BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD Wandelingen FEUILLETON )N «ILL10ENEN 24a JaargaDg B&riek voor Vrouwen MAANDAG 1 APRIL 1907 No. 7289 E ZATERDAGAVOND &&ARLEIWS DAGBLAD KOST $V20 PER 3 MAANDEN AF 10 CENT PER WEEK ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENT1ËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. M'elt een en ander pver meis- tfeskteetddaig'. Z'omertoa'lefcten. Mode is Voor 'Oünzie kleine meisjes id'er veranderiijlk dan voor Ware edere, .al ondergaat ze af en toe ©ene geringe .wijiziging. )r zijto echter gojoote en kleine sj'es. Wij bedoelen hiermede: mieds- die voor iiaar leeftijd.' groot of in zijn; en Ihet komt er vooral op Mer met den schijn rekening te den. Men knoeit daarom 'iiet meisje naar li aar ieeftijid kleeden, doch ir diens weliken zij schijnt te Iheib- beiredikt. e modellen zijn voor eiken leeftijd' schillend. Meisjes van vijf tot acht en kleedt vooral aardig de korte met lange Mouse ('basque jurken) Ie laatste mode schrijft voor om ,d'e deren zeer kort te kleeden, zelfs en de knieën, hetgeen o. i. zeer ijk lis. Eertijds waren het de lange e-Gireenaway-j'urken, die de klem- zoo .böapoititelij'k stonden en nu ndrijffit men naar den andieren it. Moeders die goede smaak beizit- zulllen bier den gulden mii'djden- wieten te bewandelen. Ie- kleine .rokjes en onlderjurkjes (en nauwelijks tot op de knie, ter- de jurk ier even over valt, hetgeen doende is om net meisje lief en lajkvoil gekleed: ,te zien. Vooral de isjëis dlie gr ooit voor baar leeftijd helbbeu in den regel lange, spdeh- beernen, in korte rokken, gekleed' ken Zij den indruk op stelten te pen. reisjes die een normale grootte ben, kan men tot 12 jaar over de e kleeden, van 12 tot 13 jaar mag 3urk tot aan de kuit reiken waarna h successievelijk veiTengi- tootua jok met 't 16e levensjaar o.p de en- s ban.gt, deze leDgte wordt tot 18- igen leeftijd en daar boven gehand- tfd, daar de lange japonnen eerst bet twintigste levensjaar gedragen rden, ifeile jonge dames maken in korten baar entrée in d'e wereld. Wiaar s tijd gebleven dat de mode dwaas ïoeg was de jeugd bij die gelegen- d in 'een sleepjapon te kleeden? Iet spreekt vanzelf, dat de korte ide rokken Slechts van dunne weef- vervaardilgd worden, de- awaar- re stoffen zijn eerstens weinig ge likt voor helt komend seizoen en men ten tweede stijve onsierlijke riem. 'enige meisjes Meelde men bij voor- ar in lichte dunne stoffen, a'ls voi- éoliennes, crêpes, mou&s dimes1," to or kinderen brengt men monsse- es met opengewerkte randen en rduureels, de jurken worden zonder zondering met korte mouwtjes ge- Lakt, terwijl de dunne' laken pate- van lange rechte mouwen voor in zijn. herder worden de kinderjurken met el bouli'onées en volante ingericht, bardoor ze een enorme onderwijdte rkrijgen. nouvèauté voor het komend sei- en is, wat gekleede of gelegenheids- rken betreft: dunne paarlmoerkleii- ge zijde, die zich allerliefst laat ver erken, ze wordt met kant en amian- ilgroen bandfluwieel gegarneerd. De zetstukken die veelal van guipure vervaardigd worden kunnen naar ver kiezing transparant zijn; overigens bestaat de garneering van kinderjur ken uit: kroopengToepenkanten ber- rtih'eis1, inizeibstukken, fluweelen .strikjes ein ceintures zonder afhangende ©in- idem, 'Een lieve aparte garneering ver- Ikirij^t men door het kanten inzebstuk op gelijke afstanden met drie