BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD *|.20 PER 3 MAANDEN F 10 CENT PER WEEK. ^«•historische Wandelingen Verdwijning an Gerald Rathbone Hoe Pat wetgever werd 9 Jaargang MAANDA.G 14 JANUAKI 1907 No 7223 ZATERDAGAVOND ~AARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. du ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. au Uf""' ie(p „Veest EN OM HAARLEM. i CXLVI. >n en voorrecht, als men zoo af i mens even bij dezen of genen sc&, 'dezen of genen liellhebber i. iloopen, om eens in oogen- nemen," wat thij zoowel in eft midden in den winter, lezeressen en lezers, indien gevoelt even mede te gaan, j >p ik u meteen wat in te wij- te de geibeiimen van 't vak, niet pt! als sommige bloemisten wel om de kunst af te laten iiimaar meer zelfs om de lief- en| aan te wakkeren, to we in de eerste plaats deze a|ts binnen, we zouden ze even g?t den naam oranjerie kunnen dcjielen. Hier staan er heel wat ^4, ;op en 'in ielkaar gedffukfc, ge dadelijk gevoelt, waarom te doen is, n.l. de planten te- wbeden van onze winters te ,pien. Van groei kan bier geen lijn, zoo diciht staan ze op el- ipakt. Het is er maar om te •st er zooveel mogelijk in te laurieren, groot en klein; witbont, goudbont, groen; .6s, aucuba's, enz. enz. Een en- Aralia, die er met zijn l«Ham todh wel wat armoedig (heeft gebloeid en daardoor q, verraden, 'dat bij zoo na ver- aan den klimop, piij dan vroeger ook al eens (gelukken op zoo'n kalen Ara- Ajboven wat klimoptakjes te en- toen aardige kroontjes gin- ojmien. Die, booge dracaena's akde koppen boog boven de an- iteknten uit. Al deze planten hier 3 e bloemist'af en toe noodig om tof andere kamer, of salon, of n te tooveren in een winter- Zijn allen planten, die nu ja een graad of wat vorst zou- lijtunnen doorstaan, maar onze A3 vorsten, gevoegd bij sneeuw AÖ) 'zie daaraan (hebben ze wel Phen broertje verloren. Dat bier ruimte is, en er slechts een paadjes zijn overgelaten, ieder. Begint de winter stren- worden, dan worden de luiken roe buitenzijde gesloten, in den lard een vuurtje 'aangelegd -en i/li warmte ontwikkeld als juist jj is om den boel vorstvrij te T«n we ühans deze kas binnen, Teel ie merken, dat bet hier een warmer is; wat een groen, en B-bet hoofdzakelijk wordt afge- I, draagt bet den naam van -ien. 't Zijn in 'hoofdzaak ver- e verwanten van onze ge- die -in de duinen in het in twee vormen of lie- n.l. de rechtopgaande en Deze 'hangende <met il-onker groen zullen we ons iier- re-n meermalen in bouquettem ge- Ne hebben, die meer rankende, soort doet meermalen den- li dienst, terwijl de langere ran- voor tafeldécoratie enz. n gebruikt. Onder, meer in de uw. staan beel wat varens, ook "Sr snijgroen, en mosplantjes bij B';, beter genoemd selagïnella's, fcien om in mandjes, enz. de aar- bedekken met een friscb groen. 'e u 111 e t o n het Engedsch van Guy Therne). "olgde een tooneel van groote radenhedd. Kalme en bedaarde vergaten alle vormen en houdendheid. Er ontstond een van vroolijke gelukwenschen en «s. Men had zichzelf ee>ns laten er hing- groote geestdrift in de William Gouldesbrough stond lachend -rond te kijken. Hij ge- van de ovatie en ging lachend genoegen staan buigen. Hij voel- ferjorie's hand op zijn arm be- jan opgewondenheid en hij voel- ïat zij eindelijk de zijne was! een donkerrooden blos op het g<y etond zij aan zijn zijde, en zij «en een koning en koningin, die pnge afwezigheid in hun land F- teruggekeerd. Tt toeval was hëm zoo gunstig d-ït tegenover zoo'n groot publiek te i gebeurennu wist hij, diat Mar- i nooit op haar besluit zou terug- en. Het was de aankondiging van Hier op dit breede tablet aan den zij kant staan allerlei planten wat meer in 't licht. 