BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Wandelingen
FEUILLETON
)N «ILL10ENEN
24a JaargaDg
B&riek voor Vrouwen
MAANDAG 1 APRIL 1907
No. 7289
E ZATERDAGAVOND
&&ARLEIWS DAGBLAD KOST
$V20 PER 3 MAANDEN
AF 10 CENT PER WEEK
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENT1ËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
M'elt een en ander pver meis-
tfeskteetddaig'. Z'omertoa'lefcten.
Mode is Voor 'Oünzie kleine meisjes
id'er veranderiijlk dan voor Ware
edere, .al ondergaat ze af en toe
©ene geringe .wijiziging.
)r zijto echter gojoote en kleine
sj'es. Wij bedoelen hiermede: mieds-
die voor iiaar leeftijd.' groot of
in zijn; en Ihet komt er vooral op
Mer met den schijn rekening te
den. Men knoeit daarom 'iiet meisje
naar li aar ieeftijid kleeden, doch
ir diens weliken zij schijnt te Iheib-
beiredikt.
e modellen zijn voor eiken leeftijd'
schillend. Meisjes van vijf tot acht
en kleedt vooral aardig de korte
met lange Mouse ('basque jurken)
Ie laatste mode schrijft voor om ,d'e
deren zeer kort te kleeden, zelfs
en de knieën, hetgeen o. i. zeer
ijk lis. Eertijds waren het de lange
e-Gireenaway-j'urken, die de klem-
zoo .böapoititelij'k stonden en nu
ndrijffit men naar den andieren
it. Moeders die goede smaak beizit-
zulllen bier den gulden mii'djden-
wieten te bewandelen.
Ie- kleine .rokjes en onlderjurkjes
(en nauwelijks tot op de knie, ter-
de jurk ier even over valt, hetgeen
doende is om net meisje lief en
lajkvoil gekleed: ,te zien. Vooral de
isjëis dlie gr ooit voor baar leeftijd
helbbeu in den regel lange, spdeh-
beernen, in korte rokken, gekleed'
ken Zij den indruk op stelten te
pen.
reisjes die een normale grootte
ben, kan men tot 12 jaar over de
e kleeden, van 12 tot 13 jaar mag
3urk tot aan de kuit reiken waarna
h successievelijk veiTengi- tootua
jok met 't 16e levensjaar o.p de en-
s ban.gt, deze leDgte wordt tot 18-
igen leeftijd en daar boven gehand-
tfd, daar de lange japonnen eerst
bet twintigste levensjaar gedragen
rden,
ifeile jonge dames maken in korten
baar entrée in d'e wereld. Wiaar
s tijd gebleven dat de mode dwaas
ïoeg was de jeugd bij die gelegen-
d in 'een sleepjapon te kleeden?
Iet spreekt vanzelf, dat de korte
ide rokken Slechts van dunne weef-
vervaardilgd worden, de- awaar-
re stoffen zijn eerstens weinig ge
likt voor helt komend seizoen en
men ten tweede stijve onsierlijke
riem.
'enige meisjes Meelde men bij voor-
ar in lichte dunne stoffen, a'ls voi-
éoliennes, crêpes, mou&s dimes1,"
to or kinderen brengt men monsse-
es met opengewerkte randen en
rduureels, de jurken worden zonder
zondering met korte mouwtjes ge-
Lakt, terwijl de dunne' laken pate-
van lange rechte mouwen voor
in zijn.
herder worden de kinderjurken met
el bouli'onées en volante ingericht,
bardoor ze een enorme onderwijdte
rkrijgen.
nouvèauté voor het komend sei-
en is, wat gekleede of gelegenheids-
rken betreft: dunne paarlmoerkleii-
ge zijde, die zich allerliefst laat ver
erken, ze wordt met kant en amian-
ilgroen bandfluwieel gegarneerd. De
zetstukken die veelal van guipure
vervaardigd worden kunnen naar ver
kiezing transparant zijn; overigens
bestaat de garneering van kinderjur
ken uit: kroopengToepenkanten ber-
rtih'eis1, inizeibstukken, fluweelen .strikjes
ein ceintures zonder afhangende ©in-
idem,
'Een lieve aparte garneering ver-
Ikirij^t men door het kanten inzebstuk
op gelijke afstanden met drie fluwee
len rouleaux te gam eer en die in het
'Voorraadden met een miniatuur strik
je worden .afgesloten. De derde rou
leau moet de scheiding van passé en
jurk bedekken, waaruit twee simlalle
op elkander vallende volants komen,
idlie in berth© vorm over de schouders
looipen in aansluiting met de korte
anouw, die eveneens met drie smalle
Volants gegarneerd is.
