddag. Klaarde het scfiemerlidht langzaam, dan bleef 't een droeve dag met groote sombere plekken van vocht op huizen-gevels, en snoeren van dik ke, koude waterdroppels aan al wat lijsten en kanten had. De zon trok het gordijn van dampen op, weinige me ters maar, tot boven de toppen der boomen. En met het zinken van de zonneschijf, die nauwelijks als een bleeke, matte lichtkring door het ne velfloers zichtbaar was, viel het win- ter-donker weer over velden en wegen. Maar daar waren ook dagen, dat met liet rijzen der zon de machtige Föhn kwam aangestormd met al de blijdschap en onverschrokkenheid van het zuidelijke bloed. Met een paar kracht'ige streken jaagt hij de som bere, grijze nevels voor zich uit, tot zij vluchten over de gouwen van Reuss en gevangen in de boog© stammen van het Schwarzwald aan Duitschen oever machteloos neerzinken. Op den dag van zulk een triomf ligt er.blijdschap en zonneglans over stad en dorp, over velden en meren. Jonge moeders dra gen haar kindje welverzorgd in koeste renden zonneschijn; op het plein rond om de school joelen de knapen en meisjes wild van blijdeverrassing over den mooien dag; en wie maar eenigs- zins er uit kan breken, gaat naar bo ven, naar het hooge heuvelland, waar het panorama der sneeuwbergen zioh uitbreidt naarmate de wandelaar stijgt. Doch de winter is hier in het vlakke land arm aan heldere zonnige dagen. En met weemoed en verlangen denkt men terug aan de zomersche marschen naar de 'hooge toppen, langs de hoc- ge passen, dwars door de zonnige mat ten, waar geen stofje, geen wolkje hing «in de reine atmosfeer. De smach tende blik dringt door het nevel-gor dijn heen, ziet de toppen blikkerend- wit in staal-blauwen hemelkoepel. Doch de wegen en passen zijn volge- sneeuwd; tien, twintig meters hoog hebben de sneeuwmassa's zich opge stapeld. Daarboven is het beloofde land; doch om er te komen. Bergdorpen liggen onder de sneeuw begraven; een flauwe verhevenheid in (het witte veld verraadt de plek, waar de huizen staan. Hier en daar drijft een rook-kronheling, dat is alles wat men ziet van het dorpsche leven. De gemeenschap tussonen de verschil lende huizen-groepjes heeft opgehou den; dalen en ravijnen zijn verrader lijk d'idhtgedekt. 't Is nog geen tien jaren geledon, dat dal- en 'bergbewoners, trots het trot- sche lied van „den Zoon \er Bergen", met handen en voeten aan het geweld van den winter waren overgeleverd. Wie beneden woonde, hem was de weg naar boven afgesneden; wie boven zat, bleef er zitten tot in het voorjaar, dat Triet altijd op den kalenderdag pleegt in te zetten, 't Is voorgekomen, dat men alpenbewoners, die door lawi nen bedreigd werden, niet kon berei ken en geen hulp kon bieden. Daar kwamen enkele jaren geleden vreemde mannen naar d© Zwitsersche hellingen en matten. Zij waren sterk als boomstammen. Een warme muts uit grove, witte wol geweven, een trui van dezelfde stof strak om het boven lijf en met een stevigen gordel over de broek van lodenstof vastgegespt: de been en tot de knieën omwonden met banden van zwaar laken, en aan de banden grove vuist-handschoenen. Met behulp van een langen stok en smalle planken, die zij zich onder de lompe schoenen gespten, bestegen zij de sneeuwhelling, suisden elders weer omlaag, sneller dan de stormwind. Frisch gleden ze ook over pas-geval len sneeuw; over scheuren ging het DE PLANEET MARS. In de „Revue der Uitvindingen en Ontdekkin^n" van