van de inwoners kan er van profitee- 'rer. t Is dus verkeerd iiem een sub sidie Ie verleenen, daar men op die wijze genoodzaakt wordt te betalen, waar men of uit geloofsovertuiging of bij gebrek aan voldoende financiën nier, van profiteeren kan. Subsidié kaai wel goed en nuttig maar toch niet gewenscht, daar zoovele menschen zijn die er geen '>ruik van maken en er izooveel el- de 'heers clht. "Neen. daar de gemeente geen toe- Jage mag geven aan de onderneming van een particulier, daa.r deze niet ds •In liet belang van 't algemeen. 'Maar een nieuwe bestrating van de i.' voote Houtstraat is wel hoog noo- dig, daar die toestand allertreurigst is: dat is van algemeen belang. Ik keur subsidie sterk af en wie kan subsidie .goedkeuren aan een particu liere zaak en waar blijven de andere? iVYi-; zal als gemeenteraadslid een vraag steunen, die niet in het alge meen belang is? W:e zal de burgerij van Haarlem «ijn belastingpenningen laten offeren voor een naak waar hij beslist geen bezoeker, of tegenstander van is.Mocht evenwel de Raad er anders over den ken. dan zal het toch gewenscht zijn dit te verhalen op de bezoekers door het heffen van stadsbelasting op de éntrés's zooals dat in andere plaatsen het geval is. Naar mijn bescheiden meening is 'een schouwburg geen algemeen be lang, reden waarom ik tegen subsidie uit de gemeentekas ben. Er zijn duizenden inwoners onzer atad, die uit principe zelfs tegen schouwburgen zijn. Daar, waar het voor ons arbeiders financieel niet mogelijk is, de kunst in den schouwburg te bewonderen, tzoo is een subsidie uit de gemeente kas niet van algemeen, maar wel van middenstanders en kapitalistisch be lang. Bij hen, die een schouwburg niet van algemeen belang achten sluiten zich aan, diegenen die komen met Gemoedsbezwaren Naar mijne meening is het vooral af te keuren, dat de gemeente subsi die zou geven. Vooral met het oog op de stukken, die voor "t grootste gedeelte opgevoerd worden, acht ik het bepaald zedebe- öervend en daarom mag dat niet ge steund worden. Uit geloofsovertuiging vermeen ik, dat de gemeente in geenen deel e ver- jOiiCht Sc, om. vorvr volksvermakolijk- heden geld te 'geven. Dan zijn er wel andere dingen, waar het. wat nuttiger voor besteed zou zijn. Ik ben er tegen, omdat het bezoeken van een schouwburg zeer dikwijls kwaad sticht, doch zelden wat goeds. Het schaadt aan 't familieleven, geeft een onnat uurlij ken kijk op 't werke lijke leven, wekt sluimerende harts tochten op, krenkt zeer dikwijls den geloovigen christen in zijn heiligste gevoelens. Op deze principieele 'gron den kan ik niet goedkeuren een subsidie aan een schouwburg, die stukken opvoert zonder eenige con trole van de zijde der geestelijke over heid, ja zelfs stukken, die niet zelden den Ghristenen een doorn in 't oog zijn. Beschouwd uit katholiek godsdien stig oogpunt, acht ondergeteekende het verleenen eener subsidie van ge meentewege niet gerechtvaardigd. Op de eerste plaats omdat de katholieke godsdienst en zijn bedienaren dikwijls op minder eerbiedwekkende wijze ten tooneele worden gevoerd. Op de twee de plaats, omdat over bet algemeen toet de /christelijke zede leer hoege naamd geen rekening wordt gahou- Volgens mijn meening is een schouw burg geen algemeen belang, de opvoe- de kracht zeer luttel. De vele zeden- kwetsende toone el stukken in de laat- ete jaren te Haarlem en elders ver toont, welke vele christenen in hunne overtuiging kwetsten, zijn aanleiding dal het bezoeken aan een schouwburg dikwijls gevaarlijk kan zijn. Daarom acht ik het niet gewenscht dergelijke inrichtingen van stadswege te subsi dieeren. Neef Wouter zou aan Fidelio zeg gen „Als ik een nieuwe jas w!l „hebben (n.b. enkel luxe) dan moet ,ük haar zélf