Ten slotte nog het een en ander over
ide dam'eskleeding, om zoo mogelijk
tegemoet te komen aan het verlangen
van eenige mijner geachte lezeressen.
Op die vraag, welke kleur dit seizo.en
als modekleur geldt, is het moeilijk
een beknopt en zakelijk antwoord te
geven, wiant alhoewel enkele tinten
als prune en nil doimineereai', is er vaai
een bepaalde modekleur geen sprake.
Alle lichte kleuren in fijne pastel
tinten zullen dezen zomer onze wan
delwegen sieren, zoodat Mevrouw Mo-
dle ons in de gelegenheid stelt, de soi-
rée en baltoiletten van het afgeloo-
tpen seizoen af te dragen.
Gedécolleteerde japonnen zullen met
c-tamisietbes van guipure of kant en
gek'Leed'e hoeden oip de namiddagwan
delingen worden gedragen; en wat d'e
korte mouwen betreft, deze zijn reeds
lang geen, bezwaar meer; de struisvee-
ren- en marabout boa's, waarvan ik
reeds in een mijner vorige oauseraën
gewaagde, voltooien het geheel. Men
brengt .ze in alle fijne lichte kleuren.
Lie moaerne noedeii, uw
flatteus zijn, verlangen buitenge
woon groot kapsels, zeodat de toe
voeging van postiche (valsoh haar)
onontbeerlijk wordt. De luclhitrollen,
Ocuifstukiken en .krullen voeren ons tot
den rococotijd terug, evenals de hioe-
iden die zoowel w,at vorm, kleuroom-
Sbiinatie ails garnituur betreft zeer op-
Vallend zijto.
MARIE VAN AMIS TEL.
Natuurhistorische
IN EN OM HAARLEM.
GLVII.
Niegen zomerscihe dagen kan en
moe!t Maart ons geven. Of de lente
maand altijd aan die verplichtingen
voldoet, of werkelijk elk jaar dat ne
gental compleet wordt, is een moeilijk
te beantwoorden vraag, vooral iaJ's
men niet over verschillende statistie
ke gegevens heeft be beschikken. Maar
wat we wel weten is, dat het ons niet
moeilijk valt te oonsbateerenhoe. de
enkele moolie dagen, waarmede de
lente hare intrede doet, in den smaak
vallen.
Daar Waar zich 's morgens tal van
tmlensch.em vereenigen om hun d agtaak
iaan te vangeai, daar hoort men, hoe
ieder nieuwaangekomene behoefte ge
voelt zijn hart te luchten en te vertel
len, wat do anderen ook reeds bespro
ken hebben: „wat heerlijk weer!" En
die mensclh, van nature tot tegen
spraak aangelegd, bekijkt ook daar
door juist menigm'aal de keerzijde
der mteidai'ile. Is een van 't gezelschap
Wat vroeger bij die hand geweest, d!an
Weet hij' te Vertellen, hoe rnlet die
■mooie dagen meteen de nachtvorsten
beginnen, en dan de gevolgen. Het
heet dan vaak meteen: „Maar-wat
heeft, het hard gevroren!" Spoedig
klinkt fluit of bel en allen spoeden
rich aan hun axibeid, die, dat kan
niet ontkend Worden, bij mooi weer
heel wat opgewekter, iriet veel rnieer
lust wordt aangevangen en volbracht,
dan dat een koude regen de Mee/Ten
fhleefi doorweekt, of harde wind aan
deunen en ramen rukt.