December komt eene wel aardige beschouwing voor over de waterverhoudingen op de planeet Mars. Wij nemen haar in haar geheel over De bekende Amerikaansche astro noom Lowell, heeft nu zijne beschou wingen over de waterveahoudingm op Mars tot één geheel afgebakend. In tegenstelling met de aar die lijdt (vol gens do Alg. wissensch. Ber.) de pla neet Mars aan watergebrek en is ge noodzaakt de water-reservoirs aan hare Polen in gebruik te nemen. De hypothetische Marsbewoners danken taal leiden! heel gemakkelij k heen. Met liet geweer over den schouder joegen zij het win- terwild na tot op de hoogste toppen. De knapen uit het dorp, waar de Skandinaviërs zioh oefenden, en waar spoedig een heele kolonie Engelschen heen toog, sloegen een oud wijnvat aan stukken en bonden zich de duigen onder de schoenen. En toen was er voor het Zwitsersche volk een nieuw tijdperk begonnen. De sneéuwschoen heeft een geheelen ommekeer gebracht in het wintersche land; wat dood was, is levend gewor den; de zomer zal groen, de winter wit zijn, maar daarmede houdt voortaan het onderscheid op. Dê hotel houders droomen al van een dubbel seizoen. In vroegere jaren beperkte zioh het winterkur-leven tot Davos, Grindelwald, St. Moritz. In den laat ste» tijd is er geen (hotel meer van eenige beteekenis ergens op een beken- de hoogte, dat 's winters de planken voor do ramen spijkert. Cursussen in het sneeuwsohoenloopen lokken de menschen naar alle kanten, en wie te genwoordig niet weet mee te praten over een Telemark-draai en een Sta- vanger-sprong, die is zijn tijd schrik barend ten achter. Ik heb dat zelf on dervonden. en kordaat voor den aan staanden Rigicursus ingeschreven. Is het eenmaal zoover en glijdt mijn broze toekomst over de beroemde hel lingen aan het meer der oer-kantons, dan zal ik naar plicht en geweten voor den lezer mijn aanteekeningen maken. Schuin tegenover mij woont een win keiier in Alpine-benoodigdheden. Hij heeft er al heel wat zien vertrekken, die nooit meer teruggekomen zijn niet op sneeuwschoenen wel te ver staan. Daarom is hij voor ons een man van gezag; je licht je hoedje, als hij breed in de deuropening van zijn alpen-museum staat. Hoor eens, mijnheer heeft'hij mij gezegd, met de hand vertrouwelijk op mijn schouder als u in uw jongen tijd een goed schaatsenrijder was, dan leert u 't gauw. Dezelfde beweging op de planken als op de ijzers. Alleen niet naar op-zij uitslaan. Voila tout! Naar beneden gaat 't vanzelf. "Én dan zult u eens zien, mijnheer, wat 'n pleizier n ■daaraan beleeft: zoo'n sport! Op zijn aanraden nam dk black woods. Je ziet in de snellig'neid beter; je eigen streek." laatste slechts met behulp van kunst matige inrichtingen kan plaats heb ben, meent Lowell met zekerheid te moeten aannemen, want het water neemt 'n loop, welke door de natuur lijke gesteldheid der oppervlakte niet oorgeschreven zou zijn; het vloeit om zoo te zeggen bergopwaarts. De Marsbewoners zouden dus vol gens deze beschouwingswijze niet al leen in staat zijn geweest, groote ka nalen van meerdere duizenden mijlen lengte aan te leggen, doch deze ook van waterbouwwerken hebben voor zien, welke uit 'n technisch oogpunt zeker niet op eenvoudige wijze zijn uit te voeren. MARS EN AARDE. In het maandschrift van het Fransch Sterrekundig Genootschap brengt Ca- mille Flammarion een verschijnsel ter sprake, dat aan het Marconi-sta tion op het eiland Cape Clear aan ie Zuidpunt van