betalen; welnu, gij „wilt u die weelde permitteeren, heb „er dug wat voor over't is erg ge- „makkelijk, mooi gekleed te gaan op „eens anders kostenMaar getuigt „bet ook van eergevoel??" Hoe nurksch ook menigmaal, de man zou in dit geval volkomen ge lijk hebben Subsidiëering van een schouwburg isbevoordeeling van een deed der bevolking ten koste van een niet ge ring ander deel, dat principieel te gen een schouwburg is. Zij is der halve niet geoorloofdzou een on- rech/mgtige daad ziju Mij dunkt, zij, die eenig vermaak willen hebben, belmoren de kosten daarvan zich te getroosten, wat hun niet zwaar kan vallenvan offer vaardigheid zelfs kan daarbij geen sprake zijn. Doch al ware dit zoo, hoe zouden de voorstanders van een schouwburg daarbij zich kunnen spiegelen aan de tégenstanders, die steeds getoond hebben voortdurende en belangrijke offers te willen brengen voor wat hun lief is getuige het bestaan van kerken en Christelijke scholen Daarvoor zouden die tegenstanders (van een sch. n.l.) geen cent willen vragen aan hen, diie hunne overtui ging niet zijn toegedaan. Subsidie van Rijks- of Gemeente wege stel, het werd aangenomen zou b.v. door ©ene Geref. Kerk met verontwaardiging worden van de hand gewezen Gelooft u aan de opvoedende kracht, aan den veredelenden invloed hij de opvodring van de (tegenwoordige) tooneelstukkenJa?? „Och kom!" zeg ik neef Wouter na. Ik geef gaarne toe, dat de bedoe ling van de schrijvers op waardee ring aanspraak kan maken, maar wordt die bedoeling door de massa (denk aan het Zondagavond-publiek!) gevat Het lijkt er niet naar Wat (ik meen) Gremer dan ook over liet toon oei schreef, is maar al te veel theorie Met de betuiging, dat ik gaarne zal blijven profiteeren van de voorlich ting in de stukjes „Om Ons Heen" en, als regel, de ..Haarl. Halletjes" met smaak zal verorberen, teeken ik Subsidie van den schouwburg is mijn inzien onnoodig, daar schouw burg onderlin? belang en Gemeente algemeen belang is. En tevens omdat het zedelijk en stoffelijk den rnensch •grieft volgens Christelijk oogpunt. Ik ben tegen het verleenen van sub sidie, omdat in schouwburgen stuk ken worden gespeeld,, die zoo nieton- zedalnk, dan toch in vele gevallen den toets dier ernstige critiek niet kun nen doorstaan. De overheid kan het opvoeren van onzedelijke stukken we ren doch die welke ik hier op 't oog heb, niet. welke toch kwetsend v een Christelijke belijdenis zijn, wel ker volgelingen bij toestemming (met hun belastingen) ongeoorloofde za ken steunden. Ik acht het nemen van gelden uit de Gemeente-lcas bepaald in strijd met "het doel, waarvoor die gelden worden opgebracht, indien het voor schouwburg wordt gebezigd ten ge volge daarvan ben ik tegen het ver teenen van een subsidie aan wien ook. De reden, waarop mijne mee ning steunt is dat het bezoeken van een schouwburg behoort tot die ver maken, die niet elk ingezetene wil genieten. Zelf behoorende tot de Gerefor meerde Kerk (niet Hervormd Kerk genootschap) weet ik, dat het tegen de beginselen der Kerk indruischt, schouwburgen of iets dergelijks te bezoeken, waarom er dan ook zeer zeker wel 40000 zielen zijn, (zeg 1000 gezinnen), die daarvan geen gebruik maken en dus ten koste van hen, die wel zulke gebouwen bezoeken, moe ten offeren. M. i. moeten zij, die, welk vermaak ook wensche-n, dit zelf bekostigen. Gaat men den weg op van subsidise-1 ren, dan kan allerlei tak van sport of vermaak recht doen gelden. Waar om de éen niet en de ander wel Het ger. beginsel is dian ook de kerken en wat daarbij behoort, zélf bekostigen door de ledenniet van staat of stad, scholen door de ouders zelf, omdat die voor de opvoeding hunner kinderen zorg moeten dra gen. op denzelfden grondslag. Het is naar mijne