'Ein aangelokt door het heerlijke
weder, gaat men naar buiten; ont
vlucht, als 't ©enigszins kan, de stad',
en zoekt in 't vrijie veld de ontwaking
der natuur bij te wionen. Een op te
maken statistiek zou spoedig doen
zien, dat Overveen en Bloemlendaal
de aantrekkelijkste punten zijn, of
schoon er ook andere kanten uit ge
noeg te genieten valt. En. al houdt
d'e mtemscih ook mleermaLen van gezel
ligheid, wij. toch gaan wel eens, wlaar
weinig Wandelaars komen, waar me
nigeen tollet voelt, dat er wat wlaar te
neanen is, waar ieder echter geniet
van ruime ver.geizLchbeu, heerlijke,
Vlakke Wedden, al zijn die ook nog
niet in bruiloftsgewaadToch is ook
daar leven en bedrijvigheid terugge
keerd; met die eerste' spreeuwen en
leeuweriken kwamen uit zuidelijker
streken de kieviten reeds terug. Som
mige jaren grijpt die terugkeer wel
eens plaats in Februari en dan kan
't Wel eens gebeuren dat ze een tijd
lang een echt armoedig bestaan heb
ben. De grond nog hard bevroren,
soms dagen lang met sneeuw bedekt
en hoe dan te voldoen aan een der
M "sUmMA tsusüsa,
uit allerlei klein gedierte: wormen,
allerlei insecten, slakken, enz., die
hij in de Weiden vindt. Menigmaal lij
den die vroeg teruggekeerd© dieren'
honger, dien ze trachten te stillen op
wat gunstiger gellegen ptelkjies. Die
menschel ijk© Woningen naderen ze
idlaarbij echter Weinig, want 't is een
schuwe vogel.
Eigenaardig is, dat de mleestie m'en-
schen den terugkeer van den kievit
uit de couranten moeten vernemen,
als die de eerste eiervondsten notee-
ren, met opgave van prijs en kooper.
•De priji'zen gaian dlan natuurlijk ver
boven de werkelijke waarde en 't is de
vraag, of er wel zooveel aan te eten
•va.lt niet alleen, mlaar tevens, pf de
smlaiafc... maar daarover valt niet te
twisten.
Die fijnproievers houden z'e voor een
lekkernij en Van die omstandigheid
trekken de menschen partij.
LAls echte moerasvogel is hij in ons
vaderland zeer menigvuldig, en Wê)
biet talrijkst in de provincie Friesland
't Is dan ook vandaar, dat natuurlijk
dia eerste berichten komen, die dan
later Week aan week worden opge
volgd door de' vermelding van het
ia.an.tal eieren, d.at in Leeuwardien ter
markt werd aangevoerd.
Wilt gij den kievit waarnemen, wel
nu ook rondom onze stad, maar meeT
naar de Oostzijde, komt "hij algemeen
voor, al vervullen ze, zooals in Fries
land. de hiciht ook niet met een voort
durend geschreeuw. Zie ze daar mei
behendige schreden naar voedsel zoe
(Naar ihet Duitsch van Balduin
Möllhausen).
j u
Op dat oogenblik was de heen
zechiel Aufdermauer bij djen zeer
crmogenden bankier Barucli, een
ew©gelijken, grijzen heer met vol
rit haar en verstandige zwart j
ogen.
In diens particuliere werkkamer
net onverholen vreugd© welkom ge-
ieeten, zei Aufdermauer na de eer
ste vriendschappelijke begroet'ng
net de hem eigene stijve deftigheid.
Uw schrijven is mij geworden,
fóor ik op uw voorstel inga. wil ik
erst een paar andere dingen afma
ten. Morgen zal d'e wedaiwe Fldipsz u
üen quntantie van twintig taler pre-
ienteeren. Zij heeft biet geld nood'g
naar een gezond'ere woning te
heihuizen en voor kleeren voor luaar
vier deugnieten. Natuurlijk blijft de
gever onbekend.
Om mij weer den dank te laten
logstien, zei de heer Baruch op ge
ken, nu en dan veranderd in een snel
rechtuit Loopen m'et wat meer gestrekt-
'licihlaam.
Het dier is een en al bewegelijk
heid, d'e lange, maar toch niet te lan
ge pooten dragen hem gemakkelijk,
de metaalglianzende bovenzijde weer
spiegelt in den zonneschijn, terwijl af
en toe de witte onderzijde te voor
schijn komt. Much ge nog twijfelen,
dan, ails hij niet te ven- van u af is,
doet zijto kuifje allen twijfel wegne
men. Op den kop draagt hij n.l. een
■kuif van veertjes, die met sierlijke
ibocibt in de hoogte staan. En vliegt
thiij eenmaal op, dan zijn èn zijn ei
genaardige vlucht, èn de meer op den
Voorgrond tredend1© Witte klétor èn de
opmerkelijk breede vlerken voldoende
kenmerken om niet langer in 't on
zekere te verkeetoen.
