van de inwoners kan er van profitee-
'rer. t Is dus verkeerd iiem een sub
sidie Ie verleenen, daar men op die
wijze genoodzaakt wordt te betalen,
waar men of uit geloofsovertuiging of
bij gebrek aan voldoende financiën
nier, van profiteeren kan.
Subsidié kaai wel goed en nuttig
maar toch niet gewenscht, daar
zoovele menschen zijn die er geen
'>ruik van maken en er izooveel el-
de 'heers clht.
"Neen. daar de gemeente geen toe-
Jage mag geven aan de onderneming
van een particulier, daa.r deze niet ds
•In liet belang van 't algemeen.
'Maar een nieuwe bestrating van
de i.' voote Houtstraat is wel hoog noo-
dig, daar die toestand allertreurigst
is: dat is van algemeen belang.
Ik keur subsidie sterk af en wie kan
subsidie .goedkeuren aan een particu
liere zaak en waar blijven de andere?
iVYi-; zal als gemeenteraadslid een
vraag steunen, die niet in het alge
meen belang is?
W:e zal de burgerij van Haarlem
«ijn belastingpenningen laten offeren
voor een naak waar hij beslist geen
bezoeker, of tegenstander van is.Mocht
evenwel de Raad er anders over den
ken. dan zal het toch gewenscht zijn
dit te verhalen op de bezoekers door
het heffen van stadsbelasting op de
éntrés's zooals dat in andere plaatsen
het geval is.
Naar mijn bescheiden meening is
'een schouwburg geen algemeen be
lang, reden waarom ik tegen subsidie
uit de gemeentekas ben.
Er zijn duizenden inwoners onzer
atad, die uit principe zelfs tegen
schouwburgen zijn.
Daar, waar het voor ons arbeiders
financieel niet mogelijk is, de kunst
in den schouwburg te bewonderen,
tzoo is een subsidie uit de gemeente
kas niet van algemeen, maar wel van
middenstanders en kapitalistisch be
lang.
Bij hen, die een schouwburg niet
van algemeen belang achten sluiten
zich aan, diegenen die komen met
Gemoedsbezwaren
Naar mijne meening is het vooral
af te keuren, dat de gemeente subsi
die zou geven.
Vooral met het oog op de stukken,
die voor "t grootste gedeelte opgevoerd
worden, acht ik het bepaald zedebe-
öervend en daarom mag dat niet ge
steund worden.
Uit geloofsovertuiging vermeen ik,
dat de gemeente in geenen deel e ver-
jOiiCht Sc, om. vorvr volksvermakolijk-
heden geld te 'geven. Dan zijn er wel
andere dingen, waar het. wat nuttiger
voor besteed zou zijn.
Ik ben er tegen, omdat het bezoeken
van een schouwburg zeer dikwijls
kwaad sticht, doch zelden wat goeds.
Het schaadt aan 't familieleven, geeft
een onnat uurlij ken kijk op 't werke
lijke leven, wekt sluimerende harts
tochten op, krenkt zeer dikwijls den
geloovigen christen in zijn heiligste
gevoelens. Op deze principieele 'gron
den kan ik niet goedkeuren een
subsidie aan een schouwburg, die
stukken opvoert zonder eenige con
trole van de zijde der geestelijke over
heid, ja zelfs stukken, die niet zelden
den Ghristenen een doorn in 't oog
zijn.
Beschouwd uit katholiek godsdien
stig oogpunt, acht ondergeteekende
het verleenen eener subsidie van ge
meentewege niet gerechtvaardigd. Op
de eerste plaats omdat de katholieke
godsdienst en zijn bedienaren dikwijls
op minder eerbiedwekkende wijze ten
tooneele worden gevoerd. Op de twee
de plaats, omdat over bet algemeen
toet de /christelijke zede leer hoege
naamd geen rekening wordt gahou-
Volgens mijn meening is een schouw
burg geen algemeen belang, de opvoe-
de kracht zeer luttel. De vele zeden-
kwetsende toone el stukken in de laat-
ete jaren te Haarlem en elders ver
toont, welke vele christenen in hunne
overtuiging kwetsten, zijn aanleiding
dal het bezoeken aan een schouwburg
dikwijls gevaarlijk kan zijn. Daarom
acht ik het niet gewenscht dergelijke
inrichtingen van stadswege te subsi
dieeren.
Neef Wouter zou aan Fidelio zeg
gen „Als ik een nieuwe jas w!l
„hebben (n.b. enkel luxe) dan moet
,ük haar zélf betalen; welnu, gij
„wilt u die weelde permitteeren, heb
„er dug wat voor over't is erg ge-
„makkelijk, mooi gekleed te gaan op
„eens anders kostenMaar getuigt
„bet ook van eergevoel??"