't Zijn meest alle winter- of voor- jaarsbloeiers. In de eerste plaats merken we op de zoo gevreesde pri mula obconica, om de bij vatbar® menischen veroorzakende huidziekte, daarnaast de primula dhinensis, lieve planten in rood, rose en wit met mooie 'bloemen en mooie bladeren, die nimmer nalaten te bekoren. Ze be lmoren dan ook tot de dankbaarste kamerplanten. Daarnaast weer tal van cyclamen, ook al in dezelfde kleu ren, 't zijn meest de gewone kleuren en de gewone vormen, die we bier aantreffen on wel om verschillende redenen, eerstens toch is de cultuur hiervan zekerder en in de tweede plaats gaan ze gemakkelijker van de Di and. Nieuwere variëteiten, bijzondere af wijkingen, enz. moeten geregeld eerst een -periode doormaken, 'voor ze er „in" zijn. Nu maar weer terug, en evien een oogenblikje getoefd daar, waar we spoedig vergeten, dat we nog in 't hartje winter zitten, 't Is n.l. een en al bloem, wat ons oog aanschouwt. Grootere en kleinere seringenstrui ken in vollen bloei. Wat ons wel treft, is, dat er zoo weinig blad aanzit. Geen wonder dus, 'dat de bloemist gedurende Diet voorjaar en den win ter over zooveel groen moet kunnen beschikken. Onwillekeurig komt de vraag op onze lippen, of al die strui ken hier zoo maar in bloei zijn geko men, want de temperatuur is bier toch niet zoo hoog. Neen, 'hoor. Om die te doen bloeien, daar is heel wat meer voor noodig, -maar een verstandig kweeker trekt de planten in bloei en stelt ze dan in wat lager temperatuur om te maken, dat de afgesneden bloemen later langer goed zullen blijven. Hier vindt .ge de trekkas voor die plianten. De temperatuur is er heel wat ihooger, zooals ge -bij 't binnenko men dadelijk merken kunt. Geen won der, zegt -ge, dat de boel 'hier wel voort wil. En toch zult ge vreemd op kijken als de bloemist u vertelt, dat ze dezen winter, slecht willen -en dat wel, omdat er geen vorst geweest is. Die seringen, die rhododendrons, die magnolia's, enz. ze willen graag eerst eens met een goede vorst kennisma ken, om zoodoende gemakkelijk en spoedig de sappen te kunnen machtig worden, die ze voor den groei noodig hebben. Ditzelfde vinden we terug bij de Lelietjes der Dalen, die ook traag op schieten. Een week meer of minder om al deze planten in bloei te krijgen, komt den bloemist -op heel wat geld te staan, want stoken kost steenkool of cokes en die heeft hij waarlijk niet om niet. Wat staan die Lelietjes daar akelig wit en naakt bij; uit de droge sdhubben komt dat bloemstengeltje zoo teer, zoo bl-eekwit in de hoogte, geen enkel groen blaadje is er zicht baar, dat is ons aan zoo'n potje, dat we wel eens thuis hadden, heel niet opgevallen. Geen wonder, toen was Diet kale on dereind door wat groen -gemaskeerd, toen had tevens het helderder licht, dat de plantjes' in de laatste periode van het trekken krijgen, wat wegge nomen van die bleeke lijkkleur. Eerst later in (het vooraar is het den bloe mist mogelijk ook naast de bloemen eene verloving tegenover de gehèele wereld Dat moest hij juist hebben. Lady Poole, die naait Sir Michael Manicho, dem grooten millionair, aan tafel zat, drukte een' kanten zakdoek je tegen haar oogen. De overstelpende geestdrift van het oogenblik had ook haar getroffen. Zij stond op maar een paar plaatsen van het bejubelde paar verwijderd en ging in eene opwelling naar hen toe. God zegene je beiden, lieve