fluwee len rouleaux te gam eer en die in het 'Voorraadden met een miniatuur strik je worden .afgesloten. De derde rou leau moet de scheiding van passé en jurk bedekken, waaruit twee simlalle op elkander vallende volants komen, idlie in berth© vorm over de schouders looipen in aansluiting met de korte anouw, die eveneens met drie smalle Volants gegarneerd is. Ten slotte nog het een en ander over ide dam'eskleeding, om zoo mogelijk tegemoet te komen aan het verlangen van eenige mijner geachte lezeressen. Op die vraag, welke kleur dit seizo.en als modekleur geldt, is het moeilijk een beknopt en zakelijk antwoord te geven, wiant alhoewel enkele tinten als prune en nil doimineereai', is er vaai een bepaalde modekleur geen sprake. Alle lichte kleuren in fijne pastel tinten zullen dezen zomer onze wan delwegen sieren, zoodat Mevrouw Mo- dle ons in de gelegenheid stelt, de soi- rée en baltoiletten van het afgeloo- tpen seizoen af te dragen. Gedécolleteerde japonnen zullen met c-tamisietbes van guipure of kant en gek'Leed'e hoeden oip de namiddagwan delingen worden gedragen; en wat d'e korte mouwen betreft, deze zijn reeds lang geen, bezwaar meer; de struisvee- ren- en marabout boa's, waarvan ik reeds in een mijner vorige oauseraën gewaagde, voltooien het geheel. Men brengt .ze in alle fijne lichte kleuren. Lie moaerne noedeii, uw flatteus zijn, verlangen buitenge woon groot kapsels, zeodat de toe voeging van postiche (valsoh haar) onontbeerlijk wordt. De luclhitrollen, Ocuifstukiken en .krullen voeren ons tot den rococotijd terug, evenals de hioe- iden die zoowel w,at vorm, kleuroom- Sbiinatie ails garnituur betreft zeer op- Vallend zijto. MARIE VAN AMIS TEL. Natuurhistorische IN EN OM HAARLEM. GLVII. Niegen zomerscihe dagen kan en moe!t Maart ons geven. Of de lente maand altijd aan die verplichtingen voldoet, of werkelijk elk jaar dat ne gental compleet wordt, is een moeilijk te beantwoorden vraag, vooral iaJ's men niet over verschillende statistie ke gegevens heeft be beschikken. Maar wat we wel weten is, dat het ons niet moeilijk valt te oonsbateerenhoe. de enkele moolie dagen, waarmede de lente hare intrede doet, in den smaak vallen. Daar Waar zich 's morgens tal van tmlensch.em vereenigen om hun d agtaak iaan te vangeai, daar hoort men, hoe ieder nieuwaangekomene behoefte ge voelt zijn hart te luchten en te vertel len, wat do anderen ook reeds bespro ken hebben: „wat heerlijk weer!" En die mensclh, van nature tot tegen spraak aangelegd, bekijkt ook daar door juist menigm'aal de keerzijde der mteidai'ile. Is een van 't gezelschap Wat vroeger bij die hand geweest, d!an Weet hij' te Vertellen, hoe rnlet die ■mooie dagen meteen de nachtvorsten beginnen, en dan de gevolgen. Het heet dan vaak meteen: „Maar-wat heeft, het hard gevroren!" Spoedig klinkt fluit of bel en allen spoeden rich aan hun axibeid, die, dat kan niet ontkend Worden, bij mooi weer heel wat opgewekter, iriet veel rnieer lust wordt aangevangen en volbracht, dan dat een koude regen de Mee/Ten fhleefi doorweekt, of harde wind aan deunen en ramen rukt. 