Hoe nurksch ook menigmaal, de
man zou in dit geval volkomen ge
lijk hebben
Subsidiëering van een schouwburg
isbevoordeeling van een deed der
bevolking ten koste van een niet ge
ring ander deel, dat principieel te
gen een schouwburg is. Zij is der
halve niet geoorloofdzou een on-
rech/mgtige daad ziju
Mij dunkt, zij, die eenig vermaak
willen hebben, belmoren de kosten
daarvan zich te getroosten, wat hun
niet zwaar kan vallenvan offer
vaardigheid zelfs kan daarbij geen
sprake zijn.
Doch al ware dit zoo, hoe zouden
de voorstanders van een schouwburg
daarbij zich kunnen spiegelen aan de
tégenstanders, die steeds getoond
hebben voortdurende en belangrijke
offers te willen brengen voor wat
hun lief is getuige het bestaan van
kerken en Christelijke scholen
Daarvoor zouden die tegenstanders
(van een sch. n.l.) geen cent willen
vragen aan hen, diie hunne overtui
ging niet zijn toegedaan.
Subsidie van Rijks- of Gemeente
wege stel, het werd aangenomen
zou b.v. door ©ene Geref. Kerk met
verontwaardiging worden van de
hand gewezen
Gelooft u aan de opvoedende kracht,
aan den veredelenden invloed hij de
opvodring van de (tegenwoordige)
tooneelstukkenJa?? „Och kom!"
zeg ik neef Wouter na.
Ik geef gaarne toe, dat de bedoe
ling van de schrijvers op waardee
ring aanspraak kan maken, maar
wordt die bedoeling door de massa
(denk aan het Zondagavond-publiek!)
gevat
Het lijkt er niet naar
Wat (ik meen) Gremer dan ook over
liet toon oei schreef, is maar al te veel
theorie
Met de betuiging, dat ik gaarne zal
blijven profiteeren van de voorlich
ting in de stukjes „Om Ons Heen"
en, als regel, de ..Haarl. Halletjes"
met smaak zal verorberen, teeken ik
Subsidie van den schouwburg is
mijn inzien onnoodig, daar schouw
burg onderlin? belang en Gemeente
algemeen belang is. En tevens omdat
het zedelijk en stoffelijk den rnensch
•grieft volgens Christelijk oogpunt.
Ik ben tegen het verleenen van sub
sidie, omdat in schouwburgen stuk
ken worden gespeeld,, die zoo nieton-
zedalnk, dan toch in vele gevallen
den toets dier ernstige critiek niet kun
nen doorstaan. De overheid kan het
opvoeren van onzedelijke stukken we
ren doch die welke ik hier op 't oog
heb, niet. welke toch kwetsend v
een Christelijke belijdenis zijn, wel
ker volgelingen bij toestemming (met
hun belastingen) ongeoorloofde za
ken steunden.
Ik acht het nemen van gelden uit
de Gemeente-lcas bepaald in strijd
met "het doel, waarvoor die gelden
worden opgebracht, indien het voor
schouwburg wordt gebezigd ten ge
volge daarvan ben ik tegen het ver
teenen van een subsidie aan wien
ook. De reden, waarop mijne mee
ning steunt is dat het bezoeken van
een schouwburg behoort tot die ver
maken, die niet elk ingezetene wil
genieten.
Zelf behoorende tot de Gerefor
meerde Kerk (niet Hervormd Kerk
genootschap) weet ik, dat het tegen
de beginselen der Kerk indruischt,
schouwburgen of iets dergelijks te
bezoeken, waarom er dan ook zeer
zeker wel 40000 zielen zijn, (zeg 1000
gezinnen), die daarvan geen gebruik
maken en dus ten koste van hen, die
wel zulke gebouwen bezoeken, moe
ten offeren.
M. i. moeten zij, die, welk vermaak
ook wensche-n, dit zelf bekostigen.
Gaat men den weg op van subsidise-1
ren, dan kan allerlei tak van sport
of vermaak recht doen gelden. Waar
om de éen niet en de ander wel
Het ger. beginsel is dian ook de
kerken en wat daarbij behoort, zélf
bekostigen door de ledenniet van
staat of stad, scholen door de ouders
zelf, omdat die voor de opvoeding
hunner kinderen zorg moeten dra
gen. op denzelfden grondslag.