kin deren zei ze met gebroken stem. Marjorie boog haar hoofd. Als een lieflijke bloem kedk zij bedeesd voor zich. Het noodlot, zoo scheen het haar toe, had haar alles uit de han den genomen. Zij was de speelbal van een wild on opgewonden gezelschap. Schuw keek zij even naar Sir Wil liam. Hij las daaruit de vervulling van al zijn wenschen. Toen kwam Lord Malvin deftig, statig en bedaard naar hen toe. Beste vrienden, zei hij eenvou dig, dit moet eOn heel gelukkigen avond voor u beiden zijn. Sir William wendde zich plotseling naar hJet jonge medsje. Vertrouwelijk en krachtig klonk zijn stem. Lieve Marjorie, zei hij, wat zijn allen vriendelijk voor ons! Een groepje van vier menschen zat ■aan tafel in gelukkige stemming te praten Lord Malvin, de beroemdste geleerde en hoffelijkste gentleman bet blad te verkrijgen. En... met St. Nioolaas dan? Toen waren er toch reeds potjes in :de bloemenwinkels, met blad en al er aan? Wel ja, maar die had men bewaard van het vorige jaar. Kan men die dan den gëbeelen zomer bewaren? Zeker. Het waren zoogenaamde ijskiemen, die reeds in den "winter, voordat er werking to bespeuren was in de dikke eindknoppen, in -bevroren toestand werden gebracht en gehouden. Dat kost natuurlijk al weer heel wat, en thans kunt ge best begrijpen, dat zulke bloemen in September, Oc tober of November heel wat moeten op brengen, wil de bloemist zijn uit- ;aven, zijn moeite beloond hebben. Een heerlijke, -zachte hyacinthen- geur, dien we al dadelijk bij het bin nenkomen opmerkte, trekt thans meer onze aandacht, nu we deze kleine lie velingen aanschouwen. Gekweekt in 't Zuiden van Frank rijk, zijn ze wat eerder klaar en be gint bet naderende voorjaar ze eer der te wekken, -zoodat het minder moeite kost ze vroeg in bloei te heb ben. Daarnaast komen nog tal van an dere, narcissen, tulpen, enz. enz. Ook de Azalea's beginnen reeds weer te komen. Dat we 'hier en daar wat rommel vinden, uitgebloeid en afgesneden goed, dat binnen nog geborgen moet blijven, behoeft ons niets te verwon deren, Als men dat buiten bracht, zou er niet veel van terecht komen. J. STURING. Aan -mevr. :S. te H. Hoe het komt, vraagt U.' dat -er in een karaf «iet water tal van kleine belletjes zich aan 't glas afzetten. Dit is gemakke lijk -te verklaren. In het water, dat in de karaf gedaan wordt, bevindt -zich lucht en wel in opgelosten toestand. Als het wiater nu in -een warme kamer komt, dan deelt zich spoedig de warm te aan dat water mede, natuurlijk aan den buitenkant het eerst. In warm water kan veel minder lucht opgelost zijn dan in koud en dus komt de lucht te voorschijn, in dit geval zet ze zich in belletjes aan 't glas af. 't Is juist ook die lucht, die de smaak aan 'het water geeft, vandaar dat gekookt en weer afgekoeld water zoo flauw is. AandenHeerK. te Z. Zeker, er zijn beel wat vaste planten, die men in 't voorjaar nog planten kan •en wel voornamelijk die, welke wat later bloeien. De vroeg in 't voorjaar bloeiende, zelfs, die, welke hare bloemen in den zomer ontplooien, kunnen een ver planting -in t voorjaar niet anders doorstaan dan met opoffering van den bloei gedurende den -zomer. Aan den Heer v. V. te H. Uit de beschrijving, die 'U van het vogel tje gegeven hebt, leid ik af, dat het een ijsvogeltje is, dat u gezien zult hebben, 't Is wat de kleuren betreft, een van de vogels., die tot de tropen schijnt te behooren, zoo sierlijk groen en blauw schitteren de veertjes, 't Ts anders een plomp gebouwd diertje, vooral kop en borst en snavel zijn zwaar in vergelijking