'Ein aangelokt door het heerlijke weder, gaat men naar buiten; ont vlucht, als 't ©enigszins kan, de stad', en zoekt in 't vrijie veld de ontwaking der natuur bij te wionen. Een op te maken statistiek zou spoedig doen zien, dat Overveen en Bloemlendaal de aantrekkelijkste punten zijn, of schoon er ook andere kanten uit ge noeg te genieten valt. En. al houdt d'e mtemscih ook mleermaLen van gezel ligheid, wij. toch gaan wel eens, wlaar weinig Wandelaars komen, waar me nigeen tollet voelt, dat er wat wlaar te neanen is, waar ieder echter geniet van ruime ver.geizLchbeu, heerlijke, Vlakke Wedden, al zijn die ook nog niet in bruiloftsgewaadToch is ook daar leven en bedrijvigheid terugge keerd; met die eerste' spreeuwen en leeuweriken kwamen uit zuidelijker streken de kieviten reeds terug. Som mige jaren grijpt die terugkeer wel eens plaats in Februari en dan kan 't Wel eens gebeuren dat ze een tijd lang een echt armoedig bestaan heb ben. De grond nog hard bevroren, soms dagen lang met sneeuw bedekt en hoe dan te voldoen aan een der M "sUmMA tsusüsa, uit allerlei klein gedierte: wormen, allerlei insecten, slakken, enz., die hij in de Weiden vindt. Menigmaal lij den die vroeg teruggekeerd© dieren' honger, dien ze trachten te stillen op wat gunstiger gellegen ptelkjies. Die menschel ijk© Woningen naderen ze idlaarbij echter Weinig, want 't is een schuwe vogel. Eigenaardig is, dat de mleestie m'en- schen den terugkeer van den kievit uit de couranten moeten vernemen, als die de eerste eiervondsten notee- ren, met opgave van prijs en kooper. •De priji'zen gaian dlan natuurlijk ver boven de werkelijke waarde en 't is de vraag, of er wel zooveel aan te eten •va.lt niet alleen, mlaar tevens, pf de smlaiafc... maar daarover valt niet te twisten. Die fijnproievers houden z'e voor een lekkernij en Van die omstandigheid trekken de menschen partij. LAls echte moerasvogel is hij in ons vaderland zeer menigvuldig, en Wê) biet talrijkst in de provincie Friesland 't Is dan ook vandaar, dat natuurlijk dia eerste berichten komen, die dan later Week aan week worden opge volgd door de' vermelding van het ia.an.tal eieren, d.at in Leeuwardien ter markt werd aangevoerd. Wilt gij den kievit waarnemen, wel nu ook rondom onze stad, maar meeT naar de Oostzijde, komt "hij algemeen voor, al vervullen ze, zooals in Fries land. de hiciht ook niet met een voort durend geschreeuw. Zie ze daar mei behendige schreden naar voedsel zoe (Naar ihet Duitsch van Balduin Möllhausen). j u Op dat oogenblik was de heen zechiel Aufdermauer bij djen zeer crmogenden bankier Barucli, een ew©gelijken, grijzen heer met vol rit haar en verstandige zwart j ogen. In diens particuliere werkkamer net onverholen vreugd© welkom ge- ieeten, zei Aufdermauer na de eer ste vriendschappelijke begroet'ng net de hem eigene stijve deftigheid. Uw schrijven is mij geworden, fóor ik op uw voorstel inga. wil ik erst een paar andere dingen afma ten. Morgen zal d'e wedaiwe Fldipsz u üen quntantie van twintig taler pre- ienteeren. Zij heeft biet geld nood'g naar een gezond'ere woning te heihuizen en voor kleeren voor luaar vier deugnieten. Natuurlijk blijft de gever onbekend. Om mij weer den dank te laten logstien, zei de heer Baruch op ge ken, nu en dan veranderd in een snel rechtuit Loopen m'et wat meer gestrekt- 'licihlaam. Het dier is een en al bewegelijk heid, d'e lange, maar toch niet te lan ge pooten dragen hem gemakkelijk, de metaalglianzende bovenzijde weer spiegelt in den zonneschijn, terwijl af en toe de witte onderzijde te voor schijn komt. Much ge nog twijfelen, dan, ails hij niet te ven- van u af is, doet zijto kuifje allen twijfel wegne men. Op den kop draagt hij n.l. een ■kuif van veertjes, die met sierlijke