Het is naar mijne meening noch
goed, noch nuttig, wijl ik als Chris
ten alle schouwburgvoorstellingen af
keur.
Neen. Ik kan er het nut niet van
inzien. Men ma.g het geld der belas-
tingbetalenden niet aanwenden voor
zaken van weelde, waarvan slechts
enkelen gebruik maken. Door aan
dezen schouwburg subsidie te ver
leenen stelt men een gevaarlijk in-
tencedent. Als er straks nog een an
dere schouwburg verrijst met nog be
ter ingerichte lokalen en betere voor
zorgsmaatregelen tegen brandgevaar,
dan zal de gemeente, wil zij conse
quent blijven, opnieuw moeten subsi
dieer en. Men zegtElke stad moet
een schouwburg 'hebben, om de m ©er-
gegoeden, de hoogere standen, te be
lieven. En juist zijn het dezen, die
het minst van den schouwburg ge
bruik maken. Degenen, die van den
schouwburg willen profiteeren, moe
ten dan ook maar voor zijn instand
houding zorgdragen. Niet op maat
schappelijk gebied, op zedelijk ter
rein ben ik te.gen subsidiëering om
dat ook in dezen schouwburg veel,
zeer veel. wordt opgevoerd, wat aan
stoot geeft niet alleen aan den geloo-
v'gen Christen, maar aan ieder, die
aanspraak maakt op den naam van
fatsoenliik mensch. Zedekwetsende
tooneelvoorstellingen, vooral van
Franschen oorsprong, worden er dik
wijls vertoond en schijnen het pu
bliek 't meest te trekken. En dan durft
men nog beweren, dat er van dezen
schouwburg een opvoedende kracht
uitgaat. Ja, een opvoedende kracht,
die menig" jonkman ten verderve
leidt en tot zedebederf ruimschoots
bijdraagt.
Na hen. die principieele bezwaren
hebben, komt een lange rij met deze
leuze
Iaat de É'chonwbnrgfee2oekfrs
zelf betalen
Principieel ben ik tegen schouw
burgen. Daaruit vloeit van zelf voort,
dat ik mij kant tegen subsidie, welke
uit de gemeentekas betaald zou moe
ten women. M. i. moet de schouw
burg-exploitatie geheel voor rekening
komen van hare vaste bezoekers, die
aan comediie gehecht zijn, laat hen
te zamen een kapitaal bijdragen,
bijv. als leden van den schouwburg,
om hieruit ook de directeuren tesub-
sidiëeren. Kan. zij zich zelve niet hel
pen, dan is dat een teeken, dat de
schouwburgbezoekers er liever geen
cent aan gelegen laten liggen.
Doch laat nooit de 'gemeente het
subsidie uit hare kas moeten storten,
lo. daar er zoovele stedelijke inrich
tingen zijn, die m. i. verbetering be
hoeven, en zooveel geld nog degelijk
kunnen gebruiken2o. acht ik het
minste bedrag een schande om dat
voor comc-die weg te werpen. Denk
toch aan de Armbesturen, welke wel
een gemeentel, steun behoeven.
De ruimte verhindert mij mijne
meening verder uiteen te zetten.
Verlang geen geld van de Gemeen
tekas, aangezien die plezier wil heb
ben maar betalen moet. Het komt
maar op onze belasting.
Geen geld uit de Gemeentekas, want
die van plezier houdt, moet dan maar
meer betalen.
Dat bet verzoek om subsidie niet
voor inwilliging vatbaar is, laat ik
geheel en al buiten beschouwing,
maar naar mijn inzien was het beter
om deze financiën te vinden uit hoo-
ger te heffen ptaatsprijzen en voor
namelijk op de eerste en duurste ran
gen, dan de Gemeentekas nog meer
te bezwaren, en daardoor de bel as-
tin gbe tal enden, waar er velen bij
zijn, die nooit of nimmer den schouw
burg bezoeken.
Mijn meening is, dat het nietnoo-
d'ig is 0211 een subsidie te geven voor
een schouwburg, daar wel andere in
stellingen het beter konden vragen.
Laten zij. die den schouwbure be
zoeken, maar betalen door de entrée
wat hooger te stellen.
Naar mijne meening moeten beide
vragen met „neen"' beantwoord wolf
den.
Menschen, 'die een schouwburg be
zoeken, moeten daarvoor iets over
hebban, dus prijzen der plaatsen ver-
li oogen.
/"150Ü 'sjaars is nuttiger besteed
aan eene inrichting voor liefdadig
heid.
Geachte Redactie!
Op nevenstaande vraag- laat ik hier
mijn antwoord volgen.