der andere dee- len. J. STURING. door ER WIN ROSEN. Ik weet eigenlijk niet preries, waarom Pat Maguire de groene vel den van zijn Ietrsch geboorteland ver wisselde met den rook en het stof, het gejacht en 't rumoer van greater New-\ork. Pat zelf verhaalde daar omtrent op verschillende tijdstippen ongeveer vijftien verschillende verha len. Heel geloofwaardig was echter geen enkel er van. Want in den tijd, dat ik Pat leerde kennen, was hij reeds politicus en had zich om zoo te zeggen het begen aangewend. Ik ge loof wel, dat Pat, evenals alle Ieren, meende, dat hij een bij de geboorte vdrkregen recht op een vet postje in 't land van den dollar meende te hebben, dat hij een arme drommel was en met heel wat moeite het geld bij elkander spaarde om de reis over het groote water te kunnen betalen en onder de sterrenbanier het geluk te veroveren. Zooals gezegd f's, pre cies weet ik het niet. Maar voor het overige ben ik heel goed op de hoog te van Pat's carrière. Op den gewichtigen dag van Pat's leven, toen de oude Engelsche kast, welke een zekere landverhuizersver- pakkings-maatschappij met trots een Oceaan-stoomboot noemde, de bin nenhaven van New-York binnenliep, stond Tim O'Bryan op de kade op den spiksplinteraieuwen landverhui zer Pat te wachten Tim O'Bryan was namelijk de zoon van een nicht van Pat's moeder en ambtenaar der stad New-York, voorwerker bij het depar tement der straatreiniging. Tim en Pat vielen elkaar om den hals. De commies, die op vijftig pas afstand -in Tim den Ier herkende, grijnsde en maakte snel met krijt zijn teeken op Pat's kist. Pas aangekomen Ieren hebben namelijk nooit iets, waar ze invoerrechten van moeten betalen •do controleur van de landverhuizers dién Pat voorbij moest, verlangde niet eens die dertig dollars immigran- terikapitaal te -zien, maar grijnsde eveneens en schoof Pat veirder. Zoo was Pat dan op Amerikaanschen bo dem geheel Amerika stond voor hem open. Patzei Tim, beste Pat-rey, nu drinken we eerst een glas.-. Dat w-as om tien uur 's morgens. Pat ontdekte tot zijn genoegen, dat de donkerbruine Amerikaansche whisky zich gunstig van het Iersche brouwsel onderscheidde. En het deed hem nog meer genoegen, dat die bes te Tim reeds een 'betrekking voor hem had. Weliswaar moest zekere geheim zinnige, onbekende „hooge", .wiens naam Tim beweerde niet te durven noemen, vooraf met tien dollars om gekocht worden, maar Pat offerde de lion dollar zonder er erg naar van te worden. Hij werd hamers daarvoor vast aangestelde straatveger der stad New-York. Maar eerst moeten we nog jq „echt" papier halen, zei Tim met veel gewichtigheid. Na de zes glazen whisky, die Pat had gebruikt, waren hem aile pap'e- ren ter wereld verschrikkelijk onver schillig en zoo sjokte hij dan met Tim naar de Cityhall, het raadhuis. Daar kreeg hij zijn „echt papier". Zoo heet de eerste naturalisatie-oor konde, welke men dadelijk na net betreden van den Amerikaanscinn bodem kan krijgen. Pat moest zwereu, dat bij alle Europeesche keizers, koningen, vor sten en potentaten, maar in het bij zonder den koning van Groot-Brittan- nië de gehoorzaamheid als onderdaan opzei en ter goeder trouw het voor nemen had, burger der Vereenigde van zijn tijdSir William Gouldes brough, de held van den avond en ie, onder den indruk van omstandig heden, die zij niet had kunnen voor zien. En geen van de vier, zelfs Sir Wil liam Gouldesbrough niet, dacht een ocgenblik aan den man in liet leven de graf aan Gerald Rathbone, die juist op dat ogenblik weer was vast gebonden op het zwarte