meening noch goed, noch nuttig, wijl ik als Chris ten alle schouwburgvoorstellingen af keur. Neen. Ik kan er het nut niet van inzien. Men ma.g het geld der belas- tingbetalenden niet aanwenden voor zaken van weelde, waarvan slechts enkelen gebruik maken. Door aan dezen schouwburg subsidie te ver leenen stelt men een gevaarlijk in- tencedent. Als er straks nog een an dere schouwburg verrijst met nog be ter ingerichte lokalen en betere voor zorgsmaatregelen tegen brandgevaar, dan zal de gemeente, wil zij conse quent blijven, opnieuw moeten subsi dieer en. Men zegtElke stad moet een schouwburg 'hebben, om de m ©er- gegoeden, de hoogere standen, te be lieven. En juist zijn het dezen, die het minst van den schouwburg ge bruik maken. Degenen, die van den schouwburg willen profiteeren, moe ten dan ook maar voor zijn instand houding zorgdragen. Niet op maat schappelijk gebied, op zedelijk ter rein ben ik te.gen subsidiëering om dat ook in dezen schouwburg veel, zeer veel. wordt opgevoerd, wat aan stoot geeft niet alleen aan den geloo- v'gen Christen, maar aan ieder, die aanspraak maakt op den naam van fatsoenliik mensch. Zedekwetsende tooneelvoorstellingen, vooral van Franschen oorsprong, worden er dik wijls vertoond en schijnen het pu bliek 't meest te trekken. En dan durft men nog beweren, dat er van dezen schouwburg een opvoedende kracht uitgaat. Ja, een opvoedende kracht, die menig" jonkman ten verderve leidt en tot zedebederf ruimschoots bijdraagt. Na hen. die principieele bezwaren hebben, komt een lange rij met deze leuze Iaat de É'chonwbnrgfee2oekfrs zelf betalen Principieel ben ik tegen schouw burgen. Daaruit vloeit van zelf voort, dat ik mij kant tegen subsidie, welke uit de gemeentekas betaald zou moe ten women. M. i. moet de schouw burg-exploitatie geheel voor rekening komen van hare vaste bezoekers, die aan comediie gehecht zijn, laat hen te zamen een kapitaal bijdragen, bijv. als leden van den schouwburg, om hieruit ook de directeuren tesub- sidiëeren. Kan. zij zich zelve niet hel pen, dan is dat een teeken, dat de schouwburgbezoekers er liever geen cent aan gelegen laten liggen. Doch laat nooit de 'gemeente het subsidie uit hare kas moeten storten, lo. daar er zoovele stedelijke inrich tingen zijn, die m. i. verbetering be hoeven, en zooveel geld nog degelijk kunnen gebruiken2o. acht ik het minste bedrag een schande om dat voor comc-die weg te werpen. Denk toch aan de Armbesturen, welke wel een gemeentel, steun behoeven. De ruimte verhindert mij mijne meening verder uiteen te zetten. Verlang geen geld van de Gemeen tekas, aangezien die plezier wil heb ben maar betalen moet. Het komt maar op onze belasting. Geen geld uit de Gemeentekas, want die van plezier houdt, moet dan maar meer betalen. Dat bet verzoek om subsidie niet voor inwilliging vatbaar is, laat ik geheel en al buiten beschouwing, maar naar mijn inzien was het beter om deze financiën te vinden uit hoo- ger te heffen ptaatsprijzen en voor namelijk op de eerste en duurste ran gen, dan de Gemeentekas nog meer te bezwaren, en daardoor de bel as- tin gbe tal enden, waar er velen bij zijn, die nooit of nimmer den schouw burg bezoeken. Mijn meening is, dat het nietnoo- d'ig is 0211 een subsidie te geven voor een schouwburg, daar wel andere in stellingen het beter konden vragen. Laten zij. die den schouwbure be zoeken, maar betalen door de entrée wat hooger te stellen. Naar mijne meening moeten beide vragen met „neen"' beantwoord wolf den. Menschen, 'die een schouwburg be zoeken, moeten daarvoor iets over hebban, dus prijzen der plaatsen ver- li oogen. /"150Ü 'sjaars is nuttiger besteed aan eene inrichting voor liefdadig heid. Geachte Redactie! Op nevenstaande vraag- laat ik