ibocibt in de hoogte staan. En vliegt thiij eenmaal op, dan zijn èn zijn ei genaardige vlucht, èn de meer op den Voorgrond tredend1© Witte klétor èn de opmerkelijk breede vlerken voldoende kenmerken om niet langer in 't on zekere te verkeetoen. „Lippe en lipsike", n.l. mannetje en wijfje van elkaar te onderscheiden, verstaan do ederzoekers uitstekend. •Hoe de vogels daarbij de mensohen op een dwaalspoor trachten te bren gen, is hfoogst opmerkelijk en toch Weten ervaren eierzoekers aian de houding der'vogels de plaats van liet nest vrij nauwkeurig te bepalen. De nesten zijn moeilijk te vinden., om dat ze zoo 'heel weinig punten van herkenning aanbieden. Geheel gelijk aan de omgeving, zeer eenvoudig, 'kan de leek in een weiland de nesten •al heel moeiilijfc vinden. Een kleine uitholling in den grond, een kuiltje, door een. omhoog Steken de kluit een weinig bedekt, daarin wat grassprietjes, soms ook niets, zie daar het nest. Hierin legt het dier liet 4-tal eierendie bekend genoeg zijn. Worden de eieren weggenomen, dan legt bet dier nogmaals hetzelfde aan tal, om bij een derde maal zich met 3 of 2 tevreden te stellen. Den vogel (zelf ito aanmexkipxr,noömeto. ■En voor de eieren, èn voor de jongen to on en beide ouders een uiterste be zorgdheid. De dadelijk flink bij de hand zijnde jongen verstaan echter ad spoedig de kunst van verstoppertje spelen, en weldra is zoo'n 'Verrast broedsel als in den grond verdwenen. Naast dezen voor ons land zoo ei- genaardigen vogel, is ook in de slo ten leven wedergekeerd. Weldra ver vullen de kikvorschen met hun luid ruchtig gekwaak de stille landelijke (avonden. J. STURING. VRAG'ENBUS. A ia, n m e v r de L. te H. U kunt, oils 't zulk mooi weer is, gerust uwe planten wat buiten plaatsen, maar b&dènk, dat de nachten koud zijn en dat het beter is ze daarom des avonds weer binnen te halen. De buitenlucht (de eerste dagen ook nog niet in d'en vollen zin), maakt de uitgelO'Open scheuten sterker. D e n II e e r G. te H. Zeker, er 'zijn verschillende soorten crocussen. de gele is bijtv. een andere, dan de ge wone Witte of blauwe. Een zeer dui delijk verschil kunt ge b.v. zien in de lengte van den stamper ten opzichte van de meeldraden. De bloemisten kweeken echter nog een heel© massa soorten, waarvan en kele evenals de droogbloeiers in t na jaar reeds bloeien. •D en H e e r L. te Z. De gezon den kevertjes zijn de Elzen-goudhaan tjes, die zeker overwinterd hebben en gewekt door de voorjaarszon voor hun "nageslacht gaan zorgen. Onthoud de plek eens waar gij ze gevonden hebt en houd dan de daar in de buurt istaaude elzen eens in 't oog. Den Heer v. D. te H. De door u bedoelde planten kunt u in Vol doende hoeveelheid bij de bloemisten op de markt krijgen des Maandags. Hebben ze er niet genoeg van bij zich. dan kunnen zij ze de volgende week Wel medetoemen. J. STURING. maakt b.oo£|n toon. Beschouw dan den dank Van t, arme schepsel als den mijnen voor uw onveranderlijke vriendschap en bereidwilligheid, antwoordde Aufder mauer op d'enzelfden toon. Hij gaf den óudietoï heer twee van- ge v.s, die door dezen met kracht ge drukt. werden en sprak verder Bovendien ontloop ik daardoor het gevaar, dat de menschen er mee o.p de hoogte raken en mij nog een half dozijn voogdijschappen op den hats schuiven). En verderde mij uit I-Iavianma toegezonden achtdui zend dollars kwamen geheel onver wacht. Schrijf daarom d'e