ledikant, tot vermaak van zijn kwelgeest, Mr. Guest, den rooden man met het kale hoofd uit Regent's Park. Mr. Guest was dronken van de whisky, en zat in gelukkige stemming en om zijn gevangene lachend, bene den in de kelders van het huis van Sir William. Andere menschen in Portland Place waren dronken van succès en applaus. Maar Donald Megbie zat met helder hoofd op zijn kamer en zijn gedach ten waren merkwaardig en vreemd. Donald Megbie was heel vroeg thuis gekomen. Hij was nergens dronken van HOOFDSTUK XVI. F en vreemde ondervinding van Donald: Mdgbie. Zooals de meeste schrijvers was Donald Megbie van een gevoelig en zenuwachtig temperament. On licha melijke zoowel als geestelijke indruk ken reageerde hij bijna onmiddellijk. Ii een zeer opgewonden gemoedstoe stand, zooals hij te voren zelden on dervonden had, kwam hij op zijn ka mers. Er brandde een lamp tegenover de deur van zijn kamers, dn zijn naam was met witte letters op het eikenhout geschilderd. Hij ging binnen en draai de het electriscli licht op. Toen bleef hij even stilstaan in de hal, een weelderig gestoffeerde ruim te, waarin rondom wit geschilderde deuren. Zijn stap was niet te hooren op het dikke, Perzische tapijt, alles was doodstil om henn heem. Hij voel de zich niet op zijn gemak. zoo vreemd, alsof er een of ander onhiedi in aantocht was. De opwinding van zijn hoogst interessant onderhoud met Sir William Gouldesbrough nog zoo kort geleden dn toch zoo hoogst belangrijk was nu geheel verdwenen. Al zijn denken was vervuld van een kleinen metalen koker in den zak van zijn overjas. Het was hem of die koker leefde, of hij om hem heen was, niettegenstaande zijn vingers hem niet aanraakten. Bij Jupiter, zei hij hardop tot zichzelf, dat ding liikt wel een elec- trische batterij. Het is alsof hetstroo- mem uitzendt. Zijn eigen stdrn klonk hem vreemd en onnatuurlijk in de ooren, en toen h.ii zijn jas ophing en met den siga^ Staten van Noord-Amerika te wor den. Toen Pat gezworen en ondertee kend had, merkte de oude ambte naar op - Beste meneer Ge hebt nu «'e eerste schrede gedaan om deel te krijgen aan de zegeningen van dit groote, vrije en glorierijke land Pat sperde zijn oogen wijd open, nam met een linksche buiging Ivt belangrijke document in ontvangst en mompelde bij -het heengaan ;ets tusschên de tanden. Den volgenden dag hanteerde Pat Maguire bezem en schop als straat veger der stad New-York. Hij was een snuggere, levendige baas. Hij schonk zijn superieur, meneer den hoofdopzichter, elke maand getrouw de gebruikelijke fooi en stond zoo doende goed aangeschreven. Binnen drie maanden werd hij onderopzich ter. In minder dan een Jaar kwam in zijn leven het groote geluk. De poli tie werd uitgebreid en men koos de nieuwe agenten uit de laagste amb tenaren der stad. PaJt was gelukkig, want een -politie man van de stad New-York wordt buitengewoon goed betaald. Hij was geen beter of geen slechter bescher mer der publieke veiligheid dan de overige politie-agenten in het Babel der omkooperij. Heel spoedig had hij begrepen, dat het 't beste is den mond stijf dicht en de ooren heel ver open te houden. Hij leelrde. Heel spoedig kende hij de wetenswaardige geheimen van zijn beroep. Hij leerde tegen een appelvrouw een barsch ge zicht te zetten en heel gemoedelijk een half dozijn appels in den achter zak van zijn uniformjas te doen ver dwijnen. Hij leerde, dat het vooreen politieman zonde en verkwisting is, ooit voor geestrijke dranken te beta len. O neem... hij ging heel een vond'g de achterdeur