Ierland is waargeno men. Vele nachten achtereen tus schen 12 en 1 uur werd daar steeds een gelijk siamenstel van teekens op gevangen dat men tot dusver niet heeft weten te ontcijferen. Het vermoe den is nu geuit, dat men te doen zou hebben met een bericht van onze na buur in de hemelruimte, de planeet Mars. Dit nu adht Flammarion al heel onwaarschijnlijk. Reeds daarom wijl dit jaar voor zulk een poging om met de Aarde zich in verbinding te stellen, ad zeer ongeschikt is. Mars bevindt zich namelijk aan de andere zijde van de zon, op haar grootsten afstand van de aarde; in Mei 1905 was zij 't dichtst bij ons genaderd en dat zal in Juli 1907 weer het geval zijn. Bovendien was het uur na middernacht al zeer zonderling gekozen, omdat Mars dan niet boven den horizon van Cape Clear staat, maar juist bij het tegen gestelde zenitlh. Volgens de berichten zonden de tee kens uit drie punten bestaan, die in het Marconi-alphabet met S gelijk staan. Bekend is het, dat ook op de Morsetoestellen een liooger spanning der atmospherische electrioiteit soms zich door punten te kennen geeft, zoo dat die reden vermoedelijk ook nu m het spel is geweest. Opmerkelijk blijft echter het gestadig verschijnen van de punten. Wat de pogingen betreft om met an dere hemellichamen in verbinding te komen, herinnert Flammarion dat reeds omstreeks 1840 een Duitsch ge leerde liet denkbeeld aan de hand had gedaan om te onderzoeken of onze maan door beschaafde schepselen be woond is. Hij vilde daartoe een alge meen wetenschappelijke taal gebrui ken: een of andere meetkundige fi guur, zooals het theorema van Pytha goras. Op een uitgestrekt terrein zou men door spiegels, die het zonnelicGft weerkaatsten, die figuur moeten voor stellen, welke dan door de maanbewo ners, als die er waren, kon worden waargenomen en op gelijksoortige wij ze beantwoord. Dat kon dan tot een gemeenschappelijke aarde- en niaan- het voortduren van hun bestaan aan het smelten van de sneeuw hunner poolgebieden, en liet afleiden der wa termassa's naar de meer aequatoriale streken door middel van een tot dit doel aangelegd stelsel van kanalen. Lowell zegt namelijk, waargenomen te hebben, dat het water bij de jaar lijks intredende smelting der sneeuw van de Zuidpool uit door talrijke ka nalen afvloeit en zich tengevolge daar van de plantengroei op de Mars-op pervlakte ontwikkelt. Aan de vrijwording van zulk eene atermassa meent Lowell ten minste die verduistering der Mars-oppervlakte te moeten toeschrijven, welke qan de In onze dagen hebben de ontdekkin gen in de hemelruimte met de groote kijkers-der sterrewachten gedaan, me nigeen op de gedachte gebracht of het mogelijk ware met de planeet Mars in verbinding te komen. Men neemt dan aan, dat de"beschaving op die planeet een zeer hoog peil heeft bereikt en daar wellicht al tientallen eeuwen lang getracht is zich voor onze Aarde verstaanbaar te maken, waar de ei genlijke wetenschappelijke ontwikke ling nog maar een paar eeuwen oud is. Hebben de Mars-bewoners zoo iets grens der groote sneeuwvelden van; en dan te vergeefs beproefd, dan zul- haar Zuidpoolgebied' begint en zich j len zij van onze ontwikkeling geen steeds meer uitbreidt, naarmate het hoogen dunlk hebben gekregen. Men werkelijk op Mars vaak licht- ring, de omstandigheid, dat laatstgo- j Punten waargenomen, die aan signa- noemde onmiddellijk op het smelten len konden doen denken, maar die bij der sneeuw- volgt