geheele som maar op naam van mijn peete- kind Monika.. Dat blijft als van ouds ook een diep geheim en nu ben ik tot uw dienst. Baruch schreef eenige aanteekenin- gen op en bood zijnerzijds Aufder mauer de hand met de woorden Zal vooir alles gezorgd worden? Tusschien ons bestaat er slechts ja, ja ,en n'een, neen. Het overige is uit den booze. En nu nog den vraag Kent u zekeren jongen heer v. Bra- ckeufeld Oppervlakkig. Hij komt aan huis bij een vriendin van de bewoonster der hu'sboot. Eenige dagen geleden kwam hij bij mij en verzocht mij een niet on- belangrijkd som geld ter leen. Hebt ge. het hem geweigerd Ik maakte hom er op opmerk zaam, dat ik dergelijke overeenkom sten niet gewoon was en dat ik rmj totaal niet tot. hen rekende, wiens winsten voortvloeien uit den geld nood hunner me deinen scben. Na die- ze verklaring kwam er een uitdruk king van 'groot© vertwijfeling in zapi o ogen. He t vuur moet hem na. aan d'e schenen liggen en dus is volstrekt niet uitgesloten, dat h11 ziin heil zoekt bij mensohien, cite h(em zijn on dergang tegemoet voeren. Toen ik echter aan zijn moeder dacht, op wie hij zich beriep, zweefde mij voorden •geest, dat de tot redding uitgestoken hand misschien nog vleel goeds zou kunnen doen en het plan kwam in mij op uw hulp in te roepen. Op mij maakte de jopge man den indruk van een ijdelen, lichtzin- nigen dwaas, d'ien gij slechts een vin ger behoeft te geven om dadelijk den geiu&elen arm gepakt te voelen, ant woordde Aufdermauer brommend. Ook ik beklaag zijn moeder, die niet in de gunstigste omstandigheden leefttoch raad' ik u zijn zucht naar genot niet door vrijgevigheid aan te moedigen. Ge zult nooit een cent te rugzien. Ik zal intusschen eens wat nauwkeuriger naar hem informeeren I perwerken en wonderlijk zwarte olie- en u dat vertellen. Als het zijn moe-1 verfschiJderijen, die achter de getra der en them ten zegen kan zijn, dan ben ilc de eerste, die de reddend© hand naar hem uitsteekt Hij keek op 'de klok en stond: op. Ziin menschlievende bu' was voorbij. Dat bleek uit den effen groet, waar mee hij van Baruch afsclneid nam, ZESDE HOOFDSTUK. In een van d'e armoedigste stegen van het stadskwartier, dat men met den naam „Ghetto" zou kunnen be stempelen, stond een huis, dat daar heelernaal niet thuis scheen te boe ren. Twee verdiepingen hoog, drie vensters breed en nat degelijke l'ei- steenmutoen opgetrokken, zelfs met. oudervvetsclie van tralies voorzien© vensters, maakte het den 'ïidiruk, of het een eeuwr geleden als arrestan tenlokaal had gediend. Nu woonde daar sinds minstens vijf en twintig jaar Moritz Heidenreich. In de buurt weinig gezien, kende me-n hem als pandleener, die tegelijk iu oudheden; handelde en die, te oor- dleelen naar hetgeen hij voor zijn huishouden kocht, een kommervol bestaan leidde. Eenige gebarsten vazen van porse lein, verroeste wapens, vterschnllende met schimn>'elvlekken versierde ko- Verwikkelingen (Naar het Engelscih). Rekeningen! Niets dan rekenin gen! Pas twee j aar in Londen en reeds 700 pond schulden. Een aardig resul taat voor een beginnend jurist. Ais papa dat eens wist. Tom Lirriper beet op zijn pijp en Staarde verdrietig naar het porcetei- nen bei'derinniefje, dat zijn inktpot vasthield. Ads het alleen mij betrof, zou "•k mij wel wat zuiniger hebben kunnen behelpen, maar als levenslustige ver loofde heeft men toch ook nog andere uitgaven. Mijn vader moest mij