„Lippe en lipsike", n.l. mannetje en
wijfje van elkaar te onderscheiden,
verstaan do ederzoekers uitstekend.
•Hoe de vogels daarbij de mensohen
op een dwaalspoor trachten te bren
gen, is hfoogst opmerkelijk en toch
Weten ervaren eierzoekers aian de
houding der'vogels de plaats van liet
nest vrij nauwkeurig te bepalen. De
nesten zijn moeilijk te vinden., om
dat ze zoo 'heel weinig punten van
herkenning aanbieden. Geheel gelijk
aan de omgeving, zeer eenvoudig,
'kan de leek in een weiland de nesten
•al heel moeiilijfc vinden.
Een kleine uitholling in den grond,
een kuiltje, door een. omhoog Steken
de kluit een weinig bedekt, daarin
wat grassprietjes, soms ook niets, zie
daar het nest. Hierin legt het dier liet
4-tal eierendie bekend genoeg zijn.
Worden de eieren weggenomen, dan
legt bet dier nogmaals hetzelfde aan
tal, om bij een derde maal zich met
3 of 2 tevreden te stellen. Den vogel
(zelf ito aanmexkipxr,noömeto.
■En voor de eieren, èn voor de jongen
to on en beide ouders een uiterste be
zorgdheid. De dadelijk flink bij de
hand zijnde jongen verstaan echter ad
spoedig de kunst van verstoppertje
spelen, en weldra is zoo'n 'Verrast
broedsel als in den grond verdwenen.
Naast dezen voor ons land zoo ei-
genaardigen vogel, is ook in de slo
ten leven wedergekeerd. Weldra ver
vullen de kikvorschen met hun luid
ruchtig gekwaak de stille landelijke
(avonden.
J. STURING.
VRAG'ENBUS.
A ia, n m e v r de L. te H. U kunt,
oils 't zulk mooi weer is, gerust uwe
planten wat buiten plaatsen, maar
b&dènk, dat de nachten koud zijn en
dat het beter is ze daarom des avonds
weer binnen te halen.
De buitenlucht (de eerste dagen ook
nog niet in d'en vollen zin), maakt de
uitgelO'Open scheuten sterker.
D e n II e e r G. te H. Zeker, er
'zijn verschillende soorten crocussen.
de gele is bijtv. een andere, dan de ge
wone Witte of blauwe. Een zeer dui
delijk verschil kunt ge b.v. zien in de
lengte van den stamper ten opzichte
van de meeldraden.
De bloemisten kweeken echter nog
een heel© massa soorten, waarvan en
kele evenals de droogbloeiers in t na
jaar reeds bloeien.
•D en H e e r L. te Z. De gezon
den kevertjes zijn de Elzen-goudhaan
tjes, die zeker overwinterd hebben en
gewekt door de voorjaarszon voor hun
"nageslacht gaan zorgen. Onthoud de
plek eens waar gij ze gevonden hebt
en houd dan de daar in de buurt
istaaude elzen eens in 't oog.
Den Heer v. D. te H. De door
u bedoelde planten kunt u in Vol
doende hoeveelheid bij de bloemisten
op de markt krijgen des Maandags.
Hebben ze er niet genoeg van bij zich.
dan kunnen zij ze de volgende week
Wel medetoemen.
J. STURING.
maakt b.oo£|n toon.
Beschouw dan den dank Van t,
arme schepsel als den mijnen voor
uw onveranderlijke vriendschap en
bereidwilligheid, antwoordde Aufder
mauer op d'enzelfden toon.
Hij gaf den óudietoï heer twee van-
ge v.s, die door dezen met kracht ge
drukt. werden en sprak verder
Bovendien ontloop ik daardoor
het gevaar, dat de menschen er mee
o.p de hoogte raken en mij nog een
half dozijn voogdijschappen op den
hats schuiven). En verderde mij
uit I-Iavianma toegezonden achtdui
zend dollars kwamen geheel onver
wacht. Schrijf daarom d'e geheele
som maar op naam van mijn peete-
kind Monika.. Dat blijft als van ouds
ook een diep geheim en nu ben ik tot
uw dienst.