van een kroeg binnen en de kroeghouder zette ham van zijn beste whisky voor zoo niet, dan plaagde men hem op allerlei manie ren. Hij maakte -een accoord niet al le huiseigenaren van zijn wijk om zekere tekortkomingen over het -hoofd te zien en bewaakte op sommi ge avonden met vaderlijke zorg dien toegang tot een zeker speelhol, op- dut... de heeren maar niet gestoord zouden worden. Zoodoende verdien de hij geld en maakte zich bemind. Na zes jaren echter kwam er een nieuwe burgemeester en Pat moest de laan uit. Pat was er niet erg bedroefd over. Hij nam zijn zuur verdiend geld een heel aardig kapitaaltje en kocht zich een kroeg, 'n salon, waar op hij reeds lang een begeerig oog had geslagen. En daarmee begon Pat's carrière. Ilij was een kroeghouder o een juweeltje. Hij vertelde zijn gasten de ailervroolijkste geschiedenissen en was iief tegenover hen als een vader tegenover zijn spruiten. Hij was on vermoeid in het bedenken van fon kelnieuwe uitvluchten om vertoornde echtgenoolen te kalmeeren. Hij a achtte zich voor al te groote win zucht en het kwam hem bij gelegen heid op een gratis glas whisky in 't geheel niet aan. Hij borgde zelfs natuurlijk met mate en met overleg, maar hij borgde. Als zijn gasten in verlegenheid kwamen, wist hij aller- ïardigste achterdeurtjes om aan de vinden der politie te ontsnappen. K irtom. de geheele wijk zwoer bij hem en als Pat Maguire zijn mee ning over politieke dingen ten beste gaf. dan zeiden allen dn de kroegja, alleen maar om den goeden ouden Put Maguire een plezier te doen. Jongens, zei hij op zekeren dag, kan ik mij op jullie verlaien? PatGoede, oude P-at na tuurlijk jubelden de gasten. Wil jullie zoo stemmen, als »k het je zeg? Zeker de drommel hale het onderscheid in de candidaten Nu legde meneer Pat Maguire een nauwkeurige lijst van zijn gasten aan met naam en woonplaats, alles voluit, en op zekeren dag ging hij daarmee naar het hoofdkwartier der democratische partij. Een deftig oud heer ontving hem. Mijn naam is James Patrick Ma guire. zei Pat beleefd. Zeer aangenaam, waarmee kan ik u van dienst zijn? vroeg de oude lieer. - O, ik wilde slechts wat infonma- ties inwinnen. De verkiezingen voor het Congres staan immers voor de deur. Men zegt, dat het in New-Y'ork een hevige strijd zal worden. De ben democraat, mijn beste meneer, en in mijn wijk.... Welke wijk'? vroeg de politicus nieuwsgierig. - De 17e wijk, beste meneer. - De 17e wijk komt helaas niet in aanmerking, als ik volkomen oprecht zal zijn, zei de politicus met een zucht. - Meent u dat? vroeg Pat glim lachend. - Ik weet het. Sedert tien jaar heeft de wijk republikeinsch gestemd. Hmzei Pat. Ziet u, ik ben in mijn wijk nog al wat bemind. Om mij nauwkeurig uit te da-ukkenmijn vrienden denken ter wille van mij democratisch te stemmen. Ik heb een lijst meegebracht. Ziet u, 763 stem men de volstrekte meerderheid van de wijk. I Wat? riep de oude heer en viel op de lijst aan, vervolgens riep hij per telefoon nog andere oude heeren bij zich en uit het „beetje informa- maties" inwinnen werd een gewich tige beraadslaging. Men keek Pat opmerkzaam van ter •zijde aan en toen zei die eerste oude heer Beste meneer Maguire. Ge con troleert uwe wijle, dat is zeker. Ge 'hebt groote dingen gedaan voor uwe partij Pat zat met zijn oogjes te knippen en te grijnslachen. Hij had maling aan do partij. In de volgende maaind moet er een lid van den gemeenteraad geko zen wondien, zei hij langzaam. Mijn vrienden dringen er verschrikkelijk bij mij op aan, aat ik mij toch zal laten