Mijns 'inziens gaat het niet aan, om
subsidie te verleenen voor dit doel, en
wel om de Volgende redenen. Schouw
burg bezoeken is in den regel maar
weggelegd voor één zekere categor'e
van menschen. Daarnaast staat een
categorie, wie de schouwburg geheel
onverschillig i|s. Maar naiast dieze twee
staat de .grootste categorie, namelijk
van die meufschiem, die nooit het
wendige van den schouwburg zien,
om de eenvoudige reden, dat hunne
beurs het ni'et toelaat, wijl zij in den
regel te kort komen voor hun eigen
1 evensonderhoud.
Nu vindt men onder deze mensch en
ook oen groot aantal belastingbeta
lers, e-n nu gaat het niet aan, om hel
geld uit de gemeentekas, waar ook
zij bun id!öel in storten, te gebruiken
1 c-n bate van een gedeelte gemeentena
ren, dat toch al reeds meer niet aard
scha goederen bedieeld iis. Dit gaat
volgens mijn bescheiden meening,
niet op.
Een ander geval zou ilc het echter
vinden, indien subsidie voor dén
Schouwburg werd gegeven en men
stelde daarvoor in den winter ook de
groote categorie van proletariërs eens
in de gelegenheid den Schouwburg te
bezoeken, maar dan ook kosteloos!
Dan zou men ten minste bandelen
in het belang van het grootste deel
van de inwoners en dan zou men
zich ook niet behoeven te bepalen bij
1500 gulden, maar dit desnoodts kun
nen verdubbelen. Indien de heer en
Van Gasteren en Cbabot eens in die
richting wilden werken, dan zou dit.
volgens mijn meening, bij het mee-
rende# de goedkeuring wegdragen
Do Schouwburg fe een nuttige en
dikwijls leerrijke instelling, ma.ar
acht haar in geen geval voor subsidie
vatbaar; daar het voor de oVergrooto
meerderheid onmogelijk is wegen?
het financieel© den Schouwburg te
bezoeken, gaat liet toch niet op, dat
oen doel van hum belastimgdubbeltjes
daar heen verhuizen, waiar zij zelden
of nooit gebruik Van maken.
Laten zij-, die er veel gebruik van
maken, uit hun eigen middelen de
kosten bejstrijden.
Mijn meening ten opzichte van pu
blieke vermakelijkheden in 't alge
meen is dezehoewel ik in 't geheel
geen tegenisteller ben, dat diegene,
die daar gebruik van maakt, liet ook
moei betalen.
Nogal logisch, vind ik
Absoluut neen! omdat slechts een
zeker gedeelte der burgerij van den
schouwburg profiteert en deze dus
voor het onderhoud of de instandhou
ding moeten zorgen.
Bezoekers van den schouwburg
moeten wat dieper in hun zak tasten.
Mijn inziens moet de directie de
prijzen der plaatsen veiihoogen, en
niet ten koste van (het algemeen pu
bliek om 'het uit- de belasting terug te
halen.
Laten de schouwburgbezoekers al
leen de ikosten dekken en laat daar
niet de gemeentekas aan mede beta
len, want dan wordt ook betaald door
'hen, die niet profiteeren.
De belastingbetalers 'zullen m. i.
meer moeten betalen.
Laat de schouwburgbezoekers meer
plaatsengeld betalen, dan kan m. i.
de schouwburg blijven bestaan.
Ik vind, dat loet ongehoord zou
zijn, als de Raad voor liefhebberij,
waai' zeer weinigen aan deelnemen,
zulk een bedrag van die burger's zou
toe/staan. Laten de befhebber's dit dan
maai' betalen.
over hebben, met anderf© woorden
hooger tarief voor alle rangen.
Ik ben sterk tegen elke subsidie;
laat hij, die een schouwburg wil be-
zoekon, 'dit niet doen ten looste d'er be
lastingbetalers.
U vraagt mijn persoonlijke mee
ning aangaande het gemeentelijk .sub
sidie voor den Schouwburg.
Wat mij aangaat ben ik er beislist
tegen een subsidie voor publieke ver
makelijkheden op d.e schouders te
leggen van belasta/ngbetalenden. Zij.
die een schouwburg willen, moeten
hem zelf maar bekostigen, maar niet
ten looste van anderen.
I!o ben beslist, tegen subsidie. Do
belasting drukt toch al zwaar genoee
op de burgerij. Laat het uitgaand
publiek ook de genieting betalen.
Ho'evele pensanten zijn ei- niet, die
geen schouwburg bezoeken Zouden
are dan voor anderen moeten opbren
gen?