Baruch schreef eenige aanteekenin-
gen op en bood zijnerzijds Aufder
mauer de hand met de woorden
Zal vooir alles gezorgd worden?
Tusschien ons bestaat er slechts ja,
ja ,en n'een, neen. Het overige is uit
den booze. En nu nog den vraag
Kent u zekeren jongen heer v. Bra-
ckeufeld
Oppervlakkig. Hij komt aan huis
bij een vriendin van de bewoonster
der hu'sboot.
Eenige dagen geleden kwam hij
bij mij en verzocht mij een niet on-
belangrijkd som geld ter leen.
Hebt ge. het hem geweigerd
Ik maakte hom er op opmerk
zaam, dat ik dergelijke overeenkom
sten niet gewoon was en dat ik rmj
totaal niet tot. hen rekende, wiens
winsten voortvloeien uit den geld
nood hunner me deinen scben. Na die-
ze verklaring kwam er een uitdruk
king van 'groot© vertwijfeling in zapi
o ogen. He t vuur moet hem na. aan d'e
schenen liggen en dus is volstrekt
niet uitgesloten, dat h11 ziin heil
zoekt bij mensohien, cite h(em zijn on
dergang tegemoet voeren. Toen ik
echter aan zijn moeder dacht, op wie
hij zich beriep, zweefde mij voorden
•geest, dat de tot redding uitgestoken
hand misschien nog vleel goeds zou
kunnen doen en het plan kwam in
mij op uw hulp in te roepen.
Op mij maakte de jopge man
den indruk van een ijdelen, lichtzin-
nigen dwaas, d'ien gij slechts een vin
ger behoeft te geven om dadelijk den
geiu&elen arm gepakt te voelen, ant
woordde Aufdermauer brommend.
Ook ik beklaag zijn moeder, die niet
in de gunstigste omstandigheden
leefttoch raad' ik u zijn zucht naar
genot niet door vrijgevigheid aan te
moedigen. Ge zult nooit een cent te
rugzien. Ik zal intusschen eens wat
nauwkeuriger naar hem informeeren I perwerken en wonderlijk zwarte olie-
en u dat vertellen. Als het zijn moe-1 verfschiJderijen, die achter de getra
der en them ten zegen kan zijn, dan
ben ilc de eerste, die de reddend©
hand naar hem uitsteekt
Hij keek op 'de klok en stond: op.
Ziin menschlievende bu' was voorbij.
Dat bleek uit den effen groet, waar
mee hij van Baruch afsclneid nam,
ZESDE HOOFDSTUK.
In een van d'e armoedigste stegen
van het stadskwartier, dat men met
den naam „Ghetto" zou kunnen be
stempelen, stond een huis, dat daar
heelernaal niet thuis scheen te boe
ren. Twee verdiepingen hoog, drie
vensters breed en nat degelijke l'ei-
steenmutoen opgetrokken, zelfs met.
oudervvetsclie van tralies voorzien©
vensters, maakte het den 'ïidiruk, of
het een eeuwr geleden als arrestan
tenlokaal had gediend. Nu woonde
daar sinds minstens vijf en twintig
jaar Moritz Heidenreich.
In de buurt weinig gezien, kende
me-n hem als pandleener, die tegelijk
iu oudheden; handelde en die, te oor-
dleelen naar hetgeen hij voor zijn
huishouden kocht, een kommervol
bestaan leidde.
Eenige gebarsten vazen van porse
lein, verroeste wapens, vterschnllende
met schimn>'elvlekken versierde ko-
Verwikkelingen
(Naar het Engelscih).
Rekeningen! Niets dan rekenin
gen! Pas twee j aar in Londen en reeds
700 pond schulden. Een aardig resul
taat voor een beginnend jurist. Ais
papa dat eens wist.
Tom Lirriper beet op zijn pijp en
Staarde verdrietig naar het porcetei-
nen bei'derinniefje, dat zijn inktpot
vasthield.