en later weder ver-j nauwkeurige waarneming gebleken dwijnt, versterken Lowell in z'n móeden. De sterkst gekleurde plaatsen wij zen volgens zijn opvatting op de stre ken der grootste waterdiepte; dat echter deze diepte nergens zeer aan zienlijk is, volgt uit het feit, der later volgende, volledige verdwijning der verduistering.Laatstbedoelde beschou wing schijnt éénorzijds diaarop te wij zen, dat er op Mars behalve boven genoemde kanalen geen water-reser voirs van belangrijken omvang be staan. Anderzijds dringt zich de vraag op, waar het water heenvloeit, POLITIEK PER BRIEFKAART, wanneer een verheldering der opper- r Een firma te Belgrado (Servië) n vlakte valt w aar te nemen. Deze komt een bekende horlogefabriek In het zeer geleidelijk tot stand doordat.Koninkrijk Saksen, hebben onlangs eenige plaatsen n blauw achtig-groen i eene allerliefste correspondentie ge- andere 'n gele verkleuring vertoo- voerd pei. briefkaart. zijn verlichte bergtoppen of wolken te wezen. Men heeft echter in de laatste kwarteeuw zooveel nieuws op Mars kunnen ^waarnemen, dat de hoop op meer verrassingen geenszins is uitge sloten. Dat opent het uitzicht, voor ■een zeer verre toekomst wellicht, dat de aardbewoners nog .eens zich met de bevolking van andere hemellichamen op nuttige en aangename wijze kun nen onderhouden. nen. Lowell komt nu tot liet besluit, dat die blauwachtig-groenje verkleuring: dcor liet ontkiemeai eener plantenwe-j refid wordt te voorschijn geroepen, wefike 'n gedeelte van het toegevloeide water bindt, zonder dat dit voor ons waarneembaar wordt. Dat het groen van dien plantengroei zonder meer in geel kan overgaan, ligt voor de hand. Daarmdde is ook de aanwezigheid der verschillende kleurtinten op de Mars-oppervlakte opgehelderd, welke dus middellijk aan de aanwezigheid van water en onmiddellijk aan het voorhanden zijn eener flora is toe te schrijven. Ook van onze aarde zou, volgens Lowell, van 'n vogelperspectief-stand punt beschouwd, 'n kleur wisseling zijn te consiateerengedurende be paalde jaargetijden zou men waarne men, dat 'n groenachtig waas zich van de aequatoriale gebieden uit; naair de Polen toe uitbreidde. j Het voortgaan dezer verkleuring vclgt hier echter in tegenovergestel- den zin van die op de planeet Mars. Dit verschijnsel zou, volgens Lowell, 'n gevolg zijn van de veschillende verhoudingen op de planeten. Het ont waken van den plantengroei op Mars moet aan de Polen beginnen, omdat het smelten der sneeuw en de af vloeiing van het water in de richting van den aequator de noodzakelijke voorwaarden daarvoor zijn. Dat het October schreef d'e Servische fir ma aan de horlogefabriek, dat ze ge negen was, handelsverbindingen aan te knoopen. Vier dagen later kwam het ant woord „Naar 't land, waar konings- moordenaars ongestraft rond- „loopen, leveren wrij niets 1" Drie dagen later weder antwoord „In een land, waar müitai- „ren, gendarmes, politie, bur gemeester en stadsraad door 'n schoenmaker-kapitein in het „ootje kunnen worden genomen, „moet men noodig de toestan- „den in een ander land beoor- deel en „Wat gaan u overigens de „koningsmoordenaars aan? „Uw antwoord bewijst slechts, „dat 't uurwerk in uw boven kamer niet erg juist loopt. „Hoe moet 't dan wel zijn mot „de horloges, die ge maakt en „verkoopt! Wij zien natuurlijk „af van een fabrikaat van. zulk „twijfelachtig gebafltel" Twee November weer 'n Briefkaart uit Saksen „De brutale