hier mijn antwoord volgen. Mijns 'inziens gaat het niet aan, om subsidie te verleenen voor dit doel, en wel om de Volgende redenen. Schouw burg bezoeken is in den regel maar weggelegd voor één zekere categor'e van menschen. Daarnaast staat een categorie, wie de schouwburg geheel onverschillig i|s. Maar naiast dieze twee staat de .grootste categorie, namelijk van die meufschiem, die nooit het wendige van den schouwburg zien, om de eenvoudige reden, dat hunne beurs het ni'et toelaat, wijl zij in den regel te kort komen voor hun eigen 1 evensonderhoud. Nu vindt men onder deze mensch en ook oen groot aantal belastingbeta lers, e-n nu gaat het niet aan, om hel geld uit de gemeentekas, waar ook zij bun id!öel in storten, te gebruiken 1 c-n bate van een gedeelte gemeentena ren, dat toch al reeds meer niet aard scha goederen bedieeld iis. Dit gaat volgens mijn bescheiden meening, niet op. Een ander geval zou ilc het echter vinden, indien subsidie voor dén Schouwburg werd gegeven en men stelde daarvoor in den winter ook de groote categorie van proletariërs eens in de gelegenheid den Schouwburg te bezoeken, maar dan ook kosteloos! Dan zou men ten minste bandelen in het belang van het grootste deel van de inwoners en dan zou men zich ook niet behoeven te bepalen bij 1500 gulden, maar dit desnoodts kun nen verdubbelen. Indien de heer en Van Gasteren en Cbabot eens in die richting wilden werken, dan zou dit. volgens mijn meening, bij het mee- rende# de goedkeuring wegdragen Do Schouwburg fe een nuttige en dikwijls leerrijke instelling, ma.ar acht haar in geen geval voor subsidie vatbaar; daar het voor de oVergrooto meerderheid onmogelijk is wegen? het financieel© den Schouwburg te bezoeken, gaat liet toch niet op, dat oen doel van hum belastimgdubbeltjes daar heen verhuizen, waiar zij zelden of nooit gebruik Van maken. Laten zij-, die er veel gebruik van maken, uit hun eigen middelen de kosten bejstrijden. Mijn meening ten opzichte van pu blieke vermakelijkheden in 't alge meen is dezehoewel ik in 't geheel geen tegenisteller ben, dat diegene, die daar gebruik van maakt, liet ook moei betalen. Nogal logisch, vind ik Absoluut neen! omdat slechts een zeker gedeelte der burgerij van den schouwburg profiteert en deze dus voor het onderhoud of de instandhou ding moeten zorgen. Bezoekers van den schouwburg moeten wat dieper in hun zak tasten. Mijn inziens moet de directie de prijzen der plaatsen veiihoogen, en niet ten koste van (het algemeen pu bliek om 'het uit- de belasting terug te halen. Laten de schouwburgbezoekers al leen de ikosten dekken en laat daar niet de gemeentekas aan mede beta len, want dan wordt ook betaald door 'hen, die niet profiteeren. De belastingbetalers 'zullen m. i. meer moeten betalen. Laat de schouwburgbezoekers meer plaatsengeld betalen, dan kan m. i. de schouwburg blijven bestaan. Ik vind, dat loet ongehoord zou zijn, als de Raad voor liefhebberij, waai' zeer weinigen aan deelnemen, zulk een bedrag van die burger's zou toe/staan. Laten de befhebber's dit dan maai' betalen. over hebben, met anderf© woorden hooger tarief voor alle rangen. Ik ben sterk tegen elke subsidie; laat hij, die een schouwburg wil be- zoekon, 'dit niet doen ten looste d'er be lastingbetalers. U vraagt mijn persoonlijke mee ning aangaande het gemeentelijk .sub sidie voor den Schouwburg. Wat mij aangaat ben ik er beislist tegen een subsidie voor publieke ver makelijkheden op d.e schouders te leggen van belasta/ngbetalenden. Zij. die een schouwburg willen, moeten hem zelf maar bekostigen, maar niet ten looste van anderen. I!o ben beslist, tegen subsidie. Do belasting drukt toch al zwaar genoee op de burgerij. Laat het uitgaand publiek ook de genieting