M. h kunnen zij bet best© deze sub
sidie betalen, die ook hst pleiziie.r van
deze instelling genieten, diöch zij, die
daarvan nooit gebruik maken, behoe
ven ook niet Dij te dragen, hetwelk
natuurlijk het geval is, wanneer uit
de gemeentekas wordt gesubsidieerd.
Ik ben van rneeming, dlat de Schouw
burg een plaats is voor hen, die van
schouwburgen gediend zijn; daarte
genover staan duizenden:, die vaar de
schouwburgen geen gebruik maken,
en daarom .is m. i. het gemeerdebe
stuur niet gerechtigd, om liet bloe
dende belastinggeld, dat wij rnoefen
opbrengen, te geven aan eene instel
ling, die geen nut afwerpt voor bet
algemeen belang.
Ik zou het ©en groote onbillijkheid
inden om ten genoege van gegoede
bezoekers den Schouwburg subsidie
te geven. Daar in. Amsterdam wel
stadsbelasting wordt geheven, is bil
lijk vooir dangene, die geen gebruik
maakt van- en, betalen moet aan een
schouwburg.
Ik acht Verhooging van plaatsen-
geld billijker, waarvoor moeten de
genen, die er geen gebruik van maken,
hieraan bijpassen?
Ik ben geen voorstander voor sub
sidie udi de gem.eentekas.
Ik .acht het hoogst onrechtvaardig,
dat het geld der burgerij besteed
wordt voor publieke vermakelijkhe
den. Zij, die d'eze willen genieten,
moeten ze zelf geheel betalen-.
Neen; eventueel e steun moet voort
komen uit den betrekkelijk kleinen
kring van bezoekers, niet drukken
dus op alle belastingplichtigen.
Ilc ben beislist. tegen een-ige subsidi-
eering, als strijdig tegen de principes
van met-schouwburgbezoekers.
Naar mijn meening moeten zij, die
van den Schouwburg gebruik ma
ken, daar dan maar .wat meer voor
Als antwoord op de eieirste
kan ik er het goed'e en nuttige niet
van. inzien. Wie profiteeren, wil, moet
ook maar betalen-, en als alle onder
nemers van publicise vermakelijkhe
den subsidie willen hebben,
blijft mem dan?
Op de tweede vraag Onze belasting
al hoog genoeg.
W ie zich de weelde kunnen veroor
loven naar een/schouwburg te gaan,
moeten voor zijn bestaan zorgen.
Wie er ni'et komen, behoeven er niet
voor te betalen.
Wie. een zaak begint, moet welt.,.,
wat hij doet, die den Schouwburg wil
bezoeken, moet het zelf inaar betalen.
Mij dunkt., wij moeten belaisting ge
noeg betalen.
Ik voor mij zou miéeme.ni, dat de stad
al schulden genoeg heeft., en al meer
'dan genoeg hooi op -die vork heeft.
Ik zou zeggen'degene, dille naar
den schouwburg wil gaan, laat diio
vcor een plaats op de mindere, ran
gen v ij f cent, en die op den eersten
rang tien cent meer betalen
Die gaan wil, kijkt op geen stui
ver
Mijn idéé is geef -geen subsidie u.it
de gemeentekas aan een schouwburg,
of kerken, wedstrijden, enz.maar
laat dit betalen door belanghebben
den, -da,air gemeentegeld anders en
kelen ton, goede komt en niet-beliaing-
h,ebbenden dan ook zouden moeten
betalen.
Iedereen is er tegenwoordig op ge
steld,
Da.t hem geld uit de gemeentekas
wordt toege-teld.
En daar is dan ook niet heel Veel
tegen,
wanneer men 't algemeen bellang
kan laten wegen.
Dit nu is mot den Schouwburg niet
het geval.
Hi] is plaats van vermaak en ar
ders niemendal-
En als iemand 's avonds na de
drukte van zijn zaken'.
Op den Jansweg of .elders zich eens
will vermaken,
Dan ts 't billijk, dat hij daarvoor
zöif betaalt,
En 't tekort niet uit de gemeente
kas baalt,
Want dn die kajs betalen zeer ve
len,
Die tooneetepel niette niemendal kan
schelen
Naar mijne meening komt het ge
vraagde subsidie -alleen, ten- goede aan
Liefhebberd van schouwburgbezoeken,
en ilc vind het dan ook billijker, zoo
diegenen voor het genoten© een hoo
ger entrée be-talen.