schoenmaker „gepakt, en wordt gestraft. Bij ,,u zou men hem minister heb- „ben gemaakt." Uit Belgrado 5 November „Ge moogt u er heusch niet op beroemen, dat uw land op „dat gebied er beter voor staat. „Bij u is de varkemsfokker verin oot van. de firma Tippels- „kirch en Co. oom .,Po<r' „nog stedds laoidbouwminis- „ter." Tot 20 November pauze. Toen schreef de horlogefabriek „Oom Pod is niet meer „functie. Toch hebben we steeds „gemeend, dat „Pod" juist als „varkensfokker allen Serviërs „dierbaar behoorde te zijn. Ver- „dier heriimdren we u er aan, „dat bij u alles bij bet oudie Is „gebleven, ook uw wonderlijke „kroonprins is geenszins „anderd". Drie dagen latei* al kwam bet ant woord „Wal ge betreffende onzen .kroonprins gelezen liebt, „kwaadaardig geklets. Daaren- tegen is de geschiedenis van „uw kroonprinses van a tot 5 „wtaar." Saksen schreef toen „Zoo, is allee, writ men aan- „gaande uw land leest geklets? „Dat betwijfelen wij ten sterk- „ste. Wij bebbetn in ons land op „die verbeven plaats geen on- .waardige geduld. Maar nu zijn „er genoeg lieflijkheden gewis- ,,seld. Wij sluiten de correspon- „tie." Maar op 5 December kwam Belgra do nog eens „Nu wij de wondeplek hebben „aangeroerd, schreeuwt ge balt! „Niet verder. Neeta, dat gaat „niet zoo. Wij hebben 't eerste „woord gehad en willen ook 't „laatste hebben. „Niet de kroonprinses is 't, die grien niet langer in Saksen „wenscht te duiden, 't Omge- „keerde is 't geval. Ze heeft T „in een land, waar zooveel stel letjes hersenen voorkomen, als „die van u, ednvoudig weg niet „.langer kunnen uithouden. „Daarom is ze er van door ge- „gaan. Uw dienaar, mijne- „heeren De „Tel." ontleent 't bovenstaande aan de „Frankfurter Zeitung". TAMME ZWALUWEN. In een artikel over tamme zwalu wen. voor het maandblad „De Na tuur bewerkt door J. Hk. van Balen, ontleent deze het volgende aan de Buil. de la Soc. Nat. d'Acclimatation de France" Een vogelvriendin, mejuffrouw L. Reyen, heeft sinds tien jaren met haar vader zwaluwen opgekweekt en ze in kooien gehouden in hun be scheiden kamer, midden in Parijs. Elk jaar kweekt zij uit het nest eeni ge jongen op met een voeder, dat uit vleesch, beschuit, zaden enz. bestaat. Alles wordt goed door elkaar ge>- raengd en geheel droog gegeven. Als noodzakelijk toevoegsel worden le vende insecten gegeven, zooals rij te krijgen zijn, b. v. muggen, vliegen, vlinders, kleine kevers, meelwor- men, en vooral spinnen. Volgens de meening van mejuffrouw Reyen zijn voor alle insecten-etende vogels spin nen onontbeerlijk, omdat zij hen niet alleen voedsel, maar ook als genees middel dienen. Een vogel dien men, vooral in het voorjaar, 2 3 spinnen per dag kan geven, blijft goed ge zond. Behalve het voedsel moet men den insecten-eters ook drinken ge ven. Onder het voeder mengt zij versck fijn maanzaad en alle 1-4 da gen geeft zij hun water te drinken, waarin lijnzaad is geweekt. Deze drank bekomt ook nachtegalen, kwik staartjes, enz. het best, terwijl de grasmusschen mét honing aange mengd water de voorkeur geven. Zoodra de jonge zwaluwen het nest beginnen te verlaten, zet zij zö bij het voederen vlak bij de voedernap en op die wijze gewennen rij er spoe dig aan zelf het voedsel te nemen. Als zij volwassen zijn, worden rij in vrij heid gesteld of verder in kooien ge houden. Vocw tamme zwaluwen vindt juffrouw Reyen te Parijs onder hare vrienden steeds grage afnemers. Zij zelf heeft