verkiezen. Maan ik heb er geen zin in. De oude heeren zetten een ernstig gezicht en staken de hoofden bij el kaar. Ze beraadslaagden geruimen tijd. Eindelijk zei de aprekeir Beste meneer Maguire Het zal een offer voor u zijn, maar do partij heeft u noodig. Ge moet u tol raads lid laten verkiezen. De partij zal u voor de 16e, 17e en 18e wijk voordra gen en we zullen u or doorhelpen. Verondersteld ten minste.... Ja, zeker» zeker zei Pat. Het is een offer. Maar ik zal de candidatuur aannemen... De 17e wijk stemde democratisch voor liet Congres. Dus word Pat ge meenteraadslid en verschafte zijn vrienden uit de 17e wijk vette postr jes. Dezen van hun kant vereerden en beminden hem en dronken zijn whis ky, zoodat zijn zaak bloeide en ge dijde. Pat Maguire bestuurde met zijn collega's, innig vereenigd door ge- meeoischappel ij ke gauwdievenstreken do stad New-York en streek van de aannemers, die publieke gebouwen aannamen, van maatschappijen die kanalen groeven of onderaardsche spoorwegen aanlegden, van de leve ranciers der stad heel aardig© pro centen op. Pat Maguire werd e<eai heel rijk man. Hij maakte zeer vlug carrière. De rettenkoker in de hand in zijn stu deerkamer ging zitten, wensclite hij, dat hij zijn knecht maar geen vacan- tie had gegeven hij had hem na melijk verlof gegeven om eesn dag en nacht in liet huis van zijn ouders te Windsor door te brongen. Er brandde een vroolijk vuur Ln den haard. Het. verlichtte de boeken langs den wand en speelde vroolijk op het rood, groen on goud van de bandjes, terwijl het den grooten zil veren inktkoker op de schrijftafel in vlammen scheen te zetten. Allee, zag er juist zoo uit als gewoonlijk. Megbie legde den koker op de tafel neer, en liet zacli met een zucht van verlichting dn van genoegen in een lederen armstoel vallen. Het deed hem goed weer in zijn eigen omge ving te zijn met neergelaten gordij nen" en vroolijk stralend licht, en do wereld buitengesloten. Hij was hier gelukkiger dan overal eldersH5er tn deze mooie kamer, met haar boe ken en schilderijen, met alle gemak ken, die hij maar kon wensclten, hier genoot hij zijn heerlijkste oogen blik ken. als hij de levendige ondervin dingen van zijn afwisselend leven met alle behendigheid en macht, die Cod hem gegeven had, en die hij zelf goed had ontwikkeld, onder woorden bracht op liet papier. Maar nu ter zake Hoe vermoeid zijn geest ook was. vooreerst kon hij hem geen rust gun nen. Togen morgen moest hij dat ar tikel in orde maken. Dat zou waar schijnlijk het belangrijkste stuk werk worden, dat hij nog ooit had moeten maken. Het. zou de wereld in verba zing brengen, maar hdt vorderde" al zijne energie. Toch was er eerst nog iets anders. Eesri moest Hij over liet raadsel van den sigarettenkoker nadenken. Dat e-ischte dadelijk zijn aandacht en w-as verontrustend. Hoe kwam dat ding in bezit van Sir William? In vvcflkc betrekking had Gouldesbrough tot Gerald Rathbone gestaan? Dat zij beiden dongen naar de (hand van miss Poole, wist Megbie heel goed. Iedereen wist dat. Het was heel onwaarschijnlijk, dat de beide mannen vrienden of zelfs maar ken nissen geweest waren. Megbie was er bijna zeker van, dat Rathbone Sir William niet kendie. Was dat kleine, glinsterende voor werp daar op de tafel een boodschap uit het verleden Had het een of an dere beieekenis Hij nam liet weer op en bekeek het nieuwsgierig. Onmiddellijk daarop keerde het gevoel van zenuwachtig heid en onrust weer met verdubbelde kraclrt terug. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 9