betalen. Ho'evele pensanten zijn ei- niet, die geen schouwburg bezoeken Zouden are dan voor anderen moeten opbren gen? M. h kunnen zij bet best© deze sub sidie betalen, die ook hst pleiziie.r van deze instelling genieten, diöch zij, die daarvan nooit gebruik maken, behoe ven ook niet Dij te dragen, hetwelk natuurlijk het geval is, wanneer uit de gemeentekas wordt gesubsidieerd. Ik ben van rneeming, dlat de Schouw burg een plaats is voor hen, die van schouwburgen gediend zijn; daarte genover staan duizenden:, die vaar de schouwburgen geen gebruik maken, en daarom .is m. i. het gemeerdebe stuur niet gerechtigd, om liet bloe dende belastinggeld, dat wij rnoefen opbrengen, te geven aan eene instel ling, die geen nut afwerpt voor bet algemeen belang. Ik zou het ©en groote onbillijkheid inden om ten genoege van gegoede bezoekers den Schouwburg subsidie te geven. Daar in. Amsterdam wel stadsbelasting wordt geheven, is bil lijk vooir dangene, die geen gebruik maakt van- en, betalen moet aan een schouwburg. Ik acht Verhooging van plaatsen- geld billijker, waarvoor moeten de genen, die er geen gebruik van maken, hieraan bijpassen? Ik ben geen voorstander voor sub sidie udi de gem.eentekas. Ik .acht het hoogst onrechtvaardig, dat het geld der burgerij besteed wordt voor publieke vermakelijkhe den. Zij, die d'eze willen genieten, moeten ze zelf geheel betalen-. Neen; eventueel e steun moet voort komen uit den betrekkelijk kleinen kring van bezoekers, niet drukken dus op alle belastingplichtigen. Ilc ben beislist. tegen een-ige subsidi- eering, als strijdig tegen de principes van met-schouwburgbezoekers. Naar mijn meening moeten zij, die van den Schouwburg gebruik ma ken, daar dan maar .wat meer voor Als antwoord op de eieirste kan ik er het goed'e en nuttige niet van. inzien. Wie profiteeren, wil, moet ook maar betalen-, en als alle onder nemers van publicise vermakelijkhe den subsidie willen hebben, blijft mem dan? Op de tweede vraag Onze belasting al hoog genoeg. W ie zich de weelde kunnen veroor loven naar een/schouwburg te gaan, moeten voor zijn bestaan zorgen. Wie er ni'et komen, behoeven er niet voor te betalen. Wie. een zaak begint, moet welt.,., wat hij doet, die den Schouwburg wil bezoeken, moet het zelf inaar betalen. Mij dunkt., wij moeten belaisting ge noeg betalen. Ik voor mij zou miéeme.ni, dat de stad al schulden genoeg heeft., en al meer 'dan genoeg hooi op -die vork heeft. Ik zou zeggen'degene, dille naar den schouwburg wil gaan, laat diio vcor een plaats op de mindere, ran gen v ij f cent, en die op den eersten rang tien cent meer betalen Die gaan wil, kijkt op geen stui ver Mijn idéé is geef -geen subsidie u.it de gemeentekas aan een schouwburg, of kerken, wedstrijden, enz.maar laat dit betalen door belanghebben den, -da,air gemeentegeld anders en kelen ton, goede komt en niet-beliaing- h,ebbenden dan ook zouden moeten betalen. Iedereen is er tegenwoordig op ge steld, Da.t hem geld uit de gemeentekas wordt toege-teld. En daar is dan ook niet heel Veel tegen, wanneer men 't algemeen bellang kan laten wegen. Dit nu is mot den Schouwburg niet het geval. Hi] is plaats van vermaak en ar ders niemendal- En als iemand 's avonds na de drukte van zijn zaken'. Op den Jansweg of .elders zich eens will vermaken, Dan ts 't billijk, dat hij daarvoor zöif betaalt, En 't tekort niet uit de gemeente kas baalt, Want dn die kajs betalen zeer ve len, Die tooneetepel niette niemendal kan schelen Naar mijne meening komt het ge vraagde subsidie -alleen, ten- goede aan Liefhebberd van schouwburgbezoeken, en ilc vind het dan ook billijker, zoo diegenen voor het genoten© een hoo ger entrée be-talen. Eene groote onbillijkheid vind ik 't verleenen van een subsidie