Ads het alleen mij betrof, zou "•k
mij wel wat zuiniger hebben kunnen
behelpen, maar als levenslustige ver
loofde heeft men toch ook nog andere
uitgaven. Mijn vader moest mij eigen
lijk de dubbele toelage geven, vooral,
omdat hij in zijn scihik is m'et mijn
Verloving. Wat schrijft hij eigenlijk?
Hij noim een brief uit den zak en
las:
leste jongen. Het heeft me zeer
Veel genoegen gedaan, dat je miss
Doone tot je aanstaande hebt geko
zen. Haar vader is een schoolmakker
3ion on ia Ril nil. •blii WfWiTL dot le
Ik zou zelf wel naar Londen komen,
maar de jicht plaagt mij zoodanig,
dat ilc in de eerste weken niet zal
kunnen reizen. Doe je best, jongen,
om het meisje waardig te zijn. Op je
huwelijksdag krijig je van mij twee
duizend pond.
Je trouwe vader G. Lirriper."
"Vlier en twintig duizend gulden
:op mijn trouwdag. Alsof ik niet lang
voor dien tijld bankroet ben. En papa
is in gtaat mij te onterven, als hij het
hoort.
Terwijl hij zoo door bleef philoso-
feeren, werd de deur geopend en zijn
hospita verscheen.
Miss Doione zou u gaarne spre
ken, maar vooraf rnioet ik u er eens
aan herinneren, dat u me nu zestien
pond schuldig bent, en een vrouw, die
banners verhuurt, moet toch even
goed leven '.als andere menschen.
-— Laat dat thans rusten, beste juf
frouw, ik zal aan de schuld, die ik bij
u heb, denken. Breng, als 't u belieft.,
miiss Doone dadelijk boven.
Wel, Wiluna, zei hij bij het bin
nentreden van het jonge meisje, dat
is een igroote verrassing. Je zoekt mij
in mijn hol op? Ik zou het nooit (h eb
ben gewaagd, je. uit te noodigen.
Mooi is het nu juist ook niet bij
je, Tom., maar ik blijf ook maar een
minuut en wilde je maar eens even
zeggen, dat ik met moeder op reis ga.
E'en doodzieke tante wenscht mij te
zien. Be ben op weg naar het rtation.
- Werkelijk? Je blijft todh niet lang
weg?
- Dat is niet bepaald. Is er geen
hoop op beterschap, dan zullen we
Wel blijfven, tot tante overleden is.
Welnu, tot Weerziens dan, lief
ste. Schrijf mij iederen dag
Het overige van zijn vermaning
ging verloren in een hartelijke omhel
zing en weldra was hij weer met zijn
zorgen alleen.
Terwijl hij in zijto kamer op en
nleer liep, werd de dieur wederom ge
opend en een paar schaitsche oogen
keken maar binnen.
Wat loopt dè leeuw vandaag op
gewonden in zijn kooi heen en weer.
Is dat bevorderlijk voor de studie van
hlet recht?
Ah, mevrouw Crisip, goeden mor
gein kom toch binnen.
De jonge vrouw bewoonde een paar
kamers boven die van Tom Lirriper.
•Ze was een vroolijke dame, wier man
voor zaken op reis was naar Zuid-Af
rika en eerst over een maand terug
(Zou komen. Zij en Tom waren van den
beginne af goede vrienden.
Wat is er toch eigenlijk? Je zet
een gezicht als drie dagen slecht weer'
•zei ze.
O, er is getooeg. Ik zit tot over
'de ooren in de schulden en weet mij
niet te helpen. Als papa h,et. gewaar
Wordt. Iaat hij mij geheel links lig
gen.
Arme jongen. Is het veel?
Zevenhonderd pond.
Groot© hemel. Maar hoe heb je
dat toch wel klaargespeeld?
Hij antwoordde niet, maar haalde
de schouders op.
Je va dei' is toch wel met je ver
loving ingenomen?
Meer dan dat. J-ees mlaar eens,
Wat hij mij daarover schrijft:
Dat vind ik allerliefst, van hem,
mr. Lirriper. Twee duizend pond op
n WiimJnn TTj-1.-, mmmar d n f l'r. n l(dl
in eens aan allen nood een einde.
Drommels, dat is een idee, rnrs.
Crisp. Daar zal ik eens over naden
ken.
Welnu dan, 't hoofd omhoog. Al
les zal nog we'l weer terecht komen.
Maar nu moet ik weg. Adieu.