eigen lijk de dubbele toelage geven, vooral, omdat hij in zijn scihik is m'et mijn Verloving. Wat schrijft hij eigenlijk? Hij noim een brief uit den zak en las: leste jongen. Het heeft me zeer Veel genoegen gedaan, dat je miss Doone tot je aanstaande hebt geko zen. Haar vader is een schoolmakker 3ion on ia Ril nil. •blii WfWiTL dot le Ik zou zelf wel naar Londen komen, maar de jicht plaagt mij zoodanig, dat ilc in de eerste weken niet zal kunnen reizen. Doe je best, jongen, om het meisje waardig te zijn. Op je huwelijksdag krijig je van mij twee duizend pond. Je trouwe vader G. Lirriper." "Vlier en twintig duizend gulden :op mijn trouwdag. Alsof ik niet lang voor dien tijld bankroet ben. En papa is in gtaat mij te onterven, als hij het hoort. Terwijl hij zoo door bleef philoso- feeren, werd de deur geopend en zijn hospita verscheen. Miss Doione zou u gaarne spre ken, maar vooraf rnioet ik u er eens aan herinneren, dat u me nu zestien pond schuldig bent, en een vrouw, die banners verhuurt, moet toch even goed leven '.als andere menschen. -— Laat dat thans rusten, beste juf frouw, ik zal aan de schuld, die ik bij u heb, denken. Breng, als 't u belieft., miiss Doone dadelijk boven. Wel, Wiluna, zei hij bij het bin nentreden van het jonge meisje, dat is een igroote verrassing. Je zoekt mij in mijn hol op? Ik zou het nooit (h eb ben gewaagd, je. uit te noodigen. Mooi is het nu juist ook niet bij je, Tom., maar ik blijf ook maar een minuut en wilde je maar eens even zeggen, dat ik met moeder op reis ga. E'en doodzieke tante wenscht mij te zien. Be ben op weg naar het rtation. - Werkelijk? Je blijft todh niet lang weg? - Dat is niet bepaald. Is er geen hoop op beterschap, dan zullen we Wel blijfven, tot tante overleden is. Welnu, tot Weerziens dan, lief ste. Schrijf mij iederen dag Het overige van zijn vermaning ging verloren in een hartelijke omhel zing en weldra was hij weer met zijn zorgen alleen. Terwijl hij in zijto kamer op en nleer liep, werd de dieur wederom ge opend en een paar schaitsche oogen keken maar binnen. Wat loopt dè leeuw vandaag op gewonden in zijn kooi heen en weer. Is dat bevorderlijk voor de studie van hlet recht? Ah, mevrouw Crisip, goeden mor gein kom toch binnen. De jonge vrouw bewoonde een paar kamers boven die van Tom Lirriper. •Ze was een vroolijke dame, wier man voor zaken op reis was naar Zuid-Af rika en eerst over een maand terug (Zou komen. Zij en Tom waren van den beginne af goede vrienden. Wat is er toch eigenlijk? Je zet een gezicht als drie dagen slecht weer' •zei ze. O, er is getooeg. Ik zit tot over 'de ooren in de schulden en weet mij niet te helpen. Als papa h,et. gewaar Wordt. Iaat hij mij geheel links lig gen. Arme jongen. Is het veel? Zevenhonderd pond. Groot© hemel. Maar hoe heb je dat toch wel klaargespeeld? Hij antwoordde niet, maar haalde de schouders op. Je va dei' is toch wel met je ver loving ingenomen? Meer dan dat. J-ees mlaar eens, Wat hij mij daarover schrijft: Dat vind ik allerliefst, van hem, mr. Lirriper. Twee duizend pond op n WiimJnn TTj-1.