jarenlang zwaluwen ge kweekt, en sinds zeven jaren houdt zij een boerenzwaluw in de kooi. In 1897 vond zij het arme dier in het Luxembourg in handen van een koet sier, die het diertje met de zweep uit de lucht geslagen had. Gedurende eenige dagen, terwijl het gekwetste d'ertje verbonden werd, werd het ge stopt later nam het zelf zijn voed sel uit een napje. Deze zwaluw kan niet meer vliegen, maar zij schijnt toch met haar toestand tevreden, daar zij, uitgenomen in den ruitijd, bet geheele jaar door haaf lief ge kweel laat hooren. De zwaluwen rui en in den winter en juffrouw Reyen komt haar lievelingen gedurende de zen tijd te hulp door krachtig voed sel en eenige droppels van een ver sterkenden drank. Juffrouw Reyen heeft het nog niet zoo ver kunnen brengen, dat nare zwaluwen in gevangenschap voort planten, omdat zij nog geen enkelen keer gedurende den broeitijd beide •geslachten heeft gehad. Zij is echter overtuigd, dut het haar gelukken zal ze tot broeden te brengen, omdat zwa luwen zeeo* tam worden en onder el kander alleen onverdraagzaam «rjn, als zij niet paarsgewijze worden ge houden. Een groot aantal der zwaluwen, welke zij heeft opgekweekt, is weder teruggekomen en drie jaren lang heeft zij de door haar gemerkte vo gels weer in hetzelfde nest zien broe den. dat men in een geval van er& Genickstarre volkomen generinj reikt had, dank zij der uitvinding dr. Kolle, sedert eenigen tijd ber^ aan de universiteit van Bern, hij gezondheidsleer en bacteric| doceert. Het serum moet een w, f schappelijke Samenstelling zijnjL werkt door prof. Kolle en prof. l£j semmnn, beiden leerlingen vanji beroemden prof.' Koch. [u< Het geval droeg zich toe al,s vioi In Sdh \va rzenbo urg bij iBern stierf kind onder verdachte (omstandir® den. Bij een analyse in het Ins zur Erforschung der infekt;^. (Krankiheiten bleek dat de dood meningitis was veroorzaakt. Een(\\ later werd een ander kind doojN ziekte aangegrepen, en nu ikon fcl nog tijdig om hulp naar de bacter^ Toenr1 M DE GENICKSTARRE OVERWONNEN? De briefschrijver van 't „Hbld." te Genève meldt: „Onder dezen titel wordt in een Berner correspondentie een en ander medegedeeld over het nieuwe serum, of beter over den uitvinder en een der jongste gevallen, waarin het middel met gunstig gevolg toegepast werd. Al hoeft nog niet te worden aangeno men, dat hier het onfeilbare middel ontdekt is, er heeft ridh een geval van volslagen genezing voorgedaan, waar aan naar het schijnt andere gevallen voorafgingen, met een gunstig ge volg. Ik laat nu het woord aan den berichtgever. Dezer dagen vertelde mij iemand, giscihe 'inrichting sturen, kind ingespoten werd, was het ïw bewusteloos. (Den volgenden mor, was de temperatuur van 39.7 op: gevallen, 't Kind was gered. M Uit de mededeel ingen die prof. ei le dezer dagen in het medische gp' schap van Bern heeft gedaan, b|f" dat Ihij vroeger in DuitschioiKT5 proeven genomen (heeft. Prof. KoliU een geboren Berlijner, bevoorr^ leerling van prof. Koch, en nu coin leerde die zelf reeds ep een aaij( volgelingen wijzen kan. Hij beÉ deerde met zijn 'beroemden mee,^ de cholera en de runderpest in ka. Op last van de Engelsch-Egyn, söhe regeering stelde ihij in Centr^ en Oost-Afriïïa een zelfde onden^ in -R De -correspondent stelt dr. (Rs voor als een nog jongen man, k van persoon mei levendige geborP met een onfeilbaar geloof in de E komst van zijn middel. Een iman h een passie Iheeft