Eene groote onbillijkheid vind ik 't
verleenen van een subsidie aan een
schouwburg uit de gemeentekas, daar
dit vo-or vele belaistmgbetalenden is
een meebetalen aan ietls, waarvan
men nooit gebruik maakt niet alleen,
ma-ar ietis wat sommige personen uit
principe sterk afkeuren.
Ik kan het nut er ndet van inzien
ten eerste bezoek ik nooit een schouw
burg, en zoo duizenden met mij. Du
dan zouden wij voor de liefhebber
moeten betalen?
Neen, die dan liefhebben-ij heeft
moot ook zelf maar betalen.
Tem tweede-al-s mijne inrichtten
met aan- de eischen voldoet, dan mloe
ik die ook voor e%en kosten laten ver
beteren, zooals ei- zoo velen ge wee-s
zijn.
Ik ben er tegen om befestingdrui
der niet-schouvvburgbezockers
onnoodig te bezwaren.
Ondergeteekende-, volstrekt nieffe te
gen den Schouwburg hebbende,, vind
bet toch wel ©en weinig verregaand
dat, deze van -gemeentewege: subsüdi'
vd ontvangen, alzoo van .alle belas
tangbetalersLaten- dat de Schouw
mtngbezoekers doen.
Ondergeiteekeind© ziet bier luet nu
met van in. De middenstand zou hier
aoor nog meer worden gedrukto;
noeg rï,0ze a'^ geen belasting ge
M. i moeten die Schouwburgbezo©
kers (bij wijze van klein© belasting'
dit zelf maar betalen.
Ik ben er .streng op tegen om sub
sidie te geven aan den Schouwburg
dan moet de -schouwburgbezoek-ei
maar meer plaafeengeld betalen.
Ik ben er tegen, daar het geen pu<
bliek belang als, >en slechts enkelen ei
voor liefhebberij gébruik van m-aken
di© dan zelf maar iets meer moete-x
betalen, zoodat die lieer en de noodigf
verbeteringen of herstellingen zelf uil
kunnen halen.
De ontploffing aan bsord
van de Jéna.
Het groote vraagstuk, dat Of open
lijk öf in stilte ieder bezig houdt, nu
men eenmaal het aantal der slacflxtof-
fers kent, die de „Jen-a" geëischt heeft,,
en nu men de dooden reeds een beetje
heeft betreurd, is natuurlijk het vraag
stuk: wie zijn de schuldigen, schrijft
't Hbl-d
Ieder blad, van welke richting ook,
stelt deze vraag; en !al wil ik natuur
lijk, 'O-rndat wij pas aan 't begin der
onderzoekingen- zijn, alleen onder
voorbehoud van de geopperde mee.-
ningen spreken, de bijna algemeen el
eenstemmigheid ten dezen opzichte
maakt tiet geoorloofd die meeringen
weer -te geven.
Ziehier het telegram, dat mij in d©-|
ze laatste -twee dagen het best de al-
ge-meene opinie leek samen te vatten.
Het is het telegram, dat dë -Petit
Journal" hedenmorgen uit Toulon
van Ihaar 'bijizonderen bericht-gever
ontving: „Ik 'heb 'zoo net een der -offi
cieren van do .Jena" gesproken.
Hij heeft mij de verzekering gege>-|
ven, dat talrijke rapporten waren ge
zonden" (natuurlijk aan het ministe-l
rd-e) „over den slechten toestand',
waarin zich de kruitkamer bevond, I
waar. door de nabijheid der dynamo's
de warmte geregeld 38.5 -graad bereik
te, terwijl bij 35 -graden deze (rook-,
zwakke) kruitsoorten beginnen ie wer
ken.
„Deze rapporten zouden immer zon
der antwoord zijn gebleven, en de
ventilatoren werkten niet altijd met
de vereisdht© regelmatigheid.
,.Ik laa't natuurlijk aan dezen offi
cier, die mij intusscbcm hoogst be
trouwbaar heeft geleken, en gedreven
door geen enkele systematische be
geerte van neerhalen, .alle verant
woordelijkheid voor zijn woorden.
,,-Ik sein u wat hij mij- zei, omdat
zijn verklaringen punt voor punt be
vestiging gev.en iaan al wat ik rechts
en links vernomen heb."
Volgens de „-Echo- de Paris" is de
commissie van .enquête voorloopig,
na allerlei getuigen te 'hebben ge
hoord, van meening, dat:
,lo. Do temperatuur in de kruitka
mer, die niet hooger raag zijn dan 35
graden, deze grens overschreed.