aan een schouwburg uit de gemeentekas, daar dit vo-or vele belaistmgbetalenden is een meebetalen aan ietls, waarvan men nooit gebruik maakt niet alleen, ma-ar ietis wat sommige personen uit principe sterk afkeuren. Ik kan het nut er ndet van inzien ten eerste bezoek ik nooit een schouw burg, en zoo duizenden met mij. Du dan zouden wij voor de liefhebber moeten betalen? Neen, die dan liefhebben-ij heeft moot ook zelf maar betalen. Tem tweede-al-s mijne inrichtten met aan- de eischen voldoet, dan mloe ik die ook voor e%en kosten laten ver beteren, zooals ei- zoo velen ge wee-s zijn. Ik ben er tegen om befestingdrui der niet-schouvvburgbezockers onnoodig te bezwaren. Ondergeteekende-, volstrekt nieffe te gen den Schouwburg hebbende,, vind bet toch wel ©en weinig verregaand dat, deze van -gemeentewege: subsüdi' vd ontvangen, alzoo van .alle belas tangbetalersLaten- dat de Schouw mtngbezoekers doen. Ondergeiteekeind© ziet bier luet nu met van in. De middenstand zou hier aoor nog meer worden gedrukto; noeg rï,0ze a'^ geen belasting ge M. i moeten die Schouwburgbezo© kers (bij wijze van klein© belasting' dit zelf maar betalen. Ik ben er .streng op tegen om sub sidie te geven aan den Schouwburg dan moet de -schouwburgbezoek-ei maar meer plaafeengeld betalen. Ik ben er tegen, daar het geen pu< bliek belang als, >en slechts enkelen ei voor liefhebberij gébruik van m-aken di© dan zelf maar iets meer moete-x betalen, zoodat die lieer en de noodigf verbeteringen of herstellingen zelf uil kunnen halen. De ontploffing aan bsord van de Jéna. Het groote vraagstuk, dat Of open lijk öf in stilte ieder bezig houdt, nu men eenmaal het aantal der slacflxtof- fers kent, die de „Jen-a" geëischt heeft,, en nu men de dooden reeds een beetje heeft betreurd, is natuurlijk het vraag stuk: wie zijn de schuldigen, schrijft 't Hbl-d Ieder blad, van welke richting ook, stelt deze vraag; en !al wil ik natuur lijk, 'O-rndat wij pas aan 't begin der onderzoekingen- zijn, alleen onder voorbehoud van de geopperde mee.- ningen spreken, de bijna algemeen el eenstemmigheid ten dezen opzichte maakt tiet geoorloofd die meeringen weer -te geven. Ziehier het telegram, dat mij in d©-| ze laatste -twee dagen het best de al- ge-meene opinie leek samen te vatten. Het is het telegram, dat dë -Petit Journal" hedenmorgen uit Toulon van Ihaar 'bijizonderen bericht-gever ontving: „Ik 'heb 'zoo net een der -offi cieren van do .Jena" gesproken. Hij heeft mij de verzekering gege>-| ven, dat talrijke rapporten waren ge zonden" (natuurlijk aan het ministe-l rd-e) „over den slechten toestand', waarin zich de kruitkamer bevond, I waar. door de nabijheid der dynamo's de warmte geregeld 38.5 -graad bereik te, terwijl bij 35 -graden deze (rook-, zwakke) kruitsoorten beginnen ie wer ken. „Deze rapporten zouden immer zon der antwoord zijn gebleven, en de ventilatoren werkten niet altijd met de vereisdht© regelmatigheid. ,.Ik laa't natuurlijk aan dezen offi cier, die mij intusscbcm hoogst be trouwbaar heeft geleken, en gedreven door geen enkele systematische be geerte van neerhalen, .alle verant woordelijkheid voor zijn woorden. ,,-Ik sein u wat hij mij- zei, omdat zijn verklaringen punt voor punt be vestiging gev.en iaan al wat ik rechts en links vernomen heb." Volgens de „-Echo- de Paris" is de commissie van .enquête voorloopig, na allerlei getuigen te 'hebben ge hoord, van meening, dat: ,lo. Do temperatuur in de kruitka mer, die niet hooger raag zijn dan 35 graden, deze grens overschreed. -De onophoudelijke mankemen ten -aan de twee ventilators, die de hitte in de dyna.mo-ka.mers moesten rerminderen. 