voor het weten.schg pelij konderzoek, en die behalve Gi(\ belangrijke studiën aan het BertD instituut, tijd weet te vinden voor drukke wetenschappelijke correspj. dentie, 't zij met prof. Koch, diei> het oogenblik aan het Victoria NyC za-Meer de slaapziekte bestudeert,^ zij met enkele zijner eigen leerling^ die in dienst van het Amerikaans^ gouvernement studiën maken op Philippijnen. M Ook prof. Koch moet belangrijke j sultaten verkregen hebben in d- Strijd tegen deze gevreesde ziels' waarvan men Hangen tijd geloof<fe dat er geen kruiden voor ge\vas% waren. NEW-YORKSCHE MILLIOXNAIR# In de 5e Avenue te New-York efi ruim 8 kilometer lange straat \\D nen in eene reeks van prachtige ,pP leizen fje rijkste millionnairs der \\i reld. Een der allerkostbaarste paleizen), het groote steenen gebouw op d%| hoek van de 5e Avenue en de 57 stra4 het verblijf van het hoofd der famii Vanderbilt. Dat gebouw alleen heé 12 millioen gulden gekost en de wendige inrichting 6 millioen. Niet ver vaai daar is de vorstelijk woning van James Astor, die eef jaarlijksch inkomen van 12 millioel gulden geniet. Zijn paleis is naar 8i| model van het slot Qhambord bouwd. Het heeft minstens 6 miilioer gekost. Driehonderd man hebben 4 2 1/2 jaar aan gewerkt. Daarbij konfE dan nog de prachtige inrichting. Mefi vindt schilderijen van bijna onsc'har bare waarde en o.a. ook een goudif servies, dat minstens f 120.000 waan, Niet ver van daar is het huis vajj Commodore Gherry, dat er van buite^ eenvoudiger uitziet, maar aan welka bouw toch ook ontzaglijke sommei rijn besteed. Zoo is er o.a. eene traj van sneeuwwit marmer, waarvan e* ke trede, naar men verzekert. 6000 gii den m-öet hebben gekost. Onderaai' staan twee levensgroote gepantserdt beelden als wachters en de leuning Jij met goud ingelegd. I Ook het huis van Oharles Yerke.1 ziet er eenvoudig uit; maar het zou voor 12 millioen gulden niet te koof zijn. Het gebouw zelf heeft „maar" millioen gekost, doch het bevat kunst schatten van hooge waarde. Voort vindt men er o.a. een ledikant, 24.000 heeft gekost en eene badka nier, aan welker inrichting f 72.000 1 besteed. De ..Koperkoning" Clarke woont ii een paleis van graniet, dat ook aller lei kostbare voorwerpen uit allerié landen bevat. Er i's daar o.a. Turksche kamer, welke f 180.000 ge kost heeft. BEVOLKINGSZORGEN. Onlangs is de officieele statistiek van geboorten, huwelijken, echtschei dingen en sterfgevallen over het jaai 1905 in Frankrijk bekend gemaakt. Es de Fransche burger heeft weer all< reden om zich bezorgd te maken ovei de toekomst van zijn vaderland. He beeld, dat deze door Jacques Bertil Ion gerangschikte cijfers geven, zeker ernstig genoeg. Want weer valt in het afgeloopet jaar i/n het aanttal geboorten een ach teruitgang te constateerenhet be droeg 807.291 tegen 818.229 in 1904 ei 816.246 in het daaraan voorafgaande jaar. Daarnaast staat tegelijk als merkwaardig verschijnsel, dat he! aantal huwelijken eenieszins is toe genomen van 298.621 tot 302.623 ge stegen. Dat ook het aantal echtschei dingen is toegenomen legt in ver hand met dit betoog weinig gewichl| in de schaal. Een zeer ernstig verschijnsel blijft liet achteruitgaande geboortecijfer, en in het laatste jaar is het zóó laag geweest als in geen honderd jaar. Alle jammerklachten van de vrien den van Frankrijk, alle waarschuwin gen, premies, propaganda, niet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 10