-De onophoudelijke mankemen
ten -aan de twee ventilators, die de
hitte in de dyna.mo-ka.mers moesten
rerminderen. 'het gebruik ervan nutte
loos maakten.
De zon van tien uur 's morgens
tot 2 a 3 uur 's namiddags op den
achtersteven van het sdhip stond, het
geen de temperatuur op die plaats
heeft moeten doen stijgen, en dit te
meer daar de metalen plaat, die den
wand vormde van de kruitkamer, drie
centimeter -dik was.
4o. ,,De oude koelmachines in de
kruitkamer, sedert eenige weken weg
genomen, niet door andere waren ver
vangen, omdat ze geen doel troffen."
Xen Reis n^sr Zaid-Aimtrika
IX.
Voor tien centavos entrée wordt
ieder toegelaten, althans op Zon- en
feestdagen en hiervan wordt zeer
ruim gebruik gemaakt.
Een spoorlijntje is in den tuin aan
gelegd met miniatuur locomotief en
dito wagentje, die zich natuurlijk in
de belangstelling van het jonge volk
je mogen verheugen. Boven alles
uitstekend, vindt men in 't midden
van den turn de verblijfplaats der
roofvogels, een kunstig aangelegd
rotsgevaarte in een reuzenkooi ge
plaatst.
Naderbij komend werd mijn reuk
orgaan getroffen door eene walgelij
ke lucht, die afkomstig bleek te zijn
van een paardencadaver in verre-
ga an dien staat van ontbinding ver-
koerende en waaraan verschillend*?
aasvogels zich nog te goed deden.
Deze aasvogels zijn voor .Argentinië
een soort gezondheiclspoli-tie, daar zij
zich belasten met de opruiming van
de in de pampa's omgekomen en on
begraven achtergelaten runderen,
doch in ©en dierentuin dit proces
aanschouwelijk voor te stellen, leek
mij een blijk van zeer slechten smaak
terwijl hst tevens zeer onaangenaam
aandeed in de onmiddellijke nabij
heid een vijftigtal afgeleefd© mssi-
nanten bijeen te zien, opgepakt in
©en open vieze ruimte, klaarblijkelijk
het ©ogenblik afwachtende, waarop
ook zij tot voedsel voor hunne mede
schepselen moesten dienen.
Vlak achter den «dierentuin vindt
men het uitgestrekt terrein der wed-
re2inen, toebehoorend aan ©n ge
ëxploiteerd door de meest fashionable
club van Buenos Aires, de Jockey-
Glub, die zoowel in haar paviljoen op
bet terrein als in haar prachtig club
gebouw dn de Calle Florida, de ver
zamelpliaats der rijken en aanzien
lijken is. Naar men mij mededeelde,
worden in het clubgebouw die meest
buitensporige gerechten en vruchten
tegen matigen prijs aan de leden ver
strekt en wordt het aanzienlijk ver-
Lies op de exploitatie der buffetten
geheel gedekt door d'e entrée's en het
commissie-aandeel -in de pari mutuel
der rennen.
I-Iet Recoleta is geen gewoon kerk
hof, doch een stad der dooden temid
den van do stad der levenden. Een
stad met h'oofd- en zijstraten, met
groote en kleine gebouwenhet pla
veisel uit groote. zware steenen be
staande, die den stap van den wan
delaar bol doen weerklinken. Elk ge
bouw is een familie-mausoleum, kost
baarder en prachtvoller ingericht,
naarmate de afgesto2*vene of zijne fa
milie meer met aardsehe goederen ge
zegend was. Hier tevens komt na
tionale daai'kbaarheid tot uiting in
de praohtmonumeuten voor kunste
naars, staatslieden en militairen, be
kostigd door het volk door 2niddel
van nat'onale inschrijving.
Van militair vertoon bespeurde Lk
zeer weinigdes te meer echter trekt
de politie de aandacht door flink en
correct optreden en de tijden zijn lang
voorbij, waarin Buenos Aires eene
zekere beruchtheid had en het niet
raadzaam was, zich des avonds on-
vergezekl in eenzame straten te be
geven. Zelfs merkte ik tegen het ope
ningsuur der schouwburgen op liet
kruispunt Maipu en Corrientes' ©ene
vaste bereden patrouille van twaalf
man o-p, waarvan om beurten twee
man bevel ontvingen de omliggende
straten te doorkruisen.
Een "vreemd, doch indrukwekkend
gezicht was het eveneens, toen ilc den
dag vian aankomst in de feestelijk
versierde stad den propagandist voor
de- aansluiting van Zuid- bij- Noord-
Amerika, Staatssecretaris Root, inde
Avenido Mayo zag, geëscorteerd door
een zestigtal1 agenten te paard, allen
gestoken in blinkende kurassen.