'het gebruik ervan nutte loos maakten. De zon van tien uur 's morgens tot 2 a 3 uur 's namiddags op den achtersteven van het sdhip stond, het geen de temperatuur op die plaats heeft moeten doen stijgen, en dit te meer daar de metalen plaat, die den wand vormde van de kruitkamer, drie centimeter -dik was. 4o. ,,De oude koelmachines in de kruitkamer, sedert eenige weken weg genomen, niet door andere waren ver vangen, omdat ze geen doel troffen." Xen Reis n^sr Zaid-Aimtrika IX. Voor tien centavos entrée wordt ieder toegelaten, althans op Zon- en feestdagen en hiervan wordt zeer ruim gebruik gemaakt. Een spoorlijntje is in den tuin aan gelegd met miniatuur locomotief en dito wagentje, die zich natuurlijk in de belangstelling van het jonge volk je mogen verheugen. Boven alles uitstekend, vindt men in 't midden van den turn de verblijfplaats der roofvogels, een kunstig aangelegd rotsgevaarte in een reuzenkooi ge plaatst. Naderbij komend werd mijn reuk orgaan getroffen door eene walgelij ke lucht, die afkomstig bleek te zijn van een paardencadaver in verre- ga an dien staat van ontbinding ver- koerende en waaraan verschillend*? aasvogels zich nog te goed deden. Deze aasvogels zijn voor .Argentinië een soort gezondheiclspoli-tie, daar zij zich belasten met de opruiming van de in de pampa's omgekomen en on begraven achtergelaten runderen, doch in ©en dierentuin dit proces aanschouwelijk voor te stellen, leek mij een blijk van zeer slechten smaak terwijl hst tevens zeer onaangenaam aandeed in de onmiddellijke nabij heid een vijftigtal afgeleefd© mssi- nanten bijeen te zien, opgepakt in ©en open vieze ruimte, klaarblijkelijk het ©ogenblik afwachtende, waarop ook zij tot voedsel voor hunne mede schepselen moesten dienen. Vlak achter den «dierentuin vindt men het uitgestrekt terrein der wed- re2inen, toebehoorend aan ©n ge ëxploiteerd door de meest fashionable club van Buenos Aires, de Jockey- Glub, die zoowel in haar paviljoen op bet terrein als in haar prachtig club gebouw dn de Calle Florida, de ver zamelpliaats der rijken en aanzien lijken is. Naar men mij mededeelde, worden in het clubgebouw die meest buitensporige gerechten en vruchten tegen matigen prijs aan de leden ver strekt en wordt het aanzienlijk ver- Lies op de exploitatie der buffetten geheel gedekt door d'e entrée's en het commissie-aandeel -in de pari mutuel der rennen. I-Iet Recoleta is geen gewoon kerk hof, doch een stad der dooden temid den van do stad der levenden. Een stad met h'oofd- en zijstraten, met groote en kleine gebouwenhet pla veisel uit groote. zware steenen be staande, die den stap van den wan delaar bol doen weerklinken. Elk ge bouw is een familie-mausoleum, kost baarder en prachtvoller ingericht, naarmate de afgesto2*vene of zijne fa milie meer met aardsehe goederen ge zegend was. Hier tevens komt na tionale daai'kbaarheid tot uiting in de praohtmonumeuten voor kunste naars, staatslieden en militairen, be kostigd door het volk door 2niddel van nat'onale inschrijving. Van militair vertoon bespeurde Lk zeer weinigdes te meer echter trekt de politie de aandacht door flink en correct optreden en de tijden zijn lang voorbij, waarin Buenos Aires eene zekere beruchtheid had en het niet raadzaam was, zich des avonds on- vergezekl in eenzame straten te be geven. Zelfs merkte ik tegen het ope ningsuur der schouwburgen op liet kruispunt Maipu en Corrientes' ©ene vaste bereden patrouille van twaalf man o-p, waarvan om beurten twee man bevel ontvingen de omliggende straten te doorkruisen. Een "vreemd, doch indrukwekkend gezicht was het eveneens, toen ilc den dag vian aankomst in de feestelijk versierde stad den propagandist voor de- aansluiting van Zuid- bij- Noord- Amerika, Staatssecretaris Root, inde Avenido Mayo zag, geëscorteerd door een zestigtal1 agenten te paard, allen