-, mmmar d n f l'r. n l(dl in eens aan allen nood een einde. Drommels, dat is een idee, rnrs. Crisp. Daar zal ik eens over naden ken. Welnu dan, 't hoofd omhoog. Al les zal nog we'l weer terecht komen. Maar nu moet ik weg. Adieu. Toen de jonge vrouw de kamer had veriaten, begon Tom over d:e zaak na te denken. Zijn schuldeis obers lieten •zich niet langer met beloften tevreden stellen, Wilma was voor onhepaalden tijd weg, maar zelfs wanneer ze thuis was, zou ze wel niet tot zoo'n plotse ling huwelijk besluiten. Ik weet werkelijk niet, wiat tik doen moet, riep hij in wanhoop. Daar toonde zijn booze geest biean een uitweg, waarvan hij ziCh eerst met afschuw wendde. Neen, neen, dat kan ik niet. dat is te gewaagd. Papa zou het mij noodt vergeven, als het later uitkwam. En toch hij zit daar ginds vast met, zijn jicht en zou 'in geen geval op mijto bruiloft kunnen komen. Zal ik het wa gen? Ik zou me een verlof tot het aan gaan van een huwelijk kunnen koo- pen en Wiluna overreden 'om in de zaak toe te stemmen. En eindelijk ging hij zitten en stel de het volgende episteltje op: „Mijn beste papaatje. Wat zult ge wel zeggen, wanneer ge verneemt, dat ik van morgen getrouwd ben. Bijzon dere familieomstandigheden bij rnijn vrouw maakten de haastige huwelijks voltrekking noodzakelijk, welke an ders een half jaar uitgesteld had moe- liede vensters waren uitgestald, toon den den aard van zijn bedrijf. Maai' het. was nu avond en wat misschien overdag de blikken van een voorbij ganger tot zich trok, was nu verscho len achter gesloten blinden. Als uilgestorven stond daar het sombere gebouw, en toch werd daar binnen geleefd en gehandeld. In de achterkamer, waar hij ge woonlijk was, zat in een gemalckelij- ken leunstoel de heer Moritz Heiden reich. Naast hem op een klaptafel stond een ouder wet sche lamp. Rus tig,' gedempt licht uitstralend ver lichtte zij een groot vertrek, waarin behalve op een klein gedeelte dier vloer van alles door elkaar lag, stond en hing. Het was een chaos, waarin men slechts bij nadere be schouwing een rocococommode van een geweerkast, kleedlngstukken van metalen en porselein vaatwerk, kis ten en kasten van jachtlaarzen en boeken en wie weet wat nog meer van een verbazend groot©op ij zeken •rollen staand ledikant kon onder scheiden. Een zekere waardigheid van ho.o- •gen ouderdom kenmerkte ieder voor werp op zichzelf en bracht h|et in ze kere harmonische overeenstemming met den bezitter van al deze heerlijk heden. En waardigheid omringde d(eze ma gere grijze gestalte in den vlet tig glinnnenden chambercloak, welks ge»- watteerde voering hier en daar lucht gaten vertoonde, evenals het, koe- haaien oDVulsel van den Leunstoel, waarin hij zat. Zelfs de lange ta bakspijp, het eenige genot, dat Hed- dcnreich zich gunde, droeg er toe bij om den indruk van kalme zielsrust te yerhoogen. En dat sprak ook uit zijn gerimpeld gelaat met die witte step pe Ihaartj es op bovenlip en kin, die slechts op de keel tot aan de ooren tot. een baard was aangegroeid. Dien avond was de heer Moritz Heidenreich o ogenschijnlijk in de nienschlievendste bui van de wereld. Nu naar de eene en dan weer naar de andere zijde schoof hij het kalotje, dat zijn witte haar bedekte, terwijl zijn lippen overvloeiden van wijze raadgevingen aan een hoogstens der- tigjarigen jongen man, die in gekleed toilet voor hem stond. Hij zat tegen over hem op een bankje, welks even wicht door de geringste beweging min of meer in gevaar werd ge bracht. Mismoedigheid en ernstige zorgen stonden op zijn knappe, maar weeke en afgematte trekken te lezen, zoo nu en dan afgewisseld door hevige uit barstingen van woede, die echter tel kens weer gauw bedaard warecn. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 13