Verhinderen kan de politie echter
niet, dat men des avonds doorDuitsch
of Engelsch sprekende personen
wordt aangesproken om aalmoezen,
die de vreemdeling maar al te zeer
geneigd is te geve2i, hoewel ik van
ingezetenen vernam, dat deze perso
nen voor bet mee2'e2iideel tot het gilde
beroepsbedelaars behooren, die lie
ver op den zak hunner landgenooten
teren, dan het zware werk in die kam
pen te doen, waar men hunne ar
beidskracht zoo goed zou ki2nnenge-
bruiken.
Zooals ik reeds heb gezegd, moet
men zich ze.er in acht nemen voorde
afwisselende tempera.tui2r. Meer dan
eens ging ik naar het hotel terug om
de, wegens de warmte tot last gewor
den overjas terug te brengen om een
kwartier later, rillend van kou, dit
kleeding9tuk weder te gaan halen.
Daar de hotelkamers met hare groo
te, openslaande ramen, die meestal
op de gaanderijen van open binnen
plaatsen uitkomen en tevens als deur
dienst doen, niet worden verwarmd,
kan dit voor den reiziger die zijn ka
mer niet wenscht te verlaten, somtijds
zeer ongerieflijk zijn.
Het zou mij te ver voeren, in bij
zonderheden alle indrukken, weer te
uitgebreide M'adero-dokken zijn se
dert lang veel te klein gebleken om
alle binnenvallende booten te bevat
ten en het komt voot, dat schepen
drie tot vier weken moeten wachten
voo-t in de pakhuizen voldoend© ruim
te gemaakt is, om. hunne goederen op
te nemen.
Dat dit voor de scheepvaart een
bijzonder groot ongerief is. valt niet
te ontkennen en ook de Zuiid-Ameri-
ka Lijn heeft in niet geringe mate
dit nadeel ondervonden. Aan de groo
te booten, onder de mailvlag varende,
wordt de 'Vooirang gegeven ten koste
van de vrachtvaarders en indien ik
mij niet vergis, is oolc aan onze Hol-
landsch© lijn zeer onlangs dit voor
recht te beurt gevallen.
Met eene uitstekend ingerichte ri
vierboot der reederij Mihanovitch, die
tusschen Buenos Aires en Montevideo
een dagelijkschen dienst onderhoudt,
had ik intusschen een uitstapje ge
maakt naar Iaatstgenoe2nde plaats.
Wanneer een Argentinaër den
vreemdeling wil toonen, hoeveel kans
op succes zijn land biedt, dan noemt
hij den naam Mihanovitch.
Deze man kwam jaren geleden er
gens uit Dahnat-ie, straatarm te
Buenos Aires aan e2i -is thans multi-
.millionair, bezitter van de grootste
vloot van geheel Zuid-Amerika, eige
naar van het prachtig lot© rangs Pa
lace Hotel en groot importeur. Ilc
trok dus met een zijner booten de La
Plata rivier nogmaals langs en kwam
na eenige onaangename en dure er
varingen met bootslieden en kruiers
be hebben opgedaan, veilig in Uru
guay's hoofdstad.
Deze -kleine republiek doet met ha
rs gelijksoortige uitvoerproducten
Argmitinië zware concurrentie aan
en zou zich zeker in grooter bloei
mogen verheugen, indien de politie
ke partijen liet land meerder rust
•gunden.
Dit rijk bezit op verre na niet het
consumptievermogen van Argentinië,
doch -evenals overal elders zijn ook
hier natuurlijk wel zaken te doen.
Montevideo trof mij door groote
netheid en zindelijkheid der straten,
waarin een© voorbeeldige orde
heers ebt.
Deze orde constateerde ik ook bij
gelegenheid van een reu zenopto cht
van twaalf duizend in fioestkleeding
gestoken schoolkinderen, die onder
aanvoering hunner onderwijzers en
onderwijzeressen, school bij school,
naar de Plaza Independencia mar
cheerden en daar vaderlandsche lie
deren zongen ter eere van een na
tionaal feest.
Eene voor den zakenman nog al
lastige gewoonte der Zuid-Ameri-
•kaansche Republieken is het vieren
vun kerkelijke en nationale feestda
gen, die als rustdagen worden aan
gemerkt-, en waarvan men me, waar
schijnlijk met eenige overdrijving,
vertelde, dat ©t 100 in het jaar voor
komen. (Wordt vervolgd).