gestoken in blinkende kurassen. Verhinderen kan de politie echter niet, dat men des avonds doorDuitsch of Engelsch sprekende personen wordt aangesproken om aalmoezen, die de vreemdeling maar al te zeer geneigd is te geve2i, hoewel ik van ingezetenen vernam, dat deze perso nen voor bet mee2'e2iideel tot het gilde beroepsbedelaars behooren, die lie ver op den zak hunner landgenooten teren, dan het zware werk in die kam pen te doen, waar men hunne ar beidskracht zoo goed zou ki2nnenge- bruiken. Zooals ik reeds heb gezegd, moet men zich ze.er in acht nemen voorde afwisselende tempera.tui2r. Meer dan eens ging ik naar het hotel terug om de, wegens de warmte tot last gewor den overjas terug te brengen om een kwartier later, rillend van kou, dit kleeding9tuk weder te gaan halen. Daar de hotelkamers met hare groo te, openslaande ramen, die meestal op de gaanderijen van open binnen plaatsen uitkomen en tevens als deur dienst doen, niet worden verwarmd, kan dit voor den reiziger die zijn ka mer niet wenscht te verlaten, somtijds zeer ongerieflijk zijn. Het zou mij te ver voeren, in bij zonderheden alle indrukken, weer te uitgebreide M'adero-dokken zijn se dert lang veel te klein gebleken om alle binnenvallende booten te bevat ten en het komt voot, dat schepen drie tot vier weken moeten wachten voo-t in de pakhuizen voldoend© ruim te gemaakt is, om. hunne goederen op te nemen. Dat dit voor de scheepvaart een bijzonder groot ongerief is. valt niet te ontkennen en ook de Zuiid-Ameri- ka Lijn heeft in niet geringe mate dit nadeel ondervonden. Aan de groo te booten, onder de mailvlag varende, wordt de 'Vooirang gegeven ten koste van de vrachtvaarders en indien ik mij niet vergis, is oolc aan onze Hol- landsch© lijn zeer onlangs dit voor recht te beurt gevallen. Met eene uitstekend ingerichte ri vierboot der reederij Mihanovitch, die tusschen Buenos Aires en Montevideo een dagelijkschen dienst onderhoudt, had ik intusschen een uitstapje ge maakt naar Iaatstgenoe2nde plaats. Wanneer een Argentinaër den vreemdeling wil toonen, hoeveel kans op succes zijn land biedt, dan noemt hij den naam Mihanovitch. Deze man kwam jaren geleden er gens uit Dahnat-ie, straatarm te Buenos Aires aan e2i -is thans multi- .millionair, bezitter van de grootste vloot van geheel Zuid-Amerika, eige naar van het prachtig lot© rangs Pa lace Hotel en groot importeur. Ilc trok dus met een zijner booten de La Plata rivier nogmaals langs en kwam na eenige onaangename en dure er varingen met bootslieden en kruiers be hebben opgedaan, veilig in Uru guay's hoofdstad. Deze -kleine republiek doet met ha rs gelijksoortige uitvoerproducten Argmitinië zware concurrentie aan en zou zich zeker in grooter bloei mogen verheugen, indien de politie ke partijen liet land meerder rust •gunden. Dit rijk bezit op verre na niet het consumptievermogen van Argentinië, doch -evenals overal elders zijn ook hier natuurlijk wel zaken te doen. Montevideo trof mij door groote netheid en zindelijkheid der straten, waarin een© voorbeeldige orde heers ebt. Deze orde constateerde ik ook bij gelegenheid van een reu zenopto cht van twaalf duizend in fioestkleeding gestoken schoolkinderen, die onder aanvoering hunner onderwijzers en onderwijzeressen, school bij school, naar de Plaza Independencia mar cheerden en daar vaderlandsche lie deren zongen ter eere van een na tionaal feest. Eene voor den zakenman nog al lastige gewoonte der Zuid-Ameri- •kaansche Republieken is het vieren vun kerkelijke en nationale feestda gen, die als rustdagen worden aan gemerkt-, en waarvan men me, waar schijnlijk met eenige overdrijving, vertelde, dat ©t 100 in het jaar voor komen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 6