Toen de jonge vrouw de kamer had
veriaten, begon Tom over d:e zaak na
te denken. Zijn schuldeis obers lieten
•zich niet langer met beloften tevreden
stellen, Wilma was voor onhepaalden
tijd weg, maar zelfs wanneer ze thuis
was, zou ze wel niet tot zoo'n plotse
ling huwelijk besluiten.
Ik weet werkelijk niet, wiat tik
doen moet, riep hij in wanhoop.
Daar toonde zijn booze geest biean
een uitweg, waarvan hij ziCh eerst
met afschuw wendde.
Neen, neen, dat kan ik niet. dat
is te gewaagd. Papa zou het mij noodt
vergeven, als het later uitkwam. En
toch hij zit daar ginds vast met, zijn
jicht en zou 'in geen geval op mijto
bruiloft kunnen komen. Zal ik het wa
gen? Ik zou me een verlof tot het aan
gaan van een huwelijk kunnen koo-
pen en Wiluna overreden 'om in de
zaak toe te stemmen.
En eindelijk ging hij zitten en stel
de het volgende episteltje op:
„Mijn beste papaatje. Wat zult ge
wel zeggen, wanneer ge verneemt, dat
ik van morgen getrouwd ben. Bijzon
dere familieomstandigheden bij rnijn
vrouw maakten de haastige huwelijks
voltrekking noodzakelijk, welke an
ders een half jaar uitgesteld had moe-
liede vensters waren uitgestald, toon
den den aard van zijn bedrijf. Maai'
het. was nu avond en wat misschien
overdag de blikken van een voorbij
ganger tot zich trok, was nu verscho
len achter gesloten blinden.
Als uilgestorven stond daar het
sombere gebouw, en toch werd daar
binnen geleefd en gehandeld.
In de achterkamer, waar hij ge
woonlijk was, zat in een gemalckelij-
ken leunstoel de heer Moritz Heiden
reich. Naast hem op een klaptafel
stond een ouder wet sche lamp. Rus
tig,' gedempt licht uitstralend ver
lichtte zij een groot vertrek, waarin
behalve op een klein gedeelte dier
vloer van alles door elkaar lag,
stond en hing. Het was een chaos,
waarin men slechts bij nadere be
schouwing een rocococommode van
een geweerkast, kleedlngstukken van
metalen en porselein vaatwerk, kis
ten en kasten van jachtlaarzen en
boeken en wie weet wat nog meer
van een verbazend groot©op ij zeken
•rollen staand ledikant kon onder
scheiden.
Een zekere waardigheid van ho.o-
•gen ouderdom kenmerkte ieder voor
werp op zichzelf en bracht h|et in ze
kere harmonische overeenstemming
met den bezitter van al deze heerlijk
heden.
En waardigheid omringde d(eze ma
gere grijze gestalte in den vlet tig
glinnnenden chambercloak, welks ge»-
watteerde voering hier en daar lucht
gaten vertoonde, evenals het, koe-
haaien oDVulsel van den Leunstoel,
waarin hij zat. Zelfs de lange ta
bakspijp, het eenige genot, dat Hed-
dcnreich zich gunde, droeg er toe bij
om den indruk van kalme zielsrust te
yerhoogen. En dat sprak ook uit zijn
gerimpeld gelaat met die witte step
pe Ihaartj es op bovenlip en kin, die
slechts op de keel tot aan de ooren
tot. een baard was aangegroeid.
Dien avond was de heer Moritz
Heidenreich o ogenschijnlijk in de
nienschlievendste bui van de wereld.
Nu naar de eene en dan weer naar
de andere zijde schoof hij het kalotje,
dat zijn witte haar bedekte, terwijl
zijn lippen overvloeiden van wijze
raadgevingen aan een hoogstens der-
tigjarigen jongen man, die in gekleed
toilet voor hem stond. Hij zat tegen
over hem op een bankje, welks even
wicht door de geringste beweging
min of meer in gevaar werd ge
bracht.
Mismoedigheid en ernstige zorgen
stonden op zijn knappe, maar weeke
en afgematte trekken te lezen, zoo nu
en dan afgewisseld door hevige uit
barstingen van woede, die echter tel
kens weer gauw bedaard warecn.
(Wordt vervolgd).